PUZZEL
WZW" WL"
1 81
CIJFERPUZZEL 3
m
'mwfm
m
t
i*Wb
m
m
m m
nu
mrm
u
m
■ft!
KN
i
ns
IflTERÖft
VQ0R30MG
KENAU
Ut 009
AF?
FOTO'S
Flinke kans - of kleinere kans?
m
m
m
m m m m
ONZE DAGELIJKSE
fi HF HFH FH
H
B
f|
B B
B
iül
H B
ï|fl
DE HEILIGE VAN DE WEEF
HET GRABBELTONNE
Brid ge-rubriek
m
m
i m 'i
—mi
m S3 _JB[lBn_
w
TtmlF—mr/
m
JU
Q
8
18
als koopwaar
:l€
Martelaar
pagina
i
m
s
1
ffEÜ
EU
SP
SP
EU
W' 1
1
8
§j§
Él Éi
Denk aan Hongarije
63
112
840
25
28
5)2
49
54
)8
27
63
l
24
54
Wat voor boom?
Oplossingen
Nederland-puzzel
Waar vandaan?
Europa-puzzel
ZATERDAG 16 FEBRUARI 1957
éH
e
B
PS)
--
fed
M
ril
jSj
ff
ül
858 H
'M I
m
ft a Wiv
~9 W^to
q hi .4 3/
w
V,
y»
v
W ti M7T tt tg Hp {j
jr 7i n ?s
Oplossing van gisteren
Horizontaal: 1 korporaal. 8 ene, 10 m.o.
GEEN NIEUWE DIJKEN IN
NOORD-HOLLAND
1
3
5
7
4
2
9
8
8
1
9
l
l
Z
1
8
2
1
3
7
8
2
5
8
1
1
1
(o
9
5
7
1
7
8
1
1
3
/i
16128
3150
20
36
30
BEJAARDEN IN TEGELEN
KRIJGEN TELEVISIE
Gemeente draagt bij
i.
en Noordss
haar TV'
J
m
No. 3048. 16 februari 1951
Redacteur: G. J. A. VAN DAM,
Vossiusstraat 18, Amsterdam-Zuid.
Alle correspondentie aan dit adres. Bij
vragen om inlichtingen a.v.p. postzegel
voor antwoord insluiten.
SLAGZETTEN VAN OUDE MEESTERS
Ditmaal ter afwisseling eens enige
partijcombinaties van de grote Franse
voorgangers in het damspel. Deze slag-
zetten zijn voorgekomen in partijen, die
ruim vijftig jaar geleden werden gespeeld
door dammers met een legendarische be
roemdheid.
De eerste stand kwam voor in een partij
van de oud-wereldkampioen I. Weiss te
gen de vermaarde speler Dussaut.
No. 3477
I. Weiss
Dussaut
Stand: Zwart 2—6, 8, 9, 11, 13, 14, 16—21,
23, 29. Wit 22, 25—28, 32, 35, 37—45, 47, 50.
Zwarts laatste zet was 1520.
Dussant begon schijf 29 aan te vallen
met 1. 35—30. Weiss, de listige combinatie
speler, zag kansen op slagzetten en ver
volgde met 2934!, 40 X 29, 29 X 34. Nu gaat
3933 niet wegens 1923 enz., terwijl
20—24 dreigt. Wit vervolgde met 3. 38—33
en toen sloeg Weiss in letterlijke en
figuurlijke zin z'n slag! Hij speelde
1924!!, 30X10, 4X16, 39 X 30, 18 X 23!,
28X19, 17 X 48, 26X17, 13 X 35, 25X14,
11X31, 37 X 26 en 48X10. Zijn tegenstander
capituleerde.
In een andere partij liep Dussaut in een
fraaie „Coup Royale", die nog een staartje
had, dat de winst bracht. De stand was:
No. 3478
I. Weiss
S58w
S35#
■mm
f/iew/yé
S/Z>.
Dussaut
Stand: Zwart 3, 5, 6, 7, 9, 10, 12---16, 18,
19, 23, 24, 26. Wit 25, 27, 28, 32—39, 43—45,
48, 49. Zwart aan zet.
Weiss speelde hier achtereenvolgens
24—29, 19 X 30, 7—11, 11X33 en daarna
14—20 met 10X50, wint.
Het begon Dussaut schijnbaar te verve
len steeds het slachtoffer van een combi
natie te worden en hij zon op wraak. Hl]
kreeg de gelegenheid in een partij, waar
in de volgende stand voorkwam:
No. 3479
I. Weiss
Dussaut
Stand: Zwart 13, 58, 11—15, 17, 19, 22,
25 30, 35. Wit 23, 24, 26, 28, 31—33, 36,
3940, 42—44, 46, 48—50. Wit aan zet.
