in DRUKINKT
Op de PLANKEN
E WERELD
FILMS
Stenen voor brood
De zon gaat op in
Gulbrandstal
Concert in Rotterdam
ZATERDAG 16 JULI 1953
PAGINA 10
HELDENSERIE
door Bernhard Nordh
Uitgeverij de Boekerij, Baarn
Hans van Bergen
Traagheid
John Sturges.
Van dc beeldroman naar het pocket
boek lijkt geen geringe stap De jeugd in
deze richting te sturen ze ertoe te bren
gen weer naar een klein, maar echt
boek te grijpen, mag men zien als een
prijzenswaardige onderneming. Uitgeverij
„Helmond" heeft dit op zich genomen
met haar ..Heldenserie". De drie deeltjes,
welke onlangs van de persen kwamen,
zijn beslist zo aantrekkelijk, dat ook de
vaders er wel belangstellend in zullen
bladeren en lezen.
De reeds versêhenen werkjes zien er
ook van buiten aanlokkelijk uit. De fraaie
kleurrijke geplasticeerde bandjes noden
tot nadere kennismaking met de inhoud.
En deze is wel van die aard, dat men
geboeid wordt door de avonturen van de
grote ontdekkingsreiziger Stanley („On
der wilden en menseneters"), het levens
werk var Henry Ford („Een race met
millioenen auto's") en het epos van
Amundsen's Poolreizen („In de witte
stilte der Polen").
schoon. Sebastopol lag aan haar .voeten.
Ze had ifijk kunnen worden., een titel
kunnen krijgen, maar ze gaf de voor
keur aan de knappe George.
Vijf en dertig jaar later wandelde ik
langs de First avenue in New York, toen
ik Valentina en George uit een blok prach
tige flats zag komen. Valentina is op het
ogenblik eigenares van een zaak in da
mesjaponnen in 74th Street. En hier ver
schijnt Greta Garbo ten tonele. In die
winkel, bijna 20 jaar geleden, maakten
Valentina en haar man kennis met Gar
bo, toen ze een japon bij hen kwam ko
pen. Ze werden vrienden later buren.
Ik sprak met George Schlee over de
oude tijd en vroeg hem of Garbo ooit nog
in een film zou optreden. „Nooit" verklaar
de Schlee nadrukkelijk. „Ze krijgt iedere
week honderden scenario's toegestuurd,
maar ze kijkt er zelfs niet in. Ze heeft er
geen belangstelling meer voor".
„Maar voor mij roept het bericht uit het
Zuiden van Frankrijk vooral herinnerin
gen op aan een dag, toen ik Garbo tij
dens het lunchuur volgde naar een klei
ne bioscoop in New York. In haar ge
bruikelijke zwarte kleren en met haar
donkere bril op glipte ze het theater bin
nen. Ik volgde haar. Binnen zette ze haar
bril af en kon ik haar bleke, regelmatige
gelaatstrekken zien in het flikkerende
licht van het projectie-apparaat. Ze sloeg
de film geboeid gade. Kunt u raden wel
ke film het was? Ze keek naar de jonge
Garbo in „Camille". Op een gegeven
moment legde ze haar handen op de rug
van de stoel vóór haar en liet er haar
kin op rusten. Haar gelaat bleef over het
algemeen onbeweeglijk, bijna zou men
zeggen bedroefd. Maar één- of tweemaal
lachte ze om zichzelf zoals ze zovele ja
ren geleden was geweest. Na het einde
van de film haastte ze zich door een zij
deur naar buiten.
De directeur vertelde me later, dat Gar
bo dat seizoen zesmaal naar „Camille"
was komen kijken
Gretu Garbo heeft op Kaap (TAil in
het Zuiden van Frankrijk bij Cannes
een villa gekocht.
„De duivel wacht buiten" door
John H. Griffin Uitg. Elsevier,
Amsterdam.
Deuitersten raken elkaar
Eerst dachten wij dat dit goeddeels
weerzienwekkende proza een bekerings
geschiedenis moest verbeelden van een
niet-katholieke musicoloog-student die in
een Benedictijner-abdij onder de bekoring
is geraakt van de Gregoriaanse zang.
