(1 met mell r meer mans sbus,™ E 55 ook voor DE VROUW Afgunst op de „wecksfer"? Uitzending van dienstplichtigen naar Overzeese Rijksdelen WÊÊË DE DAPPERE DASCIE Snufjes om het huisvrouwelijk energie-verbruik te beperken Bouiven Wonen VORMING en OPLEIDING van cle secretaresse en doktersassistente WW VI/ De meeste Vrouwen Huishoud-Praat m- fü i ZATERDAG 16 JULI 1955 P\CI\\ 4 UITVERKOOP zijn te goed van vertrouwen Ook zonder speciale wet JONGEN VERLOOR ZWEM VEST EN VERDRONK LIJK GEVONDEN VAN KANOVAARDER In welke maanden wordt geweckt? MeiJuni rabarber, postelein, spinazie Juni asperges, peulen, aardbeien JuniJuli doperwten, tuinbonen, frambozen Juli bosbessen, kersen, kruisbessen, mo rellen, rode en witte bessen JuliAugustus perziken JuliAugustus en Sept. princessebonen, pronk- en snijbonen, worteltjes Augustus abrikozen AugustusSeptember andijvie, bramen, meloen, pruimen, tomaten Augustus, Sept. en Oct. cantharellen September kwetsen SeptemberOctober appelen, druiven, peren October, Nov., Dec. stoofperen door BETTY KOR I'EKAAS- DEN HAAN Krimpen van pijn im Bekroonde inzending: Win gratis Uw kist Drie Hoefijzers Bier Romantisch Ridderverhaal uit de tijd van de Kruistochten (Advertentie) Publico>i% Nederland» Zuivelbureau, Gravenhogt 22 OP DE ROTTERDAMSE tentoonstel ling E 55 is er ook voor het huis- huidelijk bedrijf een plaats inge ruimd in de Grote Ahoy'-hal onder de titeT „Bouwen en Wonen" met de toe voeging: „voor de vrouw". Van deze twee zal ..Wonen" uiteraard nog meer de belangstelling van de vrouw hebben dan „Bouwen" al is het hartveroverend de klassen met jonge bouwvakarbeiders aan het werk te zien en al is de klim naar een moderne woningflat de moeite ten volle waard. Verreweg de meeste vrouwen zitten nu eenmaal al in een gegeven omhulsel, hun huis. Dit is als het ware de werkplaats van hun in dé meeste gevallen éénmansbedrijf en daarbinnen vormen zij de grote E waar achter zij ieder jaar een nieuw cijfer kunnen zetten. De vrouwelijke energie moet ech ter in topvorm gehouden worden. Hei gaat niet aan om alle kracht te laten opeten door alle lichamelijke vermoeie nis, die het voeren van een huishoudinr meebrengt. Er moet ook een deel open blijven voor laten we het maar onder de verzamelnaam „geestelijke zaken" aanduiden. En dat gaat dan van de wer kelijke aandacht voor de huisgenoten tot misschien wel een eigen studie toe. Was en strijken. Nu wil deze peroratie helemaal niet zeggen dat U die b.v. de was altijd thuis gedaan hebt, die nu plotseling naar de wasman moet gaan sturen en met de vingers in Uw oren de woorden van een of andere vreemde taal gaan leren. Wel nee. .die was blijft gewoon in huis. Alleen brengen we onder de wasmand een paar pootjes aan of zo'n melkbankje b.v. Geen gebuk meer bij het uitzoeken. Overigens komt er ook een inklapbare wasmand in de handel Een uitkomst voor klein- behuisden, die, ik weet het uit ervaring, met de wasmand van her naar der sle pen maar en-er eigenlijk nooit een juis te plaats voor vinden. Een bok, een industriebrander en een wringer alles heeft een „beste" ma nier om te worden opgesteld waardoor onnodig bukken en onnodig tillen verme den wordt. Met het strijken is het al evenzo. Na tuurlijk is daar niet direct een strjjk- machine voor nodig, zoals hier ook te zien is. Maar als u bedenkt dat er per gezinslid ongeveer een half uur strij ken per week gerekend wordt, dan lijkt het toch wel de moeite waard om de wekelijkse strijkpartjj zo economisch mo gelijk aan te leggen. U heeft waarschijn lijk al wel die nieuwe strijkplanken ge zien met bijpassend krukje, zodat men zittend strijken kan. Maar het is niet nodig om een nieuwe plank aan te schaf fen als men nog een goede oude heeft. Een oud stoeltje, een pianokruk of wat dan ook gebruikt U als krukje mits U er maar voor zorgt dat het zitvlak ca. 22 