Amerikanen witte doek V, krij van televisie en genoeg ZWERFTOCHT DOOR DE EEUWEN 7 ZENUWEN Neurotonic Hitchcocks „Wrong Man" anders dan anders ^bEVOR HOWARD WORDT ROMANTISCH BETERE STUKKEN op het oude niveau Artistieke Mei konijn voor de televisie i Vb °°rnaamste klacht van filmbedrijf: tekort aan speelfilms Wat wij niet kunnen tellen en meten.... ïeÈ alV-6- teIevisie Nieuw programma Nederlands Film- instituut Helène Oosthoek De grote culturen Herman Krebbers in Italië Niet uit liet rijk der fantasie, maar naar liet leven et Elsa Martinelli, een tweede La Lollo, in Manuela Hans van Bergen ACTUALITEITEN Scharoff terug Ha?is Roest V t>e' V' ZATERDAG 16 FEBRUARI 1957 „Het uur explosief" PAGINA 5 Het boeiendste hoekdat ik in de laatste tijd heb gelezen, is geen roman maar een verzameling opstellen over de grote culturen der mensheid. Het is geschreven door Ivar Lissner en verscheen onder de titel „Levend Verleden bij de Uitgeverij P. IS. van Kampen en Zn. te Amsterdam. Eerst enige ivoorden over deze Nederlandse editie. De bewerking is door mr. E. Straat met kennis van zaken en grote toewijding gedaan. Het lijvige boekwerk is verlucht met tientallen interessante foto s, met inzicht gekozen en voortreffelijk gerepro duceerd. Een aantal overzichtelijke kaartjes stellen de lezer in staat zich m eén oogopslag te oriënteren. Voor het naslaan van bepaalde onderwerpen zijn uitvoerige zaak- en naamregisters samengesteld. Het. gehele werk getuigt van de ernstige wil om dit bijzondere werk het voorname en smaakvolle uiterlijk te geven, dat het verdient. En daarin is men zeer zeker geslaagd. ®<"dt U volledig de baas met verdovend maar genezend *&nuwpreparaat dezer tijden HET EEN SLUIT HET ANDER NIET UIT T ill I t ■Ém l"Ali, een tweede La Lolla, c%e,lspeelster van T revor 1,1 "Manuela", haar eerste Britse film. R. BLIJSTRA reiziger in Hellas Geen afgedane zaak Nakaarten met Johan Kaart (60) Record Nieuwe film V«' as": aC» Wereldnieuws a t i v (Van onze filmredacteur) A ^llerhanrtCrikaanse Pnbüek begint lang- t)uvisie p genoeg te krijgen van de een A "eert terug naar de bioscoop, h- erïoek iBr 4 gehele land ingesteld v t biosconnl Rebleken. dat verleden jaar tn?T het °Dbezo.ek in de Verenigde Staten j n. Van nFS' SII,ds HH8 weer is toegeno- h» %enn, iaar af was als gevolg van "'ekemt6 verbreiding der televisie (adje „Jkse filmbezoek van 90 miljoen gedaald tot 45.800.000 in 1955. is nu het nieuwtje o ^QllQ TaI. nieuwtje t)!n 'n is n H- Rowley, die 140 biosco- con+r„YerscllilIende Amerikaanse ste- £*6 e"A°leert: ^Het Publiek begint ho- tv® eispn 7 pu 1» D stellen aan wat het te zien di °t staa daIin2 in het bioscoopbezoek e 2elfs J1 fie^omen en er zijn tekenen, p een stijging wijzen." ^rt Li?ptimistische geluiden, die een h 'hber ien steken onder de ftiiiF do D^r po I onaer ae riem ri; n0g frstemde bioscoop-eigenaars, 11 ,Qie s versterkt Hnnr Hp riem van wor- ld» Zijn I7fs4erk4 door de redevoeringen, v b hp?f.uden Widens een in de afge- ven», "erfst to -vij... K^htie vk'te New York gehouden con- rna"> do „Theatre Owners of Ame- hi ahsp »^rootste organisatie van Ame- is ek i.?i0®cooP-exploitanten. Weliswaar V de ev^f -x2.6 redevoeringen, dat zich aareniffrj„ 44e van de bioscopen in de San c ade Staten invrjinen^n u ?U£ens het nieuwe programma, dat net Nederlands Filminstituut voor 1957 heeft opgesteld, zullen de leergangen over het ambacht van de filmkunstenaar worden voortgezet en in belangrijke ma- te uitgebreid. Daarmee wordt geleidelijk een stevige basis gelegd voor een toekom stige vakopleiding, waaraan in Nederland zeker behoefte is. De Academische Filmstudieweek, die dit jaar voor de vierde maal in Utrecht zal worden gehouden, krijgt tot thema: ,De relaties van de film tot de