De ocoustiek onzer kerken
OUtwrn
Jeugd en matigheid
1
Internationale
nationale
nood
Residentie Orkest in Brussel
De verschijning aan de H. Vader
Indonesische haast
Een verontrustend probleem:
tfomlwill
Een nieuwe geluidsbarrière: Volumebeperking
Mooie en boeiende initiatieven nodig
voor jongelui boven 17 jaar
artistieke prestaties
van militairen
mannenkoor naar
Het geval Anneke
Beekman
Brabantse prijs voor
schone kunsten
DINSDAG 22 NOVEMBER 1955
PAGINA 3
Z i
Kapitale fout
Ruimte
V
CHOCOLADéLéTTéR
DE LEKKERSTE LETTER
Ziekte van de snelheid
„NED. GENOOTSCHAP VAN
BURGEMEESTERS" IN
OPRICHTING
KON. 's-HERTOGENBOSCH'
DORDTMUND EN
STUTTGART
„België om uitlevering van
mevr. L. verzocht"
gedaan is gemaakt, dan worden wij,
schuimrubber
ZATERDAG is de Indonesische ambas
sadeur in bijzondere missie, mr Utojo
Ramlan, in Nederland aangekomen.
Direct bij zijn aankomst op Schiphol heeft
hij al een verklaring afgelegd, welke de
aandacht heeft getrokken. Hij heeft het
daarin namelijk doen voorkomen, alsof
het tot een gesprek tussen Nederland en
Indonesië zou komen, waarbij nog even
in het vage werd gelaten waarover dat
gesprek zou gaan, maar waarbij het noch
tans duidelijk was, dat het in de bedoe
ling ligt ook de status van Nieuw Guinea
te hr-r,preken.
Mr Utojo heeft voorts verklaard, ernaar
te streven nog deze week Djakarta te
kunnen berichten, dat de weg voor een
conferentie is gebaand; dat twee weken
voldoende zouden zijn voor deze confe
rentie en dat Indonesië gaarne op „neu
traal terrein" - genoemd werd Geneve
zou zien gehouden.
Deze haast werd door de heer Utojo
gemotiveerd met de opmerking, dat Dja
karta, liever thans tot een vergelijk komt,
dan straks met Nederland m de V.N.-
Assemblée over Nieuw Gumea te moeten
twisten.
Het is intussen uitermate twijfelachtig,
of Nederland om die reden eenzelfde haast
zou moeten betrachten, juist ais de status
van Nieuw Guinea bij deze besprekingen
aan de orde zou worden gesteld.
Men zal zich herinneren, dat verleden
jaar deze zaak in de V. N. is behandeld
en dat er toen een resolutie is opgesteld,
waarin de hoop werd uitgesproken, dat
beide landen een poging zouden onder
nemen om voor het geschil, dat tussen
hen bestaat over de status van Nieuw
Guinea een oplossing te vinden in over
eenstemming met de beginselen van het
charter der Verenigde Naties Deze reso
lutie is toen verworpen, omdat zij geen
meerderheid van twee derden kon be
reiken. Men vergete daarbij niet. dat Ne
derland er zich van het begin af tegen
had verzet, omdat het meende, dat de
status van Nieuw Guinea, juist op grond
van dit charter, niet eens in het geding
behoorde te komen.
Iedere katholieke landgenoot zal met vreugde het
ogenblik begroeten waarop een door oorlogsgeweld ver
nielde parochiekerk uit de puinen verrijzend weer tot
een eigen, nieuw geestelijk centrum is herbouwd en een
ieder weet ook welk een krachtsinspanning aan zulk een
vernieuwing vooraf moet gaan en hoeveel offers er nog
gebracht zullen moeten worden alvorens de schade van
voorheen is hersteld en alvorens inmiddels in nieuw ont
stane behoeften is voorzien. Daar zijn méér tijden van
zulk een hoogconjunctuur in de bouwwereld geweest met
name toen het door Calvinisme of Hervorming verdrukt
katholiek bevolkingsdeel weer eigen bedehuizen terug
kreeg in de z.g. waterstaatskerken, en toen later als
reactie op deze pseudo-bouwstijl honderden neo-Gothie-
ke kerken in onze steden zowel als ten plattelande ver
rezen. Bij al deze bouwsels, hoe men ze vandaag aan de
dag ook beoordelen moge, bleef één principe gehand
haafd: dat men aan deze Godshuizen haar opgaande
lijnen, haar hoge ruimtewerking niet onthield.
GEZIEN de houding van Nederland,
verleden jaar in de V. N. en steeds
in Den Haag aangenomen, doet de
missie van de heer Utojo Ramlan wel wat
onwerkelijk aan. Men moet zich wel af
vragen wat de Indonesische regering zich
nu plotseling voorstelt. Het is immers
voorshands volkomen onverantwoord te
veronderstellen, dat er aan Indonesische
zijde van een frontverandering sprake zou
zijn.
Daarvoor ontbreken tot dusver over
tuigende aanwijzingen. Ook de tegen
woordige regering voert nog altijd een
neutralistische politiek met voortzetting
van de pogingen om Nieuw Guinea onder
haar heerschappij te krijgen. Doch met
alle erkentelijkheid voor de „nieuwe
toon" van de regering-Harahap, de Ne
derlandse regering kan niet van haar
standpunt wijken alléén vanwege aange
namer klinkende woorden. Zij kan echter
evenmin, omwille van deze aangenamer
klinkende woorden, de risico's aanvaar
den van een vruchteloos eindigend twee
gesprek.