cm van de plank verwijderd blijft. Een veel gehoord bezwaar tegen het zittend strijken is: „dat er dan zo weinig kracht gezet kan worden". Men hoeft met de moderne electrische bouten niet met kracht te werken, mits de tempe ratuur van het apparaat voldoende is. Gezeten achter een strijkplank en met weinig krachtsinspanning brengt u de vermoeienis, die dit wekelijks kar wei oplevert, terug tot een minimum. Er komt een treefje in de handel dat wij als wij overschakelen op zittend strijken op ongeveer driekwart van de lengte van de strijkplank wordt aange bracht. Uw afstand tot het treefje op de oude plaats is wat groot als U zit. Het nieu we heeft rubberpootjes en staat 'n beet je schuin, zodat noch streefje noch bout weg kunnen glippen. Opbergkast. Voor het opbergen brengt de E 55 een combinatiekast, waarvan het werk schema slechts enkele guldens kost. In deze kast vinden de strijkplank een plaats en het stijf goed. (ook al weer iets waar je nooit raad mee weet en dat je tenslotte maar op een kastplank stopt of zolang op een stoel legt met het gevoel dat het toch niet je ware is). Verder, we zijn nog steeds in die kast, is plaats voor een naaimachine, er zijn ettelijke laadjes voor het naaigerei, er is een serie ver stelbare kastplanken, zodat hier het huis- houdlinnen van een niet al te groot ge zin geborgen kan worden en last but not least is er een voorwand die als ta fel wordt uitgeklapt. Werkelijk een kast met duizend mogelijkheden. De voor deze tentoonstelling ontwor pen werkkast, is er een waarin allerlei huishoudelijke werktuigen 'n plaats vin den. Weer de strijkplank en het ijzer, maar ook de stofzuiger, die wordt opge- hangen evenals de stoffer, hetgeen een hoop ruimte bespaart. De flessen, loda- line, zoutzuur, ammoniak e.d. hebben een plank op 1 m hoogte zodat de kleu ters de over het algemeen gevaarlijke inhoud niet te pakken kunnen krijgen. Er onder zijn laden aangebracht voor het poets- en boengerei. Een behoorlijke ruimte is er open gelaten voor emmers e.d. terwijl een van de aardigste vond sten, die uit deze kast te voorschijn kwam een schortje was. dat in de voor- zak alle stofzuigeronderdelen bleek te bergen. Het is dus: stofzuiger uit de kast en schortje voor. Een snufje, dat elke vrouw voor zich zelf kan maken. l Advertentie) en daarom komen zij soms met dingen thuis, die zij helemaal niet bedoelden. Honderdduizenden huisvrouwen geven aan MAÏZENA DURYEA de voorkeur. Allemaal vragen zij hun winke lier dit wereldmerk, maar niet allemaal letten op wat ze krijgen. En toch is dat nodig. Er op toezien dat de naam DURYEA op 't pak staat. Want dat is de garantie van het originele produet en voor een volledig slagen bij het bereiden en binden van groenten, van saus en soep. Met die naam DURYEA valt of staat het hele resultaat Behalve de voorstellen tot Grondwets wijziging. waarvan wij gisteren reeds melding maakten, heeft de regering nog twee wetsontwerpen met betrekking tot een partiële herziening van de Grondwet bij de Tweede Kamer ingediend. Een daarvan komt hier op neer, dat het na bedoelde wijziging mogelijk zal zijn, dat dienstplichtige militairen van de land- en luchtmacht naar de Overzeese Rijksdelen kunnen worden gezonden, ook al stem men zij daarmede niet in en is er geen gelcgenheidswct, die hen daartoe dwingt. De grondwettelijke bezwaren, die er te- (Van onze correspondent) In de Kil bij Oudvossemeer is Vrijdag de 14-jarige H„ woonachtig te Oud- vossemeer, bij het baden verdronken. De jongen viel in het water en verloor tijdens de val zijn zwemvest. Direct was hulp aanwezig, doch men slaagde er niet in hem tijdig op het droge te brengen. Uit de Waal onder Ochten is opgevist het lijk van de 22-iarige R. uit Nijmegen, die Zondag op de Waal met zijn kano ver ongelukte en verdronk. gen gedwongen uitzending zijn zonder dat