Helicopters vliegen reeds 250
km per uur
7/a
w.
Vermeylen's verzameld werk voltooid
DE JONGSTE MOSLEMSTAAT (I)
D
8
1
Rampmonument te Middelharnis
D
yiaming zijn om Europeer te worden99
Geen einddoel
maar
middel
Engeland speelde Hindoes en Mohammedanen
tegen elkaar uit
TEKENINGEN VAN
THOMAS NIX
Bouwtechnisch geen bezwaren tegen
hooggelegen helihavens
VRIJDAG 29 JULI 1955
PAGINA 4
Natuurlijke ontwikkeling
Mohammedaanse tolerantie
E MOSLIM-HEERSCHAPPIJ
over het Indiase gebied is on
getwijfeld in vele opzichten ze
genrijk geweest. Vooral omdat de-
Mohammedaanse bestuurderen in dit
land een eigenschap ontwikkelden,
welke elders bij hun geloofsgeno
ten nauwelijks te bespeuren viel:
een zeer grote, bijna onbegrensde
verdraagzaamheid jegens anders
denkenden. Dit is een echt Hindoese
deugd, maar het is zeker merkwaar
dig, dat juist deze verre van Moham
medaanse eigenschap door hen toch
in India is overgenomen en in Pakis
tan ook nu nog in hoge mate wordt
beoefend.
Grote moeilijkheden
AANNEMER OP CURASAO
DOODGESTOKEN
Ia
GODSDIENSTIGE TEGEN
STELLINGEN BESLISTEN
BLIKSEM SLOEG IN BOERDERIJ
HONDERJARIGE IN
HILVERSUM
Oma Kufus leest bij voorkeur
liefdesromannetjes
5?
Het gevleugelde woord, waar
mee August Vermeylen in 1900
een van zijn schitterendste opstel
len besloot: „Wij willen Vlamin
gen zijn, om Europeërs te wor
den", dat geestverruimende
woord dat nog niets van zijn be
zielende kracht heeft ingeboet, is
allereerst en allermeest aan hem
zelf in vervulling gegaan.
Grondslag
Politiek
Van Nu en Straks
Kritiek
AALMOEZENIER
VAN SCHAICK TER AARDE
BESTELD
Onder grote belangstelling
POSTBEAMBTE BIJ VISSEN
VERDRONKEN
Bootje liep vol water
VERKEERSTELEFOON-
POSTEN OP AFSLUITDIJK
's Hertogenbosch industrie
stad
PAKISTAN: IWEE GEOGRAFISCHE EENHEDEN
EEN DAKOTA met vier en twin
tig passagiers aan boord steeg
de 14de Augustus 1947 om twee uur
in de namiddag te Calcutta met be
stemming Dacca op. Boven bet
vliegveld van Dacca cirkelde het
vliegtuig enkele malen rond, maar
toen het bijna de grond raakte,
zocht het snel weer hoogte. Het
spijt me, heren, zeide de piloot,
maar op de landingsbaan stond een
truc". En hij zocht een andere, gun
stiger plaats om zijn machine aan
de grond te zetten. Het vliegveld
bleek in geen jaren te zijn gebruikt
en de oude, verroeste truc stond er
waarschijnlijk al maanden en
maanden; niemand had er naar
om gezien.
Die vier en twintig passagiers wa
ren hoge ambtenaren, die voor Pakis
tan hadden geopteerd, zij waren aan
gewezen om een deel van Pakistan:
Oost-Pakistan uit het niets te gaan
organiseren. Zo begon de geschie
denis van een nieuwe staat. Ongetwij
feld was de situatie in West-Pakistan
gunstiger om een bestuur van de
grond af aan op te bouwen, maar ook
daar ging het er om van bijna niets
iets te maken.
