Nu OOK CRISIS in ALGERIJE Overheid gaat bouw van meest urgente hotels stimuleren Investeringen bereikten vorig jaar na-oorlogs hoogtepunt Onze eeuw van vooruitgang is ook de eeuw van de vluchteling Dramatische TV-BIG GRAFIE Ifinaz Ph. Semmelweis van Mohammedaanse afgevaardigden boycotten plan-Soustelle Dreigementen Vijfde Industrialisatie-nota Boeiende uitzending onder regie van Peter Koen Gloeilampjes Meer coördinatie op gebied van toerisme gewenst Subsidie aan A.N.Y.Y. Taakstelling voor de jaren 1952-1957 zal niet onbelangrijk worden overschreden wordt verhoogd Wederzijds Brits- Russisch vlootbezoek WOENSDAG 28 SEPTEMBER 1955 PAGINA 5 Mysterieus geval Australische verdween van Frans schip PRINS PACHTER IN TANGANYIKA 1050 lia bij liet meer Manyara BROMFIETS EN MOTOR BOTSTEN ARNHEM GOOIT PER JAAR RUIM 4 MILLIOEN KILO RESTJES WEG Waarschuwing tegen te groot optimisme Geen ernstige financiering.^ problemen Toeneming beroepsbevolking Belang van research Meer investeringen in de diepte ,.Zeer goed werk Behoefte nog niet bevredigd Gegarandeerde credietver- lening Meer effectiviteit NEDERLANDS SCHEEPJE OP DE RIJN GEZONKEN LEIDEN WENST ANNEXATIE VAN OEGSTGEEST (Van onze correspondent) PARIJS, Dinsdagavond. Terwijl het er niet naar uitziet, dat snel en zonder veej moeite wijziging kan worden gebracht in de Marokkaanse crisis, is thans ook het beleid inzake Algerije vastgelopen. Gouverneur-generaal Soustelle is gisteren in Algiers voor bijna dezelfde uitzichtloze toestand geplaatst als resident- generaal De Lat.our in Rabat. Het in één jaar hard werken zorgvuldig op gebouwde en inmiddels te Parijs reeds goedgekeurde hervormingsplan voor Algiers, is gisteren vrijwel de grond in geboord. De Algerijnse assern- blée, die gisteren bijeen moest komen om het z.g. plan-Soustelle te behan delen heeft niet kunnen vergaderen, daar het overgrote deel der moham medaanse leden heeft verklaard, dat het stadium van integratie voorbij is en dat nationale zelfstandigheid moet worden geëist. Ziende wat in Tunis werd verkregen en wat Marokko bezig is af te dwingen, hebben de vertegen woordigers van het in Frankrijk te integreren Algerije het plotseling over de seperatische, nationalistische boeg gegooid. niet bijzonder aanlokkelijk uit. In een telefonisch onderhoud heeft minister Bourges Manoury tegenover Soustelle nog eens het voornemen van de regering te Parijs uitgesproken om coute que coute het plan-Soustelle door te zetten. Een en ander heeft er toe geleid, dat ook uit mohammedaanse kringen cri- tiek is gekomen op de boycot der 61 af gevaardigden. Invloedrijke Algerijnen hebben geprotesteerd tegen de acties van het ..complot" en de vertegenwoor digers van het departement Oran heb ben zich eveneens uitgsproken tegen het optreden van hun collega's uit uit Constantine. Om de ernst van de toestand te be grijpen moet men wel in het oog houden, dat Algerije niet als Marokko en Tunis protectoraatsgebied is. Toen Frankrijk ongeveer een eeuw geleden Algerije onderwierp, werd het -gezag van de bey niet hersteld. Algerije is dus Frans souverein gebied. Frankrijk gaat er langzamerhand toe over het gebied te integreren. Sedert 1947 heeft een groot deel der bevolking het Franse staatsburgerschap en zendt het land zijn afgevaardigden naar Kamer en Senaat. Voor het bestuur is het ge bied in drie departementen verdeeld: Oran. Constantine en Algiers, terwijl tot de verdeling in vier departementen is besloten. De bestuurlijke indeling der departementen is als die in Frank rijk. De politieke integratie der bevol king is ongelijk gevorderd. De departe mentale vertegenwoordiging is anders dan in het moederland. Algerije heeft twee vertegenwoordigende colleges, in één waarvan uitsluitend Arabieren worden gekozen. De beide colleges, die ieder uit zestig leden bestaan, vormen samen de Algerijnse Assemblée. De heer Soustelle had die Assemblée bijeengeroepen om het hervormings plan tot verdere integratie te doen aanvaarden. De kansen voor een der gelijke aanvaarding stonden tot nog toe niet zeer slecht. Dat een nationalisti sche onafhankelijkheidsbeweging diep wortel heeft geschoten in Algerije mocht immers worden betwijfeld, uit gezonderd in Constantine, waar haar den van terrorisme zijn. Sedert 20 Augustus (het bloedbad in Marokko) is de spanning in Algerije echter zeer gestegen, temeer waar in de laatste tijd het voedselgebrek en het door de overbevolking ontstane pauperisme is verergerd. Terroristische organisaties hebben nu de mohammedaanse ver tegenwoordigers in de Assemblée on der druk gezet, hen met de dood be dreigend als zij niet aan de bestrijding van het plan-Soustelle zouden deel nemen. Alloust Abbas, raadslid van Constantine werd vermoord, een aan slag werd gepleegd op Hadj Said. Ben Djelloud en Ben Bhamed werden met de dood bedreigd. Vooral onder de af gevaardigden van het departement Constantine, die tot nu toe buiten de nationalistische beweging waren ge bleven, is een soort paniek ontstaan. 