Amerikanen
witte doek
V,
krij
van televisie
en
genoeg
ZWERFTOCHT DOOR DE EEUWEN
7 ZENUWEN
Neurotonic
Hitchcocks „Wrong Man" anders
dan anders
^bEVOR HOWARD WORDT
ROMANTISCH
BETERE STUKKEN op het oude niveau
Artistieke
Mei konijn voor de televisie
i
Vb
°°rnaamste klacht van filmbedrijf:
tekort aan speelfilms
Wat wij niet kunnen tellen
en meten....
ïeÈ alV-6- teIevisie
Nieuw programma
Nederlands Film-
instituut
Helène Oosthoek
De grote culturen
Herman Krebbers
in Italië
Niet uit liet rijk der fantasie, maar
naar liet leven
et Elsa Martinelli, een tweede La Lollo,
in Manuela
Hans van Bergen
ACTUALITEITEN
Scharoff terug
Ha?is Roest
V
t>e'
V'
ZATERDAG 16 FEBRUARI 1957
„Het uur explosief"
PAGINA 5
Het boeiendste hoekdat ik in de laatste tijd heb gelezen, is geen
roman maar een verzameling opstellen over de grote culturen der
mensheid. Het is geschreven door Ivar Lissner en verscheen onder
de titel „Levend Verleden bij de Uitgeverij P. IS. van Kampen en Zn.
te Amsterdam. Eerst enige ivoorden over deze Nederlandse editie.
De bewerking is door mr. E. Straat met kennis van zaken en grote
toewijding gedaan. Het lijvige boekwerk is verlucht met tientallen
interessante foto s, met inzicht gekozen en voortreffelijk gerepro
duceerd. Een aantal overzichtelijke kaartjes stellen de lezer in staat
zich m eén oogopslag te oriënteren. Voor het naslaan van bepaalde
onderwerpen zijn uitvoerige zaak- en naamregisters samengesteld.
Het. gehele werk getuigt van de ernstige wil om dit bijzondere werk
het voorname en smaakvolle uiterlijk te geven, dat het verdient. En
daarin is men zeer zeker geslaagd.
®<"dt U volledig de baas met
verdovend
maar genezend
*&nuwpreparaat dezer tijden
HET EEN SLUIT HET
ANDER NIET UIT
T ill
I t ■Ém
l"Ali, een tweede La Lolla,
c%e,lspeelster
van
T revor
1,1 "Manuela", haar eerste
Britse film.
R. BLIJSTRA
reiziger in Hellas
Geen afgedane zaak
Nakaarten
met Johan Kaart (60)
Record
Nieuwe film
V«'
as":
aC»
Wereldnieuws
a t i v
(Van
onze filmredacteur)
A
^llerhanrtCrikaanse Pnbüek begint lang-
t)uvisie p genoeg te krijgen van de
een A "eert terug naar de bioscoop,
h- erïoek iBr 4 gehele land ingesteld
v t biosconnl Rebleken. dat verleden jaar
tn?T het °Dbezo.ek in de Verenigde Staten
j n. Van nFS' SII,ds HH8 weer is toegeno-
h» %enn, iaar af was als gevolg van
"'ekemt6 verbreiding der televisie
(adje „Jkse filmbezoek van 90 miljoen
gedaald tot 45.800.000 in 1955.
is nu het nieuwtje
o ^QllQ TaI. nieuwtje
t)!n 'n is n H- Rowley, die 140 biosco-
con+r„YerscllilIende Amerikaanse ste-
£*6 e"A°leert: ^Het Publiek begint ho-
tv® eispn 7 pu
1» D stellen aan wat het te zien
di °t staa daIin2 in het bioscoopbezoek
e 2elfs J1 fie^omen en er zijn tekenen,
p een stijging wijzen."
^rt Li?ptimistische geluiden, die een
h 'hber ien steken onder de
ftiiiF do D^r po I onaer ae riem
ri; n0g frstemde bioscoop-eigenaars,
11 ,Qie s versterkt Hnnr Hp
riem van
wor-
ld» Zijn I7fs4erk4 door de redevoeringen,
v b hp?f.uden Widens een in de afge-
ven», "erfst to -vij...
K^htie vk'te New York gehouden con-
rna"> do „Theatre Owners of Ame-
hi ahsp »^rootste organisatie van Ame-
is ek i.?i0®cooP-exploitanten. Weliswaar
V de ev^f -x2.6 redevoeringen, dat zich
aareniffrj„ 44e van de bioscopen in de
San c ade Staten invrjinen^n
u ?U£ens het nieuwe programma, dat
net Nederlands Filminstituut voor 1957
heeft opgesteld, zullen de leergangen
over het ambacht van de filmkunstenaar
worden voortgezet en in belangrijke ma-
te uitgebreid. Daarmee wordt geleidelijk
een stevige basis gelegd voor een toekom
stige vakopleiding, waaraan in Nederland
zeker behoefte is.