Dussaut won hier een schijf en later de
partij door 2316, 26-21, 32 X 41, 38 X 20,
24X13 en daarna 40—34. Merkwaardig is,
dat als wit ook eerst nog schijf 24 had
geofferd met 24—20 het spel gelijk zou
zijn gebleven. De diagramstand bewijst
overigens wel, dat de spelers, evenals in
stand 3477, het avontuurlijke spel niet uit
de weg zijn gegaan.
Tenslotte nog een gecompliceerde slag-
zet, die Dussaut daarna in een partij tegen
zijn rivaal Weiss uitvoerde, toen zijn
stand levensgevaarlijk was geworden.
No. 3480
Dussaut
"'/Ma.
Herhaaldelijk komt het in bridge voor,
dat men moet kiezen uit verschillende
mogelijkheden bij het afspelen. Het een
voudige geval is wel, dat een speler moet
kiezen tussen twee mogelijkheden. Hij
moet dan iets afweten van kansbereke
ning; niet dat hij dat in theorie geleerd
behoeft te hebben, het kan ook voldoen
de zijn dat de speler zich baseert op zijn
praktijkervaring.
Een eenvoudig geval is dit:
WEST OOST
753 A H B 10 9
Hoe moet west spelen, om zo'n groot
mogelijke kans te hebben 5 slagen in
te maken? Als er over en weer voldoen
de „rentrees" zijn, is de beste speelwijze
éérst Aas te spelen de Vrouw
zou sec kunnen vallen.
Valt de Vrouw niet sec, dan brengt
west de eigen hand weer in een andere
kleur aan slag, speelt wederom en
snijdt ditmaal met Boer (of 10 of 9).
Als de snit gelukt en zuid bekent, kan
de Heer nagespeeld worden en moet de
Vrouw vallen; bekent zuid de tweede
maal niet. dan moet west de eigen hand
aan slag brengen en weer spelen en
snijden.
Als U dit „geval" tussen OW een groot
aantal malen zou uitleggen en de NZ-
kaarten willekeurig verdeelt, zult ge be
merken dat het snijden vaker gelukt,
dan het spelen van Aas en Heer. Voor
hen die iets van wiskunde of kansbere
kening afweten, is dit een allereenvou
digst probleempje niettemin zijn er
genoeg spelers die „liever Aas en Heer
slaan". Op den duur zullen deze spelers
het vaker fout doen, dan degeen die in
een dergelijk geval altijd snijdt.
Maar nu dit geval:
WEST OOST
75 A H B 10 9 4
OW moeten 6 slagen in maken. Hoe?
Men zou zeggen „eerst weer beginnen
Aas te spelen" en dan net zo voortgaan
als boven.
Niettemin is dat onjuist. West moet 5
spelen en direkt. met Boer snijden.
Maar als nu de Vrouw sec erachter zit
hoor ik menigeen al zeggen!
Indien zuid een singleton in heeft,
moet noord dus 4 kaarten in hebben.
In dat geval is de kans dat noord de
Vrouw heeft vier maal zo groot, dan
dat zuid deze kaart heeft. Met andere
woorden, van elke 5 gevallen die zich
kunnen voordoen dat noord vier heeft,
zal noord 4 malen de vrouw hebben en
éénmaal niet.
Door nu direkt te snijden kan west de
Vrouw-vierde bij noord er dus uit
snijden. D.w.z. in 4 van de 5 gevallen
waarin noord 4 kaarten in heeft is
snijden juist en slechts In één geval
is het verkeerd. Doch als men begint met
Aas te spelen, heeft men wel succes
in het éne geval dat zuid de Vrouw
sec heeft, doch niet in de 4 gevallen dat
noord die kaart en vierde heeft. Want
west zal, als noord 4 kaarten in heeft,
de Vrouw er nu niet meer kunnen uit
snijden als eerst in oost Aas wordt
gespeeld.
Het geval is dus principieel anders als
het eerste; daar beschikte west over 3
kaarten in en kan dus later wel nog
twee malen snijden.
Legt U dit geval eens voor aan enkele
„goede bridgespelers" in Uw omgeving;
U zult er verbaasd over staan, hoe wei
nig malen U het goede antwoord op deze
vraag zult krijgen.
MIMIR
I. Weiss
Stand: Zw. 5, 8, 10, 12—14, 16, 18—20, 21,
23, 24, 29. Wit 25, 27, 30—32, 34, 35, 38—40,
43, 47, 48, 50. Wit aan zet.
Weiss speelde hier 3126, waarop Dus-
sant remise forceerde door: 2328!, 26X17,
28 X 37!, 34 X 23, 12 X 34, 23 X 3, en toen
24—29!, 30 X 39, 20—24, 3 X 20 met 24X15.
