(1
met mell
r meer mans sbus,™
E 55 ook voor DE VROUW
Afgunst op de „wecksfer"?
Uitzending van dienstplichtigen
naar Overzeese Rijksdelen
WÊÊË
DE DAPPERE DASCIE
Snufjes om het huisvrouwelijk energie-verbruik te beperken
Bouiven
Wonen
VORMING en OPLEIDING van cle
secretaresse en doktersassistente
WW VI/
De meeste Vrouwen
Huishoud-Praat
m- fü
i
ZATERDAG 16 JULI 1955
P\CI\\ 4
UITVERKOOP
zijn te goed
van vertrouwen
Ook zonder speciale wet
JONGEN VERLOOR ZWEM
VEST EN VERDRONK
LIJK GEVONDEN VAN
KANOVAARDER
In welke maanden wordt geweckt?
MeiJuni
rabarber, postelein, spinazie
Juni
asperges, peulen, aardbeien
JuniJuli
doperwten, tuinbonen, frambozen
Juli
bosbessen, kersen, kruisbessen, mo
rellen, rode en witte bessen
JuliAugustus
perziken
JuliAugustus en Sept.
princessebonen, pronk- en snijbonen,
worteltjes
Augustus
abrikozen
AugustusSeptember
andijvie, bramen, meloen, pruimen,
tomaten
Augustus, Sept. en Oct.
cantharellen
September
kwetsen
SeptemberOctober
appelen, druiven, peren
October, Nov., Dec.
stoofperen
door
BETTY KOR I'EKAAS-
DEN HAAN
Krimpen van pijn
im
Bekroonde inzending:
Win gratis Uw kist
Drie Hoefijzers Bier
Romantisch Ridderverhaal uit de tijd van de Kruistochten
(Advertentie)
Publico>i% Nederland» Zuivelbureau, Gravenhogt
22
OP DE ROTTERDAMSE tentoonstel
ling E 55 is er ook voor het huis-
huidelijk bedrijf een plaats inge
ruimd in de Grote Ahoy'-hal onder de
titeT „Bouwen en Wonen" met de toe
voeging: „voor de vrouw". Van deze
twee zal ..Wonen" uiteraard nog meer
de belangstelling van de vrouw hebben
dan „Bouwen" al is het hartveroverend
de klassen met jonge bouwvakarbeiders
aan het werk te zien en al is de klim
naar een moderne woningflat de moeite
ten volle waard. Verreweg de meeste
vrouwen zitten nu eenmaal al in een
gegeven omhulsel, hun huis. Dit is als
het ware de werkplaats van hun in dé
meeste gevallen éénmansbedrijf en
daarbinnen vormen zij de grote E waar
achter zij ieder jaar een nieuw cijfer
kunnen zetten.
De vrouwelijke energie moet ech
ter in topvorm gehouden worden. Hei
gaat niet aan om alle kracht te laten
opeten door alle lichamelijke vermoeie
nis, die het voeren van een huishoudinr
meebrengt. Er moet ook een deel open
blijven voor laten we het maar onder
de verzamelnaam „geestelijke zaken"
aanduiden. En dat gaat dan van de wer
kelijke aandacht voor de huisgenoten
tot misschien wel een eigen studie toe.
Was en strijken.
Nu wil deze peroratie helemaal niet
zeggen dat U die b.v. de was altijd thuis
gedaan hebt, die nu plotseling naar de
wasman moet gaan sturen en met de
vingers in Uw oren de woorden van een
of andere vreemde taal gaan leren. Wel
nee. .die was blijft gewoon in huis. Alleen
brengen we onder de wasmand een paar
pootjes aan of zo'n melkbankje b.v. Geen
gebuk meer bij het uitzoeken. Overigens
komt er ook een inklapbare wasmand
in de handel Een uitkomst voor klein-
behuisden, die, ik weet het uit ervaring,
met de wasmand van her naar der sle
pen maar en-er eigenlijk nooit een juis
te plaats voor vinden.
Een bok, een industriebrander en een
wringer alles heeft een „beste" ma
nier om te worden opgesteld waardoor
onnodig bukken en onnodig tillen verme
den wordt.
Met het strijken is het al evenzo. Na
tuurlijk is daar niet direct een strjjk-
machine voor nodig, zoals hier ook te
zien is. Maar als u bedenkt dat er
per gezinslid ongeveer een half uur strij
ken per week gerekend wordt, dan lijkt
het toch wel de moeite waard om de
wekelijkse strijkpartjj zo economisch mo
gelijk aan te leggen. U heeft waarschijn
lijk al wel die nieuwe strijkplanken ge
zien met bijpassend krukje, zodat men
zittend strijken kan. Maar het is niet
nodig om een nieuwe plank aan te schaf
fen als men nog een goede oude heeft.
