in DRUKINKT Op de PLANKEN E WERELD FILMS Stenen voor brood De zon gaat op in Gulbrandstal Concert in Rotterdam ZATERDAG 16 JULI 1953 PAGINA 10 HELDENSERIE door Bernhard Nordh Uitgeverij de Boekerij, Baarn Hans van Bergen Traagheid John Sturges. Van dc beeldroman naar het pocket boek lijkt geen geringe stap De jeugd in deze richting te sturen ze ertoe te bren gen weer naar een klein, maar echt boek te grijpen, mag men zien als een prijzenswaardige onderneming. Uitgeverij „Helmond" heeft dit op zich genomen met haar ..Heldenserie". De drie deeltjes, welke onlangs van de persen kwamen, zijn beslist zo aantrekkelijk, dat ook de vaders er wel belangstellend in zullen bladeren en lezen. De reeds versêhenen werkjes zien er ook van buiten aanlokkelijk uit. De fraaie kleurrijke geplasticeerde bandjes noden tot nadere kennismaking met de inhoud. En deze is wel van die aard, dat men geboeid wordt door de avonturen van de grote ontdekkingsreiziger Stanley („On der wilden en menseneters"), het levens werk var Henry Ford („Een race met millioenen auto's") en het epos van Amundsen's Poolreizen („In de witte stilte der Polen"). schoon. Sebastopol lag aan haar .voeten. Ze had ifijk kunnen worden., een titel kunnen krijgen, maar ze gaf de voor keur aan de knappe George. Vijf en dertig jaar later wandelde ik langs de First avenue in New York, toen ik Valentina en George uit een blok prach tige flats zag komen. Valentina is op het ogenblik eigenares van een zaak in da mesjaponnen in 74th Street. En hier ver schijnt Greta Garbo ten tonele. In die winkel, bijna 20 jaar geleden, maakten Valentina en haar man kennis met Gar bo, toen ze een japon bij hen kwam ko pen. Ze werden vrienden later buren. Ik sprak met George Schlee over de oude tijd en vroeg hem of Garbo ooit nog in een film zou optreden. „Nooit" verklaar de Schlee nadrukkelijk. „Ze krijgt iedere week honderden scenario's toegestuurd, maar ze kijkt er zelfs niet in. Ze heeft er geen belangstelling meer voor". „Maar voor mij roept het bericht uit het Zuiden van Frankrijk vooral herinnerin gen op aan een dag, toen ik Garbo tij dens het lunchuur volgde naar een klei ne bioscoop in New York. In haar ge bruikelijke zwarte kleren en met haar donkere bril op glipte ze het theater bin nen. Ik volgde haar. Binnen zette ze haar bril af en kon ik haar bleke, regelmatige gelaatstrekken zien in het flikkerende licht van het projectie-apparaat. Ze sloeg de film geboeid gade. Kunt u raden wel ke film het was? Ze keek naar de jonge Garbo in „Camille". Op een gegeven moment legde ze haar handen op de rug van de stoel vóór haar en liet er haar kin op rusten. Haar gelaat bleef over het algemeen onbeweeglijk, bijna zou men zeggen bedroefd. Maar één- of tweemaal lachte ze om zichzelf zoals ze zovele ja ren geleden was geweest. Na het einde van de film haastte ze zich door een zij deur naar buiten. De directeur vertelde me later, dat Gar bo dat seizoen zesmaal naar „Camille" was komen kijken Gretu Garbo heeft op Kaap (TAil in het Zuiden van Frankrijk bij Cannes een villa gekocht. „De duivel wacht buiten" door John H. Griffin Uitg. Elsevier, Amsterdam. Deuitersten raken elkaar Eerst dachten wij dat dit goeddeels weerzienwekkende proza een bekerings geschiedenis moest verbeelden van een niet-katholieke musicoloog-student die in een Benedictijner-abdij onder de bekoring is geraakt van de Gregoriaanse zang. Maar zo ver komt het in deze bijna 500 bladzijden gelukkig niet. Want de op scherpe tegenstellinge vrzotte Amerikaan se schrijver heeft de studietijd van zijn held der mate ontsierd mc de beschrij ving van diens luxerieuze uitspattingen, dat het niet minder dan een aanklacht tegen de kloosterlijke