Dezelfde redenen, welke de Indonesi
sche regering bewegen tot deze bespre
kingen,' moeten Nederland er wel huiverig
voor dóen zijn. Ons standpunt t.a.v. Nieuw
Guinea ligt op dit ogenblik vast. Misluk
ken de door Indonesië gewenste bespre
kingen, dan ligt het voor de hand, dat
Djakarta voor het forum der V. N. ons
voor de voeten zal werpen zijn goedwil
lende pogingen om tot een vergelijk te
komen, te hebben gesaboteerd.
Dat Indonesië tracht door een derge
lijke manoeuvre zijn positie inzake Nieuw
Guinea in de wereldorganisatie te ver
sterken, is geen lichtvaardige hypothese.
De openlijk beleden haast, welke de In
donesische regering thans maakt, is er,
naar onze mening, de krachtigste aanwij
zing voor. De heer Utojo moge dan de
financieel-economische betrekkingen tus
sen beide landen als het meest benadrukte
punt van de besprekingen naar v°jffn
schuiven, het valt niet in te zien, dat daar~
mee zo'n rigoureuze spoed moet worden
gemaakt. Wij erkennen, dat deze betrek
kingen voor de Indonesische regering een
gerede aanleiding voor nieuwe besprekin
gen zijn. Zoals men weet, zijn deze het
onderwerp van het verleden jaar te Den
Haag tot stand gekomen protocol, waarin
o m. verder werd voorzien in de ophef
fing van het Unie-statuut. Dit protocol is
nog altijd niet geratificeerd door het In
donesische parlement, omdat, zoals de
heer Utojo meedeelde, bepaalde onder
delen. betrekking hebbende over de finan
cieel-economische verhoudingen, terstond
verouderd waren. Hoe dat in werkelijk
heid zij het is een goed argument om nog
eens met de wederpartij te gaan spreken,
maar, nogmaals, daarbij is met zo'n haas
tige spoed geboden en nog minder bestaat
er verband met de bijeenkomst van de
V. N.-Assemblée.
NEDERLAND heeft dan ook geen reden
om zich aan de door Indonesië ge
wenste tijdslimiet te binden Onze
regering zal zeker geen bezwaar hebben
tegen een hernieuwd beraad over e
financieel-economische moeilijkheden, ot,
b.v., over de „moeilijkheden", welke Ne
derlanders van de Indonesische rechts
pleging ondervinden, maar elk gesprek
over Nieuw Guinea dient met de grootste
omzichtigheid voorbereid en zonder enige
pressie van derden in en buiten de
V. N. gehouden te worden. Indien bij
die voorberidinc blijkt, dat Indonesië ook
maar de mogelijkheid wil openhouden om
het standpunt, dat wij nu al zo lang van
de h#er Sukarno kennen, tijdens de eigen
lijke conferentie wederom voor te dragen,
dan is het maar beter van de gehele con
ferentie af te z'®n;de heer utojo. dat
De verzekering van eem West_
bij de oplossmg van h bevolking zeif
Irian het belang zichzelf hoop-
voorop moet staan is op
gevend, maar verliest welke
tuigmgskracht door de uitlaltil
ons vrijwel terzelfder tijd uit de
de heer Sukarno bereiken. nngetwij-
De Nederlandse regering zal 0 8
feld gaarne bereid zijn alles te do
in Nieuw Guinea, om eventuele vrees
een „complot" tegen de Indonesische
weg te nemen. Dat kan desnoods op
termijn en daarover kan ook worden g
sproken. Het vraagstuk van de statu
van Nieuw Guinea echter vergt een lan
gere adem, dan een voorlopige regering-
HarahflP beschoren is.
Ondanks alle verwatering van stijlbe
grip bleef de herinnering aan de Romein
se basilica en aan de Franse kathedraal
nog onbewust als een visioen voortleven.
Het rechtstreeks gevolg van dit latent
traditiegevoel was de begunstiging van
het acoustisch vermogen dezer kerken.
Iedere Amsterdammer vindt het nog
steeds een verrukking een prachtig orgel
en goede stemmen te horen klinken in de
z.g. Mozes-en-Aaronkerk aan het Water-
looplein De zang zowel als het instru
ment onzer liturgie heeft, er een draag
wijdte; deelt zich mede aan de ruimte;
groeit in die ronde bogen tot een milde
vloeiing, die oneffenheden, onvolkomen
heden als 't ware bijschaaft zelfs een
meester als Fr. Liszt, wiens Graner-Mes-
se er destijds (met orkest!) tot klinken
kwam was verrukt over de klankwerking
in deze kerk.
Wat hier gezegd wordt over een Water-
staatskerk zou ook van andere gezegd
kunnen worden indien men bij vele dezer
kerken niet de kapitale fout begaan had
twee galerijen boven elkander te plaatsen
om dan aan het orgel en het koor juist
nog enige ruimte tussen de hoogste gaan
derij en het plafond te gunnen. Daar
waar de architect zich van meet af aan
bewust was, dat ieder Godshuis ook een
orgel x een koorruimte moet bezitten
en dat deze organen een eigen „levens
ruimte" moeten hebben in het architec
tonisch geheel, zijn er gelukkig nog veel
neo-gotische bouwsels waar de zang en
het spel onzer liturgie vrij uit door de
ruimte kan weerklinken.
