Ernstige bezwaren tegen de
passingsregeling van art
aan
De bewoners van Het Gouden Pand
gaan weer aardbeien eten
edclmJ n.v.
Natuurgetrouwe nabootsing van
de zee in Wageningen
RHEUMA IS EEN WREDE ZIEKTE maxUBVttA
K.N.B.T.B. adviseert:
landsmeisjes laatste twee
•en naar huishoudschool
Blaupotfeest in Appingedam
Het auto-ongeluk te
Maarlieeze
Lester Pearson naar
Moskou
Auto dook in
Amsterdamse gracht
Scheepsbouwkundig Proefstation lieeft
een wereldprimeur
ANTWOORD OP GESTELDE VRAGEN (II)
RHEUMA VERRASSINGSACTIE
PAGINA 3
Ook derde slachtoffer overleden
Beide inzittenden gered
Bassin van 100 bij 24^ m.
1/4 MILLIOEN GULDEN
AAN PRIJZEN
Ook Noodwettrekkers in
de knel
Radicale wending
Meerdere pensioenen
Enkele beperkingen
Ambtenaren
Het blaupotfeest
N.V. Ver. Ned. Rubberfabrieken
Heveadorp (Gld)
(Advertentie)
Ook het derde slachtoffer van het on
geluk dat een militaire jeep Zondag in
Maarheeze is overkomen, is aan zijn
kwetsuren bezweken. Het was de 22-
iari-ge dienstplichtige marechaussee A.
J. Pijlman uit Hengelo (O.).
De andere twee militairen, die de
dood vonden, zijn de 20-jarige sergeant-
titulair A. C. H. Stam uit Den Haag en
de 20-jarige soldaat J- H. Blijleven uit
Arnhem.
IN EEN SFEER van gematigd op
timisme belooft de conferentie van
de Grote Vier a.s. Maandag te
openen. De verklaringen, die in de
'laatste weken zijn afgelegd door de
staatslieden in Oost en West met
uitzondering wellicht van minister Dul
les zijn niet onbemoedigend en het
is zonder meer verheugend, dat geen
propagandistische manoeuvres zijn uit
gevoerd om nodeloos het accent te
leggen op de zeer diepe kloven, die
Oost en West van elkaar scheiden.
Vooruitlopend op de conferentie zou
men in dit verband kunnen zeggen,
dat zij reeds heel wat goeds gebracht
heeft, indien zij eindigt zonder propa
ganda-manoeuvres.
Belooft Genève dus een periode van
vrede voor de wereld in te luiden?
Vrede? Geen van de onderhandelings
partners zal zich voorlopig veel
illusies maken op dit terrein. Zolang
twee zo verschillende ideologieën
tegenover elkaar staan in de wereld,
kan er geen sprake zijn van een echte
vrede. Vrede veronderstelt Orde en
Recht, en dat zijn zaken waarnaar
onze verscheurde wereld nog wel lang
zal zoeken. Het beste waarop men voor
het ogenblik hopen mag is, dat de
bijeenkomst te Genève ertoe zal bij
dragen om de situatie minder explosief
te maken. De Grote Vier zullen niet
veel anders te doen hebben dan de
inventaris op te maken van de gevaar
lijke wrijvingspunten, waarover dan
later op lager niveau in extenso zal
moeten worden onderhandeld. Het
Westen zal zich daarbij volgens het
woord van dr Adenauer moeten laten
leiden door deze zorg: dat noch in
Genève noch in de daarna waar
schijnlijk beginnende onderhandelings
periode een toestand geschapen wordt,
die aan de Russen t ij d zou geven,
zonder dat het Westen substantiële
concessies daarvoor zou terugkrijgen.
MEN BEHOEFT het daarom niet
eens te zijn met des bondskanse
liers rigoureuse opvatting als zou
de Sovjet-Unie naar de conferentie
tafel gedrongen worden door interne
moeilijkheden. Het staat vast al de
uitleggingen van Kroesjtsjef ten spijt
dat de Sovjet-economie op het ogen
blik een zeer kritieke periode door
maakt. De dagelijkse jammerklachten
van Pravda en Izvestia spreken een
duidelijker taal dan tien Kroesjtsjefs
kunnen goedpraten. Maar het is niet
minder waar en dit heeft president
Eisenhower dan ook ronduit gezegd
dat de Sovjet-Unie een geduchte
wereldmacht blijft vormen.