De Academische Filmstudieweek, die
dit jaar voor de vierde maal in Utrecht
zal worden gehouden, krijgt tot thema:
,De relaties van de film tot de werkelijk
heid". Nederlandse en buitenlandse des
kundigen zullen in een tiental voordrach
ten diverse facetten van dit thema nader
uitwerken.
In de loop van het komende voorjaar
zullen bovendien t,e Groningen, in samen
werking met de Groningse studentenver
eniging „Vindicat atque polit" vier
filmstudie-avonden worden georganiseerd.
Over een te Nijmegen te houden sympo
sion over ..Film als taal" worden nog be
sprekingen gevoerd.
Voorts wordt medewerking verleend
aan de Filmweek in Den Haag. o.m. met
een congresdag en een scenarioprijsvraag
voor de schooljeugd.
- -o Filmvoorlichting en -instructie worden
lig aannemen, dat de frequentie in het I ook. gegeven met behulp van de reizende
bioscoopbezoek zowel als het aantal film-I tentoonstelling „De film in beeld" waar-
neinebbers in Nederland zijn toegenomen.'mee al meer dan 20 schoien en andere
instellingen zijn bezocht
van de redevoeringen op deze conven
tie niet een protest was tegen de televi
sie en de verkoop van duizenden films
aan dit medium, maar wel een onafge
broken klacht over een tekort aan speel
films. Over de televisie werd ditmaal nau
welijks meer gesproken.
In Nederland heeft men in het filmbe
drijf van de televisie (nog?) helemaal
geen last. Over 1956 bedroegen de bezoek
cijfers van t Nederlandse bioscoopbedrijf
bijna 70 miljoen, dit is 3.915.000 of 5,9 pc't.
meer dan in 1955. De stijging, die sedert
1953 in de bezoekcijfers viel waar te
nemen, heeft zich in 1956 zelfs in versnelde
mate voortgezet.
Nu is men geneigd om deze opmerke
lijke vooruitgang toe te schrijven aan
de regenachtige zomermaanden van ver
leden jaar. maar dat is niet juist. Na
tuurlijk is het weer van invloed geweest,
maar het had beslist geen doorslagge
vende betekenis. Men mag daarom vei
Helène Oosthoek heeft gisteravond in
de Rolzaal aan het Binnenhof te Den
Haag een merkwaardige poging gedaan
om het voor velen ongenaakbare vers der
experimentele dichters beter te doen be
grijpen. In een cyclus van door haar zelf
uitgekozen gedichten van voornamel\jk
Nederlandse dichters en van Paul Celan
en Jacques Prevert, waaraan zij de naam
„Het uur explosief" gegeven had, heeft
zij haar declamatie gekoppeld aan buiten-
poëtische middelen als geluid, belichting
en peinture.
Zowel uit de titel van haar voordracht
als uit de gekozen gedichten blijkt vrij
duidelijk, dat hier toch eigenlijk wordt
teruggegrepen naar die vorm van expres
sionisme die in Paul van Ostayen een
vroeg hoogtepunt vond. Hortend en
stotend, botsend en wrang, vol angst en
verzet manifesteert zich in de experimen
telen van wie Helène Oosthoek enkele
gedichten voordroeg, in wezen een histo
rische doublure uit de tijd na de eerste
wereldoorlog.
Hoewel w\j alle respect hebben voor de
wijze waarop zjj hier aan het publiek een
introductie geeft op dichters als Paul
Rodenko, Lucebert, Ellen Warmond, Hugo
Claus, Remco Campert, Gerrit Kouwenaar
en nog enkele anderen, is bjj ons toch de
vraag gaan rqzen of al het gespeel met
bliksem en donder, met groen en rood
licht, met slagwerk, geluidseffecten en de
achtergrond van Willem Hussems abstract
schilderij nodig is om ons de toegang te
verschaffen tot deze moderne poëzie.
De kracht van een vers moet in het
vers zelf liggen en als Rodenko zegt, dat
er zich in deze poëzie een tendens bevindt,
om zich te verbinden met het element
klank, dan is het de vraag of het transpo
neren van het gedrukte woord naar het
gezegde vers deze verbinding al niet tot
stand brengt. Het expressief vermogen de reis om de wereld in tachtieVemven'»"
hoek reeds 7o!rioft rf'1" aa" H,elène Oost- Maar Lissner maakt van deze reis één af-
moderne poëzie ^oten i,m- fn u°m de7erond on §roots montuur, want hij „vindt
rnouerne poezie tot voltooiing te brengen ,n pom.oi_
in het uitspreken ervan. H. J. W.
