Groot rumoer om het goud van
de „Renate Leonhardt"
5ïtU\N6 BE|g|
MEER SUBSIDIE, MEER
VOORSTELLINGEN
HET WAAGSTUK
DER PREDIKING
Weggestuurde voorzitter keert
als triomfator terug
ENGELEN ZONDER VLEUGELS"
VERFILMD
Brainwashing
??Bergingspogmgen kunnen binnen een
maand beginnen
Nachtelijk gevecht op,
Texel
Landbouwgronden
boven de waarde
verkocht
Doktersstaking in
Oostenrijk
Toneelgroep „Theater" breidt zich uit
Vrije bewerking van toneelstuk door
Michael Curtiz
De laatste akte
FILMS
DEZE WEEK
u
Bij het eeuwfeest van
de Nederlandse
Redemptoristen-
provincie
BIJdag 19 augustus 1955
PAGINA S
Bestuur en commissarissen
trekken zich terug
Al aanstonds twist
Uiterst riskant
Hoge declaraties van
commissarissen
Militairen slaags met arbeiders
VERMISTE MEISJES ZIJN
TERECHT
In Deventer aangehouden
Verkopers en kopers gevoelig
gestraft
ABDIJKERK TE ELTEN
WORDT GERESTAUREERD
nn
Internationalisme
Kleurenfilm over ontwikkeling
van Venuzuela
„DINAMICA DE UN
IDEAL"
Openingsfilm op het Festival
in Edinburgh
De ernst der uitersten
H
TiJA JJ-JfJi-AASiAJ.
De kern blijft
Stijl veranderd
Van onze Utrechtse redacteur)
tZ11} er werkelijk goud in het Duitse schip „Renate Leonhardt", dat
Augustus 1917 bij Texel door de Engelsen werd getorpedeerd en nog
®leeds op de bodem van de zee rust? En als het waar zou zijn, wat
hieromtrent door enkele opvarenden werd verteld aan de heer P. Visser,
pen tuinder te Wijde Wormer, die zich al jaren inspant en een grote groep
hiensen financieel heeft geïnteresseerd om de schat naar boven te brengen,
- estaat dan de mogelijkheid dit inderdaad te doen?
Over beide vragen heeft een zeer rumoerige vergadering van de coöpera-
ifive Bergingsvereniging U. A. „Renate Leonhardt" zich gistermiddag en
een groot stuk van de avond te Utrecht bezig gehouden. Er hebben
c i«rpe woorden geklonken, ernstige beschuldigingen zijn over en weer
feuit, er is blijk gegeven van wantrouwen en teruggenomen vertrouwen is
®Pnieuw geschonken. Maar de heer Visser, die eerst als voorzitter was
l' getreden en tegen wie in een vorige vergadering klachten waren geuit
°VCl financieel wanbeheer, is als de grote triomfator uit de strijd gekomen.
1303 stemmen tegen 224. terwijl er
dpoii.anco stemmen waren, hebben de aan-
"?uders-leden besloten de heer Vis-
niet alleen weer in het bestuur op te
^em®n, maar hem permissie gegeven met
j, bergingswerkzaamheden te beginnen.
ast hem treden nog twaalf daartoe uit
v Vergadering aangezochte personen als
nie pige bestuursleden op, totdat een
uw bestuur gekozen is.
v zitting hebbende bestuur en de raad
b commissarissen als wier woordvoer-
C '■d'6 voorzitter der vergadering, de heer
tr n Schapendonk uit Oosterhout. op-
?,aci. legden het bijltje er bij neer, omdat
niet langer verantwoordelijkheid voor
^j^gang van zaken wensten te aanvaar-
j.Zeker niet voor de bergingswerkzaam-
^nen. die zij, gehoord enkele rapporten,
j'et mogelijk achten. „Het gaat ons'', al-
Js de heer Schapendonk „niet in de eer-
6 Plaats om het goud. Wij wensen niet
at er bij de berging gespeeld wordt met
Mensenlevens".
Onder het motief, dat „we toch onze
eenten kwijt zijn en niets te verliezen
nebben'', werd voorgesteld het werk
'Och voort te zetten en dit de heer Vis-
5er> die onwrikbaar in zijn onderneming
Selooft, op eigen verantwoording te la-
*eh doen. De geprikkelde stemming viel
Je begrijpen, daar honderden mensen
fjhh centjes erin gestoken hebben. Wij
noorden van een jonge zeeman, die er
zijn spaarduiten, tot een bedrag van
i? duizend gulden aan gewaagd heeft.
r is in totaal vier ton gefourneerd.
moeilijkheden begonnen al. toen de
do r Schapendonk nauwelijks de verga-
«n Pg geopend had en sommigen er tegen
jij kwamen, dat hij de vergadering zou
j^'Oen. Het was vooral de heer Visser, die
yt opgeheven hoofd telkens het woord
°erde. Ook bestreed hij de geldigheid
ah het besluit, dat alleen aandeelhou
ders, die Zaterdag hun stembiljet hadden
aangevraagd. een stem mochten uitbren
gen.
