JEUGD en het maatschappelijk leven TWEE GROENEN Apostolisch Instituut w BUITENKANSJE voor jong Nederlands toneel-echtpaar J Harde geluiden, een vrij, onafgewerkt lied H' INZET H' H H HONDENPRAAT Veelheid van gemeenschapsbindingen Gesprekje met Waar nieuwe veriteinen worden gekneed Weg naar volle wasdom ■pip HHH ZATERDAG 24 SEPTEMBER 1955 PAGINA 7 Nu in de diverse Universi teitssteden van Nederland de groene kleur het studenten leven weer domineert, willen wij graag op deze pagina de aandacht vragen voor de relatie, die tussen jeugd en gemeenschap behoort te be staan en in concreto tussen de studerende jeugd en hun besloten gemeenschap wordt gecultiveerd. Temidden van alle tegengestelde uitspraken omtrent de waarde van de ontgroening, laat zich de noodzaak niet wegwissen, om de aankomende alumni van onze universiteiten grondig voor te bereiden op de rol die zij in de studentenmaatschap pij zullen te vervullen heb ben. Wie de ernst kent waar mee dit spel in een grote mate van vrijheid op een oud stramien pleegt geborduurd te worden, weet dat niet al leen colleges, tentamina en examens de geconcentreerde aandacht van de student vra gen. Het zich ontplooien als gemeenschapsmens is voor hem even noodzakelijk als de bezigheid zichzelf met de voe ding der Alma Mater te vul len. Vandaar dat onze mede werker op een studenten sociëteit belandde toen onaf gewerkte liederen en rauwe kreten het huis vulden. Zijn bijdragen worden geïllus treerd door enkele tekenin gen uit het veriteinse kamp. Het is nog niet zo lang geleden dat we de avonturen van Robin son Crusoë lazen. Weinig hebben we toen ver moed, verdiept als we waren in de vindingrijkheid van de dap pere man, welk een gedachten- spinsel ten grondslag lag aan de schepping van Daniël Defoe. De mens alléén; wat is hij waard, kan hij leven? Robinson had het toeval nodig in de natuur om vuur te verkrijgen en op zeker moment ontmoet hij een ander mens.... hij gaat er niet aan voorbij. In een mens zijn deze facetten te onderkennen: Hij is individu en gemeenschapswezen Een een heid en toch te onderscheiden: een twee-eenheid. Het is goed eens stil te staan bij dit aspect van de mensstructuur. Tivee polen IN BARRE WEKEN WORDT EEN JONGENSVERLEDEN AFGESCHUD Hoe we het doen Het eniF waardevolle steelt In het geven If I f 1 m r -y - Maxim Hamel cn W'innifred Bosboom gaan filmen in Duitsland EVIG LICHT HET gemeen- schepsfacet in de mens op binnen de Academische gemeen schappen. Daar waar nu, in deze weken, de abituriënten van de Middel bare Scholen, via een groentijd en een inauguratie de verschil lende studentencorpora binnen treden. Daar waar de allerindividueel ste expressie kan bestaan naast de meest geëerbiedigde groeps- mores, Wee die deze met voeten treedt! Daar waar jonge mensen een gemeenschapsbinding heftig beleven. Dat bracht ons naar Veritas. Het moest overbodig zijn te ver- mélden dat dat de Katholieke studentenorganisatie is van de Universiteit van Utrecht Funeste eenzaamheid Bewuste deelneming Winnifred Bosboom cn Maxim Hamel, het jonge toneel-echtpaar voor wie het filmavontuur in Duits land gaat beginnen. Het is de moeite waard, want de overdenking ervan kan ons nieuwe per- bied schenken voor de luister van het schoonste scheppingswerk: de mens. Het kan de kunst om te leven, tot een grotere kunst maken. Defoe construeerde een mens die op zichzelf was aangewezen als een litte rair proefonderzoek. Moderne littera tuur construeert een mensbeeld dat on dergaat in supercollectiviteit. Wij in