Hier ook ligt het aanknopingspunt,
dat het beslissende antwoord levert op
het waarom van deze conferentie. Na
alles wat dienaangaande gepubliceerd
is, lijkt de enige redelijke verklaring
voor deze conferentie slechts gevonden
te kunnen worden in het feit, dat beide
wereldblocs tot de overtuiging zijn
gekomen even sterk te zijn geworden.
Uiteraard speelt hier ook de ontwikke
ling van de moderne wapens een door
slaggevende rol. Gegegeven de ver
nietigende kracht dezer wapens wordt
het op een gegeven ogenblik immers
onbelangrijk of deze of gene partij er
een grotere voorraad van bezit.
HET LIJDT geen twijfel of het is
dit feitelijke machtsevenwicht, ge
combineerd met het universele
karakter van het oorlogsgevaar in dit
atoomtijdperk, dat ertoe geleid heeft,
dat de groten der wereld zich na tien
jaar koude oorlog opnieuw aan tafel
zetten. Hun ideale opgave is het nu
van de feiten recht te maken, of min
stens daar het voorlopig onmogelijk
is te geloven, dat beide wereldblocs
het eens zouden kunnen worden over
de gemeenschappelijke grondslagen
voor zulk een recht het eens te wor
den over methodes om het bereikte
machtsevenwicht op zodanige manier
in stand te houden, dat de kansen op
een explosie uitgesloten zijn.
Deze laatste, minder ideale maar on
getwijfeld enig mogelijke weg impli
ceert uiteraard, dat het Westen geen
enkele concessie kan doen, die zijn
met. zoveel zorg opgebouwde veilig
heidsstelsel in gevaar zou kunnen bren
gen. Deze weg stelt voorts de mini-
Lester Pearson, de Canadese minister
van buitenlandse zaken, heeft in het
Canadese Lagerhuis meegedeeld, dat hij
komende herfst naar Moskou hoopt te
gaan. Molotof heeft hem daartoe in San
Francisco uitgenodigd.
Omstreeks kwart over zes raakte giste
ren te Amsterdam een auto op de Prinsen
gracht bij de Leidsestraat te water.
De bestuurder, de heer D-, wilde zijn
wagen parkeren en stootte daarbij met een
voorwiel tegen een richel. Hij gaf daarna
iets te veel gas, waardoor de auto over de
wallekant het water in reed. D. kon nog
juist uit de wagen komen, doch een naast
hem zittende dame. mej. F- J. W. ver
dween met de auto in de diepte. De be
stuurder en twee omstanders, de heer B.
en een Deense artist, de heer S. L., spron
gen in het water en na veel moeite ge
lukte het hun de geheel onder water op
zijn kop liggende auto om te keren. Daar
na konden zC mej. W.. die veel water had
binnengekregen doch niet gewond was,
bevrijden.
De auto is later door de brandweer op
het droge gehaald.
ken eenzelfde bedrag, terwijl de rest door
het Proefstation uit de eigen bouwreserve
wordt gefinancierd.
Gebouwd wordt een bassin van 100 m.
lengte, waarbij de lengte van de model
len wordt beperkt tot ongeveer 3 m. De
breedte wordt veel groter dan bij een
stil-waterbassin en wel 24,5 m. De afstand
van golfopwekker tot het scheepsmodel
moet voldoende zijn om te voorkomen,
dat de golven, door het model opgewekt,
worden teruggekaatst op de golfverwek-
kers en zodoende het golfbeeld verstoren.
Tegenover de golfopwekker is een
strand nodig, dat bepaald is op 7 meter,
om als golfdemper dienst te doen.
De golfopwekker, die zich aan twee
zijden van het bassin bevindt, bestaat
in principe uit 160 naast elkaar gelegen
kleppen, zoals men ook wel in golfbaden
aantreft.
In het midden van de tank komen twee
rijen pilaren, die het dak zullen steunen
en de rails dragen, waarover een sleep-
wagen loopt. De electrisch voortbewo
gen sleepwagen dient ter geleiding van
het te onderzoeken model, dat zich on
geveer in het midden van het bassin voort
beweegt. Op deze wagen kunnen fans ge
plaatst worden om eventuele winden na
te bootsen, terwijl daarop ook allerlei
instrumenten en een „high speed came
ra" worden aangebracht om de bewe
gingen van het model op te nemen. V. -
schuilenden metingen en proefnemingen
worden gedaan. We noemen weerstand-
proef en voortstuwingsproef, terwijl het
ook mogelijk zal zijn een experiment met
schuin invallende golven uit te voeren,
waarbij de slingerbewegingen, het gie
ren en het verzetten van het schip wor
den gemeten.