Zo ziet men, dat de dammers een goede
vijftig jaar geleden ook al wel de kunst
van het combineren verstonden. De stan
den zijn indertijd in het toenmalige zeer
beroemde Franse damtijdschrift „Le jeu
de dames", geredigeerd door de vermaar
de E. Leclercq, gepubliceerd. Natuurlijk
staan wij over het genre combinaties niet
verbaasd meer, maar in die tijd verwek
ten deze slagzetten groot opzien en....
laten we eerlijk zijn, menig speler van
bekende kracht zou ze ook heden ten dage
gemakkelijk over het hoofd kunnen zien.
ft
itf
Up
it
IVI
IE
(Schaakredacteur P. A. KOETSHEID,
Huize St.-Bernardus, Sassenheim.)
(Zaterdag 16 februari).
DE PROBLEMEN VAN DEZE WEEK
Door enige bijdragen, die we in de
laatste weken van enkele medewerkers
mochten ontvangen, zijn we weer eens
in de gelegenheid de rubriek van drie
problemen te voorzien. Misschien ver
wondert zich de lezer, dat daarvan twee
driezetten zijn en slechts één een twee-
zet is; meestal is dit omgekeerd het ge
val.
De reden, dat we van deze gewoonte
eens zijn afgeweken is deze: Bij de le
zer, die zich uitsluitend bepaalt tot het
oplossen van tweezetten is deze poging
tevens bedoeld ook zijn belangstelling
voor de drjezet te wekken. Om de over
gang geleidelijk te doen geschieden, be
ginnen we met een paar eenvoudige
voorbeelden.
Naar ons inzicht is no. 7516 hiertoe
wel het meeste geschikt. Dit is slechts
met licht strijdmateriaal toegerust.
Daarbij komt, dat de zwarte koning zich
op een randveld bevindt, waardoor de
ruimte, om hem heen. beperkt is en
doorgaans de oplossing minder gecom
pliceerd. Wellicht iets meer moeite
geeft no. 7517. Hier is de witte dame
aanwezig, die door haar grote beweeg
lijkheid veel meer afwisseling in het
spel kan brengen, maar als miniatuur
moet de weg spoedig gevonden kunnen
worden. Het doet ons genoegen onder
no. 7515 een tweezet van F. W. Nan-
ning te kunnen brengen.
No. 7517.
M. Havel. Narodnio, 8-2-1925.
Mat in drie zetten.
Wit; Kc4, Df6, Lc6.
Zwart: Kgl, Le3; pion h2.
PROBLEEMOPLOSSINGEN
No. 7509. C. Groeneveld. Opl. 1. c4
d5: dreigt 2. Tb6b5tt.
No. 7510. M. Havel. Opl. 1. Tg7—g6
met drie dreigingen, die door de ant
woorden van zwart tot slechts een wor
den herleid. 1c2, 2. Le5:t, 1
d2, 2. Dd5:t 1D ad lib. 2. Dc5:t
enz.
GOEDE OPLOSSINGEN
Beide problemen werden goed opge
lost door Marcelle Coenegracht, Maas
tricht; P. M. Dekker, R'dam; J. Dick-
haut, Nijmegen; Joh. Konings, Ouden
bosch; B. Kouwenhoven, R'dam; F.
Pijls, Maasbracht; Paul Raschdorf, Han
nover; L. v. Riel, R'dam; G. G. Smit,
Schiedam; C. v. d. Weide, R'dam.
No. 7509 door John Auping, Joppe;
ir. V. Blom, Maastricht; mr. dr. R.
Bromberg, Roermond; W. H. Haring,
Schipluiden.
No. 7515
F. W. Nanning, Eindhoven.
Eerste plaatsing.
Mat in 2 zetten.
Hozizontaal: 1 landelijke plaats, 5 plant.
9 gewapende ruiter, 11 vrucht. 12 hemel
lichaam. 14 groet, 15 lokspijs, 16 kleding
stuk, 19 anno (afk.). 20 maanstand (afk.),
21 ijzerhoudende aarde, 23 tot en met
(afk.), 25 zangnoot, 26 atijgwerktuig. 28
larie. 30 voorzetsel, 32 Eur. hoofdplaats,
34 vruchtbare plek. 36 de oudere (af 37
Nederl. eiland, 40 godsdienst (afk.), 41 ta
bulator (afk.), 42 onverstandig, 43 bij
woord, 44 narigheid, 48 uitroep van pijn,
50 dunne. 52 meisjesnaam, 55 telg, 57 begin
60 bezittelijk vnw„ 62 jongensnaam, 63
verlaagde toon, 65 in orde, 66 deel v. d.
dag (afk.). 67 stofmaat. 68 soort. 70 jon
gensnaam 72 loot, 74 steen, 75 kleinst
deelbare deeltje. 77 bende. 79 vlinderlarve
80 uitgeslapen.
