P ater Roothaan krij gt borstbeeld
in Amsterdamse pastorie
De monarch, die Franco in petto heeft
JS IB
w.v
w.v
ww»
Complicaties bij het snijden
Prins Juan Carlos
ir
DAMMEN
I'Iw,
SCHAKEN
m W
8 Mei 1853
PATER ROOTHAAN S.J.
STERFT TE ROME
HET GRABBELTONNETJE
Brid ge-Rubriek
s ii«Tttbsr ï°z
Ook „Rome" bidt voor spoedige zalig
verklaring
i m
ÉJm
Landkaart-puzzle
(Nederland)
X
„de achteruitgang van
de ooievaar"
Schrap doorwat er
niet bij hoort
ZATERDAG 7 MEI 1955
PAGINA
„DE RUYTER" OP KRUISREIS
MET ADELBORSTEN
Samen met de Hollandterug
UIT AUTO GESLINGERD
EN GEDOOD
Spartaanse opvoeding
Wêmm
m m m m m
PiW/i
i** "n 'm 'm
m
i jmi
w m m
•oW oKo
m m
Hsra m m.
e m m «l
cs, m m.*,
m
JJJ/J
'o, a'm m 'c
b es n m '<o
Wé m
ÜP. mm
lAAN
Grote Amsterdammer
In ballingschap
Moeilijke jaren
De missie in Rusland
De Generaal
II Gèsu
CORRESPONDENTIE-A DRES
POSTBUS 8, HILVERSUM
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
X
X
X
X
X
X
X
?0eg e?buUeTtaartje "raan slak
Nadere gegevens over
(Van onze Amsterdamse redactie)
Zoals wij reeds In het kort berichtten,
zal Zondagochtend a.s. door de deken van
Amsterdam, mgr G. P. J. van der Burg,
In de benedengang van de pastorie van
„De Krijtberg" aan het Singel een borst
beeld worden onthuld van „Nederlands
grootste generaal" pater Jan Philip
Roothaan, de Amsterdamse jongen, die
generaal werd van de Jezuïetenorde,
waarvan hij ook wel de tweede stichter
wordt genoemd, omdat hij het is geweest,
die deze congregatie in de moeilijke jaren
van 1829 tot 1853 bestuurde. Toen pater
Roothaan op zijn sterfbed lag heeft Z. H.
Paus Pius IX van hem gezegd: „We gaan
een Heilige verliezen" en een andere
Paus, nl Gregorius XVI, die pater
Roothaan ook dikwijls raadpleegde, be
weerde: „Zo dikwijls ik hem zie, meen
ik een Heilige te ontmoeten".
Steeds meer Nederlanders, en vooral
Amsterdammers, verdiepen zich in het aan
God gewijde leven van hun stadgenoot,
van wie, zoals bekend, het proces tot za
ligverklaring al sinds vele laren aanhan
gig is. In 1934 werd in Amsterdam het of
ficiële bisschoppelijke proces over de drie
noodzakelijke wonderen gevoerd. Een uit
spraak van Rome is nog steeds niet ge
komen. Om nu te bewerkstelligen, dat men
in de Eeuwige Stad spoedig tot een zalig
verklaring komt. is destijds in Amsterdam
opgericht het Pater Roothaan Genoot
schap, dat is gevestigd in de pastorie van
de paters Jezuieten in „De Krijtberg", dat
nog zoveel herinneringen bewaart aan
haar vroegere Misdienaar. Pater Roothaan
werd nl. in de Laurierstraat in de Jordaan
geboren, doch zijn vorming kreeg hij van
de patera van „De Krijtberg". In zijn la
tere brieven als generaal naar huis ver
geet hij dan ook nimmer de paters en hun
kerk „Onze dierbare kerk „De Krijt
berg", waaraan zoveel herinneringen mij
binden en altijd zullen blijven binden"
met name te noemen.
Amsterdam krijgt nu Zondag 8 Mei op
pater Roothaan's sterfdag naast de gevel
steen in de woning, waar vroeger het ge
boortehuis van de „generaal" heeft ge
staan, nog een ander „monument", dat de
Heilige (zoals zijn vereerders hem nu al
noemen) en grote Nederlander eert, nl.
een copie van een borstbeeld, waarvan de
maker onbekend is en dat reeds lang in
de pastorie aanwezig is. Het is vervaardigd
naar het dodenmasker en in brons ge
goten door de firma Binder in Haarlem.
Het zal in een marmeren nis worden ge
plaatst, welke is ontworpen door architect
Switzar. De tijd om een standbeeld voor
pater Roothaan op te richten, acht men
nog niet rijp. Tegelijk met de onthulling
van het borstbeeld zullen Zondagochtend
aan de altaren in de Gesukerk te Rome,
waar pater Roothaan begraven ligt, een
zestal H.H. Missen worden opgedragen
door de bisschoppen mgr dr J. Olav Smit,
mgr P. van Lierde, sacrista van Z. H. de
Paus, mgr dr J. Damen. rector van het
Nederlands College te Rome en door pater
P. van Gestel S.J., assistent van de gene
raal der Paters Jezuieten en pater Van
der Kroft S.J. van Radio Vaticana.
Hr Ms kruiser „De Ruyter" vertrekt 9
Mei uit Den Helder voor 'n korte kruis-
reis langs enkele Britse en Franse ha
vens. Een aantal adelborsten maakt deze
reis mee.