Al kan men dan bepaalde namen en
feiten gemakkelijk opzoeken, toch is „Le
vend Verleden" beslist geen naslagwerk:
men leest het van het begin tot het einde
geboeid uit. Het gaat over feiten, ver
schijnselen. voortbrengselen en figuren van
de oude beschavingen. De vertaler noemt
het boek zeer raak „een duizelingwekken-
v?a heTT ,S4a4en ingrijpende wijzigingen
,1 v°ltrekken zijn onder de invloed
en c°mP'ex van economische facto-
v itatiP de televisie en dat deze ex-
Li1164 in haar huidige, ouderwetse
??ar al kunnen blijven gehandhaafd,
1hg er het algemeen was de stem-
M j. ?ar wij in „Film" het orgaan
hP'iftiUf tdeidandse Bioscoopbond lezen,
?lSe en gaf men op ondubbelzin-
1 in j uitdrukking aan zijn vertrou-
V0ob de toekomst.
aSsins °.u4slders is het wellicht een ver-
te vernemen, dat de grondtoon
(Advertentie)
Herman Krebbers maakt op het ogen
blik een tournee door Italië, waar hij
concerten geeft in Palermo, Messina.
Rome, Milaan, Turijn, Perugia, Merano,
Venetie, Triest en enige andere plaat
sen.
In Perugia werd hij na zijn eerste con
cert uitgenodigd onmiddellijk een twee
de concert te verzorgen, een Beethoven-
avond, in plaats van David Oistrach,
die zijn concerten in Europa heeft af
gezegd. Herman Krebbers wordt op ka
mermuziekavonden begeleid door Mari-
nus Flipse.
feiten cn factoren de samenhang en het
blijvende".
De stof, die dc auteur in het 440 blad
zijden tellende boek heeft samengebracht,
is zo veelomvattend, dat het onmogelijk is
in kort bestek een ook maar enigszins
betrouwbare indruk van de inhoud tc ge
ven. Uit de beschavingsgeschiedenissen
van Griekenland. Zuid- en Midden Ameri
ka (Inca's bijv.). Japan (een schitterend
hoofdstuk over de geweldenaar Hokusai.
de „tekengek"), China en de landen van
het Nabije- en Midden-Oosten worden de
sprekendste episodes verteld fascine
rend en soms schier ongelooflijk.
Maar zeer terecht zegt de auteur op
bladzijde 339 iets, dat dé toekomstige le
zer van dit boek (en het is te hopen,
dat het er velen zullen zijn reeds bi.i
voorbaat ter harte kan nemen: „Misschien
is het grootste euvel van deze tijd, dat
wij alles, wat we niet kunnen tellen en
Vera Miles en Henry Fonda spelen de hoofdr0llen in „The Wrong Man",
de nieuwste film, van Alfred Hitchcock.
<tiKestal vet De Liefde te maken gehad.
hie, ,Tam hi^' in z^n fRms, in aanra-
va? middelbare leeftijd op
eu c -4 -
Sik.4 cïi,ri-tse filmacteur Trevor Howard
ba reidB:,aar zii" r°mantische repertoire
V b In ziin vruchtbare filmloop-
i»aihio beer Howard maar heel
k.eeSl5,?et D= T-
tij^am
°twdame'
Vol l164 dappere hart hoog in dienst
,t-"t n„ 4 en vaderland. Maar daarin
fi.Vl'm ?^andering komen. Inzijnnieuw-
ie 4 tot KManueIa" kriiet hij Elsa Marti-
Cjj' dat pKenspeelster, een Italiaans meis-
tiih Lm? uers4e in aanmerking komt om
vorigida als de schoonheidsko-
l-iven 11611 I4aliaanse witte doek te
tjla d e
kw'6 Zepi/111?1 ?PeeJt Howard de rol van
Mo u;kaPltein. De jonge Elsa is een
til d al ,een havenbuurt dat zich, ver-
kaiu»sjon
Cr War.heef4 wet(
-t lden'titeit_aan het licht komt,
ba? selïin kaiultsjongen. aan boord van
'h!r eft weten te verbergen. Als
bussen beiden een vurige
te" Pod??1, ^uy Hamilton heeft zes da-
^«h8r°te fi 5®frad voor de verfilming van
■Hi? Vo0r ®fdesscène en nog eens vier da-
IVlart'6 scène's- waarin Howard en
btaaJl?elH elkaar nader leren ken-
e j "et resultaat, verklaren dege-
dl
adB^.uPnarnen hebben gezien, is dan
tmbenemend.
rep: e' 4°t iedere liefdesscène".
dop,sltuatiSSeur Hamilton „is dat de man
tsj-t Tre 6 volkomen beheerst. En dat
fe 4®h nu juist. Zelfs toen hij zijn
•tijj-'heiij ns de repetities sprak, kwam
nnHor rlo i'nHrnlr rTat v o o t-
het
'tj kblarti??,6.54 verbaasd daarover was?
