Helicopters vliegen reeds 250 km per uur 7/a w. Vermeylen's verzameld werk voltooid DE JONGSTE MOSLEMSTAAT (I) D 8 1 Rampmonument te Middelharnis D yiaming zijn om Europeer te worden99 Geen einddoel maar middel Engeland speelde Hindoes en Mohammedanen tegen elkaar uit TEKENINGEN VAN THOMAS NIX Bouwtechnisch geen bezwaren tegen hooggelegen helihavens VRIJDAG 29 JULI 1955 PAGINA 4 Natuurlijke ontwikkeling Mohammedaanse tolerantie E MOSLIM-HEERSCHAPPIJ over het Indiase gebied is on getwijfeld in vele opzichten ze genrijk geweest. Vooral omdat de- Mohammedaanse bestuurderen in dit land een eigenschap ontwikkelden, welke elders bij hun geloofsgeno ten nauwelijks te bespeuren viel: een zeer grote, bijna onbegrensde verdraagzaamheid jegens anders denkenden. Dit is een echt Hindoese deugd, maar het is zeker merkwaar dig, dat juist deze verre van Moham medaanse eigenschap door hen toch in India is overgenomen en in Pakis tan ook nu nog in hoge mate wordt beoefend. Grote moeilijkheden AANNEMER OP CURASAO DOODGESTOKEN Ia GODSDIENSTIGE TEGEN STELLINGEN BESLISTEN BLIKSEM SLOEG IN BOERDERIJ HONDERJARIGE IN HILVERSUM Oma Kufus leest bij voorkeur liefdesromannetjes 5? Het gevleugelde woord, waar mee August Vermeylen in 1900 een van zijn schitterendste opstel len besloot: „Wij willen Vlamin gen zijn, om Europeërs te wor den", dat geestverruimende woord dat nog niets van zijn be zielende kracht heeft ingeboet, is allereerst en allermeest aan hem zelf in vervulling gegaan. Grondslag Politiek Van Nu en Straks Kritiek AALMOEZENIER VAN SCHAICK TER AARDE BESTELD Onder grote belangstelling POSTBEAMBTE BIJ VISSEN VERDRONKEN Bootje liep vol water VERKEERSTELEFOON- POSTEN OP AFSLUITDIJK 's Hertogenbosch industrie stad PAKISTAN: IWEE GEOGRAFISCHE EENHEDEN EEN DAKOTA met vier en twin tig passagiers aan boord steeg de 14de Augustus 1947 om twee uur in de namiddag te Calcutta met be stemming Dacca op. Boven bet vliegveld van Dacca cirkelde het vliegtuig enkele malen rond, maar toen het bijna de grond raakte, zocht het snel weer hoogte. Het spijt me, heren, zeide de piloot, maar op de landingsbaan stond een truc". En hij zocht een andere, gun stiger plaats om zijn machine aan de grond te zetten. Het vliegveld bleek in geen jaren te zijn gebruikt en de oude, verroeste truc stond er waarschijnlijk al maanden en maanden; niemand had er naar om gezien. Die vier en twintig passagiers wa ren hoge ambtenaren, die voor Pakis tan hadden geopteerd, zij waren aan gewezen om een deel van Pakistan: Oost-Pakistan uit het niets te gaan organiseren. Zo begon de geschie denis van een nieuwe staat. Ongetwij feld was de situatie in West-Pakistan gunstiger om een bestuur van de grond af aan op te bouwen, maar ook daar ging het er om van bijna niets iets te maken. De twee woorden West-Pakistan en Oost-Pakistan zouden de indruk kun nen wekken, dat men met aangren zende provincies of met locale bepa lingen te doen heeft, zoals hier in Nederland met de termen Noord en Zuid of beneden en boven de grote rivieren. Met Pakistan is dat echter volkomen anders. Daar doet zich het wel unieke feit voor, dat de twee de len van de ene staat nergens aan el kaar grenzen, doch gescheiden zijn door een strook gebied van India van niet minder dan 1.100 mijlen: het zijn dus in feite twee geografische eenhe den, het ene ten Noord-Westen, het andere ten Noord-Oosten van de re publiek India. Deze merkwaardige toestand is in zekere zin de natuurlijke ontwikke ling van twaalf eeuwen Mohamme daanse geschiedenis op 't Indo-Pakis- taanse sub-continent, practisch een werelddeel op zich. Het eerste Mos lem-contact met het toen overwegend Hindoes en Boeddhistisch India (we gebruiken dit voor de toenmalige tijd onjuiste woord om het gebied aan te duiden, dat later als Brits-Indië be kend stond en nu India en Pakistan omvat) kwam in 712 door de Ara bische generaal Mohammed Bin Qa- sim. dje de (tegenwoordige) provin cie Sind veroverde, tot stand. 