Rijksmuseum en Boymans gaan Rembrandt-
uitwisselen
exposities
Horst-Dieter was wees noch
Oost-Duitser
o
In Arizona staal het „Amsterdam House"
BRYLCREEM
Meer contact tussen leiding en ondergeschikten
in het bedrijfsleven nodig
Bevolkingspolitiek een
noodzaak
Maurice Chevalier vindt
„Plotseling zeven dochters"
f 250.000.-
Heeft U reedsRHEUMA- VERRASSINGSCOUVERTJES?
In herdenkingsjaar 1956
Krijgt Leiden standbeeld van
~ote meester?
gr
Ziekenfondsraad keurt regelingen inzake
specialisten en tandartsen goed
B'
FILMS
deze week
B'
Op Cano-tocht door
Noord-Canada
Avontuurlijke knaap weer braaf thuis
in Viersen
Politiële
auto-acrobatiek
SB
Kostenverhoging voor ziekenfondsen van
ruim 9 millioen
Max Vanderbilt zet zijn gasten snert
en hutspot voor
V erkeersovertreding
liep uit op vechtpartij
voor mooi
gezond haar
Haringen worden
geringd!
Dr Wiardi Beekman Stichting verkende
het terrein
Franse filmkomedie van Jean Boyer
VRIJDAG 29 JULI 1955
PAGINA 3
VIER DOCHTERS IN ééN
CONGREGATIE
Twee in het zilver
BRYLCREEM houdt de
gehele dag Uw haar keurig
„in vorm"
BRYLCREEM geeft een
BRYLCREEM voorkomt
roos en maakt droog haar
weer vitaal
'S WERELDS MEEST VERKOCHTE HAIRDRESSING
AMERIKAANS DESKUNDIGE
CONSTATEERT VOORUIT
GANG IN NEDERLAND
Advertentie)
Strikte normen
Gezonde gezinnen
Welk kindertal het beste?
(Van onze Amsterdamse redactie)
HOEWEL de hoofddirecteur van het
Amsterdamse Rijksmuseum jhr Röell
niet van plan was het volgende jaar.
wanneer het 350 jaar geleden is, dat Rem
brandt werd geboren, een grote zomer-
tentoonsteliing te houden, heeft hij zich
door Rotterdam laten overhalen in sa
menwerking met het Museum Boymans
in het Rembrandtjaar toch een zomerex-
positie, gewijd aan de grote Nederlandse
meester te organiseren. Getracht zal wor
den een aantal werken van Rembrandt,
die nog niet in Nederland zijn geëxpo
seerd naar de beide musea te halen. In
Juni en Juli 1956 zullen dan in Amster
dam schilderijen van Rembrandt worden
geëxposeerd en in Boymans te Rotterdam
tekeningen en etsen. Begin Augustus rui
len de beide musea en krijgt de hoofd
stad dus de tekeningen en etsen en de
Maasstad de schilderijen. Deze opzet vindt
echter alleen doorgang, waneer men er iii
slaagt mooie representatieve Rembrandt's
bijeen te krijgen. De heer Röell is wat dat
betreft gelukkig nogal optimistisch ge
stemd. In Stockholm zal een kleine Rem-
brandttentoonstelling worden gehouden
waar ook Nederlands bezit geëxposeerd
wordt. In ruil daarvoor zal Zweden enige
doeken naar ons land sturen.
Zoals bekend zijn er twee comité's op
gericht, die de Rembrandtherdenkingvan
het volgende jaar aan het voorbereiden
zijn. Het schijnt o.m. in de bedoeling te
liggen te komen tot een nationale geld
inzameling met de opbrengst waarvan in
Leiden Rembrandt's geboorteplaats, een
standbeeld van de beroemde meester zal
worden opgericht. Het Amsterdamse
Rijksmuseum heeft echter als zodanig
niets met deze comité's te maken.
Deze mededelingen werden gisteren
gedaan op een persconferentie in Amster
dam tijdens welke de directeur van de af
deling Schilderijen van het Rijksmuseum
dr A. van Schendel zijn verrassende ont
dekking onthulde, dat de „Staalmeesters"
van Rembrandt zeer waarschijnlijk ge
schilderd is op een stuk van het grote
door B. en W. geweigerde doek „De sa
menzwering van Claudius Civilis". Wij
berichtten hierover reeds uitvoerig.
Een volledige publicatie van deze
vondst zal in het komende Rembrandtjaar
worden gedaan.
de beurt: Delfts aardewerk, Hollands por
selein. zilver en meubelen, beeldhouw
werk e.d.. Van de veertig pagina's worden
er zes in beslag genomen door een korte
Nederlandse en Engelse tekst en de rest,
is benut voor het prachtige fotomateriaal.