staat zou betekend hebben, als deze Don Juan tenslotte blij vend achter de veilige muren der abdij zou zijn terecht gekomen, buiten bereik zogenaamd van de Satan. Naast de diver se moraal-theologische miszottingen, waar op de lezer wordt onthaald, zou dit wel de grootste zijn geweest. Nu blijt er slechts één stuk onver bloemde vleselijke passie over, in nauw contact helaas gebracht met de meest verheven aspecten van de katholieke li turgie en de mystiek, wier einddoel de hartstoch voor God hier opweinig verantwoorde wijzd als schijncontrast in de intrige wordt verweven. Het spreekt vanzelf dat wij onder geen beding dit „duivels" egschrijf, nowel door een katholiek vertaald, enigerlei aanbe veling kunnen meegeven. Een ernstige waarschuwing is daarentegen op haar plaats. Carmelkluis en Carmelwereld door Canisius Janssen O. Carm. Uitg Paul Brand Bussum. Wie zich oriënteren wil over geest en idealen alsmede de geschiedenis der Car- melieten-orde vindt hier een deskundige gids, die hem de poëtische tradities over Elias en Maria zal ontsluieren, waarvan de eerste in het grijs verleden verloren zijn gegaan, al houden de monniken, die 'e historie der orde dooi de eeuwen he-n te boek stelden, devotelijk vast aan de stichting der orde door de profeet Elias „ter ere van Onze Lievfe Vrouw". De oud-testamentische Carmelbewoner zou reeds Maria's maagdelijkheid en Onbe vlekte Ontvangenis hebben gekend. Die Mana-tradities zijn dan ook met meer onverbrekelijke banden aan de Maria- orde bij uitstek verbonden getuige de Carmelitaanse leer over de Maria-vere- ring van een der meest bekende monni ken, Joannes Baco. Ook over Simon Stok en de scapulier- Deze Zweedse roman trekt vooral de aandacht door de milieuschildering uit het onherbergzame hoge Noorden van Zweden om en nabij de boomgrens, als mede de tekening van zeden en gewoon ten der Lappen en der de Europese be schaving ontvluchte kolonisten die temid den van de autochthone bevolking leven. Hoe zwaar het lot der laatsten is vindt men speciaal in deze bladzijden beschre ven. L.H. wezig en te elfder ure in de hulde be trokken moet zich bij zulk een ideale herschepping gelukkig gevoeld hebben. Deze speleenheid weegt des te zwaar der naar mate men méér overtuigd wordt dat dit Dubbelconcert een. mini mum van onafhankelijke melodie-voe ring, van twee-stemmigheid te horen geeft. Beide solo-stemmen zijn zó aan el kander verkleefd dat zij elkaar meer napraten dan een eigen stem in het ka pittel doen horen. Stijgt de een, dan stijgt de ander, en andersctm. Speelt de een 'n cadens, dan volgt de tweede op de voet. En zo kan men in vele technische détails treden om aan te tonen dat dit Dubbel concert in de grond van de zaak vanuit één Hjnvoerlng gedacht is, één lijn die als Het begin was somber: onverhoeds klonk Bach's Air uit de D-dur Suite om een even onverhoeds overlijden van een der bestuurderen van het Residentie- Orkest te gedenken. Toen volgde de plechstatige bazuin- accoorden uit Mozart's Zauberflöte- Ouverture, welke destijds als symbool werden aangezien vanhet entrée van de aspirant-vrijmetselaar in de Loge, even als het fugatisch lijnenspel hierop vol gend als een afbeelding goldt van de duistere wegen die de Vrijmetselarij be wandelde. Maar Mozart speelde als een kind met deze eerst in later tijd versom berde symbolen en verlichtte ze als muzi kant tot kristallijn stemmenweefsel, zó licht als een dans van engelen Het is deze praemisse dat Badings' Dubbelconcert en Bruckner's IXe Sym- phonie volgden, die naar tijdsomvang en nadrukkelijkheid gerekend als „pièces de résistance" bedoeld waren. Zou men 'n wijle de uitvoering, de in strumentale weergave als maatstaf aan nemen, dan