er een speciale wet is, zijii «au ui. w, geheven. Als ik ooit in de voorraadkast of -kel der van een Huisvrouw met een grote H kijk en ik zie daar de reeksen inmaak zich langs de muur rijen, kleurig als die op de plaatsjes in een Women's Maga zine, dan voel ik altijd een tikkeltje, afgunst. Of nee, dat is te sterk. Misschien zou ik het kunnen omschrijven met een woord dat m'n dochter gebruikte toen ze juist begon te praten: „hebben!". Ja, zo'n reeks van die kleurig gevul de planken is al heel wat jaren m'n vu rig ideaal. Al weet ik ook we] dat dit een ideaal is om nooit vervuld te raken omdat ik niet zou weten waar ik de tijd vandaan moest halen om te wecken (praai vooral niet van steriliseren, want pro fessor Den Hartog heeft in het voor woord voor een zojuist verschenen boekie nog eens uitdrukkelijk onderstreept dat groenten en vlees bij de inmaak in glas niet steriel worden). En ik geloof ook niet, dat ik ooit zo vreselijk precies en secuur zou zijn om dit werk helemaal onberispelijk te doen. Want dat staat er in de voorschriften voor wecken altijd bij- dat je er rustig de tijd voor moet ne men, zodat alle aandacht aan het inma ken kan worden besteed en alles achter elkaar afgewerkt kan worden. Ik zou echt niet maar steeds aan mijr. worteltjes en mijn aalbessen kunnen blij ven denken. Ineens zou me te binnen schieten, dat we ook nu weer niet een katholieke vrouw in de Eerste Kamer zullen krijgen, behalve als er eens een catastrofe huis hield onder de nu zittende leden. Of ik zou.. Nee, niet van die onchristelijke gedach ten. Nu bij de weck blijven. Ik moet daar voor erg verse producten gebruiken en die zo snel mogelijk verwerken (o hemel, en nu moet ik vanmiddag juist dit praat je tikken!) Ik moet schoon inmaakmate- riaal hebben en een schoon schort en schone doeken er. pannelappen, en vooral hygiënisch werken. En mijn keuken moet ik goed ventileren. Verleidelijke cijfers In die keuken van mij is dat gelukkig mogelijk, maar dan denk ik toch ook weer aan al die vrouwen die een huis bewonen waarvan de keuken helemaal niet geventileerd kan worden. Die zijn dus uitgeschakeld, wat jammer is. En ook vraag ik me af waar de huisvrouw in haar moderne flatje de ruimte zou moeten vinden om haar flessen weck neer fe zetten. Of nee, dat „neerzetten" klinkt te prozaïsch. Verbetert u maar: ze kleur aan kleur te rijen. En telkens er even van te genieten. Van de aanblik en van de gedachte dat als andere men sen in de winter voor hun blik spercie- boontjes 1,25 moeten betalen, zij zo ongeveer voor zestig cent klaar is. Ik heb het tot de cent berekend ge vonden in het handboek voor de inmaak, dat mevrouw J. A. van Ditmars-Hokke- ling voor de Verenigde Glasfabrieken in Schiedam heeft samengesteld, waar voor de inmaak van 6 glazen spersiebonen het volgende geldt: 5 kif spersiebonen a 0,55 per kg 6 literglazen: afschrijfkosten 6 ringen: afschrijfkosten Overig materiaal: afschrijfkosten Verwarming van 6 glazen: ca. 500 1. gas I'cr literglas zal de prijs dan ca 0,53 bedragen, en wanneer we inplaals van spersiebonen kersen hebben gekozen komen we ongeveer een ccnl duurder uit. Wie zulke cijfers leest, voelt natuur lijk ineens de verleiding opkomen om het toch maar eens met wecken te pro beren. Precies als die 92 procent van de plattelandshuisvrouwen, die het preste- ren om e!k jaar zowat 50 millioen liter groeiden en fruit in glas te bewaren. Al komt dat dan vooral, doordat ze daar op het platteland de groenten en het fruit meestal voor het grijpen hebben, goed 1 geplant, goed bemest volgens de deskun- 2,75 0,18 0,10 0,05 0,09 Totaal 3,17 dige adviezen van provinciale, rijkstuin- bouwconsuien'ten of door de Dienst voor Volkstuinwezen en Particuliere 1 umbouw. t Ze hebben er ruimte om alles goed ver zorgd te bevaren en.2e steunen op een traditie. Moeder deed hetgrootmoe