PUZZEL WZW" WL" 1 81 CIJFERPUZZEL 3 m 'mwfm m t i*Wb m m m m nu mrm u m ■ft! KN i ns IflTERÖft VQ0R30MG KENAU Ut 009 AF? FOTO'S Flinke kans - of kleinere kans? m m m m m m m ONZE DAGELIJKSE fi HF HFH FH H B f| B B B iül H B ï|fl DE HEILIGE VAN DE WEEF HET GRABBELTONNE Brid ge-rubriek m m i m 'i —mi m S3 _JB[lBn_ w TtmlF—mr/ m JU Q 8 18 als koopwaar :l€ Martelaar pagina i m s 1 ffEÜ EU SP SP EU W' 1 1 8 §j§ Él Éi Denk aan Hongarije 63 112 840 25 28 5)2 49 54 )8 27 63 l 24 54 Wat voor boom? Oplossingen Nederland-puzzel Waar vandaan? Europa-puzzel ZATERDAG 16 FEBRUARI 1957 éH e B PS) -- fed M ril jSj ff ül 858 H 'M I m ft a Wiv ~9 W^to q hi .4 3/ w V, y» v W ti M7T tt tg Hp {j jr 7i n ?s Oplossing van gisteren Horizontaal: 1 korporaal. 8 ene, 10 m.o. GEEN NIEUWE DIJKEN IN NOORD-HOLLAND 1 3 5 7 4 2 9 8 8 1 9 l l Z 1 8 2 1 3 7 8 2 5 8 1 1 1 (o 9 5 7 1 7 8 1 1 3 /i 16128 3150 20 36 30 BEJAARDEN IN TEGELEN KRIJGEN TELEVISIE Gemeente draagt bij i. en Noordss haar TV' J m No. 3048. 16 februari 1951 Redacteur: G. J. A. VAN DAM, Vossiusstraat 18, Amsterdam-Zuid. Alle correspondentie aan dit adres. Bij vragen om inlichtingen a.v.p. postzegel voor antwoord insluiten. SLAGZETTEN VAN OUDE MEESTERS Ditmaal ter afwisseling eens enige partijcombinaties van de grote Franse voorgangers in het damspel. Deze slag- zetten zijn voorgekomen in partijen, die ruim vijftig jaar geleden werden gespeeld door dammers met een legendarische be roemdheid. De eerste stand kwam voor in een partij van de oud-wereldkampioen I. Weiss te gen de vermaarde speler Dussaut. No. 3477 I. Weiss Dussaut Stand: Zwart 2—6, 8, 9, 11, 13, 14, 16—21, 23, 29. Wit 22, 25—28, 32, 35, 37—45, 47, 50. Zwarts laatste zet was 1520. Dussant begon schijf 29 aan te vallen met 1. 35—30. Weiss, de listige combinatie speler, zag kansen op slagzetten en ver volgde met 2934!, 40 X 29, 29 X 34. Nu gaat 3933 niet wegens 1923 enz., terwijl 20—24 dreigt. Wit vervolgde met 3. 38—33 en toen sloeg Weiss in letterlijke en figuurlijke zin z'n slag! Hij speelde 1924!!, 30X10, 4X16, 39 X 30, 18 X 23!, 28X19, 17 X 48, 26X17, 13 X 35, 25X14, 11X31, 37 X 26 en 48X10. Zijn tegenstander capituleerde. In een andere partij liep Dussaut in een fraaie „Coup Royale", die nog een staartje had, dat de winst bracht. De stand was: No. 3478 I. Weiss S58w S35# ■mm f/iew/yé S/Z>. Dussaut Stand: Zwart 3, 5, 6, 7, 9, 10, 12---16, 18, 19, 23, 24, 26. Wit 25, 27, 28, 32—39, 43—45, 48, 49. Zwart aan zet. Weiss speelde hier achtereenvolgens 24—29, 19 X 30, 7—11, 11X33 en daarna 14—20 met 10X50, wint. Het begon Dussaut schijnbaar te verve len steeds het slachtoffer van een combi natie te worden en hij zon op wraak. Hl] kreeg de gelegenheid in een partij, waar in de volgende stand voorkwam: No. 3479 I. Weiss Dussaut Stand: Zwart 13, 58, 11—15, 17, 19, 22, 25 30, 35. Wit 23, 24, 26, 28, 31—33, 36, 3940, 42—44, 46, 48—50. Wit aan zet. Dussaut won hier een schijf en later de partij door 2316, 26-21, 32 X 41, 38 X 20, 24X13 en daarna 40—34. Merkwaardig is, dat als wit ook eerst nog schijf 24 had geofferd met 24—20 het spel gelijk zou zijn gebleven. De diagramstand bewijst overigens wel, dat de spelers, evenals in stand 3477, het avontuurlijke spel niet uit de weg zijn gegaan. Tenslotte nog een gecompliceerde slag- zet, die Dussaut daarna in een partij tegen zijn rivaal Weiss uitvoerde, toen zijn stand levensgevaarlijk was geworden. No. 3480 Dussaut "'/Ma. Herhaaldelijk komt het in bridge voor, dat men