onze maatschappij, alleen, en toch tussen de mensen tasten naar een evenwicht tussen de béide exponenten: individu en gemeenschapswezen zijn. Dat is immers levenskunst, welbewust met alle krachten die in ons zijn deel hebben aan het leven, in harmone. Wie te zeer als individu leeft neigt tot onvruchtbaar egoïsme. Wie zijn per soonlijkheid om hals, brengt is kudde dier. Hoe zijn de beide aspecten met elkaar verweven? Te onderscheiden doch WIJ SCHREVEN U AL, het is groentijd. Met twee „feuten" hadden we een gesprek. Twee jongelui, die er een beetje verfom faaid uitzagen, een beetje moe en een beetje timide, uit de provincie naar Utrecht gekomen om te stude ren, nadat de. eerste hindernis het gymnasium genomen was. Ze kwamen ook naar Veritas. Waar om? Waarom lieten zij zich de stevige aanpak in de barre weken van de groentijd welgevallen? Het waren ste vige jongetjes, onrijp als een groene appel, maar naar alle kanten gezond genoeg om van plan te zijn een stevig eird op de maatschappelijke ladder te klimmen. Op zulke momenten ko men de sterke verhalen over de „mar- telie" die die „kinderen" te doorstaan hebben ons zo echt voor als leuter praat. Vooral bij die ene, die of we moe ten ons sterk vergissen misschien hooguit een jaar geleden nog wel be hoord zal hebben tot de lieverds die met het bit in en een zweep bij de hand in de banken van de middelba re school zaten. Raspaarden overi gens. Nieuwe wereld. Veel wat zij ons als argumenten bpgaven voor hun komst was over eenkomstig hetgeen de installatie commissie hen had verteld. Toch was het geenszins een nagepraat verhaal. Omdat dit de ondertoon was: Ergens wisten ze heel zeker, van te voren al, dat eenmaal door de nauwe poort er een nieuwe wereld te veroveren viel, die van de ge meenschap der Veriteinen. Hoe het er precies uit zal zien, risten zij niet. Maar nadrukkelijk 'aat nu al in hun gedachten geschre- datgene wat de ouderejaars gezegd hebben, dat er aanwe- is. ergens nadrukkelijker dan bij de twee hebben we de bereidheid gezien deel te gaan hebben aan een ge meenschap, die ze, om vaag bekende redenen, half onbewust aanvaarden als noodzakelijk en verrukkelijk. Ze mogen overigens de stootkracht ook leren om de tegenvallers te in casseren als hier en daar de reali teit niet overeenkomt met het ideale beeld dat heftig gekleurd in hun jon ge fantasie leeft. Groenende oudere jaars die daaraan denken, maken zodoende van de groentijd ook een retraite! Als we afscheid van hen nemen en sterkte wensen in het tumult dat hun buiten de deur van de kamer waarin wU rustig praatten weer wacht stuiten we onverwacht op een andere zegen van door allerlei banden ver enigde mensen, waartoe een indivi du nauwelijks in staat is. Een van hen zegt: ,,'t Is dat we met 'n groep je zijn, die de moeilijkheden verdra gen want alleen, misschien was ik er wel mee opgehouden. Nu denk je: die anderen leveren het, ik ook. En als je dan ook nog denkt, dat ze het jaar in jaar uit geleverd hebben, dan klim je erin. Als er een van ons mee op wil houden, halen we hem zelf terug". Inderdaad, lotsverbonden, samen verdrukt, samen sterk! Een beetje stevig'wordt een jongensverleden af geschud. Een nieuwe wereld opent zich. Dadelijk zal de verbroedering plaats vinden. En dan gaan deze jonge mensen beftig deel hebben aan de gemeen schap der Veriteinen. niet te scheiden. Het is een overbekend en fraai antwoord dat vaak gebruikt wordt voor de dingen die nauw met el kaar verweven zijn. Het laat ons ech ter evengoed in het duister. Maar