De twee woorden West-Pakistan en
Oost-Pakistan zouden de indruk kun
nen wekken, dat men met aangren
zende provincies of met locale bepa
lingen te doen heeft, zoals hier in
Nederland met de termen Noord en
Zuid of beneden en boven de grote
rivieren. Met Pakistan is dat echter
volkomen anders. Daar doet zich het
wel unieke feit voor, dat de twee de
len van de ene staat nergens aan el
kaar grenzen, doch gescheiden zijn
door een strook gebied van India van
niet minder dan 1.100 mijlen: het zijn
dus in feite twee geografische eenhe
den, het ene ten Noord-Westen, het
andere ten Noord-Oosten van de re
publiek India.
Deze merkwaardige toestand is in
zekere zin de natuurlijke ontwikke
ling van twaalf eeuwen Mohamme
daanse geschiedenis op 't Indo-Pakis-
taanse sub-continent, practisch een
werelddeel op zich. Het eerste Mos
lem-contact met het toen overwegend
Hindoes en Boeddhistisch India (we
gebruiken dit voor de toenmalige tijd
onjuiste woord om het gebied aan te
duiden, dat later als Brits-Indië be
kend stond en nu India en Pakistan
omvat) kwam in 712 door de Ara
bische generaal Mohammed Bin Qa-
sim. dje de (tegenwoordige) provin
cie Sind veroverde, tot stand. 2 Eeu
wen lang stelden de veroveraars zich
met dit gebied tevreden, maar in
918 rukten zij op om geheel India
onder hun macht te brengen, Turken,
Afghanen, Perzen en Turkomanen,
drongen door de Khyber-pas binnen
en weldra was het gehele land in hun
bezit. Daar met de veroveraars ook
het Mohammedanisme en de Moham
medaanse cultuur hun expansie
kracht ontwikkelen, bespeurt men in
de volgende eeuwen grote godsdien
stige en sociale spanningen in het ou
de land. Tot in het midden van de
achttiende eeuw werd practisch ge
heel India door de sultans en kei
zers van Delhi beheerst en bestuurd.
Het verval van het Moghoel-rijk
werd toen heel spoedig gevolgd door
de vestiging van het Britse bestuur.
Is het de sfeer geweest, welke dit
gevolg heeft gehad? Het is moeilijk
te zeggen. Zeker is, dat de twee gro
te godsdiensten in India hun essen
tiële elementen bijna ongeschonden
door zoveel eeuwen heen hebben be
waard en hun stempel op de trouwe
beoefenaars hebben gedrukt. De Hin
doese concepties zijn misschien vol
lediger dan de Mohammedaanse; ook
dieper; maar zij vormen, door de
massa der dogma's en het spel der
kasten, mensen, die in hokjes zijn
verdeeld en allerminst geschikt voor
grootse ondernemingen, welke een
brede visie vereisen. De Muzelman
Vrouwen aan de rivier in Pakistan.
twee bevolkingsgroepen, welke an
derzijds elkaar toch weer vonden te
gen Engeland, maar zó, dat nu ook
de Mohammedanen een eigen zelf
standige souvereine staat wensten,
geheel los van Engeland. Een wel
zeer ingewikkelde situatie.
Dit doel is ten slotte, zij het ten
koste van zware, bloedige offers be
reikt. De splitsing van het sub-conti
nent kwam tot stand, maar zuiver
op de grondslag van religieuse tegen
stellingen, zonder met de oude eco
nomische verbondenheid en met de
geografische situatie rekening te
houden. Er hebben grote volksverhui
zingen plaats gehad met alle ellende,
welke daaraan verbonden is; en toch
leven nog steeds veertig millioen Mo
hammedanen in India en enkele mil-
lioenen Hindoes in Pakistan.