Geschat wordt, dat men voor een uit
gebreid zeegangsonderzoek een week no
dig zal hebben.
Advertentie
Ggk. Min. V. Just. 22-ll-'54 L.O. 520/052
latere verhogingen van de wettelijke uit
keringen niet meer op het in uitzicht
gestelde of reeds toegekende onderne
mingspensioen in mindering mogen wor
den gebracht. De wettelijke pensioenuit
kering zal, zoals bekend, volgens bepaal
de regels worden verhoogd naar gelang
het indexcijfer der lonen is gestegen.
Deze verhogingen zullen dus volledig aan
de pensioentrekkenden ten goede komen
(lid 3 en 4 van art. 60).
Vervolgens mag de vermindering op
reeds toegekende of in uitzicht gestelde
onvolledige pensioenen (onvolledig we
gens onvoldoend aantal dienstjaren van
de werknemer) slechts geschieden naar
evenredigheid van het deel. dat het
reeds toegekende of in uitzicht gestelde
pensioen uitmaakt van het bij een vol
ledig aantal dienst- of deelnemingsjaren
bereikbare pensioen.
In feite behoort deze materie te wor
den behandeld in het overleg tussen
werkgevers en werknemers. De bedoe
ling van art. 60 is zo zal Sociale Za
ken echter tegenwerpen dit overleg
mogelijk te maken, ook waar wettelijke
of contractuele belemmeringen zouden
bestaan, of werknemers onwillig zouden
zijn. Maar indien dit al noodzakelijk zal
blijken te zijn, dan lijkt ons daartoe een
aparte wet een gepaster middel- Deze
wet biedt geen enkel aanknopingspunt
voor een dergelijke regeling.
Maar hoe en waar men ook zou willen
regelen, de wijze, waarop art. 60 dit doet
is wel erg drastisch. De consequenties
daarvan zijn immers, dat elk toegezegd
of reeds ingegaan pensioen door werkge
vers of pensioenfondsen met de wette
lijke uitkering verminderd kan worden-
ongeacht het tijdstip, waarop dit pen
sioen werd vastgesteld, ongeacht de
grootte ervan, ongeacht of het is opge
bouwd uit z.g. eigen bijdragen of uit z-g-
werkgeversbijdragen. Zelfs gaat het zo
ver. dat in beginsel pensioenaanspraken
rechtstreeks vastgelegd in polissen bij
levensverzekeringmaatschappijen, voor
vermindering vatbaar zouden worden.
(Van onze sociaal-economische
redacteur)
IN ENKELE voorbeschouwingen over
de toekomstige wettelijke ouderdoms-
verzekering hebben wij ook aandacht
besteed aan het vraagstuk van de aan
passing van bestaande pensioenvoorzie
ningen voor loontrekkenden
van 1 Juni en 15 Juni j-1.) mede
naar aanleiding van een reeds eerder
verschenen advies over dit punt van de
Stichting van den Arbeid. Wij gingen er
daarbij van uit, dat eenmaal verkregen
aanspraken op pensioenuitkeringen niet
eenzijdig zouden kunnen worden aange
tast. Dit standpunt baseerden wij niet
uitsluitend op ons persoonlijk rechtsge
voel, maar mede op de opvatting van de
Sociaal-Economische Raad. die bij het
uitbrengen van zijn advies over de wet
telijke ouderdomsverzekering er als van
zelfsprekend van is uitgegaan, dat ver
kregen rechten niet aangetast kunnen
worden. Bovendien vonden wij steun in
de inmiddels wel algemeen aanvaarde
opvatting over de aard van de stortingen
ten behoeve van pensioenuitkeringen, nl.
dat deze als onderdeel van de arbeids
overeenkomst moeten worden beschouwd
waaruit een onvervreemdbaar recht voor
de werknemer voortspruit, een recht, dat
ook is vastgelegd in de Pensioen- en
Spaarfondsenwet.
Geheel tegen verwachting heeft het
door minister Suurhoff ingediende wets
ontwerp op dit punt een radicale wen
ding genomen en hoe uitvoerig de minis
ter in zijn Memorie van Toelichting ook
op allerlei onderdelen van de voorge
stelde regeling ingaat, aan dit punt, dat
de meeste toelichting en motivering be
hoeft, besteedt hij niet meer dan één ko
lom van het 70 dubbelkolommige pagi
na's tellende stuk. Deze treffen wij aan
bij de artikelsgewijze behandeling, i.e.
van art. 60. Bij de algemene beschouwing
geen woord over dit artikel en daar juist
zou men een uitvoerige verklaring ge
zocht hebben van dit drastische ingrijpen
in de particuliere contractsfeer.