Een oud stoeltje, een pianokruk of wat
dan ook gebruikt U als krukje mits U
er maar voor zorgt dat het zitvlak ca.
22 cm van de plank verwijderd blijft.
Een veel gehoord bezwaar tegen het
zittend strijken is: „dat er dan zo weinig
kracht gezet kan worden". Men hoeft
met de moderne electrische bouten niet
met kracht te werken, mits de tempe
ratuur van het apparaat voldoende
is. Gezeten achter een strijkplank en
met weinig krachtsinspanning brengt u
de vermoeienis, die dit wekelijks kar
wei oplevert, terug tot een minimum.
Er komt een treefje in de handel dat
wij als wij overschakelen op zittend
strijken op ongeveer driekwart van de
lengte van de strijkplank wordt aange
bracht.
Uw afstand tot het treefje op de oude
plaats is wat groot als U zit. Het nieu
we heeft rubberpootjes en staat 'n beet
je schuin, zodat noch streefje noch bout
weg kunnen glippen.
Opbergkast.
Voor het opbergen brengt de E 55
een combinatiekast, waarvan het werk
schema slechts enkele guldens kost. In
deze kast vinden de strijkplank
een plaats en het stijf goed. (ook
al weer iets waar je nooit raad
mee weet en dat je tenslotte
maar op een kastplank stopt of zolang
op een stoel legt met het gevoel dat het
toch niet je ware is). Verder, we zijn nog
steeds in die kast, is plaats voor een
naaimachine, er zijn ettelijke laadjes
voor het naaigerei, er is een serie ver
stelbare kastplanken, zodat hier het huis-
houdlinnen van een niet al te groot ge
zin geborgen kan worden en last but
not least is er een voorwand die als ta
fel wordt uitgeklapt. Werkelijk een kast
met duizend mogelijkheden.
De voor deze tentoonstelling ontwor
pen werkkast, is er een waarin allerlei
huishoudelijke werktuigen 'n plaats vin
den. Weer de strijkplank en het ijzer,
maar ook de stofzuiger, die wordt opge-
hangen evenals de stoffer, hetgeen een
hoop ruimte bespaart. De flessen, loda-
line, zoutzuur, ammoniak e.d. hebben
een plank op 1 m hoogte zodat de kleu
ters de over het algemeen gevaarlijke
inhoud niet te pakken kunnen krijgen.
Er onder zijn laden aangebracht voor
het poets- en boengerei. Een behoorlijke
ruimte is er open gelaten voor emmers
e.d. terwijl een van de aardigste vond
sten, die uit deze kast te voorschijn
kwam een schortje was. dat in de voor-
zak alle stofzuigeronderdelen bleek te
bergen. Het is dus: stofzuiger uit de kast
en schortje voor. Een snufje, dat elke
vrouw voor zich zelf kan maken.
l Advertentie)
en daarom komen zij soms met
dingen thuis, die zij helemaal niet
bedoelden.
Honderdduizenden huisvrouwen
geven aan MAÏZENA DURYEA
de voorkeur.
Allemaal vragen zij hun winke
lier dit wereldmerk, maar niet
allemaal letten op wat ze krijgen.
En toch is dat nodig. Er op toezien
dat de naam DURYEA op 't pak
staat. Want dat is de garantie van
het originele produet en voor een
volledig slagen bij het bereiden
en binden van groenten, van saus
en soep. Met die naam DURYEA
valt of staat het hele resultaat
Behalve de voorstellen tot Grondwets
wijziging. waarvan wij gisteren reeds
melding maakten, heeft de regering nog
twee wetsontwerpen met betrekking tot
een partiële herziening van de Grondwet
bij de Tweede Kamer ingediend. Een
daarvan komt hier op neer, dat het na
bedoelde wijziging mogelijk zal zijn, dat
dienstplichtige militairen van de land- en
luchtmacht naar de Overzeese Rijksdelen
kunnen worden gezonden, ook al stem
men zij daarmede niet in en is er geen
gelcgenheidswct, die hen daartoe dwingt.
De grondwettelijke bezwaren, die er te-
(Van onze correspondent)
In de Kil bij Oudvossemeer is Vrijdag
de 14-jarige H„ woonachtig te Oud-
vossemeer, bij het baden verdronken. De
jongen viel in het water en verloor tijdens
de val zijn zwemvest. Direct was hulp
aanwezig, doch men slaagde er niet in
hem tijdig op het droge te brengen.