mooi is het, die structuur! Het is ook zo dat de persoonlijkheid het rijkste en het schoonste bloeien kan in gemeenschaps bindingen. Daarvan zijn er vele: Het gezin: de Kerk, de Staat; onze kleinere leefge meenschappen; vaak met beperkte doe len: de organisaties tot de voetbalver eniging toe. Je moogt zelf de stand van zaken opnemen. Hoe staat de jonge mens ten opzichte van zijn maatschappelijke bin dingen? Wc behoren tot de Kerk; het mystie ke lichaam van Christus. We hebben er vaak nauwelijks begrip van. We vertalen zelfs dat lid zijn van deze •su blieme gemeenschap in: ,,'s Zondags naar de kerk gaan": een privé-bellen deling, we ontmoeten er geen gemeen schap. We weten alleen dat mijnheer Jansen onze buurman toevallig zijn ge lijkgerichte privé-bezigheid van naar de kerk gaan, op het zelfde uur en in het zelfde kerkgebouw komt verric.i- tC We behoren tot een organisatie. Er zijn er zoveel. We laten het bestuur werken, kabbelen mee op de door hen gedichte stroom en hebben de preten tie wakker te worden als de leiding die ons als onmondigen dient te ver zorgen iets doet wat ons niet bevalt. We spelen toneel of voetbal, of wat dan ook in een club. We zoeken er onszelf vaak of iets dat helemaal niet lijkt op de doelstellingen ter be reiking waarvan we ons verbonden hebben. We voetballen om eigen glorie of trainen maar half omdat we over al voor voelen behalve voor de in spanning. En hoeveel amateurs op c planken kennen hun rol niet? Is dit alles niet vaak, niet heel vaak zo? Het is moeilijk beide facetten van het mens-zijn recht te doen wederva ren. En het is als met zovele dingen. Alleen wanneer wc welbewust leven en acht geven op onze gevarieerde rüke mensennatuur die zich geheel en al ont plooien wil cn ontplooien moet (dat is opdracht!) zal het ons lukken cn als individu en als gemeenschapswezen in schone harmonie te leven. Nu doen we dat vaak als een „kip zonder kop", ais een kuddedier. We zeggen ja en amen omdat het voorgezegd wordt, we weigeren mee te doen, we lopen hard uit eigen belang. En bij alle handelingen die door de ze terminologie worden aangeduid ligt ergens bij één van de twee aspecten het accent verkeerd. Wij schreven hierboven dat de per soonlijkheid het rijkste en het schoonste bloeien kan In gemeenschapsbindingen. In de grote ruw geschetste gang der geschiedenis, ligt het tijdperk waarin we dat hartgrondig vergeten waren nog dicht achter ons. Daarom leven we nu in een tijd van herontdekking Dubbel erg was die vergeetachtig heid voor de Christenen, die door Chris tus zelf in een H. Gemeenschap zijn kerk waren vergaderd en sedert, eeu wen het kloosterwezen kenden en flus zeer goed de gestelde waarheid hadden moeten onthouden: Welbewust deelne men aan de gemeenschappen waar we deel van uit maken. Zorgend er bij zijn, in het besef der medeverantwoordelijkheid, bereid de gemeenschap van mensen te dienen sa men op weg naar een ideaal. Ons dunkt dat er nog een wereld voor ons te ont dekken valt. F.B. Het initiatief van de vrou wen van Bethanië om voor jonge katholieke leken een vormingscursus te organiseren vond weerklank. Na Amster dam kregen in de voorbije jaren ook Utrecht, Leiden en Rotterdam hun „Apostolisch Instituut" De bedoeling van deze cursus is een inzicht te geven in de rijkdom van eigen geloof en een oriëntatie in de niet-katholieke denkwereld om aldus de leek voor te bereiden op de omgang met niet-katho- Iieken. Eerlijke openheid wordt moge lijk, wanneer men eigen bezit in wendig beschermd weet door een