De bepalingen van art. 60, waar het in
de eerste plaats om gaat, luiden:
1. Binnen twee iaren na de inwerking
treding van artikel 7 irecht op ouderdoms
pensioen) kan een werkgever, die een pen
sioen heeft toegezegd bepalen, dat het
ouderdomspensioen ingevolge deze wet ge
heel of ten dele in mindering wordt ge
bracht op het door hem in uitzicht gestelde
of op het reeds toegekende pensioen
2. Binnen twee jaren na de inwerking
treding van artikel 7 kunnen in de statuten
en reglementen van een pensioenfonds ook
wanneer deze het tegendeel bepalen bepa
lingen worden opgenomen, krachtens welke
ouderdomspensioen ingevolge deze wet ge
heel of ten dele in mindering wordt ge
bracht op de door het fonds in uitzicht ge
stelde of op de reeds toegekende uitkerin
gen.
Het wonderlijke is nu en terecht
heeft daar de hoofdredacteur van De
Katholieke Werkgever, drs J. Derksen,
op gewezen dat formeel deze bepalin
gen niet eens in dit wetsontwerp thuis
horen, omdat immers dit wetsontwerp
voor de werkgever geen enkele financi
ële verplichting inhoudt. „De premie
moet worden betaald door de werkne
mer. niet door de werkgever", zo schrijft
drs Derksen- ..Hieruit volgt reeds zonder
meer, dat een onderneming door de wet
op zich zelf nóch kan worden bevoor
deeld. nóch kan worden benadeeld. Om
de even simpele als afdoende reden, dat
de wet geen financiële verplichting op
de onderneming legt".
Deze regeling is mede van belang voor
hen, die pensioen uit meerdere (achter
eenvolgende) dienstbetrekkingen genie
ten of zullen genieten, biedt echter geen
oplossing voor hen. die naast een volle
dig pensioen nog pensioenen uit neven
betrekkingen ontvangen, of die b.v.
naast een volledig Indisch pensioen (dat
op jongere leeftijd inging) nog pensioen
rechten hebben uit later in het moeder
land vervulde functies. Het volledige
pensioen zou geheel met het wettelijke
gekort kunnen worden en de latere ten
dele. Deze knoop lijkt in het kader van
art- 60 onontwarbaar.
(Advertentie)
-v i-TTTn iaragen. net Biuuwue van e,coiiuiiii»cih
Bond van Scheepsbouwmeesters schon-
NOG ERGER IS HET. dat art. 60 in
beginsel een aanmerkelijke vermin
dering van inkomsten tot gevolg
zou kunnen hebben voor tal van men
sen. die thans een uitkering genieten op
grond van de Noodwet Ouderdomsvoor
ziening. Gehuwde bejaarden in een eer
ste gemeenteklasse b.v. met uitsluitend
een eigen inkomen van 1000 uit on-
dèrnemingspensioen krijgen volgens de
Noodwet nog een uitkering van 876,
zodat zij bij elkaar kunnen beschikken
over 1876. Wordt na aanneming van de
wettelijke ouderdomsverzekering incl-
art. 60 dit laatste artikel ook volledig
toegepast, dan blijft er van het onder
nemingspensioen niets meer over en valt
het echtpaar terug met 538 tot 1338.
Zelfs indien dit echtpaar in een vijfde
gemeenteklasse woonde, zou het er nog
op achteruit gaan, in dat geval met het
verschil tussen het maximum van eigen
inkomen plus Noodwetuitkering ad 1666
en het wettelijke pensioen ad 1338 of
met 328.
Indien een werkgever of een pensi
oenfonds al niet terstond tot toepassing
van art. 60 overgaat, dan heeft hij/het
toch nog twee jaren de tijd hierover na
te denken, zodat voor de pensioentrek
kers een tijd van onzekerheid aanbreekt.
Na twee jaren na van kracht worden der
wet mag geen aanpassing meer geschie
den-
Sociale Zaken zal nu misschien hier
tegen in brengen, dat het onwaarschijn
lijk is, dat deze lage pensioenen zullen
worden verminderd. Wij vinden dit ech
ter geen argument. De wet opent in be
ginsel de mogelijkheid tot deze onge
wenste situaties, die juist zoveel moge
lijk voorkomen moeten worden. Boven
dien kan men zich afvragen, of dit ver
trouwen op zich wel gewettigd is!