Als souvenir of geschenk zullen de boek
jes hun weg zeker wel vinden, terwijl
ook kunstliefhebbers en ..museumambas
sadeurs" ze ongetwijfeld graag in hun
bezit willen hebben.
Het Rijksmuseum heeft over het be
zoek in het geheel niet te klagen. Ver
wacht wordt, dat dit jaar een half mil-
lioen mensen de drempels zullen over
schrijden. Ook de grote zomerexpositie:
„De Triomf van het Maniërisme" wordt
door duizenden en nog eens duizenden
bezichtigd, terwijl het toch de laatste we
ken helemaal geen „museumweer" is. De
trek van de buitenlanders is zelfs buiten
verwachting hoog.
De 15-jarige. Oost-Duitse wees Horst-
Dieter Reynen, om wiens droevig lot zich
zovele goede zielen in Nederland hebben
bekommerd, nadat Horst-Dieter de Neder
landse grens was overgeglipt en de poli- i
tie verteld had, op zoek te zjjn naar zijn
enige bloedverwant: zjjn Nederlandse
grootvader, die misschien nog in leven was
deze zielepoot van een Horst-Dieter, zo
lazen we in de „Grcnzlandkurier", is wees
noch Oost-Duitser. Hy zit nu weer braaf
Ambassadeur Lovink volgt met
vijf gezellen route van pels-
handelaars
De Nederlandse ambassadeur in Cana
da, de heer A. H. J. Lovink. is afgelopen - -
weekeinde met vijf gezellen op kanotocht ^"V." 7'1n °"rters en grootmoeder in de
gegaan langs een Noordcanadese route Lecilienstrasze te Viersen, 25 kilometer
van pelshandelaars, namelijk van lie la van "c Ncderlandse grens.
Crosse in Saskatchewan naar Beaver Lake
bij Flinflon in Manitoba. Deze tocht, langs
de Churchill-rivier via Stanley naar Frog
Portage en Pelican Rapids en tenslotte de
Sturgeon-rivier af naar Beaver Lake, zal
een week of drie duren. Men heeft geen
gidsen meegenomen en rekent wat de
leeftocht betreft op de eigen visvangst
ter aanvulling van het meerenomen so
bere rantsoen. Het gezelschap vormt
reeds jarenlang een team. De gezellen
van de ambassadeur zijn dr Solandt, voor
zitter van de Canadese raad voor defen
sie-onderzoekingen, de heer Coolican, pre
sident van de Canada Bank Note Cie.,
generaal Rodger van het prairie command,
de heer Sergud Olsen, president van de
Amerikaanse nationale parkvereniging
en de heer Eric More, nationaal directeur
van Canadese clubs.
P DE PERSCONFERENTIE werd ook
de uitgifte aangekondigd van een
nieuwe serie goedverzorgde doch
goedkope publicaties over het eigen be
zit van het Rijksmuseum. Zij heet: „Fa
cetten der verzameling" en zal ieder jaar
met vijf boekjes worden uitgebreid. Drie
van deze goed hanteerbare, populair ge
schreven en rijk van illustraties voorziene
boekjes zijn reeds verschenen, t.w. Rem
brandt, Poppenhuizen en Stad en Hof in
de Nederlandse Prentkunst. Dit jaar vol
gen nog de Schatkamer en de Kantcol
lectie. De volgende jaren komen o.m. aan
De Delftse agent van politie, de
heer J. Klapwijk, die tot taak had
na een aanrijding het verkeer te
regelen op de Rijksweg onder de
gemeente Pynacker is gisteren aan
een wisse dood ontsnapt. Het was
aan zijn tegenwoordigheid van
geest te danken, dat hij het er
levend heeft afgebracht.
Toen hij zijn taak vervulde, zag
hjj uit de richting Rotterdam een
personenauto naderen, waarvan de
bestuurder blijkbaar de agent niet
tijdig zag. De auto reed op de
politieman in. Toen de wagen op
zeer korte afstand was genaderd,
sprong de agent flink omhoog,
waardoor de auto onder hem door
schoot. Hij kwam op het dak van de
wagen terecht en werd vervolgens
op de weg gesmakt. Na in het gast
huis te Delft te zijn behandeld, kon
hjj naar huis gaan Hij had slechts
enige ontvellingen opgelopen.
Een afbeelding van Rembrandt's beroemde portretgroep „De Staal
meesters", een schilderij, dat naar thans aangenomen wordt, een deel van
het tot nu toe verloren gewaande omvangrijke schilderstuk „De samen
zwering van Claudius Civilis" bedekt. Het middenfragment er van bevindt
zich in Stockholm.