werkelijk heid". Nederlandse en buitenlandse des kundigen zullen in een tiental voordrach ten diverse facetten van dit thema nader uitwerken. In de loop van het komende voorjaar zullen bovendien t,e Groningen, in samen werking met de Groningse studentenver eniging „Vindicat atque polit" vier filmstudie-avonden worden georganiseerd. Over een te Nijmegen te houden sympo sion over ..Film als taal" worden nog be sprekingen gevoerd. Voorts wordt medewerking verleend aan de Filmweek in Den Haag. o.m. met een congresdag en een scenarioprijsvraag voor de schooljeugd. - -o Filmvoorlichting en -instructie worden lig aannemen, dat de frequentie in het I ook. gegeven met behulp van de reizende bioscoopbezoek zowel als het aantal film-I tentoonstelling „De film in beeld" waar- neinebbers in Nederland zijn toegenomen.'mee al meer dan 20 schoien en andere instellingen zijn bezocht van de redevoeringen op deze conven tie niet een protest was tegen de televi sie en de verkoop van duizenden films aan dit medium, maar wel een onafge broken klacht over een tekort aan speel films. Over de televisie werd ditmaal nau welijks meer gesproken. In Nederland heeft men in het filmbe drijf van de televisie (nog?) helemaal geen last. Over 1956 bedroegen de bezoek cijfers van t Nederlandse bioscoopbedrijf bijna 70 miljoen, dit is 3.915.000 of 5,9 pc't. meer dan in 1955. De stijging, die sedert 1953 in de bezoekcijfers viel waar te nemen, heeft zich in 1956 zelfs in versnelde mate voortgezet. Nu is men geneigd om deze opmerke lijke vooruitgang toe te schrijven aan de regenachtige zomermaanden van ver leden jaar. maar dat is niet juist. Na tuurlijk is het weer van invloed geweest, maar het had beslist geen doorslagge vende betekenis. Men mag daarom vei Helène Oosthoek heeft gisteravond in de Rolzaal aan het Binnenhof te Den Haag een merkwaardige poging gedaan om het voor velen ongenaakbare vers der experimentele dichters beter te doen be grijpen. In een cyclus van door haar zelf uitgekozen gedichten van voornamel\jk Nederlandse dichters en van Paul Celan en Jacques Prevert, waaraan zij de naam „Het uur explosief" gegeven had, heeft zij haar declamatie gekoppeld aan buiten- poëtische middelen als geluid, belichting en peinture. Zowel uit de titel van haar voordracht als uit de gekozen gedichten blijkt vrij duidelijk, dat hier toch eigenlijk wordt teruggegrepen naar die vorm van expres sionisme die in Paul van Ostayen een vroeg hoogtepunt vond. Hortend en stotend, botsend en wrang, vol angst en verzet manifesteert zich in de experimen telen van wie Helène Oosthoek enkele gedichten voordroeg, in wezen een histo rische doublure uit de tijd na de eerste wereldoorlog. Hoewel w\j alle respect hebben voor de wijze waarop zjj hier aan het publiek een introductie geeft op dichters als Paul Rodenko, Lucebert, Ellen Warmond, Hugo Claus, Remco Campert, Gerrit Kouwenaar en nog enkele anderen, is bjj ons toch de vraag gaan rqzen of al het gespeel met bliksem en donder, met groen en rood licht, met slagwerk, geluidseffecten en de achtergrond van Willem Hussems abstract schilderij nodig is om ons de toegang te verschaffen tot deze moderne poëzie. De kracht van een vers moet in het vers zelf liggen en als Rodenko zegt, dat er zich in deze poëzie een tendens bevindt, om zich te verbinden met het element klank, dan is het de vraag of het transpo neren van het gedrukte woord naar het gezegde vers deze verbinding al niet tot stand brengt. Het expressief vermogen de reis om de wereld in tachtieVemven'»" hoek reeds 7o!rioft rf'1" aa" H,elène Oost- Maar Lissner maakt van deze reis één af- moderne poëzie ^oten i,m- fn u°m de7erond on §roots montuur, want hij „vindt rnouerne poezie tot voltooiing te brengen ,n pom.oi_ in het uitspreken