verdiept inzicht. Dan immers kan men onbevangen uitgaan naar de ander zonder aan katholiciteit in te boeten. Wat die ander van de katholiek verwacht, is niet een overhaaste bekeringsijver, maar de oprechte bereidheid tot rustige^ uiteenzetting en tot eerlijk luiste ren. Die waarderende wijze van naastenliefde, zonder opdringe righeid en fanatisme, waarbij de katholiek toch zijn „geheim" durft prijsgeven, kan een wekroep wor den voor de ander om verder op zoek te gaan. Wanneer hiermede de bedoeling van het A. I. is aangeduid, is het duidelijk, dat genoemde cursus slechts aanzet en hulp is voor de katholieke leek om zelf te blijven nadenken en lezen over zijn ge loof. Ze wil een houding, een mentaliteit aankweken, al wordt tevens gestreefd naar een zekere zjj het betrekkelijke volle digheid in de uiteenzetting van de leer. Dat laatste in nauwe aanslui ting bij H. Schrift, liturgie en kerkgeschiedenis. De intellectueel mag een derge lijke confrontatie met zijn gods dienst niet als een soort luxe be schouwen. Inderdaad is katholiek leven een gestuwd worden door de Geest van Christus, maar die zelfde Geest vraagt ook om de medewerking van het zich verdie pende inzicht. Het bovenstaande willen wij nog op een andere wijze benade ren vanuit een gedachte, die we aan Guardini ontlenen, nl. dat liefde de houding is, die weet dat het eigenlijke, d.i. het uiteindelijk waardevolle, slechts in de vorm van het geven bezeten kan wor den. Dit woord is een variatie op het bijbelse thema van de talenten en onderstreept de verantwoorde lijkheid der uitverkiezing. Om niet hebben wij de parel van het katholieke geloof ontvangen, maar wij zullen haar slechts kun nen behouden, ja we zullen haar eerst echt bezitten door ook op onze beurt vrijgevig te zijn. Maar dan moet het een geven zijn vol nederigheid en eerbied. Er be staat een geven, dat de ander overweldigt, omdat hij voelt, dat er over hem beschikt wordt. Zo'n geven is eigenlijk een aanval op de ander zonder respect voor diens vrijheid. Het echte geven wil een antwoord zijn op een vraag, die in de ander leeft. Het zoekt contact en ondergaat dat als eigen verrijking. Iemand, die waarlijk te geven weet, beschikt niet over zijn medemensen maar stelt zich ter beschikking van hen. Van hieruit onderstrepen we nógmaals de ruime plaats, die het A.I. inruimt voor de niet-katho lieke levensovertuigingen. Dat ge schiedt in eerbied voor de ander, terwijl het tegelijk als vrucht heeft, dat het er toe bijdraagt eenzijdigheden in eigen denken en leven te bevrijden naar de volle waarheid van Christus toe en dus naar de volle Katholiciteit. iSfiï Il 1 >7 sk»; wege Balser's verplichtingen met het Wiener Burgtheater zijn de opnamen voor „Der Herscher" uitgesteld en zul len wij dus even moeten wachten met „broer en zus" te spelen". (Van onze Amsterdamse redactie). A, WIJ danken onze kans aan het feit, dat de directeur van een Duit se filmmaatschappij, die voor za ken in ons land was, tijdens een verlo ren half uurtje wat in een theaterblad bladerde en daarin een foto zag van mijn vrouw. Het was een spcelfoto uit „Hard tegen hard" waarin Winnlfred samen met met Mary Dresselhuys is op getreden. Het viel deze filmman op dat Winnifred gelijkenis vertoonde met een Tsjechische actrice die vlak voor zij een film zou maken, ziek was geworden. De directeur zocht contact met ons om te zien of mijn vrouw wellicht als rempla- pantc zou kunnen fungeren en uit dat contact is zowaar een contract gebo ren, niet alleen voor mijn vrouw