De jurische adviseur, mr P- C. Lucas,
beweerde, dat zulks volkomen statutair
was. Toen heide zaken na drie kwartier
djhdelijk gesust waren en de heer Visser,
P'c in het gelijk gesteld werd, enige tien-
Mllen machtigingen ter tafel had gelegd,
"crden de notulen van de vorige verga
ring gelezen. Gewoonlijk een formele
^gelegenheid, waaraan slechts weinig
andacht geschonken wordt, doch hier
aren zij zo iets als de lont bij het bus-
jpP't En de twist begon erover of de
jarige student J. J. W. Nibbring, die in
,.e vorige vergadering reeds een vernie
lend rapport inzake de toren en bouw-
had uitgebracht en inmiddels com
missaris is geworden, zich had voorgesteld
Us tweede assistent van prof. Jager van
j!.et Scheepsbouwkundig Laboratorium te
"elft of dat hij een gewone student-as-
«'stent is.
Het
fier
Het eerste is hij volgens de heer Vis-
r zeker niet. Prof. Jager, zo zei hij, is
h man van naam en als de heer Nib-
n„ng zich tweede assistent heeft ge-
ri„e.tn<f> moet dit wel indruk op de verga-
r'hg gemaakt hebben.
heer Nibbring verklaarde zelf pas
Bestudeerd te zijn en gat daarna een
t;nuW rapport aan de hand van inlich-
La®eri> hem door deskundigen verstrekt.
a aruit concludeerde hij, dat het onver-
Vnlw°ordelijk is het werk voort te zetten.
le ®ehs de Geologische Stichting te Haar-
Wra, zit er vermoedelijk zand onder het
PleoK en het Laboratorium voor grond-
Vhid a wensta geen proeven te doen,
ticuv^it uiterst riskant is. Ook een par-
Wi]-] re firma, tot wie men zich wendde.
y geen opdracht aanvaarden.
U, °°rts heeft de heer Luiting te Alk-
hie5r, die een deskundige is op het ge
bitin Van bchten en bergen, hls zijn me-
Piov v6 kennen gegeven, dat berging niet
teJ? .ik is. Vast zou ook staan, dat de
We^iache uitrusting, zoals die nu aan
tip is. (de werkput) te enenmale onvol-
Zqu is en voor nieuwe voorzieningen
een emissie van honderdduizend gul-
5 Podig zijn.
strif heer Nibbring wees ook op tegen-
Wai verklaringen omtrent de plaats,
Vi ar bet goud zich in het schip zou be-
QeP. Zeer waarschijnlijk is het schip
zwaar beschadigd door de torpedo en het
zeewater.
Daarna sprak de heer W. van Wienen
als bergingsdeskundige. Hij beweerde, dat
de „Renate Leonhardt'' niet op een klei
laag zit, maar onder drijfzand is bedol
ven. Het is daardoor z.i. absoluut onmo
gelijk een duiktoren te verankeren.
Tegenover deze opvattingen plaatste de
heer Visser het standpunt van de marine
duiker v. d. Schans, die in 1948/49 een
vooronderzoek had ingesteld. Zijn afme
tingen klopten met de tekening, die men
van het schip had. Ook het Waterloop
kundig laboratorium keurde de idee van
een toren goed, mits deze stevig gebouwd
werd. Ir Ringma, hoofdingenieur van de
Rijkswaterstaat, ging er eveneens mee
accoord, doch had bezwaren tegen de
betonnering van do kegel, welke de heer
Visser deelde.
Een felle discussie ontstond tussen de
heer Van Wienen en de heer Visser,
waarna mr Krijgsman, bestuurslid en
commissaris, de zaak scherp wilde stellen
en de hele opzet onverantwoordelijk
noemde, waarvoor geen cent uitgegeven
had mogen worden.
De heer Van der Windt, Rotterdam, wil
de als medeslachtoffer wel verklaren, dat
deze vergadering twee jaar te laat is ge
houden. Nu pas weet men, hoe de vork
aan de steel zit. Tot de heer Visser richt
te hij het verwijt, aan iemand bij diens
trouwen geld van de coöperatie te hebben
geschonken. „Omdat hij me belangrijke
inlichtingen over het schip verstrekte"
verweerde de heer Visser zich.
Mr De Rijk ging uitvoerig de geschie
denis van de „Renate Leonhardt" na en
betoogde, dat het heel niet zeker is, dat
het in Rotterdam ingeladen goud bij de
torpedering in Texel nog aanwezig was.
Het schip had inmiddels in Amsterdam
gedokt.
De heer Kuik uitte zijn misnoegen over
allerlei declaraties en uitgaven voor ge
voerde processen, waarvoor hij zijn goede
geld niet gegeven had.
Geroepen werd, dat het goed zou zijn,
IS GOED.
wanneer beslag op de kas werd gelegd,
gezien een declaratie van mr Krijgsman
van 950 over 14 dagen, terwijl de secre
taris-penningmeester de laatste drie
maanden 5 a 6000 gulden zou hebben
geïnd. Beide beschuldigden verdedigden
zich met een beroep op een genomen be
sluit, waarbij ook de heer Visser aanwe
zig was, dat zij, zolang er geen tantième
regeling was, een vergoeding van eerst
7 en later 4 per uur zouden ont
vangen. Bovendien hadden zij verblijf
kosten te maken.
„Maar u hebt ook een bedrag van 950
nog onlangs van de bank gekregen", werd
de heer Krijgsman toegevoegd, toen hij het
had over hoogstens 4 500 gulden. „De
heer Visser weet, wie het bankbriefje
heeft".