Het schip brengt op 11 en 12 Mei een
bezoek aan Portland, verblijft van 13
tot 16 Mei te Torquay en bezoekt van 17
tot 21 Mei Bordeaux.
Op 22 Mei zal ,,De Ruyter" in de Golf
van Biscaje rendez-vous hebben met Hr
Ms onderzeeboot) ager „Holland", die op
thuisreis is na de eerste grote reis van
dit schip, welke reis rond Afrika ging.
Het is de bedoeling dat beide schepen
gezamenlijk thuisvaren. De „Holland"
zal op 26 Mei binnenlopen te Den Helder;
Hr Ms „De Ruyter" wordt op 27 Mei
aldaar verwacht.
Een personenauto, bestuurd door de
35-jarige A. C. H. uit Den Haag heeft
gisteren op de hoek van de Maartensdijk
laan en de Hengelolaan in Den Haag,
geen voorrang verleend aan een vracht
wagen, die werd bestuurd door de 51-
jarige J. R. uit Klaaswaal. Bij de aan
rijding die volgde, vloog een der por
tieren van de personenauto open, waar
door de 34-jarige G. E. L. uit Den Haag
uit de wagen werd geslingerd. Hij werd
ernstig gewond aan het hoofd en is ruim
'n uur later in het ziekenhuis overleden.
Ofschoon Prins Juan Carlos mis
schien op het punt staat koning te
worden en hij al enige tijd in Span
je vertoeft, hebben nog altijd maar
weinig Spanjaarden hem in leven
den lijve gezien en slechts zelden op
foto's. Generaal Franco, die altijd
voorzichtig en weloverwogen te werk
gaat, blijft bij zijn besluit, dat al9
Spanje zo langzamerhand van een
militaire staat -naar de monarchie
overgaat, het land hierop geleidelijk
dient te worden voorbereid. Aange
zien de monarchie vroeger uit de
gratie is geraakt, wil Franco eerst
alle elementen in het land voor zijn
plan winnen. Hij beseft terdege,
dat een plotselinge omwenteling be
paalde groepen in het harnas zou
kunnen jagen, vooral de Phalanx, die
dan openlijk in de oppositie zou
gaan.
Daarom leidt de vriendelijke, ze
ventienjarige prins van Bourbon
een teruggetrokken leven. Hij ver
toont zich niet in het openbaar, ont
vangt slechts weinig bezoekers en
zijn omgang beperkt zich tot een
kleine kring leraren, raadgevers en
jeugdige vrienden.
Zoals men weet heeft de Prins zich
op uitnodiging van Franco, naar
Spanje begeven om gedurende zes
jaar te worden opgeleid teneinde op
kosten van de staat op het koning
schap te worden voorbereid. Dit
laatste, intussen, heeft Franco wel
door zijn daden, maar nog niet met
duidelijke woorden publiek gemaakt.
Als kleinzoon van Alphonso XIII, de
laatste koning van Spanje, komt
Juan Carlos als tweede in aanmer
king na zijn vader, de verbannen
troonpretendent Don Juan die zelf
zijn kans op de troon verspeelde,
door zich in het verleden openlijk
t -gen de politiek van Franco te ver
zetten. De jonge prins woont op
het ogenblik in een prachtig paleis,
dat rijk versier-1 is met de elegante
Paseo de la Castellana Zijn tuin be
slaat een oppervlakte van een heel
huizenblok en wordt tot de schoon
ste van Madrid gerekend. Dit pa
leis diende vroeger als Amerikaanse
ambassade en is door de hertog van
Montellano aan de prins verhuurd.
Doch het Spartaanse leven van de
prins vormt een schrille tegenstel
ling met deze luxueuze omgeving.
Zijn gouverneur, de robuste zeven-
enzestigjarige beroepsofficier Carlos
Martinez Campos, heeft n.l. een zeer
strenge leefregel voor hem opge
steld. De dag van Juan Carlos wordt
verdeeld in lessen, studie, gymnas
tiek en sport. Zijn ontspanning be
perkt zich tot de wekelijkse lunch
met zijn dertienjarige broer Alfonso
en 's Zondags verlaat hij de school
voor 'n tochtje naar buiten. Er wordt
practisch niemand in het kasteel
Montellano toegelaten.
Toen de prins in Januari J.l. uit
Lissabon aankwam om z'n studie aan
te vangen begon generaal Martinez
Campos maar meteen zijn opvoe
dingsmethoden toe te passen. De
prins kreeg één uur de tijd, en geen
minuut langer, om zijn vrienden op
het station en in zijn nieuwe ver
blijf te begroeten.
Zo begon het nieuwe leven van
prins Juan Carlos. Of hij het prettig
vindt en of hij de verantwoordelijk
heid die hem te wachten staat, bij
zonder aangenaam vindt, valt niet te
zeggen.
Naar buiten laat hij in ieder ge
val nooit iets van zijn gevoelens op
dit punt blijken Toen dit uur ten
einde was, nam de generaal hem
stevig bij de arm en zei: „Hoogheid
nu moet U aan het werk!" De jonge
lange prins met zijn blonde krul
len gedraagt zich altijd hoffelijk en
is geestig. Hij schijnt van het leven
te houden. Op het ogenblik is de
studie van de prins voornamelijk op
wiskunde gericht, teneinde hem
klaar te maken voor de Militaire
Academie te Saragossa, waar hij in
September a.s. zal worden ingeschre
ven. Hij blijft daar waarschijnlijk
twee jaar en zal dan een kortere
leertijd doormaken bij de marine en
de luchtmacht. Daarna gaat hij naar
de Academie voor Schone Kunsten
de industrieschool en tenslotte naar
de mijn- en landbouwschool.