Het enige, wat van Horst-Dieters ver
baal waar was. is dat hii van Nederlandse
afkomst is en graag meer wilde weten over
da: nabije land van zijn voorvaderen. Dies
heeft Horst-Dieter op een mooie zomer
morgen de (stoute) wandelschoenen aan
getrokken: om half zeven 's morgens ging
hij zonder er thuis wat van te zeggen,
in Viersen op pad. Om elf uur 's avonds
sloop hij bij Venlo de grens over.
Het bericht, dat enkele dagen later in
de Nederlandse kranten de ronde begon
te doen en dat een mals regenbuitje van
geldinzendingen voor Horst-Dieter en aan
biedingen om dp iongen te adopteren tot
gevolg had werd toevallig ooi: gelezen door
een dame uit Viersen, die in Nederland op
vacantie was. Deze dame herinnerde zich
toen het ouderpaar in de Cecilienstrasze in
Viersen. dat in dodelijke onrust zat. over
een 15-jarige Horst-Dieter, die vermist
werd.
De Duitse dame is toen naar de Ne
derlandse politie gegaan en nu zit de
avontuurlijke knaap weer thuis, zonder
spijt over zijn korte vacantie in Neder-
L31!1 ,-DJva?r g°ed verwend is. „Dat is
dat Bloot, dat treek" zei Horst-Dieters
grootmoeder, toen hij weer in Viersen
werd thuisgebracht. „Op alle fall send
wur froe-e. dat hae wur thoes is''. waar
mee zij in Viersens plat wilde zeggen, dat
men in de Cecilienstrasze allang blij is,
de verloren zoon teruggevonden te heb
ben en dat het trekkersbloed dat zijn voor
vaderen naar Duitsland voerde, ook in
Horst-Dieters aderen verleidelijk kan
kriebelen op een verrukkelijke morgen in
de zomer
De organisaties van algemene ziekenfondsen en specialisten hebben vol
gens mededeling van de Ziekenfondsraad voor de honorering van specialis
tische hulp over het jaar 1955 een regeling getroffen, volgens welke de bestaande
bedragen voor poliklinische hulp en voor intercollegiale consulten worden ver
hoogd met 15 percent, die voor chirurgische izgrepen met 4 eji die voor ver
richtingen van patholoog-anatomen en anaesthesisten met 10 percent.
Afgeschaft wordt de korting, welke volgens een bepaald sdhema op het totale
ziekenfondshonorarium werd toegepast. In het bezwaar, dat die afschaffing,
voor wat röntgenologische verrichtingen betreft, aan de betrokken groep
onevenredig ten goede zou komen, is door een nieuwe waardering van de ver
schillende verrichtingen voorzien. Voorts is een geheel nieuw tarief voor de
röntgen-therapie vastgesteld. Ook wordt voortaan een verschil in honerering
gemaakt tussen specialisten-röntgenologen en andere specialisten, die zich met
röntgenologische verrichtingen bezig houden.
Over het eerste halfjaar van 1955 be
stond een regeling, volgens welke op de
door de tandartsen rechtstreeks aan de
fondsen gedeclareerde bedragen een toe
slag van 11 procent in goede rekening
zou worden gegeven, d.w.z. het zou bij de
vaststelling van het definitieve honora
rium worden verrekend. Thans ontbreken
nog de gegevens, nodig voor vaststelling
van het definitieve honorarium of van
een definitieve toeslag. De organisaties
van fondsen en van tandartsen hebben
daarom een regeling getroffen, volgens
Dine With the Van-
derbilts". Met deze
slogan, die er bij het
Amerikaanse publiek
heus wel ingaat wie
wil zich nu niet laten
suggereren met de mul-
timillionnairs Vanderbilt
aan tafel te zitten?
heeft de Nederlandse
Amerikaan Max Vander
bilt zijn restaurant „Am
sterdam House" te Phoe
nix in de Amerikaanse
staat Arizona in nog geen
anderhalf jaar tijd een
grote roem bezorgd. En
behalve dat de Ameri
kaanse toeristen in dit
restaurant inderdaad
met een familie Vander
bilt kunnen dineren als
ze dat willen, kunnen ze
ook en passant een hele
boel wetenswaardigheden
over Amsterdam te weten
komen. Want Max Van
derbilt, op zijn gebied
een erkend vakman in
de Nieuwe Wereld, heeft
zijn „Amsterdam House"
helemaal „Amsterdams"
ingericht. Er hangen
prenten van de hoofdstad
aan de muur, zijn dien
stertjes lopen met kapjes
op, met het wapen van
Amsterdam er op en er is
een nu al stukgelezen
bibliotheek met tal van
in het Engels geschreven
werken over Neêrland's
hoofdstad. En het menu
is natuurlijk Hollands.
