miWw
mmm
landbouwbeleid
De K.N.B.T.B.
SOCIALE WEGWIJZER
Dr. Drees acht de principiële
verschillen niet zo groot
TOEKOMST VAN NEDERLAND
IN DEFENSIEF EUROPA
Antwoord op politieke bescJiouimngen
Regeringsstappen in zaak-Schmidt?
van nieuwe lijnen
0utL kostuums;
en het
Ouderdomswet
n.
"O
I
J
K.Y.P. organiseert
„dag der werkgroepen"
Voor- en tegenstanders
van gedetailleerd
program
Autocoats
autocoats,
heer-en-mode"
f89.50
VRIJDAG 26 OKTOBER 1956 PAGINA 4
Gedwongen samenwerking
K.V.P.—P.v.d.A.
UNIEKE PLAATS OP HET
CONTINENT
Huwelijk, duurzame scheiding
en overlijden.
Uitbetaling aan derden
Premie-aftrek
Ziektekostenverzekering
bejaarden
Ook kleine bedrijven
kunnen rendabel zijn
Invloed van industrialisatie
In de modder gestikt
MET TRACTOR IN HET
WATER GEREDEN
ROT TE.R D AM -Z Ujl D: {3EIJERLANDSELAAN
„Bèiiisvormin^' niet nieuw
Geen omzetbelasting textiel
en suiker
Let op dat nieuwe lijnen
spel der mode.
Let op Bervoets! Voor steeds
iets nieuws, altijd iets goeds.
In til van kleuren, in nieuwe
ruiten. V.a. f49.-
vakwerk van topklasse
uit Bervoets' eigen ateliers;
van f 69.- tot f215.-
Grote keu» in de nieuwste mo
dellen Falcon, Kynoch, Crombie.
in „misty-morning-ruit", in
fijn haarstreepje, in de kleur die
u past; van f89.- tot f 225.-
Nieuws uit onze
speciale afdeling
Voor RUST in de avond voor
WARMTE in de vroege morgen...
'n Bervoets kamerjas!
Nü v.a. f 36.75
,,Coins-de-feu". het gemakkelijke
korte model; v.a:' f 29:75
Nieuwe lijn voor lage prijs!
Swagger van velours glacé met
moderne stikselgarnering,
In rood. in blue, in camel.
Maten 38-46 f59.50
Nieuwe lijn in mouw en (door
gestikte) kraag. Glacé mohair
swagger... op-en-top up-to-date!
In lever, iceblue en beige.
Maten 40-46 f 119.50
Nieuwe lijn: de martingale!
Zuiver wollen tweed
in modieus contrasteffect.
Maten 38-44.
Een ideale leugdige swagger voor
Tiethben. dat de regering aan de verre
gaande eisen van het Landbouwschap te-
gemoet zou kunnen komen.
Met deze en andere maatregelen komt
het neer op een andere verdeling van het
nationaal inkomen, zo ook bij een kinder
bijslagregeling als volksverzekering. Men
moei. dan geen grotere last op het volk
leggen, maar een anders verdeelde last.
Hij was het ermee eens, dat prijsstijgin
gen zoveel mogelijk moesten worden be
perkt.
De regeling voor Weduwen en Wezen,
welke in de S.E.R, in behandeling was,
was reeds zeer ver. gevorderd.
De naamsverandering van het ministe
rie van Wederopbouw en Volkshuisves
ting in Volkshuisvesting en Bouwnijver
heid was gedaan op verzoek van minister
Witte zelf, daar de wederopbouw in
hoofdzaak was voltooid.
Tenslotte antwoordde hij de communist
De Groot, die weer over de oorlogszuch
tige Nato had gesproken en; daarom
herinnerde dr. Drees aan de straaljagers,
die ntr boven Boedapest vlogen 'en de
tanks die daar door de straten rolden,
alsmede aan de straaljagers die. Rusland
naar Egypte had gestuurd in plaats van'
vredesduiven
Hij zeide tenslotte te hopen, dat de
samenwerking in het kabinet zo zou zijn,
dat de besluitvaardigheid erdoor zou
winnen om de ontwikkeling in dezelfde
lijn te kunnen voortzetten.