Zoals gezegd, trok de heer Visser aan
het langste eind en hij dankte voor het
vertrouwen. Hij was overtuigd zijn doel
te zullen bereiken en later deelde hij ons
desgevraagd mee, dat men wanneer enige
voorzieningen getroffen zijn, waarmee
een dag of tien gemoeid is, met een maand
zal kunnen uitvaren.
Wij zijn benieuwd, hoe lang deze goud
koorts nog zal duren.
De heer Van der Windt zei ons, het plan
te hebben een Vereniging te stichten tot
behartiging van de belangen der leden,
waarvoor hij talrijke adhaesie-betuigingen
in zijn zak had.
Dat het ter vergadering heet zou toe
gaan. was tevoren wel te voorzien ge
weest. Daarom had de heer Visser reeds
uit voorzorg aan de gemeentepolitie te
Utrecht verzocht om in de vergaderzaal
aanwezig te zijn. Vijf rechercheurs onder
leiding van een adjudant zaten ter voor
koming van incidenten achter in de zaal,
maar tot ingrijpen behoefde het niet te
komen.
De afgelo.pen nacht zijn de bewoners
in het centrum van Den Burg, op Texel,
opgeschrikt door een heftig kabaal van
vechtende en schreeuwende jongelieden.
Een tiental arbeiders, werkzaam bij de
in aanleg zijnde waterleiding, en een
tiental militairen van het amphibie-oefen-
kamp De Mok. die te veel aan Bacchus
hadden geofferd, waren slaags geraakt.
Een der militairen rukte een richting
aanwijzer van een truck en ging daarmee
drie tegenstanders te lijf. Toen er rijkelijk
bloed vloeide, riep een der in nachtge
waad op straat gekomen burgers: „politie"
Dit was het sein voor de vechtersbazen de
strijd te staken. De militairen vluchtten
in een vrachtauto kampwaarts. waarna
dP tegenpartij eveneens afdroop.
Verscheidene inwoners hadden ge
tracht de politie te bereiken, maar de
telefoon werd niet van de haak genomen.
(Van onze correspondent)
De twee Hengelose meisjes die sinds
Zondagmiddag werden vermist, zijn weer
terecht. Zij werden gistermiddag door de
Deventer politie aangehouden en op
transport gesteld naar Hengelo.
De meisjes waren Zondag op avontuur
gegaan Met een fiets vertrokken zij naar
Almelo, alwaar ze de nacht van Zondag
op Maandag in de buitenlucht hebben
doorgebracht. Maandag werd naar De
venter gereden, waar de meisjes naar
kennissen van een van haar aan de Lek
straat zijn gegaan. Zij werden hier har
telijk ontvangen en omdat ze vertelden en
kele snipperdagen te hebben opgenomen
voor het houden van vacantie wekte dat
geen argwaan. Een krantenbericht over
de vermissing was echter de oorzaak, dat
het avontuur een einde nam. De meisjès
gingen er vandoor, toen zij van het be
richt hoorden maar de politie wist ze te
achterhalen.
(Van onze correspondent)
De rechtbank te Breda behandelde gis
teren een ingewikkelde zaak van zwarte
verkoop van gronden, waarbij de drie
broeders v. M. en hun zuster waren be
trokken als verkopers en vijf boeren uit
Baarle Nassau als kopers. Teneinde van
de Grondkamer toestemming tot de ver
koop te krijgen, hadden verdachten een
notariële acte doen opstellen met een fic
tief bedrag. Dit was oorzaak, dat de Offi
cier hen tevens liet vervolgen voor over
treding van art 227 (Vervalsing van au
thentieke acten). Een stuk grond van
7.000 werd verkocht voor 18.600, een
van 2.625 voor 7.437, een van 5.234
voor 14.154, een van 6.535 voor 20.113
en een van 2.142 voor 6.846,
De grond maakte deel uit van een erfe
nis, die de kinderen v. M. hadden gekre
gen van hun overleden vader, die in het
gebied van Baarle-Nassau een groot stuk
grond tot ontginning had gebracht en later
verplicht was geweest dit broksgewijze te
verpachten. De pachtboeren hadden graag
de overeengekomen koopsom aan de eige
naars betaald terwijl voor deze laatsten
alleen onder die condities een verkoop in
teressant was. De Officier wilde geen ge
bruik maken van zijn recht om gevange
nisstraffen, gaande tot maximum zes jaar
te eisen, omdat hij van mening was, dat
de hier gedane valse opgave in de ver-
koopacte, niet direct de indruk gaf van
opzettelijke valsheid in geschrifte. De eis
luidde: Tegen A. T, v M. (2 verkopen),
eiste hij 3.000.of 30 dagen, tegen de
andere broeders en de zuster, ieder
2.000.of 30 dagen. Tegen de boeren
liepen de eisen van 250 tot 750.
De verdediger mr Drion, was van me
ning, dat deze zaak thuis hoorde voor de
economische rechter. Het is de eerste
maal, dat hiervan afgeweken wordt en
hierin ligt een onrechtvaardigheid tegen
over de verdachten. De feiten zelf zijn
eigenlijk alledaags, aldus pl., alleen wor
den ze slechts van tijd tot tijd ontdek*.
Het betreft hier eigenlijk een ruil met
wederzijdse volledige instemming, die
wordt ingegeven door de affiniteit van be
langen van de verkopers en de pachters
van hun gronden, die anders de kans lo
pen dat de grond die voor hen practisch
onmisbaar is, aan een ander zou verkocht
worden.