PAKISTAN heeft inderdaad vele
mogelijkheden. Maar het kent
ook vele moeilijkheden. Daar
is op de eerste plaats, wat voor elke
nieuwe staat geldt, de opbouw van
een doeltreffend bestuur. Wat West-
Pakistan betreft met zijn ongeveer
35 millioen inwoners, waar in Kara
chi de zetel van de regering van het
gehele land is gevestigd, is men
flink op weg 't nagestreefde doel te
bereiken, al heeft men daar nog al
tijd vooral door gebrek aan geld, met
bijna onoplosbare economische pro
blemen te worstelen. Maar de band
met het ver afgelegen Oost-Pakistan
dreigt zwakker te worden; men voelt
het daar, met zijn 45 millioen inwo
ners, als een onrecht, dat men van
Karachi uit moet worden geregeerd.
De verbindingen tussen de twee geo
grafische delen van Pakistan zijn ook
zeer moeilijk; daar men India wil
vermijden, gaat het personenvervoer
door de lucht (Karachi-Dacca is 1516
mijl), dat der goederen over zee, wat
van zelf nog veel meer tijd eist. Al
leen een hartelijke verstandhou
ding met India zou al deze bezwaren
uit de weg kunnen ruimen.
Die verstandhouding echter is heel
verre van ideaal. Men heeft wel vaak
de indruk, dat ze slechter schijnt dan
ze werkelijk is; dat verschijnsel doet
zich meer voor in de uitingen der
volken; (Maar er zijn tussen India
en Pakistan geschillen, welke diep
in hun wederzijdse betrekkingen in
grijpen. We behoeven slechts het
woord Kasjmir te noemen (we gin
gen op dit probleem wat breedvoeri
ger in onze artikelen over India in)
om te beseffen, hoe ernstig de proble
men zijn, welke de landen verdeeld
houden. Dan is er nog het hier is het
Westen nauwelijks genoemde of be
kende geschil over de provincies Ju-
nagadh en Manavadar, welke Kara
chi eigenlijk als de derde geogra
fische eenheid van Pakistan be
schouwt, maar die door Delhi bij In
dia zijn ingelijfd. Dergelijke geschil
len leiden steeds van de zijde van
de partij, welke zich benadeeld acht,
tot tegenmaatregelen, welke helaas
vooral de economische belangen van
beide partijen voortdurend benadelen.
Men poogt wel tot een oplossing te
komen, maar als, zoals wordt ge
vreesd Kasjmir voor Pakistan ve-
loren gaat, zal er nog vele jaren die
pe wrok in dit land jegens India
blijven voortwoekeren. En, naar al
gemeen wordt gevoeld, niet ten on
rechte.
De 56-jarige aannemer N. G. van der
Zee, is tijdens werkzaamheden nabij het
hospitaal der Curagaose Petroleum In
dustrie Maatschappij te Willemstad, dood
gestoken door een arbeider, wiens geest
vermogens gestoord zijn.
De ramp van 1 Februari 1953 kostte aan
17 inwoners van Middelharnis het leven.
Om de nagedachtenis van deze slachtof
fers te eren rees de gedachte onder de
burgerij van die gemeente om een monu
ment op te richten op het gezamenlijk
graf op de algemene begraafplaats. Er
werd een „Commissie Gedenkteken Ramp
slachtoffers" opgericht en dit heeft thans
aan een jonge kunstenares te Amsterdam,
mej. T. H. van der Pant, opdracht gege
ven tot het in gereedheid brengen van
een bronzen gedenkteken, naar reeds door
haar ingezonden ontwerp, voorstellende
een in het water staande gewonde reiger.
De kunstenares koos de reiger als typisch
De levendigheid van het stadsbeeld in Pakistan wordt niet weinig
verhoogd door de apparaten, op de daken, die al eeuwen lang de
air-conditioning van het huis verzorgen.
daarentegen beschouwt zich als de
uitverkorene van Allah en beoefent
daarom in sterke mate de cultus van
de menselijke waardigheid; hij wordt
door strikt voorgeschreven levensre
gels gevormd; en als de mensen el
ke dag op hetzelfde uur dezelfde da
den verrichten, worden zij geschik
ter voor grote gemeenschappelijke
taken; de oorlog, het bestuur en niet
het minst de cultuur.