2 Eeu wen lang stelden de veroveraars zich met dit gebied tevreden, maar in 918 rukten zij op om geheel India onder hun macht te brengen, Turken, Afghanen, Perzen en Turkomanen, drongen door de Khyber-pas binnen en weldra was het gehele land in hun bezit. Daar met de veroveraars ook het Mohammedanisme en de Moham medaanse cultuur hun expansie kracht ontwikkelen, bespeurt men in de volgende eeuwen grote godsdien stige en sociale spanningen in het ou de land. Tot in het midden van de achttiende eeuw werd practisch ge heel India door de sultans en kei zers van Delhi beheerst en bestuurd. Het verval van het Moghoel-rijk werd toen heel spoedig gevolgd door de vestiging van het Britse bestuur. Is het de sfeer geweest, welke dit gevolg heeft gehad? Het is moeilijk te zeggen. Zeker is, dat de twee gro te godsdiensten in India hun essen tiële elementen bijna ongeschonden door zoveel eeuwen heen hebben be waard en hun stempel op de trouwe beoefenaars hebben gedrukt. De Hin doese concepties zijn misschien vol lediger dan de Mohammedaanse; ook dieper; maar zij vormen, door de massa der dogma's en het spel der kasten, mensen, die in hokjes zijn verdeeld en allerminst geschikt voor grootse ondernemingen, welke een brede visie vereisen. De Muzelman Vrouwen aan de rivier in Pakistan. twee bevolkingsgroepen, welke an derzijds elkaar toch weer vonden te gen Engeland, maar zó, dat nu ook de Mohammedanen een eigen zelf standige souvereine staat wensten, geheel los van Engeland. Een wel zeer ingewikkelde situatie. Dit doel is ten slotte, zij het ten koste van zware, bloedige offers be reikt. De splitsing van het sub-conti nent kwam tot stand, maar zuiver op de grondslag van religieuse tegen stellingen, zonder met de oude eco nomische verbondenheid en met de geografische situatie rekening te houden. Er hebben grote volksverhui zingen plaats gehad met alle ellende, welke daaraan verbonden is; en toch leven nog steeds veertig millioen Mo hammedanen in India en enkele mil- lioenen Hindoes in Pakistan. PAKISTAN heeft inderdaad vele mogelijkheden. Maar het kent ook vele moeilijkheden. Daar is op de eerste plaats, wat voor elke nieuwe staat geldt, de opbouw van een doeltreffend bestuur. Wat West- Pakistan betreft met zijn ongeveer 35 millioen inwoners, waar in Kara chi de zetel van de regering van het gehele land is gevestigd, is men flink op weg 't nagestreefde doel te bereiken, al heeft men daar nog al tijd vooral door gebrek aan geld, met bijna onoplosbare economische pro blemen te worstelen. Maar de band met het ver afgelegen Oost-Pakistan dreigt zwakker te worden; men voelt het daar, met zijn 45 millioen inwo ners, als een onrecht, dat men van Karachi uit moet worden geregeerd. De verbindingen tussen de twee geo grafische delen van Pakistan zijn ook zeer moeilijk; daar men India wil vermijden, gaat het personenvervoer door de lucht (Karachi-Dacca is 1516 mijl), dat der goederen over zee, wat van zelf nog veel meer tijd eist. Al leen een hartelijke verstandhou ding met India zou al deze bezwaren uit de weg kunnen ruimen. Die verstandhouding echter is heel verre van ideaal. Men heeft wel vaak de indruk, dat ze slechter schijnt dan ze werkelijk is; dat verschijnsel doet zich meer voor in de uitingen der volken; (Maar er zijn tussen India en Pakistan geschillen, welke diep in hun wederzijdse betrekkingen in grijpen. We behoeven slechts het woord Kasjmir te noemen (we gin gen op dit probleem wat breedvoeri ger in onze artikelen