Max serveert o.a. snert,
Poffertjes, boerenkool en
hutspot en de Amerika
nen eten er van alsof ze
nooit anders geproefd
hebben.
Die advertentie-idee
van „Dine with the Van-
derbilts" is aanleiding tot
veel grapjes. „Ik ben het
zwarte schaap van de
MAX VANDERBILT
„ffoodwill-ambassador"
millionnairsfamilie", ver
telt Max immer aan zijn
clientèle en hij heeft dit
ons ook trachten wijs te
maken. Mr Vanderbilt
maakt namelijk een za
kenreis door West-Euro
pa en vergat daarbij na
tuurlijk niet Amsterdam
aan te doen. Hoe kan het
ook anders als je geboren
Amsterdammer bent en
je broer oud-wethouder
van Publieke Werken is.
Die heet overigens Van
der Velde, maar in Ame
rika is het niet zo moei
lijk van naam te veran
deren.
De jonge Van der Velde
was ruim veertig jaar ge
leden chef de bureau op
een kantoor in Amster
dam. Amerika lokte hem
en hij trok op de bonne
fooi naar de States. In
New York reflecteerde
hij op een advertentie
van een hotel, die een
chef vroeg. Max dacht
aan een kantoorchef en
meldde zich. Doch men
zocht een „chef de cui
sine" en bood. toen de
vergissing uitkwam de
energieke Nederlander
het baantje van .pearl-
diver" („parelduiker" of
tewelbordenwasser)
aan. Dit was de eerste
stap op de ladder naar
succes.
Vanderbilt heeft zich
nu al enkele malen res
tauranteigenaar mogen
noemen o.a. van een
Frans etablissement en
van een zg. „drive-in"
een soort cafétaria voor
automobilisten. Twintig
jaar geleden ging hij naar
Arizona en in Phoenix,
een uitgezocht winter-
toeristenoord vanwege
het zachte klimaat en de
maagdelijke woestijnom
geving (die overigens nu
snel tot echt Amerikaanse
ontwikkeling komt)
wist hij spoedig een uit
gebreide klantenkring te
krijgen. Zijn „Amsterdam
House" is erg populair en
soms is de toeloop zo
groot, dat de eetlustigen
een half uur in de grote
wachtkamer hun trek in
een smakelijke Hollandse
maaltijd alleen maar voe
len vergroten.
Max en zijn Ameri
kaanse vrouw Janet heb
ben de in onze ogen
eigenaardige gewoonte
om de klanten extra te
laten betalen voor de
niet-geconsumeerde res
ten van de uitgebreide
lunch a raison van
één dollar. Als de Ameri
kanen nu maar niet den
ken, dat dit in Neder
land ook de gewoonte is..
Maar Max is „goodwill-
ambassador" genoeg om
zulk een misvatting direct
uit de wereld te helpen.
welke de regeling van de 11 procent toe
slag over het eerste halfjaar van 1955
zal worden gecontinueerd over het
tweede halfjaar van 1955 met dien
verstande, dat, indien mocht blijken,
dat het bedrag van de definitieve toe
slag over dit jaar 16,5 procent te boven
zou moeten gaan, de fondsen over het
gehele jaar 1955 toch in geen geval meer
dan 16,5 procent zullen zijn verschul
digd.
De organisaties van fondsen en van
tandartsen zullen er naar streven, vóór
1 Januari 1956 overeenstemming te be
reiken over het definitieve honorarium,
dat op die dag zal ingaan.
De Ziekenfondsraad heeft de regelin
gen inzake specialisten en tandartsen
thans goedgekeurd.
Voor de ziekenfondsen wordt de ver
hoging van uitgaven voor specialistische
hulp over 1955 geraamd op ruim 5,7 mil
lioen gulden (4,3 millioen voor de ver
plichte en 1,4 millioen voor de vrijwillige
verzekering) of 16,3 procent. De raming
berust op de laatst bekende gegevens
die over 1953 en daarbij is dus geen
rekening gehouden met de bevolkings
vermeerdering en met de mogelijkheid
van stijging van de vraag naar specialis
tische hulp na dat jaar
De kosten van de toeslagregeling voor
de tandartsen over 1955 worden begroot
op ten hoogste 2,7 millioen gulden voor
de verdichte en op ten hoogste 8 ton
voor dé vrijwillige ziekenfondsverzeke
ring.
Kogel trof vechtersbaas en
passerende dame
Een verkeersovertreding, -waarvoor de
politie Proces-verbaal wilde opmaken is
gistermiddag te Loosduinen uitgelopen
op een vechtpartij, waarbij twee mensen
door een revolverschot aan het been
werden gewond.