Verticaal: 1 iel. 2 geogr. aanduiding
(afk.). 3 getroffen, 4 smalle weg, 5 vogel,
6 zin, 7 onzes inziens (afk.), 8 pl. in Duits
land. 10 edelgas, 11 van gelijke waarde,
12 vis. 13 schaap, 17 vr. munt. 18 vrucht,
20 wandversiering. 22 hoefdier. 24 klein
plantje, 27 vermogen, 28 familielid. 29
kloosterzuster, 31 vermaning, 33 adres
kaartje, 35 reptiel, 38 drank, 39 voorzet
sel. 45 onderricht. 46 reus, 47 aanw. vnw.,
49 putemmer, 51 pl. in Gelderland. 53
masker. 54 deel v. Sumatra. 56 meisjes
naam. 58 teugel. 59 kier 61 groot water
64 steeg, 66 koraaleiland, 69 treiter,, 71
godheid, 73 nummers (afk.). 74 scheep
vaartmaatschappij (afk.), 76 Fr. pers. vnw.
78 vogelprodukt.
11 armee. 13 re. 14 sluipen, 16 tram, 18
lood. 20 eet. 21 beo 22 riem. 25 zeil. 26
rondeel, 29 al, 30 koers, 31 de, 33 eli, 35
binnenhof.
Verticaal: 2 of, 3 peru, 4 onmin, 5 reep,
6 ai, 7 Amsterdam, 9 Den Dolder. 11 alm,
12 eel, 14 sater, 15 nobel. 17 rei, 19 oei. 23
mok, 24 adele, 25 zes, 27 noen, 28 erin,
32 pi. 34 do.
De na uitvoering van de delta
werken te verkrijgen veiligheid zal zo
groot zijn, dat het volgens Gedeputeerde
Staten van Noord-Holland in het alge
meen niet nodig zal zijn, de bestaande
binnendijken in de provincie Noord-Hol
land zwaarder te maken dan zij zijn of
het bestaande dijkenstelsel met nieuwe
dijken aan te vullen.
Zelfs zou dit tot de conclusie kunnen
leiden, dat na de uitvoering van de del
tawerken in het geheel geen behoefte
meer aan binnendijken zal bestaan.
Toch zijn er omstandigheden, welke ma
ken, dat bepaalde binnendijken in stand
moeten worden gehouden en misschien
zelfs moeten worden verbeterd.
Deze mededeling hebben Gedeputeer
de Staten aan de Provinciale Staten ge
daan in een nota over „binnendijken",
waaronder verstaan worden de vanouds
bestaande waterkeringen.
In de roos getroffen. Anders kunnen
we het niet uitdrukken. Bij honderden
neemt het aantal deelnemers aan de
cijferpuzzels toe. Welkom, puzzelaars,'
verstopt onze brievenbussen maar. We
kunnen er tégen!
Voorop nog deze vriendelijk bedoel
de opmerking: Er is maar één goede
oplossing mogelijk. Wilt u zich strikt
aan de voorschriften houden? Dus al
léén de cijfers 1 tot en met 9 gebruiken
en géén getallen van twee cijfers.
Dank voor alle vriendengroeten en
niet minder dank voor de goede wen
ken. De puzzelredacteur is er wat op-
gekuifd mee en zal trachten aan ge-
rechtvaordigde verlangens zoveel mo
gelijk te voldoen en wenst ieder in de
zich steeds uitbreidende puzzelclub het
maximum aan spanning en amusement,
wat dit schone tijdverdrijf kan bieden.
De oplossing van puzzel no. 2 is aldus:
Ditmaal vielen de prijzen ten deel aan:
L. C. M. Diepstraten, Baronielaan 33,
Breda, G. J. J. v. Hellemondt, Binnen
rotte 81B, Rotterdam; Mej. H. E. Schmitz,
Oude Singel 234a, Leiden; Mej. C. Prein,
Hogenbanweg 59c, Schiedam.
Een postwisseltje wordt gezonden.
En nu puzzel no. 3.
W77T>W
No. 7516.
S. Limbach, Polen
Arbejder Skak, 1957.
Mat in 3 zetten.
iip
Gironummer Ned. Rode Kruis
Den Haag 777
Gironummer r.-k. Huisves
tingscomité, Den Bosch 34348.
Gironummer Nationaal Comité
Hulp aan Hongaarse Volk
Amsterdam: 999
u
1
r
genoemd
De Haarlemse gemeente-archivaris, mej. dr. G. H. Kurtz, heeft een
ontdekking gedaan, die vol van troost zal blijken voor sommige
vrouwen, tot op de dag van vandaag met de bijnaam: „Kenau" getooid.