Zijn vacanties zal hij in het buiten
land doorbrengen om talen te le
ren en de rest van Europa te leren
kennen. Als hij dit zware program
ma heeft afgewerkt, zal hij gereed
zijn om de troon te bestijgen, ten
minste als hij aan Franco's verwach
tingen voldoet en deze bij zijn huidi
ge plannen blijft.
(Copyright Opera Mundi-I.N.S.
Maasbode)
COMBINEREN OP HET DAMBORD
Onder de bovenstaande titel is een dam-
boekje voor beginners en gevorderden
verschenen, dat nog geschreven is door
de enige jaren geleden overleden oud
kampioen van Nederland F. Raman. Vol
gens een mededeling van de uitgever,
de Uitgeverij Breughel te Amsterdam,
is de volledige tekst gecontroleerd door
de heer J. W. van Dartelen, de bekende
administrateur van „Het Damspel", het
officieel orgaan van de Kon. Ned. Dam-
bond. De heer van Dartelen geeft in dit
boek een „beoordeling vopraf uit de dam-
wereld" en schrijft daarin o.m.:
„Wij achten het een groot voorrecht,
dat Raman's laatste geesteskind voor het
nageslacht bewaard is gebleven en wij
zijn overtuigd, dat het werk „Combi
neren op het dambord" een belang
rijke aanwinst betekent voor ons mooie
damspel. De combinatie-mogelijkheden
zijn door Raman op de hem eigen en
geniale wijze voor het voetlicht gebracht
en zeker zullen allen, die belangstelling
hebben voor ons vernuftig schijvenspel,
genieten van de talrijke combinaties, die
Raman ons heeft voorgetoverd."
„Het is een grote verdienste van de
schrijver, dat hij o.m. vijftig verschillen
de slagsystemen, naar de uitvinders heeft
gerangschikt en op deze wijze orde heeft
gebracht in het labyrinth van slagmo
gelijkheden door het systematisch rubri
ceren hiervan."
„Er is veel, zeer veel, uit te leren en
vooral de spelers, die ons spel in de prac-
tijk beoefenen en dit is volgens een
in opdracht van het Ministerie van On
derwijs gehouden enquête 27 pet van onze
mannelijke bevolking boven 18 jaar
zullen met voldoening de uitgave van dit
interessante werk begroeten. Wanneer de
dammers zich deze unieke kans laten
ontglippen om hun geest door Raman's
geniale schepping te verrijken, is dit ze
ker niet de schuld van de auteur en van
J. W. van Dartelen."
Als men deze lofrede zo leest is het
begrijpelijk, dat men iets heel bijzonders
verwacht. Maar verre van dat. Bij de
hoofdstukken, die handelen over het spel-
reglement, de spelregels, de tempozet,
het damhalen enz. hebben wij ons afge
vraagd wie nu zo naïef kan zijn om te
veronderstellen, dat de jadarin voorko
mende fouten en incorrectheden niet zou
den worden opgemerkt. Het begint al
met de stand op het omslag. Deze is on
geveer 25 jaa, geleden verschenen in
Wassenaar's Nieuwsblad. Ik heb indertijd
samen met Vrijlandt die stand aldus ge
geven: zw. 7, 9, 12, 17 20, 24. Wit 23.
38, 34, 38, 42, 43. Wit 1. 38-32, dreigt 23-18
met schijfwinst. Zwart 24-29 gedw. 2 28-
22, 17 x 30, 3, 23 x 3 wint. De schrijver
vermeldt niet dat deze compositie op
naam staat van Vrijlandt. Hij vermeldt
bij geen enkele van zijn „toelichtende"
standen de auteursnaam, zodat de lezer
in de waan wordt gebracht, dat het alle
maal scheppingen van Raman zijn. Te
meer daar bij het „woord vooraf van
de schrijver" (door Raman dus) o.a.
wordt gezegd: „Verder biedt dit boek
voor de componisten van partijcombina
ties een ruim perspectief voor verdere
uitwerking van de door ons geboden idee-
en." In dit verband moet onmiddellijk
worden opgemerkt, dat b.v. in de reeds
door andere (zeer veel gezag hebbende)
schrijvers, zoals Springer, Herm. de
•Tongh, Barteling enz.. gepubliceerde
boekwerken alle bekende partijcombina
ties onder de loupe zijn genomen, om niet
te spreken van de grote verzameling
van „20 tegen 20 schijven" standen, die
door de heren G. L. Gortmans te Londen
en Dr K. Venema is aangelegd, waarin
thans reeds meer dan 1000 openings
combinaties ziin vastgelegd.
Raman was ontegenzeggelijk een groot
damliefhebber en een goed sDeler. maar
een groot componist was hij niet. Hij
heeft wel enige zeer mooie composities
op ziin naam staan, vooral op hef, gebied
van slagzetten, maar hij miste ten enen
male scheppingskracht. Hij was geen
creatieve geest, werkelijk nieuwe ontdek
kingen ziin schaars bij hem te zoeken.
Hij werkte grotendeels op oude ideeën,
welke hii van een nieuw kleedje voorzag.
Daarbij bezat hij geen voldoende histori
sche kennis omtrent het reeds bestaande
Hij was te goeder trouw anders zou hii
de namen van de spelers en componis
ten. die de door hem opnieuw bewerkte
Ideeën aan de damwereld schonken, on
getwijfeld hebben vermeld. De stand wel
ke hij geeft op pagina 31 als voorbeeld
voor de tempozet is b.v. evenmin van
hem, maar van de oudwereldkampioen
Herm. Hoogland. Een compositie die ve
le navolgers heeft gehad.