In de Arabische landen zijn deze
deugden veelal verzwakt, soms ge
heel verloren gegaan. In Pakistan
hebben zij, waarschijnlijk omdat het
nodig was ze tegenover de Hindoese
onbewogenheid sterker te accentue
ren, haar stuwende kracht behouden.
Zo hebben ze, hoewel natuurlijk we
derzijdse beinvloeding van Moham
medanisme en Hindoeïsme vooral in
de levenssfeer moest plaats hebben,
hun eigen aard en karakter kunnen
behouden; daarom is Pakistan thans
het grootste en machtigste Moham
medaanse land en het schijnt ons
toe, dat het juist daardoor op weg
kan zijn om een modern democra
tisch volk te worden.
E ENGELSEN hebben hun
machtspositie bijna twee eeu
wen lang in het Indiase gebied
kunnen handhaven, vooral omdat zij
de Mohammedanen en de Hindoes
tegen elkaar uitspeelden. De eersten
hielden zij voor, dat zij als minder
heid alles van de meerderheid had
den te duchten; de tweeden, dat die
minderheid uit „koe-eters" bestond
en hen dus in hun heiligste gevoelens
kwetste. Het geschil om de heilige
koe is eigenlijk eeuwenlang het eni
ge gevaarlijke conflict tussen de twee
partijen geweest. Daaruit zijn altijd
moordpartijen voortgekomen, maar
de Engelsen hebben dit vuurtje nog
eens extra stevig aangeblazen; met
alle noodlottige gevolgen van dien.
Maar het spel met het woord „min
derheid" heeft voor hen zelf ook een
verre van aangename kant gehad.
Want toen het reeds in het begin
van deze eeuw, maar vooral in de tus-
senoorlogse periode duidelijk werd,
dat een steeds krachtiger Hindoes na
tionalisme groeide, dat naar volko
men zelfstandigheid en onafhanke
lijkheid streefde, beseften de Moham- De ver^eersverbindingen
medanen, dat zij in een Hindoe-staat
slechts een minderheid zouden vor- "l Pakistan zijn dikwijls
men. Eenerzijds ontstond aldus een primitief.
uitermate bloedig conflict tussen de
Hollandse vogel, die altijd aan de water
kant vertoeft, waarmede gesymboliseerd
wordt dat de bewoners van de eilanden
aan het water leven. De geschonden vleu
gel wijst er op, dat deze bewoners niet al
tijd tegen de zee opgewassen zijn. De vo
gel is doordrenkt van water, de gewonde
vleugel hangt er verlamd bij en de kop
wordt in angst en r.ood in de lucht gesto
ken, in de drang om het gevaar te ont
komen.
Dit beeld zal geplaatst worden op een
sokkel van natuursteen ter hoogte van 90
cm. Het beeld zelf wordt ongeveer 1.20 m.
hoog. Het monument is gedacht tegen een
achtergrond van populieren en een haag
van wilde rozen.
Het is het verlangen van de commissie
dat het monument op 1 Februari 1956 ge
reed zal zijn. Op uitdrukkelijk verzoek
van de nabestaanden der slachtoffers zal
geen officiële onthulling plaats vinden
en zal volstaan worden met gelegenheid
tot bezichtiging. Uit de gehele bevolking
van Middelharnis zijn gelden bijeenge
bracht voor dit monument, waarna de ge
meenteraad er een gelijk bedrag bij voeg
de. Voorzitter der commissie is wethou
der P. de Jong, sefcretaris Mr J. Lodder.