Bij de replieken werd nog weer eens
uitvoerig over de zaak van de kabinets
formatie gesproken, waarover wij reeds
vier maanden lang iedere dag hebben ge
schreven. Prof. Oud kreeg het nog weer
eens met de heer Burger aan de stok over
de kwestie van een V.V.D.-minister op
Verkeer en Waterstaat en de heer Tila-
nus trachtte zie*1 te V€™edigen tegen
over prof. Roiwme, die de C.H.U. had
verweten, ^^woordelijkheid te
dragen voor de mislukking der pogingen
van D€ Gaay Fortmann.
Y)e heer Tilanus antwoordde daarop»
dat hij 51 een te zwakke meerderheid had
geacht. Tot de heer Tilanus, die de kri
tiek van de heer Oud op de minis^€rs te
rauw vondzei de beer Oud, dat pollilcit
nu eenmaal een hard metier Is; de heer
Tilanus wil alles met vriendelijkheid
doen, maar dat bewijst, dat de heer Ti
lanus te goed is voor dit vak.
Prof. Romme bepleitte nog opheffing van
het departement van Overzeese Rijks
delen en hij vond ook de benaming De
partement van Volkshuisvesting rijkelijk
voldoende. Hij had er ook bezwaar tegen,
dat staatssecretarissen als een half poli
tieke, half ambtelijke figuur werden be
schouwd. Deze waren volwaardige poli
tieke figuren.
Waarop dr. Drees antwoordde, dat dan
de samenwerking in de ministerraad met
zulk een groot aantal te stroef zou wor
den.
In zijn dupliek benadrukte dr. Drees
nog eens, dat hij de principiële verschillen
toch niet zo groot achtte. Een flinke
oppositie achtte hij evenals de heer Oud
wel gezond, maar het scheen in Neder
land nu eenmaal of er een gedwongen
samenwerking was tussen de P.v.d.A. en
de K.V.P.
De benaming Noodkabinet van prof.
Romme vond hij niet zo erg; ook het
kabinet van 1952 zou men zo kunnen noe
men.
Ter zake doende was wél zijn opmer
king aan prof. Romme Inzake het uitein
delijk toch toegeven op de vijf bekende
punten, n.l. dat men in het algemeen na
vier maanden formeren meer bereid was
om m bepaalde compromissen toe te
stemmen dan in het begin. Prof. Romme
had immers duidelijk doen uitkomen, dat
hij dit wat de zetelverdeling betreft ook
had gedaan.
Dé zaak-Schmidt wilde hg op aandrang
v»n prof. Romme nog we! bekaken om
te zien of er vóór de uitspraak in hoger
beroep bepaalde stappen zouden moeten
worden gedaan.
De voorzitter deelde aan het eind van
de vergadering mede, dat op 6 november
de Kamer weer bijeen zou komen vpor
de algemene financiële beschouwingen,
tenzij de aanpassing van de ambtenaren-
pensioenen voor die tijd klaar zou zijn
voor behandeling. In die vergadering zal
eerst, voor zover mogelijk, de beëdiging
van de nieuwe Kamerleden geschieden.
F. S.
Prof. dr. E. de Vries, rector van het.
Instituut voor Sociale Studiën te 's-Gra-
venhage, heeft voor het congres van het
Verbond van Nederlandse Werkgevers een
voordracht gehouden, waarin hij naging
waar de mogelijkheden liggen van Neder
land temidden van de andere landen.
Hoewel het westen politiek en psycho
logisch vaak in het defensief is, mag het
naar sprekers mening op het gebied van
economische, sociale en culturele betrek
kingen niet een afwachtende houding aan
nemen, dat zou zelfmoord zijn. Het over
wicht van het westen op technisch, in
dustrieel, economisch, financieel terrein
is zo groot, dat de landen van Azië, Afrika
en Latijns-Amerika terecht naar het
Noordatlantisch gebied kijken.