°tirt?frseia„ j (R zeH. die vóór haar komst
den fst^jjfr.d verklaarde: „Ik word ver-
tïiri5 deze film dolverliefd te wor-
niet °Ward- He4 split me, maar ik
tli af_d j dat dat aannemelijk is. Mr.
Sf»ia, Mart?ar,Y00r nie4 de iulste man".,
^ilv-leken frelli wenst niet te worden
*°gt a lvr„met Lollo, Sophia Loren of
E].fr®an°t ..Ik wil subtieler zijn'?.
«1
z° onder de indruk, dat ze er
Van kreeg".
a is trouwens heel anders dan
'V
de meeste Italiaanse filmschoonheden
Ze is een lang. tamelijk slank meisje van
21 jaar met piekerig, taankleuri.g haar.
Maar er straalt een vurige gloed uit
haar amberkleurige ogen en zij beweegt
zich met de sierlijkheid van een p&nter.
In een enkel jaar is zij er in geslaagd,
de top van de „glamour"ladder te berei
ken. Het begon, toen Kirk Douglas haar
foto zag op de omslag van een tijdschrift,
en haar vroeg zijn tegensoeelster te zijn
in een Western. Deze film. getiteld „The
Indian Fighter" had niet veel succes,
maar Martinelli des temeer. Sindsdien
heeft ze hoofdrollen gespeld in vier an
dere films, drie in Italië' en één in Hol
lywood. en in haar eerste Britse film
heeft ze Trevor Howard en Pedro Armen-
dariz, de zuidamerikaanse Clark Gable
naast zich.
„Ik kom uit een gezin van negen kin
deren". heeft ze eens verklaard, „en sinds
de kleine Elsa het goed heeft, heeft ook
mijn familie het goed. Ik deed de was,
toen in 14 was. trad op als mannequin,
toen ik 16 werd en nu, op 21-jarige leef
tijd, ben ik actrice. Kleden wassen en
kleren tonen kon ik goed en dus wil
ik nu ook een goede actrice zijn, maar
daarbij wens ik mijn kleren aan te hou
den".
^an". de nieuwste film,
die Alfred Hitchcock voor Warner Bros
maakt, is in verschillende opzichten an
ders dan andere „Hitchcocks".
Op de eerste plaats zocht, en vond de
grootmeester van de spanning zijn stof
ditmaal niet in de wereld van de fan
tasie, maar in de werkelijkheid van het
dagelijkse leven.
Een musicus van een orkestje in de New
Yorkse Club wordt geheel ten on
rechte beschuldigd van diverse over
vallen o.a. op het kantoor van een ver
zekeringsmaatschappij en op verschillende
winkels. Zijn onschuld moet dus gemakke
lijk te bewijzen zijn. Da-t dacht de musi
cus Manny Balestrero ook. toen hij op
14 januari 1953 werd gearresteerd. Maar
hij vergiste zich. De ambtelijke molen
begon te draaien. De bewijzen tegen hem
stapelden zich op, getuigen legden be
zwarende verklaringen af. Andere getui
gen die zijn onschuld hadden kunnen be
wijzen. bleken inmiddels te zijn overle
den. Kortom, de strop sloot zich steeds
nauwer om de hals van de onschuldige.
Op de hem eigen, spannende wijze
heeft Hitchcock deze benauwende ont
wikkeling geschilderd, die nu eens geen
fantasie is. maar afschuwelijke werkelijk
heid.
Met het oog op deze realiteit heeft
Hitchcock besloten om. tegen zijn vaste
ernieuwing moet nu eenmaal van de grond af gebeuren, wil zij
werkelijk een vernieuwing zijn. We kunnen dus zomaar geen fasen over
slaan Eeist zullen wij aan onszelf moeten werken. Zelf beter leren spelen,
alvorens wij kunnen gaan denken aan stukken van een hoger niveau.
Springen wij klakkeloos over op een nieuw repertoire, dan maken wij de
giootste brokken. Onze zalen lopen leeg. We draaien onze club de nek om.
Hiermee zijn noch wij noch de gemeenschap gediend. Wij verliezen een
prachtige viije-tijdsbesteding; de gemeenschap veel afleiding, veel vertier.