TVjU WORDEN aan de vermindering
van particuliere pensioenen in art.
60 nog enkele beperkingen gesteld.
In de eerste plaats wordt bepaald, dat
De wettelijke ouderdomsverzekering is
ook bestemd voor ambtenaren, artikel 60
is echter niet op hen van toepassing. De
overheidspensioenen zijn bij de wet ge
regeld, de aanpassing er van zal dus tot
wijziging van de betreffende wet moeten
leiden. Overleg hierover heeft reeds met
de ambtenarenorganisaties plaats gevon
den en geleid tot het opstellen van een
advies, dat aan de regering zal worden
voorgelegd. Er zijn aanwijzingen, dat dit
advies een vrij grondige aanpassing van
de ambtelijke pensioenen inhoudt. Er
wordt hier en daar gefluisterd, dat het
de opzet van de regeirng is, van de ge
legenheid gebruik te maken, om de te
korten in zijn pensioenfonds aan te zui
veren- Daarom zou art. 60 met kunnen
worden gemist, want zonder dit zou men
geen vat op de ambtenaren hebben.
Overbodig te zeggen dat wij dit aller
minst een rechtsgrond achten voor het
ingrijpen van genoemd artikel.
Dat art. 60 voor een groot deel is af
gestemd op de plannen, welke de rege
ring heeft t.a.v. de pensioenen van de
overheidsdienaren, blijkt ook wel uit de
motivering welke er van gegeven wordt,
n.l. dat voorkomen moet worden, dat
door cumulatie van ouderdomsuitkerin-
gen het totale pensioen meer dan 100 pet
van het laatst genoten loon kan gaan be
dragen.
Dit verschijnsel zal zich in het be
drijfsleven slechts op zeer beperkte
schaal voordoen. Meer van betekenis zal
het echter in de overheidssector zijn.
maar dan nog is het de vraag, of het ala
een maatschappelijk euvel kan worden
beschouwd, dat in het algemene belang
tot straf overheidsingrijpen aanleiding
dient te geven.
dat de leden van het Blau-
potfonds alles mochten doen,
mits het binnen de perken
van de welvoeglijkheid
bleef. Deuren werden ge
barricadeerd en rustig sla
pende bewoners, werden
op een of andere ingrijpen
de manier uit Morpheus'
armen gerukt. Tegenwoordig
doet men hét wat kalmer
aan. Meestal blijft de nach
telijke activiteit van de
Blaupotters beperkt tot het
zingen van „Blaupotliede-
ren".
Na een uurtje door de
straten te hebben geflaneerd
zoekt men het huis van de
gastvrouw weer op. om de
beschuiten met aardbeien
aile eer aan te doen.
Van het oorspronkelijke
doel: „malkander bij te staan
in noot en doot", komt in
deze tijd niet zo heel veel
meer terecht. Men helpt
"elkaar echter wel als het
nodig is.
Het feest met aardbeien
is evenwel het voornaamste.
De enige dingen, die aan de
oude tijd herinneren, zijn
het Blaupotboek, en twee
ouderwetse zilveren suiker
strooiers geschonken door
een „nabuir". die zilversmid
van beroep was.
lei vaste eigendommen.
Natuurlijk zijn de inkom
sten van het fonds tegen
woordig niet meer toerei
kend: sommige eigendom
men staan zelfs voor een
huur van25 cent per
jaar te boek. Later is een
regeling getroffen, waarbij
degene, die in het Gouden
Pand komt te wonen, een
entrée moet betalen.
houdt in, dat men des
avonds tot ongeveer
middernacht bijeen zit. De
voorzitter leest dan voor uit
een eeuwenoud notulenboek.
Men drinkt koffie, waarbij
koek wordt geserveerd. Dit
in tegenstelling tot vroegere
jaren, toen men veel bier
gebruikte Enige Blaupotters
waren namelijk brouwers
van professie. Zodra de klok
twaalf heeft geslagen, trekt
het gezelschap door het
stille oude sadje. De gast
vrouw en enige buren blij
ven thuis om de aardbeien
tafel klaar te maken.
Vooral in de jaren vóór
de tweede wereldoorlog ging
het in de Blaupotnacht vro
lijk toe. De Damsters waren
dan op hun hoede, want het
was een ongeschreven wet,
Advertentie