maar voor ons beiden". Zo eenvoudig als de jonge 27-jarige toneelspeler Maxim Hamel het ons ver telt in eèn gesprek dat wij met hem In een hoekje van het restaurant van het Americain Hotel in Amsterdam hebben, zal het wel niet gegaan zijn. Wij kunnen ons voorstellen dat de Duitse filmdirec teur bij het bekijken van de foto meteen al getroffen werd door dat expressieve gezidht van de 24-jarige Winnifred Bos boom, zoals haar meisjesnaam luidt. Het echtpaar Hamel drie jaar gele den aan. Waarom ook niet? „Het biedt Toneelschool al hadden leren kennen en een jaar na elkaar door de Neder landse Comedie geëngageerd werden greep de kans natuurlijk met beide han den aan. Waarom ook niet? „Het beidt ons de mogelijkheid onze vleugels uit te slaan, al zijn we zeker niet van plan het toneelwerk er bij neer te leggen. De film zal ons beslist niet helemaal opeisen en in onze vrije maanden hopen we naar Nederland terug te keren en bij de Nederlandse toneelgezelschappen gast rollen, te kunnen vervullen", vertelt Maxim fiamel. Hij verontschuldigt zijn vrouw die wegens een lichte ziekte bij het gesprek verstek moet laten gaan. „En dat, juist nu we volop bezig zijn ons gereed te maken voor het vertrek naar Hamburg, deze week misschien nog. Ons flatje in de Korte Leidsedwars- straat staat al helemaal overhoop". Wispelturig. "ET WAS een hele verrassing toen de directeur van de Duitse Film maatschappij „Neue Filmver- lelh" (Omegafilm) er veel voor voelde behalve Winnifred ook Maxim naar Duitsland te halen. In Hamburg en in Cinetone te Duivendrecht werden proef- opnamen gemaakt, die goed uitvielen. Daarna kregen ze een contract van een jaar met een optie van drie jaar. Per Ons gesprek met de ambtsgeketenden de kennismaking was druk bezig ging uiteraard van 'n glaasje bier verge zeld. Wat plotselinge harde geluiden het dichtslaan van een deur; een kreet: een vrij onafgewerkt gezongen lied herinnerde ons aan het feit dat de groen tijd gaande was, dat we, om het algeme ner te zeggen, in de buurt waren van een studentensociëteit. Van alle zijden, uit allerlei milieu's komen jongelui naar de universiteitstad, in eerste in stantie om er een vak, een beroep voor hun toekomst te leren. Van de academische wereld hebben ze nauwelijks enige voorstelling. De mees te instellingen voor middelbaar en voor bereidend hoger onderwijs laten bij die „voorlichting" nogal opvallend duidelijk verstek gaan, zodat de studentenorga nisaties zelf op dat terrein iets trach ten te doen; een praenatale zorg dus! Ondertussen, een knaap nog, met een eindexamenpapier, komt een nieuwe wereld binnen. Hij is alleen.. Hij zai alleen zijn bij de studie. Studeren is een zeer zelfstandige act, en dat jaren. Jij en je boeken, je proefnemingen, een brokje wetenschap die je privé bezit moet worden. Voor de mens en de toekomstige vak man is deze eenzaamheid funest., zo goed als deze funest is voor de ge meenschap waar zo één later zijn plaats gaat innemen. En het lijkt alsof, wellicht aanvanke lijk onbewust, in de Academische we reld, de studentengemeenschappen ont staan zijn. Ze voorzien in een vanzelfsprekende behoefte. Ze behoren bij het gemeen schapsfacet van jonge mensen. En al moge de realiteit er minder fraai uit zien dan het ileaal beeld, wie erin ën eruit leeft „bij bewust zijn" leert er de kunst om te leven, leert er tot volle wasdom komen. In de sociëteit vindt de ene gelijkge- richte de andere. In het gesprek; sa men feestvierend; samen etend en drin kend. Het is een ruime wereld. Zelfs