We zullen dus eerst moeten trachten onze oude vertrouwde stukken beter
te brengen. W ij vervreemden ons publiek dan niet door het plotseling
stukken voor te zetten, die het niet van ons gewend is en die wij niet aan
kunnen, maar wij gewennen het langzaam maar zeker aan beter spel, aan
heter toneel. Ook hij het publiek zal dan het verlangen ontstaan naar
stukken van 'n heter en hoger gehalte. De ontwikkeling gaat dan geleidelijk
aan. En de vernieuwing zal een succes blijken tc worden.
We zullen dus eerst aan onszelf moeten
werken, zelf beter leren spelen, alvo
rens wij aan een nieuw repertoire 'kunnen
gaan denken. We zullen eerst moeten
trachten onze oude vertrouwde stukken
beter over het voetlicht te brengen.
We hebben hiervoor indertijd al enkele
middelen aan gegeven. En we zullen hier
op nog wel eens terugkomen.
Maar wilt dit nu zeggen, dat wij voor
lopig streng moeten vasthouden aan ons
vertrouwde repertoirtje van draken? Na
tuurlijk niet We moeten het een doen en
het ander niet laten. We moeten aan ons
zelf werken, maar tegelijk reeds uitzien
naar een beter repertoire.
Het betere repertoire behoort ongetwij
feld tot de tweede fase.
Terwijl wij aan onszelf werken, moet
ons oog gericht zijn op het betere reper
toire.
Wat wil het eigenlijk zeggen: het betere
repertoire? We hebben van alle kanten
geconstateerd, dat het amateurtoneel
stukken over het voetlicht brengt, die ver
beneden alle peil blijven. Sentimentele
stukken die speculeren op val's gevoel en
dit alleen nog maar aanwakkeren.
Met deze stukken boekte het amateur
toneel grootse successen. Het volk genoot
ervan. Dit was helemaal naar zijn smaak.
Dit was jammer, want het amateur
toneel kan juist zo'n grote invloed ten goe
de op het volk uitoefenen. Als het maar
betere stukken brengt. De invloedsfeer
van het amateurtoneel is zeer groot. Veel
groter dan van het beroepstoneel, dat ge
bonden is aan een paar schouwburgen.
Het amateurtoneel is over het hele land
verspreid tot in de kleinste uithoeken. En
overal bloeit het en groeit he,t nog steeds.
Dus is het heel logisch, dat mensen met
groter verantwoordelijkheidsgevoel zich
moeilijk bij deze toestand van goedkope
successen konden neerleggen.
Het was ook jammer voor de tonelis
ten zelf. Want de beoefening van het to
neel kan en moet van grote waarde zijn
voor de vorming van de beoefenaars zeif.
Maar natuurlijk niet. als zij al hun ener
gie en vrije tijd verspillen aan dergelijke
bovengenoemde stukken.
Heel wat kansen bleven onbenut. Wat
het amateurtoneel KON betekenen, bete
kende het in de meeste gevallen juist niet.
In plaats van een invloed ten goede, ging
er veelal en nivellerende invloed van het
toneel uit.
We moeten natuurlijk oppassen om niet
teveel te veralgemeniseren. Er hebben
natuurlijk altijd clubs bestaan, van wie
invloed ten goede uitging. Maar we kijken
nu over het algemeen. En dan was het
resultaat dikwijls zeer bedroevend.
Onder de krachtige stuwing van men
sen met meer verantwoordelijkheidsge
voel ontstond daarom geleidelijk aan een
nieuw repertoire van zeer behoorlijke en
zelfs zeer hoogstaande stukken.
En nu staan we tegenover dit nieuwe
repertoire. Ook wij willen graag anders.
Ook wij willen graag een invloed ten goe
de uitoefenen door ons spel. En we willen
zelf ook graag hogerop.
Maar.kunnen wij dit nieuwe reper
toire al aan?
Gedeeltelijk, ja.
Het nieuwe repertoire biedt ons „OOK
NU REEDS" stukken, die op ons eigen
niveau liggen. Eenvoudige, maar goede,
verantwoorde stukken!
De kardinale fout van vele verenigin
gen schuilt hierin, dat zij haar eigen kun
nen overschatten en plotseling oversprin
gen op stukken, die ver boven hun krach
ten uitgaan. En dergelijke stukken biedt
het nieuwe repertoire in overvloed. Want
ook hier hebben vele vernieuwers te hoog
gegrepen, of laten we liever zeggen mis
gegrepen. Zij grepen naar het repertoire
van het beroepstoneel. Een begrijpelijke
leactie op hetgeen het amateurtoneel
vroeger placht te brengen, maar een vol
komen, foutieve reactie
Wij moeten grijpen naar stukken van
ons eigen niveau, van ons eigen kunnen.