heeft Badings wel zeer uit zonderlijke momenten beleefd. Uit het feit, dat zowel zijn Dubbelcon cert voor 2 violen als Bruckner's werk tot de laatste repertoire-verworvenheden van het Residentie-Orkest onder v. Ot- terloo'g leiding behoort, kan men reeds concluderen dat hier van 't gebruikelijke niveau van inderhaast pasklaar gemaak te programma's geen sprake is geweest. Van Otterloo's praedilectie voor beide mu- zieken en zijn geestes-verwantschap met de steeds tot op zekere hoogte experimen terende muziekvinder Badings, vonden op deze sluitingsavond van het Holland- Festival 1955 een duidelijke weerklank. Maar waar ter wereld kan men twee vio listen ontmoeten gelijk Krebbers en Olof (die hier wederom in Bading's werk als solisten optraden), die zulk een speleen heid, zulk een in elkaar verstrengeld spel ten gehore kunnen brengen als nü i.h.b. het geval was? Badings hier aan- ten emigreren. Nieuwe grond is er im mers niet te koop.' Maar vader wil niet van emigreren horen. Zolang hij leeft, wordt er niet geëmigreerd! Voor zijn jongere zoon zal hij een nieuw stuk grond kopen. Als je de weg maar weet en je ogen de kost geeft, dan is er altijd nog wel een lapje grond te krijgen. Zijn zoon moet Misschien zijn de voorschriften in Cana da nog wel niet veelvuldig als hier, niet zo licht over emigreren denxen. maar dan zullen ze ongetwijfeld nog komen! Voorschriften zijn goed, al zijn ze er ook, om er zoveel mogelijk tegen te kankeren en er je'zoveel mogelijk aan te onttrekken. Zonder voorschriften zou het een chaos zijn.' De jongste zoon heeft in het ge heim verkering met de dochter van va ders grootste tegenstander. Als vader er achter komt, betekent dit een grote desillusie voor hem. Hij is in staat zijn zoon onmiddellijk buiten de deur te zet ten. Maar dit is zijn eerste woede-re actie. Vader blijkt wel degelijk een man van groot karakter te zijn. Per soonlijke gevoelens mogen het geluk van zijn jongen niet in de weg staan. En als hij eenmaal he meisje heeft leren kennen, dan geeft hij zijn fiat er aan. Maar dan stuit bet voorgenomen huwelijk op nog allerlei tegenwerkingen van de kant van de ouders van het meisje. Het is een zeer interessant spel vol verwikkelingen. Indien mogelijk, zullen we de volgende keer wat dieper ingaan op de innerlijke kwaliteiten van het spel, op de karakters van de personen en op taal en stijl. Nu hebben we ons min of meer tot de inhoud ervan moe ten beperken. Een hele stapel nieuwe spelen ligt ter bespreking voor mij. We kunnen er echter toch maar hoogstens één per week bespreken. Ze zonder meer te noemen heeft weinig zin. Ik wil gaarne mijn goed- of afkeuring met duidelijke redenen omkleden, zodat U zich kunt orienteren omtrent het waarom van mijn zienswijze en desnoods uw eigen mening daar tegenover stellen. Helaas heb ik van een enkele uitgever geen nieuwe spelen ontvangen, zodat ik dus waarschijnlijk sommige stukken onbe sproken moet iaien Ook zullen wij die stukken onbesproken laten, d'e geen en kele waarde hebben, tenzij een enkele uitzondering om er lering uit te trek ken. „Stenen voor brood" is oorsuronkel.jk een luisterspel van Govert Homburg. Het behaalde voor de radio een groot succes en werd nu omgewerkt tot een toneelspel. Het gegeven is zeer acfueel. Dertien kwekers moeten het veld rui men voor de groeiende industrialisatie Op hun grond zullen fabrieken verrij zen, huizen en een verkeersweg. lie kwekers begrijpen er de noodzakelijk heid niet van. Zij komen tegen dit be sluit in verzet. Van geslacht op geslacht heeft hun grond voor een gedeelte de voedselvoorziening verzorgd en nu zou den zij plaats moeten maken voor ste nen, dode stenen, die geen enkele vrucht voortbrengen? Zelf