De plaats van Nederland in de wereld
van vandaag noemde spr. allereerst een
plaats in Europa, liever nog in continen
taal West-Europa. Hier is onze rol belang
rijk. niet alleen wegens onze ligging op
het kruispunt van verkeersaders, niet zo
zeer ook wegens onze landbouw en in
dustriële produktie of onze financiële
instellingen. Onze plaats wordt hier veel
eer bepaald door een weldoordachte en
met bekwaamheid verdedigde politieke,
economische en financiële visie op de
toekomst van West-Europa.
Naar dc mening van prof. De Vries
geven de Nederlandse investeringen over
zee, wereldhandel cn in toenemende mate
Nederlandse diensten op het gebied van
verkeer en transport maar ook technische
diensten in een groeiende veelvormigheid
ons land een unieke plaats in Europa,
meer nog dan in de tijd vóór de over
dracht van de soevereiniteit In Indonesië.
Wfl zijn een maritieme mogendheid ge
bleven zonder te grote magnetische bin
ding aan een klein deel van de wereld
overzee De bijzondere positie van Neder
land overzee zo betoogde spreker verder,
steunt ook op innige relaties met het
achterland, maar in niet mindere mate op
ons eigen produktie-apparaat.
Prof. De Vries zei tenslotte, dat deze
positie van Nederland slechts kan blijven
gehandhaafd door een eensgezinde, op het
juiste doel gerichte samenwerking van
overheid en bedrijfsleven; van het hele
bedrijfsleven, ook van de vakbeweging.
Nu er geen werkloosheid is, denkt het
publiek misschien dat er na de krachts
inspanning voor het herstel van de oor
logsschade wel wat verslapping mag zijn.
Wij kunnen ons echter de luxe van stil
zitten niet veroorloven.
Wanneer 2 personen, die beiden in het
genot zijn van het ongehuwdenpensioen,
met elkaar in het huwelijk treden, blijven
zij ieder het ongehuwdenpensioen ont
vangen.
Duurzaam gescheiden levende echtgeno
ten, die niet van tafel en bed gescheiden
zijn, worden ieder als ongehuwd be
schouwd. Zijn beiden echter 85 jaar, dan
ontvangen zij niet ieder het ongehuwden
pensioen maar slechts de helft van het
gehuwdenpensi o én.
Dat de wetgever oog heeft gehad voor de
financiële moeilijkheden, die onmiddellijk
na het overlijden van een gehuwde man
of vrouw ontstaan voor de langstlevende,
blijkt uit de volgende regeling.
Nemen wij een echtpaar dat in het ge
not is van het gehuwdenpensioen( de man
is dus tenminste 65 jaar oud). Komt nu de
vrouw te overlijden, dan ontvangt de man
nog 5 maanden na de maand waarin de
vrouw overleed het gehuwdenpensioen.
Eerst daarna wordt hem het ongehuwden
pensioen toegekend. Nog meer medeleven
betuigt de wet aan de weduwe. Zij ont
vangt na de maand waarin haar (pensioen
gerechtigde! man overleed in ieder geval
ook nog 5 maanden het gehuwdenpensioen.
Dit behoudt zij daarna nog 6 maanden,
behalve als zij voor het verstrijken van die
6 maanden 65 jaar wordt. In dat geval
krijgt zij het ongehuwdenpensioen m.i.v.
de maand waarin zij 65 wordt. Is de wedu
we na het verstrijken van de 11 maanden
nog geen 65 jaar, dan ontvangt zij niets
totdat ze de 65-jarige leeftijd bereikt.
Normaliter wordt het gehuwdenpensioen
betaalbaar gesteld aan de man. In daar
voor in aanmerking komende gevallen
echter kan de. Sociale Verzekeringsbank
het gehuwdenpensioen voor ten hoogste
de helft aan de vrouw beschikbaar stellen.
Zulks zal b.v. gebeuren indien de man het
pensioen niet besteedt voor het doel waar
voor het verstrekt wordt n.l. de basis te
leggen voor het levensonderhoud van hem
EN zijn echtgenote.
