Nu OOK CRISIS in ALGERIJE
Overheid gaat bouw van meest
urgente hotels stimuleren
Investeringen bereikten vorig
jaar na-oorlogs hoogtepunt
Onze eeuw van vooruitgang is
ook de eeuw van de vluchteling
Dramatische TV-BIG GRAFIE
Ifinaz Ph. Semmelweis
van
Mohammedaanse afgevaardigden
boycotten plan-Soustelle
Dreigementen
Vijfde Industrialisatie-nota
Boeiende uitzending onder regie
van Peter Koen
Gloeilampjes
Meer coördinatie op gebied van toerisme
gewenst
Subsidie aan A.N.Y.Y.
Taakstelling voor de jaren 1952-1957 zal niet
onbelangrijk worden overschreden
wordt verhoogd
Wederzijds Brits-
Russisch vlootbezoek
WOENSDAG 28 SEPTEMBER 1955
PAGINA 5
Mysterieus geval
Australische verdween
van Frans schip
PRINS PACHTER IN
TANGANYIKA
1050 lia bij liet meer Manyara
BROMFIETS EN MOTOR
BOTSTEN
ARNHEM GOOIT PER JAAR
RUIM 4 MILLIOEN KILO
RESTJES WEG
Waarschuwing tegen te
groot optimisme
Geen ernstige financiering.^
problemen
Toeneming beroepsbevolking
Belang van research
Meer investeringen in
de diepte
,.Zeer goed werk
Behoefte nog niet bevredigd
Gegarandeerde credietver-
lening
Meer effectiviteit
NEDERLANDS SCHEEPJE OP
DE RIJN GEZONKEN
LEIDEN WENST ANNEXATIE
VAN OEGSTGEEST
(Van onze correspondent)
PARIJS, Dinsdagavond.
Terwijl het er niet naar uitziet, dat snel en zonder veej moeite wijziging
kan worden gebracht in de Marokkaanse crisis, is thans ook het beleid
inzake Algerije vastgelopen. Gouverneur-generaal Soustelle is gisteren in
Algiers voor bijna dezelfde uitzichtloze toestand geplaatst als resident-
generaal De Lat.our in Rabat. Het in één jaar hard werken zorgvuldig op
gebouwde en inmiddels te Parijs reeds goedgekeurde hervormingsplan
voor Algiers, is gisteren vrijwel de grond in geboord. De Algerijnse assern-
blée, die gisteren bijeen moest komen om het z.g. plan-Soustelle te behan
delen heeft niet kunnen vergaderen, daar het overgrote deel der moham
medaanse leden heeft verklaard, dat het stadium van integratie voorbij is
en dat nationale zelfstandigheid moet worden geëist. Ziende wat in Tunis
werd verkregen en wat Marokko bezig is af te dwingen, hebben de vertegen
woordigers van het in Frankrijk te integreren Algerije het plotseling
over de seperatische, nationalistische boeg gegooid.
niet bijzonder aanlokkelijk uit.
In een telefonisch onderhoud heeft
minister Bourges Manoury tegenover
Soustelle nog eens het voornemen van
de regering te Parijs uitgesproken om
coute que coute het plan-Soustelle door
te zetten.
Een en ander heeft er toe geleid, dat
ook uit mohammedaanse kringen cri-
tiek is gekomen op de boycot der 61 af
gevaardigden. Invloedrijke Algerijnen
hebben geprotesteerd tegen de acties
van het ..complot" en de vertegenwoor
digers van het departement Oran heb
ben zich eveneens uitgsproken tegen
het optreden van hun collega's uit
uit Constantine.
Om de ernst van de toestand te be
grijpen moet men wel in het oog
houden, dat Algerije niet als Marokko
en Tunis protectoraatsgebied is. Toen
Frankrijk ongeveer een eeuw geleden
Algerije onderwierp, werd het -gezag
van de bey niet hersteld. Algerije is
dus Frans souverein gebied. Frankrijk
gaat er langzamerhand toe over het
gebied te integreren. Sedert 1947 heeft
een groot deel der bevolking het
Franse staatsburgerschap en zendt het
land zijn afgevaardigden naar Kamer
en Senaat. Voor het bestuur is het ge
bied in drie departementen verdeeld:
Oran. Constantine en Algiers, terwijl
tot de verdeling in vier departementen
is besloten. De bestuurlijke indeling
der departementen is als die in Frank
rijk. De politieke integratie der bevol
king is ongelijk gevorderd. De departe
mentale vertegenwoordiging is anders
dan in het moederland. Algerije heeft
twee vertegenwoordigende colleges, in
één waarvan uitsluitend Arabieren
worden gekozen. De beide colleges, die
ieder uit zestig leden bestaan, vormen
samen de Algerijnse Assemblée.
