JEUGD en het maatschappelijk leven
TWEE GROENEN
Apostolisch Instituut
w
BUITENKANSJE voor jong Nederlands toneel-echtpaar
J
Harde geluiden, een vrij, onafgewerkt lied
H'
INZET
H'
H
H
HONDENPRAAT
Veelheid van gemeenschapsbindingen
Gesprekje met
Waar nieuwe veriteinen
worden gekneed
Weg naar volle wasdom
■pip
HHH
ZATERDAG 24 SEPTEMBER 1955
PAGINA 7
Nu in de diverse Universi
teitssteden van Nederland de
groene kleur het studenten
leven weer domineert, willen
wij graag op deze pagina de
aandacht vragen voor de
relatie, die tussen jeugd en
gemeenschap behoort te be
staan en in concreto tussen
de studerende jeugd en hun
besloten gemeenschap wordt
gecultiveerd. Temidden van
alle tegengestelde uitspraken
omtrent de waarde van de
ontgroening, laat zich de
noodzaak niet wegwissen, om
de aankomende alumni van
onze universiteiten grondig
voor te bereiden op de rol die
zij in de studentenmaatschap
pij zullen te vervullen heb
ben. Wie de ernst kent waar
mee dit spel in een grote
mate van vrijheid op een oud
stramien pleegt geborduurd
te worden, weet dat niet al
leen colleges, tentamina en
examens de geconcentreerde
aandacht van de student vra
gen. Het zich ontplooien als
gemeenschapsmens is voor
hem even noodzakelijk als de
bezigheid zichzelf met de voe
ding der Alma Mater te vul
len. Vandaar dat onze mede
werker op een studenten
sociëteit belandde toen onaf
gewerkte liederen en rauwe
kreten het huis vulden. Zijn
bijdragen worden geïllus
treerd door enkele tekenin
gen uit het veriteinse kamp.
Het is nog niet zo lang geleden
dat we de avonturen van Robin
son Crusoë lazen.
Weinig hebben we toen ver
moed, verdiept als we waren in
de vindingrijkheid van de dap
pere man, welk een gedachten-
spinsel ten grondslag lag aan de
schepping van Daniël Defoe.
De mens alléén; wat is hij
waard, kan hij leven? Robinson
had het toeval nodig in de natuur
om vuur te verkrijgen en op
zeker moment ontmoet hij een
ander mens.... hij gaat er niet
aan voorbij.
In een mens zijn deze facetten
te onderkennen: Hij is individu
en gemeenschapswezen Een een
heid en toch te onderscheiden:
een twee-eenheid. Het is goed
eens stil te staan bij dit aspect
van de mensstructuur.
Tivee polen
IN BARRE WEKEN WORDT EEN
JONGENSVERLEDEN AFGESCHUD
Hoe we het doen
Het eniF waardevolle steelt In het geven
If I f 1
m r -y -
Maxim Hamel cn W'innifred Bosboom gaan
filmen in Duitsland
EVIG LICHT HET gemeen-
schepsfacet in de mens op
binnen de Academische gemeen
schappen.
Daar waar nu, in deze weken,
de abituriënten van de Middel
bare Scholen, via een groentijd
en een inauguratie de verschil
lende studentencorpora binnen
treden.
Daar waar de allerindividueel
ste expressie kan bestaan naast
de meest geëerbiedigde groeps-
mores, Wee die deze met voeten
treedt!
Daar waar jonge mensen een
gemeenschapsbinding heftig
beleven.
Dat bracht ons naar Veritas.
Het moest overbodig zijn te ver-
mélden dat dat de Katholieke
studentenorganisatie is van de
Universiteit van Utrecht
Funeste eenzaamheid
Bewuste deelneming
Winnifred Bosboom cn
Maxim Hamel, het jonge
toneel-echtpaar voor wie
het filmavontuur in Duits
land gaat beginnen.
Het is de moeite waard, want de
overdenking ervan kan ons nieuwe per-
bied schenken voor de luister van het
schoonste scheppingswerk: de mens.
Het kan de kunst om te leven, tot
een grotere kunst maken.
Defoe construeerde een mens die op
zichzelf was aangewezen als een litte
rair proefonderzoek. Moderne littera
tuur construeert een mensbeeld dat on
dergaat in supercollectiviteit.
