gon ST NICOLAAS
Een
m
SI NICOLAAS is in aantocht
van de vele brieven
4
JL
LU
H
Mogen wij in dit jaarlijkse open
5-December-epistel, zoals dit gebruikelijk is
in brieven, U, Monseigneur, vragen, hoe U
het maakt? Wij hopen van goed. Hier is ook
alles goednu ja, allesop een groot
beetje na. Enfin, daarover straks.
Nu December nadert, gaat weer het lied
van verlangen klinken.
Het lied van verlangen! Och ja, is het
hele leven eigenlijk geen lied van verlangen
in vele toonaarden? Hebben alle mensen
niet een keur van lieve wensen? Het heeft
ongetwijfeld een zekere bekoring om in ge
dachten te dromen over wat men graag zou
willen, even zijn verlangens vervuld te zien.
Het ontwaken mag dan aanvankelijk hard
zijn, het lied van verlangen blijft klinken
in ons hart. Het verlangen naar het verloren
Paradijs!
U\.r^!C'~ fhLdLU/Vi,
6 iM
I I
l/ls >v\
0 o oh
i LA
Analyst
V
OPEN BRIEF
sneden, mensen worden voor hun
leven verminkt. En dat alles veelal
doordat de regels van het verkeer
niet in acht worden genomen. Want
al ligt een ongeluk dikwijls in een
klein hoekje en zijn ongelukken
niet altijd te voorkomen, veelal
komt toch schuld, of van de weg
gebruiker of van de voetganger om
de hoek kijken. Leer toch, St. Nico-
Ja, ja, die Adam en Eva ook!
Allons, gedane zake nemen geen
keer; laten wij ons goede verliezers
tonen en tevreden zijn met de illu
sie, welke bleef. Hoe heerlijk kun
nen wjj nu in de St. Nicolaastijd
wensen en hopen omtrent kleine en
grote dingen. Gek, dat wij dit zo
graag doen, ofschoon de illusie zo
vaak vergaat.
Zo b.v. beste Nicolaas, zouden wij
allen gaarne willen, dat wij in vrede
en gerustheid kunnen leven. Doch
ondanks al het gepraat aan het
Meer van Genève, blijft de angst
voor de dreiging uit het Oosten.
Zelfs nu dit jaar de „groten" van
het Kremlin heel joviaal als com
munistische Sinterklazen het IJze
ren Gordijn passeerden om z.g. de
vrede als surprise aan te bieden.
Maar hun optreden was net iets te
vrede-achtig om er vrede mee te
kunnen nemen, want de show lag
er dik op bij al dat „dik-doen". Toen
het dan ook te Genève tot daden
moest komen, kwam er daadwerke
lijk niets van. De Russen zeiden
weer: „neen". Gek, dat die lui altijd
neen zeggen, terwijl zij zo graag
horen, dat iemand ja zegt; b.v# ge
vangenen, die terecht moeten
staan
Ja, goede Sint, hiermee zijn wij
terecht gekomen in wat men pleegt
te noemen: „de politiek". Politiek is
dit tussen haakjes zeer be
langrijk voor een ieder, want doet
men niet aan politiek, dan doet de
politiek toch aan „men".
Nu, er viel van het jaar wel heel
wat te beleven; men zou spreek
woordelijk kunnen zeggen: „het is
een toestand in Marokko". En laat
het letterlijk ook zo zijn. Het is me
een toestand in Marokko geweest.
Dan verging het Oostenrijk beter;
dat land werd rijk aan vreugde,
doordat het de onafhankelijkheid
terugkreeg. Met het Duitse Rijk
loopt het nog niet te best; de Rus
sen bijten daar niet hard in; veel
eer scherp van zich af, als daarover
gesproken wordt.
In elk geval, de Oostenrijkers
hebben dus al vast wat gehad, beste
Sint. Nu wij nog!