Wij mogen gerust onmiddellijk breken
met onze oude draken en moeten dit
zelfs, maar hiervoor in de plaats mogen
w'.l geen stukken plaatsen, die ons kun
nen te boven gaan. Stukken die goed zijn
en alleszins verantwoord en waarvan ook
een invloed ten goede uitgaat, hetzij door
de strekking, hetzij door de fijne en wer
kelijke humor, maar overigens dóódsimpe
le stukken, die wij door stevige voorberei
ding en onder goede leiding volkomen on
der de knie kunnen krijgen.
Met dergelijke stukken zullen wij ons
publiek niet vervreemden en als wij der
gelijke stukken volledig in onze fnacht
hebben, kunnen wij ook eens gaan denken
aan wat moeilijkere, misschien nog wat
hoger staande stukken.
Het een sluit het ander dus niet uit.
Werkt aan u zelf en richt tegelijk uw oog
op het nieuwe repertoire. Maar brandt
uw vingers niet aan stukken, die uw
krachten te boven «aan. De gevolgen zul
len dan niet uitblijven.
gewoonte in. de film te „signeren" door
een korte verschijning als figurant op het
witte doek. Ook in dit opzicht is dus „Tlhe
Wrong Man", waarin Henry Fonda en
Vera Miles de hoofdrollen spelen, anders
dan de andere Hitchcock-films.
In Hollywood is men momenteel al weer
druk bezig met het aanwijzen van films,
die in aanmerking komen voor de jaar
lijkse Oscars, de hoogste onderscheiding,
die aan een film kan worden toegekend.
Zo zijn de Franse film „De Wereld der
Stilte", de Deense film,, Waar de bergen
drijven" en de Amerikaanse film „The
Naked Eye" geplaatst op de lijst van do
cumentaire films, die voor een Oscar in
aanmerking komen.
De Britse Filmacademie in Londen
heeft de Franse film „Gervaise" als bes
te buitenlandse film van het jaar 1956 aan
gewezen. Francois Périer. die in deze
film een hoofdrol speelt, werd tevens on
derscheiden als de beste buitenlandse ac
teur.
De onderscheiding voor de beste Britse
film ging naar „Reach for the sky",
waarin het leven wordt geschilderd van
de Britse piloot Douglas Bader.
Tot beste Britse acteur werd gekozen
Peter Finch voor zijn rol in de film
„A Town like Alice" en tot beste actrice
Virginia McKenna, voor haar rol in de
zelfde film. Als beste buitenlandse actri
ce werd aangewezen Anna Magnani
voor haar spel in „The Rose Tattoo".
De prijs voor het beste Britse scenario
ging naar Nigel Balchin, de auteur van
„The Man who never was".
De Italiaanse prijs voor de beste film van
1956 is toegekend aan „De Machinist"
van Pietro Germi.
PETER SCHA
ROFF komt dezer
dagen weer in
ons land. Iedere
toneelliefhebber
weet wat dit be
tekent: er zal weer
een Russisch stuk
op het repertoire
komen. Ditmaal is
het ,,Het huwe
lijk", de klucht
van Nikola j Gogol
die een jaar of acht geleden door Rot
terdams Toneel onder de titel „Trou
wen" werd gespeeld. Het stuk is lang
niet van de kwaliteit van „De revisor"
waarvan de Haagsche Comedie des
tijds een onsterfelijke vertoning gaf
met Cees Laseur als de burgemeester.
Maar het Haagse gezelschap heeft met
Jan Retèl, Luc Lutz, Ida Wasserman
om er enkele te noemen de ge.
boren blijspel-acteurs die onder lei
ding van Scharoff tot iets bijzonders
kunnen komen. Afwachten maar tot
eind maart de première komt in de
Koninklijke Schouwburg. De raadsel
achtige Rus Gogol staat daarmee weer
eens in de belangstelling en het is de
moeite waard in dit verband te melden
dat zojuist een lijvige biografie van
Gogol is verschenen. Zij werd ge.
schreven door de Britse toneelkenner
David Magarshack, van wiens hand
onlangs ook levensbeschrijvingen ver
schenen over Stanislavsky en Tsje-
chov. Zeer gedegen zij het wat droog
geschreven werken, vooral interes
sant om het nog onbekende corres-
pendentiemateriaal dat de schrijver
benutte. De uitgever is Faber Fa-
ber te Londen.
meten, voor sprookjes houden, voor fan
tasie, voor verdichtsels en bedenksels. Wij
worden daardoor exact en wetenschappe
lijk".