over India in) om te beseffen, hoe ernstig de proble men zijn, welke de landen verdeeld houden. Dan is er nog het hier is het Westen nauwelijks genoemde of be kende geschil over de provincies Ju- nagadh en Manavadar, welke Kara chi eigenlijk als de derde geogra fische eenheid van Pakistan be schouwt, maar die door Delhi bij In dia zijn ingelijfd. Dergelijke geschil len leiden steeds van de zijde van de partij, welke zich benadeeld acht, tot tegenmaatregelen, welke helaas vooral de economische belangen van beide partijen voortdurend benadelen. Men poogt wel tot een oplossing te komen, maar als, zoals wordt ge vreesd Kasjmir voor Pakistan ve- loren gaat, zal er nog vele jaren die pe wrok in dit land jegens India blijven voortwoekeren. En, naar al gemeen wordt gevoeld, niet ten on rechte. De 56-jarige aannemer N. G. van der Zee, is tijdens werkzaamheden nabij het hospitaal der Curagaose Petroleum In dustrie Maatschappij te Willemstad, dood gestoken door een arbeider, wiens geest vermogens gestoord zijn. De ramp van 1 Februari 1953 kostte aan 17 inwoners van Middelharnis het leven. Om de nagedachtenis van deze slachtof fers te eren rees de gedachte onder de burgerij van die gemeente om een monu ment op te richten op het gezamenlijk graf op de algemene begraafplaats. Er werd een „Commissie Gedenkteken Ramp slachtoffers" opgericht en dit heeft thans aan een jonge kunstenares te Amsterdam, mej. T. H. van der Pant, opdracht gege ven tot het in gereedheid brengen van een bronzen gedenkteken, naar reeds door haar ingezonden ontwerp, voorstellende een in het water staande gewonde reiger. De kunstenares koos de reiger als typisch De levendigheid van het stadsbeeld in Pakistan wordt niet weinig verhoogd door de apparaten, op de daken, die al eeuwen lang de air-conditioning van het huis verzorgen. daarentegen beschouwt zich als de uitverkorene van Allah en beoefent daarom in sterke mate de cultus van de menselijke waardigheid; hij wordt door strikt voorgeschreven levensre gels gevormd; en als de mensen el ke dag op hetzelfde uur dezelfde da den verrichten, worden zij geschik ter voor grote gemeenschappelijke taken; de oorlog, het bestuur en niet het minst de cultuur. In de Arabische landen zijn deze deugden veelal verzwakt, soms ge heel verloren gegaan. In Pakistan hebben zij, waarschijnlijk omdat het nodig was ze tegenover de Hindoese onbewogenheid sterker te accentue ren, haar stuwende kracht behouden. Zo hebben ze, hoewel natuurlijk we derzijdse beinvloeding van Moham medanisme en Hindoeïsme vooral in de levenssfeer moest plaats hebben, hun eigen aard en karakter kunnen behouden; daarom is Pakistan thans het grootste en machtigste Moham medaanse land en het schijnt ons toe, dat het juist daardoor op weg kan zijn om een modern democra tisch volk te worden. E ENGELSEN hebben hun machtspositie bijna twee eeu wen lang in het Indiase gebied kunnen handhaven, vooral omdat zij de Mohammedanen en de Hindoes tegen elkaar uitspeelden. De eersten hielden zij voor, dat zij als minder heid alles van de meerderheid had den te duchten; de tweeden, dat die minderheid uit „koe-eters" bestond en hen dus in hun heiligste gevoelens kwetste. Het geschil om de heilige koe is eigenlijk eeuwenlang het eni ge gevaarlijke conflict tussen de twee partijen geweest. Daaruit zijn altijd moordpartijen voortgekomen, maar de Engelsen hebben dit vuurtje nog eens extra stevig aangeblazen; met alle noodlottige gevolgen van dien. Maar het spel met het woord „min derheid" heeft voor hen zelf ook een verre van aangename kant gehad. Want toen het reeds in het begin van deze eeuw, maar vooral in de tus- senoorlogse periode duidelijk werd, dat een steeds krachtiger Hindoes na