der deed het., en dus.. Dus gaan ook de kleindochters wecken. En wie haar daarbij gezelschap wil houden, doet dat volgens de bij dit praatje geplaatste ta bel die ik samenstelde aan de hand van de gegevens in het hierboven genoemde, uitstekende boekje van mevrouw Ditmars. Advertentie door rheurriahek, spit. Ischias, hoofd en zenuwpijnen ts onnodig. Togai be vrijdt O snel en afdoende van die pijnen Togai baat waar andere middelen falen Toga) zuivert door de nieren, ts on schadelijk v„or hart en maag Bij apotheek en drogist f 0.95. f 2 40. f 8 88 iï- De Duitse ontwerpers Geliringer en Glupp bedachten dit zomer- ensemble van een lichtgewicht nollen fresco tceefsel met witte piqué garnering. Het geheel kreeg het karakter van een geklede japon, waaraan het schootje enigszins een jumper-effect geeft. Grote knopen en opvallende uitte strikken vormen de garnering. Van geïnteresseerde werkgevers- en dokterszijde is dc wens uitgesproken, dat aan de vorming van de persoonlijkheid van de directie-secretaresse respectievelijk dokters-assistente zeker zoveel aandacht besteed dient tè worden als aan haar tech nische vakbekwaamheid Deze wens komt voort uit een diep besef van de waarde en betekenis der menselijke persoonlijk heid, met name van die der jonge vrouw, die van zo hee' dichtbij met haar werk gever heeft samen te werken. Zij is, wel licht méér dan wie ook. ingewijd in zijn zaken en vormj in menig opzicht z(jn „alter ego", zoals men haar ook hier niet zonder reden heeft genoemd. Daar steil zich, zeker in een tjjd waarin het gevaar voor massificatie en verlies van persoon lijkheid verre van denkbeeldig is, de haast dwingende eis, naast dc meer technische en commerciële opleiding der jonge vrou wen die in deze beroepen een bestaans mogelijkheid zullen vinden, ook haar per soonlijke vorming even zeer, zo niet méér. ter hand te nemen. In samenwerking met en onder sympa thie van katholieke werkgevers en van de Koninklijke Maatschappij ter Bevor dering der Geneeskunst is van katholieke zijde een gelukkig initiatief genomen, dat alle belangstelling ten volle verdient. In het Hogér Instituut „Maria Immaculata" te Lochem zullen in September a.s. vor mende opleidingscursussen zowel voor directie-secretaresse als voor dokters assistente worden geopend- Nederland was zulk een vormende op- 'eidingsmogelijkheid nog niet rijk. België bezit die wel, en met succes, in de Vlaamse Hogeschool voor Vrouwen te Antwerpen en in Duitsland heeft men zelfs een inter naat van 150 leerlingen in het instituut te Bad Harzburg. Doch nu ook in ons land het inzicht in de behoefte aan persoonlijk goedgevormde jonge vrouwen die de functie van secre taresse cn assistente moeten gaan vervul len. groeiende is. kan het door het Hoger Instituut te Lochem genomen initiatief niet genoeg bevorderd worden. De hoogst belangrijke taak van deze op een zeer bijzondere en verantwoor delijke functie ingestelde vorming, ts toevertrouwd aan de Zusters Reguliere Kanunnikessen van de Priorij van het H. Graf op de Cloese te Lochem. Met de bevoegde medewerking van e!ders zijn zij het wel, die het best in staat zijn, aan het jonge meisje dat haar middelbare studie voltooid heeft en dat zich in deze richting een positie en bestaansmogelijkheid wil veroveren een geestelijke en intellectuele vorming te geven die haar waarlijk zal helpen bij haar uitgroei en ontwikkeling tot een jonge vrouw, zoals een ieder haar graag ziet: een even volwaar dige huisvrouw als een begrij pende levensgezellin voor haar echtgenoot-, van haar kinderen een ]eidster. die hen met -inzicht en een vaste band zal leiden naar hun bestem, ming; voor al haar medemensen ten- slote die zij ontmoet op haar levensweg waar de Voorzienigheid haar ook plaatst, een verrijking en zegen. De meisjes worden in „De Cloese" in contact gebracht met