Uit de Waal onder Ochten is opgevist
het lijk van de 22-iarige R. uit Nijmegen,
die Zondag op de Waal met zijn kano ver
ongelukte en verdronk.
gen gedwongen uitzending zijn zonder
dat er een speciale wet is, zijii «au ui. w,
geheven.
Als ik ooit in de voorraadkast of -kel
der van een Huisvrouw met een grote H
kijk en ik zie daar de reeksen inmaak
zich langs de muur rijen, kleurig als die
op de plaatsjes in een Women's Maga
zine, dan voel ik altijd een tikkeltje,
afgunst. Of nee, dat is te sterk. Misschien
zou ik het kunnen omschrijven met een
woord dat m'n dochter gebruikte toen ze
juist begon te praten: „hebben!".
Ja, zo'n reeks van die kleurig gevul
de planken is al heel wat jaren m'n vu
rig ideaal. Al weet ik ook we] dat dit
een ideaal is om nooit vervuld te raken
omdat ik niet zou weten waar ik de tijd
vandaan moest halen om te wecken (praai
vooral niet van steriliseren, want pro
fessor Den Hartog heeft in het voor
woord voor een zojuist verschenen boekie
nog eens uitdrukkelijk onderstreept dat
groenten en vlees bij de inmaak in glas
niet steriel worden). En ik geloof ook
niet, dat ik ooit zo vreselijk precies en
secuur zou zijn om dit werk helemaal
onberispelijk te doen. Want dat staat er
in de voorschriften voor wecken altijd bij-
dat je er rustig de tijd voor moet ne
men, zodat alle aandacht aan het inma
ken kan worden besteed en alles achter
elkaar afgewerkt kan worden.
Ik zou echt niet maar steeds aan mijr.
worteltjes en mijn aalbessen kunnen blij
ven denken. Ineens zou me te binnen
schieten, dat we ook nu weer niet een
katholieke vrouw in de Eerste Kamer
zullen krijgen, behalve als er eens een
catastrofe huis hield onder de nu zittende
leden. Of ik zou..
Nee, niet van die onchristelijke gedach
ten. Nu bij de weck blijven. Ik moet daar
voor erg verse producten gebruiken en
die zo snel mogelijk verwerken (o hemel,
en nu moet ik vanmiddag juist dit praat
je tikken!) Ik moet schoon inmaakmate-
riaal hebben en een schoon schort en
schone doeken er. pannelappen, en vooral
hygiënisch werken. En mijn keuken moet
ik goed ventileren.
Verleidelijke cijfers
In die keuken van mij is dat gelukkig
mogelijk, maar dan denk ik toch ook
weer aan al die vrouwen die een huis
bewonen waarvan de keuken helemaal
niet geventileerd kan worden. Die zijn
dus uitgeschakeld, wat jammer is. En
ook vraag ik me af waar de huisvrouw
in haar moderne flatje de ruimte zou
moeten vinden om haar flessen weck
neer fe zetten. Of nee, dat „neerzetten"
klinkt te prozaïsch. Verbetert u maar:
ze kleur aan kleur te rijen. En telkens
er even van te genieten. Van de aanblik
en van de gedachte dat als andere men
sen in de winter voor hun blik spercie-
boontjes 1,25 moeten betalen, zij zo
ongeveer voor zestig cent klaar is.
Ik heb het tot de cent berekend ge
vonden in het handboek voor de inmaak,
dat mevrouw J. A. van Ditmars-Hokke-
ling voor de Verenigde Glasfabrieken in
Schiedam heeft samengesteld, waar voor
de inmaak van 6 glazen spersiebonen het
volgende geldt:
5 kif spersiebonen a 0,55 per kg
6 literglazen: afschrijfkosten
6 ringen: afschrijfkosten
Overig materiaal: afschrijfkosten
Verwarming van 6 glazen:
ca. 500 1. gas
I'cr literglas zal de prijs dan ca 0,53
bedragen, en wanneer we inplaals van
spersiebonen kersen hebben gekozen
komen we ongeveer een ccnl duurder
uit.
Wie zulke cijfers leest, voelt natuur
lijk ineens de verleiding opkomen om
het toch maar eens met wecken te pro
beren. Precies als die 92 procent van de
plattelandshuisvrouwen, die het preste-
ren om e!k jaar zowat 50 millioen liter
groeiden en fruit in glas te bewaren. Al
komt dat dan vooral, doordat ze daar op
het platteland de groenten en het fruit
meestal voor het grijpen hebben, goed 1
geplant, goed bemest volgens de deskun-
2,75
0,18
0,10
0,05
0,09
Totaal 3,17
dige adviezen van provinciale, rijkstuin-
bouwconsuien'ten of door de Dienst voor
Volkstuinwezen en Particuliere 1 umbouw. t
Ze hebben er ruimte om alles goed ver
zorgd te bevaren en.2e steunen op een
traditie. Moeder deed hetgrootmoe
der deed het., en dus.. Dus gaan ook
de kleindochters wecken. En wie haar
daarbij gezelschap wil houden, doet dat
volgens de bij dit praatje geplaatste ta
bel die ik samenstelde aan de hand van
de gegevens in het hierboven genoemde,
uitstekende boekje van mevrouw Ditmars.