ervan. H. J. W. Al kan men dan bepaalde namen en feiten gemakkelijk opzoeken, toch is „Le vend Verleden" beslist geen naslagwerk: men leest het van het begin tot het einde geboeid uit. Het gaat over feiten, ver schijnselen. voortbrengselen en figuren van de oude beschavingen. De vertaler noemt het boek zeer raak „een duizelingwekken- v?a heTT ,S4a4en ingrijpende wijzigingen ,1 v°ltrekken zijn onder de invloed en c°mP'ex van economische facto- v itatiP de televisie en dat deze ex- Li1164 in haar huidige, ouderwetse ??ar al kunnen blijven gehandhaafd, 1hg er het algemeen was de stem- M j. ?ar wij in „Film" het orgaan hP'iftiUf tdeidandse Bioscoopbond lezen, ?lSe en gaf men op ondubbelzin- 1 in j uitdrukking aan zijn vertrou- V0ob de toekomst. aSsins °.u4slders is het wellicht een ver- te vernemen, dat de grondtoon (Advertentie) Herman Krebbers maakt op het ogen blik een tournee door Italië, waar hij concerten geeft in Palermo, Messina. Rome, Milaan, Turijn, Perugia, Merano, Venetie, Triest en enige andere plaat sen. In Perugia werd hij na zijn eerste con cert uitgenodigd onmiddellijk een twee de concert te verzorgen, een Beethoven- avond, in plaats van David Oistrach, die zijn concerten in Europa heeft af gezegd. Herman Krebbers wordt op ka mermuziekavonden begeleid door Mari- nus Flipse. feiten cn factoren de samenhang en het blijvende". De stof, die dc auteur in het 440 blad zijden tellende boek heeft samengebracht, is zo veelomvattend, dat het onmogelijk is in kort bestek een ook maar enigszins betrouwbare indruk van de inhoud tc ge ven. Uit de beschavingsgeschiedenissen van Griekenland. Zuid- en Midden Ameri ka (Inca's bijv.). Japan (een schitterend hoofdstuk over de geweldenaar Hokusai. de „tekengek"), China en de landen van het Nabije- en Midden-Oosten worden de sprekendste episodes verteld fascine rend en soms schier ongelooflijk. Maar zeer terecht zegt de auteur op bladzijde 339 iets, dat dé toekomstige le zer van dit boek (en het is te hopen, dat het er velen zullen zijn reeds bi.i voorbaat ter harte kan nemen: „Misschien is het grootste euvel van deze tijd, dat wij alles, wat we niet kunnen tellen en Vera Miles en Henry Fonda spelen de hoofdr0llen in „The Wrong Man", de nieuwste film, van Alfred Hitchcock. <tiKestal vet De Liefde te maken gehad. hie, ,Tam hi^' in z^n fRms, in aanra- va? middelbare leeftijd op eu c -4 - Sik.4 cïi,ri-tse filmacteur Trevor Howard ba reidB:,aar zii" r°mantische repertoire V b In ziin vruchtbare filmloop- i»aihio beer Howard maar heel k.eeSl5,?et D= T- tij^am °twdame' Vol l164 dappere hart hoog in dienst ,t-"t n„ 4 en vaderland. Maar daarin fi.Vl'm ?^andering komen. Inzijnnieuw- ie 4 tot KManueIa" kriiet hij Elsa Marti- Cjj' dat pKenspeelster, een Italiaans meis- tiih Lm? uers4e in aanmerking komt om vorigida als de schoonheidsko- l-iven 11611 I4aliaanse witte doek te tjla d e kw'6 Zepi/111?1 ?PeeJt Howard de rol van Mo u;kaPltein. De jonge Elsa is een til d al ,een havenbuurt dat zich, ver- kaiu»sjon Cr War.heef4 wet( -t lden'titeit_aan het licht komt, ba? selïin kaiultsjongen. aan boord van 'h!r eft weten te verbergen. Als bussen beiden een vurige te" Pod??1, ^uy Hamilton heeft zes da- ^«h8r°te fi 5®frad voor de verfilming van ■Hi? Vo0r ®fdesscène en nog eens vier da- IVlart'6 scène's- waarin Howard en btaaJl?elH elkaar nader leren ken- e j "et resultaat, verklaren dege- dl adB^.uPnarnen hebben gezien, is dan tmbenemend. rep: e' 4°t iedere liefdesscène". dop,sltuatiSSeur Hamilton „is dat de man tsj-t Tre 6 volkomen beheerst. En dat fe 4®h nu juist. Zelfs toen hij zijn •tijj-'heiij ns de repetities sprak, kwam nnHor rlo i'nHrnlr rTat v o o t- het 'tj kblarti??,6.54 verbaasd daarover was? °tirt?frseia„ j (R zeH. die vóór haar