Het was omstreek^ vijf uur, dat de be
manning van een Haagse politiejeep pro
cesverbaal wilde opmaken tegen de
lange M. J. v. d. H„ die in een straat
met eenrichtingverkeer in de verkeerde
richting reed. De man verzette zich tegen
net proces-verbaal, waarop de agenten
hem wilden meenemen naar het politie
bureau te Doosduinen. De verkeersover-
'rerïer stribbelde evenwel tegen. De
ffJ' die toen ontstond, bereikte
toen zijn 24-jarige broer,
R' a, ZI,ch het lot van M. aantrok,
mannin^' vocht nog vinniger en de be-
v®n de jeep schoot in de lucht
aandacht te trekken van het poli
tiepersoneel op het bureau. De assistentie,
die toen kwam, bleek echter nog niet
voldoende. Van de geheel op de jongste
broer geconcentreerde aandacht maakte
de oudere broer gebruik een charge uit
te voeren, waarop de politie met de re
volver antwoordde. M. werd daarbij in
het linkerdijbeen getroffen, dezelfde
kogel trof bovendien de juist passerende
38-jarige mevr. A. M. D. H. van de
Hooftskade in Den Haag even boven de
enkel. De getroffenen werden door de
G. G.D. naar het ziekenhuis aan het West
einde vervoerd. Broer G. werd ingeslo
ten De recherche is bezig de zaak te re
construeren.
Uit het gezin Hendriks te Sint Anthonis
zijn vier dochters jaren geleden in de
Congregatie van de Zusters van Barmhar
tigheid te Ronsse in België getreden. Twee
van haar vieren nu op 2 Aug. baar zil
veren professiefeest. De een. zuster Vin-
centia. is vicaris van het Moederhuis; de
ander, zuster Paulo, die in de Congo-
missie werkt, is momenteel met verlof in
ons land. Het jubileum wordt in hef Eind-
hovense klooster St Jozef Burgh gevierd.
Ook de beide niet iubilerende (mede) zus
ters zullen natuurlijk bij het feest aanwe
zig zijn.
prachtige en natuurlijke
glans zonder plakkende
vettigheid
Beecham (Nederland) N.V. voor Engros Jacq. Mot N.V.Amsterdam
(Advertentie)
totaal aan prijzen in de Rheuma-ver-
rassingsactie.
Vraag Uw winkelier Rheuma-verras-
singscouvertjes.
Ggk. Min. V. JUSt. 22-11V54 LO 520/052.
(Van onze Haagse redactie).
In dc afgelopen drie weken hebben vier
grote Nederlandse bedrijven Philips,
Unilever, A.K.U. en P.T.Tbezoek
gehad van de Amerikaanse expert op het
gebied van bedrijfsorganisatie, prof. Er-
nest Dale van de Cornell University. Hij
was hiertoe uitgenodigd door de Contact
groep Opvoering Productiviteit. „In
velerlei opzicht", zo zeide prof. Dale
gistermiddag tijdens een drukbezochte
lunchvergadering van de Haagse afdeling
van het Nederlands Instituut voor Effi
ciency, „heb ik een grote vooruitgang
geconstateerd ten opzichte van twee jaar
geleden, toen ik ook in Nederland was.
Ten aanzien van dz organisatie van de
bedrijfsleiding ben ik echter wat teleur
gesteld. De leiding is tè veel gecentrali
seerd en de staven neigen daardoor voort
durend tot overbezetting".
Prof. Dale was dus tot de conclusie ge-
komen, dat voor vele Nederlandse be
drijven wat meer decentralisatie in de
bedrijfsleiding gewenst is. Men moet
wegen zoeken om de centrale leiding te
ontlasten en de verantwoordelijkheid over
te hevelen naar lagere leidinggevende
functionarissen Dat vóórkomt een top
zware organisatie, waarin bureaucratie en
afschuifsysteem „naar boven" hoogtij
vieren.
Vooruitgang sinds zijn vorige bezoek had
prof. Dale opgemerkt op het stuk van
discussie-methode in de bedrijfsleiding.
Er wordt minder terughoudendheid be
toond bij de uitwisseling van ideeën Ook
de betrekkingen tussen het bedrijfsleven
en het hoger onderwijs zijn verbeterd,
evenals die tussen de mensen binnen het
bedrijf. Wat de verhouding directievak
beweging aangaat, meende prof. Dale, dat
op dit punt de Amerikanen nog iets van
ons kunnen leren. Maar in de betrekkin
gen tussen superieuren en ondergeschik
ten kan meer openheid worden betracht-
Spreker uitte waardering voor de ont
wikkeling van de leidinggevende ver
mogens in het bedrijfsleven en voor de
bijdragen, welke hiertoe geleverd worden
door het Nederlands Instituut voor Effi
ciency en de Contactgroep Opvoering
Productiviteit.