61 afgevaardigden van verschillende besturen, doch vooral leden van de Algerijnse Assemblée kwamen daarom gisteren bijeen en besloten niet aan de bijeengeroepen vergadering deel te nemen- Zij verklaarden de integratie gedachte als afgedaan en sloten zich aan bij de nationalistische campagne. Dat hierover onder deze 61 afgevaar digden volledig overeenstemming be stond, kan moeilijk worden volge houden. Een enkele afgevaardigde is zelfs woedend' weggelopen. Maar hoe dan ook, het hervormingsplan werd door de boycot feitelijk afgewezen en onder de tegenstanders was zelfs Salah Abd el Kader, president van de assem blee De reactie is niet uitgebleven en Soustelle heeft gedreigd zijn ontslag in te dienen als hij geen steun krijgt van mohammedaanse zijde. In een radio rede verklaarde Soustelle de zitting van de Algerijnse assemblée voorlopig maar te verdagen om haar bijeen te roepen, als de gemoederen tot kalmte zouden zijn gekomen. Onze Parijse correspondent telefo neerde ons hedenmorgen nader. Achteraf blijkt de radio-rede en het optreden van gouverneur-generaal Soustelle grote indruk te hebben ge maakt. Velen zijn geschrokken van zijn dreigement ontslag te zullen nemen, aangezien men heel goed weet dat hij moeilijk anders vervangen kan worden dan door een generaal. En dit ziet er ALLEEN ECHT MET HET BAYER KRUIS Er zal een officieel onderzoek worden ingesteld naar de dood van mevrouw Susan Williams, een charmante Austra lische weduwe, die meer dan een jaar ge leden in de Indische Oceaan van een Frans passagiersschip verdween. Mevr. Williams, die deel uitmaakte van het Au stralische team, dat het volgend jaar tijdens de Olympische Spelen op het springconcours voor paarden uitkomt, vertrok op 8 Juli vorig jaar met het Franse s.s. „Gange" naar Europa om daar deel te nemen aan de training. Toen een hofmeester in de morgen van de 17e Juli het ontbijt in haar hut wilde serveren, bleek zij te zijn verdwenen. Sindsdien is niets meer van haar vernomen. Mevrouw Williams had twee dagen voor haar verdwijning nog een brief aan haar zuster gezonden, waarin zij meedeelde, dat zij zich niet goed voelde. Zij had hier evenwel aan toegevoegd: „Wanneer een of andere reden voor mijn ziekte wordt opgegeven, moet je hier niet aan geloven, maar je tot de politie wenden om te ach terhalen wat er gebeurd is". Mr Dupuy, de advocaat die optreedt namens de familie van dè vermiste vrouw, verklaarde dat mevrouw Williams' ge drag tijdens de overtocht de indruk wek te, alsof zij voelde, dat zij door een moor denaar werd achtervolgd. Hij zeide ver der, dat „zij als een knappe en gelukkige jonge vrouw uit Australië was vertrok ken, maar de avond voor naar verdwij ning aan een hevige angst ten prooi was". In de Vijfde Industrialisatie-Nota, welke aan de Staten-Generaal is aangeboden, wordt geconstateerd, dat de investeringen in vaste activa in Nederland in de periode van 1 Juli 1952 tot 31 Maart 1955 4.990 millioen hebben belopen, zodat tot dusverre ongeveer juist het evenredige deel is gerealiseerd van de 9.000 millioen welke voor de 5 jaar van 1 Juli 1952 lot 1 Juli 1957 nodig werden geacht. De werkgelegenheid in de industrie is echter naar verhouding veel sterker toegenomen, waarbij men bovendien nog in aanmerking moet nemen, dat er gezien bet bestaande personeels tekort nog veel meer personen geplaatst hadden kunnen worden. Na de oorlog is het industriële investeringsvolume in snel tempo gestegen oin in ]9ol een bedrag van 1810 millioen (in prijzen 1952) te bereiken. In 1952 en 1953 trad een teruggang op (resp. 1640 en 1700 millioen). In 1954 hebben de investeringen echter een nieuw na-oorlogs hoogtepunt bereikt, namelijk 1965 millioen. De grootste investeringen vonden plaats in de openbare nutsbedrijven en in de metaalindustrie. Het laat zich