In de kerkenbouw van deze na-oorlog-
se tijd is eehter één duivel binnengeslo
pen. die iedere acoustische werking bij
voorbaat uitsluit. Deze duivel dekte zich
in onze hedendaagse bouwterminologie
met de mantel van „volumebeperking".
Om zeer prozaïsche, maar niettemin
zeer reële redenen heeft men deze for
mule uitgevonden om een maximum van
bouwsels te doen verrijzen in een mini
mum tijdslimiet. Men vergeet daarbij
spoedig dat er geen formule denkbaar is.
die voor geluidsspreiding zo verstikkend
werkt ais deze volumebeperking. Men be
hoeft met geen Diogeneslamp rond te
gaan om voorbeelden van deze besmetting
op te sporen. Ieder koor of orgel hoe
groot en volumineus ook wordt er ge
smoord op hetzelfde ogenblik, dat ze tot
klinken komen.
Dient men met zulk een architectuur
onze Eredienst? Is deze geluidscastratie
geen aanslag op een der meest integre
rende bestanddelen der liturgie?
Voorbeelden voor 't grijpen
Onze architecten, wie het stellig niet
aan theorieën ontbreekt, hebben zich tot
nu toe nog weinig in het probleem der
klinkbaarheid verdiept. Bij een recente
kerkbouw in Den Haag riep een architect
de hulp in van een acousticus toen de
kerk al voor meer dan de helft boven
de grond verrezen was! Toch is de archi
tectonische vorm vanaf het grondplan
tot de ruimtewerking daarboven een ba
sis voor de acoustische werking zowel als
voor de plaats van orgel en koor. Luister
rijke voorbeelden uit het verleden zijn
voor 't grijpen in klassieke gebieden van
basiliek- en kathedraalbouw als Italië en
Frankrijk.
Naar een universeel-musikale vorser
als Amadée Gastoné destijds schreef be
wijzen Romeinse balisieken als de S. Ma-
ria-Maggiore en de later ontstane Sint-
Jan van Lateranen of Sint-Paulus buiten
de Muren dat slechts geen minimum aan
tal zangers nodig was (en nog zijn) om
de liturgische muziek er verstaanbaar
heid te geven. „Vergeet niet", zegt hij,
„dat in dezelfde kerk waar de H. Grego-
rius zijn befaamde homelieën hield de
alleluia's en gradualen slechts door één
stem of een kleine groep kinderstemmen
gezongen werden. Niemand heeft zich ooit
beklaagd over hun verstaanbaarheid. Het
oude basiliektype met, z'n brede, niet ge
welfde beuken eindigend in een ronde
absis was het, eerste ideale type om ge
luidsgolven voort te planten."
Het tweede prototype in deze geest
KWALITEIT
bracht de Franse Gothiek. Voor iedere
koorzanger of organist is het een ver
rukking om in Franse kathedralen te zin
gen of te concerteren, van weidse ruim
ten als de Notre-Dame van Parijs, van
Chartres, Van Reims, van Amiens, van
Angoulème, van Poitiers, van Angers of
van Bourges tot bijna alle kleinere ka
thedralen toe die met honderdtallen nog
over de Franse landen verspreid liggen
en nog steeds een triomphante getuige
nis zijn van een harmonisch samengaan
der kunsten.
Meer dan waar ook hebben de bouw
meesters der gothiek begrepen dat in op
gaande lijnen, in hoge koepelgewelven de
grootste mogelijkheden voor klankwer
king lagen opgesloten. Muziek deelt zich
al klinkend aan de ruimten mede, het
groeit er in als 't zonlicht door gebrand-
geschilderde vensters en plant zich
voort »is wilde ze de gewelven doorbre
ken en de aarde met de hemel verbinden.
Deze hemelvaart van klanken is, het 's
schrijnend dit nog te moeten schrijven,
alleen mogelijk in breed-uitgebouwde en
hoge beuken waar het ruimte-volume de
minste weerstand ondervindt.
De hedendaagse bouwmeester staat
echter voor een reeks weerstanden waar
van de volumebeperking als een geluids
barrière is welke hij moet doorbreken.
Waar leeft het genie, die een worp naar
het zenith boven deze barrière durft te
doen.
MARIUS MONNIKENDAM.
(Van onze Utrechtse redacteur)
In Mei 1956 wordt te Utrecht een inter
nationaal congres gehouden, waarop het
van bewogen mensen, die in gesprekken
van man tot man willen overtuigen, da
voor een christelijke levensstijl matigheid
T noodzakelijk is. zijn nodig. Verder heeft
vraagstuk Jeugd en matiBheid van ver- jeugd behoefte aan mooie en boeiende
ff/L n 1 11 AVS rt - lr v\ t r-\ I «Trrt er! r\»s nQ MOnt -
De minister van oorlog, ir. C. Staf,
opende in de Haagse Pulchri-studio een
tentoonstelling van foto-, teken- en schil
derwerk, welke is georganiseerd door de
dienst Welzijnszorg Lelegr.