Wij in onze maatschappij, alleen, en
toch tussen de mensen tasten naar een
evenwicht tussen de béide exponenten:
individu en gemeenschapswezen zijn.
Dat is immers levenskunst, welbewust
met alle krachten die in ons zijn deel
hebben aan het leven, in harmone.
Wie te zeer als individu leeft neigt
tot onvruchtbaar egoïsme. Wie zijn per
soonlijkheid om hals, brengt is kudde
dier. Hoe zijn de beide aspecten met
elkaar verweven? Te onderscheiden doch
WIJ SCHREVEN U AL, het is
groentijd. Met twee „feuten"
hadden we een gesprek. Twee
jongelui, die er een beetje verfom
faaid uitzagen, een beetje moe en
een beetje timide, uit de provincie
naar Utrecht gekomen om te stude
ren, nadat de. eerste hindernis
het gymnasium genomen was.
Ze kwamen ook naar Veritas. Waar
om?
Waarom lieten zij zich de stevige
aanpak in de barre weken van de
groentijd welgevallen? Het waren ste
vige jongetjes, onrijp als een groene
appel, maar naar alle kanten gezond
genoeg om van plan te zijn een stevig
eird op de maatschappelijke ladder
te klimmen. Op zulke momenten ko
men de sterke verhalen over de „mar-
telie" die die „kinderen" te doorstaan
hebben ons zo echt voor als leuter
praat.
Vooral bij die ene, die of we moe
ten ons sterk vergissen misschien
hooguit een jaar geleden nog wel be
hoord zal hebben tot de lieverds die
met het bit in en een zweep bij de
hand in de banken van de middelba
re school zaten. Raspaarden overi
gens.
Nieuwe wereld.
Veel wat zij ons als argumenten
bpgaven voor hun komst was over
eenkomstig hetgeen de installatie
commissie hen had verteld. Toch was
het geenszins een nagepraat verhaal.
Omdat dit de ondertoon was:
Ergens wisten ze heel zeker, van
te voren al, dat eenmaal door de
nauwe poort er een nieuwe wereld
te veroveren viel, die van de ge
meenschap der Veriteinen.
Hoe het er precies uit zal zien,
risten zij niet. Maar nadrukkelijk
'aat nu al in hun gedachten geschre-
datgene wat de ouderejaars
gezegd hebben, dat er aanwe-
is.
ergens nadrukkelijker dan bij de
twee hebben we de bereidheid gezien
deel te gaan hebben aan een ge
meenschap, die ze, om vaag bekende
redenen, half onbewust aanvaarden
als noodzakelijk en verrukkelijk.
Ze mogen overigens de stootkracht
ook leren om de tegenvallers te in
casseren als hier en daar de reali
teit niet overeenkomt met het ideale
beeld dat heftig gekleurd in hun jon
ge fantasie leeft. Groenende oudere
jaars die daaraan denken, maken
zodoende van de groentijd ook een
retraite!
Als we afscheid van hen nemen en
sterkte wensen in het tumult dat
hun buiten de deur van de kamer
waarin wU rustig praatten weer wacht
stuiten we onverwacht op een andere
zegen van door allerlei banden ver
enigde mensen, waartoe een indivi
du nauwelijks in staat is. Een van
hen zegt: ,,'t Is dat we met 'n groep
je zijn, die de moeilijkheden verdra
gen want alleen, misschien was
ik er wel mee opgehouden. Nu denk
je: die anderen leveren het, ik ook.
En als je dan ook nog denkt, dat ze
het jaar in jaar uit geleverd hebben,
dan klim je erin. Als er een van ons
mee op wil houden, halen we hem
zelf terug".
Inderdaad, lotsverbonden, samen
verdrukt, samen sterk! Een beetje
stevig'wordt een jongensverleden af
geschud. Een nieuwe wereld opent
zich. Dadelijk zal de verbroedering
plaats vinden.