tionalisme groeide, dat naar volko men zelfstandigheid en onafhanke lijkheid streefde, beseften de Moham- De ver^eersverbindingen medanen, dat zij in een Hindoe-staat slechts een minderheid zouden vor- "l Pakistan zijn dikwijls men. Eenerzijds ontstond aldus een primitief. uitermate bloedig conflict tussen de Hollandse vogel, die altijd aan de water kant vertoeft, waarmede gesymboliseerd wordt dat de bewoners van de eilanden aan het water leven. De geschonden vleu gel wijst er op, dat deze bewoners niet al tijd tegen de zee opgewassen zijn. De vo gel is doordrenkt van water, de gewonde vleugel hangt er verlamd bij en de kop wordt in angst en r.ood in de lucht gesto ken, in de drang om het gevaar te ont komen. Dit beeld zal geplaatst worden op een sokkel van natuursteen ter hoogte van 90 cm. Het beeld zelf wordt ongeveer 1.20 m. hoog. Het monument is gedacht tegen een achtergrond van populieren en een haag van wilde rozen. Het is het verlangen van de commissie dat het monument op 1 Februari 1956 ge reed zal zijn. Op uitdrukkelijk verzoek van de nabestaanden der slachtoffers zal geen officiële onthulling plaats vinden en zal volstaan worden met gelegenheid tot bezichtiging. Uit de gehele bevolking van Middelharnis zijn gelden bijeenge bracht voor dit monument, waarna de ge meenteraad er een gelijk bedrag bij voeg de. Voorzitter der commissie is wethou der P. de Jong, sefcretaris Mr J. Lodder. De tweede dag van het helicoptercon- gres, dat op het ogenblik in Rotterdam wordt gehouden, werd gisteren inge zet met een voordracht door de Ameri kaan Sergi Sikorsky, een zoon van de ontwerper van de Sikorsky-helicopters. De helicopters, zo zei deze expert, hebben thans reeds snelheden van 250 km per uur en een hoogte van zeven en een halve kilometer bereikt. De grote, tweemotorlge S-56 heeft in proefvluchten reeds aan getoond meer dan 4500 kg vracht te kun nen vervoeren en deze helicopter zal als verkeersvliegtuig straks 30 passagiers kunnen meenemen. De voordrachtenreeks van Woensdag werd beëindigd met een voordracht door de Fransman R. Dorand, technisch direc teur van de „Société Giravions Dorand' te Parijs. Gehele hooioogst in vlammen Gistermiddag om vier uur is de blik sem ingeslagen in de boerderij van de landbouwer E. Göneveld in de buurtschap Broekheurne bij Enschede. In een oog wenk stond de boerderij in lichterlaaie zodat de brandweer weinig kon beginnen Een gedeelte van de inboedel kon nog wor- den gered, doch de gehele hooioogst ging in vlammen op. Op het ogenblik dat de brand uitbrak, was er niemand thuis. De landbouwer was tegen brandschade ver zekerd. Hij sprak over de combinatie tubo-prop motoren en de transport-helicopter. De huidige eenmotorige types kunnen volgens hem maximaal 30 ton vervoeren. Helicop ters, die meer kunnen vervoeren zijn com mercieel niet aantrekkelijk, omdat hun meerdere transportvermogen niet in ver houding staat tot de kosten die men aan een sterke machine ten grondslag moet leggen. In het verpleeghuis van het Rode Kruis aan de Heuvellaan te Hilversum heerste gisteren een opgewekte drukte, omdat een der inwoonsters, mevrouw A. KufusKok de eeuw vol maakte Zeer velen, onder wie burgemeester J. Boot en zijn echt genote. kwamen de honderdjarige geluk wensen. Het blijmoedige oudje, dat sinds enkele jaren het bed moet houden wegens een kniefractuur, maar overigens nog goed gezond is, genoot hartelijk van de belangstelling. Haar schare kinderen en klein- en achterkleinkinderen, die groten deels uit Amsterdam kwamen, waar ..oma" tachtig jaar van haar leven woon de droegen het hunne tot de feestvreugde bij. Er waren zeer vele bloemstukken en andere geschenken, ook boeken want oma Kufus leest nog graag, en wel bij