de grote katholieke beschavingsgoederen: de H Schrift en de Liturgie, de dogmatiek en de wijsgerige gemeenschapsleer, de algemene cultuur geschiedenis en de letterkunde. Er zijn nog andere algemeen vormende elementen op het programma: kunstvaardigheidslessen, voordrachten, muziek, discussieclubs en excursies en vooral ook het familiale le ven. De zwaarwichtigheid van de intel lectuele noot wordt op aangename en prettige wijze verlicht door het specifiek vrouwelijke daj zich op allerlei manieren en in duizenderlei vormen uit. Aldus wordt in deze welhaast unieke gelegenheid de jonge vrouw gevormd tot een persoonlijkheid in wie de tech nische bekwaamheid haar volle waarde krijgt. In de loop van de cursussen, die twee jaar duren doen de meisjes de nodige examens, waarvan tenslotte het diploma de bekroning is. Doch niet het papier maar de levende mens. die hier een beslissende aanwijzing in de rich ting van haar leven heeft ontvangen, is het voornaamste. In de sterk-geïnteresseerde werkgevers- en medische kringen heeft men terecht alle verwachtingen van dit Hoger Insti tuut „Maria Immaculata"- Belangstellende jonge meisjes en ouders in onze lezers kring verwijzen wij voor nadere inlichtin gen gaarne naar de Priorij van hej H. Graf te Lochem. DOM AUGUSTINUS, i Art vt»r*enile) - Deed je niet mee aan de T.T.-races - Neen, dat tanken met ben zine staat me zo tegen. Weet U een aardige paarden- mop of geestig onderschrift, zend dit dan aan: POSTBUS 13 BREDA Indien U voor een beloning door dc Jury in aanmerking komt, ontvangt U gratis een kist Drie Hoefijzers Bier. dan. weet U, hoe best 'dit bier is. 12) Alphonse stond stil. De boomgaard leek hem wel van vreugde overladen. Rostaing had een vreemde stem ge kregen en hij rilde op zijn beurt. Rostain" die over hem 'heengebogen stond, smeekte: Zeg ja, Alphonse, zeg ja' Ja! fluisterde de zoon van de grote Raymond. Toen vertrok Rostaing en Marchegai voelde nauwelijks het gewicht van de jonge ridder. Het paard vond van zelf de paden en stak de rivier over naar het land van Gicon. Zij haat mij. had Alphonse gezegd. Zou het waai zijn? Rostaing verjoeg deze gedachte en zong zijn lied van de liefde. In de verte rezen reeds de torens van het kas teel van Gicon. Zou hij Dascie gemakkelijk kunnen vin den? Zou hij haar kunnen overhalen met hem mee te gaan? Hij zou de wil van de heer van Gicon dwingen, want gaarne zwicht men voor de bede van de ridder, dio men heeft opgevoed! Ge gaat dus terug naar Gicon? hoorde hij roepen. Van wie was die stem? Van een andere ruiter, die hem tegemoet kwam en met vreugde herkende Rostaing Ba- rangon. Je spreekt bijna de waarheid. Ik ga naar Gicon. Barangon was een schildknaap van Gicon, een van do weinigen, de enige misschien, voor wie de jonge ridder vriendschap voelde. Het is daar een slechte omgeving. Zij, die, als gi\ het geluk hadden daar weg te gaan, moesten er niet meer terugkeren. Maar ik ga juist om er iemand te halen; je zoudt me genoegen doen, als je me hielp. Ga je misschien Dascie halen? Deze vrijmoedigheid hinderde de ridder, doch het was niet de plaats en de tijd bedenkingen te ooneren. Wil je haar waarschuwen? Ik blijf hier wachten. Hoe zou ik haar kunnen waarschuwen? Zij is niet meer te Gicon. Waar is zij dan? Zij is op een avond naar het dorp gegaan. Men zegt, dat zij gezien is in de winkel van de leerkoopman. De leerkoopman, een vijand van Sabran! Ja, bij de leerkoonman, op een avond, toen ook Mont- maurel ér was. De schildknaap zette zijn verhaal niet voort. Rostaing had reeds de teugel gewend en galoppeerde naar de rivier. Dascie, het dorp, de leerkoorman, Montmaurel. deze en kele woorden hadden de ongelukkige geheel in de war ge bracht. Dat was dus de liefde! Een eeuwig weifelen tussen vreugde en vrees! Marchegai rende t"n volle galop, met schuimende bek naar het