De heer Soustelle had die Assemblée
bijeengeroepen om het hervormings
plan tot verdere integratie te doen
aanvaarden. De kansen voor een der
gelijke aanvaarding stonden tot nog toe
niet zeer slecht. Dat een nationalisti
sche onafhankelijkheidsbeweging diep
wortel heeft geschoten in Algerije
mocht immers worden betwijfeld, uit
gezonderd in Constantine, waar haar
den van terrorisme zijn. Sedert 20
Augustus (het bloedbad in Marokko) is
de spanning in Algerije echter zeer
gestegen, temeer waar in de laatste
tijd het voedselgebrek en het door de
overbevolking ontstane pauperisme is
verergerd. Terroristische organisaties
hebben nu de mohammedaanse ver
tegenwoordigers in de Assemblée on
der druk gezet, hen met de dood be
dreigend als zij niet aan de bestrijding
van het plan-Soustelle zouden deel
nemen. Alloust Abbas, raadslid van
Constantine werd vermoord, een aan
slag werd gepleegd op Hadj Said. Ben
Djelloud en Ben Bhamed werden met
de dood bedreigd. Vooral onder de af
gevaardigden van het departement
Constantine, die tot nu toe buiten de
nationalistische beweging waren ge
bleven, is een soort paniek ontstaan.
61 afgevaardigden van verschillende
besturen, doch vooral leden van de
Algerijnse Assemblée kwamen daarom
gisteren bijeen en besloten niet aan
de bijeengeroepen vergadering deel te
nemen- Zij verklaarden de integratie
gedachte als afgedaan en sloten zich
aan bij de nationalistische campagne.
Dat hierover onder deze 61 afgevaar
digden volledig overeenstemming be
stond, kan moeilijk worden volge
houden. Een enkele afgevaardigde is
zelfs woedend' weggelopen. Maar hoe
dan ook, het hervormingsplan werd
door de boycot feitelijk afgewezen en
onder de tegenstanders was zelfs Salah
Abd el Kader, president van de assem
blee De reactie is niet uitgebleven en
Soustelle heeft gedreigd zijn ontslag in
te dienen als hij geen steun krijgt van
mohammedaanse zijde. In een radio
rede verklaarde Soustelle de zitting
van de Algerijnse assemblée voorlopig
maar te verdagen om haar bijeen te
roepen, als de gemoederen tot kalmte
zouden zijn gekomen.
Onze Parijse correspondent telefo
neerde ons hedenmorgen nader.
Achteraf blijkt de radio-rede en het
optreden van gouverneur-generaal
Soustelle grote indruk te hebben ge
maakt. Velen zijn geschrokken van zijn
dreigement ontslag te zullen nemen,
aangezien men heel goed weet dat hij
moeilijk anders vervangen kan worden
dan door een generaal. En dit ziet er
ALLEEN ECHT MET HET BAYER KRUIS
Er zal een officieel onderzoek worden
ingesteld naar de dood van mevrouw
Susan Williams, een charmante Austra
lische weduwe, die meer dan een jaar ge
leden in de Indische Oceaan van een
Frans passagiersschip verdween. Mevr.
Williams, die deel uitmaakte van het Au
stralische team, dat het volgend jaar
tijdens de Olympische Spelen op het
springconcours voor paarden uitkomt,
vertrok op 8 Juli vorig jaar met het
Franse s.s. „Gange" naar Europa om daar
deel te nemen aan de training. Toen een
hofmeester in de morgen van de 17e Juli
het ontbijt in haar hut wilde serveren,
bleek zij te zijn verdwenen. Sindsdien is
niets meer van haar vernomen.
Mevrouw Williams had twee dagen voor
haar verdwijning nog een brief aan haar
zuster gezonden, waarin zij meedeelde,
dat zij zich niet goed voelde. Zij had hier
evenwel aan toegevoegd: „Wanneer een
of andere reden voor mijn ziekte wordt
opgegeven, moet je hier niet aan geloven,
maar je tot de politie wenden om te ach
terhalen wat er gebeurd is".
Mr Dupuy, de advocaat die optreedt
namens de familie van dè vermiste vrouw,
verklaarde dat mevrouw Williams' ge
drag tijdens de overtocht de indruk wek
te, alsof zij voelde, dat zij door een moor
denaar werd achtervolgd. Hij zeide ver
der, dat „zij als een knappe en gelukkige
jonge vrouw uit Australië was vertrok
ken, maar de avond voor naar verdwij
ning aan een hevige angst ten prooi was".
In de Vijfde Industrialisatie-Nota, welke aan de Staten-Generaal is
aangeboden, wordt geconstateerd, dat de investeringen in vaste activa in
Nederland in de periode van 1 Juli 1952 tot 31 Maart 1955 4.990 millioen
hebben belopen, zodat tot dusverre ongeveer juist het evenredige deel is
gerealiseerd van de 9.000 millioen welke voor de 5 jaar van 1 Juli 1952
lot 1 Juli 1957 nodig werden geacht. De werkgelegenheid in de industrie
is echter naar verhouding veel sterker toegenomen, waarbij men bovendien
nog in aanmerking moet nemen, dat er gezien bet bestaande personeels
tekort nog veel meer personen geplaatst hadden kunnen worden.
Na de oorlog is het industriële investeringsvolume in snel tempo
gestegen oin in ]9ol een bedrag van 1810 millioen (in prijzen 1952) te
bereiken. In 1952 en 1953 trad een teruggang op (resp. 1640 en 1700
millioen). In 1954 hebben de investeringen echter een nieuw na-oorlogs
hoogtepunt bereikt, namelijk 1965 millioen. De grootste investeringen
vonden plaats in de openbare nutsbedrijven en in de metaalindustrie.