Een Kenau, dat weet iedereen, is een
efhte haaiebaai. een vrouw met een
Kfond als het Centraalstation, kijfziek,
ruzieachtig en ga maar door. „Sta
daar toch niet te heibeien als een vis
wijf" geeft de grote Van Dale. Er had
óók kunnen staan: als een Kenau,
een manwijf.
Schrijvers van naam hebben zich
met „Kenau Symons dochter van
Haerlem" onledig gehouden; luister
maar:
Hooft, juist. ja. de man van de Mui-
derkring, een van onze grootste dich
ters en geschiedschrijvers, noemt de
kloeke, doortastende, ongemakkelijke
Kenau: een moedighe mannin! Jan
Wagenaar, de man van een uitvoerige
uitstekende geschiedenis der Verenig
de Nederlanden (22 delen!), vermeldt:
Bij de belegering van Haarlem (plm
1570). had deze stad „driehonderd wij
ven in dienst, onder wie Kenau Si-
monsd. Hasselaar, eene weduwe van
zesenveertig jaaren en van een der
beste geslagten die niet schroomde
met spiets, roer (geweer) en rapier
(lange, puntige degen) in vrouwen-
kleeding den vijand te keer te gaan;
welke dienst haar met het Waagmees-
terschap over de turf, binnen Arne-
muiden vergolden werdt".
„Een der beste geslagten...." Was
zij soms familie van Nikolaes Hasse-
laer, op wie niemand minder dan
Vondel een grafschrift dichtte? Ook al
iemand die van wanten wist met het
rapier. Hopman en wachtmeester van
Amsterdam, die daar krachtig opstoot
jes wist te bedwingen. Vondel zegt:
„Hier dooft de zerck dat eerlijck vier
(vuur). Van Hasselaer, op wiens rap
pier, De stadt gerust te bedde ginghe,
Zijn tromvheit. oogh van Amstels
wacht, Wist van geen slaepen, dagh
noch nacht", (plm. 1600).
Dan volgt hier onze geschied- en
romanschrijver, Jacob van Leenep. Hi1
stelt: „De beste verdediging der stad
lag in den moed en de volharding der
DE TIJD LIGT AL WEER lang ach
ter ons, dat er op de redactiebu
reaus over gediscussieerd werd, of
een krant nu werkelijk plaatjes kon op
nemen, zonder aan haar standing te. kort
te doen.
Het plaatje met een praatje bleef nog
lang een nauwelijks gedulde nieuwigheid
waarvan men maar moest afwachten, of
de lezers het savoureerden.
Tegenwoordig leidt het plaatje een
eigen leven desnoods zonder praatje. Het
maakt vooral de voorpagina aantrekke
lijk. In het buitenland worden de kran
ten'vaak voornamelijk door de plaatjes
verkocht.
Wij journalisten hebben ons daardoor
wel eens door de eens in een hoek ge
duwde persfotografen verdrongen gevoeld.
Toen filmjournaal en ten slotte de tele
visie zich van het nieuws meester maak
ten, leek het wel, alsof wij totaal over
bodig zouden worden.
Maar de magie van het geschreven
woord dit geheimzinnige verschijnsel, is
haar bekoring op de massa blijven uitoefe
nen. Zelfs op persfotografen. Zij zijn zich
fotojournalisten gaan noemen, hetgeen
wel als een bijzondere hulde kan worden
beschouwd aan het geschreven woord,
waarvoor wij. krantenschrijvers, nog
steeds onverdroten zorgen.
Inmiddels, het blijkt, dat het plaatje, de
foto, veel meer dan het geschreven of
gesproken nieuws, in het bijzonder de
persfoto, een soort koopwaar gaat wor
den.
Bij tal van belangrijke gebeurtenissen
worden er ongekende bedragen betaald
aan de fotograaf, die het eerste of het
beste of het meest exclusieve plaatje
brengt. Bij de vermaarde „Flying Enter
prise" zijn er op dit gebied sterke staal
tjes geleverd.
Intussen, ook het publiek begint iets te
ruiken, het gaat de handelswaarde van
een foto onderkennen. Zo nog niet hier te
lande dan toch wel in het buitenland.
Het blijde gebeuren in Monaco heeft
hiervan weer een sterk voorbeeld gele
verd. Foto's van de kleine prinses Caro
line hebben niet minder clan vijftiendui
zend gulden opgebracht.
In totaal bracht het recht, door prins
Rainier aan een bepaald bureau ver
leend, om de eerste foto's van de baby
te maken, bijna een half miljoen gulden
op.
Het verkopen van het recht tot het ma
ken der twee eerste foto's van de pa®
geborene geschiedde bij opbod. In de hal
van Monaco's statige Hotel de Paris nam
een vertegenwoordiger van de vorst de
aanbiedingen in ontvangst. Het was een
Amerikaan, expert in de handel in nieuws^
foto's speciaal door prins Rainier voor
dit karwei geëngageerd.