voorkeur een liefdesromannetje Wij geven ons daar opnieuw reken schap van, nu de voortreffelijke dundruk editie van zijn Verzameld Werk, waar voor de redactieraad en de uitgeverij A. Manteau te Brussel lof en dank toekomt, in zes kloeke delen voor ons staat. Im mers dit oeuvre, dat ruim vijftig jaar in tellectuele en litteraire werkzaamheid omspant, is te beschouwen als het ant woord op de uitdaging, waarvoor Ver meylen's generatie in het algemeen en hijzelf in het bijzonder zich zag geplaatst, en die hij met fier zelfbewustzijn, overi gens toegerust met grote gaven van geest en gemoed, heeft aanvaard. Maar of schoon men vaststellen moet dat zelden een stuwende, levenwekkende intelligen tie beter op tijd kwam in een verwaar loosd land vol sluimerende krachten, of schoon de halve eeuw van Vlaanderens de finitieve heropstanding het onuitwisbare stempel draagt van Vermeylen's persoon lijkheid en hem dit onvergankelijke roem verschaft, de betekenis van zijn figuur is toch iets anders en wel iets meer dan eer louter historische. De verruiming tot het „Europeërschap" dat het bewuste en volwaardige bezit van eigen kracht als volstrekte voor waarde stelt, was voor Vermeylen geen einddoel maar een middel tot de algehele ontplooiing der persoonlijkheid. Bij hem doorbreekt het menselijke alle uiterlijke contingenties en vermeende grenzen. He' menselijke, dat een brug slaat tussen tegengestelde overtuigingen, dat het cri terium vormt van elke levenshouding er van de eenheid van leven en kunst, i' de grondslag van Vermeylen's drang naa> synthese, van ziin onbevangen waarde ringsvermogen Het trok hem overal aap waar het maar enige oorspronkelijkheir vertoont, het daagde hem uit in zij» meest verheven uitdrukkingsvormen, er hij. die geen of althans geen gelovig christen was. heeft definitieve bladzij den geschreven over Ruusbroec, Dante, Gezelle. Daarin en in zijn beschouwingen over Petrarca, Goethe. Rembrandt. Blake Whitman voelt men vooral de omvang van zijn geest en zUn gemoedsdiepte, die overigens in zijn vele, samenvattende overzichten, zijn talloze karakteristieken op gebied van schilderkunst en literatuur het geheim uitmaken van zijn meester lijke formuleringen. Wat Vermeylen groot maakt en hem boven zijn tijd doet uitrijzen is niet al leen zUn klaarblijkelijk meesterschap van het woord, maar tevens alles wat dit aan synthese van gevoel en verstand, van levenskennis en menselijk begrip bij hem veronderstelt. De volmaaktheid van de vorm Is hij hem van binnen-uit ge groeid als de noodzaak zelf van zijn uitingsdrang, en bezit daarom de span ning van zijn diepe affecten en groot- willende geest. Past dit minder op zijn verhalend dan wel op zijn beschouwend proza, dan betekent da» alleen dat Ver meylen een groter essayist was dan ro manschrijver. Maar nergens in zijn ruim vierduizend bladzijden omvattend oeuvre daalt zijn schriftuur beneden het peil van zijn algemene en steeds ruime visie. Wil dit nu zeggen dat er in zijn werk geen zwakke plekken zijn aan te wijzen? Natuurlijk niet; die zijn er ook, maa: men vindt ze, dunkt mij, voornamelijk daar waar de bemoeiingen met de prac- tische politiek Vermeylen's levensstijl komen doorkruisen die politiek welke vanuit zijn wezenlijke kern beschouwd veel minder een noodzaak was dan een 'oegeving. een uit saamhorigheid met de ;ocialistische partij aanvaarde aanpas sing. Ik kan dat hier niet nader aantonen loch moet volstaan met de opmerking da iet socialisme hoe oprecht ook hij hei 'oegedaan moge zijn geweest, voor Ver neylen nimmer de waarde heeft gehad van een scheppende idee. Dit was daarentegen zeer zeker het ge val met het aanvankelijk zo vurig door hem beleden individualistisch anarchisme. Het