hebben zij hun grond bewerkt met hun eigen handen, de aar de met hun zweet doordrenkt en nu zouden ze zomaar van hun grond ver jaagd worden? Dat kan toch niet! Dat druist toch in tegen ieder rechtsbegrip! Wat moeten zij dan aanvangen en hun zonen? Emigreren, ja! Maar zij zijn ook gehecht aan hun grond, aan hun vaderland, aan hun omgeving! Wie heeft het recht om te bepalen, dat zij maar emigreren moeten? Een andere uitweg is er niet. Nieuwe grond is er niet meer te koop. In hun kweek ligt hun levenswerk. En hierdoor laten zij zo maar niet door de eerste de beste ambtenaar domweg een streep halen. Zij zullen vechten voor het behoud van hun grond! Deze strijd, die al gauw een hopeloze strijd blijkt te zijn, weet de schrijver sa men te vatten in het felle gevecht, dat kweker Voortman voert voor het behoud van zijn grond. Voortman blijkt de meest vasthoudende te zijn van alle dertien kwekers. Hij gaat voor niemand opzij. Ook niet voor de druk, die het gemeen tebestuur op hem uitoefent. Van aan lokkelijke aanbiedingen wil hij niets we ten. Hij eist slechts, dat men hem met rust laat. Hem en zijn grond! Het is zijn grond en van niemand anders, en die grond heeft bij bestemd voor zijn oudste zoon. Toen hij begon op die grond was ze nog woest en onvrucht baar. Steen voor steen heeft hij uit die grond verwijderd. Hij heeft haar vrucht baar gemaakt tezamen met zijn vrouw. Dag en nacht hebben zij gewerkt vijf en twintig jaren lang. Met niets begon nen en nu een rijke kweek. Zonder éne cent schuld. Al komt de onderste steen boven, Voortman zal niet wijken van zijn grond! Nooit! Maar het gemeentebestuur zit intus sen niet stil. ,Na allerlei mislukte po gingen om met de kwekers tot een min nelijke schikking te komen, besluit men tot onteigening. De aanvrage om goed keuring hiervoor is al verzonden. Doch omdat dit lange tijd vergt, geeft het gemeentebestuur zijn pogingen niet op om onderhands tot minnelijke schikkin gen te geraken. Een deel van de be treffende kwekers zijn geen eigenaren van hun grond, doch slechts pachters Het gelukt het gemeentebestuur deze gronden te kopen en de desbetreffende kwekers wordt hun pacht opgezegd. De kwekers-eigenaars komen nu plotse ling veel zwakker te staan. De opge zegde kwekers steken de koppen bij me kaar, overleggen met de geestelijk»? her der van hun gemeente en besluiten ge zamenlijk te emigreren. Ook enkele kwe kers-eigenaars bezwijken voor de aan lokkelijke prijzen, die het gemeentebe stuur voor hun kweek biedt en beslui ten eveneens te emigreren, zodat Voort man steeds meer alleen komt te staan. Maar dit betekent voor Voortman al leen maar, dat hij zijn strijdvaardigheid verviervoudigen moet. Hij neemt een advocaat in handen. Als hij alleen moet strijden, goed, maar dan zal hij alleen winnen ook! Zijn vrouw echter bekijkt dit alles zeer nuchter. Zij begrijpt, dat er geen houden meer aan is. Nu zeker niet, nu zij alleen zijn komen te staan. Zij is een diep gelovige vrouw en ziet in alles Gods leiding. Daarom legt zij zich er bij neer. Maar haar grote vrees is, dat haar man er zich nooit bij neer zal kun nen leggen, ook niet, als hij het zal moeten. „Vader wil voor niets of nie mand opzij. Zie je, en daar ben ik bang voor. Als hij toch opzij moet. Dat zou hij niet kunnen verwerken.'Dat week :k" De oudste zoon heeft een avontuurlij ke inslag. Wat hem betreft mag vader de kweek verkopen. Dan gaat hij emi greren! Het vaderland is hem toch te klein met al die voorschriften en amote- narij! In Canada is men vrij! Daar kan men tenminste adem halen. En daar is nog grond in overvloed. En trouwens, vader heeft nog een tweede zoon. Als hij de kweek behouden kan, laat hij haar dan maar