Een ieder die pensioengerechtigd is kan
een ander machtigen om het pensioen in
ontvangst te nemen.
Er zijn vele bejaarden die verpleegd
worden in een tehuis of die verzorging ge
nieten van de zijde van een erkende in
stelling van weldadigheid. Indien nu die
verpleging of verzorging niet volledig
betaald wordt door de gepensioneerde, kan
een gedeelte van het pensioen door de
Sociale Verzekeringsbank worden uitge
keerd aan dat tehuis of die instelling. In
dien man en vrouw in zodanige omstan
digheden verkeren, dan kan het tehuis of
die instelling aanspraak maken op de wer
kelijke kosten van de verzorging tot een
maximum van 90 o van het pensioen. In
dien een van beide echtlieden verzorgd
wordt dan kan miximaal een derde van
het gehuwdenpensioen aan de instelling
of het tehuis worden uitgekeerd.
Het pensioen is overigens niet vatbaar
voor beslag behalve wanneer dit dient tot
verhaal van onderhoudskosten waartoe
men wettelijk verplicht is.
Het is ons gebleken, dat er verschil van
mening bestaat omtrent de vraag of de
premie voor de Algemene Ouderdomswet
mag worden afgetrokken voor de inkom
sten- en loonbelasting. Mede ten gerieve
van de heer R. te E. zij vermeld, dat de
premie ALTIJD aftrekbaar is; dus ook in
het geval, op het inkomen aan premiën
voor lijfrenten reeds het maximaal door
de fiscus toegestane bedrag ad 3600 per
jaar wordt afgetrokken.
Ten aanzien van de ziektekostenverze
kering voor bejaarden, is een apart wets
ontwerp ingediend bij de Tweede Kamer.
Daarin wordt voorgesteld om degenen, die
een ouderdomspensioen genieten en overi
gens niet verplicht verzekerd zijn krach
tens het Ziekenfondsbesluit (wel verzekerd
is b.v. de 65-jarige, die arbeid in loondienst
verricht) in de gelegenheid te stellen om
zich te verzekeren bij een ziekenfonds.
Zulks echter alleen indien het inkomen
van de betrokkene een bepaalde grens
(vermoedelijk 3300 per jaar) niet over
schrijdt. De premie zal variëren van 0.50
tot 1.- per week. Zodra dit ontwerp tot
wet verheven is komen wij hierop uiter
aard terug. Hiermede is tevens de vraag
van de heer J. J. te U. beantwoord.
Vragen over sociale verzekerings
wetten kunnen schriftelijk worden ge
richt aan onze Sociaal-Economische
Redactie, Kortenaerstraat 1, Rotterdam.
(Van onze verslaggever)
Aan de vooravond van de viering van
het zestigjarig bestaan van de Katholieke
Boeren en Tuindersbond waren wij in de
gelegenheid van de heer C. G. A. Mer-
tens, voorzitter van 3e jubilerende bond,
zijn visie (e vernemen op enkele der
meest actuele problemen die o.m. in de
recente regeringsverklaring gedeeltelijk
zijn aangesneden.
De KNBTB toont zich uiteraard ver
heugd pver de ingrijpende veranderingen
die in het landbouwbeleid te verwachten
zijn, maar het is opgevallen, dat in de
regeringsverklaring met geen woord ge
rept wordt óver de belangen van de
landarbeiders, een voornaam onderdeel
van het hervormingsprogram, dat ook
door de KNBTB zo vurig wordt gesteund.
„Wij zijn nogal ongerust, temeer omdat
de diverse voorstellen die tot doel heb
ben de kostprijsberekening op een meer
reële basis te stellen, als één geheel moe
ten worden beschouwd", aldus de heer
Mertens.
Een ander punt dat in het licht van
de belangstelling staat, is het grote pro
bleem der kleine boeren en het algehele
saneringsvraagstuk, dat ook de afvloeiing
van arbeidskrachten impliceert. Het is
gevaarlijk om het areaal als basis te ne
men voor de waardebepaling van een
klein bedrijf. Soms blijken de kernpunten
té zijn de structuur Van het bedrijf en het
vakmanschap waarmee dit geleid wordt.