Onze minister van Defensie, een
staf-deskundige en hetende zelfs
Staf, heeft medegedeeld, dat een
tweede vliegkampschip buiten ons
financieel bereik ligt. Hebt U,
heilige man van de stoomboot, voor
ons geen bootje over? En dan liefst
bemand, want met de personeels
voorziening bij onze Marine is het
eer margarine dan roomboter tot de
boom. U beschikt wellicht over wat
Zwarte Pieten om als matroosjes
vlug en net voet aan boord te zet
ten. Of vaart U wat het personeels
vraagstuk betreft in hetzelfde
schuitje als onze Marine alsmede
Handel en Industrie? Ja, het is
daarmede een gek geval; ruim
30.000 mannen zijn officieel werk
loos, maar daartegenover worden
63.000 man gevraagd. Erg ingewik
keld deze tegenstrijdigheid, een
complex van factoren. Doch wat wil
men? Het leven is nu eenmaal ge
compliceerd; daar staat een gewone
sterveling perplex van.
Toch zou het een schande zijn, als
wij durfden te klagen. Wij beleven
in ons lage landje een tijd van hoog
conjunctuur; wij verdelen de wel
vaart en varen daar wel bij, of
schoon er steeds tobbers zijn, die
geholpen moeten worden. Denk U
eens goed aan hen, Sint Nicolaas.
Hopelijk doen evenzo vele mensen.
Een ieder kent ze wel die stille ar
men in eigen omgeving. Laten wij
die met onze vrijgevigheid om
geven! i
O ja, er zijn nog millioenen in de
onontwikkelde gebieden, die honger
lijden, doch dat kunt U niet alle
maal verhelpen. Daarvoor zijn
grotere middelen nodig. Hopelijk
ontdekt onze „knappe wereld",
welke van alles weet uit te vinden,
spoedig een weg om aan alle men
sen tenminste het minimum te ver
schaffen, want de nood is groot. Het
mag toch niet zo zijn, dat op de ene
plaats overvloed is, terwijl elders
gebrek geleden wordt.
Voorts dient ook voor de Missie
de alarmklok geluid te worden. In
verschillende landen laat de
situatie voor de Katholieke Kerk
zich hoogst ernstig aanzien door
vervolgingsmaatregelen van de
overheid (denk eens b.v. aan China)
of knellende bepalingen. Doch ook
daar, waar het burgerlijk gezag de
Missie niets of weinig in de weg
legt, blijft' de situatie zeer précair
door gebrek aan geld, maar vooral
door het te gering aantal Paters,
Zusters en Broeders, die als mis
sionarissen naar den vreemde trek
ken.
Gebrek aan roepingen! Daarvan
heeft ook ons eigen land te lijden.
Hoeveel kloosters zijn er niet reeds
ontruimd, hoeveel werk werd reeds
niet opgegeven? Nu weten wij wel,
dat de mensen de roepingen niet zo
maar in handen hebben, doch roept
O. L. Heer niet vaak tevergeefs, kan
men zich afvragen.
Heilige Bisschop, die tot zo'n hoge
roeping werd uitverkoren, help de
ouders roepingen te ontwikkelen en
behouden. En vraag kracht voor
hen, die geroepen worden om haar
of zijn roeping te volgen.
En tenslotte, spoor alle mensen
aan om, wanneer zij niet zich zelf
kunnen geven voor de Missie, ten
minste royaal in hun zak te tasten.
Ja, royaal, niet krenterig, dus echt
St. Nicolaas-achtig. Waarom zouden
wij de Missie niet een St. Nicolaas-
cadeau geven?
Mogen wij, Excellentie, na dit
uitstapje over zee terugkomen op
ons lieve vaderland en brommen op
vele brommers en andere weg
gebruikers? U zult waarschijnlijk
wel gelezen hebben, dat honderden
hier achter een stuur plaats nemen,
terwijl zij door alcohol onbekwaam
zijn om op het rechte pad te blijven
en daardoor stukken maken. Wij
vinden zulks gewoonweg een poging
tot doodslag, als iemand dusdanig
onder de invloed gaat rijden, dat hij
geen invloed meer heeft op zijn
vehikel. Er gebeuren toch reeds zo
veel ongelukken en zo'n ontzag
lijk veel leed wordt daardoor ge
bracht in duizenden gezinnen.