De minister reikte de prijs van Prins
Bernhard, voor de beste foto, die door de
maker zelf is afgewerkt, uit aan de kapi
tein B. Roos voor zijn foto „De schilder
is er". Verdere eerste prijzen werden uit
gereikt voor fotografeer- en schilderkunst.
schillende kanten zal worden belicht
Als een oriëntatie was te beschouwen
de bijeenkomst, die gisteravond door de
Katholieke Federatie voor Matigheid in
het Jaarbeursrestaurant was georgani
seerd, met als inleiders mgr H. Czelotb
uit Hamm in Westfalen en pater P. Wes-
seling C.ss.R.
Mgr Czeloth. wiens voordracht handelde
over de gevaren van het materialisme
weidde uit over de jeugdcriminaliteit in
Duitsland waarvan hij ontstellende voor
beelden noemde. Er is een grote mate
van genotzucht onder de jeugd, die tot
veelsoortige misdrijven leidt. De schuld
is veelal bij de ouders en opvoeders te
zoeken, die de kinderen niet tijdig geleerd
hebben zich ook van het geoorloofde nu
en dan te onthouden. Daarbij is er eer-
noodlottige invloed van de moderne re
clame. die allerlei genotmiddelen aan
prijst en het slechte voorbeeld van vel?
volwassenen. Men heeft geen zelfbeheer
sing geleerd Er is een toenemend gebru'k
van alcohol en nicotine op vroegtijdige
leeftijd waar te nemen; het bezoek van
jongeren aan bioscopen is veelvuldig en
zowel in de stad als op het platteland
derailleert de jeugd.
In 1952 waren er in de Bondsrepubliek
van de 9530 zelfmoorden 244 door kinderen
beneden 14 jaar. Vóór de oorlog wist men
in geheel Duitsland nauwelijks van een
zelfmoord gepleegd door een kind.
Mgr Czeloth deelde mee. wat tegenover
deze droeve toestand gedaan wordt doo"
de bisschopDen van alle diocesen, die tij
dens een Opvoedingsweek in de Vasten
de kinderen voorhouden, hoe zij zich moe.
ten versterven en iedere dag de H. Mis
bijwonen om de nodige genadekracht te
ontvangen, terwijl aan ouders en opvoe
ders richtlijnen worden gegeven.
Pater P. Wesseling besprak de geeste-
lijke nood onder de jeugd boven 17 jaar.
meer gezien van het Nederlandse klimaat
uit. na eerst aap de hand van een uit
spraak van St. Thomas te hebben aan
gegeven. wat wi.i onder matigheid moeten
verstaan. Daarbij deelde hij mee. dat mgr
Ariëns naar de verklaring van diens laat
ste biechtvader in zijn program had op
genomen actie te voeren te jen de ziekte
van de snelheid, die wel degelijk ook on
der onmatigheid valt. Genietingen in het
leven zijn zelfs goed, maar er moet naar
de juiste middelmaat gezocht worden.
Voorbeelden van jeugd-ontsooring zij
in ons land vooral joy-riding en het
steeds losser raken van de band van de
jeugd boven 17 jaar met. de Kerk terwijl
vele jongens in diensttijd een grenzeloze
onmatigheid demonstreren Kleine kernen
Op een tentoonstelling van Finse kunst
en ambachten in Helsinki valt een grote
verzameling nieuw meubilair en zeer
moderne tampengebruiksvoorwerpen
glazen versieringen, aardewerk en por-
celein te bewonderen. De foto toont een
bijzonder sfeervol interieurontworpen
door de Finse kunstenaar Ilmari Tapio-
vaara. De zware, tafel met dikkezware
poten is, evenals de kleine bankjes, ver-
vaardigd uit liclit berkenhout. De won-
derlijke lampen zijn van dun wit glas.
Naar wij vernemen zal dezer dagen te
Utrecht worden opgericht het „Nederlands
Genootschap van Burgemeesters" Op het
ogenblik zijn de burgemeesters in provin
ciale kringen georganiseerd
Op een vergadering, welke 23 November
te Utrecht wordt gehouden, zal de burge
meester van Den Haag, mr F. Schokking,
over wenselijkheid en doel van dit ge
nootschap spreken. Reeds 360 burgemees
ters hebben de wens te kennen gegeven,
tot dit genootschap toe te treden.
De oprichtingsvergadering zal worden
gepresideerd door de burgemeester van
Eindhoven, mr H. Kolfschoten.
Tijdens de vergadering zal tevens het
bestuur van het genootschap worden ge
kozen. Het voorlopig secretariaat wordt
waargenomen door de oud-burgemeester
van Berkel en Rodenrijs, mr A. Gründe-
mann.
initiatieven. Ook is nodig een gemeen
schappelijke bezinning op de objectieve
nood van de z.g. onbereikbare jeugd
De ober-burgemeister van de stad Dort
mund heeft het Bossche mannenkoor uit
genodigd in 1956 opnieuw in Dortmund te
komen concerteren. Ditmaal in de grote
Westfalen Halle die 27000 personen kan
herbergen. Het Kon. 's Hertogenbosch
Mannenkoor heeft ook een uitnodiging
van de Deutsche Sangerbund om als enig
Nederlands mannenkoor een ere-concert
te geven bij gelegenheid van het grote
Duitse zangersfeest te Stuttgart in 1956 in
de aldaar te openen Liederhalle. Dit zan
gersfeest zal vier dagen duren en er wor
den meer dan 100.000 bezoekers verwacht.