De tweede dag van het helicoptercon-
gres, dat op het ogenblik in Rotterdam
wordt gehouden, werd gisteren inge
zet met een voordracht door de Ameri
kaan Sergi Sikorsky, een zoon van de
ontwerper van de Sikorsky-helicopters. De
helicopters, zo zei deze expert, hebben
thans reeds snelheden van 250 km per
uur en een hoogte van zeven en een halve
kilometer bereikt. De grote, tweemotorlge
S-56 heeft in proefvluchten reeds aan
getoond meer dan 4500 kg vracht te kun
nen vervoeren en deze helicopter zal als
verkeersvliegtuig straks 30 passagiers
kunnen meenemen.
De voordrachtenreeks van Woensdag
werd beëindigd met een voordracht door
de Fransman R. Dorand, technisch direc
teur van de „Société Giravions Dorand'
te Parijs.
Gehele hooioogst in vlammen
Gistermiddag om vier uur is de blik
sem ingeslagen in de boerderij van de
landbouwer E. Göneveld in de buurtschap
Broekheurne bij Enschede. In een oog
wenk stond de boerderij in lichterlaaie
zodat de brandweer weinig kon beginnen
Een gedeelte van de inboedel kon nog wor-
den gered, doch de gehele hooioogst ging
in vlammen op. Op het ogenblik dat de
brand uitbrak, was er niemand thuis. De
landbouwer was tegen brandschade ver
zekerd.
Hij sprak over de combinatie tubo-prop
motoren en de transport-helicopter. De
huidige eenmotorige types kunnen volgens
hem maximaal 30 ton vervoeren. Helicop
ters, die meer kunnen vervoeren zijn com
mercieel niet aantrekkelijk, omdat hun
meerdere transportvermogen niet in ver
houding staat tot de kosten die men aan
een sterke machine ten grondslag moet
leggen.
In het verpleeghuis van het Rode Kruis
aan de Heuvellaan te Hilversum heerste
gisteren een opgewekte drukte, omdat een
der inwoonsters, mevrouw A. KufusKok
de eeuw vol maakte Zeer velen, onder
wie burgemeester J. Boot en zijn echt
genote. kwamen de honderdjarige geluk
wensen. Het blijmoedige oudje, dat sinds
enkele jaren het bed moet houden wegens
een kniefractuur, maar overigens nog
goed gezond is, genoot hartelijk van de
belangstelling. Haar schare kinderen en
klein- en achterkleinkinderen, die groten
deels uit Amsterdam kwamen, waar
..oma" tachtig jaar van haar leven woon
de droegen het hunne tot de feestvreugde
bij. Er waren zeer vele bloemstukken en
andere geschenken, ook boeken want
oma Kufus leest nog graag, en wel bij
voorkeur een liefdesromannetje
Wij geven ons daar opnieuw reken
schap van, nu de voortreffelijke dundruk
editie van zijn Verzameld Werk, waar
voor de redactieraad en de uitgeverij A.
Manteau te Brussel lof en dank toekomt,
in zes kloeke delen voor ons staat. Im
mers dit oeuvre, dat ruim vijftig jaar in
tellectuele en litteraire werkzaamheid
omspant, is te beschouwen als het ant
woord op de uitdaging, waarvoor Ver
meylen's generatie in het algemeen en
hijzelf in het bijzonder zich zag geplaatst,
en die hij met fier zelfbewustzijn, overi
gens toegerust met grote gaven van geest
en gemoed, heeft aanvaard. Maar of
schoon men vaststellen moet dat zelden
een stuwende, levenwekkende intelligen
tie beter op tijd kwam in een verwaar
loosd land vol sluimerende krachten, of
schoon de halve eeuw van Vlaanderens de
finitieve heropstanding het onuitwisbare
stempel draagt van Vermeylen's persoon
lijkheid en hem dit onvergankelijke roem
verschaft, de betekenis van zijn figuur is
toch iets anders en wel iets meer dan eer
louter historische.