Advertentie
door rheurriahek, spit. Ischias, hoofd
en zenuwpijnen ts onnodig. Togai be
vrijdt O snel en afdoende van die pijnen
Togai baat waar andere middelen falen
Toga) zuivert door de nieren, ts on
schadelijk v„or hart en maag Bij
apotheek en drogist f 0.95. f 2 40. f 8 88
iï-
De Duitse ontwerpers Geliringer en Glupp bedachten dit zomer-
ensemble van een lichtgewicht nollen fresco tceefsel met witte
piqué garnering. Het geheel kreeg het karakter van een geklede
japon, waaraan het schootje enigszins een jumper-effect geeft.
Grote knopen en opvallende uitte strikken vormen de garnering.
Van geïnteresseerde werkgevers- en
dokterszijde is dc wens uitgesproken, dat
aan de vorming van de persoonlijkheid
van de directie-secretaresse respectievelijk
dokters-assistente zeker zoveel aandacht
besteed dient tè worden als aan haar tech
nische vakbekwaamheid Deze wens komt
voort uit een diep besef van de waarde
en betekenis der menselijke persoonlijk
heid, met name van die der jonge vrouw,
die van zo hee' dichtbij met haar werk
gever heeft samen te werken. Zij is, wel
licht méér dan wie ook. ingewijd in zijn
zaken en vormj in menig opzicht z(jn
„alter ego", zoals men haar ook hier niet
zonder reden heeft genoemd. Daar steil
zich, zeker in een tjjd waarin het gevaar
voor massificatie en verlies van persoon
lijkheid verre van denkbeeldig is, de haast
dwingende eis, naast dc meer technische
en commerciële opleiding der jonge vrou
wen die in deze beroepen een bestaans
mogelijkheid zullen vinden, ook haar per
soonlijke vorming even zeer, zo niet méér.
ter hand te nemen.
In samenwerking met en onder sympa
thie van katholieke werkgevers en van
de Koninklijke Maatschappij ter Bevor
dering der Geneeskunst is van katholieke
zijde een gelukkig initiatief genomen, dat
alle belangstelling ten volle verdient. In
het Hogér Instituut „Maria Immaculata"
te Lochem zullen in September a.s. vor
mende opleidingscursussen zowel voor
directie-secretaresse als voor dokters
assistente worden geopend-
Nederland was zulk een vormende op-
'eidingsmogelijkheid nog niet rijk. België
bezit die wel, en met succes, in de Vlaamse
Hogeschool voor Vrouwen te Antwerpen
en in Duitsland heeft men zelfs een inter
naat van 150 leerlingen in het instituut te
Bad Harzburg.
Doch nu ook in ons land het inzicht in
de behoefte aan persoonlijk goedgevormde
jonge vrouwen die de functie van secre
taresse cn assistente moeten gaan vervul
len. groeiende is. kan het door het Hoger
Instituut te Lochem genomen initiatief
niet genoeg bevorderd worden.
De hoogst belangrijke taak van deze
op een zeer bijzondere en verantwoor
delijke functie ingestelde vorming, ts
toevertrouwd aan de Zusters Reguliere
Kanunnikessen van de Priorij van het
H. Graf op de Cloese te Lochem. Met
de bevoegde medewerking van e!ders
zijn zij het wel, die het best in staat
zijn, aan het jonge meisje dat haar
middelbare studie voltooid heeft en dat
zich in deze richting een positie en
bestaansmogelijkheid wil veroveren
een geestelijke en intellectuele vorming
te geven die haar waarlijk zal helpen
bij haar uitgroei en ontwikkeling tot
een jonge vrouw, zoals een ieder haar
graag ziet: een even volwaar
dige huisvrouw als een begrij
pende levensgezellin voor haar
echtgenoot-, van haar kinderen een
]eidster. die hen met -inzicht en een
vaste band zal leiden naar hun bestem,
ming; voor al haar medemensen ten-
slote die zij ontmoet op haar levensweg
waar de Voorzienigheid haar ook
plaatst, een verrijking en zegen.