aan zijn jongere broer geven. Want één van hen tweeën zal toch moe van de uitvoerenden en van de dirigent Anton Krelage; dat echter de vertolking van eerstgenoemde werken nog meer im poneerde dan die van de laatste, lijkt ons behalve dan het feit, dat de muziek van Clemens met fijner pen geciseleerd is en van groter gedachten vervuld, ook nog te danken aan de grote natuurlijk heid in het muzikale verloop van de interpretatie. De reproductie van Mozart's Te Deum door het Radiokoor met het Omroepor kest eveneens o.l.v. Anton Krelage, stel de ook hier op punt van technische kwa liteit niet teleur, doch wellicht heeft de dirigent zich hier iets te veel laten ver leiden tot een te grote mate van objec tiviteit in de interpretatie, iets, dat dit werk, zeker niet het sterkste van Mo zart, minder goed verdraagt. Van grote spankracht was de weergave die tenslotte het Groot Omroepkoor met de blazers uit het Omroepkamerorkest o.l.v. Carel Laoüt heeft gegeven van Bruckner's Mis in e kl. Ook hier werd men geconfronteerd met een gave en veelomvattende koortechniek, de koor klank, die in het forte soms staalhard kon zijn. wist zich echter ook tot edele lyriek te verzachten, waardoor het reli gieuze sentiment, dat aan Bruckner in- haerent is, ook zijn kansen heeft gekre gen. Bovendien heeft Laöut geen gelegen heid voorbij laten gaan om de vormarchi- tectuur tot in de kleinste details door te denken, waardoor de vertolking ook zo imposant is geworden. Men kan het Holland Festival dank baar zijn, dat het op deze manier de aandacht heeft gevestigd op de perfecte vocale ensembles, waarover ons land in deze radiokoren beschikt en het is te be treuren, dat er naar verhouding zo wei nig mensen van dit optreden notitie heb ben genomen. Hopenlijk doet zich in het openbare concertleven nog eens zo'n ge legenheid voor deze koren voor. B.G. Als laatste in de reeks voorstellingen die het Holland Festival 1955 te Rotter dam heeft gebracht, heeft men gister avond in de Koninginne Kerk een koor avond kunnen genieten, waarbij diverse koren van de Nederlandse Radio Unie. t.w. het Omroepkamerkoor, het Radio koor en het Groot Omroepkoor van hun sublieme koorzang en opmerkelijke koor techniek hebben getuigd. Het Omroep kamerkoor, een ensemble van 16 zange ressen en zangers, heeft in drie motetten van Clemens non Papa bewezen, hoezeer de vloeiende polyphonie van deze muziek binnen zijn bereik ligt, hoe het de koor- technische problemen, die zich hier voor doen, spelenderwijs weet op te lossen en hoe het inpassen van de melodische ge dachten uit de partituur en het evenwicht van de stemmen onderling met ter zake kundig inzicht weet te realiseren. Twee psalmen van J. P. Sweelinck pro fiteerden eveneens van de competentie water'"'-film dit niveau niet bereikt. Hij blijft aan de oppervlakte, hoe diep hij ook met zijn camera duikt. Vooral bij de vervaardiging van eén film kan de wijze, waarop het product is gemaakt veel goedmaken. De jonge kunst is nog sterk gebonden aan de eisen van een individuele vormgeving, die het inhoudsloze nog enigszins genietbaar kan maken door een knappe vormgeving. Een bij uitstek banaal gegeven als „Du Rififi chez les hommes" van Jule Dassin is door oeuvre van de cineasten. Men mobili seert bij voorkeur het hele arsenaal van valse sentimenten en sentimentaliteiten om een zo groot mogelijke bevrediging te schenken aan een zo groot mogelijke groep toeschouwers. Hoe meer een werk zich richt tot de grote massa, des te oppervlakkiger het wordt. En om het gemis aan diepte te verbergen, worden alle tierlantijnen van een gewoon senti ment aangewend, waardoor men de op pervlakte van het werk schuurt en po lijst, zodat de indruk van