Maar zo ver komt het in deze bijna 500
bladzijden gelukkig niet. Want de op
scherpe tegenstellinge vrzotte Amerikaan
se schrijver heeft de studietijd van zijn
held der mate ontsierd mc de beschrij
ving van diens luxerieuze uitspattingen,
dat het niet minder dan een aanklacht
tegen de kloosterlijke staat zou betekend
hebben, als deze Don Juan tenslotte blij
vend achter de veilige muren der abdij
zou zijn terecht gekomen, buiten bereik
zogenaamd van de Satan. Naast de diver
se moraal-theologische miszottingen, waar
op de lezer wordt onthaald, zou dit wel
de grootste zijn geweest.
Nu blijt er slechts één stuk onver
bloemde vleselijke passie over, in nauw
contact helaas gebracht met de meest
verheven aspecten van de katholieke li
turgie en de mystiek, wier einddoel
de hartstoch voor God hier opweinig
verantwoorde wijzd als schijncontrast in
de intrige wordt verweven.
Het spreekt vanzelf dat wij onder geen
beding dit „duivels" egschrijf, nowel door
een katholiek vertaald, enigerlei aanbe
veling kunnen meegeven. Een ernstige
waarschuwing is daarentegen op haar
plaats.
Carmelkluis en Carmelwereld door
Canisius Janssen O. Carm. Uitg
Paul Brand Bussum.
Wie zich oriënteren wil over geest en
idealen alsmede de geschiedenis der Car-
melieten-orde vindt hier een deskundige
gids, die hem de poëtische tradities over
Elias en Maria zal ontsluieren, waarvan
de eerste in het grijs verleden verloren
zijn gegaan, al houden de monniken, die
'e historie der orde dooi de eeuwen he-n
te boek stelden, devotelijk vast aan de
stichting der orde door de profeet Elias
„ter ere van Onze Lievfe Vrouw". De
oud-testamentische Carmelbewoner zou
reeds Maria's maagdelijkheid en Onbe
vlekte Ontvangenis hebben gekend. Die
Mana-tradities zijn dan ook met meer
onverbrekelijke banden aan de Maria-
orde bij uitstek verbonden getuige de
Carmelitaanse leer over de Maria-vere-
ring van een der meest bekende monni
ken, Joannes Baco.
Ook over Simon Stok en de scapulier-
Deze Zweedse roman trekt vooral de
aandacht door de milieuschildering uit
het onherbergzame hoge Noorden van
Zweden om en nabij de boomgrens, als
mede de tekening van zeden en gewoon
ten der Lappen en der de Europese be
schaving ontvluchte kolonisten die temid
den van de autochthone bevolking leven.
Hoe zwaar het lot der laatsten is vindt
men speciaal in deze bladzijden beschre
ven.
L.H.
wezig en te elfder ure in de hulde be
trokken moet zich bij zulk een ideale
herschepping gelukkig gevoeld hebben.
Deze speleenheid weegt des te zwaar
der naar mate men méér overtuigd
wordt dat dit Dubbelconcert een. mini
mum van onafhankelijke melodie-voe
ring, van twee-stemmigheid te horen
geeft. Beide solo-stemmen zijn zó aan el
kander verkleefd dat zij elkaar meer
napraten dan een eigen stem in het ka
pittel doen horen. Stijgt de een, dan stijgt
de ander, en andersctm. Speelt de een 'n
cadens, dan volgt de tweede op de voet.
En zo kan men in vele technische détails
treden om aan te tonen dat dit Dubbel
concert in de grond van de zaak vanuit
één Hjnvoerlng gedacht is, één lijn die als
Het begin was somber: onverhoeds
klonk Bach's Air uit de D-dur Suite om
een even onverhoeds overlijden van een
der bestuurderen van het Residentie-
Orkest te gedenken.
Toen volgde de plechstatige bazuin-
accoorden uit Mozart's Zauberflöte-
Ouverture, welke destijds als symbool
werden aangezien vanhet entrée van de
aspirant-vrijmetselaar in de Loge, even
als het fugatisch lijnenspel hierop vol
gend als een afbeelding goldt van de
duistere wegen die de Vrijmetselarij be
wandelde. Maar Mozart speelde als een
kind met deze eerst in later tijd versom
berde symbolen en verlichtte ze als muzi
kant tot kristallijn stemmenweefsel, zó
licht als een dans van engelen
Het is deze praemisse dat Badings'
Dubbelconcert en Bruckner's IXe Sym-
phonie volgden, die naar tijdsomvang en
nadrukkelijkheid gerekend als „pièces de
résistance" bedoeld waren.
