P ater Roothaan krij gt borstbeeld in Amsterdamse pastorie De monarch, die Franco in petto heeft JS IB w.v w.v ww» Complicaties bij het snijden Prins Juan Carlos ir DAMMEN I'Iw, SCHAKEN m W 8 Mei 1853 PATER ROOTHAAN S.J. STERFT TE ROME HET GRABBELTONNETJE Brid ge-Rubriek s ii«Tttbsr ï°z Ook „Rome" bidt voor spoedige zalig verklaring i m ÉJm Landkaart-puzzle (Nederland) X „de achteruitgang van de ooievaar" Schrap doorwat er niet bij hoort ZATERDAG 7 MEI 1955 PAGINA „DE RUYTER" OP KRUISREIS MET ADELBORSTEN Samen met de Hollandterug UIT AUTO GESLINGERD EN GEDOOD Spartaanse opvoeding Wêmm m m m m m PiW/i i** "n 'm 'm m i jmi w m m •oW oKo m m Hsra m m. e m m «l cs, m m.*, m JJJ/J 'o, a'm m 'c b es n m '<o Wé m ÜP. mm lAAN Grote Amsterdammer In ballingschap Moeilijke jaren De missie in Rusland De Generaal II Gèsu CORRESPONDENTIE-A DRES POSTBUS 8, HILVERSUM 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. X X X X X X X ?0eg e?buUeTtaartje "raan slak Nadere gegevens over (Van onze Amsterdamse redactie) Zoals wij reeds In het kort berichtten, zal Zondagochtend a.s. door de deken van Amsterdam, mgr G. P. J. van der Burg, In de benedengang van de pastorie van „De Krijtberg" aan het Singel een borst beeld worden onthuld van „Nederlands grootste generaal" pater Jan Philip Roothaan, de Amsterdamse jongen, die generaal werd van de Jezuïetenorde, waarvan hij ook wel de tweede stichter wordt genoemd, omdat hij het is geweest, die deze congregatie in de moeilijke jaren van 1829 tot 1853 bestuurde. Toen pater Roothaan op zijn sterfbed lag heeft Z. H. Paus Pius IX van hem gezegd: „We gaan een Heilige verliezen" en een andere Paus, nl Gregorius XVI, die pater Roothaan ook dikwijls raadpleegde, be weerde: „Zo dikwijls ik hem zie, meen ik een Heilige te ontmoeten". Steeds meer Nederlanders, en vooral Amsterdammers, verdiepen zich in het aan God gewijde leven van hun stadgenoot, van wie, zoals bekend, het proces tot za ligverklaring al sinds vele laren aanhan gig is. In 1934 werd in Amsterdam het of ficiële bisschoppelijke proces over de drie noodzakelijke wonderen gevoerd. Een uit spraak van Rome is nog steeds niet ge komen. Om nu te bewerkstelligen, dat men in de Eeuwige Stad spoedig tot een zalig verklaring komt. is destijds in Amsterdam opgericht het Pater Roothaan Genoot schap, dat is gevestigd in de pastorie van de paters Jezuieten in „De Krijtberg", dat nog zoveel herinneringen bewaart aan haar vroegere Misdienaar. Pater Roothaan werd nl. in de Laurierstraat in de Jordaan geboren, doch zijn vorming kreeg hij van de patera van „De Krijtberg". In zijn la tere brieven als generaal naar huis ver geet hij dan ook nimmer de paters en hun kerk „Onze dierbare kerk „De Krijt berg", waaraan zoveel herinneringen mij binden en altijd zullen blijven binden" met name te noemen. Amsterdam krijgt nu Zondag 8 Mei op pater Roothaan's sterfdag naast de gevel steen in de woning, waar vroeger het ge boortehuis van de „generaal" heeft ge staan, nog een ander „monument", dat de Heilige (zoals zijn vereerders hem nu al noemen) en grote Nederlander eert, nl. een copie van een borstbeeld, waarvan de maker onbekend is en dat reeds lang in de pastorie aanwezig is. Het is vervaardigd naar het dodenmasker en in brons ge goten door de firma Binder in Haarlem. Het zal in een marmeren nis worden ge plaatst, welke is ontworpen door architect Switzar. De tijd om een standbeeld voor pater Roothaan op te richten, acht men nog niet rijp. Tegelijk met de onthulling van het borstbeeld zullen Zondagochtend aan de altaren in de Gesukerk te Rome, waar pater Roothaan begraven ligt, een zestal H.H. Missen worden opgedragen door de bisschoppen mgr dr J. Olav Smit, mgr P. van Lierde, sacrista van Z. H. de Paus, mgr dr J. Damen. rector van het Nederlands College te Rome en door pater P. van Gestel S.J., assistent van de gene raal der Paters Jezuieten en pater Van der Kroft S.J. van Radio Vaticana. Hr Ms kruiser „De Ruyter" vertrekt 9 Mei uit Den Helder voor 'n korte kruis- reis langs enkele Britse en Franse ha vens. Een aantal adelborsten maakt deze reis mee. Het schip brengt op 11 en 12 Mei een bezoek aan Portland, verblijft van 13 tot 16 Mei te Torquay en bezoekt van 17 tot 21 Mei Bordeaux. Op 22 Mei zal ,,De Ruyter" in de Golf van Biscaje rendez-vous