En dan gaan deze jonge mensen
beftig deel hebben aan de gemeen
schap der Veriteinen.
niet te scheiden. Het is een overbekend
en fraai antwoord dat vaak gebruikt
wordt voor de dingen die nauw met el
kaar verweven zijn. Het laat ons ech
ter evengoed in het duister. Maar mooi
is het, die structuur! Het is ook zo dat
de persoonlijkheid het rijkste en het
schoonste bloeien kan in gemeenschaps
bindingen.
Daarvan zijn er vele: Het gezin: de
Kerk, de Staat; onze kleinere leefge
meenschappen; vaak met beperkte doe
len: de organisaties tot de voetbalver
eniging toe.
Je moogt zelf de stand van zaken
opnemen. Hoe staat de jonge mens ten
opzichte van zijn maatschappelijke bin
dingen?
Wc behoren tot de Kerk; het mystie
ke lichaam van Christus. We hebben
er vaak nauwelijks begrip van. We
vertalen zelfs dat lid zijn van deze •su
blieme gemeenschap in: ,,'s Zondags
naar de kerk gaan": een privé-bellen
deling, we ontmoeten er geen gemeen
schap. We weten alleen dat mijnheer
Jansen onze buurman toevallig zijn ge
lijkgerichte privé-bezigheid van naar
de kerk gaan, op het zelfde uur en in
het zelfde kerkgebouw komt verric.i-
tC We behoren tot een organisatie. Er
zijn er zoveel. We laten het bestuur
werken, kabbelen mee op de door hen
gedichte stroom en hebben de preten
tie wakker te worden als de leiding
die ons als onmondigen dient te ver
zorgen iets doet wat ons niet bevalt.
We spelen toneel of voetbal, of
wat dan ook in een club. We zoeken
er onszelf vaak of iets dat helemaal
niet lijkt op de doelstellingen ter be
reiking waarvan we ons verbonden
hebben. We voetballen om eigen glorie
of trainen maar half omdat we over
al voor voelen behalve voor de in
spanning. En hoeveel amateurs op c
planken kennen hun rol niet?
Is dit alles niet vaak, niet heel vaak
zo? Het is moeilijk beide facetten van
het mens-zijn recht te doen wederva
ren.
En het is als met zovele dingen.
Alleen wanneer wc welbewust leven en
acht geven op onze gevarieerde rüke
mensennatuur die zich geheel en al ont
plooien wil cn ontplooien moet (dat is
opdracht!) zal het ons lukken cn als
individu en als gemeenschapswezen in
schone harmonie te leven.
Nu doen we dat vaak als een „kip
zonder kop", ais een kuddedier. We
zeggen ja en amen omdat het voorgezegd
wordt, we weigeren mee te doen, we
lopen hard uit eigen belang.
En bij alle handelingen die door de
ze terminologie worden aangeduid ligt
ergens bij één van de twee aspecten
het accent verkeerd.
Wij schreven hierboven dat de per
soonlijkheid het rijkste en het schoonste
bloeien kan In gemeenschapsbindingen.
In de grote ruw geschetste gang der
geschiedenis, ligt het tijdperk waarin
we dat hartgrondig vergeten waren nog
dicht achter ons. Daarom leven we nu
in een tijd van herontdekking
Dubbel erg was die vergeetachtig
heid voor de Christenen, die door Chris
tus zelf in een H. Gemeenschap zijn
kerk waren vergaderd en sedert, eeu
wen het kloosterwezen kenden en flus
zeer goed de gestelde waarheid hadden
moeten onthouden: Welbewust deelne
men aan de gemeenschappen waar we
deel van uit maken.
Zorgend er bij zijn, in het besef
der medeverantwoordelijkheid, bereid de
gemeenschap van mensen te dienen sa
men op weg naar een ideaal. Ons dunkt
dat er nog een wereld voor ons te ont
dekken valt.
F.B.
Het initiatief van de vrou
wen van Bethanië om voor
jonge katholieke leken een
vormingscursus te organiseren
vond weerklank. Na Amster
dam kregen in de voorbije
jaren ook Utrecht, Leiden en
Rotterdam hun „Apostolisch
Instituut" De bedoeling van
deze cursus is een inzicht te
geven in de rijkdom van eigen
geloof en een oriëntatie in de
niet-katholieke denkwereld om
aldus de leek voor te bereiden
op de omgang met niet-katho-
Iieken.