komst den fst^jjfr.d verklaarde: „Ik word ver- tïiri5 deze film dolverliefd te wor- niet °Ward- He4 split me, maar ik tli af_d j dat dat aannemelijk is. Mr. Sf»ia, Mart?ar,Y00r nie4 de iulste man"., ^ilv-leken frelli wenst niet te worden *°gt a lvr„met Lollo, Sophia Loren of E].fr®an°t ..Ik wil subtieler zijn'?. «1 z° onder de indruk, dat ze er Van kreeg". a is trouwens heel anders dan 'V de meeste Italiaanse filmschoonheden Ze is een lang. tamelijk slank meisje van 21 jaar met piekerig, taankleuri.g haar. Maar er straalt een vurige gloed uit haar amberkleurige ogen en zij beweegt zich met de sierlijkheid van een p&nter. In een enkel jaar is zij er in geslaagd, de top van de „glamour"ladder te berei ken. Het begon, toen Kirk Douglas haar foto zag op de omslag van een tijdschrift, en haar vroeg zijn tegensoeelster te zijn in een Western. Deze film. getiteld „The Indian Fighter" had niet veel succes, maar Martinelli des temeer. Sindsdien heeft ze hoofdrollen gespeld in vier an dere films, drie in Italië' en één in Hol lywood. en in haar eerste Britse film heeft ze Trevor Howard en Pedro Armen- dariz, de zuidamerikaanse Clark Gable naast zich. „Ik kom uit een gezin van negen kin deren". heeft ze eens verklaard, „en sinds de kleine Elsa het goed heeft, heeft ook mijn familie het goed. Ik deed de was, toen in 14 was. trad op als mannequin, toen ik 16 werd en nu, op 21-jarige leef tijd, ben ik actrice. Kleden wassen en kleren tonen kon ik goed en dus wil ik nu ook een goede actrice zijn, maar daarbij wens ik mijn kleren aan te hou den". ^an". de nieuwste film, die Alfred Hitchcock voor Warner Bros maakt, is in verschillende opzichten an ders dan andere „Hitchcocks". Op de eerste plaats zocht, en vond de grootmeester van de spanning zijn stof ditmaal niet in de wereld van de fan tasie, maar in de werkelijkheid van het dagelijkse leven. Een musicus van een orkestje in de New Yorkse Club wordt geheel ten on rechte beschuldigd van diverse over vallen o.a. op het kantoor van een ver zekeringsmaatschappij en op verschillende winkels. Zijn onschuld moet dus gemakke lijk te bewijzen zijn. Da-t dacht de musi cus Manny Balestrero ook. toen hij op 14 januari 1953 werd gearresteerd. Maar hij vergiste zich. De ambtelijke molen begon te draaien. De bewijzen tegen hem stapelden zich op, getuigen legden be zwarende verklaringen af. Andere getui gen die zijn onschuld hadden kunnen be wijzen. bleken inmiddels te zijn overle den. Kortom, de strop sloot zich steeds nauwer om de hals van de onschuldige. Op de hem eigen, spannende wijze heeft Hitchcock deze benauwende ont wikkeling geschilderd, die nu eens geen fantasie is. maar afschuwelijke werkelijk heid. Met het oog op deze realiteit heeft Hitchcock besloten om. tegen zijn vaste ernieuwing moet nu eenmaal van de grond af gebeuren, wil zij werkelijk een vernieuwing zijn. We kunnen dus zomaar geen fasen over slaan Eeist zullen wij aan onszelf moeten werken. Zelf beter leren spelen, alvorens wij kunnen gaan denken aan stukken van een hoger niveau. Springen wij klakkeloos over op een nieuw repertoire, dan maken wij de giootste brokken. Onze zalen lopen leeg. We draaien onze club de nek om. Hiermee zijn noch wij noch de gemeenschap gediend. Wij verliezen een prachtige viije-tijdsbesteding; de gemeenschap veel afleiding, veel vertier. We zullen dus eerst moeten trachten onze oude vertrouwde stukken beter te brengen. W ij vervreemden ons publiek dan niet door het plotseling stukken voor te zetten, die het niet van ons gewend is en die wij niet aan kunnen, maar wij gewennen het langzaam maar zeker aan beter spel, aan heter toneel. Ook hij het publiek zal dan het verlangen ontstaan naar stukken van 'n heter en hoger gehalte. De ontwikkeling gaat