hebben met Hr Ms onderzeeboot) ager „Holland", die op thuisreis is na de eerste grote reis van dit schip, welke reis rond Afrika ging. Het is de bedoeling dat beide schepen gezamenlijk thuisvaren. De „Holland" zal op 26 Mei binnenlopen te Den Helder; Hr Ms „De Ruyter" wordt op 27 Mei aldaar verwacht. Een personenauto, bestuurd door de 35-jarige A. C. H. uit Den Haag heeft gisteren op de hoek van de Maartensdijk laan en de Hengelolaan in Den Haag, geen voorrang verleend aan een vracht wagen, die werd bestuurd door de 51- jarige J. R. uit Klaaswaal. Bij de aan rijding die volgde, vloog een der por tieren van de personenauto open, waar door de 34-jarige G. E. L. uit Den Haag uit de wagen werd geslingerd. Hij werd ernstig gewond aan het hoofd en is ruim 'n uur later in het ziekenhuis overleden. Ofschoon Prins Juan Carlos mis schien op het punt staat koning te worden en hij al enige tijd in Span je vertoeft, hebben nog altijd maar weinig Spanjaarden hem in leven den lijve gezien en slechts zelden op foto's. Generaal Franco, die altijd voorzichtig en weloverwogen te werk gaat, blijft bij zijn besluit, dat al9 Spanje zo langzamerhand van een militaire staat -naar de monarchie overgaat, het land hierop geleidelijk dient te worden voorbereid. Aange zien de monarchie vroeger uit de gratie is geraakt, wil Franco eerst alle elementen in het land voor zijn plan winnen. Hij beseft terdege, dat een plotselinge omwenteling be paalde groepen in het harnas zou kunnen jagen, vooral de Phalanx, die dan openlijk in de oppositie zou gaan. Daarom leidt de vriendelijke, ze ventienjarige prins van Bourbon een teruggetrokken leven. Hij ver toont zich niet in het openbaar, ont vangt slechts weinig bezoekers en zijn omgang beperkt zich tot een kleine kring leraren, raadgevers en jeugdige vrienden. Zoals men weet heeft de Prins zich op uitnodiging van Franco, naar Spanje begeven om gedurende zes jaar te worden opgeleid teneinde op kosten van de staat op het koning schap te worden voorbereid. Dit laatste, intussen, heeft Franco wel door zijn daden, maar nog niet met duidelijke woorden publiek gemaakt. Als kleinzoon van Alphonso XIII, de laatste koning van Spanje, komt Juan Carlos als tweede in aanmer king na zijn vader, de verbannen troonpretendent Don Juan die zelf zijn kans op de troon verspeelde, door zich in het verleden openlijk t -gen de politiek van Franco te ver zetten. De jonge prins woont op het ogenblik in een prachtig paleis, dat rijk versier-1 is met de elegante Paseo de la Castellana Zijn tuin be slaat een oppervlakte van een heel huizenblok en wordt tot de schoon ste van Madrid gerekend. Dit pa leis diende vroeger als Amerikaanse ambassade en is door de hertog van Montellano aan de prins verhuurd. Doch het Spartaanse leven van de prins vormt een schrille tegenstel ling met deze luxueuze omgeving. Zijn gouverneur, de robuste zeven- enzestigjarige beroepsofficier Carlos Martinez Campos, heeft n.l. een zeer strenge leefregel voor hem opge steld. De dag van Juan Carlos wordt verdeeld in lessen, studie, gymnas tiek en sport. Zijn ontspanning be perkt zich tot de wekelijkse lunch met zijn dertienjarige broer Alfonso en 's Zondags verlaat hij de school voor 'n tochtje naar buiten. Er wordt practisch niemand in het kasteel Montellano toegelaten. Toen de prins in Januari J.l. uit Lissabon aankwam om z'n studie aan te vangen begon generaal Martinez Campos maar meteen zijn opvoe dingsmethoden toe te passen. De prins kreeg één uur de tijd, en geen minuut langer, om zijn vrienden op het station en in zijn nieuwe ver blijf te begroeten. Zo begon het nieuwe leven van prins Juan Carlos. Of hij het prettig vindt en of hij de verantwoordelijk heid die hem te wachten staat, bij zonder aangenaam vindt, valt niet te zeggen. Naar buiten laat hij in ieder ge val nooit iets van zijn gevoelens op dit punt blijken Toen dit uur ten einde was, nam de generaal hem stevig bij de arm en zei: „Hoogheid nu moet U aan het werk!" De jonge lange prins met zijn blonde krul len gedraagt zich altijd hoffelijk en is geestig. Hij schijnt van het leven te houden. Op het ogenblik is de studie van de prins voornamelijk op wiskunde gericht, teneinde hem klaar te maken voor de Militaire Academie te Saragossa, waar hij in September a.s. zal worden