Het laat zich aanzien, dat de werkelijke investeringen in de genoemde
vijf jaar de taakstelling niet onbelangrijk zal overschrijden. De taakstelling
van 9.000 millioen is echter een minimum en niet tevens een maximum,
aldus de minister van financiën.
Aan Prins Bernhard is voor 99 jaar het
paehtrecht verleend van 1050 ha grond te
Magara bij het meer Manyara in Tanga
nyika. De grond is bij uitstek geschikt
voor een gemengd bedrijf.
De pacht werd uitgegeven door de gou
verneur van het gebiedsdeel, Sir Edward
Twining, naar aanleiding van het bezoek,
dat de Prins er verleden jaar bracht.
Deze zeide toen zeer geïmponeerd te zijn
door de mogelijkheden, die Tanganyika
biedt.
De Prins heeft het paehtrecht, verkre
gen onder dezelfde voorwaarden als de
andere pachters.
Op de kanaaldijk West te Helmond, zijn
Dinsdagmorgen de bromfietser W. uit Hei.
mond en de motorrijder R- uit Oss met el.
kaar in botsing gekomen. Beiden zijn ern
stig gewond naar een ziekenhuis te Hel
mond overgebracht. De bromfietser had
een schedelbasisfractuur. Vermoed wordt-
dat de motorrijder na de botsing in een
langs de weg lopende sloot is geraakt en
door de bestuurder van een truck met
oplegger, die ter plaatse stopte, uit het
water is gehaald.
(Van onze correspondent)
Tijdens het gisteren te Arnhem gehou
den congres van de Ned, Vereniging van
Reinigingsdirecteuren heeft de heer S. H.
Frederiks, directeur van de Arnhemse
Dienst, een interessante causerie gehou
den over de Reinigingszaken, zoals deze
in Gelre's hoofdstad reilen en zeilen. Spr.
vertelde daarbij dat in Arnhem elk jaar
4.200.000 kilo etensresten aan de straat
worden gezet en dat over datzelfde tijd
vak 148.000 kilo oud brood in de vuilnis
emmer wordt geworpen, wel een bewijs
dat de „voedselschaarste" weer volledig
is opgeheve»
De meer dan evenredige (in verhouding
tot de investeringen) toeneming van de
werkgelegenheid moet vooral uit twee
oorzaken worden verklaard.In de eerste
plaats is een onverwacht groot aantal ar
beiders zonder nieuwe investeringen ge
plaatst (namelijk in het al bestaande pro
ductie-apparaat). Vervolgens heeft in de
laatste 2 jaar een groot deel van de totale
investeringen bestaan uit uitbreidings
investeringen, die bepalend zijn voor de
vergroting van de werkgelegenheid. Daar
entegen is het aandeel van de vervan
gingsinvesteringen vrij zeker belangrijk
lager geweest dan 2 jaar geleden werd
geraamd.
Dat men aldus' -met een relatief laag
bedrag aan investeringen veel mensen
heeft kunnen tewerkstellen, zal er echter
in de toekomst vermoedelijk toe leiden,
dat men dan iets meer dan normaal moet
investeren. Voor een deel van de thans
in het bestaande apparaat geplaatste ar
beiders zal men namelijk op den duur
toch wel moeten investeren. Daarenbo
ven zal de geringe vervanging van de
laatste jaren in een later stadium gecom
penseerd moeten worden.
De minister meent echter te moeten
waarschuwen tegen een te groot optimis
me wat de toekomst betreft. De verheu
gende resultaten zijn mede te danken aan
de zeer gunstige conjunctuur. Enige voor
zichtigheid bü de beoordeling van de re
sultaten is dus nodig. Er moet vooral
naar worden gestreefd de positie van
onze industrie te consolideren.
Vele van onze traditionele exportpro
ducten ondervinden door de opkomst van
jonge industrielanden steeds meer concur
rentie op de wereldmarkt. Daarom moet
onze industrie zich richten op nieuwe en
kwalitatief hoogstaande producten, terwijl
de productiekosten door efficiëncy-verbe-
tering moeten worden gedrukt. Dit alles
zal grote investeringen eisen, vooral ook
zal de gemiddelde investering per arbeider
moeten stijgen (investeringen in de diep
te). Daarnaast zal veel gedaan moeten
worden aan ontwikkeling van de research,
en vergroting van de vakkennis. Ook de
snelle voortgang der techniek dwingt hier
toe. De minister ziet geen reden in het
investeringsbeleid van de Regering wijzi
ging te brengen.