Gistermorgen werd de miUioenste beta
lende bezoeker op Schiphol met geschen
ken overladen. Albert Stevens uit Am
stelveen was de gelukkige. Het hoofd
van de Stationsdienst Schiphol, de heer
D. K. Sweitser, overhandigde een der ge
schenken. Rechts de heer E. van Beek,
directielid luchthaven Schiphol.
(Van onze Brusselse correspondent).
De R. K. „Gazet van Antwerpen" deelt
mede, dat bij het Belgische ministerie
van buitenlandse zaken van het ministe
rie van buitenlandse zaken te Den Haag
een verzoek is binnengekomen, in ver
ban met het geval Anneke Beekman, om
mevrouw L.-v, M. aan Nederland uit te
Leveren. Er was, in strijd met wat reeds
eerder werd gemeld, geen verzoek tot
uitlevering van de (Nederlandse) moe
der-overste van het klooster te Valmeer.
waar mevr. Van L. en Anneke Beekman
gedurende enige tijd verblijf hebben ge
houden.
Het Antwerpse blad tekent hierbij aan.
„dat het vrij eigenaardig is, dat Neder
land de uitlevering vraagt van een „mis
dadigster" en wat voor een vóór
dat uitgemaakt is of deze zich in België
bevindt". En het constateert. dat*„opval-
lend bereidwillige opzoekingen van som
mige Belgische gerechtelijke instanties"
nog geen antwoord hebben gebracht op
de vraagwaar Anneke Beekman, mevr.
L.-v. M. en de moeder-overste van Val
meer zich zouden bevinden. De „Gazet
van Antwerpen" stelt vervolgens de
vraag: „Hoopt men (hans wellicht de
overste naar haar klooster te lokken
door haar uitlevering niet te vragen, om
haar dan achteraf aan een ondervraging
te onwerpen en van haar wat meer te
vernemen over het toevluchtsoord van
Anneke Beekman en mevr. L.-van M.?
In hun vergadering van 22 Juli 1955
hebben de Staten van Noord-Brabant be
sloten een jaarlijkse prijs voor schone
kunsten in te stellen.
De provinciale prijs voor het jaar 1955
zal kunnen worden toegekend op het ge
bied van muziek.
In verband hiermede heeft het college
van Gedeputeerde Staten een commissie in
het leven geroepen, die over de toeken
ning van de prijs van advies zal dienen.
ENIGE TIJD GELEDEN werd er in Prof. Scelle heeft gelijk, ook bij een
de bladen op gewezen, dat vele der Briand en een Stresemann kwam het
grote gezinnen moesten leven he- internationale op het tweede plan. Mogen
j i.„cïtooricrr,inimiiin Deze <te kleine mogendheden al opener staan
neden een bes a.» repds lang voor de verwezenlijking der rechtsidee op
klacht voegde zich bij o g het internationale plan, wie dieper schouwt
naar voren gekomen griel ^an \Je zaj bet Emil Brunner nazeggen: de vrede-
middengroepèn, dat zij, mede door ae iievendheid der kleine staten is veelal
hoge belastingen, een kommervol be- niet anders dan „resignierte Klugheit",
staan leiden. Indien dit waar is, indien geboren uit de erkenning dat het hun
aan de grote gezinnen, indien aan eenmaal niet gegeven is een actieve of
de intellectuele middenklasse, de man agressieve machtspolitiek te voeren. De
en de vrouw van het vrije beroep, de gerechtigheid lijdt geweld, maar ook de
ongehuwden, het fiscale onrecht ener rechtsvorming zelve
uugcuuwut ork on_ De tragiek van de uitbouw van het
te hoge belasting nog^ s^ volkenrecht en de opbouw ener daad-
mét het appèl op 's lands midde en en zogven geciteerde schrijver goed ge
bate van onderontwikkelde sepie tekend: het is geen bewijs van nationale
met een uiterst teer en moeilijk pro- kortzichtigheid om vast te stellen dat de
bleem geconfronteerd. Staat, zoals wij die kennen aan zijn doel-
i einden niet kan verzaken. Ik vrije mens,
Dat de nood in sommige were!öae ik, niet de Staat, kan de prachtige getuige-
uitermate groot is, staat wel vast nis van Montesquieu tot de mijne ma-
buiten onze grenzen hele bevolking - ken; „in<j;en ik één ding nuttig voor mij
groepen beneden het bestaansminimum zou acbten en tegelijk nadelig voor een
leven, valt, helaas, niet te ontkennen, ne ander, ik zou het niet aan mijn vorst
is een ontstellend feit, waarvoor men o^ voorstellen".
ogen niet kan sluiten: millioenen leven
aan de rand van de honger. Kunnen wij,
kan een zich christelijk hetend land als
Nederland, onder dergelijke omstandig
heden een appèl op de plicht van naasten
liefde naast zich neerleggen?
Wi.i weten met grote zekerheid, dat dit
de allervoornaamste plicht van de chris
ten is; dat daarin de beleving ligt van
de liefde tot God, de samenvatting van
de wet en de profeten, dat de gerechtig
heid haar schoonste bekroning vindt in
ZO LANG ER geen statengemeen
schap is, hetzij van alle hetzij van
een groep van staten, blijft het een
vraag, of een afzonderlijke staat het
belang der statengemeenschap of de
andere staten boven het zijne mag stel
len. Het antwoord luidt beslist ont
kennend. Dit zal immers eerst dan het
geval zijn, indien de staten als onder
geschikte delen moeten worden be-
(Telefonisch van onze
Brusselse correspondent).
