miWw mmm landbouwbeleid De K.N.B.T.B. SOCIALE WEGWIJZER Dr. Drees acht de principiële verschillen niet zo groot TOEKOMST VAN NEDERLAND IN DEFENSIEF EUROPA Antwoord op politieke bescJiouimngen Regeringsstappen in zaak-Schmidt? van nieuwe lijnen 0utL kostuums; en het Ouderdomswet n. "O I J K.Y.P. organiseert „dag der werkgroepen" Voor- en tegenstanders van gedetailleerd program Autocoats autocoats, heer-en-mode" f89.50 VRIJDAG 26 OKTOBER 1956 PAGINA 4 Gedwongen samenwerking K.V.P.—P.v.d.A. UNIEKE PLAATS OP HET CONTINENT Huwelijk, duurzame scheiding en overlijden. Uitbetaling aan derden Premie-aftrek Ziektekostenverzekering bejaarden Ook kleine bedrijven kunnen rendabel zijn Invloed van industrialisatie In de modder gestikt MET TRACTOR IN HET WATER GEREDEN ROT TE.R D AM -Z Ujl D: {3EIJERLANDSELAAN „Bèiiisvormin^' niet nieuw Geen omzetbelasting textiel en suiker Let op dat nieuwe lijnen spel der mode. Let op Bervoets! Voor steeds iets nieuws, altijd iets goeds. In til van kleuren, in nieuwe ruiten. V.a. f49.- vakwerk van topklasse uit Bervoets' eigen ateliers; van f 69.- tot f215.- Grote keu» in de nieuwste mo dellen Falcon, Kynoch, Crombie. in „misty-morning-ruit", in fijn haarstreepje, in de kleur die u past; van f89.- tot f 225.- Nieuws uit onze speciale afdeling Voor RUST in de avond voor WARMTE in de vroege morgen... 'n Bervoets kamerjas! Nü v.a. f 36.75 ,,Coins-de-feu". het gemakkelijke korte model; v.a:' f 29:75 Nieuwe lijn voor lage prijs! Swagger van velours glacé met moderne stikselgarnering, In rood. in blue, in camel. Maten 38-46 f59.50 Nieuwe lijn in mouw en (door gestikte) kraag. Glacé mohair swagger... op-en-top up-to-date! In lever, iceblue en beige. Maten 40-46 f 119.50 Nieuwe lijn: de martingale! Zuiver wollen tweed in modieus contrasteffect. Maten 38-44. Een ideale leugdige swagger voor Tiethben. dat de regering aan de verre gaande eisen van het Landbouwschap te- gemoet zou kunnen komen. Met deze en andere maatregelen komt het neer op een andere verdeling van het nationaal inkomen, zo ook bij een kinder bijslagregeling als volksverzekering. Men moei. dan geen grotere last op het volk leggen, maar een anders verdeelde last. Hij was het ermee eens, dat prijsstijgin gen zoveel mogelijk moesten worden be perkt. De regeling voor Weduwen en Wezen, welke in de S.E.R, in behandeling was, was reeds zeer ver. gevorderd. De naamsverandering van het ministe rie van Wederopbouw en Volkshuisves ting in Volkshuisvesting en Bouwnijver heid was gedaan op verzoek van minister Witte zelf, daar de wederopbouw in hoofdzaak was voltooid. Tenslotte antwoordde hij de communist De Groot, die weer over de oorlogszuch tige Nato had gesproken en; daarom herinnerde dr. Drees aan de straaljagers, die ntr boven Boedapest vlogen 'en de tanks die daar door de straten rolden, alsmede aan de straaljagers die. Rusland naar Egypte had gestuurd in plaats van' vredesduiven Hij zeide tenslotte te hopen, dat de samenwerking in het kabinet zo zou zijn, dat de besluitvaardigheid erdoor zou winnen om de ontwikkeling in dezelfde lijn te kunnen voortzetten. Bij de replieken werd nog weer eens uitvoerig over de zaak van de kabinets formatie gesproken, waarover wij reeds vier maanden lang iedere dag hebben ge schreven. Prof. Oud kreeg het nog weer eens met de heer Burger aan de stok over de kwestie van een V.V.D.