aanzien, dat de werkelijke investeringen in de genoemde vijf jaar de taakstelling niet onbelangrijk zal overschrijden. De taakstelling van 9.000 millioen is echter een minimum en niet tevens een maximum, aldus de minister van financiën. Aan Prins Bernhard is voor 99 jaar het paehtrecht verleend van 1050 ha grond te Magara bij het meer Manyara in Tanga nyika. De grond is bij uitstek geschikt voor een gemengd bedrijf. De pacht werd uitgegeven door de gou verneur van het gebiedsdeel, Sir Edward Twining, naar aanleiding van het bezoek, dat de Prins er verleden jaar bracht. Deze zeide toen zeer geïmponeerd te zijn door de mogelijkheden, die Tanganyika biedt. De Prins heeft het paehtrecht, verkre gen onder dezelfde voorwaarden als de andere pachters. Op de kanaaldijk West te Helmond, zijn Dinsdagmorgen de bromfietser W. uit Hei. mond en de motorrijder R- uit Oss met el. kaar in botsing gekomen. Beiden zijn ern stig gewond naar een ziekenhuis te Hel mond overgebracht. De bromfietser had een schedelbasisfractuur. Vermoed wordt- dat de motorrijder na de botsing in een langs de weg lopende sloot is geraakt en door de bestuurder van een truck met oplegger, die ter plaatse stopte, uit het water is gehaald. (Van onze correspondent) Tijdens het gisteren te Arnhem gehou den congres van de Ned, Vereniging van Reinigingsdirecteuren heeft de heer S. H. Frederiks, directeur van de Arnhemse Dienst, een interessante causerie gehou den over de Reinigingszaken, zoals deze in Gelre's hoofdstad reilen en zeilen. Spr. vertelde daarbij dat in Arnhem elk jaar 4.200.000 kilo etensresten aan de straat worden gezet en dat over datzelfde tijd vak 148.000 kilo oud brood in de vuilnis emmer wordt geworpen, wel een bewijs dat de „voedselschaarste" weer volledig is opgeheve» De meer dan evenredige (in verhouding tot de investeringen) toeneming van de werkgelegenheid moet vooral uit twee oorzaken worden verklaard.In de eerste plaats is een onverwacht groot aantal ar beiders zonder nieuwe investeringen ge plaatst (namelijk in het al bestaande pro ductie-apparaat). Vervolgens heeft in de laatste 2 jaar een groot deel van de totale investeringen bestaan uit uitbreidings investeringen, die bepalend zijn voor de vergroting van de werkgelegenheid. Daar entegen is het aandeel van de vervan gingsinvesteringen vrij zeker belangrijk lager geweest dan 2 jaar geleden werd geraamd. Dat men aldus' -met een relatief laag bedrag aan investeringen veel mensen heeft kunnen tewerkstellen, zal er echter in de toekomst vermoedelijk toe leiden, dat men dan iets meer dan normaal moet investeren. Voor een deel van de thans in het bestaande apparaat geplaatste ar beiders zal men namelijk op den duur toch wel moeten investeren. Daarenbo ven zal de geringe vervanging van de laatste jaren in een later stadium gecom penseerd moeten worden. De minister meent echter te moeten waarschuwen tegen een te groot optimis me wat de toekomst betreft. De verheu gende resultaten zijn mede te danken aan de zeer gunstige conjunctuur. Enige voor zichtigheid bü de beoordeling van de re sultaten is dus nodig. Er moet vooral naar worden gestreefd de positie van onze industrie te consolideren. Vele van onze traditionele exportpro ducten ondervinden door de opkomst van jonge industrielanden steeds meer concur rentie op de wereldmarkt. Daarom moet onze industrie zich richten op nieuwe en kwalitatief hoogstaande producten, terwijl de productiekosten door efficiëncy-verbe- tering moeten worden gedrukt. Dit alles zal grote investeringen eisen, vooral ook zal de gemiddelde investering per arbeider moeten stijgen (investeringen in de diep te). Daarnaast zal veel gedaan moeten worden aan ontwikkeling van de research, en vergroting van de vakkennis. Ook de snelle voortgang der techniek dwingt hier toe. De minister ziet geen reden in het investeringsbeleid van de Regering wijzi ging te brengen. Naar aanleiding van het investerings verloop wijst de Nota erop. dat de finan ciering daarvan dank zij de relatief rui me winsten van de laatste jaren en de fiscale faciliteiten geen ernstig probleem is geweest. Doordat zoveel gebruik werd gemaakt van interne financiering, heeft de industrie betrekkelijk weinig middelen op de kapitaalmarkt opgenomen, hoewel luist in de laatste jaren daar het aanbod vrij ruim was. Dit verloop geeft de Mi nister aanleiding tot enkele opmerkingen, waarvan de