BRUSSEL, Maandagavond.
Het Residentie Orkest heeft hedenavond
te Brussel een concert gegeven o.l.v. Wil
lem van Otterloo. Het werd o.m. bijge
woond door H. M. Koningin Elizabeth van
België en leden van haar hofhouding.
H.M. werd aan de ingang der zaal begroet
door H.M.'s ambassadeur en baronesse
van Harinxma thoe Slooten, die op ver
zoek van de koningin in haar koninklijke
loge het concert verder hebben gevolgd.
Hoewel de grote concertzaal van het
Paleis voor schone kunsten maar half was
bezet was het artistiek succes zeer groot.
Geopend met de volksliederen der beide
landen, die staande door de aanwezigen
werden aanhoord, werden op dit concert
uitgevoerd: de Prelude en de Eroica van
Van Beethoven.
Er was buitengewoon veel applaus,
vooral voor de compositie, die Badings in
1954 heeft geschreven in opdracht van het
Johan Wagenaarfonds. De componist heeft
dit werk niet gemaakt voor gelijk welke
vioolvirtuoos, maar speciaal voor de eer
ste violisten van het Residentie Orkest de
heren Theo Olof en Herman Krebbers, in
het kader van het Residentie Orkest zelf
en daarbij o.l.v. Willem van Otterloo. Het
waren de heren Olof ën Krebbers, die
ook hier als solisten optraden en daarmee
een buitengewoon succes oogstten. Een
half dozijn malen werden zij teruggeroe
pen en ook de componist moest op het po
dium verschijnen waar hij een zeer har
telijke ovatie kreeg. Het was de eerste
maal, dat dit opus te Brussel werd uit
gevoerd.
Tijdens de pauze heeft de koningin de
dirigent,de reeds genoemde solisten en
componist Badings in haar loge ontvan
gen en gefeliciteerd. Na afloop van het
concert werd door H.M.'s ambassadeur en
baronesse van Harinxma thoe Slooten in
het ambassadegebouw een receptie aan
geboden aan de leden van het orkest sa
men met de reeds genoemde personen en
Belgische vooraanstaanden op muzikaal
gebied.
voer ideaal ziilen en slapen
motvrij, stofvrij, blijvend veerkrachtig
HET IS algemeen bekend, dat de
kerkelijke autoriteiten in Rome
een grote gereserveerdheid in
acht nemen tegenover de telkens op
duikende geruchten van verschijnin
gen, openbaringen en wonderbare ge
beurtenissen. Men zal zich herinneren,
dat kardinaal Ottaviani in dit verband
gesproken heeft over de „wonder-
zucht" van onze tijd. Dit maakt het
des te opmerkelijker, dat er vanuit
Rome een officiële bevestiging geko
men is van het bericht, dat de H. Va
der tijdens zijn laatste ziekte onder
het bidden van het „Anima Christi
bij de woorden: „En beveel mij tot U
te komen" een verschijning heeft ge
had van Christus.
Deze bevestiging mag ons niet al te
zeer bevreemden, hoe verrassend zij
ook is. Wanneer wij aannemen, dat het
voornaamste en zeker het laatste cri
terium voor de echtheid van zulke
mystieke verschijnselen gelegen is in
de heiligheid van de Persoon in kwes
tie, dan is het op zich begrijpelijk, dat
deze buitengewone gunsten aan onze
H. Vader ten deel vallen. Hoeveel per
sonen, katholieken en niet-katholie-
ken, hebben niet verklaard, dat zij
onder de indruk zijn gekomen van Zijn
zichtbare en tastbare heiligheid? Zij
voelden zich geraakt door het fluï
dum van eenvoudige, beminnelijke en
tegelijk vergeestelijkte heiligheid, dat
er uitstraalde van Zijn persoon. In dit
verband zij ook gewezen op de vele
prachtige gebeden, die onze Paus bij
verschillende gelegenheden uitgespro
ken heeft. Zij wijzen op een diepe
geest van beschouwend gebed.
Staan wij derhalve met het nodige
onderscheidingsvermogen open voor
deze verschijnselen, dan mogen wij
verwachten, dat de enkele feiten om
trent bijzondere mystieke gunsten, die
ons thans bekend zijn, slechts de eer
ste aanduidingen zijn van een hoog
begenadigd innerlijk leven. Misschien
zullen wij later weten, hoe alleen van
uit deze heiligheid het leven en wer
ken van Paus Pius XII verklaard kan
worden, en dat deze mystieke ver
schijnselen harmonisch passen in een
diepe en onafgebroken omgang met
God, wat hun echtheid opnieuw be
vestigt.
OVER DE AARD van de genoemde
verschijning valt voorlopig niets
met zekerheid te zeggen. Dat het
een werkelijke „verschijning" zou ge
weest zijn, dus een zien van Christus
met de lichamelijke ogen, is op zich
het minst waarschijnlijk. De moderne
wetenschap staat daar enigszins hui
verig tegenover, omdat zij meent, dat
vele zg. verschijningen op een andere
wijze, nl. door de objectivering of
exteriosering van een bepaalde be
wustzijnsinhoud, verklaard kunnen
worden. Vanzelfsprekend gebeurt bij
een echt mystiek verschijnsel deze
projectie naar buiten door een recht
streeks bovennatuurlijk ingrijpen van
God. Waarschijnlijker is een visioen
der verbeelding of een geestelijk
visioen. Ook bij dit laatste kan men,
volgens de uitdrukkelijke zegswijze
der mystieken, een persoon „zien" of
„horen", hoewel de wijze waarop dit
zuiver geestelijk horen en zien tot
stand komt, voor ons moeilijk te be
grijpen is. Men kan zeggen, dat het
geestelijk visioen het meest normaal
past in de mystieke ontwikkeling, om
dat deze in wezen berust op de door
God ingestorte beschouwing.