De nieuwste ontwikkeling van de leer
der bedrijfsorganisatie gaat in de Ver.
Staten in de richting van het zoeken naar
algemene beginselen voor de bedrijfs
leiding. Men tracht principes vast te stel
len, welke voor alle soorten bedrijven,
grote en kleine, gelden. Voorts tracht men
ook voor de leidinggevende arbeid syste
men te vinden, gelijk voor de uitvoerende
arbeid al sinds Taylor worden toegepast.
In Amerika valt verder een tendens te
bespeuren om de beginselen van doel
matigheid voorrang te verlenen boven
die van de sociale ethiek In vele
bedrijven ontwikkelt zich een nieuwe
functie: die van de planning.
Mgr prof, dr J. J. D. Keulers, proost
van het Roermondse kathedrale kapittel,
die, zoals gemeld, van Z.H. Exc. mgr
Lemmens eervol ontslag heeft verkregen
als professor aan het Groot-seminarie te
Roermond, is door H M. de Koningin be
noemd tot officier in de orde van Oranje
Nassau.
Zoals ornithologen dit met vogels
doen om waarnemingen omtrent de
vogeltrek te kunnen doen, zullen een
aantal Duitse geleerden, die met een
onderzoekingsvaartuig zijn uitgevaren,
haringen in de vangstgebieden gaan
ringen. Dit zal geschieden met plas
tic-kokers. Men zal de vissen daarna
weer vrijlaten en hoopt op deze wijze
gegevens te verkrijgen over de ver
plaatsing van haringen.
Maurice Chevalier is nog steeds de grote charmeur met een goed hart in
de film van Jean Boyer: „Avais sept filles".
(Van
onze sociaal-economische
redacteur).
Jean Boyer heeft weer een film gemaakt, die geenszins de pretentie heeft
een kunstwerk te zijn, maar die toch in het genre van het amusement gewaar
deerd kan worden om de zwier, waarmee een luchthartigheid wordt vertoond-
die zó ironisch is, dat men een vergelijking tussen beeld en werkelijkheid niet
trekt.
Boyer is de cineast, die zijn „requisieten" gebruikt op een wijze, welke te
veel eer aan de functie van de middelen geeft dan eigenlijk geoorloofd is. Hij
heeft b.v. met „Nous irons a Paris" en „Nous irons a Monte Carlo" (waarin
Audry Hepburn nog een klein rolletje speelt met Jack Gimberg) haast alle
eer gegeven aan het orkest van Ray Ventura.
plaatsen. Maurice speelt n.l. de rol van
Graaf de Courvallon, het prototype van
de bon-ivant, die een kaartsysteem heeft
aangelegd van zijn jeugdliefdes. Een
groep danseresjes, die in financiële moei
lijkheden zijn geraakt benut dit verleden
om enkele dagen een leven te leiden van
goed eten en prettige tijdverpozing door
de graaf te suggereren, dat zij zijn doch
ters zijn. De list wordt zó charmant en
naïef uitgespeeld, dat de graaf, die de
opzet dadelijk doorziet, met groot genoe
gen zich laat gebruiken als „kunstvader"
Vooral als hij ontwaart, dat hij de meisjes
kan helpen en zijn zoon wellicht door de
poort kan laten gaan. waarachter het
land van belofte ligt omdat hij op een
van de meisjes verliefd is.
Chevalier is niet meer de man met de
Zoals het meestal gaat. was de eerste
film in dit genre het beste en soms van
een verkwikkende originaliteit.
Vervolgens nam Boyer de komiek Fer-
nandel onder schot in „Coiffeur pour
dames", waarbij hij deze dwaas als mid
delpunt plaatste in een zeer onbeduiden
de film. De plaats van de hoofdrolspeler
is nu eenmaal bij Boyer het criterium.
In „J'avais sept filles" (Plotseling ze
ven dochters) is het de oude rot, de vete
raan in de internationale amusementswe
reld Maurice Chevalier, (haast doof Paolo
Stoppa overtroffen in een opvallende
mimiek), die de centrale figuur is. Maar
een Chevalier, die slechts bij uitzonde
ring een chanson laat horen. Hij is dooi
Boyer benut om een type van vergane
tijden nog eens voor een lachspiegel te
strohoed, die in revues en sketches op
treedt. Maar hij heeft nog steeds de allure
van de man, die in een fractie van een
seconde op zijn gelaat de ene expressie
door een andere kan vervangen, maar
waar de vrolijkheid, de levensblijheid en
het olijke toch het „Leitmotiv" zijn.