laatste, onrechtstreekse getuigenis van deze radicale levensopvatting da teert van 1895; het is zijn Kritiek der Vlaamse Beweging, dat weldoordachte logisch verantwoorde revolutionnaire stuk. waarvan méér directe invloed is uitgegaan dan van enig ander geschrift van Vermeylen en misschien wel van heel zijn generatie. Vermeylen was toen 23 jaar! En reeds een jaar lang doctor in de geschiedenis. Na een tweejarig verblijf aan de uni versiteiten van Berlijn en Wenen, keert hij in 1896 terug, sticht onmiddellijk de tweede reeks van Van Nu en straks (de eerste dateert van '93'94) en schrijft die uiterst merkwaardige biecht Ene Jeugd (1896). een even emotioneel als lo gisch gefundeerd afscheid van het anar chisme. Vermeylen was in de grond te zeer een maatschappelijk mens, afgezien nog van zijn zintuig voor diepere geeste lijke samenhangen en transcendente, tra ditionele waarden, om de barre vereen zaming van een al te kunstmatige vrij heid niet te ontvluchten. Hij verkoos het „gewone leven onder de mensen", sloot in 1897 een gelukkig huwelijk en behaalde in 1899 nog eens een doctorstitel op zijn bekend geworden proefschrift over Jan van der Noot. Zij „ontrouw" aan het anarchisme had echter een definitieve breuk tengevolge met zijn boezemvriend Dweishauwers. Deze feiten hadden hun weerslag op zijn werk. Het anarchisme was hem diepe, bloedige ernst geweest en een volslagen ommekeer, een katharsis was nodig om zich er voor goed van te bevrijden. Dit innerlijke proces in de kern reeds beschreven in Ene Jeugd, en het vriendenconflict werkt hij uit in De Wandelende Jood en Twee Vrienden, beide reeds vóór 1900 opgezet, maar ach tereenvolgens In 1906 en 1942 pas vol tooid. Die volharding typeert Vermeylen en getuigt voor de eenheid in zijn voelen en denken. Doch intussen had h(j met zijn K r i 11 e k, geljjk Goethe's toverleerling, gees ten opgeroepen die hü niet meer be zweren kon. Niet het eigenlijke anarchis me maar het felle anti-Belgische van deze grandioze afbraak trok telkens weer de jongere Vlaamse generaties aan en le verde haar argumenten voor een hevige extremistische strijd. Het is dan ook gron deloos naïef te geloven dat zulk een ont wikkeling door Vermeylen's „Woordje vooraf" van de latere drukken zou te stuiten zijn geweest. Vermeylen behield geen vat op de rebelse Vlaamse jeugd, die hem van „inconsequentie" beschul digde. Doch dit Vlaamse drama moet Ik hier onbesproken laten. Zoveel is zeker, dat Vermeylen's „bekering" van het anar chisme volkomen oprecht en radicaal is geweest, en wat Hjj als positief beschouw de in zijn K r i t i e k -- de opvatting van de Vlaamse Beweging als een deel van een zedelijke en economische wereld-be weging kon gehandhaafd blijven. Even zeker is echter, da» men met déze leuze geen strijdbare jeugd kon bezielen in een land waar nog zoveel gebeuren moest alvorens de Vlaming zichzelf mocht zijn. Betekende de verloochening van het anarchisme voor Vermeylen de aanpas sing en inschakeling in het „gewone le ven", met als practisch-politieke conse quentie het lidmaatschap van de Belgi sche Werkliedenpartij, de idee die zijn leven en werk blijft beheersen is die van de persoonlijkheidscultuur, het na streven van een zo harmonisch moge lijke voltoooiing van de geest. Dit geeft aan zijn werk onvervangbare waarde Zijn humanisme is er een van de beste soort, een wijze van voelen en denken die ruimte schept en liefde wekt. omdat zij zelf een vorm van liefde is. En wel van die liefde, die in de hoogste gebieden van de geest samenvalt met kennis. Ver meylen was een eenvoudig mens onder de mensen, maar bezat de oprechte drang naar het hoogste, waarvan hij met zijn sterk verstand en diep resonerende kun stenaarsziel