De meisjes worden in „De Cloese" in
contact gebracht met de grote katholieke
beschavingsgoederen: de H Schrift en de
Liturgie, de dogmatiek en de wijsgerige
gemeenschapsleer, de algemene cultuur
geschiedenis en de letterkunde. Er zijn nog
andere algemeen vormende elementen op
het programma: kunstvaardigheidslessen,
voordrachten, muziek, discussieclubs en
excursies en vooral ook het familiale le
ven. De zwaarwichtigheid van de intel
lectuele noot wordt op aangename en
prettige wijze verlicht door het specifiek
vrouwelijke daj zich op allerlei manieren
en in duizenderlei vormen uit.
Aldus wordt in deze welhaast unieke
gelegenheid de jonge vrouw gevormd
tot een persoonlijkheid in wie de tech
nische bekwaamheid haar volle waarde
krijgt. In de loop van de cursussen, die
twee jaar duren doen de meisjes de
nodige examens, waarvan tenslotte het
diploma de bekroning is. Doch niet het
papier maar de levende mens. die hier
een beslissende aanwijzing in de rich
ting van haar leven heeft ontvangen,
is het voornaamste.
In de sterk-geïnteresseerde werkgevers-
en medische kringen heeft men terecht
alle verwachtingen van dit Hoger Insti
tuut „Maria Immaculata"- Belangstellende
jonge meisjes en ouders in onze lezers
kring verwijzen wij voor nadere inlichtin
gen gaarne naar de Priorij van hej H.
Graf te Lochem.
DOM AUGUSTINUS,
i Art vt»r*enile)
- Deed je niet mee aan de
T.T.-races
- Neen, dat tanken met ben
zine staat me zo tegen.
Weet U een aardige paarden-
mop of geestig onderschrift,
zend dit dan aan:
POSTBUS 13 BREDA
Indien U voor een beloning
door dc Jury in aanmerking
komt, ontvangt U gratis een
kist Drie Hoefijzers Bier.
dan. weet U, hoe best 'dit
bier is.
12)
Alphonse stond stil. De boomgaard leek hem wel van
vreugde overladen. Rostaing had een vreemde stem ge
kregen en hij rilde op zijn beurt. Rostain" die over hem
'heengebogen stond, smeekte: Zeg ja, Alphonse, zeg ja'
Ja! fluisterde de zoon van de grote Raymond.
Toen vertrok Rostaing en Marchegai voelde nauwelijks
het gewicht van de jonge ridder. Het paard vond van
zelf de paden en stak de rivier over naar het land van
Gicon.
Zij haat mij. had Alphonse gezegd. Zou het waai
zijn? Rostaing verjoeg deze gedachte en zong zijn lied van
de liefde. In de verte rezen reeds de torens van het kas
teel van Gicon. Zou hij Dascie gemakkelijk kunnen vin
den? Zou hij haar kunnen overhalen met hem mee te
gaan? Hij zou de wil van de heer van Gicon dwingen,
want gaarne zwicht men voor de bede van de ridder, dio
men heeft opgevoed!
Ge gaat dus terug naar Gicon? hoorde hij roepen.
Van wie was die stem? Van een andere ruiter, die hem
tegemoet kwam en met vreugde herkende Rostaing Ba-
rangon.
Je spreekt bijna de waarheid. Ik ga naar Gicon.
Barangon was een schildknaap van Gicon, een van do
weinigen, de enige misschien, voor wie de jonge ridder
vriendschap voelde.
Het is daar een slechte omgeving. Zij, die, als gi\
het geluk hadden daar weg te gaan, moesten er niet meer
terugkeren.
Maar ik ga juist om er iemand te halen; je zoudt
me genoegen doen, als je me hielp.
Ga je misschien Dascie halen?
Deze vrijmoedigheid hinderde de ridder, doch het was
niet de plaats en de tijd bedenkingen te ooneren.
Wil je haar waarschuwen? Ik blijf hier wachten.
Hoe zou ik haar kunnen waarschuwen? Zij is niet
meer te Gicon.
Waar is zij dan?
Zij is op een avond naar het dorp gegaan. Men zegt,
dat zij gezien is in de winkel van de leerkoopman.
De leerkoopman, een vijand van Sabran!
Ja, bij de leerkoonman, op een avond, toen ook Mont-
maurel ér was.
De schildknaap zette zijn verhaal niet voort. Rostaing
had reeds de teugel gewend en galoppeerde naar de rivier.
Dascie, het dorp, de leerkoorman, Montmaurel. deze en
kele woorden hadden de ongelukkige geheel in de war ge
bracht. Dat was dus de liefde!
Een eeuwig weifelen tussen vreugde en vrees!
Marchegai rende t"n volle galop, met schuimende bek
naar het dorp. De koopman was stom van verbazing toen
hij Rostaing zag binnenstormen.