-minister op Verkeer en Waterstaat en de heer Tila- nus trachtte zie*1 te V€™edigen tegen over prof. Roiwme, die de C.H.U. had verweten, ^^woordelijkheid te dragen voor de mislukking der pogingen van D€ Gaay Fortmann. Y)e heer Tilanus antwoordde daarop» dat hij 51 een te zwakke meerderheid had geacht. Tot de heer Tilanus, die de kri tiek van de heer Oud op de minis^€rs te rauw vondzei de beer Oud, dat pollilcit nu eenmaal een hard metier Is; de heer Tilanus wil alles met vriendelijkheid doen, maar dat bewijst, dat de heer Ti lanus te goed is voor dit vak. Prof. Romme bepleitte nog opheffing van het departement van Overzeese Rijks delen en hij vond ook de benaming De partement van Volkshuisvesting rijkelijk voldoende. Hij had er ook bezwaar tegen, dat staatssecretarissen als een half poli tieke, half ambtelijke figuur werden be schouwd. Deze waren volwaardige poli tieke figuren. Waarop dr. Drees antwoordde, dat dan de samenwerking in de ministerraad met zulk een groot aantal te stroef zou wor den. In zijn dupliek benadrukte dr. Drees nog eens, dat hij de principiële verschillen toch niet zo groot achtte. Een flinke oppositie achtte hij evenals de heer Oud wel gezond, maar het scheen in Neder land nu eenmaal of er een gedwongen samenwerking was tussen de P.v.d.A. en de K.V.P. De benaming Noodkabinet van prof. Romme vond hij niet zo erg; ook het kabinet van 1952 zou men zo kunnen noe men. Ter zake doende was wél zijn opmer king aan prof. Romme Inzake het uitein delijk toch toegeven op de vijf bekende punten, n.l. dat men in het algemeen na vier maanden formeren meer bereid was om m bepaalde compromissen toe te stemmen dan in het begin. Prof. Romme had immers duidelijk doen uitkomen, dat hij dit wat de zetelverdeling betreft ook had gedaan. Dé zaak-Schmidt wilde hg op aandrang v»n prof. Romme nog we! bekaken om te zien of er vóór de uitspraak in hoger beroep bepaalde stappen zouden moeten worden gedaan. De voorzitter deelde aan het eind van de vergadering mede, dat op 6 november de Kamer weer bijeen zou komen vpor de algemene financiële beschouwingen, tenzij de aanpassing van de ambtenaren- pensioenen voor die tijd klaar zou zijn voor behandeling. In die vergadering zal eerst, voor zover mogelijk, de beëdiging van de nieuwe Kamerleden geschieden. F. S. Prof. dr. E. de Vries, rector van het. Instituut voor Sociale Studiën te 's-Gra- venhage, heeft voor het congres van het Verbond van Nederlandse Werkgevers een voordracht gehouden, waarin hij naging waar de mogelijkheden liggen van Neder land temidden van de andere landen. Hoewel het westen politiek en psycho logisch vaak in het defensief is, mag het naar sprekers mening op het gebied van economische, sociale en culturele betrek kingen niet een afwachtende houding aan nemen, dat zou zelfmoord zijn. Het over wicht van het westen op technisch, in dustrieel, economisch, financieel terrein is zo groot, dat de landen van Azië, Afrika en Latijns-Amerika terecht naar het Noordatlantisch gebied kijken. De plaats van Nederland in de wereld van vandaag noemde spr. allereerst een plaats in Europa, liever nog in continen taal West-Europa. Hier is onze rol belang rijk. niet alleen wegens onze ligging op het kruispunt van verkeersaders, niet zo zeer ook wegens onze landbouw en in dustriële produktie of onze financiële instellingen. Onze plaats wordt hier veel eer bepaald door een weldoordachte en met bekwaamheid verdedigde politieke, economische en financiële visie op de toekomst van West-Europa. Naar dc mening van prof. De Vries geven de Nederlandse investeringen over zee, wereldhandel cn in toenemende mate Nederlandse diensten op het gebied van verkeer en transport maar ook technische diensten in een groeiende veelvormigheid ons land een unieke plaats in Europa, meer nog dan in de tijd vóór de over dracht van de soevereiniteit In Indonesië. Wfl zijn een maritieme mogendheid ge bleven zonder te grote magnetische bin ding aan een klein deel van de wereld overzee De bijzondere positie van Neder land overzee zo betoogde spreker verder, steunt ook op innige relaties met het achterland, maar in niet mindere mate op ons eigen produktie-apparaat. Prof. De Vries zei tenslotte, dat deze positie van Nederland slechts kan blijven gehandhaafd door een eensgezinde, op het juiste doel gerichte samenwerking van overheid en bedrijfsleven; van het hele bedrijfsleven, ook van de vakbeweging. Nu er geen werkloosheid is, denkt het publiek misschien dat er na de krachts inspanning