De vertegenwoordigers der grote foto
persbureaus boden als wildemannen tegen
elkander op. Ze vroegen dringende tele
foonverbindingen met hun chefs aan. in de
voornaamste wereldsteden, om hun bod te
mogen verhogen. Directeuren en hoofdre
dacteuren werden er voor uit bed gebeld.
Negenendertig uur na de geboorte moch
ten de eerste foto's worden gemaakt. Het
recht daarop ging, nadat het was verleend,
nog van de ene hand in de andere over. De
koopsom mocht alleen in dollars betaald
worden. Zelfs ponden sterling kwamen
niet in aanmerking.
Om „arme" kranten te gerieven, wer
den later twee foto's gratis beschikbaar
gesteld. Die, welke gemaakt werden door
de gelukkige vader zelf, kwamen niet voor
verkoop en distributie in aanmerking, of
schoon er hoog op geboden is.
Ter ere van vorst Rainier moet worden
gezegd, dat hij de opbrengst van deze
merkwaardige openbare verkoping voor
liefdadige doeleinden heeft bestemd. De
heren persfotografen mogen gewaarschuwd
zijn: wij doen dit beslist niet!
De gemeenteraad van Tegelen heeft met
negen tegne acht stemmen besloten 500,-
bij te dragen in de kosten van een tele
visie-toestel. dat. men voor de bejaarden
van een inrichting ter plaatse beschikbaar
wil stellen. Burgemeester mr, F. Pexch
was het niet eens met zijn wethouders en
ontraadde het besluit op principiële gron
den, maar de kleinst mogelijke meerder
heid in de raad zag hierin een deel van
de verzorgende taak derg emeente.
burgerij. Niet slechts de mans, zelfs
de vrouwen grepen naar de wapens
tot bescherming hunner haardsteden.
Kenau Simonsd. Hasselaar, een fat
soenlijke weduwe van zesenveertig
jaar, stelde zich aan de spits van een
bende van driehonderd vrouwen, even
als zij met spies, vuurroer en rapier
gewapend, waarmede zij de vijanden
moedig te keer ging".
Onze bekende folklorist, oud-burge
meester K. ter Laan, bericht:
„verdedigde Haarlem van 1572 op
'73. Haar neef, Pieter. was tijdens het
beleg vaandrig" (het vechten zat de
fam'lie dus wel enigszins in het bloed).
Het officiële „Woordenboek" der
Nederlandse taal roemt haar als de
vrouw „die tijdens het beleg van
Haarlem de stad gewapend hielp ver
dedigen". En wat zegt Blok, geschie
denisprofessor te Leiden (plm. 1929)?
„Het garnizoen van Haarlem werd
krachtig gesteund door de moedige
burgerij, ja, met een vrouwenschaar
die onder aanvoering van Kenau Has
selaer aan de verdediging een werk
zaam aandeel nam". Duidelijker kan
het haast niet.
Men kent de geschiedenis. Haarlem
moest zich. tenslotte, op genade en
ongenade aan de Spanjaarden overge
ven. De dappere Ripperda. de kloe
ke, Groningse edelman, kostte de ne
derlaag het hoofd.
„Vijf beuls" aldus Wagenaar
„met hunne knegts sloofden zlg dag
aan dag af aan het ombrengen van
menigte van menschen. Don Frede-
rik deedt. daarenboven, driehonderd
ellendigen. bij paaren. rug aan rug
binden en in den mond der Meere ver
drinken".
Was Kenau hier ook bij? Men zou
het wel verwachten! Zij moest toch
als een der raddraaiers gelden? Kreeg
ze de strop? Geen sprake van. Ver
moedelijk heeft ze na het beleg de be
nen genomen, net als burgemeester
Jan van Vliet, die als molenaar ver
kleed ..ter Stad wist uit te raaken".
Althanswe vinden baar terug te
Arnemuiden als verantwoordelijk per
soon voor het waagmeesterschap. Pas
toen Haarlem voor goed de zijde van
de Prins gekozen had. keerde ze terug.
EN NU DE ONTDEKKING VAN
DR. KURTZ:
Kenau, let wel. deze Kenau.... heeft
nooit bestaan. Zeker, als koopvrouw
was ze in Haarlem niet onbekend. Ze
deed anderen nog wel eens een proces
aan. Maar van een soort Medusa met
rollende ogen. die iedere Spanjaard
deden verstenen van schrik, is
geen sprake! Deze conclusie vindt
steun bij niemand minder dan prof.