Dascie is hier! Mijn vader ontbiedt haar op het kas
teel! Rostaing stond rechtop bij de deur waarvoor kort
geleden Girard en Dascie eikaars krachten hadden ge
meten.
Op de wandel, heer graaf? vroeg de burger spot
tend.
Waar is Dascie? Rostaing voelde zich woedend wor
den.
Wie heeft mij uw jonkvrouw toevertrouwd, dat gij
haar komt opeisen?
Zij is hier!
Ge spreekt bijna de waarheid, zij was hier!
Gisteren nog!
Gisteren is vandaag niet. De koopman nodigde met
een gebaar Rostaing uit het huis te onderzoeken.
Waar is zij dan?
Zij gaat waar zij wil.
Rostaing kwam dreigend naderbij.
Misschien kan ik u inlichten heer! Staat ge er
op te weten, waar zij is?
Zeg op, vlug!
Zij is naar Bérenger, de Graaf van de Provence.
Om zijn denkbeeld voor de schurk te verbergen, keer-
de Rostaing zich om en verdween. De koopman keek
hem na en vroeg zich af of hij de jonge ridder be
hendig genoeg van Girards spoor had afgeleid.
Rostaing kwam bedroefd thuis en ging naar zijn
kamer waar hij de duisternis opzocht. Hij durfde zich
niet te bewegen en nauwelijks denken. Hij had zelfs
geen kracht om boos te worden. Als kleurloze as viel
de twijfel langzaam op zijn liefde. Als haar naam op zijn
lippen kwam, stegen bittere snikken in zlin keel op. O!
maar zij had toch gezegd: Ik zal steeds in je hart zijn.
Waarom was zij nu de schurk gevolgd? Deze vraag sneed
bijna alle hoop af.
Ais ik nu maar zeker wist, dat ze me bedroog, dan
had ik tenminste het recht haar te verwensen. Neen,
hij was gedoemd om tevergeefs ln duisternissen rond te
dwalen.
Rostaing wierp zich in de handen der liefde, de enige
liefde, waaraan men nooit twijfelt, want vrouwe Guise
kwam tot hern.
Hij schreide 'eerst ais een kind. Zij zeide: Ik weet
het, ik weet 't, ik heb het geraden.
Toch vertelde hij nog en zijn smart, die druppel voor
druppel in het moederhart viel, werd langzaam gestild.
Vrouwe Guise luisterde en sprak tegelijk, maar God
alleen hoorde haar: Als gij mijn kind zo doet schreien,
dan is 't voor zijn genezing en om het offer van de vader
te belonen, want Gij zijt de Goedheid..
Toen zij gebeden had, kon zij ook een weinig troos
ten, voorzichtig om niet de haat te doen ontkiemen, waar
de liefde had gebloeid. Met zachte woorden verbond zij
zijn bloedende wonden. Rostaing zag steeds voor zich
het beeld der geliefde en vrouwe Guise wilde het niet
vernielen, noch vervormen, zelfs niet verwijderen; maar
over het beeld heen wierp zij alleen haar sluier van
goedheid. En na lange uren, toen de smart van haar
zoon was ingesluimerd, trok zij zich terug in stilte, zoals
moeders doen..
HOOFDSTUK IX
DE HELDENDAAD
De doortocht van de Paus had een dubbel spoor
achtergelaten: een spoor van vrede in het land, een
spoor van roem voor Sabran.
Langzaam aan had het kasteel zijn krijgsuiterlijk ver
loren, zoals een herder zijn mantel aflegt, als de storm
over gaat.
Maar toen barstte plotseling de bom. Het gebeurde
op een lichtende morgen, een van die heldere dagen
waarop er geen vrees is voor boze mensen en boze
machten. Twee ruiters zonder geleide reden op de hoofd
poort aan en in weerwil van zijn slaperige ogen had
Rainet, de portier, hen herkend. Zij renden het voor
plein over en stegen af aan de voet van de trap; het
waren Willem d'Omélas en Bernard Aton.
Zij wachtten geen stalknecht af en klopten ongeduldig
op de deur, die eindelijk knarsend opendraaide. Enkele
ogenblikken later waren Willem van Sabran, Rostaing,
Alphonse Jourdain en de beide ruiters in druk gesprek.
D'Omélas en Bernard Aton brachten met enkele woor
den hun droeve boodschap: Bérenger had zich in de Pro
vence op de leengoederen van de grote Raymond ge
worpen. Het was tijd, dat de graaf van Toulouse, dat
wil zeggen, Sabran, ingreep.
- Men zegt, dat Bérenger het masker vroeger heeft
afgelegd, dan hij zelf gewild had.