dorp. De koopman was stom van verbazing toen hij Rostaing zag binnenstormen. Dascie is hier! Mijn vader ontbiedt haar op het kas teel! Rostaing stond rechtop bij de deur waarvoor kort geleden Girard en Dascie eikaars krachten hadden ge meten. Op de wandel, heer graaf? vroeg de burger spot tend. Waar is Dascie? Rostaing voelde zich woedend wor den. Wie heeft mij uw jonkvrouw toevertrouwd, dat gij haar komt opeisen? Zij is hier! Ge spreekt bijna de waarheid, zij was hier! Gisteren nog! Gisteren is vandaag niet. De koopman nodigde met een gebaar Rostaing uit het huis te onderzoeken. Waar is zij dan? Zij gaat waar zij wil. Rostaing kwam dreigend naderbij. Misschien kan ik u inlichten heer! Staat ge er op te weten, waar zij is? Zeg op, vlug! Zij is naar Bérenger, de Graaf van de Provence. Om zijn denkbeeld voor de schurk te verbergen, keer- de Rostaing zich om en verdween. De koopman keek hem na en vroeg zich af of hij de jonge ridder be hendig genoeg van Girards spoor had afgeleid. Rostaing kwam bedroefd thuis en ging naar zijn kamer waar hij de duisternis opzocht. Hij durfde zich niet te bewegen en nauwelijks denken. Hij had zelfs geen kracht om boos te worden. Als kleurloze as viel de twijfel langzaam op zijn liefde. Als haar naam op zijn lippen kwam, stegen bittere snikken in zlin keel op. O! maar zij had toch gezegd: Ik zal steeds in je hart zijn. Waarom was zij nu de schurk gevolgd? Deze vraag sneed bijna alle hoop af. Ais ik nu maar zeker wist, dat ze me bedroog, dan had ik tenminste het recht haar te verwensen. Neen, hij was gedoemd om tevergeefs ln duisternissen rond te dwalen. Rostaing wierp zich in de handen der liefde, de enige liefde, waaraan men nooit twijfelt, want vrouwe Guise kwam tot hern. Hij schreide 'eerst ais een kind. Zij zeide: Ik weet het, ik weet 't, ik heb het geraden. Toch vertelde hij nog en zijn smart, die druppel voor druppel in het moederhart viel, werd langzaam gestild. Vrouwe Guise luisterde en sprak tegelijk, maar God alleen hoorde haar: Als gij mijn kind zo doet schreien, dan is 't voor zijn genezing en om het offer van de vader te belonen, want Gij zijt de Goedheid.. Toen zij gebeden had, kon zij ook een weinig troos ten, voorzichtig om niet de haat te doen ontkiemen, waar de liefde had gebloeid. Met zachte woorden verbond zij zijn bloedende wonden. Rostaing zag steeds voor zich het beeld der geliefde en vrouwe Guise wilde het niet vernielen, noch vervormen, zelfs niet verwijderen; maar over het beeld heen wierp zij alleen haar sluier van goedheid. En na lange uren, toen de smart van haar zoon was ingesluimerd, trok zij zich terug in stilte, zoals moeders doen.. HOOFDSTUK IX DE HELDENDAAD De doortocht van de Paus had een dubbel spoor achtergelaten: een spoor van vrede in het land, een spoor van roem voor Sabran. Langzaam aan had het kasteel zijn krijgsuiterlijk ver loren, zoals een herder zijn mantel aflegt, als de storm over gaat. Maar toen barstte plotseling de bom. Het gebeurde op een lichtende morgen, een van die heldere dagen waarop er geen vrees is voor boze mensen en boze machten. Twee ruiters zonder geleide reden op de hoofd poort aan en in weerwil van zijn slaperige ogen had Rainet, de portier, hen herkend. Zij renden het voor plein over en stegen af aan de voet van de trap; het waren Willem d'Omélas en Bernard Aton. Zij wachtten geen stalknecht af en klopten ongeduldig op de deur, die eindelijk knarsend opendraaide. Enkele ogenblikken later waren Willem van Sabran, Rostaing, Alphonse Jourdain en de beide ruiters in druk gesprek. D'Omélas en Bernard Aton brachten met enkele woor den hun droeve boodschap: Bérenger had zich in de Pro vence op de leengoederen van de grote Raymond ge worpen. Het was tijd, dat de graaf van Toulouse, dat wil zeggen, Sabran, ingreep. - Men zegt, dat Bérenger het masker vroeger