Er zijn tal van deze zaken, die reeds ja
ren lopen en waarvoor men nooit een op
lossing heeft kunnen vinden. De verdedi
ger vroeg dan ook, dat de rechtbank een
veroordeling zou uitspreken in overeen
stemming met de gebruiken voor de eco
nomische rechtbank. Na beraad sprak de
rechtbank volgend vonnis uit: Voor de
verkopers: A. v. M. 3.000.— of 60 dagen,
A. A. v. M. 1.500.'of 30 dagen. A. T. v.
M. 4.000.— of 90 dagen, G. v. M. 2.500.
of 50 dagen. Voor de kopers: A. v. B. en
F. K. beiden 500.of 25 dagen, A R.
200.of 20 dagen, C. T. en J. v. d. B.
beiden 750.of 30 dagen.
De Oostenrijkse Kamer voor Genees
kunde (het Genootschap van Dokters) zal
vóór het einde van deze maand een sta
king van twee dagen, waarvan de datum
van ingang nog geheim is, uitroepen uit
protest tegen een voorgestelde zieken
fondswet.
De datum van de staking zal niet tevo
ren bekend gemaakt worden om tegen
maatregelen te verhinderen. De dokters
zullen tijden« de stakinge wel beschik
baar zijn voor noodgevallen
De dokters verklaren, dat de zieken
fondswet geen vrije dokterskeuze door
patiënten Zal toestaan. Ook zijn zij niet
tevreden met de voorgestelde salariëring.
De ongeveer tien eeuwen oude abdij
kerk te Elten heeft in de jongste wereld
oorlog een zware slag te incasseren ge
had. Het artillerievuur van de geallieer
den heeft het fraaie bouwwerk zwaar ge
troffen en er voor een groot deel een
ruïne van gemaakt. Thans zijn er plan
nen gereed voor de algehele restauratie.
Deze plannen zijn opgesteld door de Nij
meegse architect ir Deur en Dill. Ing.
Kosters te Münster.
Reeds kort na het einde van de oorlog
begon de kasteelheer van Bergh, de heer
J. van Heek, een actie om tot restauratie
te komen. Zijn plannen werden doorkruist
door de grenscorrectie van 1949, doch
enige tijd daarna werden er plannen ge
maakt voor een definitieve restauratie.
Vooral doordat ook bij het bisdom Mün
ster ontwerpen waren opgesteld. Een
samenbundeling van krachten heeft tot
gevolg gehad, dat het algehele herstel een
feit gaat worden.
Bovengenoemde architecten hebben er
naar gestreefd een stuk van de oor
spronkelijke architectuur tot nieuw leven
te wekken. De Zuidelijke zijbeuk, die na
oorlogshandelingen in 1585 niet werd her
bouwd, zal thans in de oorspronkelijke
Romaanse stijl herrijzen. In oude schet
sen van Vickeboom, door de nog bestaan
de grondvormen van dit schip en door
het doen van opmetingen had men een
behoorlijke grondslag. Het priesterkoor
zal het aanvankelijke gothische karakter
behouden. Het middenschip en de zijbeuk
worden eveneens onder handen genomen,
terwijl de restauratie van het oude orgel
al belangrijk vordert.
Begonnen zal worden met de Noorde
lijke zijbeuk, die er nóg het beste aan toe
's. Men zal in hoofdzaak gebruik maken
van tufsteen en baksteen.
Dc onderhandelingen met het Rijk met
betrekking tot het subsidiëren van de
stichting toneelgroep Theater" op de
zelfde basis als de drie grote westeitjke
gezelschappen, z(jn met succes bekroond.
Een gevolg van deze gelijkstelling is, dat
het rijkssubsidie wordt verhoogd van
87.500 tot 105.200.
Aangezien voorts de drie westelijke ge
zelschappen hebben besloten het aantal
te geven voorstellingën belangrijk te ver
minderen, nl. met 180, en ook Gelder
land daarvan de gevolgen zal ondervin
den. heeft „Theater" gemeend de aldus
•.vrijkomende'' voorstellingen in het Oos
ten van het land te moeten opvangen.
Het aantal voorstellingen dat .Theater''
in het komend seizoen in dit deel van
het land zal geven, zal mede daardoor
met een 40-tal stijgen.
Uiteraard is dit. gezien de ook voor
Theater" reeds bestaande overbelasting
van de spelers, slechts mogelijk door uit
breiding van het aantal acteurs en ac
trices. De hiermee gepaard gaande ver
meerdering der kosten zullen echter niet
uitsluitend kunnen worden bestreden uit
de verhoging van het rijkssubsidie. Het
stichtingsbestuur van „Theater" heeft zich
dan ook genoodzaakt gezien opnieuw om
verhoging bij de provincie Gelderland aan
te kloppen. Van deze zijde wil men nu
het subsidie voor dit jaar verhogen met
7.557. Ook de provincie Overijssel is
gevraagd het subsidie te willen verhogen
Gedeputeerden van deze provincie heb
ben hierop gunstig geadviseerd.
Het aantal voor het komend seizoen
door „Theater" te geven voorstellingen zal
in totaal 410 zijn. Voor 360 voorstellingen
zal gereisd moeten worden, zodat, naar
ook becijferd is. de spelers in totaal glo
baal 54.000 km zullen moeten afleggen.