De verruiming tot het „Europeërschap"
dat het bewuste en volwaardige bezit
van eigen kracht als volstrekte voor
waarde stelt, was voor Vermeylen geen
einddoel maar een middel tot de algehele
ontplooiing der persoonlijkheid. Bij hem
doorbreekt het menselijke alle uiterlijke
contingenties en vermeende grenzen. He'
menselijke, dat een brug slaat tussen
tegengestelde overtuigingen, dat het cri
terium vormt van elke levenshouding er
van de eenheid van leven en kunst, i'
de grondslag van Vermeylen's drang naa>
synthese, van ziin onbevangen waarde
ringsvermogen Het trok hem overal aap
waar het maar enige oorspronkelijkheir
vertoont, het daagde hem uit in zij»
meest verheven uitdrukkingsvormen, er
hij. die geen of althans geen gelovig
christen was. heeft definitieve bladzij
den geschreven over Ruusbroec, Dante,
Gezelle. Daarin en in zijn beschouwingen
over Petrarca, Goethe. Rembrandt. Blake
Whitman voelt men vooral de omvang
van zijn geest en zUn gemoedsdiepte, die
overigens in zijn vele, samenvattende
overzichten, zijn talloze karakteristieken
op gebied van schilderkunst en literatuur
het geheim uitmaken van zijn meester
lijke formuleringen.
Wat Vermeylen groot maakt en hem
boven zijn tijd doet uitrijzen is niet al
leen zUn klaarblijkelijk meesterschap
van het woord, maar tevens alles wat
dit aan synthese van gevoel en verstand,
van levenskennis en menselijk begrip bij
hem veronderstelt. De volmaaktheid van
de vorm Is hij hem van binnen-uit ge
groeid als de noodzaak zelf van zijn
uitingsdrang, en bezit daarom de span
ning van zijn diepe affecten en groot-
willende geest. Past dit minder op zijn
verhalend dan wel op zijn beschouwend
proza, dan betekent da» alleen dat Ver
meylen een groter essayist was dan ro
manschrijver. Maar nergens in zijn ruim
vierduizend bladzijden omvattend oeuvre
daalt zijn schriftuur beneden het peil van
zijn algemene en steeds ruime visie.
Wil dit nu zeggen dat er in zijn werk
geen zwakke plekken zijn aan te wijzen?
Natuurlijk niet; die zijn er ook, maa:
men vindt ze, dunkt mij, voornamelijk
daar waar de bemoeiingen met de prac-
tische politiek Vermeylen's levensstijl
komen doorkruisen die politiek welke
vanuit zijn wezenlijke kern beschouwd
veel minder een noodzaak was dan een
'oegeving. een uit saamhorigheid met de
;ocialistische partij aanvaarde aanpas
sing. Ik kan dat hier niet nader aantonen
loch moet volstaan met de opmerking da
iet socialisme hoe oprecht ook hij hei
'oegedaan moge zijn geweest, voor Ver
neylen nimmer de waarde heeft gehad
van een scheppende idee.
Dit was daarentegen zeer zeker het ge
val met het aanvankelijk zo vurig door
hem beleden individualistisch anarchisme.
Het laatste, onrechtstreekse getuigenis
van deze radicale levensopvatting da
teert van 1895; het is zijn Kritiek der
Vlaamse Beweging, dat weldoordachte
logisch verantwoorde revolutionnaire
stuk. waarvan méér directe invloed is
uitgegaan dan van enig ander geschrift
van Vermeylen en misschien wel van
heel zijn generatie. Vermeylen was toen
23 jaar! En reeds een jaar lang doctor in
de geschiedenis.