Zou men 'n wijle de uitvoering, de in
strumentale weergave als maatstaf aan
nemen, dan heeft Badings wel zeer uit
zonderlijke momenten beleefd.
Uit het feit, dat zowel zijn Dubbelcon
cert voor 2 violen als Bruckner's werk
tot de laatste repertoire-verworvenheden
van het Residentie-Orkest onder v. Ot-
terloo'g leiding behoort, kan men reeds
concluderen dat hier van 't gebruikelijke
niveau van inderhaast pasklaar gemaak
te programma's geen sprake is geweest.
Van Otterloo's praedilectie voor beide mu-
zieken en zijn geestes-verwantschap met
de steeds tot op zekere hoogte experimen
terende muziekvinder Badings, vonden
op deze sluitingsavond van het Holland-
Festival 1955 een duidelijke weerklank.
Maar waar ter wereld kan men twee vio
listen ontmoeten gelijk Krebbers en Olof
(die hier wederom in Bading's werk als
solisten optraden), die zulk een speleen
heid, zulk een in elkaar verstrengeld
spel ten gehore kunnen brengen als nü
i.h.b. het geval was? Badings hier aan-
ten emigreren. Nieuwe grond is er im
mers niet te koop.'
Maar vader wil niet van emigreren
horen. Zolang hij leeft, wordt er niet
geëmigreerd! Voor zijn jongere zoon
zal hij een nieuw stuk grond kopen. Als
je de weg maar weet en je ogen de
kost geeft, dan is er altijd nog wel een
lapje grond te krijgen. Zijn zoon moet
Misschien zijn de voorschriften in Cana
da nog wel niet veelvuldig als hier,
niet zo licht over emigreren denxen.
maar dan zullen ze ongetwijfeld nog
komen! Voorschriften zijn goed, al zijn
ze er ook, om er zoveel mogelijk tegen
te kankeren en er je'zoveel mogelijk aan
te onttrekken. Zonder voorschriften zou
het een chaos zijn.'
De jongste zoon heeft in het ge
heim verkering met de dochter van va
ders grootste tegenstander. Als vader
er achter komt, betekent dit een grote
desillusie voor hem. Hij is in staat zijn
zoon onmiddellijk buiten de deur te zet
ten. Maar dit is zijn eerste woede-re
actie. Vader blijkt wel degelijk een
man van groot karakter te zijn. Per
soonlijke gevoelens mogen het geluk
van zijn jongen niet in de weg staan.
En als hij eenmaal he meisje heeft
leren kennen, dan geeft hij zijn fiat er
aan. Maar dan stuit bet voorgenomen
huwelijk op nog allerlei tegenwerkingen
van de kant van de ouders van het
meisje.
Het is een zeer interessant spel vol
verwikkelingen. Indien mogelijk, zullen
we de volgende keer wat dieper ingaan
op de innerlijke kwaliteiten van het
spel, op de karakters van de personen
en op taal en stijl. Nu hebben we ons
min of meer tot de inhoud ervan moe
ten beperken.
Een hele stapel nieuwe spelen ligt
ter bespreking voor mij. We kunnen
er echter toch maar hoogstens één per
week bespreken. Ze zonder meer te
noemen heeft weinig zin. Ik wil gaarne
mijn goed- of afkeuring met duidelijke
redenen omkleden, zodat U zich kunt
orienteren omtrent het waarom van
mijn zienswijze en desnoods uw eigen
mening daar tegenover stellen. Helaas
heb ik van een enkele uitgever geen
nieuwe spelen ontvangen, zodat ik dus
waarschijnlijk sommige stukken onbe
sproken moet iaien Ook zullen wij die
stukken onbesproken laten, d'e geen en
kele waarde hebben, tenzij een enkele
uitzondering om er lering uit te trek
ken.
„Stenen voor brood" is oorsuronkel.jk
een luisterspel van Govert Homburg.
Het behaalde voor de radio een groot
succes en werd nu omgewerkt tot een
toneelspel. Het gegeven is zeer acfueel.
Dertien kwekers moeten het veld rui
men voor de groeiende industrialisatie
Op hun grond zullen fabrieken verrij
zen, huizen en een verkeersweg. lie
kwekers begrijpen er de noodzakelijk
heid niet van. Zij komen tegen dit be
sluit in verzet. Van geslacht op geslacht
heeft hun grond voor een gedeelte de
voedselvoorziening verzorgd en nu zou
den zij plaats moeten maken voor ste
nen, dode stenen, die geen enkele vrucht
voortbrengen? Zelf hebben zij hun grond
bewerkt met hun eigen handen, de aar
de met hun zweet doordrenkt en nu
zouden ze zomaar van hun grond ver
jaagd worden? Dat kan toch niet! Dat
druist toch in tegen ieder rechtsbegrip!