dan geleidelijk aan. En de vernieuwing zal een succes blijken tc worden. We zullen dus eerst aan onszelf moeten werken, zelf beter leren spelen, alvo rens wij aan een nieuw repertoire 'kunnen gaan denken. We zullen eerst moeten trachten onze oude vertrouwde stukken beter over het voetlicht te brengen. We hebben hiervoor indertijd al enkele middelen aan gegeven. En we zullen hier op nog wel eens terugkomen. Maar wilt dit nu zeggen, dat wij voor lopig streng moeten vasthouden aan ons vertrouwde repertoirtje van draken? Na tuurlijk niet We moeten het een doen en het ander niet laten. We moeten aan ons zelf werken, maar tegelijk reeds uitzien naar een beter repertoire. Het betere repertoire behoort ongetwij feld tot de tweede fase. Terwijl wij aan onszelf werken, moet ons oog gericht zijn op het betere reper toire. Wat wil het eigenlijk zeggen: het betere repertoire? We hebben van alle kanten geconstateerd, dat het amateurtoneel stukken over het voetlicht brengt, die ver beneden alle peil blijven. Sentimentele stukken die speculeren op val's gevoel en dit alleen nog maar aanwakkeren. Met deze stukken boekte het amateur toneel grootse successen. Het volk genoot ervan. Dit was helemaal naar zijn smaak. Dit was jammer, want het amateur toneel kan juist zo'n grote invloed ten goe de op het volk uitoefenen. Als het maar betere stukken brengt. De invloedsfeer van het amateurtoneel is zeer groot. Veel groter dan van het beroepstoneel, dat ge bonden is aan een paar schouwburgen. Het amateurtoneel is over het hele land verspreid tot in de kleinste uithoeken. En overal bloeit het en groeit he,t nog steeds. Dus is het heel logisch, dat mensen met groter verantwoordelijkheidsgevoel zich moeilijk bij deze toestand van goedkope successen konden neerleggen. Het was ook jammer voor de tonelis ten zelf. Want de beoefening van het to neel kan en moet van grote waarde zijn voor de vorming van de beoefenaars zeif. Maar natuurlijk niet. als zij al hun ener gie en vrije tijd verspillen aan dergelijke bovengenoemde stukken. Heel wat kansen bleven onbenut. Wat het amateurtoneel KON betekenen, bete kende het in de meeste gevallen juist niet. In plaats van een invloed ten goede, ging er veelal en nivellerende invloed van het toneel uit. We moeten natuurlijk oppassen om niet teveel te veralgemeniseren. Er hebben natuurlijk altijd clubs bestaan, van wie invloed ten goede uitging. Maar we kijken nu over het algemeen. En dan was het resultaat dikwijls zeer bedroevend. Onder de krachtige stuwing van men sen met meer verantwoordelijkheidsge voel ontstond daarom geleidelijk aan een nieuw repertoire van zeer behoorlijke en zelfs zeer hoogstaande stukken. En nu staan we tegenover dit nieuwe repertoire. Ook wij willen graag anders. Ook wij willen graag een invloed ten goe de uitoefenen door ons spel. En we willen zelf ook graag hogerop. Maar.kunnen wij dit nieuwe reper toire al aan? Gedeeltelijk, ja. Het nieuwe repertoire biedt ons „OOK NU REEDS" stukken, die op ons eigen niveau liggen. Eenvoudige, maar goede, verantwoorde stukken! De kardinale fout van vele verenigin gen schuilt hierin, dat zij haar eigen kun nen overschatten en plotseling oversprin gen op stukken, die ver boven hun krach ten uitgaan. En dergelijke stukken biedt het nieuwe repertoire in overvloed. Want ook hier hebben vele vernieuwers te hoog gegrepen, of laten we liever zeggen mis gegrepen. Zij grepen naar het repertoire van het beroepstoneel. Een begrijpelijke leactie op hetgeen het amateurtoneel vroeger placht te brengen, maar een vol komen, foutieve reactie Wij moeten grijpen naar stukken van ons eigen niveau, van ons eigen kunnen. Wij mogen gerust onmiddellijk breken met onze oude draken en moeten dit zelfs, maar hiervoor in de plaats