Na een tweejarig verblijf aan de uni
versiteiten van Berlijn en Wenen, keert
hij in 1896 terug, sticht onmiddellijk de
tweede reeks van Van Nu en straks (de
eerste dateert van '93'94) en schrijft
die uiterst merkwaardige biecht Ene
Jeugd (1896). een even emotioneel als lo
gisch gefundeerd afscheid van het anar
chisme. Vermeylen was in de grond te
zeer een maatschappelijk mens, afgezien
nog van zijn zintuig voor diepere geeste
lijke samenhangen en transcendente, tra
ditionele waarden, om de barre vereen
zaming van een al te kunstmatige vrij
heid niet te ontvluchten. Hij verkoos het
„gewone leven onder de mensen", sloot
in 1897 een gelukkig huwelijk en behaalde
in 1899 nog eens een doctorstitel op zijn
bekend geworden proefschrift over Jan
van der Noot. Zij „ontrouw" aan het
anarchisme had echter een definitieve
breuk tengevolge met zijn boezemvriend
Dweishauwers. Deze feiten hadden hun
weerslag op zijn werk. Het anarchisme
was hem diepe, bloedige ernst geweest en
een volslagen ommekeer, een katharsis
was nodig om zich er voor goed van te
bevrijden. Dit innerlijke proces in de
kern reeds beschreven in Ene Jeugd, en
het vriendenconflict werkt hij uit in De
Wandelende Jood en Twee Vrienden,
beide reeds vóór 1900 opgezet, maar ach
tereenvolgens In 1906 en 1942 pas vol
tooid. Die volharding typeert Vermeylen
en getuigt voor de eenheid in zijn voelen
en denken.
Doch intussen had h(j met zijn K r i
11 e k, geljjk Goethe's toverleerling, gees
ten opgeroepen die hü niet meer be
zweren kon. Niet het eigenlijke anarchis
me maar het felle anti-Belgische van deze
grandioze afbraak trok telkens weer de
jongere Vlaamse generaties aan en le
verde haar argumenten voor een hevige
extremistische strijd. Het is dan ook gron
deloos naïef te geloven dat zulk een ont
wikkeling door Vermeylen's „Woordje
vooraf" van de latere drukken zou te
stuiten zijn geweest. Vermeylen behield
geen vat op de rebelse Vlaamse jeugd,
die hem van „inconsequentie" beschul
digde. Doch dit Vlaamse drama moet Ik
hier onbesproken laten. Zoveel is zeker,
dat Vermeylen's „bekering" van het anar
chisme volkomen oprecht en radicaal is
geweest, en wat Hjj als positief beschouw
de in zijn K r i t i e k -- de opvatting van
de Vlaamse Beweging als een deel van
een zedelijke en economische wereld-be
weging kon gehandhaafd blijven. Even
zeker is echter, da» men met déze leuze
geen strijdbare jeugd kon bezielen in een
land waar nog zoveel gebeuren moest
alvorens de Vlaming zichzelf mocht zijn.
Betekende de verloochening van het
anarchisme voor Vermeylen de aanpas
sing en inschakeling in het „gewone le
ven", met als practisch-politieke conse
quentie het lidmaatschap van de Belgi
sche Werkliedenpartij, de idee die zijn
leven en werk blijft beheersen is die
van de persoonlijkheidscultuur, het na
streven van een zo harmonisch moge
lijke voltoooiing van de geest. Dit geeft
aan zijn werk onvervangbare waarde
Zijn humanisme is er een van de beste
soort, een wijze van voelen en denken
die ruimte schept en liefde wekt. omdat
zij zelf een vorm van liefde is. En wel
van die liefde, die in de hoogste gebieden
van de geest samenvalt met kennis. Ver
meylen was een eenvoudig mens onder de
mensen, maar bezat de oprechte drang
naar het hoogste, waarvan hij met zijn
sterk verstand en diep resonerende kun
stenaarsziel véél heeft bevroed, genoeg
althans om er een harmonisch leven mee
op te bouwen. Dat is zijn grootheid, die
wij van harte gaarne erkennen, al ge
loven wij anders dan hij deed.
J. ROELAND VERMEER.
Op het kerkhof van het Franciscaner
klooster Alverna te Wychen is gisteren
onder grote belangstelling van geestelijke,
burgerlijke en militaire autoriteiten het
stoffelijk overschot ter aarde besteld van
aalmoezenier G. A. van Schaick O.F.M.,
die Zondag jl. om het leven is gekomen
bij het nemen van een bad in de Oude
Maas.