Jonge levens worden ontijdig afge-
laas, alle mensen een heer te zijn
in het verkeer, zoals U een edelheer
zijt op Uw wit paard, want wij heb
ben nog nooit gehoord, dat U een
verkeersongeluk veroorzaakte met
Uw vurig ros en wij vinden het echt
sneu, dat U nog geen medaille van
de Vereniging voor Veilig Verkeer
ontving.
Maar ja, U pleegt veel meer te
geven dan te ontvangen. Eerlijk ge
zegd doen wij het liever andersom,
doch wij zijn dan ook slechts Ana
lyst en geen Sinterklaas. En wij be
hoeven ook niet meer voor Sinter
klaas te spelen, want onze kinderen
zijn de leeftijd te boven, welke hen
in U doet geloven. Zulks neemt niet
weg, dat zij natuurlijk op 5 Decem
ber toch wel graag iets van de Sint
ontvangen. Oh, als het moet, zijn
de mensen wel eens goed gelovig,
terwijl zij op velerlei gebied het wel
geloven!
Nog steeds het lied van ver
langen! Beste Sint, U moet eens
naar de Tweede Kamer gaan, wan
neer daar de begrotingswaterval
zich neerstort over de ministers, die
hun departementsschaapjes op het
droge moeten zien te krijgen. De
Kamerleden komen met lange was
lijsten van wensen, waarbij de ver
langlijstjes van de mensen voor U
slechts kalenderblaadjes zijn. En
zoals dikwijls in het leven, bloeit in
de welsprekendheid de tegenstrij
digheid. „Zuinig zijn, Excellentie",
zegt het Kamerlid, „maar niet op dit
en dat". „Beperk de uitgaven",
merkt een andere geachte afgevaar
digde op, „doch denk er aan, heer
Minister, dit en dat moet er in elk
geval komen". En zo wordt er een
spelletje gespeeld van bezuinigen en
uitgeven. Is het wonder, dat de
Ministers daarvan niet altijd geld
terug hebben?
Trouwens, velen denken, dat de
Staat eigenlijk altijd voor St. Nico
laas moet spelen. Men vergeet daar
bij, dat dit liefhebberijtje tenslotte -
zijn eigen geld kost.
Toch zijn er uiteraard onderwer
pen, welke een hartig woordje
waard zijn. Op de eerste plaats de
woningnood. Neen, Sinterklaas, dat
schreeuwend gebrek aan woon
ruimte werd nog steeds niet het
zwijgen opgelegd. U zult er op
strooi-avond rekening mee moeten
houden, dat inwoning een frequent
gebruik van de schoorstenen van U
zal vragen. En geef dan alle be
trokken instanties een flinke por
met Uw kromstaf met de bemer
king, dat het onder dergelijke om
standigheden niet goed leven is.
Dan komen wij op de ouderdoms-
ft
voorziening; de mensen trekken nog
steeds van Drees; dat zeggen zij ten
minste, ofschoon dr Drees er na
tuurlijk niet meer aan betaalt dan
iedere andere belastingbetaler. Tus-
sen haakjes, Sint, trekt U in Spanje
ook van zo iets als „Drees", zullen
wij maar zeggen?
Welnu, de Kamerleden menen,
dat men van dat van-Drees-trekken
onderhand uitgetrokken is; men
dringt aan op een definitieve ouder
domsvoorziening. Er ligt op de aan
recht in de departementale keuken
een lijvig'voorontwerp van wet en
de ministers ruiken er geruime tijd
aan, doch het gerecht werd nog niet
op tafel opgediend. Iets waarvan
vele Kamerleden niet gediend zijn,
omdat zij menen, dat er nog te veel
op een houtje gebeten moet worden,
al is dit houtje niet zo houterig
meer.