Wat moeten zij dan aanvangen en hun
zonen? Emigreren, ja! Maar zij zijn
ook gehecht aan hun grond, aan hun
vaderland, aan hun omgeving! Wie
heeft het recht om te bepalen, dat zij
maar emigreren moeten? Een andere
uitweg is er niet. Nieuwe grond is er
niet meer te koop. In hun kweek ligt
hun levenswerk. En hierdoor laten zij
zo maar niet door de eerste de beste
ambtenaar domweg een streep halen.
Zij zullen vechten voor het behoud van
hun grond!
Deze strijd, die al gauw een hopeloze
strijd blijkt te zijn, weet de schrijver sa
men te vatten in het felle gevecht, dat
kweker Voortman voert voor het behoud
van zijn grond. Voortman blijkt de meest
vasthoudende te zijn van alle dertien
kwekers. Hij gaat voor niemand opzij.
Ook niet voor de druk, die het gemeen
tebestuur op hem uitoefent. Van aan
lokkelijke aanbiedingen wil hij niets we
ten. Hij eist slechts, dat men hem met
rust laat. Hem en zijn grond! Het is
zijn grond en van niemand anders, en
die grond heeft bij bestemd voor zijn
oudste zoon. Toen hij begon op die
grond was ze nog woest en onvrucht
baar. Steen voor steen heeft hij uit die
grond verwijderd. Hij heeft haar vrucht
baar gemaakt tezamen met zijn vrouw.
Dag en nacht hebben zij gewerkt vijf
en twintig jaren lang. Met niets begon
nen en nu een rijke kweek. Zonder éne
cent schuld. Al komt de onderste steen
boven, Voortman zal niet wijken van
zijn grond! Nooit!
Maar het gemeentebestuur zit intus
sen niet stil. ,Na allerlei mislukte po
gingen om met de kwekers tot een min
nelijke schikking te komen, besluit men
tot onteigening. De aanvrage om goed
keuring hiervoor is al verzonden. Doch
omdat dit lange tijd vergt, geeft het
gemeentebestuur zijn pogingen niet op
om onderhands tot minnelijke schikkin
gen te geraken. Een deel van de be
treffende kwekers zijn geen eigenaren
van hun grond, doch slechts pachters
Het gelukt het gemeentebestuur deze
gronden te kopen en de desbetreffende
kwekers wordt hun pacht opgezegd.
De kwekers-eigenaars komen nu plotse
ling veel zwakker te staan. De opge
zegde kwekers steken de koppen bij me
kaar, overleggen met de geestelijk»? her
der van hun gemeente en besluiten ge
zamenlijk te emigreren. Ook enkele kwe
kers-eigenaars bezwijken voor de aan
lokkelijke prijzen, die het gemeentebe
stuur voor hun kweek biedt en beslui
ten eveneens te emigreren, zodat Voort
man steeds meer alleen komt te staan.
Maar dit betekent voor Voortman al
leen maar, dat hij zijn strijdvaardigheid
verviervoudigen moet. Hij neemt een
advocaat in handen. Als hij alleen moet
strijden, goed, maar dan zal hij alleen
winnen ook!
Zijn vrouw echter bekijkt dit alles
zeer nuchter. Zij begrijpt, dat er geen
houden meer aan is. Nu zeker niet, nu
zij alleen zijn komen te staan. Zij is een
diep gelovige vrouw en ziet in alles
Gods leiding. Daarom legt zij zich er
bij neer. Maar haar grote vrees is, dat
haar man er zich nooit bij neer zal kun
nen leggen, ook niet, als hij het zal
moeten. „Vader wil voor niets of nie
mand opzij. Zie je, en daar ben ik bang
voor. Als hij toch opzij moet. Dat zou
hij niet kunnen verwerken.'Dat week :k"
De oudste zoon heeft een avontuurlij
ke inslag. Wat hem betreft mag vader
de kweek verkopen. Dan gaat hij emi
greren! Het vaderland is hem toch te
klein met al die voorschriften en amote-
narij! In Canada is men vrij! Daar kan
men tenminste adem halen. En daar is
nog grond in overvloed. En trouwens,
vader heeft nog een tweede zoon. Als
hij de kweek behouden kan, laat hij haar
dan maar aan zijn jongere broer geven.