ingeschre ven. Hij blijft daar waarschijnlijk twee jaar en zal dan een kortere leertijd doormaken bij de marine en de luchtmacht. Daarna gaat hij naar de Academie voor Schone Kunsten de industrieschool en tenslotte naar de mijn- en landbouwschool. Zijn vacanties zal hij in het buiten land doorbrengen om talen te le ren en de rest van Europa te leren kennen. Als hij dit zware program ma heeft afgewerkt, zal hij gereed zijn om de troon te bestijgen, ten minste als hij aan Franco's verwach tingen voldoet en deze bij zijn huidi ge plannen blijft. (Copyright Opera Mundi-I.N.S. Maasbode) COMBINEREN OP HET DAMBORD Onder de bovenstaande titel is een dam- boekje voor beginners en gevorderden verschenen, dat nog geschreven is door de enige jaren geleden overleden oud kampioen van Nederland F. Raman. Vol gens een mededeling van de uitgever, de Uitgeverij Breughel te Amsterdam, is de volledige tekst gecontroleerd door de heer J. W. van Dartelen, de bekende administrateur van „Het Damspel", het officieel orgaan van de Kon. Ned. Dam- bond. De heer van Dartelen geeft in dit boek een „beoordeling vopraf uit de dam- wereld" en schrijft daarin o.m.: „Wij achten het een groot voorrecht, dat Raman's laatste geesteskind voor het nageslacht bewaard is gebleven en wij zijn overtuigd, dat het werk „Combi neren op het dambord" een belang rijke aanwinst betekent voor ons mooie damspel. De combinatie-mogelijkheden zijn door Raman op de hem eigen en geniale wijze voor het voetlicht gebracht en zeker zullen allen, die belangstelling hebben voor ons vernuftig schijvenspel, genieten van de talrijke combinaties, die Raman ons heeft voorgetoverd." „Het is een grote verdienste van de schrijver, dat hij o.m. vijftig verschillen de slagsystemen, naar de uitvinders heeft gerangschikt en op deze wijze orde heeft gebracht in het labyrinth van slagmo gelijkheden door het systematisch rubri ceren hiervan." „Er is veel, zeer veel, uit te leren en vooral de spelers, die ons spel in de prac- tijk beoefenen en dit is volgens een in opdracht van het Ministerie van On derwijs gehouden enquête 27 pet van onze mannelijke bevolking boven 18 jaar zullen met voldoening de uitgave van dit interessante werk begroeten. Wanneer de dammers zich deze unieke kans laten ontglippen om hun geest door Raman's geniale schepping te verrijken, is dit ze ker niet de schuld van de auteur en van J. W. van Dartelen." Als men deze lofrede zo leest is het begrijpelijk, dat men iets heel bijzonders verwacht. Maar verre van dat. Bij de hoofdstukken, die handelen over het spel- reglement, de spelregels, de tempozet, het damhalen enz. hebben wij ons afge vraagd wie nu zo naïef kan zijn om te veronderstellen, dat de jadarin voorko mende fouten en incorrectheden niet zou den worden opgemerkt. Het begint al met de stand op het omslag. Deze is on geveer 25 jaa, geleden verschenen in Wassenaar's Nieuwsblad. Ik heb indertijd samen met Vrijlandt die stand aldus ge geven: zw. 7, 9, 12, 17 20, 24. Wit 23. 38, 34, 38, 42, 43. Wit 1. 38-32, dreigt 23-18 met schijfwinst. Zwart 24-29 gedw. 2 28- 22, 17 x 30, 3, 23 x 3 wint. De schrijver vermeldt niet dat deze compositie op naam staat van Vrijlandt. Hij vermeldt bij geen enkele van zijn „toelichtende" standen de auteursnaam, zodat de lezer in de waan wordt gebracht, dat het alle maal scheppingen van Raman zijn. Te meer daar bij het „woord vooraf van de schrijver" (door Raman dus) o.a. wordt gezegd: „Verder biedt dit boek voor de componisten van partijcombina ties een ruim perspectief voor verdere uitwerking van de door ons geboden idee- en." In dit verband moet onmiddellijk worden opgemerkt, dat b.v. in de reeds door andere (zeer veel gezag hebbende) schrijvers, zoals Springer, Herm. de •Tongh, Barteling enz.. gepubliceerde boekwerken alle bekende partijcombina ties onder de loupe zijn genomen, om niet te spreken van de grote verzameling van „20 tegen 20 schijven" standen, die door de heren G. L. Gortmans te Londen en Dr K. Venema is aangelegd, waarin thans reeds meer dan 1000 openings combinaties ziin vastgelegd. Raman was ontegenzeggelijk een groot damliefhebber en een goed sDeler. maar een groot componist was hij niet. Hij heeft wel enige zeer mooie composities op ziin naam staan, vooral op hef, gebied van slagzetten, maar hij miste