iets gaafs wordt verkregen. Uitzonderingen zijn er gelukkig. Er zijn bijvoorbeeld enkele „Westerns" gemaakt, zoals „High Noon", „Shane" en „Ran cho Notorious" die de Cowboyfilm heb ben opgeheven tot een waarachtig kunst niveau. John Sturges heeft met zijn „Under- de knappe sfeeraanduiding en haast vir tuoze verfilming aanvaardbaar Nu is een vooruitgang in het technische kunnen bij de cinematografie nooit direct een winst geweest. Klank en kleur en later de vergrote beeldvlakken hebben ds moei zaam verworven filmaesthetica teruggezet. De verfilming onder water is daar een nieuw voorbeeld van. De film „De verzon ken schat" is opgenomen op „grootbeeld formaat". De beelden zijn scherp, maar de door de afmetingen vereiste trage mon tage is door de onderwaterscènes nog eens geaccentueerd. Wat zich onder de zeespie gel afspeelt, voltrekt zich door de wetten van de physica langzamer dan de bewe gingen in de lucht. Dit alles heeft de film een stempel van traagheid gegeven die niet bepaald de aandacht blijft boeien Zelfs de ontploffing in het wrak, die de vrouw van één der duikers onder een paar balken bekneld doet raken, is niet van een adembenemende spanning. Sturges zou een soort semi documentai re film hebben kunnen maken, door de diepzeefauna en -flora te verfilmen. Hij heeft het niet gedaan. De vissen vormen slechts een schaarse ornamentiek. Zij dui den aan, dat de camera's zich onder water bevinden. Enkele haaien, die op het kritie ke moment komen aanzwemmen, zijn even dreigend, maar zij spelen verder geen rol, ofschoon dit duidelijk wordt gesuggereerd. Dit zijn de grote tekortkomingen van deze film. Maar wie zich wil wanen een avonturier te zijn, die een nieuw gebied ex ploreert, kan „De verzonken schat" gaan zoeken, om tenslotte tot de conclusie te komen dat hij of zij weinig heeft ge vonden. Bu. „Amerika" door Allan Nevins en Henry Steele Commager. Uitg. Het Spectrum Utrecht. Menig Nederlander, die in zijn jeugd de niet zo bijster fraaie Amerikaanse postzegels heeft gespaard en op wie de haast onuitputtelijke presidenten-serie daarbij wel een diepe indruk moet heb ben gemaakt, heeft maar een vrij vaag beeld van het verleden van de Verenigde Staten. Het boek „Amerika" zal onge twijfeld zijn herinnering bijzonder scher pen en kleuren. Het schrijvers-team Nevins Steel en Commager geeft op de ruim 400 pagina's van dit 120ste Prisma- boek een uitermate boeiende „geschiede nis van een vrij volk". In eenvoudige en heldere zinnen laat het ons de oude Ame rikaanse presidenten zien, warm-menselijk en springlevend in hun grootheid en met hun tekortkomingen Het leidt ons in de meest ingewikkelde vraagstukken in, als b.v. de tegenstelling Noord-Zuid, het ar beidsprobleem, de immigratie, Woodrow Wilson's slechts gedeeltelijk geslaagde vernieuwingen op buitenlands politiek ge bied. Roosevelt's „New Deal". Alleen misten we een enigszins uitgebreid over zicht van de gang van het neger-probleem netelig probleem voor de schrijver van de geschiedenis voor heel het Amerikaanse volk. Zij het dan met een soms duidelijke voorkeur van de democratische partij, ge ven Steel eh Commager toch een objec tief beeld van de geschiedenis van een werkelijk vrijheidslievend en dit zij wèèr eens uitdrukkelijk vastgesteld ge nereus volk Uitgegeven in de Prisma reeks, is dit boeiende boek onder het be reik van ledereen. Deborah Kerr krijgt met William Holden een hoofdrol in de J isla Vision-film „The Magnificat Devils'" van Perlberg en Seaton „De verzonken schat" is gevonden, maar het bergen van liet goud en de sieraden is een onmogelijke opgave. Beeld uit de nieuwe film van

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1955 | | pagina 10