Ook de uitvoering van neventaken
heeft ..Theater" met kracht ter hand ge
nomen. In het komend seizoen zullen
schoolvoorstellingen voor de leerlingen
van middelbaar en voorbereidend hoger
onderwijs gegeven worden. De thans in
gediende begroting van „Theater'' sluit
in inkomsten op 342.100, in uitgaven op
612.617. Derhalve is er een geraamd te
kort van 270.517. Voor dekking van dit
tekort heeft het stichtingsbestuur reeds
een plan opgesteld, waarin rekening wordt
gehouden met een verhoging van het pro
vinciaal subsidie thans tot 42.600. Ver
trouwd wordt, dat door het nieuwe fi
nancieringsplan een gezonde financiële ba
sis zal worden verkregen.
Michael Curtiz, dc regisseur die vaak knap werk levert, maar die
hoveual zijn kracht zoekt in een onderhoudende verteltrant, heeft het
amusante toneelstuk van Albert Husson „La Cuisine des Anges", destijds
in de vertaling van Cor Ruys opgevoerd door „Het Vrije Toneel" onder
de uitstekende titel „Engelen zonder vleugels", voor de cameralens
gebracht. In Vista Vision en in technicolor heeft Curtiz een vrije versie
van het toneelstuk gemaakt.
In het bewerken van literatuur is Michael Curtiz al danig geschoold.
Van James M. Cain nam hij „Mildred Pierce", van Dorothy Baker de
biografie van de jazz-trompettist Bix Beiderbeck in „Young man with a
horn en onlangs nog van Mika Waltari „The Egyptian" onder schot.
Hemingway's „Io have and have not" heeft hij, na Howard Hawks cu
Huston, eveneens in een film behandeld.
Oorspronkelijke scenario's heeft Micha
el Curtiz nauwelijks aangeraakt. En met
deze vaststelling wijst men direct op een
zwakke plek in het oeuvre van deze cine
ast. die haast in alle studio's ter wereld
heeft gewerkt, voordat hij voorgoed naar
Hollywood vertrok. Het bewerken van li
teratuur voor de film heeft ontegenzeg
lijk commerciële voordelen. Men weet
reeds, hoe het publiek heeft gereageerd
1
nEngelen zonder vleugelsin volle actie om de familieproblemen,
""nee zij zijn geconfronteerd, op te lossen. Beeld uit de nieuwe
kleurenflim van Michael Curtiz.
Maar eerlijkheidshalve mogen wij niet
verhelen, dat Curtiz heeft bewezen een
knap regisseur te zijn. In 1943 verwierf
hij terecht een Oscar voor zijn regie van
„Casablanca".
In ieder kunstwerk vindt men iets of
soms zeer veel van de maker terug.
Michael Curtiz, in Budapest geboren en
via heel Europa eindelijk in Amerika aan
gekomen, zoekt met voorkeur onderwer
pen, die een zeker internationalisme ver
tonen. Of het nu een sociaal getint on
derwerp is („Mission to Moscow"), of een
avonturenroman („De Zeehavik") dan
wel een broeinest van internationale ver
wikkelingen tijdens de laatste wereldoor
log („Casablanca"), steeds weer kan Mi
chael Curtiz zich uitleven in het weerge
ven van een verschillend soort mensen
type, waardoor hij een bepaalde sfeer in
zijn films krijgt. En deze milieuschilde
ring is kostelijk in „We're no angels",
die speelt op Cayenne, waar drie bagno
boeven zijn losgelaten op een Franse fa
milie, die uit Le Havre is geëvacueerd,
omdat de zaken er niet zo bijster goed
gingen en die door een familielid van een
faillissement is gered op voorwaarde, dat
zij in Cayenne een toko begint, volledig
onder curatele van deze neef. Het gezin
Ducotel bestaat uit vader Félix, een op
timist, moeder Amélie. die realist is en
dochter Isabelle, een dweepziek meisje,
dat verliefd is op de neef van haar oom,
maar die deze liefde onbeantwoord ziet
en daardoor in haar verlate puberteit
nogal romantiserend op deze mislukking
reageert.
De zorgen is de toko op Cayenne zijn
van tweeërlei aard: financiële en persoon
lijke. Financieel omdat Félix geld heeft
gegeven aan een jongeman, die ergens in
het Oosten zaken begint, waardoor de
winkel momenteel te kampen heeft met
het eeuwige liquiditeitsprobleem, waar
aan veel kleine middenstanders te gron
de gaan. Maar de andere zorgen zijn
minstens even hevig. De neef van Félix
komt n.l. onverwacht op zakencontröle en
de boeken kloppen niet.
Uit het bagno zijn echter drie boeven
ontsnapt in de toneelversie verrichten
zij werkzaamheden aan het dak van de
toko, zoals dat gebruikelijk was in de ja
ren twintig die de reddende engelen
worden van de familie Ducotel. Zij zijn
experts op het gebied van boekverval-
sing, het openen van brandkasten en het
laten verdwijnen van lieden, die om een
of andere reden niet gewenst zijn. Zij
schieten te hulp en doen dit op een origi
nele en amusante wijze. Humphrey Bo-
gart, Aldo Ray en Peter Ustinov zijn de
ze drie boeven. Maar geen gewone huis-,
tuin- en keukendieven. Neen, zij hebben
zich een naam verworven in de wereld
van de misdadigers, waarop zij trots zijn.