ten enen male scheppingskracht. Hij was geen creatieve geest, werkelijk nieuwe ontdek kingen ziin schaars bij hem te zoeken. Hij werkte grotendeels op oude ideeën, welke hii van een nieuw kleedje voorzag. Daarbij bezat hij geen voldoende histori sche kennis omtrent het reeds bestaande Hij was te goeder trouw anders zou hii de namen van de spelers en componis ten. die de door hem opnieuw bewerkte Ideeën aan de damwereld schonken, on getwijfeld hebben vermeld. De stand wel ke hij geeft op pagina 31 als voorbeeld voor de tempozet is b.v. evenmin van hem, maar van de oudwereldkampioen Herm. Hoogland. Een compositie die ve le navolgers heeft gehad. Wel vermeldt hij de namen van de spelers, die de in de damliteratuur be kende slagcombinaties veelvuldig hebben toegepast en/of ontdekt. Maar daarnaast geeft hij even bekende slagzetten bena mingen, waarvan men nog nimmer heeft gehoord. Dit gedeelte van zijn boek voor komende op de pagina's 43 t.m. 92 is niettemin voor vele beginnende spelers ongetwijfeld zeer leerzaam. De daarna nog volgende twee openingscombinaties zijn op zichzelf zeer interessant, maar de spelgangen, die hij né het uitvoeren van die slagzetten laat volgen zijn vol komen ongerijmd. Om maar tot het voor af bepaalde eindspel te kunnen komen laat hij wit zowel als zwart onlogische zetten doen. Dat is geen strategie meer, dat is geen combineren meer, dat is., kolder! Zeker is het géén: „uniek staaltje van de kunst van het combine ren!", zoals zijn slotzin luidt. Wanneer men overigens een studieboek over een of ander onderdeel van het dam spel schrijft dan is dat iets heel anders dan af en toe een stand publiceren. Leerboeken schrijven is een kunst op zichzelf. Die kunst heeft Raman nooit ge leerd, ook zijn vorige boekjes bewijzen dit. Het spijt mij, dat ik zo'n hard oordeel moet geven. Raman was een verdienste lijk speler en voor het damspel had hij een grote liefde, maar een instructeur was hij niet. Betrekkelijk eenvoudige standen behandelt hij absoluut foutief. Men zou er dus verkeerd door leren dam men. In de volgende rubriek zal ik daar van een paar voorbeelden geven. Dan zal ik volstaan met de voorbeelden te bespre ken die op de pagina's 9, 25, 31 33 en 35 van zijn boek voorkomen. VOOR ONZE LADDERWEDSTRIJD No. 3109 No. 3110 Max Douwes, C. J. Koree, Hilversum Leiden W w ft W Stand: Zw. 1014, 17—20, 22, 24, 36. Wit 23, 27—39, 31—33, 35, 37, 39, 43, 48. Wit speelt en wint. 11e publ.l No. 3111 A. v. d. Elzen, Rosmalen (N.B.) Stand: Zw. 7—10, 16, 28, 39. Wit 18, 21, 25, 26, 30, 41, 49. Wit 6peelt en wint. No. 3112 G. v. d. Linde, Zutphen Stand: Zw. 1, 6, 7, Stand: Zw. 1, 9, 17, 18, 23, 25, 26, 28. 12—14, 17, 19, 26, 29, Wit 24, 29, 31, 34, 33, 36. Wit 16, 20, 21, 35, 39, 42, 44, 48. 27, 37, 41, 42, 45, Wit speelt en wint. 47, 48, 50. Wit speelt (le publicatie). en wint. (Ie publ.) De oplossingen van deze vier vraagstuk ken worden gaarne tot uiterlijk 18 Mei 'tegemoetgezien aan het boven deze rubriek vermelde adres. RECTIFICATIE In diagram no. 3105, gepubliceerd in de vorige rubriek, behoort de zwarte scjiijf 12 op 17 te staan, zoals ook uit de daaron der opgenomen cijferstand blijkt. De op lossing van dit vraagstuk kan, tegelijk met die van de nos- 3106 t'm 3108 en die van deze week, tot a.s. 18 Mei worden inge zonden. Schaakredacteur: P. A. KOETSHEID, Huize Sint Bernardus, Sassenheim. (Zaterdag 7 Mei). In beide tweezetten heeft de witte ko ning een belangrijke rol in de oplossing te vervullen. No. 7265 kan men indelen bij de Merediths-groep. Problemen met goede inhoud en daarbij met beperkt ma teriaal uitgevoerd, vallen bij een ieder in de smaak. De oplossingen van 7265 en 7266 plaat sen we reeds over twee weken; daarom verzoeken we de inzending hiervan ons vóór Woensdag 18 Mei te doen toekomen. No. 7265 L. TUHAN-BARANOWSKI f 2de prijs Schweizer Arbeitersehach 1953 Mat in twee zetten No. 7266 H. ZUK le eervolle vermelding Springaren 1954 Mat in twee zetten '///W/4 PROBLEEMOPLOSSINGEN No. 7259. C. Groeneveld. 1. Del—gl enz. No. 7260. J. K. Blom. 1. Tc3—a3. 