heeft Utrecht een studentenparochie, zo dat de studenten elkaar ook vonden bij de viering van de H.H. Geheimen. Even vanzelfsprekend als de corpora bestaan is het dat deze fanatiek in stand wor den gehouden, dat er voortdurend nieu we krachten gevonden worden om er tijd, moeite en zorg aan te besteden. tenvereniging door allen gedragen. Obscuur is degene die dat niet doet. Nihilist heet degene die buiten de ver enigingen blijft. Zeker is het dat zo één die nergens vindt of tracht te vinden wat de verenigingen betekenen, inder daad een nihilist is, een met een heel nauw kijkgat op het leven en op andere mensen, een met het venster wijd open op het bekrompen „ik-zelf". Men noemt de studenten vaak a-so- eiaal. Dat is een vreemd bewijs, boe vanzelfsprekend het bij de mensen boort deel te nemen aan het maatschappelijk leven. Er klmkt een verwijt als men dat niet doet, als men afzijdig is. De student zelf, stemt eventueel In tnet het verwijt en zegt: „later des te beter". Er is reden om dat te geloven. Op de eerste plaats is een. student in volle ontwikkeling. Dat maakt de armslag ten aanzien van de maatschappij, waaraan hj) straks als afgestudeerd academisch gevormde gaat deelnemen, klein. Van daar dat later. Op de tweede plaatsomdat „des te heter te verklaren. Wü geloven niet dat er veel organisaties zijn, waar in verhouding zoveel jonge mensen zp doel bewust deelnemen aan 't gemeenschaps leven, waartoe zij zich verbonden heb ben. En dat is een leerschool met gro te waarborgen voor de toekomst bij het entrée in de „kille", zoals de grote maatschappij geheten wordt. Aan het slot van ops gesprek, wisse len we een verklaring van wederzijds begrip. Er is veel wat zó zou moeten zijn, maar het nog niet is of niet meer zo is. Daar zijn we pogende mensen voor, die voortdurend tegenover het ideaal- Op bezoek bij Pabst. ET ECHTPAAR Hamel werd vervol gens uitverkoren om samen met een jonge Duitse actrice Elisa beth Muller de drie hoofdrollen te vertol ken in „Licht in Finsternis", een nog al dramatisch verhaal dat in de toneel wereld speelt. Maar ook van dat plan is Omegafilm, die voornamelijk met Ita liaanse maatschappijen co-producties maakt, voorlopig afgestapt en nu heeft men dan het Nederlandse toneelpaar gescheiden en eik een rol in een aparte film gegeven. De Hamels zien de nabije toekomst in het Duitse filmland met vertrouwen tegemoet. „De kennismakingen zijn tot nu toe erg aardig geweest", vertrouwt Maxim ons toe. „We zijn begin Augus tus in München op bezoek geweest bij Pabst en bewaren daaraan de allerpret tigste herinneringen". In Duitsland zal het tweetal ook nog op de planken kun nen staan, want Omegafilm heeft uit zijn filmsterren een toneelgroepje gevormd, dat ook in het openbaar zal optreden. 1 September heeft het echtpaar daarop de verbintenis met de Nederlandse Come die verbroken. Beiden gaan nu apart een film maken: Maxim krijgt een rol in „Parole Heimat" en Winnifred in „Suchkind", Wanneer de werkzaamhe den zullen beginnen weet Hamel niet. „Filmlui zijn zo wispelturig", verzucht hij. „Eerst zouden we beiden optreden in „Der Herscher", een film van Pabst. Het is een moderne versie van een oude rolprent waarin vroeger Emil Jan- nings de rol vertolkte van een staalko- ning. Die wordt nu gespeeld door Ewald Balser, een van de bekendste Duitse oudere acteurs van deze tijd. Ik zelf zal zjjn zoon ztfn: een chemisch geleerde die de vader opvolgen moet cn Winnifred zal de dochter zijn. Waarschijnlijk van- Al eerder voor de film. f OE jong Winnifred en Maxim ook zijn, beiden hebben toch al naam gemaakt in de Nederlandse toneel wereld. Maxim begon in 1951 met Kitty Jansen ln „Een engeltje van niets", en daarna volgden o.a. „Groen Koren" met Mary Dresselhuys, „De privé-secretaris" en „De Zeewolf" van Ed Hoornik, Wi nifred Bosboom trad o.a. op in „Hard tegen Hard" met Mary Dresselhuys en „Welkom thuis, Helena", terwijl het echtpaar de toeschouwers verrukte met zijn spel in „Een vrouw met eenjrlein hart". Ook voor de t.v.