Eerlijke openheid wordt moge
lijk, wanneer men eigen bezit in
wendig beschermd weet door een
verdiept inzicht. Dan immers kan
men onbevangen uitgaan naar de
ander zonder aan katholiciteit in
te boeten. Wat die ander van de
katholiek verwacht, is niet een
overhaaste bekeringsijver, maar
de oprechte bereidheid tot rustige^
uiteenzetting en tot eerlijk luiste
ren. Die waarderende wijze van
naastenliefde, zonder opdringe
righeid en fanatisme, waarbij de
katholiek toch zijn „geheim" durft
prijsgeven, kan een wekroep wor
den voor de ander om verder op
zoek te gaan.
Wanneer hiermede de bedoeling
van het A. I. is aangeduid, is het
duidelijk, dat genoemde cursus
slechts aanzet en hulp is voor de
katholieke leek om zelf te blijven
nadenken en lezen over zijn ge
loof. Ze wil een houding, een
mentaliteit aankweken, al wordt
tevens gestreefd naar een zekere
zjj het betrekkelijke volle
digheid in de uiteenzetting van de
leer. Dat laatste in nauwe aanslui
ting bij H. Schrift, liturgie en
kerkgeschiedenis.
De intellectueel mag een derge
lijke confrontatie met zijn gods
dienst niet als een soort luxe be
schouwen. Inderdaad is katholiek
leven een gestuwd worden door
de Geest van Christus, maar die
zelfde Geest vraagt ook om de
medewerking van het zich verdie
pende inzicht.
Het bovenstaande willen wij
nog op een andere wijze benade
ren vanuit een gedachte, die we
aan Guardini ontlenen, nl. dat
liefde de houding is, die weet dat
het eigenlijke, d.i. het uiteindelijk
waardevolle, slechts in de vorm
van het geven bezeten kan wor
den. Dit woord is een variatie op
het bijbelse thema van de talenten
en onderstreept de verantwoorde
lijkheid der uitverkiezing. Om
niet hebben wij de parel van het
katholieke geloof ontvangen,
maar wij zullen haar slechts kun
nen behouden, ja we zullen haar
eerst echt bezitten door ook op
onze beurt vrijgevig te zijn. Maar
dan moet het een geven zijn vol
nederigheid en eerbied. Er be
staat een geven, dat de ander
overweldigt, omdat hij voelt, dat
er over hem beschikt wordt. Zo'n
geven is eigenlijk een aanval op
de ander zonder respect voor
diens vrijheid. Het echte geven
wil een antwoord zijn op een
vraag, die in de ander leeft. Het
zoekt contact en ondergaat dat als
eigen verrijking. Iemand, die
waarlijk te geven weet, beschikt
niet over zijn medemensen maar
stelt zich ter beschikking van hen.
Van hieruit onderstrepen we
nógmaals de ruime plaats, die het
A.I. inruimt voor de niet-katho
lieke levensovertuigingen. Dat ge
schiedt in eerbied voor de ander,
terwijl het tegelijk als vrucht
heeft, dat het er toe bijdraagt
eenzijdigheden in eigen denken en
leven te bevrijden naar de volle
waarheid van Christus toe en dus
naar de volle Katholiciteit.
iSfiï
Il
1 >7 sk»;
wege Balser's verplichtingen met het
Wiener Burgtheater zijn de opnamen
voor „Der Herscher" uitgesteld en zul
len wij dus even moeten wachten met
„broer en zus" te spelen".
(Van onze Amsterdamse redactie).
A, WIJ danken onze kans aan het
feit, dat de directeur van een Duit
se filmmaatschappij, die voor za
ken in ons land was, tijdens een verlo
ren half uurtje wat in een theaterblad
bladerde en daarin een foto zag van
mijn vrouw. Het was een spcelfoto uit
„Hard tegen hard" waarin Winnlfred
samen met met Mary Dresselhuys is op
getreden. Het viel deze filmman op dat
Winnifred gelijkenis vertoonde met een
Tsjechische actrice die vlak voor zij een
film zou maken, ziek was geworden. De
directeur zocht contact met ons om te
zien of mijn vrouw wellicht als rempla-
pantc zou kunnen fungeren en uit dat
contact is zowaar een contract gebo
ren, niet alleen voor mijn vrouw maar
voor ons beiden".