V. Gelder, die stelt:
„Van een meedoen aan de eigenlij
ke strijd wordt door geen enkele oog
getuige iets vermeld en de verhalen
omtrent haar commando over drie
honderd gewapende vrouwen enz. be
rusten geheel op de fantasie van la
tere schrijvers. Misschien heeft zij bij
de bestorming op 31 januari 1573 ge
wapend de wacht gehouden op de wal
len, niet onwaarschijnlijk met enkele
andere vrouwen. Op onbekende wijze
is zij in stilte verdwenen". (W.P. 10.
386).
Arme Kenau!
Zo vergaat 's werelds glorie!
Niet met wapperend vaandel en
slaande trom als een Megéra door de
riien der belegeraars heengebroken.
Veel minder als furie-der-wrake het
oog-om-oog. tand-om-tand toegepast.
Neen. Stilletjes verdwenen. Erg spec
taculair is het niet. Volgende week ho
pen we oP de studie van dr. Kurtz hier
nader terug te komen.
1. Ik maak zandgronden produktief.
Zonder mij geen grenenhout. Ook zorg
ik voor teer. pek, terpentijn, vioolhars
en scheepsmasten.
2. Ik ben ingevoerd uit China, mo
gelijk uit Japan. Mijn „naalden" zijn
bladachtig, plat en waaiervormig.
3. Ik lever, laat in het seizoen, heel
wat honing en laat mij gemakkelijk
snoeien en vervormen, getuige de
„platte"voor veel dorpswoningen.
4. Ik ben een loofboom uit Noord-
Amerika en het Middellandsezeege-
bied. Mijn bast is erg „schilferig". Miln
takken staan breed uit; daarnaar
ben ik dan ook genoemd.
5. Ik ben de wilde vijgeboom uit hel
oosten. Weet u, hoe ze mij óók wel
noemen?
6. Onder alle naaldbomen ben ik een
van de weinige, waarvan alle blaren
in het najaar afvallen. Hoe heet ik?
7. Ik ben een altijdgroene naaldboom
en wordt in de Bijbel
banon). Mijn hout is erg duur.
8. Van mijn hout maken ze s,1*
kistjes. Mijn kleur is roodachtig-
heet ik? hout
9. Roodgeaderd. donkerpaars
van een Zuidamerikaanse boom. ,t0
kast metingelegd. Een P18
van..... Wie kent mijn naam- „pi,
10. En ik ben een echte stadse
wil goed voort langs de straat «P jj0e
mij makkelijk snoeien en kappen-
heet ik?
11. Ik mag mij het zinnebeeld
kracht en trots noemen en behoo
de krachtigste loofbomen. Kent A,eef
12. Ik kom met Kerstmis bij u gl
over de vloer. Mijn naalden staan
leen" op het bout ingeplant, dus
in een kokertje. Hoe luidt mijn
Oplossing volgende keer.
j v»"
De zuidelijkste geul In de n,on.,,sf'
de Westerschelde. de eigenlijke
geul heet: de Wielingen.
1. W(eïten). 2. Kil. Denk maat*gs
de Dordse Kil. 3. De Nierj loopt f.
GoOh en Gennep. 4. „Salland" I» <j".
moedelijk ontstaan uit „Isalais
Isala is de oude naam van de 1 en
5. Groningen. 6. De Friezen noej f,
de Kuinder ook wel: de TjonS'yc-
De Regge was vroeger voor
sel een belangrijk vaarwater.
spreekt van: Hem en Venhuize»'
n(oorden).
1. Kaneel is de gedroogde bih^el
bast van de kaneelboom. in de "8 .e|t
gebracht als specerij. Deze boom s
in tropische en subtropische stro* fl(j
2. Sepia (het woord houdt ui'
met sepein. slinken!) is het rwa£,ie,
ne sap uit de blaas van de inkvy.l j»
3. Foelie (komt van folium, hl®
het vuurrode, vlezige vlies om de
kaatnoot; een specerij. rfi'
4. Indigo is een blauwe. pl«n ee9
ge verf- of kleurstof. De plant 18
heester; uit de bladen bereidt m«n
digo. ,«aaf'
5. Gember wordt nergens ..ver*^,
digd". Ze is de wortelstok van eeh
pische plant, die vaak gedroogd eP
confiit wordt.
6. Vanille (van een Spaans w
dat „kleine huls" betekent) is het Ke-
rige. peulvormige zaadhulsel
paalde Indische, of Middenameri»
se planten. _a«ui;
7. Thijm of tijm (officiële .J
thymus) is een lipbloemig krui"- jp
hier te lande zowel gekweekt a'
het wild voorkomt: specerij.
Op de kruisjes, horizontaal en
ticaal komt de naam van een<efi»l'
grootste havens van Spanje. U(U'
aan de Middellandse Zee. Op
mers 2—9 namen uit de aardrijk»8
de van Europa.
X
2.
X
3.
X
4,
X
5.