En dan die Ziekenfondsen
geschiedenis. Het blijft sukkelen,
vooral met de vrijwillige verzeke
ring. Ook hier wordt al jaren aan
een definitieve voorziening ge
werkt, doch de Ziekenfondswet laat
nog maar steeds op zich wachten.
Het is om er ziek van te worden.
Even goed als b.v. van die pro-
vend toegejuicht tijdens hun bezoek
aan de Rijksdelen buiten Neder
land. Indien U tijd heeft, Sint, moet
U ook eens oversteken naar de
Antillen en Suriname. Daar heeft
men ook nog wel het een en ander
nodig. Help U mede om de zware
lasten voor de verdere ontwikke
ling van die gebieden te tillen. Het
is de moeite waard! U zoudt dan
tevens landen met rassenproblemen
er op kunnen attenderen, hoe daar
van geen „apartheid" sprake is.
Dat mag zeker een zeer apart
cachet genoemd worden!
Er is nog iemand in de West ge
weest, n.l. Peron, de afgedankte dic
tator van Argentinië, van wie men
na zijn anti-katholieke maatregelen
schoon genoeg had. Deze heer was
op doorreis en men liet hem natuur
lijk graag doorgaan. Hij kon gemist
worden als kiespijn. Houd U dat
heer een beetje in de gaten, dat hij
geen kwaad meer doet. Het is in
Argentinië erg genoeg geweest
Hoogwaardige Excellentie, wij
moeten langzamerhand gaan ein-
- --- '■"V"- I 'I,. in»iiwy..,},,
vs.
ifff Mhlilll II
cessen rond Jungschlager en
Schmidt in Indonesië, waar men
voor het recht blijkbaar Oost-
Indisch doof is.
De „West" bleef niet doof! In
tegendeel, Koningin Juliana en
Prins Bernhard werden oorverdo-
DE
VERAND
Vol bewondering kijkt deze knaap naar de fraaie stukken in de
speelgoedwinkel. Hij hoopt maar, dat de Sint zijn wensen in dit
opzicht zal vervullen.
mmm
SA-S;!
Tegen 't einde van November
kijkt de jeugd zijn ogen uit;
vele kleine neusjes drukken
tegen grote winkelruit.
Ik zou dat het liefste hebben,
ikke dit en ikke dat;
en zo hebben zelfs de armsten
speelgoed, want het moderne kin
derspeelgoed is zulk mooi speel
goed, dat veel pa's er het protecto
raat over aanvaarden. Vroeger, in
onze jeugd, was dat anders; de pa's
waren hetzelfde, maar het speel
goed, daar zal het hem In.
Ik zie mijn pa al als trekkracht
toch de voorpret nog gehadaan mijn eerste houten spoortrein-
VOORPRET
Wat speelt voorpret een grote
rol in ons leven! Van ieder pretje
hebben we voorpret (behalve van
onze geboorte) en soms is de voor
pret prettiger dan de pret; zo lang
het droomhoedje nog in de étalage
ligt en „zij" er in gedachten haar
beste vriendin figuurlijk de ogen
mee uitsteekt, is dat hoedje veel
schattiger en doddiger dan wan
neer zij het daadwerkelijk op heeft.
Voorpret en pret. Napret voor pa.
Maar dit terzijde; het heeft niets
met deze ontboezeming te maken
cn kan er gerust uit worden ge
schrapt; als de regels in kwestie u
dus niet onder ogen komen, is dat
inderdaad gebeurd.
Ik wilde het hebben over kinder
speelgoed, of, beter gezegd over
tje verbonden door een draadje
breikatoen; ik zie hem al een to
rentje bouwen van blokjes, ik zie
hem al als beheerder-bestuurder
van een boerderij met onbeholpen
houten koetjes. Maar wij waren er
echt gelukkig tnee en onze fantasie
vulde precies alles aan wat er niet
was.