Naar aanleiding van het investerings
verloop wijst de Nota erop. dat de finan
ciering daarvan dank zij de relatief rui
me winsten van de laatste jaren en de
fiscale faciliteiten geen ernstig probleem
is geweest. Doordat zoveel gebruik werd
gemaakt van interne financiering, heeft
de industrie betrekkelijk weinig middelen
op de kapitaalmarkt opgenomen, hoewel
luist in de laatste jaren daar het aanbod
vrij ruim was. Dit verloop geeft de Mi
nister aanleiding tot enkele opmerkingen,
waarvan de conclusie is dat het finan
cieringsprobleem van de industrialisatie
nog niet van de baan is en dat een ver
ruiming van het aanbod van risicodragend
kapitaal voor deze financiering wenselijk
blijft. In dit verband vermeldt de Minis
ter het denkbeeld om dit aanbod te ver
ruimen door aandelen uit te geven in veel
kleinere coupures dan thans doorgaans
geschiedt. Tenslotte wordt in de Nota me
degedeeld. dat waarschijnlijk op korte ter
mijn het wetsontwerp tot stichting van
het zogenaamde garantiefonds zal worden
ingediend.
De beroepsbevolking is aanzienlijk meer
toegenomen dan 2 jaar geleden werd ver
wacht. Er is een zogenaamde extra-aan
was geweest, d.w.z. het aantal personen,
die een beroep willen uitoefenen is snel
ler toegenomen dan de totale bevolking
boven de 14 jaar. Een groot deel van deze
extra-aanwas komt op r-kening van de
toenemende beroeps-arbeid van meisjes
en vrouwen. Bovendien is de emigratie
van 1952 geringer geweest dan werd ver
wacht. Ook daardoor is de toeneming van
de beroepsbevolking groter geweest dan 2
jaar geleden werd geraamd.
Netto is de beroepsbevolking met 117.000
personen toegenomen. Tegelijkertijd daal
de het aantal werklozen zeer sterk. Hoe
wel aan de andere kant het aantal mili
tairen ook belangrijk toenam steeg zodoen
de het aantal werkenden (in burgerlijke
beroepen) nog meer dan de beroepsbevol
king, nl. met 146.000. Hiervan werden er
90.000 door de industrie en 56.000 door an
dere sectoren (handel, verkeer, dienstver
lening. Overheid) opgenomen.
De industriële productie (in hoeveelhe
den) nam van 1952 tot 1954 toe met bijna
21 pet. Deze sterke stijging was het 'ge
volg enerzijds van de al genoemde toe
neming van de personeelssterkte in de
industrie, anderzijds van de sterke stijging
van de arbeidsproductiviteit. Deze nam in
2 jaar met ruim 13 pet toe. De sterkste
productiestijging had plaats in de metaal
industrie, namelijk 36 pet.
De afzet van onze industrie in het bui
tenland is sinds 1952 zeer sterk toegeno
men, namelijk met meer dan een derde.
Er zal echter ook in de toekomst veel aan
dacht moeten worden besteed aan het ver
der vergreten van de export.
De nota gaat uitvoerig in op het be
lang van research De overheidssteun hier
aan zal verder verhoogd moeten wor
den, doch daarnaast zal ook meer steun
■3n het bedrijfsleven moeten worden ver
kregen. Aangezien de kleine bedrijven een
zeer groot aandeel hebben in de totale
Industriële werkgelegenheid (47 pet. van
de werkenden in de nijverheid zijn werk
zaam in bedrijven van 1 50 personen)
is een verbetering van de efficiency in
deze groep van groot economisch belang.
Omtrent de technische opleidingen deelt
de Nota mede. dat zowel wat kwantiteit
(van onderwijsinstellingen en leerlingen)
als de kwaliteit in de laatste jaren bevre
digende vorderingen zijn gemaakt.
De deelneming van buitenlandse zijde
aan de industrialisatie van Nederland is
ook sinds 1952 weer belangrijk geweest.
Van 1 Januari 1953 tot 1 Juli 1955 kwa
men er 38 dochterondernemingen van bui
tenlandse bedrijven tot stand, terwijl in
23 gevallen buitenlanders deelnamen in
al bestaande of nieuwe Nederlandse in
dustriële bedrijven. Het totale aantal na
oorlogse dochterondernemingen is zodoen
de op 74 gekomen, het aantal deelnemin
gen op 103. De brutoproductiewaarde van
deze 177 bedrijven was in 1954 ruim
600.000.000.-
In verband met de critiek, die de laat
ste tijd wel eens gehoord is op het beleid
van de Nederlandse Regering, die de ves
tiging van buitenlandse bedrijven hier te
lande bevordert, terwijl de arbeidsmarkt
reeds zo krap is, gaat de Nota vrij uit
voerig op deze kwestie in. Zij wijst erop,
dat het aantal arbeiders, dat aan de ar
beidsmarkt door de buitenlandse dochter
ondernemingen wordt onttrokken, slechts
gering is. In totaal gaat 't tot dusverre om
ca 6.000 personen. Hiertegenover staan
eclT^r grote voordelen voor de Nederland
se economie. De conclusie luidt dan ook
dat de voordelen belangrijk groter zijn dan
de bezwaren.
Wat de ontwikkelings gebieden betreft,
wordt opgemerkt, dat in de meeste gebie
den de werkgelegenheid in de industrie al
leen al meer toenam dan de mannelijke
beroepsbevolking. In bijna alle gebieden
daalde dan ook de gemiddelde geregis
treerde arbeidsreserve belangrijk.