De bevestiging van het persbureau
van het Vaticaan zal aanleiding ge
ven tot veel sensationele berichten en
misschien zelfs indiscrete onthullin
gen. Als men ooit iets moet zien en
met schroom tegemoet treden, dan zijn
het de geheimen tussen God en ziel.
Laten wij daarom wachten tot de tijd
tot oordelen rijp is. Intussen moeten
en door de naastenliefde. Men heeft dan schouwd van de internationale ge-
ook geprotesteerd „vanuit het Evangelie" xneenschap. Wel een tragische im-
tegen ingevoerde belastingverlaging, om- pasSP i
dat de daardoor vrijkomende gelden ge-
bruikt hadden dienen te worden tot leni- Om hun handelen ondergeschikt te
ging van de grootste nood daarginds. maken aan het welzijn der volkeren-
Maar, en dat is het tere probleem gemeenschap moeten de staten zich onder-
waarvoor wij ons gesteld zien, en m.n. geschikt weten aan die gemeenschap, en
de overheid, is de daad van de regeerder 0m daadwerkelijke internationale ge-
van een land. indien hij mogelijke be- meenschap te funderen moeten de landen
lastingverlaging afwijst om de burger van zich daaraan ondergeschikt maken,
een ander land in zijn grote nood tege- Men mene niet, dat dit probleem louter
moet te komen, te rechtvaardigen? Ge- theoretisch is. Het is een herhaling van
rechtvaardigd met een beroep op de een vraagstelling, zoals deze in 1940 voor
naastenliefde? Anders gezegd, kan het ooit het publieke forum werd gesteld. Had de
tot de taak van de overheid behoren de Belgische staat niet de plicht partij te
naastenliefde te betrachten met middelen, kiezen tussen Frankrijk en andere landen,
die worden onthouden aan de eigen volks- tegen de asmogendheden en dat juist om
genoten? wille van het behoud der Westerse be
schaving en haar grote geestelijke goede-
MEN ZOU allereerst kunnen aan- ren? De Belgische regering stelde zich op
voeren, dat zulk een gedwongen zuiver Belgisch standpunt Kardmaal VMi
besteding der gemeenschapsgel- R?ey v"de^? houdmg op zu;ver
den, besteding, die uiteraard ten laste wijsgerig
der eigen burgers gaat, met naasten- „Men heeft", aldus de kardinaal, „soms
liefde niet veel heeft uit te staan. de rechten en plichten, die de staten
Als hij, die gelden van een ander onder
zjch heeft, zonder persoonlijke toestem
ming van die ander, liefdadigheid be
oefent, dan zal van die ander kwalijk
kunnen worden gezegd, dat deze uit naas
tenliefde heeft gehandeld. Maar ook de
nationale gemeenschap als zodanig kan
naastenliefde beoefenen. De eigenlijke
vraagstelling is dus: heeft de Nederlandse
regering de bevoegdheid om aan een na
buurland, of n'importe welk land, hoe
groot de nood er ook moge zijn, financieel
te hulp te komen zolang gewettigde aan
spraken der eigen bevolking niet zijn
vervuld? Het antwoord lijkt op het eer
ste gezicht zich op te dringen. Er bestaat,
een plicht van welwillendheid, van
christelijke naastenliefde, ook voor en
tussen de staten. Het evangelisch gebod
der liefde beperkt zich niet tot de enke
ling binnen de muren van zijn woning
tegenover elkaar hebben, vergeleken met
die van het individu tegenover zijn
evennaasten, rechten en plichten, die
zijn vervat in deze algemene norm: Gij
zult Uw naaste beminnen als U zelf!
Men dient edhter ook in het oog te hou
den, dat er een aanzienlijk verschil be
staat tussen particuliere personen en
de zedelijke persoon, welke de staat is.
Voor particuliere personen is het ge
oorloofd en verdienstelijk om soms af
stand te doen van hun rechten en in
bepaalde gevallen zelfs door een heroï
sche deugdbeoefening hun leven te
geven om anderen wel te doen.
De staat mag echter het belang van
andere staten niet stellen boven het
zijne. Hij zou verzaken aan zijn plicht,
als hij het eigen welzijn zou opofferen
aan het welzijn van andere 6taten".