véél heeft bevroed, genoeg althans om er een harmonisch leven mee op te bouwen. Dat is zijn grootheid, die wij van harte gaarne erkennen, al ge loven wij anders dan hij deed. J. ROELAND VERMEER. Op het kerkhof van het Franciscaner klooster Alverna te Wychen is gisteren onder grote belangstelling van geestelijke, burgerlijke en militaire autoriteiten het stoffelijk overschot ter aarde besteld van aalmoezenier G. A. van Schaick O.F.M., die Zondag jl. om het leven is gekomen bij het nemen van een bad in de Oude Maas. De H. Mis van requiem werd opgedra gen door een broer van de overledene, pater Th. van Schaick O.F.M., geassisteerd door aalmoezenier H. op den Akker O. Carm. uit Nijmegen en aalmoezenier F. Couwenbergh S.M. van Volkel. De scho'a cantorum der fraters Franciscanen zong de misgezangen. Onder de aanwezigen wa ren de chef van de luchtmachtstaf luite- nant-generaal-waarnemer A. Baretta, hoofdaalmoezenier mgr H. van Straelen, overste P. Maters, commandant van het garnizoen Nijmegen, luitenant-kolonel R. Verhoeven en mag. dr J. Stokman O.F.M lid van de Tweede Kamer. Tijdens de H. Mis werd een kort herdenkingswoord uitgesproken door staf-aalmoezenier R. Verhoeven, die pater Van Schaick teken de als een waarachtig Franciscaan, die een warm priesterhart had en bij allen in hoge achting stond. Op het kerkhof werd de absoute verricht door pater V van der Luur O.F..M. Aan het graf werd gesproken door luitenant-kolonel P. Ma ters en door overste J. Teunissen. Beiden waardeerden de overledene als een op recht man, die bij alle soldaten, ook bij andersdenkenden, in goed aanzien stond. De plechtigheid werd omlijst door treur muziek van de Kon, Luchtmachtkapel. Donderdagochtend is de 52-jarige post beambte E. V. uit Sneek door verdrinking om het leven gekomen. Met zijn vriend, de eveneens uit Sneek afkomstige F. B ging V. een dagje uit vissen. In het nieuwe kanaal van de vaarweg StroobosLemmer grepen de beide sport vissers in hun roeibootje een passerende zandbak met sleepboot van de firma K. uit Heerenveen vast. Ondanks waarschu wingen van de bakkeschipper bleven de beide hengelaars vasthouden, met het ge volg. da» het bootje volliep en beiden te water geraakten. Alhoewel beide mannen de zwemkunst machtig waren, wist alleen F. B. de wal te bereiken. V. verdween op 10 meter uit de wal in de diepte, waar schijnlijk als gevolg van kramp. Het slachtoffer was gehuwd en had geen kin deren. Op de meer dan 30 km lange Afsluitdijk ontbrak tot nu elke telefoonverbinding met de vaste wal. Een ongeluk of niet te verhelpen pech, bracht dan ook extra problemen met zich- Het plan van de A.N.W.B. om er telefoonposten aan te brengen is nu door de P.T.T. uitgevoerd en vandaag zijn zij, in een vorm die voor ons land geheel nieuw Is, in gebruik ge nomen. De telefoons zijn op een onderlinge af stand van ongeveer 5 km langs de weg over de Afsluitdijk geplaatst. Met het opnemen van de hoorn komt de verbin ding met de rijkspolitie in Den Oever of in Pingjum tot stand. Die kan dan zor gen voor garagehulp of in ernstige ge vallen medische of geestelijke bijstand inroepen. De A.N.W.B. streeft ernaar, langs de autosnelwegen, waar het door het ont breken van bebouwing ook niet goed mogelijk is hulp in te roepen, zulke tele foonposten aan te brengen- We hebben al vele fraaie reclame-druk werken van gemeenten in handen gehad. Een bijzonder woord van lof verdient echter wel de brochure ,,'s-Hertogen- bosch industriestad". Een reeks zeer goede foto's illustreert de tekst, waarin de betekenis van de Hertogstad als in dustrieplaats wordt weergegeven. TyP°" grafisch verdient de uitgaaf ook au waardering.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1955 | | pagina 4