De H. Mis van requiem werd opgedra
gen door een broer van de overledene,
pater Th. van Schaick O.F.M., geassisteerd
door aalmoezenier H. op den Akker O.
Carm. uit Nijmegen en aalmoezenier F.
Couwenbergh S.M. van Volkel. De scho'a
cantorum der fraters Franciscanen zong
de misgezangen. Onder de aanwezigen wa
ren de chef van de luchtmachtstaf luite-
nant-generaal-waarnemer A. Baretta,
hoofdaalmoezenier mgr H. van Straelen,
overste P. Maters, commandant van het
garnizoen Nijmegen, luitenant-kolonel R.
Verhoeven en mag. dr J. Stokman O.F.M
lid van de Tweede Kamer. Tijdens de
H. Mis werd een kort herdenkingswoord
uitgesproken door staf-aalmoezenier R.
Verhoeven, die pater Van Schaick teken
de als een waarachtig Franciscaan, die
een warm priesterhart had en bij allen
in hoge achting stond. Op het kerkhof
werd de absoute verricht door pater V
van der Luur O.F..M. Aan het graf werd
gesproken door luitenant-kolonel P. Ma
ters en door overste J. Teunissen. Beiden
waardeerden de overledene als een op
recht man, die bij alle soldaten, ook bij
andersdenkenden, in goed aanzien stond.
De plechtigheid werd omlijst door treur
muziek van de Kon, Luchtmachtkapel.
Donderdagochtend is de 52-jarige post
beambte E. V. uit Sneek door verdrinking
om het leven gekomen. Met zijn vriend,
de eveneens uit Sneek afkomstige F. B
ging V. een dagje uit vissen. In het
nieuwe kanaal van de vaarweg
StroobosLemmer grepen de beide sport
vissers in hun roeibootje een passerende
zandbak met sleepboot van de firma K.
uit Heerenveen vast. Ondanks waarschu
wingen van de bakkeschipper bleven de
beide hengelaars vasthouden, met het ge
volg. da» het bootje volliep en beiden te
water geraakten. Alhoewel beide mannen
de zwemkunst machtig waren, wist alleen
F. B. de wal te bereiken. V. verdween op
10 meter uit de wal in de diepte, waar
schijnlijk als gevolg van kramp. Het
slachtoffer was gehuwd en had geen kin
deren.
Op de meer dan 30 km lange Afsluitdijk
ontbrak tot nu elke telefoonverbinding
met de vaste wal. Een ongeluk of niet
te verhelpen pech, bracht dan ook extra
problemen met zich- Het plan van de
A.N.W.B. om er telefoonposten aan te
brengen is nu door de P.T.T. uitgevoerd
en vandaag zijn zij, in een vorm die voor
ons land geheel nieuw Is, in gebruik ge
nomen.
De telefoons zijn op een onderlinge af
stand van ongeveer 5 km langs de weg
over de Afsluitdijk geplaatst. Met het
opnemen van de hoorn komt de verbin
ding met de rijkspolitie in Den Oever
of in Pingjum tot stand. Die kan dan zor
gen voor garagehulp of in ernstige ge
vallen medische of geestelijke bijstand
inroepen.
De A.N.W.B. streeft ernaar, langs de
autosnelwegen, waar het door het ont
breken van bebouwing ook niet goed
mogelijk is hulp in te roepen, zulke tele
foonposten aan te brengen-
We hebben al vele fraaie reclame-druk
werken van gemeenten in handen gehad.
Een bijzonder woord van lof verdient
echter wel de brochure ,,'s-Hertogen-
bosch industriestad". Een reeks zeer
goede foto's illustreert de tekst, waarin
de betekenis van de Hertogstad als in
dustrieplaats wordt weergegeven. TyP°"
grafisch verdient de uitgaaf ook au
waardering.