Voor de eerstkomende tijd mag een niet
onbelangrijke toeneming van het aantal
industrievestigingen en uitbreidingen in de
betrokken gebieden en een daarmede cor
responderende vergroting van de werkge
legenheid worden verwacht. Anderzijds
zijn er ook gebieden, waar de ontwikkeling
van de werkgelegenheid nog niet zo is,
als werd gewenst. In het bijzonder geldt
dit voor Oostelijk Groningen.
In ccn slotbeschouwing merkt de minis
ter op,.dat vroeger bij dc taakstellingen
vooral is gedacht aan dc investeringen in
de breedte (wat nodig was om een be
paald aantal arbeiders meer aan het werk
te kunnen zetten). In toenemende mate
moet het accent echter komen te liggen op
dc investeringen in de diepte (meer ka
pitaal per arbeider) en op de vergroting
van de kwaliteit van de investeringen,
waardoor het weerstandsvermogen van
ons industriële apparaat in de internatio
nale concurrentiestrijd wordt versterkt.
Hierdoor kan immers efficiënter Wor
den geproduceerd en kunnen goederen
worden gemaakt, waarvoor een kapitaalin
tensieve productie beslist nodig is. Alle in
vesteringen in de diepte brengen boven
dien weer extra-investeringen mede om
dat zij arbeiders uitschakelen, waarvoor
weer elders geïnvesteerd moet worden.
Dit alles- maakt, dat de taakstellingen
een minimum vormen. Daar beneden blij
ven' betekent armoede en stagnatie. Om
onze positie tegenover jonge opkomende
industrielanden te behouden, moeten wij
ons steeds meer op goederen van hoge
kwaliteit toeleggen.
De geldmiddelen voor dc investeringen
zullen wel te vinden zijn. Het grote pro
bleem is echter de scholing en vorming
van wetenschappelijke onderzoekers, on
dernemers en vaklieden. De minister ziet
de ontwikkeling zo, dat de ongeschoolde
arbeid in betekenis zal afnemen en dat
op zjjn minst alleen de goedgeschoolde
arbeider een plaats in het productiepro
ces vervullen kan. Het kernprobleem van
de industrialisatie is dus in de komende
iaren dc vorming van de mens.
Voor 1956 wordt een verhoging
van de overheidssubsidie aan de
Algemene Nederlandse Vereniging
voor Vreemdelingenverkeer nood
zakelijk geacht en wel met f 512.600
d.i. tot een totaal bedrag van
f 1.420.000.
Door middel van garantie-
credietverlening zal de bouw van
de meest urgente toeristische en
zakenhotels worden gestimuleerd.
Aan het Bedrijfschap voor het
Horecabedrijf zal advies worden
gevraagd inzake de behoefte aan
hotelaccommodatie en de ontwik
kelingsmogelijkheden van het ho-
telbedrijf.
Nagegaan zal worden op welke
wijze in de activiteiten op het ge
bied van het toerisme meer coör
dinatie kan worden gebracht.
Tot deze vier' conclusies komt de „Nota
inzake het Toerisme en het Vreemdelin
genverkeer" in welke bijlage van de Me
morie van Toelichting op het wetsontwerp
Begroting Economische Zaken 1956 een uit
eenzetting wordt gegeven over enkele,
momenteel op de voorgrond tredende, as
pecten van het toerisme en het vreemde
lingenverkeer, zomede enige beschouwin
gen over het ter zake gevoerde en te
voeren beleid.
Blijkens een enquête van het C.B.S.
heeft in 1954 ruim 40 procent van de Ne
derlandse bevolking de vakantie buiten de
eigen woonplaats doorgebracht. Viervijfde
deel er van bleef binnen onze grenzen;
de gemiddelde vacantieduur was ongeveer
tien dagen. In genoemd jaar bedroeg het
geregistreerde aantal overnachtingen van
buitenlandse bezoekers in Nederlandse
hotels en pensions ongeveer 2,2 millioen.
Uit het deviezenoogpunt, aldus do nota, is
de verhouding thans ongeveer, zo, dat de
door buitenlanders hier te lande uitgege
ven bedragen met de bestedingen van Ne
derlanders in het buitenland in even
wicht zijn.
Nadat de nota in feiten en cijfers de
toestand van het toerisme en vreemde
lingenverkeer aan de hand van de en
quête van het C.B.S. over 1954 had ge
schetst wij maakten van een en ander
indertijd reeds melding zegt de nota,
dat de minister en de staatssecretaris van
Economische Zaken, zich geheel kunnen
verenigen met het oordeel van deskundi
gen op het terrein der buitenlandse pro
paganda, dat de Algemene Nederlandse
Vereniging voor het Vreemdelingenver
keer gezien de beperkte middelen,
waarover zij beschikt ter zake zeer
goed werk verricht. Zij menen echter, dat
aan deze propaganda een belangrijke uit
breiding moet worden gegeven. Het toe
risme vormt immers een niet te verwaar
lozen welvaartsbron.
De begroting van de A.N.V.V. voqr 1956
resulteert in een overheidssubsidie ad
f 1.420.000, hetgeen een verhoging betekent
van f 512.000, ten opzichte van 1955. Minis
ter en staatssecretaris kunnia zich hier
mee verenigen cn stellen voor een verho
ging van subsidie tot genoemd bedrag.