Hun beroepseer verplicht hen de familie
te hulp te komen en zo ziet men dan,
hoe dit nogal lugubere drietal alles doet
om de zorgen te laten verdwijnen.
Wat Michael Curtiz in de filmversie
van dit Franse toneelstuk goed heeft we
ten te treffen, is de humor, waarmede de
ze „Umwertung aller Werte" zich vol
trekt. De broeierige atmosfeer van Cayen
ne is in kleuren weergegeven, de geuren
van de peper worden ons gespaard, zó
realistisch is deze film nu ook weer niet.
Wat een Pagnol met „Manon des Sour
ces" heeft weten te bereiken: dat men als
het ware de knoflook rook, heeft Michael
Curtiz niet weten te presteren. Maar de
kleuren geven toch iets van de drukken
de atmosfeer en het beeld blijft scherp,
ondanks de zinderende hitte.
In feite heeft Albert Husson met zijn
toneelstuk de draak gestoken met de mis
daad. Men kan „We're no angels" verge
lijken met „Het witte schaap van de fa
milie" en „Arsenicum en oude kant".
Michael Curtiz heeft in Capra-stijl een
amusante film gemaakt die naast het
genoemde drietal als bagnoboeven ook
weer eens Joan Bennett op het witte
doek brengt. Maar dit laatste is niet de
belangrijkste reden waarom wij u aanra
den deze film te gaan zien.
Bu.
(Van onze Haagse redactie)
In het Haagse Asta-theater is gister
middag voor genodigden vertoond de Ve
nezolaanse documentaire „Dinamica de
un ideal" (een ideaal wordt werkelijk
heid), die onder auspiciën van de ambas
sade van Venezuela in openbare verto
ning zal komen in de drie grote steden.
De bedoeling is, dat deze kleurenfilm, die
ruim één uur duurt, een beeld geeft van
de ontwikkeling van Venezuela in 1953
en 1954. Daar er geen onderschriften zijn
in het Nederlands, gaat voor degenen, die
geen Spaans verstaan, veel van de strek
king verloren.
De kleuren in deze film zijn zeer goed,
maar het scenario is te weinig afwisse
lend en origineel om van begin tot einde
te kunnen boeien.
7?
Albin Stoda, een jonge Weense
acteur, als Hitler in de film „Vu
laatste akte".
Een Oostenrijkse film, die de laatste
dagen van Hitler in beeld brengt, is ge
kozen voor de openingsvoorstelling van
het jaarlijkse Filmfestival, dat Zondag a.s.
in Edinburgh begint.
De film. getiteld „De laatste akte", is
geschreven door Erich Maria Remarque.
de auteur van ,.Im Westen nichts Neues"
Naar documenten, die bij het proces te
Neurenberg als bewijsmateriaal hebben
gediend, vertelt de film de geschiedenis
van Hitler's ondergang en zijri laatste tien
dagen in Berlijn.
De rol van Hitier wordt gespeeld door
Albin Stoda, een jonge Weense acteur,
die sprekend op Hitier lijkt.
TjMGENLIJK kwam de vraag wel
wat overrompelend: „Is er niet
iets prettigs te schrijven over de Re
demptoristen, die binnenkort het
honderdjarig bestaan van hun /Ne
derlandse provincie vieren?" Het
woord „prettig" heeft een bepaalde
gevoelswaarde en de Redemptorist
is een tamelijk wel omschreven gege
ven, maar de combinatie van beide
behoort nog niet tot het ingeburgerd
taalgebruik. Menig lid van deze ver
dienstelijke congregatie zou zelfs niet
uit overschatting menen, dat „pret
tig" het epitheton ornans is van zijn
kloostergemeenschap. De Redemptie
zoals ze wel eens heet bij de sae-
culiere geestelijkheid dient zich
niet direct aan als een object van
prettige beschrijving, maar dit is niet
zo erg, want het geldt evenmin van
andere orden of congregaties.
Toch is er wel iets meer gaande
met die onwennige verbinding van
prettig en Redemptorisme; men zou
haast zeggen, dat zij nog minder in
aanmerking komen voor een plezie
rige kwalificatie dan andere religi
euzen. Heel gemakkelijk roept de
naam van de feestvierende Alfonsus-
zonen de gedachte op aan een onloo
chenbare sfeer van ernst, die ze nu
eenmaal rondom zich verspreiden,
soms zelfs met een zeker talent. De
hoge, witte boord is blijkbaar een
automatische verklikker geworden
van hooggestemde ernst.
Wanneer in het burgerlijk leven de man
der wet verschijnt, dan verstommen al
aanstonds heel wat luidruchtigheid. Ook
al weet men, dat die man er in zijn
privé-leven enkele joviale ideeën op na
houdt. De Redemptorist schijnt in som
mige sectoren van het godsdienstig leven
een achting te genieten als bovenstaan
de man der wet, met deze bijzonderheid
dan, dat hijzelf soms 'n gewijde luidruch
tigheid opbrengt, die hij zeker niet van
vreemden heeft. Men heeft deze ernsti
ge sfeer op allerlei wijzen getypeerd:
sommigen noemen het een voordeel, an
deren een nadeel, sommigen spreken van
een aanwendsel en anderen van een cha
risma, of een schutkleur. Het zal we)
hierop neerkomen, dat het met al deze
dingen iets te maken heeft en dat de ty
pering verschuift naargelang personen
en omstandigheden.