mogen w'.l geen stukken plaatsen, die ons kun nen te boven gaan. Stukken die goed zijn en alleszins verantwoord en waarvan ook een invloed ten goede uitgaat, hetzij door de strekking, hetzij door de fijne en wer kelijke humor, maar overigens dóódsimpe le stukken, die wij door stevige voorberei ding en onder goede leiding volkomen on der de knie kunnen krijgen. Met dergelijke stukken zullen wij ons publiek niet vervreemden en als wij der gelijke stukken volledig in onze fnacht hebben, kunnen wij ook eens gaan denken aan wat moeilijkere, misschien nog wat hoger staande stukken. Het een sluit het ander dus niet uit. Werkt aan u zelf en richt tegelijk uw oog op het nieuwe repertoire. Maar brandt uw vingers niet aan stukken, die uw krachten te boven «aan. De gevolgen zul len dan niet uitblijven. gewoonte in. de film te „signeren" door een korte verschijning als figurant op het witte doek. Ook in dit opzicht is dus „Tlhe Wrong Man", waarin Henry Fonda en Vera Miles de hoofdrollen spelen, anders dan de andere Hitchcock-films. In Hollywood is men momenteel al weer druk bezig met het aanwijzen van films, die in aanmerking komen voor de jaar lijkse Oscars, de hoogste onderscheiding, die aan een film kan worden toegekend. Zo zijn de Franse film „De Wereld der Stilte", de Deense film,, Waar de bergen drijven" en de Amerikaanse film „The Naked Eye" geplaatst op de lijst van do cumentaire films, die voor een Oscar in aanmerking komen. De Britse Filmacademie in Londen heeft de Franse film „Gervaise" als bes te buitenlandse film van het jaar 1956 aan gewezen. Francois Périer. die in deze film een hoofdrol speelt, werd tevens on derscheiden als de beste buitenlandse ac teur. De onderscheiding voor de beste Britse film ging naar „Reach for the sky", waarin het leven wordt geschilderd van de Britse piloot Douglas Bader. Tot beste Britse acteur werd gekozen Peter Finch voor zijn rol in de film „A Town like Alice" en tot beste actrice Virginia McKenna, voor haar rol in de zelfde film. Als beste buitenlandse actri ce werd aangewezen Anna Magnani voor haar spel in „The Rose Tattoo". De prijs voor het beste Britse scenario ging naar Nigel Balchin, de auteur van „The Man who never was". De Italiaanse prijs voor de beste film van 1956 is toegekend aan „De Machinist" van Pietro Germi. PETER SCHA ROFF komt dezer dagen weer in ons land. Iedere toneelliefhebber weet wat dit be tekent: er zal weer een Russisch stuk op het repertoire komen. Ditmaal is het ,,Het huwe lijk", de klucht van Nikola j Gogol die een jaar of acht geleden door Rot terdams Toneel onder de titel „Trou wen" werd gespeeld. Het stuk is lang niet van de kwaliteit van „De revisor" waarvan de Haagsche Comedie des tijds een onsterfelijke vertoning gaf met Cees Laseur als de burgemeester. Maar het Haagse gezelschap heeft met Jan Retèl, Luc Lutz, Ida Wasserman om er enkele te noemen de ge. boren blijspel-acteurs die onder lei ding van Scharoff tot iets bijzonders kunnen komen. Afwachten maar tot eind maart de première komt in de Koninklijke Schouwburg. De raadsel achtige Rus Gogol staat daarmee weer eens in de belangstelling en het is de moeite waard in dit verband te melden dat zojuist een lijvige biografie van Gogol is verschenen. Zij werd ge. schreven door de Britse toneelkenner David Magarshack, van wiens hand onlangs ook levensbeschrijvingen ver schenen over Stanislavsky en Tsje- chov. Zeer gedegen zij het wat droog geschreven werken, vooral interes sant om het nog onbekende corres- pendentiemateriaal dat de schrijver benutte. De uitgever is Faber Fa- ber te Londen. meten, voor sprookjes houden, voor fan tasie, voor verdichtsels en bedenksels. Wij worden daardoor exact en wetenschappe lijk". En verder: „Maar zeer grote waarden