Na de Tweede Wereldoorlog was er 'n
de logiesaccommodatie van ons land sprake
van een belangrijk tekort. Tengevolge van
het oorlogsgeweld waren in Ons land on
geveer 3.000 bedden verloren gegaan,
waarvan 2.200 in de toeristische centra.
De Amerikaanse autoriteiten der Ë.C.A.-
missie legden voor een verbetering van
de hotelaccommodatie grote belangstelling
aan de dag. In deze feiten ligt de oor
sprong van de financiering van de bouw,
resp. het herstel van hotels met behulp
der z.g. tegenwaardefondsen. Uit de ge
voerde onderhandelingen resulteerde een
totaal bedrag van f 7.000.000 aan projecten,
dat in aanmerking kwam voor financiering
met behulp van tegenwaardefondsen. De
z.g. Hotelwet verscheen op 13 Juli 1951 in
het Staatsblad. Daar waar bleek, dat de
ondernemers de benodigde gelden niet bij
een konden brengen, werden ander? pro
jecten in het hotelplan betrokken.
Met de aldus verkregen verruiming en
verbetering van de hotelaccommodatie is,
naar het zich laat aanzien, speciaal gelet
op de te verwachten toekomstige ontwik
keling van het toerisme, de behoefte nog
niet bevredigd, noch wat betreft nieuw
bouw, noch wat betreft modernisering
van bestaande hotels. Hetzelfde geldt ten
aanzien van z.g. zakenhotels in de groei
ende industriecentra, voor de financiering
waarvan de bovenomschreven credietre-
geling niet kon worden toegepast. Bij de
banken en op de beurs heerst een grote
terughoudendheid ten aanzien van inves
teringen in hotelbouw, hetgeen voorna
melijk zijn oorzaak vindt in de gepronon
ceerde vaste-lastenstructuur dezer inves
teringen en de conjunctuurgevoeligheid
van het hotelbedrijf. Hoewel men mag
aannemen, dat ook in de tpekomst mede
werking van het geïnteresseerde bedrijfs
leven bij de bouw van hotels zal kunnen
worden verkregen, zal naar de mening
van minister en staatssecretaris gedurende
de eerstkomende jaren een stimulerende
activiteit van overheidswege niet kunnen
worden gemist.
In de nota wordt het niet verantwoord
geacht de financiering van de hotelbouw
met Rijksgelden op dezelfde voorwaarden
te doen plaats hebben als tot nu toe b(j
de financiering met behulp der tegen
waardefondsen golden. Bij een van over
heidswege gestimuleerde hotelfinanciering
dient het zakelijk element meer op de
voorgrond te worden geplaatst. Dit is mo
gelijk langs dc weg van een gegarandeer
de credietverlening. Daartoe is overleg
gepleegd met de Maatschappij tot Finan
ciering van het Nationaal Herstel. In prin
cipe is overeenstemming bereikt over een
constructie, waarbij 1/3 van het totaal t»
investeren bedrag uit de eigen middelen
van de ondernemers en het resterende 2/3
deel door genoemde bankinstelling wordt
gefinancierd, cn wel door middel van een
crediet, waarvan 75 pot. komt voor risico
van de Staat en 25 pet voor risico van de
bank.
Deze risico-verdeling zal ingaan na af
loop van een aanloopperiode, gedurende
welke de op de credieten geleden verlie
zen geheel door de Staat zullen worden
gedragen. Deze verliezen zullen in de
eerste plaats worden gedekt met de vrij
komende gelden uit het f 7.000.000-fonds.
Ook om die reden achten de minister en
de staatssecretaris het gewenst de garan
tie van overheidswege te beperken tot
een bedrag van f 2.500.000. Rekening hou
dende met het garantiedeel van de bank
en het uit eigen middelen op te brengen
gedeelte der financiering zal op deze wijze
deelgenomen kunnen worden in financie
ringen tot een totaal bedrag van f 5.000.000
Op den duur zal de credietverlening ten
behoeve van de bouw van hotels meer
normale vormen moeten aannemen; de
thans ontworpen credietregeling moet ge
zien worden als een overgangsvorm met
een in verband met het genoemde plafond
aflopend karakter. Ook om deze reden is
het_ van groot belang, dat gegevens be
schikbaar komen, die een beter inzicht
geven in de behoefte aan hotelaccommoda
tie. De staatssecretaris stelt zich voor
hierover het advies te vragen van het Be
drijfschap voor het Horecabedrijf.
De minister en de staatssecretaris ach
ten het tenslotte wenselijk, dat in het ge
hele conglomeraat van activiteiten op het
gebied van het toerisme meer coördinatie
wordt gebracht, waardoor zowel de werk
zaamheid van de overheid als die van het
particulier initiatief op het terrein van
het toerisme aan effectiviteit zal kunnen
winnen. Zij zijn daarom voornemens, in
overleg met hun betrokken ambtgenoten ;n
het verband ener kleine interdepartemen
tale commissie na te gaan, op welke wijze
deze coördinatie tot stand zal kunnen
worden gebracht.