1 Ke5; 2. Ta4:! Kf4; 3. Dd6:tt; 1Ra3; 2. Dc3ft. R anders 2. Ta4:f enz. Er zijn nogal enige onjuiste oplossingen binnengekomen, zoals 1. Dc7 en 1. Dc8 met een directe matdreiging, doch hierna volgt: 1Ke5, om over f4 een goed heenkomen te zoeken. Verhindert wit dit door de dame naar de f-lijn te brengen dan volgt d5—d4! en er is geen mat. Ook na 1. Kh7: of Kg7 is zwarts antwoord Ke5 Schijnbaar simpel toch nog lastig. Beide problemen werden goed opgelost door: P. M. Dekker, Rotterdam; dr A. Hoynck van Papendrecht, Bergeyk; a. C. Hoyng, Veghel; F. Pijls, Maasbracht; C. v. d. Weide, Rotterdam. No. 7259 door: A. C. v. Arnhem, Rotter dam; J. Baars, Rotterdam; P. Baas, Lutje broek; J. K. Blom, Rotterdam; dr R. Bromberg, Roermond; J. Dickhaut, Nij megen; H. Th. v. Goor, Voorburg; W. H. Haring, Schipluiden; P. v. d. Heijden, Budelschoot; M. E. Nordlohne, Leiden. KOETSHEID JUBILEUMTOURNOOI Naar flanleiding van de correspondentie, welke ontvangen werd na de publicatie van het jury-rapport, dient één wijziging gebracht te worden in de uitslag van het tournooi. De heer Nanning vestigde onze aandacht op het feit, dat zijn probleem no. 7125 verwantschap toont met andere bewerkingen van hetzelfde idee, die eer der door hem waren gepubliceerd. Alhoe wel hier van anticipatie in engere zin natuurlijk geen sprake kan zijn, zouden wij het probleem onder deze omstandig heden toch niet een eerste prijs, doch een lagere onderscheiding hebben toegekend. De heer Nanning heeft echter verzocht zijn probleem geheel uit de wedstrijd te rug te trekken, aan welk verzoek is vol daan. De definitieve uitslag wordt nu: le Prijs no. 7213, E. Visserman. 2e Prijs no. 7216, J. J. Rietveld. 3e Prijs no. 7116, J. J. P. A. Seilberger. Extra pries no. 7167, J. Buchwald. le Eervolle vermelding no. 7191, J. J. Rietveld. 2e Eervolle vermelding no. 7209, A. P. Eerkes. 3e Eervolle vermelding no. 7160. P. Overkamp. le Bijzondere vermelding no. 7183, E. A. Wirtanen. 2e Bijzondere vermelding no. 7211, lr I. Mikan. 3e Bijzondere vermelding no. 7197, J. K. Blom. 4e Bijzondere vermelding no. 7145, mr J. Albarda. \ax johcU/IB 'mvi quo Onze-courant berichtte vorige week: Als besluit van een novené (30 April8 Mei) voor de spoedige zaligverklaring van pater Jan Philip Roothaan S.J., zal deken v. ~d. Burg de 8ste Mei in de pastorie van de Krijtberg een bronzen borst beeld onthullen van deze grote Amsterdammer. Mrm Het graf van pater Roothaan te Rome. Op geregelde tijden mag In de Krijt berg openbaar gebeden worden voor de zaligverklaring van pater Roothaan Hij is in deze kerk misdienaar ge weest. Volgens Dr J. Wap is dit woord onjuist; er moet méér bij: „Een Ne derlander van onbeschrijfelijk groot talent. Maar wiens deugd en gods vrucht, wiens vriendelijke geaardheid en minzaam-nederige omgang die grote talenten nog verre overtroffen". En verder? Professor David van Lennep, leraar aan de toenmalige Amsterdamse „ho geschool" oordeelde over zijn begaaf de leerling als volgt: „Gedurende vier jaar is J. Ph. Root haan leerling geweest aan ons Athe neum. Wij zien dien veelgeliefden leer ling slechts met weerzin uit ons mid den heengaan. Nooit heb ik een jonge ling ontmoet met een grooter plichts besef, braafheid, menschlievendheid en zachtmoedigheid bedeeld en kan mij die ook niet voorstellen". Ons dunkt: in deze uitspieken lig gen alle waarborgen voor de stel ling: „een grote Amsterdammer". En zo bevindt zich dan het proces der zaligverklaring vóór de voltooiing. Pater Roothaan S.J. Pater Roothaan was dus lid van de Orde der Jezuïeten. Die strijdbare orde, wel genoemd het voorste legioen der H. Kerk, had het in het laatst der achttiende eeuw erg moeilijk. Van alle kanten werd zij in haar verheven taak gedwarsboomd. De Vorstenho ven der Bourbons dreigden met een scheuring als Paus Clemens de Veer tiende haar zou laten voortbestaan, 'n man van gezag heeft over dit alles ge zegd: „Welke ook de zwakheden en fouten van de Sociëteit geweest mogen zijn, zeker werd ze ook het slachtof fer van een met de geraffineerdste middelen gevoerde laster-campagne. Houdt men rekening met de toestand en de macht der openbare mening in die tijd, dan kan men het begrijpen dat de Paus besloot tot opheffing dezer Orde, die eerder een rem voor de activiteit der Kerk scheen te zijn dan een impuls" (Prof. G. Castella). Z.E. Kardinaal de Jong stelt: ,De felle bestrijding en opheffing strekken de Orde meer tot eer dan tot schande" De opheffing vond plaats in 1773. Jan Philip Roothaan kon dus hier te lande niet in de