gaan daarmee voor ons verloren, name lijk de niet meetbare werkelijkheid. Wij hebben geen eerbied meer voop- mythen en geen contact meer met de echte wortels van het leven. Eens was het woord nog van betekenis, in een tijd, toen de ge vaarlijke kunst van het schrijven en de nog gevaarlijker van het drukken onbe kend waren. Meten en tellen leiden tot atomen en vernietiging geloof daaren tegen tot leven Het ziet er naar uit, dat c"t besef in ons land reeds enige tijd groeiende is. Er zijn verleden jaar verscheidene boe ken over Griekenland verschenen reis verhalen, maar ook bundels reisbrieven, welke dieper indringen in het wezen van de Griekse beschaving, die, eeuwenoud, nog steeds van de grootste betekenis voor ons is. Mr. Straat noemt dit „het besef, dat het aardse verleden geen afged ne zaak is, niet dood is en versteend, maar werkt tot op deze dag en dit uur". In zijn sublieme „Tweemaal Apollo" (Het Spectrum, Utrecht) heeft Jan Engelman dit gevoel wel heel overtuigend tot uit drukking gebracht. R. Blijstra heeft zijn boek over Grieken land de eenvoudige titel „Reiziger in Hel las" gegeven, maar hij is veel en veel meer dan een oppervlakkige bezoeker geweest. Er is voor hem in de oude we reld een nieuwe wereld opgerezen en met bewondering en diep onder de indruk ver telt hij wat er in hem is omgegaan bij het aanschouwen van oude schoonheid en wijsheid Vreemd, en toch direct „her kend". Blijstra's boek, door de Bezige Bij te Amsterdam royaal uitgegeven en met schitterende foto's geïllustreerd, is voor belangstellenden, die geen klassieke oplei ding hebben genoten, een prachtige en waardevolle inleiding tot een der indruk wekkendste hoofdstukken uit de geschie denis der mensheid. Het is een lofwaardig maar zeer moei lijk streven, te proberen de jeugd voor zover mogelijk vertrouwd te maken met de wondere wereld van het Oude Grieken land. Mary McGregor heeft zich gewaagd aan een poging, de machtige geschiedenis der Grieken in eenvoudige, boeiende hoofd stukken na te vertellen. Zij is in haar opzet ten volle geslaagd en met vreugde kondigen wij de Nederlandse bewerking van haar „Geschiedenis van Griekenland" aan. Het boek is vertaald en bewerkt door Jeroen Franke, met medewerking van dr. B. Keulen en drs.. P. Hijmans. De Uitgeverij C.A.J. van Dishoeck te Bussum heeft het imposante boekwerk een waardig aanzien gegeven: fors, smaak vol en rijk geïllustreerd met uitstekende tekeningen van A. A. Tadema. De schrijfster heeft de overgrote rijk dom aan feiten, mythen en legenden zo duidelijk en overzichtelijk mogelijk onder verdeeld. Zij deed dit in maar liefst 103 hoofdstukken kort, helder en boeiend. I De eerste twintig bevatten de overleve- ringen en heldendichten, de andere be handelen de bewogen Griekse geschiede nis van plm. 900 v. Chr. (Opkomst van Sparta) tot de komst van de Romeinen, bijna 600 jaar later. „De Geschiedenis van Griekenland" is een boek om te bezitten, want men zal er dikwijls uit willen herlezen. Het is in de eerste plaats bedoeld voor de jeugd, maar ook ouderen zullen er door ge boeid worden en er veel uit kunnen leren. (Van onze Amsterdamse redactie) ZEVENTIG maal heeft Johan Kaart met alle ernst en fijne humor, welke hem als het levend geworden begrip van de wat grove Amster damse gein moeilijk zou moeten vallen maar die hij zich integendeel vrij vlot weer eigen heeft ge maakt dat tekent zijn acteurstalent het ima ginaire konijn Harvey op de planken van de Kleine Komedie gebracht. „Dat aantal is pas een begin", vertelt Kaart. „Het Konijn en ik" belooft een grote serie te worden, net zo iets als „Potasch en Perle- moer en „De Vier Mullers". Het was een experi ment. Ik wou zelf graag eens een ernstige rol heb ben, maar ja, de vraag was hoe het publiek, dat