Het 215 ton metende Ned. motorschip
„Antonius Marie" is Maandag onder
Orsoy midden in de Rijn gezonken na
een aanvaring met een Duits schip. Het
Nederlandse scheepje was met steenkool
geladen. De twee opvarenden konden
worden gered.
„Zonder voortgezette internationale
hulp gaat het niet", aldus klonk de op
roep die dr V. A. M. Beermann, vertegen
woordiger yan de Hoge Commissaris voor
de vluchtelingen in Oostenrijk, Dinsdag
middag richtte tot een talrijk gezelschap,
dat in de aula van het Provinciaal Ge
nootschap te Den Bosch was saamgeko-
men. Deze bijeenkomst werd gepresideerd
door de commissaris der Koningin, dr J,
de Quay. Aanwezig waren o.m, talrijke
burgemeesters uit het gewest met hun
echtgenoten, directeuren van sociaal cha
ritatieve centra, vertegenwoordigers van
diverse religieuze orden en congregaties,
alsmede een aantal Brabantse dominees.
Dr Beermann noemde deze eeuw de
eeuw der vluchtelingen", want sindt 1912
werden in Europa niet minder dan ze
ventig millioen mensen van huis en haard
ifiüiii'fiflfiliHniliiHnTlt WifiliilillllillMl
verdreven door oorlog, vervqjging of be
zetting, Het probleem van de „displaced
persons" is een aanfluiting voor deze
eeuw, die zich zo gaarne de eeuw van de
vooruitgang noemt. Hun aantal bedroeg
na de tweede wereldoorlog in Duitsland
de helft van de niet-verplaatste bevol
king.
Voor Oostenrijk staat er dit jaar een
plan op stapel dat 63 millioen schilling
zal vergen. Daarvan hoopt men wonin
gen, bejaardentehuizen, hospitalen en
sanatoria te kunnen bouwen, zodat de in
barakken samenwonende vluchtelingen
daarin kunnen worden ondergebracht.
De rustige uiteenzetting van dit vluch-
telingendrama door dr Beermann diende
als inleiding van de actie die in de week
van 2429 October gehouden zal worden
onder het motto „de vluchteling' vraagt
uw sleutel".
Zowel de achtergronden van het vluch
telingenprobleem, de huidige stand' van
zaken en de mogelijkheden voor de toe
komst in deze tragische aangelegenheid
werden door dr Beermann belicht. Als
bijzonder moeilijke gevallen dienen de
zieken en bejaarden te worden gekwali
ficeerd. -
In zijn slotwoord vroeg dr De Quay
voor deze groep van mensen de daad
werkelijke hulp van hen, die zich dage
lijks in de practijk aan de charitas geven.
Die wijze van hulp betekent een even
waardevolle bijdrage als de gelden, die
door de aanstaande collecten worden in
gezameld.
Naar de Britse admiraliteit gisteren be
kend maakte, zal een Brits vlooteskader,
bestaande uit zes schepen, van 12 tot 17
October a.s. een bezoek aan Leningrad
brengen, terwijl in dezelfde periode een
gelijk aantal Russische oorlogsbodems
Portsmouth zal bezoeken.
Het Britse eskader, bestaande uit het
vliegdekschip „Triumph" een mijnen-
legger en vier torpedobootjagers, zal on
der leiding staap van admiraal Sir
Michael Denny, de Nato-opperbevelheb-
ber in het Oostelijk deel van de Atlan
tische Oceaan. Het Russische eskader, be
staande uit twee kruisers, de „Swerdlof"
en „Soevardf" en vier torpedobootjagers
zal worden geleid door de opperbevelheb
ber van de Sovjet-vloot in de Oostzee,
admiraal Golofko.
sterker wellicht dan dc film heeft om
het grote publiek op dramatische cn
artistiek verantwoorde wijze te laten ken
nis nemen van de levensgeschiedenis van
mannen, wier leven cén worsteling was
in het belang van de mensheid, is gister
avond weer eens bewezen met de op
voering in het N.C.R.V.-programma van
„Koorts", een spel van W. A. de Klerk
over het leven van Ignajr. Philipp Sem
melweis, de in 1818 geboren Hongaarse
arts cn bestrijder van de kraamvrouwen
koorts.
Cock de Vries, die dit spel voor de
televisie bewerkte en Peter Koen, in wiens
handen de regie was. hebben een dank
baar en nuttig gebruik gemaakt van de
film om alle door hen gewenste scènes
en effecten de droom van dokter Sem
melweis. ais zijn geest op de rand van de
waanzin zweeft en de lugubere wagens,
die de lijken van de ongelukkige kraam
vrouwen in het duister van de nacht uit
de kliniek vervoeren op hef TV-scherm
'e verwèzenli.iken. De overgangen naar de
studio waren over het algemeen vloeiend
en verantwoord.
Juiin Soer bracht een getourmenteerde
dokter Semmelweis op het scherm, met
welke bewogen vertolking de hypocriti
sche dr Klein van Cruys Voorbergb
prachtig contrasteerde.