conclusie is dat het finan cieringsprobleem van de industrialisatie nog niet van de baan is en dat een ver ruiming van het aanbod van risicodragend kapitaal voor deze financiering wenselijk blijft. In dit verband vermeldt de Minis ter het denkbeeld om dit aanbod te ver ruimen door aandelen uit te geven in veel kleinere coupures dan thans doorgaans geschiedt. Tenslotte wordt in de Nota me degedeeld. dat waarschijnlijk op korte ter mijn het wetsontwerp tot stichting van het zogenaamde garantiefonds zal worden ingediend. De beroepsbevolking is aanzienlijk meer toegenomen dan 2 jaar geleden werd ver wacht. Er is een zogenaamde extra-aan was geweest, d.w.z. het aantal personen, die een beroep willen uitoefenen is snel ler toegenomen dan de totale bevolking boven de 14 jaar. Een groot deel van deze extra-aanwas komt op r-kening van de toenemende beroeps-arbeid van meisjes en vrouwen. Bovendien is de emigratie van 1952 geringer geweest dan werd ver wacht. Ook daardoor is de toeneming van de beroepsbevolking groter geweest dan 2 jaar geleden werd geraamd. Netto is de beroepsbevolking met 117.000 personen toegenomen. Tegelijkertijd daal de het aantal werklozen zeer sterk. Hoe wel aan de andere kant het aantal mili tairen ook belangrijk toenam steeg zodoen de het aantal werkenden (in burgerlijke beroepen) nog meer dan de beroepsbevol king, nl. met 146.000. Hiervan werden er 90.000 door de industrie en 56.000 door an dere sectoren (handel, verkeer, dienstver lening. Overheid) opgenomen. De industriële productie (in hoeveelhe den) nam van 1952 tot 1954 toe met bijna 21 pet. Deze sterke stijging was het 'ge volg enerzijds van de al genoemde toe neming van de personeelssterkte in de industrie, anderzijds van de sterke stijging van de arbeidsproductiviteit. Deze nam in 2 jaar met ruim 13 pet toe. De sterkste productiestijging had plaats in de metaal industrie, namelijk 36 pet. De afzet van onze industrie in het bui tenland is sinds 1952 zeer sterk toegeno men, namelijk met meer dan een derde. Er zal echter ook in de toekomst veel aan dacht moeten worden besteed aan het ver der vergreten van de export. De nota gaat uitvoerig in op het be lang van research De overheidssteun hier aan zal verder verhoogd moeten wor den, doch daarnaast zal ook meer steun ■3n het bedrijfsleven moeten worden ver kregen. Aangezien de kleine bedrijven een zeer groot aandeel hebben in de totale Industriële werkgelegenheid (47 pet. van de werkenden in de nijverheid zijn werk zaam in bedrijven van 1 50 personen) is een verbetering van de efficiency in deze groep van groot economisch belang. Omtrent de technische opleidingen deelt de Nota mede. dat zowel wat kwantiteit (van onderwijsinstellingen en leerlingen) als de kwaliteit in de laatste jaren bevre digende vorderingen zijn gemaakt. De deelneming van buitenlandse zijde aan de industrialisatie van Nederland is ook sinds 1952 weer belangrijk geweest. Van 1 Januari 1953 tot 1 Juli 1955 kwa men er 38 dochterondernemingen van bui tenlandse bedrijven tot stand, terwijl in 23 gevallen buitenlanders deelnamen in al bestaande of nieuwe Nederlandse in dustriële bedrijven. Het totale aantal na oorlogse dochterondernemingen is zodoen de op 74 gekomen, het aantal deelnemin gen op 103. De brutoproductiewaarde van deze 177 bedrijven was in 1954 ruim 600.000.000.- In verband met de critiek, die de laat ste tijd wel eens gehoord is op het beleid van de Nederlandse Regering, die de ves tiging van buitenlandse bedrijven hier te lande bevordert, terwijl de arbeidsmarkt reeds zo krap is, gaat de Nota vrij uit voerig op deze kwestie in. Zij wijst erop, dat het aantal arbeiders, dat aan de ar beidsmarkt door de buitenlandse dochter ondernemingen wordt onttrokken, slechts gering is. In totaal gaat 't tot dusverre om ca 6.000 personen. Hiertegenover staan eclT^r grote voordelen voor de Nederland se economie. De conclusie luidt dan ook dat de voordelen belangrijk groter zijn dan de bezwaren. Wat de ontwikkelings gebieden betreft, wordt opgemerkt, dat in de meeste gebie den de werkgelegenheid in de industrie al leen al meer toenam dan de mannelijke beroepsbevolking. In bijna alle gebieden daalde dan ook de gemiddelde geregis treerde arbeidsreserve belangrijk. Voor de eerstkomende tijd mag een niet onbelangrijke toeneming van het aantal industrievestigingen en uitbreidingen in de betrokken gebieden en een