En hiermede lijkt ons het antwoord gs-
Het geldt evenzeer voor gemeenschappen, geven. Zolang er in de Nederlandse
steden en landen, die immers tenslot e samenleving groepen zijn die verkomme-
niets anders zijn dan groeperingen van ren> ajthans niet vermogen te leven vol-
individuen. gens, naar de geijkte uitdrukking, rede-
De Kerk Christi heeft dan ook de leer jyke behoefte van hun staat en stand,
der niet-tussenkomst het beginsel de, beeft de Nederlandse overheid niet het
non interventie als in strijd met de rGcbt om 's lands geldmiddelen voor
natuurlijke gemeenschap tussen de staten andere doeleinden aan te wenden. Dit is
verworpen verworpen als strijdig met de geen verloochening van de plicht van
natuurlijke welwillendheid en de christe- naastenliefde, die ook voor de staat geldt,
lijke naastenliefde, die alle staten bindt gej;jk wy zagerL ue overheid heeft echter
en in gegeven omstandigheden de plicht pr;mair de rechtvaardigheid te betrach-
oplegt aan anderen goed te doen en het ten jegerl£. de eigen burgers. Dat is haar
kwaad van hen af te keren Verworpen taak en dus plicht. Het is trouwens
ook als strijdig met de rechtvaardigheid,
die vraagt dat het onrecht gewroken en
de rechtsorde gehandhaafd worde.
evident. Welke huisvader heeft het recht
om boven de nood en de behoefte van het
eigen gezin de ellende van anderen te
stellen? De Nederlandse regering zou
zulks, naar onze mening, zelfs niet op
EN TOCH is o.i. hiermede niet be
slist, of de regering van een land grond van een meerderheidsbesluit der
een geboden lastenverlaging mag Staten-Generaal vermogen te doen. Al-
uitstellen of nalaten om aan de nood leen de instemming van het gehele Neder-
van andere staten tegemoet te komen, landse volk kan de vereiste machtiging
verlenen.
Het probleem is allerminst nieuw. Het Dit alles wil natuurlijk niet zeggen, dat
raakt immers het kernprobleem der inter- de staat zich van iedere hulpverlening
nationale gemeenschap: Waarom komt een afzijdig moet houden. Het kan immers zijn,
daadwerkelijke statengemeenschap zo dat het nationale belang medebrengt zich
kwalijk tot stand? Omdat de volkeren, daarmee in te laten. Misschien zouden we
naar het heet, zich niet weten los te ma- iets kunnen leren van de Ver. Staten op
ken van hun eigen belang. Men wijst naar dit gebied. Hierbij komt, dat de grote
de souvereiniteitswaan. naar nationaal nood in India of elders waarschijnlijk
egoïsme en eigendunk der volken. Maar doeltreffender verholpen wordt met tech-
met het afleggen van deze waan is het nische voorlichting dan met geld alleen,
vraagstuk niet opgelost. Zelfs het volk, Het merkwaardige feit doet zich immers
dat bereid is om zijn nationaal egoïsme voor, dat de ellende in tal van streken
als richtsnoer voor zijn buitenlands beleid van de wereld geen gevolg is van armoede
te laten varen, ontkomt niet aan het van de staat, of van poverheid van de
dilemma. Dit luidt: moet het dat. wat zijn grond. In Brazilië zijn streken in niet
direct nationaal belang is, prijsgeven, om minder ellendige situatie dan de bedreigde
hulp aan andere staten te bieden en aldus gebieden in India. En komt soms de
wij' God dankbaar zijn, dat hij Zijn 'angs de weg der dienstverlening aan het hongersnood in subtropisch Afrika of het
plaatsbekledef op aarde met biizon- lemène belang der staten, zijn eigen be- Sertaogebied in Brazilië voort uit de daar
dere gaven en genaden heeft willen i Ian* den dlmr en op hoger plan te heersende- dro°gte? In delen Azië-
uitrusten, ongetwijfeld tot heil van de Ogenschijnlijk een eenvoudig probleem
I—I r\rVO T"A1YYT*-J rfr» I A - 1
Zal de legerleider met vaak verlies nemer
in de vorm van het prijsgeven van ter
rein, om met meer succes groter gebiec
te veroveren? Maar deze heeft tot plicht
en taak, zo wel overwogen inzicht hem
daartoe noopt, aldus te handelen. Het
middel is direct gericht op het doel. Voor
dg nationale overheden ligt de zaak ech
ter niet zo eenvoudig. Men heeft aan
Lodewijk XIV en aan Bismarck een
Hem toevertrouwde gelovigen en van
de Kerk, die Hij in deze moeilijke en
en bewogen tijd moet besturen. Het
geeft te denken, dat in onze overwoe
kering van een materiële cultuur het
goddelijke en heilige zichtbaar door
breekt en tastbare vorm aanneemt in
de hoogste Gezagsdrager van de Kerk.
Daarop moeten wij ons bezinnen en
daarover ons verheugen.
Dr M. SMITS VAN WAES-
BERGHE S.J.
schoon rijk bevloeid, is de nood niet min
der, terwijl Zwitserland met zijn dorre
bergen een welvarend land is. De mens
is nu eenmaal niet hetzelfde. De geeste
lijke en sociale structuur en de technische
mogelijkheden van de mens lopen wel
sterk uiteen. In dit complexe van de
mens liggen de oorzaken besloten.
Niet de staat dus, maar het Nederlandse
volk moge in een prachtig élan van
naastenliefde verre broeders in nood tege
moet komen. Daar zal het moreel besef
egoïstische nationale politiek verweten, van ons volk meer bij gebaat zijn, en
Maar zijn zij, die zo de lof zongen b.v. indirect de wereld, dan bij een beoefening
van de Volkenbond, of de Ver Naties, in der charitas, gedwongen door de over-
de grond beter, omdat zij met de mond heid.
belijden wat hun hart niet onderschrijft? C. M. O. r. It