voor het herstel van de oor logsschade wel wat verslapping mag zijn. Wij kunnen ons echter de luxe van stil zitten niet veroorloven. Wanneer 2 personen, die beiden in het genot zijn van het ongehuwdenpensioen, met elkaar in het huwelijk treden, blijven zij ieder het ongehuwdenpensioen ont vangen. Duurzaam gescheiden levende echtgeno ten, die niet van tafel en bed gescheiden zijn, worden ieder als ongehuwd be schouwd. Zijn beiden echter 85 jaar, dan ontvangen zij niet ieder het ongehuwden pensioen maar slechts de helft van het gehuwdenpensi o én. Dat de wetgever oog heeft gehad voor de financiële moeilijkheden, die onmiddellijk na het overlijden van een gehuwde man of vrouw ontstaan voor de langstlevende, blijkt uit de volgende regeling. Nemen wij een echtpaar dat in het ge not is van het gehuwdenpensioen( de man is dus tenminste 65 jaar oud). Komt nu de vrouw te overlijden, dan ontvangt de man nog 5 maanden na de maand waarin de vrouw overleed het gehuwdenpensioen. Eerst daarna wordt hem het ongehuwden pensioen toegekend. Nog meer medeleven betuigt de wet aan de weduwe. Zij ont vangt na de maand waarin haar (pensioen gerechtigde! man overleed in ieder geval ook nog 5 maanden het gehuwdenpensioen. Dit behoudt zij daarna nog 6 maanden, behalve als zij voor het verstrijken van die 6 maanden 65 jaar wordt. In dat geval krijgt zij het ongehuwdenpensioen m.i.v. de maand waarin zij 65 wordt. Is de wedu we na het verstrijken van de 11 maanden nog geen 65 jaar, dan ontvangt zij niets totdat ze de 65-jarige leeftijd bereikt. Normaliter wordt het gehuwdenpensioen betaalbaar gesteld aan de man. In daar voor in aanmerking komende gevallen echter kan de. Sociale Verzekeringsbank het gehuwdenpensioen voor ten hoogste de helft aan de vrouw beschikbaar stellen. Zulks zal b.v. gebeuren indien de man het pensioen niet besteedt voor het doel waar voor het verstrekt wordt n.l. de basis te leggen voor het levensonderhoud van hem EN zijn echtgenote. Een ieder die pensioengerechtigd is kan een ander machtigen om het pensioen in ontvangst te nemen. Er zijn vele bejaarden die verpleegd worden in een tehuis of die verzorging ge nieten van de zijde van een erkende in stelling van weldadigheid. Indien nu die verpleging of verzorging niet volledig betaald wordt door de gepensioneerde, kan een gedeelte van het pensioen door de Sociale Verzekeringsbank worden uitge keerd aan dat tehuis of die instelling. In dien man en vrouw in zodanige omstan digheden verkeren, dan kan het tehuis of die instelling aanspraak maken op de wer kelijke kosten van de verzorging tot een maximum van 90 o van het pensioen. In dien een van beide echtlieden verzorgd wordt dan kan miximaal een derde van het gehuwdenpensioen aan de instelling of het tehuis worden uitgekeerd. Het pensioen is overigens niet vatbaar voor beslag behalve wanneer dit dient tot verhaal van onderhoudskosten waartoe men wettelijk verplicht is. Het is ons gebleken, dat er verschil van mening bestaat omtrent de vraag of de premie voor de Algemene Ouderdomswet mag worden afgetrokken voor de inkom sten- en loonbelasting. Mede ten gerieve van de heer R. te E. zij vermeld, dat de premie ALTIJD aftrekbaar is; dus ook in het geval, op het inkomen aan premiën voor lijfrenten reeds het maximaal door de fiscus toegestane bedrag ad 3600 per jaar wordt afgetrokken. Ten aanzien van de ziektekostenverze kering voor bejaarden, is een apart wets ontwerp ingediend bij de Tweede Kamer. Daarin wordt voorgesteld om degenen, die een ouderdomspensioen genieten en overi gens niet verplicht verzekerd zijn krach tens het Ziekenfondsbesluit (wel verzekerd is b.v. de 65-jarige, die arbeid in loondienst verricht) in de gelegenheid te stellen om zich te verzekeren bij een ziekenfonds. Zulks echter alleen indien het inkomen van de betrokkene een bepaalde grens (vermoedelijk 3300 per jaar) niet over schrijdt. De premie zal variëren van 0.50 tot 1.