nu al jaren lang „rot-laehertjes" van mij verwacht daarop zou reageren. Nu, die angst was volkomen overbodig. Ik krijg de ene volle zaal na de andere." Johan Kaart is een fe nomeen in onze toneelwe reld. Achttien jaar heeft hij nu zijn eigen gezel schap, zonder subsidie, het enige beroepsensemble, dat geen enkele financi- ele steun krijgt. „Ik ga er ook niet om vragen," verklaart Kaart ons, „mijn trots is juist dat ik het al die jaren gerooid heb en hoe!" Zondag wordt hij zes tig jaar en daarom zijn we met Kaart wat gaan nakaarten. We troffen hem in de dansschool van Sandmann aan de Amstel. waar hij met zijn mede spelers bezig was met de regierepetities voor de t.v.-opvoering van „Het Konijn en ik", dat woens dag 20 februari door de KRO in een studio-uit zending op het scherm wordt gebracht. Kaart kon wel even weg, omdat hij als Elwood P. Dowd met opkomen moest wach ten tot zijn zuster (Tilly PérinBouwmeester) en haar dochtertje (Rita Vreeling) klaar waren met telefoneren. Zoiets duurt wel eventjes. VORIG jaar vierde Kaart zijn veertigja rig toneeljubileum Zijn carrière begon bij de Kon. Ned. Vereeniging .Nederlandsch Toneel" waar hij een dramatische rol speelde in „Mea Cul pa" van jhr. Van Riems dijk samen met Louis Bouwmeester en Rika Hopper. Bij het Schouw toneel van Jan Musch en „Comoedia" speelde hij vervolgens karakterrollen totdat hij zijn komisch talent kon botvieren bij het Verenigd Toneel van Ed. Verkade. o.a. in „De knecht van twee mees ters" van Goldoni en ..De Bruiloft van Camacho" van Langendi.ik. Kaart ging daarna met een ei gen gezelschap in zee met o.a. Fien de la Mar en Jan van Ees. Erg kort maar, want de revue had hem nodig. Een paar jaar was hij partner van Bu- ziau in de grote Bouw meesterrevue, tot hij in 1939 opnieuw zelf een to neelgroep vormde. En met dit gezelschap nu heeft hij in 3 1/2 jaar niet min der dan 1250 keer „Pot asch en Perlemoer" ge speeld, een vaderlands record, een prestatie die enig in ons land is. Het vervolg op dit stuk .Pot asch en Perlemoer met vakantie" werd 500 maal opgevoerd en „De vier Mullers'" 350 keer. En nu dan „Het Konijn". Kaart ziet geen bezwaar in die lange series. „Een bezwaar zijn alleen lege stoelen en daarvoor be hoef ik niet bang te zijn." Ook de leden van Kaarts gezelschap vervelen die series niet. „Bij mij hoe ven ze maar weinig te re peteren, mijnheer.hele dagen vrij LUC VAN GENT, de jonge regisseur van de KRO-t.v. die een speciaal saxofoon wijsje heeft laten compo neren om Harvey's aan wezigheid nog sterker te suggereren geeft aan wijzingen. „Gewoon pra ten en gewoon doen," brengt hij de spelers bij. „Niet te nadrukkelijk iets beweren, want het micro foon-oor en het camera oog zijn vlakbij en nemen alles op: veel meer dan het publiek in een zaal, die nog een meter of tien van het toneel geschei den is.'' Kaart kent het camera werk wel; voor hem le vert dat niet zoveel moei lijkheden op. Zijn „Pot asch" is ook al eens voor de t.v. geweest en boven dien kan de diamanten feesteling bogen op een rijke filmervaring. Zijn rollen in ,,De Jantjes", ..Malle Gevallen", „De Biig van het Regiment" zal de oudere generatie zich nog wei herinneren. Maar ook na 1945 had Kaart zijn aandeel in de produkten van de Duiven- drechtse droomfabriek: „Sterren stralen overal", „Een koninkrijk voor een huis", en „Ciske de Rat". Half april staat hij op nieuw voor de lenzen, die dan bezig zijn met de op namen voor de nieuwste film: .Kleren maken de man". Wat de 60-jarige daarin speelt weet hij nog niet precies. De Duitse re gisseur Jacobi is doende hem een rol op het lijf te schrijven. „Wanneer ik met spe len ga ophouden? Zoals ik me nu voel ,wil ik nog wel 50 jaar mee!"

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 5