X
6.
X
7.
X
8.
X
9.
X
OMSCHRIJVING: j,s<
1. De naam van de Catalaanse
ven. y»11
2hoogland, in het midden jjjs'
Frankrijk, telt 600 uitgedoofde v
sf
3. Naam van de eerste
van Nederland.
4. Niet de grootste, wèl deïjïeó'"
Spaanse haven, gesticht als
Carthago in 225 v. Chr. t'"
5. Groep rotsen in het Ksn8Jtuf,<''
Z.Z.W. van Plymouth met een vu
ren uit 1697. e\
6. Grootste zeehaven van En* ft'
tevens grootste katoenmarkt
hele aarde.
7. Bekend keizerrijk, sedert 1
1918 republiek en thans nog. nee^
8. Frans landschap, aldus ge.roVe
naar de Noormannen, die het ve
den.
9. Haven aan Dwina
IJszee. Het woord betekent: t'
gel. Misschien is de naam da8r
genwoordig veranderd?
Oplossing volgende keer.
De komende week is een week
die rood gekleurd wordt door het
bloed der martelaren. Er is een
martelaar Simeon; er zijn marte
laren te Tyrus. „wier getal alleen
aan God bekend is"; de 21e her
denkt Sicilië de dood van 79 heili
ge martelaren; te Astorga. in Span
je, herdenkt men ene martelares
Martha. „Niemand heeft grotere
liefde, dan hij, die zijn leven geeft
voor zijn vrienden" zegt Sint-Jan
in zijn evangelie. Wie dus zijn bloed
.1 de
vergiet voor Christus. heeft_"® jg,
top van de liefde en bijgf^pit
heldhaftige heiligheid bereik1-
is de hoogste uitbloei der heul*
„Hier viert de liefde haar
triomfen" schrijft p. dr. ®,LaeP
nus. „Hier zijn de ware 1 eerJ»ee''
van Christus, die liever hun i
ter wilden volgen in de marteLejk,
dan ontrouw worden aan <*e „b8''
die Haar kinderen tot zulk eePien'''
dendood heeft weten op te voe
.'0Z i'
Iedere katholiek weet, dat er te Eg-
mond een nieuwe abdij wordt gebouwd
die al voor een groot gedeelte klaar
is. Wat wij hier gaan vertellen, is ge
beurd. verhaalt men. in de omgeving
van de oude abdij, dus vóór deze door
de Watergeuzen werd vernield (1572).
In die lang vervlogen dagen bouw
den ooievaars nog hun nesten In Hol
land; tegenwoordig doen ze dat haast
niet meer. Een knecht van de abdij
trof op zekere dag zo'n langsnavel
aan. die erg hinkte. Bij nadere be
schouwing bleek, dat het arme dier
een poot gebroken had. De man bracht
het naar zijn moeder. Zij zette het been
met, behulp van stroken hout onbe
weeglijk vast. Daardoor konden de
stukken weer aaneengroeien. Na een
paar weken mochten de latten eraf.
De poot was genezen en de ooievaar
vloog naar zijp nest op het dak der
abdij terug. Z'n kameraads vonden
dat blijkbaar erg leuk; ze begonnen
luid te klepperen.
De ooievaar, dat weet ieder kind,
is een trekvogel: gedurende de win
ter woont hij in Afrika, hier heel ver
vandaan. Toen nu do maand augus
tus naar het eind liep. verdween ook
onze ooievaar naar het warme zuiden.
In de maand maart keerde hij weer
in de buurt der abdij terug zocht het
huisje van zijn „pleegmoeder" op en
verf
lel een grote steen aan
neer een geschenk uit die
i vefk d'
De vrouw nam de steen vol te
op. Wat had dit te betekenen' Bve'pt
zou Vader Abt wel weten. l8
van het klooster. Die wist
vrome priester nam het ruW er Gé
de handen, maar hij zag o0je g'
bijzonders aan. Hoe kwam dGejftGe(
h steen. r>
in het bezit van zo
gens uit de bedding van
gehaald?
tfioy
„Laat die steen maar lyer- je 9
tje, dan zullen we eens ,\l
er dan nog wel van!
De Abt haalde er iemand ,cV
stenen kon slijpen. Niet 9ft
te maken. Maar om de
eraf te halen. Toen nu de
polijst" was (zo heet dat)- fi jt,
een kostbare karbonkel m.v, f'.
Karbonkel, dat wil eigen*1' cflP
een kooltje vuur. Nu,
wat
w' W
gloeide ook als een koolt)^
was een vuurrode robijn, p o$
ke liet er een gouden Pla 0,
maken, prachtig, in éen j-,
edelsteen kreeg een plaats r
en wat het arme vrouwti ev>r
dat kunnen 'we gerust 8an
overlaten.