Want één van hen tweeën zal toch moe
van de uitvoerenden en van de dirigent
Anton Krelage; dat echter de vertolking
van eerstgenoemde werken nog meer im
poneerde dan die van de laatste, lijkt
ons behalve dan het feit, dat de muziek
van Clemens met fijner pen geciseleerd
is en van groter gedachten vervuld, ook
nog te danken aan de grote natuurlijk
heid in het muzikale verloop van de
interpretatie.
De reproductie van Mozart's Te Deum
door het Radiokoor met het Omroepor
kest eveneens o.l.v. Anton Krelage, stel
de ook hier op punt van technische kwa
liteit niet teleur, doch wellicht heeft de
dirigent zich hier iets te veel laten ver
leiden tot een te grote mate van objec
tiviteit in de interpretatie, iets, dat dit
werk, zeker niet het sterkste van Mo
zart, minder goed verdraagt.
Van grote spankracht was de weergave
die tenslotte het Groot Omroepkoor met
de blazers uit het Omroepkamerorkest
o.l.v. Carel Laoüt heeft gegeven van
Bruckner's Mis in e kl. Ook hier werd
men geconfronteerd met een gave en
veelomvattende koortechniek, de koor
klank, die in het forte soms staalhard
kon zijn. wist zich echter ook tot edele
lyriek te verzachten, waardoor het reli
gieuze sentiment, dat aan Bruckner in-
haerent is, ook zijn kansen heeft gekre
gen. Bovendien heeft Laöut geen gelegen
heid voorbij laten gaan om de vormarchi-
tectuur tot in de kleinste details door te
denken, waardoor de vertolking ook zo
imposant is geworden.
Men kan het Holland Festival dank
baar zijn, dat het op deze manier de
aandacht heeft gevestigd op de perfecte
vocale ensembles, waarover ons land in
deze radiokoren beschikt en het is te be
treuren, dat er naar verhouding zo wei
nig mensen van dit optreden notitie heb
ben genomen. Hopenlijk doet zich in het
openbare concertleven nog eens zo'n ge
legenheid voor deze koren voor.
B.G.
Als laatste in de reeks voorstellingen
die het Holland Festival 1955 te Rotter
dam heeft gebracht, heeft men gister
avond in de Koninginne Kerk een koor
avond kunnen genieten, waarbij diverse
koren van de Nederlandse Radio Unie.
t.w. het Omroepkamerkoor, het Radio
koor en het Groot Omroepkoor van hun
sublieme koorzang en opmerkelijke koor
techniek hebben getuigd. Het Omroep
kamerkoor, een ensemble van 16 zange
ressen en zangers, heeft in drie motetten
van Clemens non Papa bewezen, hoezeer
de vloeiende polyphonie van deze muziek
binnen zijn bereik ligt, hoe het de koor-
technische problemen, die zich hier voor
doen, spelenderwijs weet op te lossen en
hoe het inpassen van de melodische ge
dachten uit de partituur en het evenwicht
van de stemmen onderling met ter zake
kundig inzicht weet te realiseren.
Twee psalmen van J. P. Sweelinck pro
fiteerden eveneens van de competentie
water'"'-film dit niveau niet bereikt.
Hij blijft aan de oppervlakte, hoe diep
hij ook met zijn camera duikt.
Vooral bij de vervaardiging van eén
film kan de wijze, waarop het product
is gemaakt veel goedmaken. De jonge
kunst is nog sterk gebonden aan de eisen
van een individuele vormgeving, die het
inhoudsloze nog enigszins genietbaar kan
maken door een knappe vormgeving. Een
bij uitstek banaal gegeven als „Du Rififi
chez les hommes" van Jule Dassin is door
oeuvre van de cineasten. Men mobili
seert bij voorkeur het hele arsenaal van
valse sentimenten en sentimentaliteiten
om een zo groot mogelijke bevrediging
te schenken aan een zo groot mogelijke
groep toeschouwers. Hoe meer een werk
zich richt tot de grote massa, des te
oppervlakkiger het wordt. En om het
gemis aan diepte te verbergen, worden
alle tierlantijnen van een gewoon senti
ment aangewend, waardoor men de op
pervlakte van het werk schuurt en po
lijst, zodat de indruk van iets gaafs wordt
verkregen.