- per week. Zodra dit ontwerp tot wet verheven is komen wij hierop uiter aard terug. Hiermede is tevens de vraag van de heer J. J. te U. beantwoord. Vragen over sociale verzekerings wetten kunnen schriftelijk worden ge richt aan onze Sociaal-Economische Redactie, Kortenaerstraat 1, Rotterdam. (Van onze verslaggever) Aan de vooravond van de viering van het zestigjarig bestaan van de Katholieke Boeren en Tuindersbond waren wij in de gelegenheid van de heer C. G. A. Mer- tens, voorzitter van 3e jubilerende bond, zijn visie (e vernemen op enkele der meest actuele problemen die o.m. in de recente regeringsverklaring gedeeltelijk zijn aangesneden. De KNBTB toont zich uiteraard ver heugd pver de ingrijpende veranderingen die in het landbouwbeleid te verwachten zijn, maar het is opgevallen, dat in de regeringsverklaring met geen woord ge rept wordt óver de belangen van de landarbeiders, een voornaam onderdeel van het hervormingsprogram, dat ook door de KNBTB zo vurig wordt gesteund. „Wij zijn nogal ongerust, temeer omdat de diverse voorstellen die tot doel heb ben de kostprijsberekening op een meer reële basis te stellen, als één geheel moe ten worden beschouwd", aldus de heer Mertens. Een ander punt dat in het licht van de belangstelling staat, is het grote pro bleem der kleine boeren en het algehele saneringsvraagstuk, dat ook de afvloeiing van arbeidskrachten impliceert. Het is gevaarlijk om het areaal als basis te ne men voor de waardebepaling van een klein bedrijf. Soms blijken de kernpunten té zijn de structuur Van het bedrijf en het vakmanschap waarmee dit geleid wordt. Doordat veel kleine bedrijven een te smalle basis hebben, b.v. alleen akker bouw of grove tuinbouw, en bovendien het karakter niet voldoende is aangepast aan het arbeidspotentieel, zijn er talrijke kleine bedrijven geweest die verdwenen zijn. In 5 jaar tijds waren dit er onge veer 11.000. De KNBTB voelt weinig voor opheffing of samenvoeging van de kleine bedrijven in het algemeen, aangezien deze ook een eigen bestaansmogelijkheid bezitten, mits zij echter voldoen aan bovengenoemde voorwaarden. Vooral in de zuidelijke provincies, waar zeer veel kleine bedrijven gevestigd zijn, doet zich de invloed van de industrialisa tie krachtig voelen. De afvloeiing naar de fabriek wordt ook veroorzaakt doordat de kleine zelfstandige boeren vergeleken met de industriesector een grote achter stand bezitten ten aanzien van de sociale voorzieningen. Dat echter de kleine boeren reeds een zekere aanpassing aan de nieuwe tijd hebben doorgevoerd, moge blijken uit het feit, dat vrijwel geen bedrijven beneden de 5 ha nog boerenbedrijven ofwel neven inkomsten ontvangen ofwel gedeeltelijk tot de teelt van tuinbouwprodukten zijn overgegaan. Het is vooral de Jeugd die door een goede voorlichting over de mogelijkheden van het kleine bedrijf, ook in onze tijd aangetrokken moet worden. Beroepskeuze na de lagere school kan hiervoor een hulpmiddel zijn. Men mag het dan ook bedroevend noemen, dat er al landbouwscholen gesloten moesten worden hij gebrek aan leerlingen. Een te ruglopen van 1000 tot 750 agrariërs in één gemeente is vrij algemeen waar te ne men in Brabant. Het vereist een zeer ingrijpende studie om te bepalen, wanneer een klein bedrijf rendabel is, terneer omdat dit zo veel van de boer zelf afhangt. De K.N.B.T. is ech ter niet zonder meer voorstander van het bepalen van een minimumgrootte van een boerenbedrijf, terwijl ook het door voeren van vestigingseisen op een te stringente wijze niet gewenst wordt ge acht. Een goede voorlichting, echter niet door de overheid, speciaal op de jeugd gericht én een aan de realiteit aangepaste be drijfsvoering zullen de richting voor een oplossing van dit belangrijke probleem der kleine boeren aan moeten geven, In geen geval een soort kolchosesysteem Op zaterdag 24 november organiseert de K.V.P. een „dag der werkgroepen" als eerste grote demonstratie na de ver