Doordat veel kleine bedrijven een te
smalle basis hebben, b.v. alleen akker
bouw of grove tuinbouw, en bovendien
het karakter niet voldoende is aangepast
aan het arbeidspotentieel, zijn er talrijke
kleine bedrijven geweest die verdwenen
zijn. In 5 jaar tijds waren dit er onge
veer 11.000.
De KNBTB voelt weinig voor opheffing
of samenvoeging van de kleine bedrijven
in het algemeen, aangezien deze ook een
eigen bestaansmogelijkheid bezitten, mits
zij echter voldoen aan bovengenoemde
voorwaarden.
Vooral in de zuidelijke provincies, waar
zeer veel kleine bedrijven gevestigd zijn,
doet zich de invloed van de industrialisa
tie krachtig voelen. De afvloeiing naar de
fabriek wordt ook veroorzaakt doordat
de kleine zelfstandige boeren vergeleken
met de industriesector een grote achter
stand bezitten ten aanzien van de sociale
voorzieningen.
Dat echter de kleine boeren reeds een
zekere aanpassing aan de nieuwe tijd
hebben doorgevoerd, moge blijken uit het
feit, dat vrijwel geen bedrijven beneden
de 5 ha nog boerenbedrijven ofwel neven
inkomsten ontvangen ofwel gedeeltelijk
tot de teelt van tuinbouwprodukten zijn
overgegaan.
Het is vooral de Jeugd die door een
goede voorlichting over de mogelijkheden
van het kleine bedrijf, ook in onze tijd
aangetrokken moet worden.
Beroepskeuze na de lagere school kan
hiervoor een hulpmiddel zijn. Men mag
het dan ook bedroevend noemen, dat er
al landbouwscholen gesloten moesten
worden hij gebrek aan leerlingen. Een te
ruglopen van 1000 tot 750 agrariërs in één
gemeente is vrij algemeen waar te ne
men in Brabant.
Het vereist een zeer ingrijpende studie
om te bepalen, wanneer een klein bedrijf
rendabel is, terneer omdat dit zo veel van
de boer zelf afhangt. De K.N.B.T. is ech
ter niet zonder meer voorstander van het
bepalen van een minimumgrootte van
een boerenbedrijf, terwijl ook het door
voeren van vestigingseisen op een te
stringente wijze niet gewenst wordt ge
acht.
Een goede voorlichting, echter niet door
de overheid, speciaal op de jeugd gericht
én een aan de realiteit aangepaste be
drijfsvoering zullen de richting voor een
oplossing van dit belangrijke probleem
der kleine boeren aan moeten geven, In
geen geval een soort kolchosesysteem
Op zaterdag 24 november organiseert
de K.V.P. een „dag der werkgroepen"
als eerste grote demonstratie na de ver
kiezingen. De bijeenkomsten vinden
plaats te Leeuwarden. Almelo. Amster
dam, Bergen op Zoom, Eindhoven, Roer
mond en Arnhem. Kamerleden en ande
re deskundige inleiders zullen spreken
over „de K.V.P. en de kabinetsforma
tie", „Bezitsvorming" en „De strijd gaat
voort",
Door tot dusver onbekende oorzaak is
gisteren de 21-jarige ongehuwde G. van
de Water uit Bergambacht met zijn tractor
in het water langs de Bovenberg aldaar
gereden. Daar de man onder de tractor
bekneld zat, duurde het enige tijd voordat
men hem kon bevrijden. Hij bleek reeds
gestikt te zijn in de modder.
ï"3lOVH91BW j .93 is fs
DREES
accentverschil
VGRAVENHAGE, 25 oktober 1956.