Wel vermeldt hij de namen van de
spelers, die de in de damliteratuur be
kende slagcombinaties veelvuldig hebben
toegepast en/of ontdekt. Maar daarnaast
geeft hij even bekende slagzetten bena
mingen, waarvan men nog nimmer heeft
gehoord. Dit gedeelte van zijn boek voor
komende op de pagina's 43 t.m. 92 is
niettemin voor vele beginnende spelers
ongetwijfeld zeer leerzaam. De daarna
nog volgende twee openingscombinaties
zijn op zichzelf zeer interessant, maar
de spelgangen, die hij né het uitvoeren
van die slagzetten laat volgen zijn vol
komen ongerijmd. Om maar tot het voor
af bepaalde eindspel te kunnen komen
laat hij wit zowel als zwart onlogische
zetten doen. Dat is geen strategie meer,
dat is geen combineren meer, dat is.,
kolder! Zeker is het géén: „uniek
staaltje van de kunst van het combine
ren!", zoals zijn slotzin luidt.
Wanneer men overigens een studieboek
over een of ander onderdeel van het dam
spel schrijft dan is dat iets heel anders
dan af en toe een stand publiceren.
Leerboeken schrijven is een kunst op
zichzelf. Die kunst heeft Raman nooit ge
leerd, ook zijn vorige boekjes bewijzen
dit.
Het spijt mij, dat ik zo'n hard oordeel
moet geven. Raman was een verdienste
lijk speler en voor het damspel had hij
een grote liefde, maar een instructeur
was hij niet. Betrekkelijk eenvoudige
standen behandelt hij absoluut foutief.
Men zou er dus verkeerd door leren dam
men. In de volgende rubriek zal ik daar
van een paar voorbeelden geven. Dan zal
ik volstaan met de voorbeelden te bespre
ken die op de pagina's 9, 25, 31 33 en 35
van zijn boek voorkomen.
VOOR ONZE LADDERWEDSTRIJD
No. 3109 No. 3110
Max Douwes, C. J. Koree,
Hilversum Leiden
W w ft W
Stand: Zw. 1014,
17—20, 22, 24, 36.
Wit 23, 27—39,
31—33, 35, 37, 39,
43, 48. Wit speelt
en wint. 11e publ.l
No. 3111
A. v. d. Elzen,
Rosmalen (N.B.)
Stand: Zw. 7—10,
16, 28, 39. Wit 18,
21, 25, 26, 30, 41, 49.
Wit 6peelt en wint.
No. 3112
G. v. d. Linde,
Zutphen
Stand: Zw. 1, 6, 7, Stand: Zw. 1, 9,
17, 18, 23, 25, 26, 28. 12—14, 17, 19, 26, 29,
Wit 24, 29, 31, 34, 33, 36. Wit 16, 20, 21,
35, 39, 42, 44, 48. 27, 37, 41, 42, 45,
Wit speelt en wint. 47, 48, 50. Wit speelt
(le publicatie). en wint. (Ie publ.)
De oplossingen van deze vier vraagstuk
ken worden gaarne tot uiterlijk 18 Mei
'tegemoetgezien aan het boven deze
rubriek vermelde adres.
RECTIFICATIE
In diagram no. 3105, gepubliceerd in de
vorige rubriek, behoort de zwarte scjiijf
12 op 17 te staan, zoals ook uit de daaron
der opgenomen cijferstand blijkt. De op
lossing van dit vraagstuk kan, tegelijk met
die van de nos- 3106 t'm 3108 en die van
deze week, tot a.s. 18 Mei worden inge
zonden.
Schaakredacteur: P. A. KOETSHEID,
Huize Sint Bernardus, Sassenheim.
(Zaterdag 7 Mei).
In beide tweezetten heeft de witte ko
ning een belangrijke rol in de oplossing te
vervullen. No. 7265 kan men indelen bij
de Merediths-groep. Problemen met
goede inhoud en daarbij met beperkt ma
teriaal uitgevoerd, vallen bij een ieder
in de smaak.
De oplossingen van 7265 en 7266 plaat
sen we reeds over twee weken; daarom
verzoeken we de inzending hiervan ons
vóór Woensdag 18 Mei te doen toekomen.
No. 7265
L. TUHAN-BARANOWSKI f
2de prijs Schweizer Arbeitersehach 1953
Mat in twee zetten
No. 7266
H. ZUK
le eervolle vermelding Springaren 1954
Mat in twee zetten
'///W/4
PROBLEEMOPLOSSINGEN
No. 7259. C. Groeneveld. 1. Del—gl enz.
No. 7260. J. K. Blom. 1. Tc3—a3. 1
Ke5; 2. Ta4:! Kf4; 3. Dd6:tt; 1Ra3;
2. Dc3ft. R anders 2. Ta4:f enz.
Er zijn nogal enige onjuiste oplossingen
binnengekomen, zoals 1. Dc7 en 1. Dc8
met een directe matdreiging, doch hierna
volgt: 1Ke5, om over f4 een goed
heenkomen te zoeken. Verhindert wit dit
door de dame naar de f-lijn te brengen
dan volgt d5—d4! en er is geen mat. Ook
na 1. Kh7: of Kg7 is zwarts antwoord Ke5
Schijnbaar simpel toch nog lastig.