Orde treden. Hij werd novice in het noviciaat der Rus sische paters Jezuïeten te Dünaburg. Dünaburg ligt aan de benedenloop van de rivier de Duna, welke bij Dünamün- de de Golf van Riga bereikt. De 3e Juli 1806 legde hij de eerste geloften af. Om de zielen te helpen zou hij ,.Co- mo noble caballero de Crlsto" worden. „als een edel ridder voor Christus". Zij het., in ballingschap. „Na de opheffing in 1773 was de Sociëteit alleen in Wit-Rusland blijven bestaan". (P. Albers S.J.) De 27e Januari 1812 volgde de pries terwijding; de 2e Februari droeg Pa- te, Roothaan zijn eerste H. Mis op voor de zielerust van zijn overleden moeder. In zekere zin kwam er aan harde ballingschap een einde. Want., de So ciëteit van- Jesus werd door Rome hersteld. Hersteld niet wederom on gericht!! Want., zij werd nimmer ge heel opgeheven. Paus Pius VII vaar digde de belangrijke bulle uit, die de strijdbare Orde voor heel de wereld plechtig restaureerde (7 Aug. 1814). Het deelnemen aan de Missie-arbeid werd verplichtend gesteld. De nieuwe Je zuïeten bleken waardige opvolger, van hun beroemde voorgangers. In het begin der twintigste eeuw leverde al leen reeds de Sociëteit van Jesus bij na vierduizend missionarissen. Pater Roothaan bleef voorlopig het missie-veld van Rusland bearbeiden. Catharina II „verlichte despote" en haar opvolger Czaar Paulus I waren de Jezuïeten gunstig gezind. Onder Alexander I verliep alles aanvankelijk ook nog redelijk. Maar deze rusteloze, verbitterde en ongelukkige Vorst ging allengs meer op in de orthodoxe gods dienst. In 1820 volgde het keizerlijk bevel, dat de Jezuïeten hun tweede vaderland moesten verlaten. Onder weg leden Pater Roothaan en d„ zij nen bijna schipbreuk op de rivier de Pripet. Eerst na een moeilijke reis be reikte de onversaagde Jezuïet Zwit serland De 9e Juli 1829 werd hij tot Gene raal zijner Orde gekozen dus: tot op volger van de H. Ignatius; hij was toen pas 44 jaar oud wel een hele uitverkiezing. Hij bevorderde onderwijs missie en het inwendig leven. Hoeveei beledigin gen. valse getuigenissen, onrecht en laster had de Sociëteit niet moeten verduren in de laatste tientallen jaren? Maar Pater Roothaan achtte qez'e din gen të behoren tot het aardse front; hij verdroeg ze met 'n wijs geduld, het oog gericht op de gemeenschappelijke zegepraal. Onder zijn doelmatige lei ding won de Sociëteit in aanzien naar binnen en naar buiten. Zuidelijke lan. den ais Frankrijk en Italië vergrepen zich aan haar leden; uit Portugal en Zwitserland moesten zij verdwijnen in dit laatste land komt het vraag stuk hunner terugkeer binnenkort weer aan de orde. Pater Roothaan moest in 1848 zeirs als balling de Eeuwige Stad verlaten. Hij deelde dat lot met Paus Piu, IX, die wijkend voor vijandelijk militair geweld en als eenvoudig priester verkleed de vlucht nam naar Gaëta Y;°?r horte tijd. Pater Roothaan maakte ?P xPPeZe «weilUte maanden ten nut te door overal de leden der Sociëteit ken o.a. te Amsterdam en to Rotterdam. Een keer weer te Rome terug wijdde hij zich aan het centrale bestuur der Orde. Reeds na enkele jaren traden licha melijke smarten op, die Pater Root haan de bewustheid schonken zonder vagevuur naar de hemel te gaan. Onder het uiten van het schietgebed „Ziel van Christus, heilig mij" ontsliep hii de 8e Mei 1853 in de Heer. „Reeds nu mag ieder vol vertrouwen zijn toe. vlucht nemen tot deze eerbiedwaar dige dienaar Gods, die ziin goedheid thans zonder mate kan uitleven" ver zekert Pater J. Beuns S.J. De hoofdkerk der p. Jesuïeten te Rome is „II Gèsu", de Jesuskerk, Het is we) een der mooiste kerken van de hele wereld. Er bevindt zich een re liek van St. Franciscus van Xaverlus, de H. Ignatius heeft er zijn altaar. Maar: de Gèsu is ook de laatste rustplaats van Generaals der Jezuïe tenorde. Hier werd dan ook het stoffelijk overschot van P. J. Ph. Roothaan be graven wiens devies luidde: „Krachtig en zacht" en wiens levensregel vervat ligt in de korte spreuk „Over win u zeiven". Acht kruisjes van boven naar be- nedfjn zijn zó in te vullen, dat er ee<n gemeente in Z. Holland ontstaat- 1. Afkorting van een hoofdstreek van het kompas tegenover het Noor den. 2. Deze naam dragen in het zuiden vier a vijf kleine beken. 3. Denis een historische stad op het eiland Voorne. 4. Gemeente in N.