In een rede van nauwelijks vijf kwartier heeft de minister-president,
dr. W. Drees, hedenmiddag geantwoord op de algemene politieke be
schouwingen, welke gisteren waren gehouden en op de beschouwingen
over de regeringsverklaring. Vooraf ging hij met
een sober woord in op de door vijf fractjeyoor.
zitters afgelegde verklaring aangaande de
kwestie Soestdijk, dat WÜ n°g in
grootste deel van onze editie konden ver
melden. Bij zijn antwoord op de algemene be
schouwingen ging de minister-president allereerst
in op de kabinetsformatie, hoewel hij zeide, daar
over liever te hebben gezwegen, daar hij nu voor
zitter is van een kabinet van gemengde samenstel
ling. Door hetgeen hierover gisteren was gezegd
en gevraagd was dit echter niet mogelijk. Niemand
is ten volle tevreden over het verloop van de for
matie, zeide dr. Drees, maar als men daarbij wijst
op de grote beginselverschillen, zoals prof. Romme
en de heer Bruins Slot deden, dan moest hij toch opmerken, dat die
er altijd zijn geweest. Bij de kwestie van de bezitsvorming kwam hij
daarop nog eens terug met te zeggen, dat er volgens hem hier geen
sprake was van een immense politieke strijd, hoogstens van een accent
verschil, maar zeker niet voor onoplosbare tegenstellingen.
binet niet te veel aan banden moet leg
gen. daar men daardoor de ministers hun
zelfstandigheid ontneemt. Bij de metho
de van prof. Romme zouden veel te veel
zaken vojgens de heer Oud binnenska
mers worden afgedaan, men zou dan zet-
ministers hebben, die men zou laten zit
ten juist zoals een bediende die zijn plicht
heeft gedaan.
Prof. Oud ging nog verder en bepleit
te bovendien ook een wisseling van poli
tieke richting op de departementen.
Prof, Romme was het hiermee aller
minst eens. Hij verwees naar 1946, toen
dr. Beel was gekomen met een zeer ge
detailleerd program, een gedetailleerder
program achtte prof. Romme moeilijk
denkbaar. Dat ging zelfs prof. Romme
nog te ver, maar hü vroeg nu dr. Drees,
of hij daarmee zo'n slechte ervaring had
gehad. Het bezwaar van prof. Oud, dat
dan alles verder binnenskamers werd be
handeld. kon hij niet delen, bmdat alles
toch in de openbaarheid van de Kamers
komt en daar wordt bekritiseerd.
Komend op het feit, dat dr. Drees eerst
de vijf punten van de K.V.P. ha<* a,f
wezen en bij zijn tweede formatie deze
toch had aanvaard, zeide hu, dat deze.
afwijzing niet alleen van hem uitging,
maar van alle fractievoorzitters buiten
prof. Romme, daar anders de discussie
na vijf weken opnieuw zou worden ge
opend. Overigens moest men het verschil
zien tussen de uiteindelijke tekst der vijf
punten en die van het begin en dan was
er ook nog de noodzaak om tenslotte een
einde aan de formatie te maken.
Na zijn eerste mislukking zeide dr.
Drees de wens te kennen te hebben ge
geven, verder bij de formatie niet te
worden betrokken, maar op aandrang
van zijn fractie was hij tenslotte ge
zwicht, omdat er anders geen oplossing
was te bereiken.
Dr Drees zette dan uiteen, dat hij in
eerste aanleg meende, een poging te
moeten doen tot samenstelling van een
kabinet steunend op vijf partijen, wat nog
niet wil zeggen, dat dit een noodzakelijk
heid moest worden geacht. Tegen prof.
Romme bracht hij in, dat hij acht jaar
geleden de komst van de heer Stikker
zelfs had toegejuicht.
Ook wees hij het verwijt van prof-
Romme af, dat er bij de samenstelling
van het nieuwe kabinet te veel zou zun
gezien naar de samenstelling van het
oude kabinet. Natuurlijk, aldus dr. Drees,
is men daaraan niet gebonden, maar een
bepaalde continuïteit achtte hij wel ge
wenst, zoals prof. Romme zelf wenste bij
O.. K. en W. Een verdeling van porte
feuilles binnen een bepaalde sector acht
te dr. Drees zeer willekeurig. Hü wees
erop, dat de P.v.d.A. ondanks haar win
sten bij de verkiezingen nooit om ver
meerdering van portefeuilles had ge
vraagd, maar zij wenste dan ook geen
portefeuilles op te geven waaraan zij was
gehecht.