Boyer heeft hem gelukkig niet in een
bekend repertoire geplaatst. Maurice zet
een karakter op het witte doek, dat nood
zakelijk is om een netwerk van intriges
te creëren, die door de cameralens met
een grote goedwillendheid worden opge
nomen. Maar als men deze beperking
aanvaardt, dan ig de Italiaanse acteur
die de rol van trouwe butler speelt, een
openbaring. Méér dan Chevalier weet
Stoppa een verfijnde mimiek te bespelen.
En in dit fragiele spel van emoties, dooi
het menselijk gelaat geobjectiveerd, heeft
Boyer bewezen, dat hij de kracht van de
film kent. Als hij origineler in zijn mon
tages wordt, kan hij het amusementsgenre
in de cinématographie een plaats geven in
de Franse filmindustrie, die gelijkwaar
dig is aan de Engelse School. Maar dan
moet het onderwerp meer diepte krijgen
zodat de humor wordt geplaatst op een
waardiger voetstuk.
Bu.
EHALVE met grote politieke vraag
stukken en conflicten heeft de we
reld ook te kampen met een be
volkingsprobleem, waarvan de omvang
nog maar vagelijk tot ons doordringt
Tot op zekere hoogte vormt dit be
volkingsvraagstuk ook de oorzaak van
de moeilijkheden op politiek terrein.
Het doet zich voor in de vorm van een
te veel of een te weinig, van over- of
onderbevolking. Grote delen van de
wereld staan voor een dreigende of
reeds actuele overbevolking. Zo b.v.
vele van de landen, die wij thans onder
ontwikkelde gebieden plegen te noemen-
Andere delen zouden als onderbevolkt
kunnen worden gekenschetst; het is
echter nog veel moeilijker een hanteer
bare begripsbepaling te geven van
onderbevolking, dan van overbevolking.
In beide gevallen is er sprake van on
toereikendheid van levensomstandig
heden, hetzij wegens het te grote, hetzij
wegens het te geringe aantal mensen-
Een dunbevolkt gebied hoeft in deze zin
nog niet onderbevolkt *e zijn, omge
keerd een dichtbevolkt niet overbevolkt,
een en ander mede afhankelijk van de
graad van ontwikkeling, welke de
samenleving heeft bereikt.
Uiteraard heeft men criteria aan te
leggen bij de beoordeling van het al of
niet toereikend zijn van de levens
omstandigheden. Dat men zich daarbij
zou hebben te richten naar een optimum,
zoals het hieronder besproken rapport
van de Dr Wiardi Beekman Stichting
schijnt te suggereren, lijkt ons te ver
gaand en onpractisch, zelfs als men de
kwestie zuiver economisch zou bezien.
Het hoeft nauwelijks nog betoog, dat
thans ons vooral het vraagstuk van
overbevolking bezig houdt, dat o.a. in
verschillende Zuid-Aziatische landen
zulke dreigende vormen gaat aannemen,
dat het een mondiaal probleem is ge
worden. Maar ook voor Nederland zelf
is het niet louter een theoretische
kwestie. Ons land neemt met zijn lage
sterftecijfers, relatief hoge geboorte
cijfer en grote bevolkingsdichtheid een
min of meer unieke positie in temidden
van de Westerse wereld. De vraag
dringt zich op, of wij op den duur in
staat zullen zijn voor alle inwoners een
redelijke verzorging en werkgelegenheid
te waarborgen, een vraag, die voor tal
van onder-ontwikkelde landen reeds wat
de actuele situatie betreft ontkennend
beantwoord moet worden.
Een vraag, die hierop aansluit is dan:
is het gewenst of misschien zelfs nood
zakelijk een bevolkingspolitiek te gaan
voeren, waardoor invloed wordt uitge
oefend op grootte en samenstelling van
de bevolking, m.a.w.. een restrictieve
bevolkingspolitiek? En welke normen
dienen hierbij dan in acht te worden
genomen?