Beide problemen werden goed opgelost
door: P. M. Dekker, Rotterdam; dr A.
Hoynck van Papendrecht, Bergeyk; a. C.
Hoyng, Veghel; F. Pijls, Maasbracht; C.
v. d. Weide, Rotterdam.
No. 7259 door: A. C. v. Arnhem, Rotter
dam; J. Baars, Rotterdam; P. Baas, Lutje
broek; J. K. Blom, Rotterdam; dr R.
Bromberg, Roermond; J. Dickhaut, Nij
megen; H. Th. v. Goor, Voorburg; W. H.
Haring, Schipluiden; P. v. d. Heijden,
Budelschoot; M. E. Nordlohne, Leiden.
KOETSHEID JUBILEUMTOURNOOI
Naar flanleiding van de correspondentie,
welke ontvangen werd na de publicatie
van het jury-rapport, dient één wijziging
gebracht te worden in de uitslag van het
tournooi. De heer Nanning vestigde onze
aandacht op het feit, dat zijn probleem
no. 7125 verwantschap toont met andere
bewerkingen van hetzelfde idee, die eer
der door hem waren gepubliceerd. Alhoe
wel hier van anticipatie in engere zin
natuurlijk geen sprake kan zijn, zouden
wij het probleem onder deze omstandig
heden toch niet een eerste prijs, doch een
lagere onderscheiding hebben toegekend.
De heer Nanning heeft echter verzocht
zijn probleem geheel uit de wedstrijd te
rug te trekken, aan welk verzoek is vol
daan.
De definitieve uitslag wordt nu:
le Prijs no. 7213, E. Visserman.
2e Prijs no. 7216, J. J. Rietveld.
3e Prijs no. 7116, J. J. P. A. Seilberger.
Extra pries no. 7167, J. Buchwald.
le Eervolle vermelding no. 7191, J. J.
Rietveld.
2e Eervolle vermelding no. 7209, A. P.
Eerkes.
3e Eervolle vermelding no. 7160. P.
Overkamp.
le Bijzondere vermelding no. 7183, E. A.
Wirtanen.
2e Bijzondere vermelding no. 7211, lr I.
Mikan.
3e Bijzondere vermelding no. 7197, J. K.
Blom.
4e Bijzondere vermelding no. 7145, mr
J. Albarda.
\ax johcU/IB 'mvi quo
Onze-courant berichtte vorige week:
Als besluit van een novené (30 April8 Mei) voor de spoedige
zaligverklaring van pater Jan Philip Roothaan S.J., zal deken v. ~d.
Burg de 8ste Mei in de pastorie van de Krijtberg een bronzen borst
beeld onthullen van deze grote Amsterdammer.
Mrm
Het graf van pater Roothaan te Rome.
Op geregelde tijden mag In de Krijt
berg openbaar gebeden worden voor
de zaligverklaring van pater Roothaan
Hij is in deze kerk misdienaar ge
weest.
Volgens Dr J. Wap is dit woord
onjuist; er moet méér bij: „Een Ne
derlander van onbeschrijfelijk groot
talent. Maar wiens deugd en gods
vrucht, wiens vriendelijke geaardheid
en minzaam-nederige omgang die grote
talenten nog verre overtroffen".
En verder?
Professor David van Lennep, leraar
aan de toenmalige Amsterdamse „ho
geschool" oordeelde over zijn begaaf
de leerling als volgt:
„Gedurende vier jaar is J. Ph. Root
haan leerling geweest aan ons Athe
neum. Wij zien dien veelgeliefden leer
ling slechts met weerzin uit ons mid
den heengaan. Nooit heb ik een jonge
ling ontmoet met een grooter plichts
besef, braafheid, menschlievendheid en
zachtmoedigheid bedeeld en kan mij
die ook niet voorstellen".
Ons dunkt: in deze uitspieken lig
gen alle waarborgen voor de stel
ling: „een grote Amsterdammer".
En zo bevindt zich dan het proces
der zaligverklaring vóór de voltooiing.
Pater Roothaan S.J.
Pater Roothaan was dus lid van
de Orde der Jezuïeten. Die strijdbare
orde, wel genoemd het voorste legioen
der H. Kerk, had het in het laatst
der achttiende eeuw erg moeilijk. Van
alle kanten werd zij in haar verheven
taak gedwarsboomd. De Vorstenho
ven der Bourbons dreigden met een
scheuring als Paus Clemens de Veer
tiende haar zou laten voortbestaan, 'n
man van gezag heeft over dit alles ge
zegd: „Welke ook de zwakheden en
fouten van de Sociëteit geweest mogen
zijn, zeker werd ze ook het slachtof
fer van een met de geraffineerdste
middelen gevoerde laster-campagne.
Houdt men rekening met de toestand
en de macht der openbare mening in
die tijd, dan kan men het begrijpen dat
de Paus besloot tot opheffing dezer
Orde, die eerder een rem voor de
activiteit der Kerk scheen te zijn dan
een impuls" (Prof. G. Castella).
Z.E. Kardinaal de Jong stelt: ,De
felle bestrijding en opheffing strekken
de Orde meer tot eer dan tot schande"
De opheffing vond plaats in 1773.
Jan Philip Roothaan kon dus hier
te lande niet in de Orde treden. Hij
werd novice in het noviciaat der Rus
sische paters Jezuïeten te Dünaburg.