-Brabant welker naam er duidelijk aan herinnert, «ft hier van ouds een Gelderse heerluK" heid lag. In de buurt van een moddersloot hadden vader en moeder Rat een hol gegraven. Daar woonden zij met hun tweeën en met hun zoontje Ring- staart. Als ze gingen wandelen mocht Ringstaartje gewoonlijk mee. Maar vandaag niet. Vandaag moest hij thuis blijven. „Ringstaart. we moeten op bezoek In de stad. Daar wonen heel veel katten. Je bent nog veel te klein om het van die nare dieren te kun nen winnen. Je blijft dus thuis en wacht tot we terugkomen". „Goed moeder, antwoordde Ring staartje. Maar eigenlijk vond hij het maar een saaie boel. Allee., thuis. Niks an. Zijn ouders waren nog maar net weg toen er geklopt werd. „Binnen' riep het ratje. Hijgend en blazend wipte een dikke bezoeker naar binnen. Kwak, de kikvors. Wel, wel, Ringstaartje. Allien thuis? Saaie boel, hoor. Ga je met nou mee? Mijn vrouw bakt vanmiddag r®0.™" oliebollen en ze doet er zonneschil suiker op. Heerlijk! Het ratje was erg dom. HetnHPbol- niet, dat je onder water $e?nAai zplfq len kunt bakken. Ook met dat zeits zonneschijn-suiker in water -eit. antwoordde: Ik ga met je K™ak. En moeder had nog zo S - n- nen blijven! De dikke kikker ?pr0"s naa,r de moddersloot. HU £acdhN wei™aiL°n- der water hap jfc n:et Jdioot lekker op. Maar «uets me. hen. „Bijt je maar vast in mijn p0ot, Ringstaartje, dan men we samen een duik hf r *ediepte. Daar woon ik. Het j Kwak n ai Vast in de kikkerpoot. Kwak nam een sprong. Hap! deed een reiger. <jle aj de Ioer,n zifn i|?i' De dikke kikker kwam in zijn lange snavel terecht toen'de^éteer'bn h6'e (uchtreis. Net zUn konic kp een paar keer over te hooi t» Fn kwam in het zach- zeer Ma» Het deed wel even Eri 7nd^r'j gebroken was er niets! staart a^s hij hon rende Ring- kwarl c"aar huis- Hijgend en puffend aan u eraan. Zijn ouders waren al "et zoeken. Ze luisterden naar het haal en voor straf mocht Ring- taartje de volgende morgen lekker met opblijven. Legt U eens de volgende kaartcombi- natie op tafel uit: V.4,3 A,B,8,7 Vrgagt U eens aan een speler: „Hoe moet deze kleur aangespeeld worden, waarbij je mag aannemen, dat Noord of Zuid aan slag is". De minder goede brid- gespeler zal vrij snel met een antwoord klaar staan en vermoedelijk zal hij Noord de Vrouw willen laten voorspelen; een iets minder slecht antwoord is om uit Noord de 3 voor te spelen. De goede bridgespeler zal Uw vraag met een we dervraag beantwoorden: „Hoeveel slagen moeten ZN maken en mag men van slag af of mag men niet van slag af?" Inderdaad moet deze vraag gesteld wor den, alvorens men tot het geven van een antwoord kan overgaan. Wij zullen de diverse gevallen afzonderlijk beschouwen, waarbij wij aannemen dat NZ voldoende rentrees hebben. A. Indien NZ alle 4 de slagen moeten maken is een bijzonder gelukkig zitsel vereist. Slechts als West de 10 of de 9 sec heeft, dan wel 10-9 sec kan Zuid alle 4 de slagen maken door uit Noord de Vrouw voor te spelen. Bij Oost zal ver moedelijk de heer gespeeld worden en als de 10 of de 9 bij West valt, moet nog getaxeerd worden of West 10-9 sec heeft, dan wel een singleton. B. Moeten NZ 3 slagen maken zonder dat zij van slag af mogen, ook dan is Zuid op gelukkige verdelingen aangewe zen. Behalve de verdelingen die onder A genoemd werden komen nog in aan merking de heer sec bij West of Oost, dan wel de Heer-tweede bij Oost. Uiter aard is de kans op H-met een kleinere kaart veel groter dan de °P de Heer sec bij West. Zuid moet daarom als volgt spelen: Uit Noord de 3 voorspelen en als Oost klein bijspeelt, snijden met de Bper. Hierna wordt het Aas nage speeld en als West zo vriendelijk is ge_ weest de Heer bij te (moeten) spelen, is aan de opdracht voldaan. C. Verreweg het interessantst is het geval, waarin NZ wel van slag mogen. De kansen op het maken van 3 slagen zijn groot, alhoewel Zuid zorgvuldig ma noeuvreren moet om te slagen. Bij elke 3:3 verdeling der O W-kaarten is er geen probleem Hoofdzakelijk als de OW-kaarten 4:2 zitten is het geval wat moeilijker. Een blunder is het voorspelen van de v.rouw. Heeft Oost de Heer sec of n?et 5!vtkllHnevkaart (niet de 9 of 10) dan dekt hij, Zuid neemt het Aas. speelt de Boer na en verliest nog twee slagen aan West. Het voorspelen van de 3 of 4 uit Noord en snijden met de Boer is