daarmede cor responderende vergroting van de werkge legenheid worden verwacht. Anderzijds zijn er ook gebieden, waar de ontwikkeling van de werkgelegenheid nog niet zo is, als werd gewenst. In het bijzonder geldt dit voor Oostelijk Groningen. In ccn slotbeschouwing merkt de minis ter op,.dat vroeger bij dc taakstellingen vooral is gedacht aan dc investeringen in de breedte (wat nodig was om een be paald aantal arbeiders meer aan het werk te kunnen zetten). In toenemende mate moet het accent echter komen te liggen op dc investeringen in de diepte (meer ka pitaal per arbeider) en op de vergroting van de kwaliteit van de investeringen, waardoor het weerstandsvermogen van ons industriële apparaat in de internatio nale concurrentiestrijd wordt versterkt. Hierdoor kan immers efficiënter Wor den geproduceerd en kunnen goederen worden gemaakt, waarvoor een kapitaalin tensieve productie beslist nodig is. Alle in vesteringen in de diepte brengen boven dien weer extra-investeringen mede om dat zij arbeiders uitschakelen, waarvoor weer elders geïnvesteerd moet worden. Dit alles- maakt, dat de taakstellingen een minimum vormen. Daar beneden blij ven' betekent armoede en stagnatie. Om onze positie tegenover jonge opkomende industrielanden te behouden, moeten wij ons steeds meer op goederen van hoge kwaliteit toeleggen. De geldmiddelen voor dc investeringen zullen wel te vinden zijn. Het grote pro bleem is echter de scholing en vorming van wetenschappelijke onderzoekers, on dernemers en vaklieden. De minister ziet de ontwikkeling zo, dat de ongeschoolde arbeid in betekenis zal afnemen en dat op zjjn minst alleen de goedgeschoolde arbeider een plaats in het productiepro ces vervullen kan. Het kernprobleem van de industrialisatie is dus in de komende iaren dc vorming van de mens. Voor 1956 wordt een verhoging van de overheidssubsidie aan de Algemene Nederlandse Vereniging voor Vreemdelingenverkeer nood zakelijk geacht en wel met f 512.600 d.i. tot een totaal bedrag van f 1.420.000. Door middel van garantie- credietverlening zal de bouw van de meest urgente toeristische en zakenhotels worden gestimuleerd. Aan het Bedrijfschap voor het Horecabedrijf zal advies worden gevraagd inzake de behoefte aan hotelaccommodatie en de ontwik kelingsmogelijkheden van het ho- telbedrijf. Nagegaan zal worden op welke wijze in de activiteiten op het ge bied van het toerisme meer coör dinatie kan worden gebracht. Tot deze vier' conclusies komt de „Nota inzake het Toerisme en het Vreemdelin genverkeer" in welke bijlage van de Me morie van Toelichting op het wetsontwerp Begroting Economische Zaken 1956 een uit eenzetting wordt gegeven over enkele, momenteel op de voorgrond tredende, as pecten van het toerisme en het vreemde lingenverkeer, zomede enige beschouwin gen over het ter zake gevoerde en te voeren beleid. Blijkens een enquête van het C.B.S. heeft in 1954 ruim 40 procent van de Ne derlandse bevolking de vakantie buiten de eigen woonplaats doorgebracht. Viervijfde deel er van bleef binnen onze grenzen; de gemiddelde vacantieduur was ongeveer tien dagen. In genoemd jaar bedroeg het geregistreerde aantal overnachtingen van buitenlandse bezoekers in Nederlandse hotels en pensions ongeveer 2,2 millioen. Uit het deviezenoogpunt, aldus do nota, is de verhouding thans ongeveer, zo, dat de door buitenlanders hier te lande uitgege ven bedragen met de bestedingen van Ne derlanders in het buitenland in even wicht zijn. Nadat de nota in feiten en cijfers de toestand van het toerisme en vreemde lingenverkeer aan de hand van de en quête van het C.B.S. over 1954 had ge schetst wij maakten van een en ander indertijd reeds melding zegt de nota, dat de minister en de staatssecretaris van Economische Zaken, zich geheel kunnen verenigen met het oordeel van deskundi gen op het terrein der buitenlandse pro paganda, dat de Algemene Nederlandse Vereniging voor het Vreemdelingenver keer gezien de beperkte middelen, waarover zij beschikt ter zake zeer goed werk verricht. Zij menen echter, dat aan deze propaganda een belangrijke uit breiding moet worden gegeven. Het toe risme vormt immers een niet te verwaar lozen welvaartsbron. De begroting van de A.N.V.V. voqr 1956 resulteert in een overheidssubsidie ad f 1.420.000, hetgeen een verhoging betekent van f 512.000, ten opzichte van 1955. Minis ter en staatssecretaris kunnia zich hier mee verenigen cn stellen voor een verho ging van subsidie tot genoemd bedrag. Na de Tweede Wereldoorlog was er 'n de logiesaccommodatie van ons land sprake van een belangrijk tekort. Tengevolge van het oorlogsgeweld waren in Ons land on geveer 3.000 bedden verloren gegaan, waarvan 2.200 in de toeristische centra. De Amerikaanse autoriteiten der Ë.C.A.