kiezingen. De bijeenkomsten vinden plaats te Leeuwarden. Almelo. Amster dam, Bergen op Zoom, Eindhoven, Roer mond en Arnhem. Kamerleden en ande re deskundige inleiders zullen spreken over „de K.V.P. en de kabinetsforma tie", „Bezitsvorming" en „De strijd gaat voort", Door tot dusver onbekende oorzaak is gisteren de 21-jarige ongehuwde G. van de Water uit Bergambacht met zijn tractor in het water langs de Bovenberg aldaar gereden. Daar de man onder de tractor bekneld zat, duurde het enige tijd voordat men hem kon bevrijden. Hij bleek reeds gestikt te zijn in de modder. ï"3lOVH91BW j .93 is fs DREES accentverschil VGRAVENHAGE, 25 oktober 1956. In een rede van nauwelijks vijf kwartier heeft de minister-president, dr. W. Drees, hedenmiddag geantwoord op de algemene politieke be schouwingen, welke gisteren waren gehouden en op de beschouwingen over de regeringsverklaring. Vooraf ging hij met een sober woord in op de door vijf fractjeyoor. zitters afgelegde verklaring aangaande de kwestie Soestdijk, dat WÜ n°g in grootste deel van onze editie konden ver melden. Bij zijn antwoord op de algemene be schouwingen ging de minister-president allereerst in op de kabinetsformatie, hoewel hij zeide, daar over liever te hebben gezwegen, daar hij nu voor zitter is van een kabinet van gemengde samenstel ling. Door hetgeen hierover gisteren was gezegd en gevraagd was dit echter niet mogelijk. Niemand is ten volle tevreden over het verloop van de for matie, zeide dr. Drees, maar als men daarbij wijst op de grote beginselverschillen, zoals prof. Romme en de heer Bruins Slot deden, dan moest hij toch opmerken, dat die er altijd zijn geweest. Bij de kwestie van de bezitsvorming kwam hij daarop nog eens terug met te zeggen, dat er volgens hem hier geen sprake was van een immense politieke strijd, hoogstens van een accent verschil, maar zeker niet voor onoplosbare tegenstellingen. binet niet te veel aan banden moet leg gen. daar men daardoor de ministers hun zelfstandigheid ontneemt. Bij de metho de van prof. Romme zouden veel te veel zaken vojgens de heer Oud binnenska mers worden afgedaan, men zou dan zet- ministers hebben, die men zou laten zit ten juist zoals een bediende die zijn plicht heeft gedaan. Prof. Oud ging nog verder en bepleit te bovendien ook een wisseling van poli tieke richting op de departementen. Prof, Romme was het hiermee aller minst eens. Hij verwees naar 1946, toen dr. Beel was gekomen met een zeer ge detailleerd program, een gedetailleerder program achtte prof. Romme moeilijk denkbaar. Dat ging zelfs prof. Romme nog te ver, maar hü vroeg nu dr. Drees, of hij daarmee zo'n slechte ervaring had gehad. Het bezwaar van prof. Oud, dat dan alles verder binnenskamers werd be handeld. kon hij niet delen, bmdat alles toch in de openbaarheid van de Kamers komt en daar wordt bekritiseerd. Komend op het feit, dat dr. Drees eerst de vijf punten van de K.V.P. ha<* a,f wezen en bij zijn tweede formatie deze toch had aanvaard, zeide hu, dat deze. afwijzing niet alleen van hem uitging, maar van alle fractievoorzitters buiten prof. Romme, daar anders de discussie na vijf weken opnieuw zou worden ge opend. Overigens moest men het verschil zien tussen de uiteindelijke tekst der vijf punten en die van het begin en dan was er ook nog de noodzaak om tenslotte een einde aan de formatie te maken. Na zijn eerste mislukking zeide dr. Drees de wens te kennen te hebben ge geven, verder bij de formatie niet te worden betrokken, maar op aandrang van zijn fractie was hij tenslotte ge zwicht, omdat er anders geen oplossing was te bereiken. Dr Drees zette dan uiteen, dat hij in eerste aanleg meende, een poging te moeten doen tot samenstelling van een kabinet steunend op vijf partijen, wat nog niet wil zeggen, dat dit een noodzakelijk heid moest worden geacht. Tegen prof. Romme bracht hij in, dat hij acht jaar geleden de komst van de heer Stikker zelfs had toegejuicht. Ook wees