-kijkers. is het tweetal geen onbekende; herhaaldelijk "^ijn de cameralenzen op hen gericht ge weest, o.a. in het zangspelletje „Waar om jok je, chérie". Maxim heeft vroe ger al eens in Parijs gefilmdals een jongen van zeven^jaar in „De man zon der hart", een Nederlandse versie van een Franse film, met Ank van der Moer en Louis van Bree. Maar het echte film- avontuur gaat straks pas beginnen. Ne derland zal met belangstelling uitkijken naar de verrichtingen van het charman te „donkere" toneelpaar - Maxim's uiter lijk liegt er niet om, dat zijn moeder een Indische is en ook Winnifred is nu niet bepeald een bland type - op het Duitse witte doek. mm En als het goed is wordt de studen- beeld te kort schieten. ..Op Prinsjesdag ben ik de hele morgen en middag de straat op ge weest", aldus Hond met vermoeide blik, „om 'ns góed naar de democra tie te kijken. Niet dat ik er persoon lijk belang bij heb, maar ik dacht: wanneer je als hond in de residentie woont, móet je toch minstens van de gelegenheid gebruik maken om eens te zien wat de mensen nu eigenlijk met democratie bedoelen. En hoe kun je dat nu beter waarnemen zo dacht ik verder dan door op Prinsjesdag eens, goed uitkijkend, langs de koninklijke route te tippelen en op het Binnenhof rond te neu- jen. Nu is het me opgevallen, dat de duizenden mensen langs de route helemaal niet over de troonrede of de miljoenennota of andere democra tische dingen plegen te praten. Ik heb gesprekken opgevangen over: toffee's, manteltjes, zere voeten, pin da's. het weer. 't gezicht van bepaal de politieagenten, hoedjes, ADO. ijs lolly's. steunzolen, leverkwalen, brei- broekjes en Bertus de Harder. Waar schijnlijk hebben al die kijkers langs de weg bij stilzwijgende afspraak be sloten op deze dag alleen maar naar de democratie te kijken en er niet over te praten. Ik meerede, dat het t beste zou zijn zélf ook eens te gaan kijken en begaf me te dien ein de naar het Binnenhof, om er zo dicht mogelijk met m'n neus op ie staan. Een hond komt bij dergelijke gelegenheden nu eenmaal makkelij ker op het Binnenhof dan mensen; dat had ik intussen al wel van de democratie begrepen. Maar goed. na dat ik vijf minuten had rondgeschar reld voor de Ridderzaal vielen drie soldaten van de erewacht flauw. Zij werden zorgvuldig weggebracht, ter- wBl de leden van de militaire kapel alvast aanstalten maakten om straks het Wilhelmus in te zetten. Toen het zover was zong niemand mee. De koninklijke stoet arriveerde en het lawaai van de paardenhoeven en koetswieleil werd niet overstemd door de kreten des volks. Een gepen- sionneerd onderwijzer riep „hiep hiep hoera!" doch werd door duide lijke blikken van. twee grijsharige dames afgestraft en tot stilzwijgend heid herleid. Toen het koninklijk paar de Ridderzaal was binnengetre den werden de gesprekken wederom hervat. Over toffee's, manteltjes, zere voeten, pinda's enzovoorts. Maak een hond nu maar eens dui delijk wat democratie is.."

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1955 | | pagina 7