Zo eenvoudig als de jonge 27-jarige
toneelspeler Maxim Hamel het ons ver
telt in eèn gesprek dat wij met hem In
een hoekje van het restaurant van het
Americain Hotel in Amsterdam hebben,
zal het wel niet gegaan zijn. Wij kunnen
ons voorstellen dat de Duitse filmdirec
teur bij het bekijken van de foto meteen
al getroffen werd door dat expressieve
gezidht van de 24-jarige Winnifred Bos
boom, zoals haar meisjesnaam luidt.
Het echtpaar Hamel drie jaar gele
den aan. Waarom ook niet? „Het biedt
Toneelschool al hadden leren kennen
en een jaar na elkaar door de Neder
landse Comedie geëngageerd werden
greep de kans natuurlijk met beide han
den aan. Waarom ook niet? „Het beidt
ons de mogelijkheid onze vleugels uit
te slaan, al zijn we zeker niet van plan
het toneelwerk er bij neer te leggen.
De film zal ons beslist niet helemaal
opeisen en in onze vrije maanden hopen
we naar Nederland terug te keren en bij
de Nederlandse toneelgezelschappen gast
rollen, te kunnen vervullen", vertelt
Maxim fiamel. Hij verontschuldigt zijn
vrouw die wegens een lichte ziekte bij
het gesprek verstek moet laten gaan.
„En dat, juist nu we volop bezig zijn
ons gereed te maken voor het vertrek
naar Hamburg, deze week misschien
nog. Ons flatje in de Korte Leidsedwars-
straat staat al helemaal overhoop".
Wispelturig.
"ET WAS een hele verrassing toen
de directeur van de Duitse Film
maatschappij „Neue Filmver-
lelh" (Omegafilm) er veel voor voelde
behalve Winnifred ook Maxim naar
Duitsland te halen. In Hamburg en in
Cinetone te Duivendrecht werden proef-
opnamen gemaakt, die goed uitvielen.
Daarna kregen ze een contract van een
jaar met een optie van drie jaar. Per
Ons gesprek met de ambtsgeketenden
de kennismaking was druk bezig
ging uiteraard van 'n glaasje bier verge
zeld. Wat plotselinge harde geluiden
het dichtslaan van een deur; een kreet:
een vrij onafgewerkt gezongen lied
herinnerde ons aan het feit dat de groen
tijd gaande was, dat we, om het algeme
ner te zeggen, in de buurt waren van
een studentensociëteit. Van alle zijden,
uit allerlei milieu's komen jongelui
naar de universiteitstad, in eerste in
stantie om er een vak, een beroep voor
hun toekomst te leren.
Van de academische wereld hebben ze
nauwelijks enige voorstelling. De mees
te instellingen voor middelbaar en voor
bereidend hoger onderwijs laten bij die
„voorlichting" nogal opvallend duidelijk
verstek gaan, zodat de studentenorga
nisaties zelf op dat terrein iets trach
ten te doen; een praenatale zorg dus!
Ondertussen, een knaap nog, met een
eindexamenpapier, komt een nieuwe
wereld binnen. Hij is alleen.. Hij zai
alleen zijn bij de studie. Studeren is
een zeer zelfstandige act, en dat jaren.
Jij en je boeken, je proefnemingen, een
brokje wetenschap die je privé bezit
moet worden.
Voor de mens en de toekomstige vak
man is deze eenzaamheid funest., zo
goed als deze funest is voor de ge
meenschap waar zo één later zijn plaats
gaat innemen.
En het lijkt alsof, wellicht aanvanke
lijk onbewust, in de Academische we
reld, de studentengemeenschappen ont
staan zijn.
Ze voorzien in een vanzelfsprekende
behoefte. Ze behoren bij het gemeen
schapsfacet van jonge mensen. En al
moge de realiteit er minder fraai uit
zien dan het ileaal beeld, wie erin ën
eruit leeft „bij bewust zijn" leert er de
kunst om te leven, leert er tot volle
wasdom komen.