Toch zal deze boeiende uitzending een
enigszins onbevredigend gevoel bij de
kijkers hebben achtergelaten door het
onverwachte .slot, dat Jacques Snoek als
dr Hebra. één van de weinige vrienden
van Semmelweis. liet zien. als hij dr
Klein diens hoogmoed en gewetenloze
hardnekkige tegenstand tegen de theorieën
van Semmelweis verwijt. De toeschouwers
hadden o.i. het recht te vernemen, dat
Semmelweis later is benoemd tot hoog
leraar in de verloskunde in het toen- lijke kant.
malige Pest, waar hij zijn zegenrijke
werk voortzette, tot een bloedvergiftiging
na een infectie aan de hand in 1865 een
einde aan zijn lever, maakte en dat hij,
hoewel de verwekker van de kraam
vrouwenkoorts pas later met de ontwikke
ling van de bacteriologie bekend is ge
worden, door de wetenschap wordt geëerd
als de ontdekker van deze ziekte.
Tot intens genoegen van talloze luiste
raars is de familie Doorsnee terug van
vacantie en heeft zich Maandagavond met
haar lijf-reporter Wim lbo voor de VARA-
microfoon gepresenteerd.
De vacantie bleek ook Annie Schmidt
goed te hebben gedaan. Haar tekst, waar
in zij op meesterlijke wijze de draak steekt
met de telefoongesprekken, zoals die vaak
door vrienden en goede bekenden worden
gevoerd, was frisser, levendiger en raker
dan ooit en kon in Cees Laseur. Sophie
Stein, Kees Brusse, Lia Dorana en Hetty
Blok geen betere vertolkers hebben ge
vonden.
Zondag 2 October a.s. opent minister
Mansholt een serie uitzendingen via de
VPRO-microfoon. eens per 14 dagen, onder
de verzamelnaam „Het platteland nu".
Deze cyclus kon tot stand komen door
samenwerking tussen het ministerie van
Landbouw en plattelands-experts ener
zijds en de leiding van de VPRO ander
zijds.
Behandeld zullen worden problemen,
waarmee zowel boer als tuinder thans
hebben te maken, benaderd van de mense-
Dinsdagmiddag heeft pro/, mr R
Kranenburg in verband met het be
reiken van zijn 75e verjaardag voor
de laatste maal als lid van ons
hoogste college van Staat, de Raad
van State de vergadering bijgewoond.
Zittend: vice-president Jhr mr F. Bee-
laerts van Blokland, prof. mr R. Kra
nenburg, mr J. R. M. van Angeren, dr
A. A. L. Rutgers. Staande: mr W; P.
Schokking, dr J. W. Meijer-Ranneft,
mr dr L. N. Deckers, mr P. W. J. H.
Cort yan der Linden, mr J. R .R. van
Schaik, dr J. L. Stellinga, adviseur van
Staat, mr P. M. Joekes, mr J. Winters,
administrateur van Staat, H. F. M.
baron van Voorst tot Voorst en mr W.
A. Renardel de Lavalette, referendaris
van Staat.
B. en W. van Leiden achten het nood
zakelijk, dat de gemeente Oegstgeest
wordt opgeheven en dat het grondge
bied van deze gemeente bij Leiden ge
voegd wordt. Zij zijn van oordeel, dat
het voorstel van G.S. om circa 150 ha
grondgebied van Oegstgeest bij Leiden
te trekken niet toereikend is om Leiden
uit de bijna wurgende greep van zijn
grenzen (e verlossen. Bovendien is Oegst
geest in zeer .veel opzichten op Leiden
aangewezen.
Salisbury fV.S.J
Uitermate trots stapt een hen thans rond
op het hoenderpark van Albert John
son. Wat zij presteerde was ook niet ge
ring: ze legde een ei met drie dooiers
en het ei mat twintig centimeter in de
lengte en had een middellijn van 18
centimeter. Zo'n eitje bij het ontbijt is
een maaltijd op zich zelf. Mijnheer
Johnson, die dagelijks 2500 eitjes raapt
op zijn kippenfarm, had nog nooit zulk
een buitengewoon groot exemplaar ge
zien.
Stafford Engeland
Wespen maakten het verblijf in een be
paald vertrek van de St. Paulskerk in
Stafford bijna onmogelijk. De tuinman
wist er wel wat op. Hij deed wat cyaan
kali-vergif in een busje en plaatste dit
in een niet gebruikte schoorsteen van
deze kamer. De dampen, zo meende hij,
zouden zo dodelijk zijn, dat ze de wes
pen tot op de laatste zouden uitroeien.
De volgende dag ging hij kijken en kon
het busje met de voor de mens even
eens zeer dodelijke inhoud nergens meer
vinden. De politie heeft onmiddellijk de
hele bevolking (32.000 zielen) van de
stad gewaarschuwd. Tot nu toe is het
busje nog niet terecht.
Kessel (Limburg)
Bij het lichten van zijn palingfuiken
vond een visser in de Maas iets heel
anders dan een stel vette palingen. Hij
had namelijk in een der netten een
beverrat verschalkt, die niet minder dan
twintig popd woog. Het dier werd on
middellijk onschadelijk gemaakt.