hij het verwijt van prof- Romme af, dat er bij de samenstelling van het nieuwe kabinet te veel zou zun gezien naar de samenstelling van het oude kabinet. Natuurlijk, aldus dr. Drees, is men daaraan niet gebonden, maar een bepaalde continuïteit achtte hij wel ge wenst, zoals prof. Romme zelf wenste bij O.. K. en W. Een verdeling van porte feuilles binnen een bepaalde sector acht te dr. Drees zeer willekeurig. Hü wees erop, dat de P.v.d.A. ondanks haar win sten bij de verkiezingen nooit om ver meerdering van portefeuilles had ge vraagd, maar zij wenste dan ook geen portefeuilles op te geven waaraan zij was gehecht. Dr. Drees zette nog eens omstandig uit een, dat hij het beter achtte, bij een for matie een niet al te gedetailleerd om schreven program te geven, dat door de fracties zou moeten worden goedgekeurd. Ten eerste kan met 4 jaar niet te voren overzien en bovendien moet men de mi nisters ruimte overlaten om hun beleid te bepalen. Hierbij sloot later de heer Oud zich aan met het argument, dat men het ka- De beiitsvorrning noemde de. minister- president geen ttieuwe zaak. In '47 was deze zaak reeds door prof. Romme aan gesneden en jn 1948 had dr. Drees als minister van Sociale Zaken het initiatief genomen tot instelling van een commis sie tot ondèrzöek naar de bezitsvorming, welke commissie door katholieke voor zitters Was geleid. Het rapport van de commissie was eerst in -1955 verschenen en daarop had minister De Bruijn moe ten wachten. Over het departement van Overzeese Rijksdelen zei de minister-president, dat het zeer goed mogelijk zou zijn, dat men alsnog zou trachten, een nieuwe bewinds man daarvoor aan te trekken. De afbakening van de werkzaamheden van het ministerie van Maatschappelijk Werk was nog niet besproken, een nade re beperking hierover zou nog moeten komen. De figuren van de staatssecretarissen zag dr. Drees als politiek, met alle risico's van dien, reden waarom de heer Burger mter bij de replieken opmerkte, dat men voor deze mensen dan weer niet een nieuwe ambtelijke functie moest gaan scheppen, zoals nu was geschied voor dr. Van de Berge, de oud-staatssecretaris van Financiën, die benoemd was tot rege- ringssommissaris voor de belastingen, In verband met de regeringsverklaring deelde dr. Drees mede, dat er 25 miljoen zou worden uitgetrokken voor de onder ontwikkelde gebieden. Hij betreurde de bedroevende rechte loosheid in het Proces-Schmidt. waarbij hij zijn bewondering uitsprak voor de moed en vasthoudendheid van mevr. Bouman. De zaak-Schmidt komt echter nog in hoger beroep, dus eerst daar"a zal de regering nadere stappen kunnen overwegen. Wat de binnenlandse politiek betreft, achtte dr. Drees het onmogelijk prioritei ten vast te stellen; het kabinet kon niet anders dan de actuele toestand schetsen Dezer dagen zal er een beslissing wor den genomen over de omzetbelasting op textiel en suiker, welker afschaffing zo als men weet 1 januari a.s. afloopt. Meer wilde de minister-president daarover niet zeggen, daar dit i„ de M. v. A. op de algemene financiële beschouwingen dezer dagen zou worden geopenbaard. Zijn wü ingelicht, dan zou deze belasting 1 .janua-ri niet opnieuw worden ingevoerd. erheid dienaangaande was echter nog niet te verkrijgen. Wat de conjunctuur betreft was er vol gens de minister-president geen enkele reden voor paniekstemming; wel moesten 6r maatregelen worden beraamd tegen inflationistische financiering en daarom moest er beperking worden betracht in de overheidsuitgaven, in de investeringen en in de consumptie. In antwoord aan de heer Burger zeide dr. Drees, dat het de bedoeling was, dat overheidsinvesteringen in bedrijven ge paard zouden gaan met evenredige over heidsinvloed. Voor Landbouw zou meer geld nodig zijn, dat uit de staatskas zou moeten ko men of en misschien deels uit hogere prijzen, maar men moest niet de illusie

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1956 | | pagina 4