Dünaburg ligt aan de benedenloop van
de rivier de Duna, welke bij Dünamün-
de de Golf van Riga bereikt. De 3e
Juli 1806 legde hij de eerste geloften
af. Om de zielen te helpen zou hij ,.Co-
mo noble caballero de Crlsto" worden.
„als een edel ridder voor Christus".
Zij het., in ballingschap.
„Na de opheffing in 1773 was de
Sociëteit alleen in Wit-Rusland blijven
bestaan". (P. Albers S.J.)
De 27e Januari 1812 volgde de pries
terwijding; de 2e Februari droeg Pa-
te, Roothaan zijn eerste H. Mis op
voor de zielerust van zijn overleden
moeder.
In zekere zin kwam er aan harde
ballingschap een einde. Want., de So
ciëteit van- Jesus werd door Rome
hersteld. Hersteld niet wederom on
gericht!! Want., zij werd nimmer ge
heel opgeheven. Paus Pius VII vaar
digde de belangrijke bulle uit, die de
strijdbare Orde voor heel de wereld
plechtig restaureerde (7 Aug. 1814). Het
deelnemen aan de Missie-arbeid werd
verplichtend gesteld. De nieuwe Je
zuïeten bleken waardige opvolger, van
hun beroemde voorgangers. In het
begin der twintigste eeuw leverde al
leen reeds de Sociëteit van Jesus bij
na vierduizend missionarissen.
Pater Roothaan bleef voorlopig het
missie-veld van Rusland bearbeiden.
Catharina II „verlichte despote" en
haar opvolger Czaar Paulus I waren
de Jezuïeten gunstig gezind. Onder
Alexander I verliep alles aanvankelijk
ook nog redelijk. Maar deze rusteloze,
verbitterde en ongelukkige Vorst ging
allengs meer op in de orthodoxe gods
dienst. In 1820 volgde het keizerlijk
bevel, dat de Jezuïeten hun tweede
vaderland moesten verlaten. Onder
weg leden Pater Roothaan en d„ zij
nen bijna schipbreuk op de rivier de
Pripet. Eerst na een moeilijke reis be
reikte de onversaagde Jezuïet Zwit
serland
De 9e Juli 1829 werd hij tot Gene
raal zijner Orde gekozen dus: tot op
volger van de H. Ignatius; hij was
toen pas 44 jaar oud wel een hele
uitverkiezing.
Hij bevorderde onderwijs missie en
het inwendig leven. Hoeveei beledigin
gen. valse getuigenissen, onrecht en
laster had de Sociëteit niet moeten
verduren in de laatste tientallen jaren?
Maar Pater Roothaan achtte qez'e din
gen të behoren tot het aardse front;
hij verdroeg ze met 'n wijs geduld, het
oog gericht op de gemeenschappelijke
zegepraal. Onder zijn doelmatige lei
ding won de Sociëteit in aanzien naar
binnen en naar buiten. Zuidelijke lan.
den ais Frankrijk en Italië vergrepen
zich aan haar leden; uit Portugal en
Zwitserland moesten zij verdwijnen
in dit laatste land komt het vraag
stuk hunner terugkeer binnenkort
weer aan de orde.
Pater Roothaan moest in 1848 zeirs
als balling de Eeuwige Stad verlaten.
Hij deelde dat lot met Paus Piu, IX,
die wijkend voor vijandelijk militair
geweld en als eenvoudig priester
verkleed de vlucht nam naar Gaëta
Y;°?r horte tijd. Pater Roothaan maakte
?P xPPeZe «weilUte maanden ten nut
te door overal de leden der Sociëteit
ken o.a. te Amsterdam en to
Rotterdam. Een keer weer te Rome
terug wijdde hij zich aan het centrale
bestuur der Orde.
Reeds na enkele jaren traden licha
melijke smarten op, die Pater Root
haan de bewustheid schonken zonder
vagevuur naar de hemel te gaan.
Onder het uiten van het schietgebed
„Ziel van Christus, heilig mij" ontsliep
hii de 8e Mei 1853 in de Heer. „Reeds
nu mag ieder vol vertrouwen zijn toe.
vlucht nemen tot deze eerbiedwaar
dige dienaar Gods, die ziin goedheid
thans zonder mate kan uitleven" ver
zekert Pater J. Beuns S.J.
De hoofdkerk der p. Jesuïeten te
Rome is „II Gèsu", de Jesuskerk, Het
is we) een der mooiste kerken van de
hele wereld. Er bevindt zich een re
liek van St. Franciscus van Xaverlus,
de H. Ignatius heeft er zijn altaar.
Maar: de Gèsu is ook de laatste
rustplaats van Generaals der Jezuïe
tenorde.
Hier werd dan ook het stoffelijk
overschot van P. J. Ph. Roothaan be
graven wiens devies luidde: „Krachtig
en zacht" en wiens levensregel
vervat ligt in de korte spreuk „Over
win u zeiven".
Acht kruisjes van boven naar be-
nedfjn zijn zó in te vullen, dat er
ee<n gemeente in Z. Holland ontstaat-
1. Afkorting van een hoofdstreek
van het kompas tegenover het Noor
den.
2. Deze naam dragen in het zuiden
vier a vijf kleine beken.
3. Denis een historische stad
op het eiland Voorne.
4. Gemeente in N.-Brabant welker
naam er duidelijk aan herinnert, «ft
hier van ouds een Gelderse heerluK"
heid lag.