Als het moderne jongmens van
5 jaar zo'n blokkendoos zou krij
gen, zou hij de blokken waarschijn
lijk direct doormidden zagen om
te zien in wélk blok het eigenlijke
cadeau bij wijze van surprise ver
stopt zat.
En stel u voor, dat de Sint bij
zijn bezoek persoonlijk een cadeau
zou overhandigen in de vorm van
een houten paard op een plank op
wieletjes, zo'n bruin geschilderd
planken paardelijf met een daarop
geschilderd zadel en met hier en
daar een klodder witte verf, het ge
heel besloten met een paardestaart
van kippeveer! Het commentasr
van de gelukkige ontvanger van
dit geschenk zou waarschijnlijk zijn
Sinterklaas moet zijn test eens la
ten testen
Nee, de jeugd van tegenwoordig
krijgt een ander soort cadeau,
een cadeau, dat in de tijd past:
een cadeau op hoog niveau.
Hij wordt, als hij zoet geweest is,
in de spulletjes gezet:
'n kunstmaan en een
kern-reactor
en een kleine maanraket.
Hij lacht om zo'n ouwe
stoomtrein
en om electriciteit;
wel wil hij een mono-rail-trein,
mits die op atoomkracht rijdt.
Als hij alles heeft gekregen
en pa zegt: bedankt Sint gauw!
zal hij zeer meewarig kijken:
Sint; Nou moe, asjemenou
CLINGE DOORENBOS
(Nadruk verboden)
digen. Er ligt nog wel het een en
ander op ons hart, doch wij mogen
niet te ruim gebruik maken van Uw
kostbare tijd. Tijd immers is kost
baar, kostbaarder zelfs dan geld.
Want verloren geld wordt soms her
wonnen, maar verloren tijd nim
mer. Daaraan moest meer gedacht
worden, vindt U niet St Nicolaas?
Bovendien dient men zich be
perking op te leggèn in zijn wen
sen, daar niemand alle der mensen
wensen in vervulling kan doen
gaan. En als er niets meer te wen
sen over zou zijn, dan zou het lied
van verlangen verstommen. Dat zou
een leven worden zonder muziek!
Natuurlijk, nu halen velen uit
onze lezerskring hun schouders op.
Zij zouden wel willen, dat er niets
te wensen overbleef. En wat die
muziek betreft, de radio draait van
des ochtends vroeg tot des avonds
laat. Soit, laten zij dat willen (wij
eigenlijk ook wel behalve de hele
dag radio); dat wensen blijft toch
een vrome wens!
Nu hebben wij zo'n flauw ver
moeden, dat U. Sinterklaas, na dat
„wens-praatje" wenst, dat wij er
een einde aan maken.
Naar Uw verkiezing, doch dan
moeten wij het toch eerst nog even
hebben over de verkiezingen. Zoals
U weet of niet weet, zullen volgend
jaar de Tweede Kamerverkiezingen
worden gehouden. En dan zal het
spannen. Dr Drees gaat voorop als
trek- en paradepaard van de
P. v. d. A. Ongetwijfeld heeft de
K. V. P. ook wel flinke „paarden"
om in de renbaan te doen draven
(dat „paarden" moeten de K.V.P.-
candidaten ons maar vergeven, an
ders klopt de vergelijking niet;
trouwens, zij werken als paarden en
iets van de edele viervoeters heb
ben zij dus wel).
Enfin, onze P.K.'s zullen het be
slist doen, doch de naam Drees is
in bepaalde kringen favoriet. U
weet wel: „wij trekken van Drees".
Welnu, geef U alle katholieken
gezond verstand genoeg om uit dat
trekken geen verkeerde conclusie
te trekken. Dan zal het waarachtig
wel gaan. Mede doordat de N.K.P.
is opgeheven.
Tenslotte, Monseigneur, onze
hartelijke dank voor het betoonde
geduld. Met eerbiedige groeten
verblijven wij van U. Excellentie,
de meest verknochte zoon,