EIGENLIJK zou men verwonderd moe
ten zijn, wanneer het redemptoris-
tisch optreden niet van huis uit en
dus bij traditie gekenmerkt was door de
ze constante ernst.
De taak immers die ze van hun stich-
Alfonsus meekregen was er een van
dodeiyke ernst: de mens, in het b^zonder
de verlaten mens herinneren aan de no-
vissima, aan die uiterste dingen, waaraan
het leven zyn zin ontleent. En met de
G"/ A S't -•//.' //■-/ ós.
A//y - S
Het bidprentje van pater Bernard Haf-
kenscheid (18071865), de Redemptoris
tenpater die het grootste aandeel had in
het apostolaat der volksmissies en die de
centrale figuur geweest is van de orde.
tigheid van de kleding onzer grootmoe
ders ook niet uitvechten op de rug van
de kleermakers uit die tijd: men vroeg
er immers om. Vraag en aanbod zijn niet
alleen economische werkelijkheden, maar
dringen zelfs door op de markt der gees
telijke dingen. De gelovige heeft een tijd
gekend, dat hij graag hardhandig werd
aangepakt bij het betreden van de weg
der deugd.
Om tot de hedendaagse kerkganger te
rug te keren, hij merkt heel goed, dat
er een andere sfeer heerst, minder zwa
re bewolking en dat de vuuroven van bin
nen koeler is, alsof er een morgenwind
waait. Hij voelt wel, dat er iets zich aan
het omzetten is en nog meer dan de kerk
ganger dit doet, zal de predikant zelf,
als hij ogen en oren openhoudt, besef
fen, dat er nu een andere intonatie ver
wacht wordt bij het verkondigen van de
zelfde waarheid. Evenals vroeger is er
nu weer die wisselwerking tussen preek
stoel en kerkbank. De mensen verwach
ten wel niet, dat de verkondiging van het
geloof ooit zal gegoten kunnen worden in
de vorm van een prettig verlopend betoog
maar waarschijnlijk wel, dat de verkon
diger er niet méér eigenmachtige bewo
genheid aan zal toevoegen dan de ernst
van de zaak vereist. Dat dit een kwestie
is vooral van inkleden en presenteren en
niet zozeer van inhoud is wei duidelijk.
groeiende geestelijke verlatenheid, waar
in onze cultureel en technisch overge-
meubileerde wereld leeft, is het providen
tieel, dat een plattelandsonderneming
voor bergvolk in Scala tot een type van
prediking is geworden, dat past op de
noden ook van deze tijd.
Nu ligt het voor de hand, dat predi
kers, die voortdurend de dingen van
's mensen uiterste dag hanteren, noodzake
lijkerwijs tot ernst en bezinning gedwon
gen worden en dat ze zich in dit forse
klimaat thuis voelen. Een schipper op de
grote vaart heeft andere belevenissen en
reacties dan de buurtschipper, al is het
water hetzelfde element. Dat de Redemp
torist vanuit zijn speciale taak ook een
houding meekrijgt, die daaraan paral
lel loopt, is nog niet eens zo onverdien
stelijk. De anecdote of het misverstand
en dus de misgreep begint daar, waar
men optreden en opdracht van elkaar
scheidt: en dat geldt zowel voor hem die
de prediking aanhoort en daarom beoor
deelt, als wel voor de predikant zelf, wan
neer hij zich geen rekenschap geeft van
de gewijde verbondenheid van taak en
optreden. Wanneer het optreden om wil
le van zichzelf indrukwekkend wordt ge
maakt, maakt de ernst geen indruk meer.
Van die kant bezien is het voor de in
sider niet eens zo eenvoudig en voor de
buitenstaander niet eens zo aanlokkelijk
om Redemptorist te zijn. Laten beiden
eraan denken, dat er al eeuwen lang pro
feten zyn geweest, die Jahweh ontliepen
omdat ze de boodschap van Zijn ernst
niet durfden doorgeven.
OPVALLEND is, dat men bij de trou
we kerkganger tegenwoordig dik
wijls herinneringen hoort ophalen
a;jn een generatie van Redemptoristen,
die men gemakshalve als „de paters van
vroeger" betitelt. Als iets herinnering
wordt, dan is het bewijs geleverd, dat
het aan het verdwijnen is. Bij die mensen
gaat het dan altijd over een onderscheid
tussen de predikant van toen en van nu.
Deze opmerking komt teveel voor om toe
vallig te zijn. Het kerkvolk dat aan pre
ken gewend is, heeft een onmiskenbare
„feeling" voor het type van een preek
Al formuleren ze het niet nauwkeurig,
men merkt heel goed, dat die kerkgangers
bij de hedendaagse redemptoristische
prediking iets anders gewaar worden.
In dit verband worden graag als te
genstelling verhalen gedaan over de
„viri famosi" van de missiepreek, die
alleen al in hun manier van zich be
kruisen het verre gerommel van een
naderend Godsoordeel lieten vernemen
Zo'n preek had iets van een natuur
ramp, een orkaan met vlagen wind en
regen, vergezeld van het onheilspellend
weerlichten van sombere bedreigingen.