In de sociëteit vindt de ene gelijkge-
richte de andere. In het gesprek; sa
men feestvierend; samen etend en drin
kend. Het is een ruime wereld. Zelfs
heeft Utrecht een studentenparochie, zo
dat de studenten elkaar ook vonden bij
de viering van de H.H. Geheimen. Even
vanzelfsprekend als de corpora bestaan
is het dat deze fanatiek in stand wor
den gehouden, dat er voortdurend nieu
we krachten gevonden worden om er
tijd, moeite en zorg aan te besteden.
tenvereniging door allen gedragen.
Obscuur is degene die dat niet doet.
Nihilist heet degene die buiten de ver
enigingen blijft. Zeker is het dat zo één
die nergens vindt of tracht te vinden
wat de verenigingen betekenen, inder
daad een nihilist is, een met een heel
nauw kijkgat op het leven en op andere
mensen, een met het venster wijd open
op het bekrompen „ik-zelf".
Men noemt de studenten vaak a-so-
eiaal. Dat is een vreemd bewijs, boe
vanzelfsprekend het bij de mensen boort
deel te nemen aan het maatschappelijk
leven. Er klmkt een verwijt als men
dat niet doet, als men afzijdig is.
De student zelf, stemt eventueel In
tnet het verwijt en zegt: „later des te
beter".
Er is reden om dat te geloven. Op
de eerste plaats is een. student in volle
ontwikkeling. Dat maakt de armslag ten
aanzien van de maatschappij, waaraan
hj) straks als afgestudeerd academisch
gevormde gaat deelnemen, klein. Van
daar dat later.
Op de tweede plaatsomdat „des
te heter te verklaren. Wü geloven niet
dat er veel organisaties zijn, waar in
verhouding zoveel jonge mensen zp doel
bewust deelnemen aan 't gemeenschaps
leven, waartoe zij zich verbonden heb
ben. En dat is een leerschool met gro
te waarborgen voor de toekomst bij het
entrée in de „kille", zoals de grote
maatschappij geheten wordt.
Aan het slot van ops gesprek, wisse
len we een verklaring van wederzijds
begrip.
Er is veel wat zó zou moeten zijn,
maar het nog niet is of niet meer zo is.
Daar zijn we pogende mensen voor,
die voortdurend tegenover het ideaal-
Op bezoek bij Pabst.
ET ECHTPAAR Hamel werd vervol
gens uitverkoren om samen met
een jonge Duitse actrice Elisa
beth Muller de drie hoofdrollen te vertol
ken in „Licht in Finsternis", een nog
al dramatisch verhaal dat in de toneel
wereld speelt. Maar ook van dat plan is
Omegafilm, die voornamelijk met Ita
liaanse maatschappijen co-producties
maakt, voorlopig afgestapt en nu heeft
men dan het Nederlandse toneelpaar
gescheiden en eik een rol in een aparte
film gegeven.
De Hamels zien de nabije toekomst
in het Duitse filmland met vertrouwen
tegemoet. „De kennismakingen zijn tot
nu toe erg aardig geweest", vertrouwt
Maxim ons toe. „We zijn begin Augus
tus in München op bezoek geweest bij
Pabst en bewaren daaraan de allerpret
tigste herinneringen". In Duitsland zal
het tweetal ook nog op de planken kun
nen staan, want Omegafilm heeft uit zijn
filmsterren een toneelgroepje gevormd,
dat ook in het openbaar zal optreden.
1 September heeft het echtpaar daarop de
verbintenis met de Nederlandse Come
die verbroken. Beiden gaan nu apart
een film maken: Maxim krijgt een rol
in „Parole Heimat" en Winnifred in
„Suchkind", Wanneer de werkzaamhe
den zullen beginnen weet Hamel niet.
„Filmlui zijn zo wispelturig", verzucht
hij. „Eerst zouden we beiden optreden
in „Der Herscher", een film van Pabst.