Uitzonderingen zijn er gelukkig. Er zijn
bijvoorbeeld enkele „Westerns" gemaakt,
zoals „High Noon", „Shane" en „Ran
cho Notorious" die de Cowboyfilm heb
ben opgeheven tot een waarachtig kunst
niveau.
John Sturges heeft met zijn „Under-
de knappe sfeeraanduiding en haast vir
tuoze verfilming aanvaardbaar
Nu is een vooruitgang in het technische
kunnen bij de cinematografie nooit direct
een winst geweest. Klank en kleur en later
de vergrote beeldvlakken hebben ds moei
zaam verworven filmaesthetica teruggezet.
De verfilming onder water is daar een
nieuw voorbeeld van. De film „De verzon
ken schat" is opgenomen op „grootbeeld
formaat". De beelden zijn scherp, maar
de door de afmetingen vereiste trage mon
tage is door de onderwaterscènes nog eens
geaccentueerd. Wat zich onder de zeespie
gel afspeelt, voltrekt zich door de wetten
van de physica langzamer dan de bewe
gingen in de lucht. Dit alles heeft de film
een stempel van traagheid gegeven die
niet bepaald de aandacht blijft boeien
Zelfs de ontploffing in het wrak, die de
vrouw van één der duikers onder een
paar balken bekneld doet raken, is niet
van een adembenemende spanning.
Sturges zou een soort semi documentai
re film hebben kunnen maken, door de
diepzeefauna en -flora te verfilmen. Hij
heeft het niet gedaan. De vissen vormen
slechts een schaarse ornamentiek. Zij dui
den aan, dat de camera's zich onder water
bevinden. Enkele haaien, die op het kritie
ke moment komen aanzwemmen, zijn even
dreigend, maar zij spelen verder geen rol,
ofschoon dit duidelijk wordt gesuggereerd.
Dit zijn de grote tekortkomingen van
deze film. Maar wie zich wil wanen een
avonturier te zijn, die een nieuw gebied ex
ploreert, kan „De verzonken schat" gaan
zoeken, om tenslotte tot de conclusie te
komen dat hij of zij weinig heeft ge
vonden.
Bu.
„Amerika" door Allan Nevins en
Henry Steele Commager. Uitg.
Het Spectrum Utrecht.
Menig Nederlander, die in zijn jeugd
de niet zo bijster fraaie Amerikaanse
postzegels heeft gespaard en op wie de
haast onuitputtelijke presidenten-serie
daarbij wel een diepe indruk moet heb
ben gemaakt, heeft maar een vrij vaag
beeld van het verleden van de Verenigde
Staten. Het boek „Amerika" zal onge
twijfeld zijn herinnering bijzonder scher
pen en kleuren. Het schrijvers-team
Nevins Steel en Commager geeft op de
ruim 400 pagina's van dit 120ste Prisma-
boek een uitermate boeiende „geschiede
nis van een vrij volk". In eenvoudige en
heldere zinnen laat het ons de oude Ame
rikaanse presidenten zien, warm-menselijk
en springlevend in hun grootheid en met
hun tekortkomingen Het leidt ons in de
meest ingewikkelde vraagstukken in, als
b.v. de tegenstelling Noord-Zuid, het ar
beidsprobleem, de immigratie, Woodrow
Wilson's slechts gedeeltelijk geslaagde
vernieuwingen op buitenlands politiek ge
bied. Roosevelt's „New Deal". Alleen
misten we een enigszins uitgebreid over
zicht van de gang van het neger-probleem
netelig probleem voor de schrijver van de
geschiedenis voor heel het Amerikaanse
volk. Zij het dan met een soms duidelijke
voorkeur van de democratische partij, ge
ven Steel eh Commager toch een objec
tief beeld van de geschiedenis van een
werkelijk vrijheidslievend en dit zij
wèèr eens uitdrukkelijk vastgesteld ge
nereus volk Uitgegeven in de Prisma
reeks, is dit boeiende boek onder het be
reik van ledereen.
Deborah Kerr krijgt met William
Holden een hoofdrol in de J isla
Vision-film „The Magnificat Devils'"
van Perlberg en Seaton
„De verzonken schat" is gevonden, maar het bergen van liet goud en de
sieraden is een onmogelijke opgave. Beeld uit de nieuwe film van