- Heer Willem, zei d'Omélas, gij zijt te goed en gij
waakt niet voldoende op uw omgeving! Er zijn hier
spionnen geweest.
- Ja, ik weet het - ge bedoelt Girard!
- Men zegt inderdaad, dat hij zich bij de verrader
heeft aangesloten.
- Misschien zijn er nog meer? vroeg Sabran, die zich
dapper te weer stelde. Niemand antwoordde, hetzij uit
vrees, hetzij uit onwetendheid.
- Welnu, als ze denken, dat wij zwak zijn cn als 't
waar is, dat zij daarom de zoon van de grote Raymond
aanvallen, dan zal Sabran tonen, wat het kan.
- Dat wisten wij wel, graaf, zei Bernard Aton. en wij
komen dan ook niet uw belofte halen, maar u onze hulp
aanbieden.
De burchtgraaf van Nimes stond op, ontroerd en met
fonkelend oog. D'Omélas en daarna de anderen volgden
zijn voorbeeld. Wie sprak er? Niemand wist het, want alle
woorden weerklonken eendrachtig in de harmonie der
gedachten.
Zij legden hun hand op de degen van Alphonse Jour
dain en zwoeren bondgenootschap. De graaf van Sa-
ran wendde zich tot Raymond's erfgenaam en zei:
Wees thans gerust. Zelfs wat uw verst afgelegen leen
goederen betreft.
- Vrees niets, zei d'Omélas, ik zal de poort van Oranje
voor Bérenger sluiten.
- Dood aan de verraders.
- En aan hun trawanten!
Wie had deze laatste woorden gesproken? Willem van
Sabran. Ongetwijfeld dacht hij alleen aan enkele na
ijverige buren, die van de verwarring gebruik maakten
om hem verraderlijk aan te vallen. Sedert dit ogenblik
was er van Nimes tot aan de Rhöne slechts één ge
duchte: oorlog! Het deed Rostaing leed, dat hij geen
opgewekte vreugde voelde. In alle andere omstandig
heden zou het zijn grootste genot geweest zijn. zijn zwaard
te trekken aan de zijde van zijn vader en voor Alphonso
Jourdain in de zonnige vlakten van de Provence. En nu
durfde hij de hand niet aan de degen slaan.
- Zou Dascie toch weer gelogen hebben bij Sint Casa-
rie? Nu zou hij het te weten komen en dat deed hem
terugschrikken Hoe zou zijn ongeduld zo groot kunnen
zijn als dat van zijn makkers? Zij gingen de vijand te
gemoet, hij: het leed. Alle kastelen telden hun mannen.
Op de roep der heren liepen huizen en hutten leeg
en in de deuren stonden de vrouwen en zagen de man
nen vertrekken naar de bloedige strijd.
Voorop reed Rostaing met de dichte drommen van
Sabran.
- Ga vooruit naar de oever van de Rhone en bewaak
de doortocht van St Saturnin-du-Port, had Willem bevo
len, vol trots dat hij deze erepost aan zijn zoon kon
geven. Daar moest de jonge ridder de mannen, die naar
Bérenger overliepen, tegenhouden. De doortocht, voor de
vijand afgesloten, zou open blijven voor de soldaten van
Alphonse.
Te St Saturnin-du-Port heerste reeds de verwarring,
welke Willem voorzien had. De troepen kwamen daar
aan in volkomen wanorde als een menigte stenen, die
van de bergen rolt. Rostaing ging rechtop in de stijg
beugels staan en de orde hei'stelde zich bij ruiters en
voetvolk. Rostaing's taak was zwaar. Bijna elke dag
waren er nieuwe moeilijkheden: er heerste onenigheid,
ontmoediging, naijver. Op zekere dag kwam een magere
bruine monnik naar Rostaing met de boodschap: Baron,
een troep Aragonezen trekt voorwaarts bij Lamothe, zij
hebben bijna de oever van onze Rhöne bereikt.
- Ben je er zeker van?
- Ik heb ze gezien, heer Rostaing, van uit de klooster
toren. Maar ook anderen hebben ze gezien en een deel
der onzen is ter achtervolging uitgetrokken.
- Zonder mijn bevel. Rostaing werd rood van woede en
de monnik vond het geraden er bij te voegen: Waar
schijnlijk was dat voetvolk niet van Sabran.
Allen hier zijn mijn soldaten en allen zullen mij ge
hoorzamen.
Een geschreeuw onderbrak hun gesprek. Een troepje
mannen en paarden kwam nader met veel geraas.