- missie legden voor een verbetering van de hotelaccommodatie grote belangstelling aan de dag. In deze feiten ligt de oor sprong van de financiering van de bouw, resp. het herstel van hotels met behulp der z.g. tegenwaardefondsen. Uit de ge voerde onderhandelingen resulteerde een totaal bedrag van f 7.000.000 aan projecten, dat in aanmerking kwam voor financiering met behulp van tegenwaardefondsen. De z.g. Hotelwet verscheen op 13 Juli 1951 in het Staatsblad. Daar waar bleek, dat de ondernemers de benodigde gelden niet bij een konden brengen, werden ander? pro jecten in het hotelplan betrokken. Met de aldus verkregen verruiming en verbetering van de hotelaccommodatie is, naar het zich laat aanzien, speciaal gelet op de te verwachten toekomstige ontwik keling van het toerisme, de behoefte nog niet bevredigd, noch wat betreft nieuw bouw, noch wat betreft modernisering van bestaande hotels. Hetzelfde geldt ten aanzien van z.g. zakenhotels in de groei ende industriecentra, voor de financiering waarvan de bovenomschreven credietre- geling niet kon worden toegepast. Bij de banken en op de beurs heerst een grote terughoudendheid ten aanzien van inves teringen in hotelbouw, hetgeen voorna melijk zijn oorzaak vindt in de gepronon ceerde vaste-lastenstructuur dezer inves teringen en de conjunctuurgevoeligheid van het hotelbedrijf. Hoewel men mag aannemen, dat ook in de tpekomst mede werking van het geïnteresseerde bedrijfs leven bij de bouw van hotels zal kunnen worden verkregen, zal naar de mening van minister en staatssecretaris gedurende de eerstkomende jaren een stimulerende activiteit van overheidswege niet kunnen worden gemist. In de nota wordt het niet verantwoord geacht de financiering van de hotelbouw met Rijksgelden op dezelfde voorwaarden te doen plaats hebben als tot nu toe b(j de financiering met behulp der tegen waardefondsen golden. Bij een van over heidswege gestimuleerde hotelfinanciering dient het zakelijk element meer op de voorgrond te worden geplaatst. Dit is mo gelijk langs dc weg van een gegarandeer de credietverlening. Daartoe is overleg gepleegd met de Maatschappij tot Finan ciering van het Nationaal Herstel. In prin cipe is overeenstemming bereikt over een constructie, waarbij 1/3 van het totaal t» investeren bedrag uit de eigen middelen van de ondernemers en het resterende 2/3 deel door genoemde bankinstelling wordt gefinancierd, cn wel door middel van een crediet, waarvan 75 pot. komt voor risico van de Staat en 25 pet voor risico van de bank. Deze risico-verdeling zal ingaan na af loop van een aanloopperiode, gedurende welke de op de credieten geleden verlie zen geheel door de Staat zullen worden gedragen. Deze verliezen zullen in de eerste plaats worden gedekt met de vrij komende gelden uit het f 7.000.000-fonds. Ook om die reden achten de minister en de staatssecretaris het gewenst de garan tie van overheidswege te beperken tot een bedrag van f 2.500.000. Rekening hou dende met het garantiedeel van de bank en het uit eigen middelen op te brengen gedeelte der financiering zal op deze wijze deelgenomen kunnen worden in financie ringen tot een totaal bedrag van f 5.000.000 Op den duur zal de credietverlening ten behoeve van de bouw van hotels meer normale vormen moeten aannemen; de thans ontworpen credietregeling moet ge zien worden als een overgangsvorm met een in verband met het genoemde plafond aflopend karakter. Ook om deze reden is het_ van groot belang, dat gegevens be schikbaar komen, die een beter inzicht geven in de behoefte aan hotelaccommoda tie. De staatssecretaris stelt zich voor hierover het advies te vragen van het Be drijfschap voor het Horecabedrijf. De minister en de staatssecretaris ach ten het tenslotte wenselijk, dat in het ge hele conglomeraat van activiteiten op het gebied van het toerisme meer coördinatie wordt gebracht, waardoor zowel de werk zaamheid van de overheid als die van het particulier initiatief op het terrein van het toerisme aan effectiviteit zal kunnen winnen. Zij zijn daarom voornemens, in