En verder: „Maar zeer grote waarden
gaan daarmee voor ons verloren, name
lijk de niet meetbare werkelijkheid. Wij
hebben geen eerbied meer voop- mythen en
geen contact meer met de echte wortels
van het leven. Eens was het woord nog
van betekenis, in een tijd, toen de ge
vaarlijke kunst van het schrijven en de
nog gevaarlijker van het drukken onbe
kend waren. Meten en tellen leiden tot
atomen en vernietiging geloof daaren
tegen tot leven
Het ziet er naar uit, dat c"t besef in
ons land reeds enige tijd groeiende is.
Er zijn verleden jaar verscheidene boe
ken over Griekenland verschenen reis
verhalen, maar ook bundels reisbrieven,
welke dieper indringen in het wezen van
de Griekse beschaving, die, eeuwenoud,
nog steeds van de grootste betekenis voor
ons is.
Mr. Straat noemt dit „het besef, dat
het aardse verleden geen afged ne zaak
is, niet dood is en versteend, maar
werkt tot op deze dag en dit uur". In
zijn sublieme „Tweemaal Apollo" (Het
Spectrum, Utrecht) heeft Jan Engelman
dit gevoel wel heel overtuigend tot uit
drukking gebracht.
R. Blijstra heeft zijn boek over Grieken
land de eenvoudige titel „Reiziger in Hel
las" gegeven, maar hij is veel en veel
meer dan een oppervlakkige bezoeker
geweest. Er is voor hem in de oude we
reld een nieuwe wereld opgerezen en met
bewondering en diep onder de indruk ver
telt hij wat er in hem is omgegaan bij
het aanschouwen van oude schoonheid en
wijsheid Vreemd, en toch direct „her
kend".
Blijstra's boek, door de Bezige Bij te
Amsterdam royaal uitgegeven en met
schitterende foto's geïllustreerd, is voor
belangstellenden, die geen klassieke oplei
ding hebben genoten, een prachtige en
waardevolle inleiding tot een der indruk
wekkendste hoofdstukken uit de geschie
denis der mensheid.
Het is een lofwaardig maar zeer moei
lijk streven, te proberen de jeugd voor
zover mogelijk vertrouwd te maken met
de wondere wereld van het Oude Grieken
land. Mary McGregor heeft zich gewaagd
aan een poging, de machtige geschiedenis
der Grieken in eenvoudige, boeiende hoofd
stukken na te vertellen. Zij is in haar
opzet ten volle geslaagd en met vreugde
kondigen wij de Nederlandse bewerking
van haar „Geschiedenis van Griekenland"
aan. Het boek is vertaald en bewerkt door
Jeroen Franke, met medewerking van
dr. B. Keulen en drs.. P. Hijmans.
De Uitgeverij C.A.J. van Dishoeck te
Bussum heeft het imposante boekwerk
een waardig aanzien gegeven: fors, smaak
vol en rijk geïllustreerd met uitstekende
tekeningen van A. A. Tadema.
De schrijfster heeft de overgrote rijk
dom aan feiten, mythen en legenden zo
duidelijk en overzichtelijk mogelijk onder
verdeeld. Zij deed dit in maar liefst 103
hoofdstukken kort, helder en boeiend.
I De eerste twintig bevatten de overleve-
ringen en heldendichten, de andere be
handelen de bewogen Griekse geschiede
nis van plm. 900 v. Chr. (Opkomst van
Sparta) tot de komst van de Romeinen,
bijna 600 jaar later.
„De Geschiedenis van Griekenland" is
een boek om te bezitten, want men zal
er dikwijls uit willen herlezen. Het is in
de eerste plaats bedoeld voor de jeugd,
maar ook ouderen zullen er door ge
boeid worden en er veel uit kunnen leren.
(Van onze Amsterdamse redactie)
ZEVENTIG maal heeft Johan Kaart met alle
ernst en fijne humor, welke hem als het levend
geworden begrip van de wat grove Amster
damse gein moeilijk zou moeten vallen maar die
hij zich integendeel vrij vlot weer eigen heeft ge
maakt dat tekent zijn acteurstalent het ima
ginaire konijn Harvey op de planken van de Kleine
Komedie gebracht. „Dat aantal is pas een begin",
vertelt Kaart. „Het Konijn en ik" belooft een grote
serie te worden, net zo iets als „Potasch en Perle-
moer en „De Vier Mullers". Het was een experi
ment. Ik wou zelf graag eens een ernstige rol heb
ben, maar ja, de vraag was hoe het publiek, dat
nu al jaren lang „rot-laehertjes" van mij verwacht
daarop zou reageren. Nu, die angst was volkomen
overbodig. Ik krijg de ene volle zaal na de andere."