De missie was zo iets als een gerekt
verblijf in de gloeiende vuuroven, met dit
verschil dat het gezang der drie Jonge
lingen pas aangeheven werd tegen de
tijd, dat de beproeving voorbij was. Maar
hoe dan ook, het was in ieder geval,
juist als met de Jongelingen, een luid
keels zegenen van de Heer. omdat Zijn
barmhartigheid eeuwig is. Want de mild
heid van Gods barmhartigheid was even
trouw het slot van deze vuurproef, als
de gerechte toorn er het begin van vorm
de.
Men kan de grote mannen van die tijd
zeker niet aanwrijven, dat ze half werk
deden en de mensen onder een donkere
lucht achterlieten. Laat men daarom de
boetepredikers van toen er niet over las
tig vallen: zelfs in de nieuwe theologie
en in de nieuwere prediking blijven de
uitersten van de mens een kwestie van
klemmende ernst. Bovendien wordt zo
gauw uit het oog verloren, dat een be
paalde tijd ook op een bepaalde manier
leeft en beleeft. We zullen de stijve sta-
DE welmenende leek constateert dit
heel bereidwillig, wanneer hij zegt,
dat de Redemptorist tegenwoordig
anders preekt dan vroeger het geval was.
Maar diezelfde leek zal ook begrijpen,
dat men zo maar niet ineens alle ba
kens tegelijk kan verzetten, want dan weet
men zo gauw niet meer waar de vaar
geul loopt. De metamorphose, die men
opmerkt, is geen kwestie van een hand
omdraai, maar wei van reflexie, die tijd
nodig heeft; een reflexie die des te moei
lijker is, naarmate men steeds het blij
vende van het voorbijgaande moet onder
scheiden.
Een ding is wel zeker, nj. dat geen
enkele tijd ooit aan de redemptoristische
prediking mag ontnemen, dat het in de
grond een prediking van ernst is. Mis-
kotte heeft de prediking een waagstuk
genoemd en dat gaat bijzonder op voor
degenen, die bestemd zijn om de geeste
lijke risico's te onderstrepen van elk men
senleven, waarvan de inzet een eeuwig
heidskwestie is.
Prediken noemt hij „een vurig ijveren
en trachten raak te schieten, in blind
vertrouwen, dat God de pijl richt" en
„een openhouden der handen in bevende
maar stellige verwachting, dat God daar
in vloeien doe het levende Water, om het
zo in diezelfde handen, zonder morsen,
te dragen tot de gekwelde mensen''.
Raak schieten vraagt een behoorlijke
beslistheid van optreden, levend Water
dragen een even grote voorzichtigheid.
Deze twee gaven, die niet zo gemakke
lijk samen te realiseren zijn, mogen de
Redemptoristen bij het waagstuk van hun
prediking sieren, ook over de tijdspanne
van dit eeuwfeest heen. B K
Wie de enigszins dramatische tekst
doorleest van de gelofte, die de Ameri
kaanse militairen voortaan moeten af
leggen, wordt voor een ogenblik weer
eens op indringende wijze geconfron
teerd met de gevolgen van een mor
bide methode, de z.g. „brainwashing"
of „hersenspoeling". Hoewel niet ge
heel onbekend vóór de tweede wereld
oorlog (Van der Lubbe 1933?) is deze
methode eerst in de laatste jaren op
ontstellende wijze aan het licht geko
men. Toen cocktail-parties en „peaceful
coexistence" nog geen populaire ele
menten waren in de Kremlin-tactiek,
werd „brainwashing" op grootscheepse
wijze toegepast in de processen, die ter
consolidatie van het IJzeren Gordijn
werden opgevoerd in de satellietlanden.
Wij behoeven slechts te herinneren aan
kardinaal Mindszenty en de „Titoisten".
Dit alles betrof voornamelijk burgers.
In de militaire wereld waar men
merkwaardigerwijze wat meer de hand
placht te houden aan een ere-code
is de „brainwashing" thans ook doorge
drongen. Het recht om propaganda en
zelfs intensieve propaganda te voeren
onder krijgsgevangen vijanden zal niet
snel worden ontkend. De „zwakheid"
van honderden geallieerde krijgsgevan
genen van de Koreaanse oorlog, heeft
echter aangetoond, dat de Chinese ci
piers dit recht op een monsterachtige
wijze „interpreteren".
Met zijn gezag als oprecht president
en als onkreukbaar militair heeft Eisen
hower thans de aflegging van de gelofte
gelast, die de Amerikaanse militair tot
nadenken zal stemmen over wat hem,
als de nood aan de man komt te wach
ten kan staan. Men hoopt dat andere
vrije landen het Amerikaanse voorbeeld
zullen volgen.
Ook al zijn de conventies van Genève
aangenomen (communistische landen
deden het onder voorbehoud), het is
goed te bedenken, dat de tijd van de
fabels over de door de vijand gerespec
teerde „krijgsmanseer" voorbij is. Zeg
de militair gerust, hoe het in gevangen
kampen volgens internationaal recht
zou moeten zijn. Zeg hem echter ook
hoe het realiter is Psychologische voor
bereiding in dit opzicht is geen luxe.
De gevolgen van zwakheid en afval in
een gevangenen-gemeenschap zijn de
sastreus. En het moge soms anders
schijnen uiteindelijk kent een tota
litair systeem geen mededogen.