overleg met hun betrokken ambtgenoten ;n het verband ener kleine interdepartemen tale commissie na te gaan, op welke wijze deze coördinatie tot stand zal kunnen worden gebracht. Het 215 ton metende Ned. motorschip „Antonius Marie" is Maandag onder Orsoy midden in de Rijn gezonken na een aanvaring met een Duits schip. Het Nederlandse scheepje was met steenkool geladen. De twee opvarenden konden worden gered. „Zonder voortgezette internationale hulp gaat het niet", aldus klonk de op roep die dr V. A. M. Beermann, vertegen woordiger yan de Hoge Commissaris voor de vluchtelingen in Oostenrijk, Dinsdag middag richtte tot een talrijk gezelschap, dat in de aula van het Provinciaal Ge nootschap te Den Bosch was saamgeko- men. Deze bijeenkomst werd gepresideerd door de commissaris der Koningin, dr J, de Quay. Aanwezig waren o.m, talrijke burgemeesters uit het gewest met hun echtgenoten, directeuren van sociaal cha ritatieve centra, vertegenwoordigers van diverse religieuze orden en congregaties, alsmede een aantal Brabantse dominees. Dr Beermann noemde deze eeuw de eeuw der vluchtelingen", want sindt 1912 werden in Europa niet minder dan ze ventig millioen mensen van huis en haard ifiüiii'fiflfiliHniliiHnTlt WifiliilillllillMl verdreven door oorlog, vervqjging of be zetting, Het probleem van de „displaced persons" is een aanfluiting voor deze eeuw, die zich zo gaarne de eeuw van de vooruitgang noemt. Hun aantal bedroeg na de tweede wereldoorlog in Duitsland de helft van de niet-verplaatste bevol king. Voor Oostenrijk staat er dit jaar een plan op stapel dat 63 millioen schilling zal vergen. Daarvan hoopt men wonin gen, bejaardentehuizen, hospitalen en sanatoria te kunnen bouwen, zodat de in barakken samenwonende vluchtelingen daarin kunnen worden ondergebracht. De rustige uiteenzetting van dit vluch- telingendrama door dr Beermann diende als inleiding van de actie die in de week van 2429 October gehouden zal worden onder het motto „de vluchteling' vraagt uw sleutel". Zowel de achtergronden van het vluch telingenprobleem, de huidige stand' van zaken en de mogelijkheden voor de toe komst in deze tragische aangelegenheid werden door dr Beermann belicht. Als bijzonder moeilijke gevallen dienen de zieken en bejaarden te worden gekwali ficeerd. - In zijn slotwoord vroeg dr De Quay voor deze groep van mensen de daad werkelijke hulp van hen, die zich dage lijks in de practijk aan de charitas geven. Die wijze van hulp betekent een even waardevolle bijdrage als de gelden, die door de aanstaande collecten worden in gezameld. Naar de Britse admiraliteit gisteren be kend maakte, zal een Brits vlooteskader, bestaande uit zes schepen, van 12 tot 17 October a.s. een bezoek aan Leningrad brengen, terwijl in dezelfde periode een gelijk aantal Russische oorlogsbodems Portsmouth zal bezoeken. Het Britse eskader, bestaande uit het vliegdekschip „Triumph" een mijnen- legger en vier torpedobootjagers, zal on der leiding staap van admiraal Sir Michael Denny, de Nato-opperbevelheb- ber in het Oostelijk deel van de Atlan tische Oceaan. Het Russische eskader, be staande uit twee kruisers, de „Swerdlof" en „Soevardf" en vier torpedobootjagers zal worden geleid door de opperbevelheb ber van de Sovjet-vloot in de Oostzee, admiraal Golofko. sterker wellicht dan dc film heeft om het grote publiek op dramatische cn artistiek verantwoorde wijze te laten ken nis nemen van de levensgeschiedenis van mannen, wier leven cén worsteling was in het belang van de mensheid, is gister avond weer eens bewezen met de op voering in het N.C.R.V.-programma van „Koorts", een spel van W. A. de Klerk over het leven van Ignajr. Philipp Sem melweis, de in 1818 geboren Hongaarse arts cn bestrijder van de kraamvrouwen koorts. Cock de Vries, die dit spel voor de televisie bewerkte en Peter Koen, in wiens handen de regie was. hebben een dank baar en nuttig gebruik gemaakt van de film om alle door hen gewenste scènes en effecten de droom van dokter Sem melweis. ais zijn geest op de rand van de waanzin zweeft en de lugubere wagens, die de lijken van de ongelukkige kraam vrouwen in het duister van de nacht uit de kliniek vervoeren op hef TV-scherm 'e verwèzenli.iken. De overgangen naar de studio waren over het algemeen vloeiend en verantwoord. Juiin Soer bracht een getourmenteerde dokter Semmelweis op het scherm, met welke bewogen vertolking de hypocriti