heeft afgelegd, dan hij zelf gewild had. - Heer Willem, zei d'Omélas, gij zijt te goed en gij waakt niet voldoende op uw omgeving! Er zijn hier spionnen geweest. - Ja, ik weet het - ge bedoelt Girard! - Men zegt inderdaad, dat hij zich bij de verrader heeft aangesloten. - Misschien zijn er nog meer? vroeg Sabran, die zich dapper te weer stelde. Niemand antwoordde, hetzij uit vrees, hetzij uit onwetendheid. - Welnu, als ze denken, dat wij zwak zijn cn als 't waar is, dat zij daarom de zoon van de grote Raymond aanvallen, dan zal Sabran tonen, wat het kan. - Dat wisten wij wel, graaf, zei Bernard Aton. en wij komen dan ook niet uw belofte halen, maar u onze hulp aanbieden. De burchtgraaf van Nimes stond op, ontroerd en met fonkelend oog. D'Omélas en daarna de anderen volgden zijn voorbeeld. Wie sprak er? Niemand wist het, want alle woorden weerklonken eendrachtig in de harmonie der gedachten. Zij legden hun hand op de degen van Alphonse Jour dain en zwoeren bondgenootschap. De graaf van Sa- ran wendde zich tot Raymond's erfgenaam en zei: Wees thans gerust. Zelfs wat uw verst afgelegen leen goederen betreft. - Vrees niets, zei d'Omélas, ik zal de poort van Oranje voor Bérenger sluiten. - Dood aan de verraders. - En aan hun trawanten! Wie had deze laatste woorden gesproken? Willem van Sabran. Ongetwijfeld dacht hij alleen aan enkele na ijverige buren, die van de verwarring gebruik maakten om hem verraderlijk aan te vallen. Sedert dit ogenblik was er van Nimes tot aan de Rhöne slechts één ge duchte: oorlog! Het deed Rostaing leed, dat hij geen opgewekte vreugde voelde. In alle andere omstandig heden zou het zijn grootste genot geweest zijn. zijn zwaard te trekken aan de zijde van zijn vader en voor Alphonso Jourdain in de zonnige vlakten van de Provence. En nu durfde hij de hand niet aan de degen slaan. - Zou Dascie toch weer gelogen hebben bij Sint Casa- rie? Nu zou hij het te weten komen en dat deed hem terugschrikken Hoe zou zijn ongeduld zo groot kunnen zijn als dat van zijn makkers? Zij gingen de vijand te gemoet, hij: het leed. Alle kastelen telden hun mannen. Op de roep der heren liepen huizen en hutten leeg en in de deuren stonden de vrouwen en zagen de man nen vertrekken naar de bloedige strijd. Voorop reed Rostaing met de dichte drommen van Sabran. - Ga vooruit naar de oever van de Rhone en bewaak de doortocht van St Saturnin-du-Port, had Willem bevo len, vol trots dat hij deze erepost aan zijn zoon kon geven. Daar moest de jonge ridder de mannen, die naar Bérenger overliepen, tegenhouden. De doortocht, voor de vijand afgesloten, zou open blijven voor de soldaten van Alphonse. Te St Saturnin-du-Port heerste reeds de verwarring, welke Willem voorzien had. De troepen kwamen daar aan in volkomen wanorde als een menigte stenen, die van de bergen rolt. Rostaing ging rechtop in de stijg beugels staan en de orde hei'stelde zich bij ruiters en voetvolk. Rostaing's taak was zwaar. Bijna elke dag waren er nieuwe moeilijkheden: er heerste onenigheid, ontmoediging, naijver. Op zekere dag kwam een magere bruine monnik naar Rostaing met de boodschap: Baron, een troep Aragonezen trekt voorwaarts bij Lamothe, zij hebben bijna de oever van onze Rhöne bereikt. - Ben je er zeker van? - Ik heb ze gezien, heer Rostaing, van uit de klooster toren. Maar ook anderen hebben ze gezien en een deel der onzen is ter achtervolging uitgetrokken. - Zonder mijn bevel. Rostaing werd rood van woede en de monnik vond het geraden er bij te voegen: Waar schijnlijk was dat voetvolk niet van Sabran. Allen hier zijn mijn soldaten en allen zullen mij ge hoorzamen. Een geschreeuw onderbrak hun gesprek. Een troepje mannen en paarden kwam nader met veel geraas. - Smijt hem niet onmiddellijk in de Rhone, riep een reus met steile, ruwe haren, hij moet eerst spreken, vóór hij