Deze vragen zijn de afgelopen jaren
onderwerp geweest van studie door een
commissie, ingesteld door de Dr Wiardi
Beekman Stichting, welke (uiteraard)
wat de normen betreft te onderzoeken
had, welke „eventueel van socialis
tische zijde dienen te worden gesteld"
EVOLKINGSPOLITIEK heeft ln
katholieke kringen soms nog wel
een slechte klank. Lange tijd is
deze daar zelfs volkomen taboe geweest,
ofschoon de leer van de Kerk zich te
gen een bevolkingspolitiek met Inacht
neming van bepaalde strikte morele
normen niet verzet. Niet te verhelen
valt ook, dat in verschillende landen
met overwegend katholieke bevolking
de laatste tijd op rigoureuze wijze ge
boortebeperking wordt toegepast, zon
der dat echter steeds de gestelde nor
men worden geëerbiedigd (zie o.a. arti
kel van prof. G- Zeegers in laatste
nummer van Sociaal Kompas). Dit is
misschien mede een gevolg daarvan,
dat men te lang de ogen voor dit pro
bleem gesloten heeft gehouden en de
leer van de Kerk onjuist of onvoldoen
de werd verkondigd-
Bevolkingspolitiek hoeft dus ln be
ginsel niet te worden afgewezen, in
tegendeel het Is zaak ons op de wense
lijkheid, de mogelijkheden en de mid
delen er van te bezinnen. Misschien is
dit van katholieke zijde nog te weinig
gedaan en zou het aanbeveling ver
dienen het voorbeeld van de Dr Wiardi
Beekman Stichting te volgen, want al
geeft de commissie van de Stichting
o.l.v. dr W. Steigenga geen uitputtende
behandeling van het vraagstuk hoe
zou dit ook kunnen haar rapport
„Bevolkingspolitiek en maatschappelijke
verantwoordelijkheid" is wel een goede
verkenning van het terrein. Éen ver
kenning, welke tot enige voorlopige
conclusies kan leiden, maar b.v. nog
niet de wenselijkheid, laat staan de
noodzaak aantonen van een verminde
ring van de huwelijksvruchtbaarheid in
ons land.
De verkenning is zelfs nog maar zo
vluchtig, dat rij in zekere zin tot tegen
strijdigheden aanleiding geeft. Zo con
stateert de commissie, dat het evident
is, „dat de toeneming der bevolking in
de toekomst, zowel vóór als na 1980, tot
voor ons volk nauwelijks aanvaardbare
gevolgen zal kunnen leiden". Daarnaast
moet zij echter vaststellen, dat het in
belangrijke mate mede afhangt van de
politieke, economische en demografische
situatie in West-Euopra, of vertraging
van de bevolkingstoeneming gewenst
is en of zelfs een volledig stationnaire
bevolking de voorkeur zou verdienen.
Denkbaar wordt geacht, dat binnen een
verenigd West-Europa een in zekere
mate groeiende Nederlandse bevolking
zelfs gewenst is, indien elders de ge
boortecijfers laag zouden zijn-
HET RAPPORT bevat echter ook ver
schillende stellingen, welke wij vol
komen kunnen onderschrijven. Het
gaat er principieel van uit, ,.dat de
maatschappelijke structuur zich heeft
aan te passen aan de bevolkingsaanwas
en niet omgekeerd de natuurlijke be
volkingsaanwas aan de maatschappe
lijke structuur". Maar het voegt hier
aan toe: ..Mondiaal en nationaal zijn er
echter vele verschijnselen aan te wijzen,
welke toepassing van dit principe thans
zeer moeilijk maken.
Voorts plaatst het de vorming van
gezonde gezinnen, waarin de ouders zich
bewust zijn van de verantwoordelijk
heid. waarvoor zij gesteld zijn, voorop.
De schadelijke ervaringen met kleine
gezinnen in andere landen (met name
Zweden) opgedaan, schijnen ook voor
socialisten in ons land weer de ogen te
openen voor de waarde van het gezin.
In dit verband wordt tevens aandacht
besteed aan de ideale omvang van het
gezin, dit naar aanleiding van het
onderzoek van de Zweedse bevolkings
commissie, die kleine gezinnen met 1 of
2 kinderen niet wenselijk meer acht,
doch een brede laag gezinnen met 3 of
4 kinderen verre prefereert boven een
groot aantal gezinnen met 1 of 2 en een
klein aantal met 7 of meer nakomelin
gen.
DE VRAAG, welk kindertal het beste
is voor gezonde huwelijks- en ge
zinsverhoudingen, is dus niet ver
geten, al meende pater Ponsioen, die in
De Volkskrant het rapport besprak,
van wel. Pater Ponsioen acht het ant
woord hierop even belangrijk als de
economisch en planologisch beste getals
verhoudingen. Maar zweefde hem een
soortgelijk antwoord voor de geest?
Bovendien kan de vraag gesteld wor
den, óf en in welke mate deze factor
mede mag spreken ten aanzien van de
individuele beslissingen over geboorte
regeling en collectieve beslissingen over
bevolkingspolitiek. Wij zullen hier thans
niet op ingaan, maar zouden dit punt
gaarne aan bevoegde instanties ter
nadere overweging willen aanbevelen.
De commissie van de Dr Wiardi Beek
man Stichting komt in haar rapport ook
tot het geven van enkele aanwijzingen
voor het voeren van een actieve be
volkingspolitiek in ons land. Hierop
zullen wij in een volgend artikel nog
nader ingaan.