Dr. Drees zette nog eens omstandig uit
een, dat hij het beter achtte, bij een for
matie een niet al te gedetailleerd om
schreven program te geven, dat door de
fracties zou moeten worden goedgekeurd.
Ten eerste kan met 4 jaar niet te voren
overzien en bovendien moet men de mi
nisters ruimte overlaten om hun beleid
te bepalen.
Hierbij sloot later de heer Oud zich
aan met het argument, dat men het ka-
De beiitsvorrning noemde de. minister-
president geen ttieuwe zaak. In '47 was
deze zaak reeds door prof. Romme aan
gesneden en jn 1948 had dr. Drees als
minister van Sociale Zaken het initiatief
genomen tot instelling van een commis
sie tot ondèrzöek naar de bezitsvorming,
welke commissie door katholieke voor
zitters Was geleid. Het rapport van de
commissie was eerst in -1955 verschenen
en daarop had minister De Bruijn moe
ten wachten.
Over het departement van Overzeese
Rijksdelen zei de minister-president, dat
het zeer goed mogelijk zou zijn, dat men
alsnog zou trachten, een nieuwe bewinds
man daarvoor aan te trekken.
De afbakening van de werkzaamheden
van het ministerie van Maatschappelijk
Werk was nog niet besproken, een nade
re beperking hierover zou nog moeten
komen.
De figuren van de staatssecretarissen
zag dr. Drees als politiek, met alle risico's
van dien, reden waarom de heer Burger
mter bij de replieken opmerkte, dat men
voor deze mensen dan weer niet een
nieuwe ambtelijke functie moest gaan
scheppen, zoals nu was geschied voor dr.
Van de Berge, de oud-staatssecretaris van
Financiën, die benoemd was tot rege-
ringssommissaris voor de belastingen,
In verband met de regeringsverklaring
deelde dr. Drees mede, dat er 25 miljoen
zou worden uitgetrokken voor de onder
ontwikkelde gebieden.
Hij betreurde de bedroevende rechte
loosheid in het Proces-Schmidt. waarbij
hij zijn bewondering uitsprak voor de
moed en vasthoudendheid van mevr.
Bouman. De zaak-Schmidt komt echter
nog in hoger beroep, dus eerst daar"a
zal de regering nadere stappen kunnen
overwegen.
Wat de binnenlandse politiek betreft,
achtte dr. Drees het onmogelijk prioritei
ten vast te stellen; het kabinet kon niet
anders dan de actuele toestand schetsen
Dezer dagen zal er een beslissing wor
den genomen over de omzetbelasting op
textiel en suiker, welker afschaffing zo
als men weet 1 januari a.s. afloopt. Meer
wilde de minister-president daarover niet
zeggen, daar dit i„ de M. v. A. op de
algemene financiële beschouwingen dezer
dagen zou worden geopenbaard. Zijn wü
ingelicht, dan zou deze belasting 1
.janua-ri niet opnieuw worden ingevoerd.
erheid dienaangaande was echter
nog niet te verkrijgen.
Wat de conjunctuur betreft was er vol
gens de minister-president geen enkele
reden voor paniekstemming; wel moesten
6r maatregelen worden beraamd tegen
inflationistische financiering en daarom
moest er beperking worden betracht in
de overheidsuitgaven, in de investeringen
en in de consumptie.
In antwoord aan de heer Burger zeide
dr. Drees, dat het de bedoeling was, dat
overheidsinvesteringen in bedrijven ge
paard zouden gaan met evenredige over
heidsinvloed.
Voor Landbouw zou meer geld nodig
zijn, dat uit de staatskas zou moeten ko
men of en misschien deels uit hogere
prijzen, maar men moest niet de illusie