sterft. - De monnik zei tot Rostaing: Daar zijn nu onze kerels, ik geloof dat ze 'n goede vangst hebben gedaan. Te midden van de troep zag men inderdaad een hoop lompen, door koorden bij elkaar gehouden. Twee gebon den vuisten staken er uit en een man zat in de vodden- hoop verborgen. Men sleepte hem voort en duwde en droeg hem tegelijkertijd. - Tot mij zal hij spreken, zei Rostaing. De troep hield stil; twee mannen grepen de gevangene bij de schouders, duwden hem neer en dwongen hem te knielen. Hij hief trots het hoofd op. zodat een soldaat hem een hevige slag in de nek gaf maar de gevangen zweeg. - Lafaard, die een weerloze slaat, ik zal u antwoor den in zijn plaats, zei Rostaing en gaf de bruut een slag, zodat deze wankelde. De anderen lieten de gevan gene los en deinsden in een brede kring terug. - Jij kunt zonder vrees spreken, ik verzeker het je, ik. Rostaing van Sabran, spreek zonder vrees en naar ge weten. Toen wendde hij zich tot de anderen en beval: Maak zijn boeien los. Niemand trad naar voren om het bevel uit te voeren Rostaing herhaalde het niet. Hij trad op de gevangene toe; Zijn jullie bang voor die man? Dan ben ik moe diger dan jullie allen. Hij boog zich over de gevangene om hem te verlossen. Plotseling verbleekte hij, wankelde en richtte zich weer op. - Laat me alleen met hem, geheel alleen! De man, van zijn boeien bevrijd, bleef geknield liggen en verbaasde zich over die vreemdsoortige overwin naar. De menigte trok mompelend af. Nu bleven de jongeman en de Aragonees alleen. - Ik had je genade willen schenken; nu zal ik ie straffen als een dief. - Een dief? Ik ben soldaat en je vijand. Dood me als je wilt! - Ja, een dief! Waar heb je dit vandaan gehaald? Rostaing wees met de vinger naar een ^kettinkje, dat op de zwarte huid van de man zichtbaar was. De andere trok het kettinkje af. ®en Je. ,een, heiden, dat een medaille van de H. Maagd je doet schrikken? - Het is haar medaille, ik heb ze herkend. Waarom heb je ze gestolen? De ongelukkige boog het hoofd als een kind. Als je over haar spreekt, laten we dan geen vijan den ziin; zij is zacht en goed. Welke onverwachte echo zong in zijn oren de lof van zijn beminde? - Gestolen? Hoe zou ik dat kunnen? Besteelt men de engelen. En zij die deze medaille droeg vóór mij, was eeP eJ}Sel; zij was goed en milddadig. In het hart van Rostaing kwam het verlangen op meer te weten. Hij boog zich weer over de man heen en zij fluisterden zacht. - Het was kort na onze aankomst in de Provence. Da genlang zwierven wij rond door het land en op een avond hielden wij halt bij een klooster. - Welk klooster? - Dat zeg ik niet. Ik wil alleen spreken over haar. die gij gekend hebt. Maar als ik de mijnen verraden moet, dan zwijg ik. - Dat vraag ik je niet. Ga door. - Toen de nacht viel en de troep verder trok, bleef ik achter; mijn voeten waren doorgelopen en ik was moedeloos: ik heb vijf kinderen in Aragon. Ik bleef aan de voet van de kloostermuur en wachtte de dood af Toen is zij gekomen, de engel. Zij bukte zich en glim lachte mij toe. Op deze medaille, die zij mij gaf, heb ik gezworen mijn plicht te doen. Haar naam en haar le ven ken ik niet. Zij is schoon en goed. ik wil haar ge hoorzamen. Meer zeg ik u niet. Als ik nog verder onder vraagd word, zwijg ik. Ik leef door haar genade, maar ik zal ook kunnen sterven, als het moet. - Niemand zal je nog ondervragen' en ik vraag je niet meer. Je bent vrij. - Vrij! Vrij. zei de ongelukkige, terwijl hij .opstond om heen te gaan. - Ja. je bent vrij op één voorwaarde. Bewijs me, dat je waarheid gesproken hebt. - God, die in de harten leest, weet, dat ik niet ge logen heb. Een ander bewijs heb ik niet. Ik ben bereid bet Godsgericht te ondergaan. Beveel! Rostaing schudde het hoofd. - t (Wordt vervolgd)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1955 | | pagina 4