sche dr Klein van Cruys Voorbergb prachtig contrasteerde. Toch zal deze boeiende uitzending een enigszins onbevredigend gevoel bij de kijkers hebben achtergelaten door het onverwachte .slot, dat Jacques Snoek als dr Hebra. één van de weinige vrienden van Semmelweis. liet zien. als hij dr Klein diens hoogmoed en gewetenloze hardnekkige tegenstand tegen de theorieën van Semmelweis verwijt. De toeschouwers hadden o.i. het recht te vernemen, dat Semmelweis later is benoemd tot hoog leraar in de verloskunde in het toen- lijke kant. malige Pest, waar hij zijn zegenrijke werk voortzette, tot een bloedvergiftiging na een infectie aan de hand in 1865 een einde aan zijn lever, maakte en dat hij, hoewel de verwekker van de kraam vrouwenkoorts pas later met de ontwikke ling van de bacteriologie bekend is ge worden, door de wetenschap wordt geëerd als de ontdekker van deze ziekte. Tot intens genoegen van talloze luiste raars is de familie Doorsnee terug van vacantie en heeft zich Maandagavond met haar lijf-reporter Wim lbo voor de VARA- microfoon gepresenteerd. De vacantie bleek ook Annie Schmidt goed te hebben gedaan. Haar tekst, waar in zij op meesterlijke wijze de draak steekt met de telefoongesprekken, zoals die vaak door vrienden en goede bekenden worden gevoerd, was frisser, levendiger en raker dan ooit en kon in Cees Laseur. Sophie Stein, Kees Brusse, Lia Dorana en Hetty Blok geen betere vertolkers hebben ge vonden. Zondag 2 October a.s. opent minister Mansholt een serie uitzendingen via de VPRO-microfoon. eens per 14 dagen, onder de verzamelnaam „Het platteland nu". Deze cyclus kon tot stand komen door samenwerking tussen het ministerie van Landbouw en plattelands-experts ener zijds en de leiding van de VPRO ander zijds. Behandeld zullen worden problemen, waarmee zowel boer als tuinder thans hebben te maken, benaderd van de mense- Dinsdagmiddag heeft pro/, mr R Kranenburg in verband met het be reiken van zijn 75e verjaardag voor de laatste maal als lid van ons hoogste college van Staat, de Raad van State de vergadering bijgewoond. Zittend: vice-president Jhr mr F. Bee- laerts van Blokland, prof. mr R. Kra nenburg, mr J. R. M. van Angeren, dr A. A. L. Rutgers. Staande: mr W; P. Schokking, dr J. W. Meijer-Ranneft, mr dr L. N. Deckers, mr P. W. J. H. Cort yan der Linden, mr J. R .R. van Schaik, dr J. L. Stellinga, adviseur van Staat, mr P. M. Joekes, mr J. Winters, administrateur van Staat, H. F. M. baron van Voorst tot Voorst en mr W. A. Renardel de Lavalette, referendaris van Staat. B. en W. van Leiden achten het nood zakelijk, dat de gemeente Oegstgeest wordt opgeheven en dat het grondge bied van deze gemeente bij Leiden ge voegd wordt. Zij zijn van oordeel, dat het voorstel van G.S. om circa 150 ha grondgebied van Oegstgeest bij Leiden te trekken niet toereikend is om Leiden uit de bijna wurgende greep van zijn grenzen (e verlossen. Bovendien is Oegst geest in zeer .veel opzichten op Leiden aangewezen. Salisbury fV.S.J Uitermate trots stapt een hen thans rond op het hoenderpark van Albert John son. Wat zij presteerde was ook niet ge ring: ze legde een ei met drie dooiers en het ei mat twintig centimeter in de lengte en had een middellijn van 18 centimeter. Zo'n eitje bij het ontbijt is een maaltijd op zich zelf. Mijnheer Johnson, die dagelijks 2500 eitjes raapt op zijn kippenfarm, had nog nooit zulk een buitengewoon groot exemplaar ge zien. Stafford Engeland Wespen maakten het verblijf in een be paald vertrek van de St. Paulskerk in Stafford bijna onmogelijk. De tuinman wist er wel wat op. Hij deed wat cyaan kali-vergif in een busje en plaatste dit in een niet gebruikte schoorsteen van deze kamer. De dampen, zo meende hij, zouden zo dodelijk zijn, dat ze de wes pen tot op de laatste zouden uitroeien. De volgende dag ging hij kijken en kon het busje met de voor de mens even eens zeer dodelijke inhoud nergens meer vinden. De politie heeft onmiddellijk de hele bevolking (32.000 zielen) van de stad gewaarschuwd. Tot nu toe is het busje nog niet terecht. Kessel (Limburg) Bij het lichten van zijn palingfuiken vond een visser in de Maas iets heel anders dan een stel vette palingen. Hij had namelijk in een der netten een beverrat verschalkt, die niet minder dan twintig popd woog. Het dier werd on middellijk onschadelijk gemaakt.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1955 | | pagina 5