In de buurt van een moddersloot
hadden vader en moeder Rat een hol
gegraven. Daar woonden zij met hun
tweeën en met hun zoontje Ring-
staart. Als ze gingen wandelen mocht
Ringstaartje gewoonlijk mee. Maar
vandaag niet. Vandaag moest hij thuis
blijven. „Ringstaart. we moeten op
bezoek In de stad. Daar wonen heel
veel katten. Je bent nog veel te klein
om het van die nare dieren te kun
nen winnen.
Je blijft dus thuis en wacht
tot we terugkomen".
„Goed moeder, antwoordde Ring
staartje. Maar eigenlijk vond hij het
maar een saaie boel. Allee., thuis. Niks
an. Zijn ouders waren nog maar net
weg toen er geklopt werd.
„Binnen' riep het ratje. Hijgend en
blazend wipte een dikke bezoeker naar
binnen. Kwak, de kikvors.
Wel, wel, Ringstaartje. Allien
thuis? Saaie boel, hoor. Ga je met nou
mee?
Mijn vrouw bakt vanmiddag r®0.™"
oliebollen en ze doet er zonneschil
suiker op. Heerlijk!
Het ratje was erg dom. HetnHPbol-
niet, dat je onder water $e?nAai zplfq
len kunt bakken. Ook met dat zeits
zonneschijn-suiker in water -eit.
antwoordde: Ik ga met je K™ak.
En moeder had nog zo S - n-
nen blijven!
De dikke kikker ?pr0"s naa,r de
moddersloot. HU £acdhN wei™aiL°n-
der water hap jfc n:et Jdioot
lekker op. Maar «uets me. hen.
„Bijt je maar vast in mijn p0ot,
Ringstaartje, dan men we samen
een duik hf r *ediepte. Daar woon
ik. Het j Kwak n ai Vast in de
kikkerpoot. Kwak nam een sprong.
Hap! deed een reiger. <jle aj
de Ioer,n zifn i|?i' De dikke kikker
kwam in zijn lange snavel terecht
toen'de^éteer'bn h6'e (uchtreis. Net
zUn konic kp een paar keer over
te hooi t» Fn kwam in het zach-
zeer Ma» Het deed wel even
Eri 7nd^r'j gebroken was er niets!
staart a^s hij hon rende Ring-
kwarl c"aar huis- Hijgend en puffend
aan u eraan. Zijn ouders waren al
"et zoeken. Ze luisterden naar het
haal en voor straf mocht Ring-
taartje de volgende morgen lekker
met opblijven.
Legt U eens de volgende kaartcombi-
natie op tafel uit:
V.4,3
A,B,8,7
Vrgagt U eens aan een speler: „Hoe
moet deze kleur aangespeeld worden,
waarbij je mag aannemen, dat Noord of
Zuid aan slag is". De minder goede brid-
gespeler zal vrij snel met een antwoord
klaar staan en vermoedelijk zal hij Noord
de Vrouw willen laten voorspelen; een
iets minder slecht antwoord is om uit
Noord de 3 voor te spelen. De goede
bridgespeler zal Uw vraag met een we
dervraag beantwoorden: „Hoeveel slagen
moeten ZN maken en mag men van slag
af of mag men niet van slag af?"
Inderdaad moet deze vraag gesteld wor
den, alvorens men tot het geven van een
antwoord kan overgaan. Wij zullen de
diverse gevallen afzonderlijk beschouwen,
waarbij wij aannemen dat NZ voldoende
rentrees hebben.
A. Indien NZ alle 4 de slagen moeten
maken is een bijzonder gelukkig zitsel
vereist. Slechts als West de 10 of de 9
sec heeft, dan wel 10-9 sec kan Zuid alle
4 de slagen maken door uit Noord de
Vrouw voor te spelen. Bij Oost zal ver
moedelijk de heer gespeeld worden en
als de 10 of de 9 bij West valt, moet nog
getaxeerd worden of West 10-9 sec heeft,
dan wel een singleton.
B. Moeten NZ 3 slagen maken zonder
dat zij van slag af mogen, ook dan is
Zuid op gelukkige verdelingen aangewe
zen. Behalve de verdelingen die onder
A genoemd werden komen nog in aan
merking de heer sec bij West of Oost,
dan wel de Heer-tweede bij Oost. Uiter
aard is de kans op H-met een kleinere
kaart veel groter dan de °P de
Heer sec bij West. Zuid moet daarom als
volgt spelen: Uit Noord de 3 voorspelen
en als Oost klein bijspeelt, snijden met
de Bper. Hierna wordt het Aas nage
speeld en als West zo vriendelijk is ge_
weest de Heer bij te (moeten) spelen, is
aan de opdracht voldaan.
C. Verreweg het interessantst is het
geval, waarin NZ wel van slag mogen.
De kansen op het maken van 3 slagen
zijn groot, alhoewel Zuid zorgvuldig ma
noeuvreren moet om te slagen.
Bij elke 3:3 verdeling der O W-kaarten
is er geen probleem Hoofdzakelijk als
de OW-kaarten 4:2 zitten is het geval wat
moeilijker. Een blunder is het voorspelen
van de v.rouw. Heeft Oost de Heer sec
of n?et 5!vtkllHnevkaart (niet de 9 of
10) dan dekt hij, Zuid neemt het Aas.
speelt de Boer na en verliest nog twee
slagen aan West.
Het voorspelen van de 3 of 4 uit Noord
en snijden met de Boer is ook minder
gf» als West nu de Heer-twee-
de heeft verliest Zuid twee slagen in die
kleur - en kan er dus geen drie maken.