Het is een moderne versie van een
oude rolprent waarin vroeger Emil Jan-
nings de rol vertolkte van een staalko-
ning. Die wordt nu gespeeld door Ewald
Balser, een van de bekendste Duitse
oudere acteurs van deze tijd. Ik zelf zal
zjjn zoon ztfn: een chemisch geleerde die
de vader opvolgen moet cn Winnifred
zal de dochter zijn. Waarschijnlijk van-
Al eerder voor de film.
f OE jong Winnifred en Maxim ook
zijn, beiden hebben toch al naam
gemaakt in de Nederlandse toneel
wereld. Maxim begon in 1951 met Kitty
Jansen ln „Een engeltje van niets", en
daarna volgden o.a. „Groen Koren" met
Mary Dresselhuys, „De privé-secretaris"
en „De Zeewolf" van Ed Hoornik, Wi
nifred Bosboom trad o.a. op in „Hard
tegen Hard" met Mary Dresselhuys
en „Welkom thuis, Helena", terwijl het
echtpaar de toeschouwers verrukte met
zijn spel in „Een vrouw met eenjrlein
hart". Ook voor de t.v.-kijkers. is het
tweetal geen onbekende; herhaaldelijk
"^ijn de cameralenzen op hen gericht ge
weest, o.a. in het zangspelletje „Waar
om jok je, chérie". Maxim heeft vroe
ger al eens in Parijs gefilmdals een
jongen van zeven^jaar in „De man zon
der hart", een Nederlandse versie van
een Franse film, met Ank van der Moer
en Louis van Bree. Maar het echte film-
avontuur gaat straks pas beginnen. Ne
derland zal met belangstelling uitkijken
naar de verrichtingen van het charman
te „donkere" toneelpaar - Maxim's uiter
lijk liegt er niet om, dat zijn moeder een
Indische is en ook Winnifred is nu niet
bepeald een bland type - op het Duitse
witte doek.
mm
En als het goed is wordt de studen- beeld te kort schieten.
..Op Prinsjesdag ben ik de hele
morgen en middag de straat op ge
weest", aldus Hond met vermoeide
blik, „om 'ns góed naar de democra
tie te kijken. Niet dat ik er persoon
lijk belang bij heb, maar ik dacht:
wanneer je als hond in de residentie
woont, móet je toch minstens van de
gelegenheid gebruik maken om eens
te zien wat de mensen nu eigenlijk
met democratie bedoelen. En hoe
kun je dat nu beter waarnemen zo
dacht ik verder dan door op
Prinsjesdag eens, goed uitkijkend,
langs de koninklijke route te tippelen
en op het Binnenhof rond te neu-
jen. Nu is het me opgevallen, dat
de duizenden mensen langs de route
helemaal niet over de troonrede of
de miljoenennota of andere democra
tische dingen plegen te praten. Ik
heb gesprekken opgevangen over:
toffee's, manteltjes, zere voeten, pin
da's. het weer. 't gezicht van bepaal
de politieagenten, hoedjes, ADO. ijs
lolly's. steunzolen, leverkwalen, brei-
broekjes en Bertus de Harder. Waar
schijnlijk hebben al die kijkers langs
de weg bij stilzwijgende afspraak be
sloten op deze dag alleen maar naar
de democratie te kijken en er niet
over te praten. Ik meerede, dat het
t beste zou zijn zélf ook eens te
gaan kijken en begaf me te dien ein
de naar het Binnenhof, om er zo
dicht mogelijk met m'n neus op ie
staan. Een hond komt bij dergelijke
gelegenheden nu eenmaal makkelij
ker op het Binnenhof dan mensen;
dat had ik intussen al wel van de
democratie begrepen. Maar goed. na
dat ik vijf minuten had rondgeschar
reld voor de Ridderzaal vielen drie
soldaten van de erewacht flauw. Zij
werden zorgvuldig weggebracht, ter-
wBl de leden van de militaire kapel
alvast aanstalten maakten om straks
het Wilhelmus in te zetten. Toen
het zover was zong niemand mee.
De koninklijke stoet arriveerde en
het lawaai van de paardenhoeven en
koetswieleil werd niet overstemd
door de kreten des volks. Een gepen-
sionneerd onderwijzer riep „hiep
hiep hoera!" doch werd door duide
lijke blikken van. twee grijsharige
dames afgestraft en tot stilzwijgend
heid herleid. Toen het koninklijk
paar de Ridderzaal was binnengetre
den werden de gesprekken wederom
hervat. Over toffee's, manteltjes, zere
voeten, pinda's enzovoorts.
Maak een hond nu maar eens dui
delijk wat democratie is.."