Johan Kaart is een fe
nomeen in onze toneelwe
reld. Achttien jaar heeft
hij nu zijn eigen gezel
schap, zonder subsidie, het
enige beroepsensemble,
dat geen enkele financi-
ele steun krijgt. „Ik ga
er ook niet om vragen,"
verklaart Kaart ons,
„mijn trots is juist dat ik
het al die jaren gerooid
heb en hoe!"
Zondag wordt hij zes
tig jaar en daarom zijn
we met Kaart wat gaan
nakaarten. We troffen
hem in de dansschool van
Sandmann aan de Amstel.
waar hij met zijn mede
spelers bezig was met de
regierepetities voor de
t.v.-opvoering van „Het
Konijn en ik", dat woens
dag 20 februari door de
KRO in een studio-uit
zending op het scherm
wordt gebracht. Kaart
kon wel even weg, omdat
hij als Elwood P. Dowd
met opkomen moest wach
ten tot zijn zuster (Tilly
PérinBouwmeester) en
haar dochtertje (Rita
Vreeling) klaar waren
met telefoneren. Zoiets
duurt wel eventjes.
VORIG jaar vierde
Kaart zijn veertigja
rig toneeljubileum
Zijn carrière begon bij de
Kon. Ned. Vereeniging
.Nederlandsch Toneel"
waar hij een dramatische
rol speelde in „Mea Cul
pa" van jhr. Van Riems
dijk samen met Louis
Bouwmeester en Rika
Hopper. Bij het Schouw
toneel van Jan Musch en
„Comoedia" speelde hij
vervolgens karakterrollen
totdat hij zijn komisch
talent kon botvieren bij
het Verenigd Toneel van
Ed. Verkade. o.a. in „De
knecht van twee mees
ters" van Goldoni en ..De
Bruiloft van Camacho"
van Langendi.ik. Kaart
ging daarna met een ei
gen gezelschap in zee met
o.a. Fien de la Mar en
Jan van Ees. Erg kort
maar, want de revue had
hem nodig. Een paar jaar
was hij partner van Bu-
ziau in de grote Bouw
meesterrevue, tot hij in
1939 opnieuw zelf een to
neelgroep vormde. En met
dit gezelschap nu heeft
hij in 3 1/2 jaar niet min
der dan 1250 keer „Pot
asch en Perlemoer" ge
speeld, een vaderlands
record, een prestatie die
enig in ons land is. Het
vervolg op dit stuk .Pot
asch en Perlemoer met
vakantie" werd 500 maal
opgevoerd en „De vier
Mullers'" 350 keer. En nu
dan „Het Konijn".
Kaart ziet geen bezwaar
in die lange series. „Een
bezwaar zijn alleen lege
stoelen en daarvoor be
hoef ik niet bang te zijn."
Ook de leden van Kaarts
gezelschap vervelen die
series niet. „Bij mij hoe
ven ze maar weinig te re
peteren, mijnheer.hele
dagen vrij
LUC VAN GENT, de
jonge regisseur van
de KRO-t.v. die
een speciaal saxofoon
wijsje heeft laten compo
neren om Harvey's aan
wezigheid nog sterker te
suggereren geeft aan
wijzingen. „Gewoon pra
ten en gewoon doen,"
brengt hij de spelers bij.
„Niet te nadrukkelijk iets
beweren, want het micro
foon-oor en het camera
oog zijn vlakbij en nemen
alles op: veel meer dan
het publiek in een zaal,
die nog een meter of tien
van het toneel geschei
den is.''
Kaart kent het camera
werk wel; voor hem le
vert dat niet zoveel moei
lijkheden op. Zijn „Pot
asch" is ook al eens voor
de t.v. geweest en boven
dien kan de diamanten
feesteling bogen op een
rijke filmervaring. Zijn
rollen in ,,De Jantjes",
..Malle Gevallen", „De
Biig van het Regiment"
zal de oudere generatie
zich nog wei herinneren.
Maar ook na 1945 had
Kaart zijn aandeel in de
produkten van de Duiven-
drechtse droomfabriek:
„Sterren stralen overal",
„Een koninkrijk voor een
huis", en „Ciske de Rat".
Half april staat hij op
nieuw voor de lenzen, die
dan bezig zijn met de op
namen voor de nieuwste
film: .Kleren maken de
man". Wat de 60-jarige
daarin speelt weet hij nog
niet precies. De Duitse re
gisseur Jacobi is doende
hem een rol op het lijf te
schrijven.
„Wanneer ik met spe
len ga ophouden? Zoals ik
me nu voel ,wil ik nog wel
50 jaar mee!"