?e„°?rireC sPee'wijze is gebaseerd op
techniek en kaarttaxatie. Zuid moet be
ginnen rrief Aas voor te spelen en te zien
wat er valt; komt e,r bij West de 9 of 10,
dan spele Zuid de 7 na. Moet West daar-
10 dan wel de Heer gooien, I
h zijn de 3 slagen zeker.
Valt onder het Aas de 9 of de 10 bij
u°st, dan moet Noord in een andere kleur
aan slag gebracht worden en daarna moet
uit Noord een kleine kaart gespeeld wor
den. Komt nu de 9, 10 of Heer bij Oost,
ook dan is succes verzekerd.
Valt onder het Aas zowel bij West als
bij Oost een kleine kaart, dan moet Zuid
de 7 naspelen. Komt nu de 9 of 10 bij
West^ dan wordt de Vrouw gespeeld en
als Oost met de Heer neemt, moet later
uit Noord de 4 gespeeld worden; hierna
moet Zuid taxeren of hij zal snijden of
zal „slaan Spel- en biedverloop moe
ten hem daarbij als leidraad dienen. Heeft
West b.v. een andere kleur twee malen
geboden, dan ls het waarschijnlijk dat
West in onze belangrijke kleur kort is.
Vermoed Zuid dat Oost H-tweede had,
dan moet later uit Noord de 4 gespeeld
worden.
Wij hebben bij dit geval vrij lang stil
gestaan om de bridgers eens een indruk
te geven van wat er in bridge allemaal
mogelijk is. In de speeltechniek kent men
vele honderden van dit soort figuren
en de meesterspeler zal ze allemaal
moeten beheersen of aan de tafel mi -
maar niemand zal ook durven bewc>„
dat bridge een eenvoudig spel is.
MIMIR. I
5. Van de 10e eeuw tot 1581 een
graafschap; in 1840 gespliLt in N. en
6. Bij eb geheel of gedeeltelijk
droogvallende zandplaat ln de Wadden
zee.
7. Bouwland rondom een dorp of
gehucht in Drente, omringd door hei
de, ervan gescheiden door akkermaals
hout.
8. Op nummerborden van Nederl.
auto's aanduidende de provincie Drente
t,.Oudtijds")!
Oplossing volgende keer.
De meeste ooievaarts In Fries-
Iand os oninRen. In 1950
nn V, en een 200 jonge
ren Gronin leeuwendeel bin
nen Groningen en Drenthe.
neïtraaf'litre °ifbeheer"' J- M' Kem"
enkele aanvnn ht' is 20 vriendelijk ons
zenden naarU"e"d.e..bijzonderheden te
over het ten.Jïi k "g van„onfs stukl®
ooievaar» teru§lopen van het aantal
een nnlf 'n Nederland. Het betreft
enquête) °*k over 1950; een nieuwe
Het nu aan de gang.
„onruJhPpor]„noemt de 1chteruitgang
de „„Parend In de 19e eeuw was
er Langbeen hier een zeer al-
*=mene broedvogel. Thans komt hij in
"e Provincies Zeeland N. Holland
en Limburg zo goed als niet meer
voor. Evenmin op de Waddeh-eilan-
aen. Het sterkst zijn die trekvogels ver
tegenwoordigd in het N.O. van ons land
met name in Friesland en Groningen.
De toekomst wordt „rather precarious'
genoemd, dus: „tamelijk zorgwekkend.
Jammer, want „clconia ciconia" deed
het altijd monumentaal boven onze
weidelanden.
Het onderzoek noemt palen en bo
men als meest voorkomende neststan
den; een enkele keer een schoorsteen
of n dak. In 1950 leverden 85 nes
ten een 200 Jonge vogels op. het leeu
wendeel binnen Groningen en Dren
the. Alles verliep nu niet bepaald vol
gens de eis. Achtereenvolgens lezen
W€
Te Veendam: 4 eieren door de ou.
gezand' 2 Vo' geworpen. Te Hoo-
«waaid T„ n °m.men: nestboom om-
nest veón^L) het le broedsel uit het
?n' ™gu. na een stortbui. Te G.:
s V€Chtpartij met andere ooievaars
m»„„Pf-leren uitgeworpen. Te D.: het
hifu^, e en 3 halfwas-jon»en door de
bliksem getroffen. Te H.: eieren uit
Vt n geroofd door kraaien en ek
sters. Te E.: een jong bij het uit
vliegen door een hond doodgebeten,
ie B.: terwijl het mannetje op 5 eie
ren broedde werd het door de bliksem
getroffen. Enz. enz.
Zo blijken ook de ooievaars hun
zorgen te hebben.
Auto's, karren, tilbury's voer_
tuigen. Plaatsen we nn h X wnnrrt
hHPede°dCrlë Lnn„dit r«1^'dan hoort dat
bu ae drie andere niet thuis iia»*
dere hoort!' °iet b« de drie an"
deauxA-Xm0U- Madrid Bor-
luiienKanPt!t&nll k0l0"el maJoor
4 K^y. Mars - Aarde - Sirius
geiten. P8arden slapen -
5 Stoize Wéry Dr. W. Dreeg
t> Gr°Pte-
rnm„ribrandt' Frans Ha:s Klaas
Compaen - jan Steen.
huismuizen- m°"en spitsmuizeu
8. Zwarte rat bruine rat ham-
®t6r eekhoorn.
9. Slechtvalk sperwer koekoek
steenuil,
10. Hazelv i-, gewone hagedis
gewone ringslag.
Oplossing volgande keer.