ook minder gf» als West nu de Heer-twee- de heeft verliest Zuid twee slagen in die kleur - en kan er dus geen drie maken. ?e„°?rireC sPee'wijze is gebaseerd op techniek en kaarttaxatie. Zuid moet be ginnen rrief Aas voor te spelen en te zien wat er valt; komt e,r bij West de 9 of 10, dan spele Zuid de 7 na. Moet West daar- 10 dan wel de Heer gooien, I h zijn de 3 slagen zeker. Valt onder het Aas de 9 of de 10 bij u°st, dan moet Noord in een andere kleur aan slag gebracht worden en daarna moet uit Noord een kleine kaart gespeeld wor den. Komt nu de 9, 10 of Heer bij Oost, ook dan is succes verzekerd. Valt onder het Aas zowel bij West als bij Oost een kleine kaart, dan moet Zuid de 7 naspelen. Komt nu de 9 of 10 bij West^ dan wordt de Vrouw gespeeld en als Oost met de Heer neemt, moet later uit Noord de 4 gespeeld worden; hierna moet Zuid taxeren of hij zal snijden of zal „slaan Spel- en biedverloop moe ten hem daarbij als leidraad dienen. Heeft West b.v. een andere kleur twee malen geboden, dan ls het waarschijnlijk dat West in onze belangrijke kleur kort is. Vermoed Zuid dat Oost H-tweede had, dan moet later uit Noord de 4 gespeeld worden. Wij hebben bij dit geval vrij lang stil gestaan om de bridgers eens een indruk te geven van wat er in bridge allemaal mogelijk is. In de speeltechniek kent men vele honderden van dit soort figuren en de meesterspeler zal ze allemaal moeten beheersen of aan de tafel mi - maar niemand zal ook durven bewc>„ dat bridge een eenvoudig spel is. MIMIR. I 5. Van de 10e eeuw tot 1581 een graafschap; in 1840 gespliLt in N. en 6. Bij eb geheel of gedeeltelijk droogvallende zandplaat ln de Wadden zee. 7. Bouwland rondom een dorp of gehucht in Drente, omringd door hei de, ervan gescheiden door akkermaals hout. 8. Op nummerborden van Nederl. auto's aanduidende de provincie Drente t,.Oudtijds")! Oplossing volgende keer. De meeste ooievaarts In Fries- Iand os oninRen. In 1950 nn V, en een 200 jonge ren Gronin leeuwendeel bin nen Groningen en Drenthe. neïtraaf'litre °ifbeheer"' J- M' Kem" enkele aanvnn ht' is 20 vriendelijk ons zenden naarU"e"d.e..bijzonderheden te over het ten.Jïi k "g van„onfs stukl® ooievaar» teru§lopen van het aantal een nnlf 'n Nederland. Het betreft enquête) °*k over 1950; een nieuwe Het nu aan de gang. „onruJhPpor]„noemt de 1chteruitgang de „„Parend In de 19e eeuw was er Langbeen hier een zeer al- *=mene broedvogel. Thans komt hij in "e Provincies Zeeland N. Holland en Limburg zo goed als niet meer voor. Evenmin op de Waddeh-eilan- aen. Het sterkst zijn die trekvogels ver tegenwoordigd in het N.O. van ons land met name in Friesland en Groningen. De toekomst wordt „rather precarious' genoemd, dus: „tamelijk zorgwekkend. Jammer, want „clconia ciconia" deed het altijd monumentaal boven onze weidelanden. Het onderzoek noemt palen en bo men als meest voorkomende neststan den; een enkele keer een schoorsteen of n dak. In 1950 leverden 85 nes ten een 200 Jonge vogels op. het leeu wendeel binnen Groningen en Dren the. Alles verliep nu niet bepaald vol gens de eis. Achtereenvolgens lezen W€ Te Veendam: 4 eieren door de ou. gezand' 2 Vo' geworpen. Te Hoo- «waaid T„ n °m.men: nestboom om- nest veón^L) het le broedsel uit het ?n' ™gu. na een stortbui. Te G.: s V€Chtpartij met andere ooievaars m»„„Pf-leren uitgeworpen. Te D.: het hifu^, e en 3 halfwas-jon»en door de bliksem getroffen. Te H.: eieren uit Vt n geroofd door kraaien en ek sters. Te E.: een jong bij het uit vliegen door een hond doodgebeten, ie B.: terwijl het mannetje op 5 eie ren broedde werd het door de bliksem getroffen. Enz. enz. Zo blijken ook de ooievaars hun zorgen te hebben. Auto's, karren, tilbury's voer_ tuigen. Plaatsen we nn h X wnnrrt hHPede°dCrlë Lnn„dit r«1^'dan hoort dat bu ae drie andere niet thuis iia»* dere hoort!' °iet b« de drie an" deauxA-Xm0U- Madrid Bor- luiienKanPt!t&nll k0l0"el maJoor 4 K^y. Mars - Aarde - Sirius geiten. P8arden slapen - 5 Stoize Wéry Dr. W. Dreeg t> Gr°Pte- rnm„ribrandt' Frans Ha:s Klaas Compaen - jan Steen. huismuizen- m°"en spitsmuizeu 8. Zwarte rat bruine rat ham- ®t6r eekhoorn. 9. Slechtvalk sperwer koekoek steenuil, 10. Hazelv i-, gewone hagedis gewone ringslag. Oplossing volgande keer.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1955 | | pagina 6