- Smijt hem niet onmiddellijk in de Rhone, riep een
reus met steile, ruwe haren, hij moet eerst spreken,
vóór hij sterft. - De monnik zei tot Rostaing: Daar zijn
nu onze kerels, ik geloof dat ze 'n goede vangst hebben
gedaan.
Te midden van de troep zag men inderdaad een hoop
lompen, door koorden bij elkaar gehouden. Twee gebon
den vuisten staken er uit en een man zat in de vodden-
hoop verborgen. Men sleepte hem voort en duwde en
droeg hem tegelijkertijd.
- Tot mij zal hij spreken, zei Rostaing. De troep hield
stil; twee mannen grepen de gevangene bij de schouders,
duwden hem neer en dwongen hem te knielen. Hij hief
trots het hoofd op. zodat een soldaat hem een hevige
slag in de nek gaf maar de gevangen zweeg.
- Lafaard, die een weerloze slaat, ik zal u antwoor
den in zijn plaats, zei Rostaing en gaf de bruut een
slag, zodat deze wankelde. De anderen lieten de gevan
gene los en deinsden in een brede kring terug.
- Jij kunt zonder vrees spreken, ik verzeker het je, ik.
Rostaing van Sabran, spreek zonder vrees en naar ge
weten.
Toen wendde hij zich tot de anderen en beval: Maak
zijn boeien los.
Niemand trad naar voren om het bevel uit te voeren
Rostaing herhaalde het niet. Hij trad op de gevangene
toe; Zijn jullie bang voor die man? Dan ben ik moe
diger dan jullie allen. Hij boog zich over de gevangene om
hem te verlossen. Plotseling verbleekte hij, wankelde en
richtte zich weer op.
- Laat me alleen met hem, geheel alleen!
De man, van zijn boeien bevrijd, bleef geknield liggen
en verbaasde zich over die vreemdsoortige overwin
naar. De menigte trok mompelend af. Nu bleven de
jongeman en de Aragonees alleen.
- Ik had je genade willen schenken; nu zal ik ie
straffen als een dief.
- Een dief? Ik ben soldaat en je vijand. Dood me
als je wilt!
- Ja, een dief! Waar heb je dit vandaan gehaald?
Rostaing wees met de vinger naar een ^kettinkje, dat
op de zwarte huid van de man zichtbaar was.
De andere trok het kettinkje af.
®en Je. ,een, heiden, dat een medaille van de
H. Maagd je doet schrikken?
- Het is haar medaille, ik heb ze herkend. Waarom
heb je ze gestolen?
De ongelukkige boog het hoofd als een kind.
Als je over haar spreekt, laten we dan geen vijan
den ziin; zij is zacht en goed.
Welke onverwachte echo zong in zijn oren de lof van
zijn beminde?
- Gestolen? Hoe zou ik dat kunnen? Besteelt men de
engelen. En zij die deze medaille droeg vóór mij, was
eeP eJ}Sel; zij was goed en milddadig.
In het hart van Rostaing kwam het verlangen op
meer te weten. Hij boog zich weer over de man heen
en zij fluisterden zacht.
- Het was kort na onze aankomst in de Provence. Da
genlang zwierven wij rond door het land en op een avond
hielden wij halt bij een klooster.
- Welk klooster?
- Dat zeg ik niet. Ik wil alleen spreken over haar.
die gij gekend hebt. Maar als ik de mijnen verraden
moet, dan zwijg ik.
- Dat vraag ik je niet. Ga door.
- Toen de nacht viel en de troep verder trok, bleef
ik achter; mijn voeten waren doorgelopen en ik was
moedeloos: ik heb vijf kinderen in Aragon. Ik bleef aan
de voet van de kloostermuur en wachtte de dood af
Toen is zij gekomen, de engel. Zij bukte zich en glim
lachte mij toe. Op deze medaille, die zij mij gaf, heb ik
gezworen mijn plicht te doen. Haar naam en haar le
ven ken ik niet. Zij is schoon en goed. ik wil haar ge
hoorzamen. Meer zeg ik u niet. Als ik nog verder onder
vraagd word, zwijg ik. Ik leef door haar genade, maar
ik zal ook kunnen sterven, als het moet.
- Niemand zal je nog ondervragen' en ik vraag je
niet meer. Je bent vrij.
- Vrij! Vrij. zei de ongelukkige, terwijl hij .opstond
om heen te gaan.
- Ja. je bent vrij op één voorwaarde. Bewijs me, dat
je waarheid gesproken hebt.
- God, die in de harten leest, weet, dat ik niet ge
logen heb. Een ander bewijs heb ik niet. Ik ben bereid
bet Godsgericht te ondergaan. Beveel!
Rostaing schudde het hoofd.
- t (Wordt vervolgd)