moet kiezen uit verschillende mogelijkheden bij het afspelen. Het een voudige geval is wel, dat een speler moet kiezen tussen twee mogelijkheden. Hij moet dan iets afweten van kansbereke ning; niet dat hij dat in theorie geleerd behoeft te hebben, het kan ook voldoen de zijn dat de speler zich baseert op zijn praktijkervaring. Een eenvoudig geval is dit: WEST OOST 753 A H B 10 9 Hoe moet west spelen, om zo'n groot mogelijke kans te hebben 5 slagen in te maken? Als er over en weer voldoen de „rentrees" zijn, is de beste speelwijze éérst Aas te spelen de Vrouw zou sec kunnen vallen. Valt de Vrouw niet sec, dan brengt west de eigen hand weer in een andere kleur aan slag, speelt wederom en snijdt ditmaal met Boer (of 10 of 9). Als de snit gelukt en zuid bekent, kan de Heer nagespeeld worden en moet de Vrouw vallen; bekent zuid de tweede maal niet. dan moet west de eigen hand aan slag brengen en weer spelen en snijden. Als U dit „geval" tussen OW een groot aantal malen zou uitleggen en de NZ- kaarten willekeurig verdeelt, zult ge be merken dat het snijden vaker gelukt, dan het spelen van Aas en Heer. Voor hen die iets van wiskunde of kansbere kening afweten, is dit een allereenvou digst probleempje niettemin zijn er genoeg spelers die „liever Aas en Heer slaan". Op den duur zullen deze spelers het vaker fout doen, dan degeen die in een dergelijk geval altijd snijdt. Maar nu dit geval: WEST OOST 75 A H B 10 9 4 OW moeten 6 slagen in maken. Hoe? Men zou zeggen „eerst weer beginnen Aas te spelen" en dan net zo voortgaan als boven. Niettemin is dat onjuist. West moet 5 spelen en direkt. met Boer snijden. Maar als nu de Vrouw sec erachter zit hoor ik menigeen al zeggen! Indien zuid een singleton in heeft, moet noord dus 4 kaarten in hebben. In dat geval is de kans dat noord de Vrouw heeft vier maal zo groot, dan dat zuid deze kaart heeft. Met andere woorden, van elke 5 gevallen die zich kunnen voordoen dat noord vier heeft, zal noord 4 malen de vrouw hebben en éénmaal niet. Door nu direkt te snijden kan west de Vrouw-vierde bij noord er dus uit snijden. D.w.z. in 4 van de 5 gevallen waarin noord 4 kaarten in heeft is snijden juist en slechts In één geval is het verkeerd. Doch als men begint met Aas te spelen, heeft men wel succes in het éne geval dat zuid de Vrouw sec heeft, doch niet in de 4 gevallen dat noord die kaart en vierde heeft. Want west zal, als noord 4 kaarten in heeft, de Vrouw er nu niet meer kunnen uit snijden als eerst in oost Aas wordt gespeeld. Het geval is dus principieel anders als het eerste; daar beschikte west over 3 kaarten in en kan dus later wel nog twee malen snijden. Legt U dit geval eens voor aan enkele „goede bridgespelers" in Uw omgeving; U zult er verbaasd over staan, hoe wei nig malen U het goede antwoord op deze vraag zult krijgen. MIMIR I. Weiss Stand: Zw. 5, 8, 10, 12—14, 16, 18—20, 21, 23, 24, 29. Wit 25, 27, 30—32, 34, 35, 38—40, 43, 47, 48, 50. Wit aan zet. Weiss speelde hier 3126, waarop Dus- sant remise forceerde door: 2328!, 26X17, 28 X 37!, 34 X 23, 12 X 34, 23 X 3, en toen 24—29!, 30 X 39, 20—24, 3 X 20 met 24X15. Zo ziet men, dat de dammers een goede vijftig jaar geleden ook al wel de kunst van het combineren verstonden. De stan den zijn indertijd in het toenmalige zeer beroemde Franse damtijdschrift „Le jeu de dames", geredigeerd door de vermaar de E. Leclercq, gepubliceerd. Natuurlijk staan wij over het genre combinaties niet verbaasd meer, maar in die tijd verwek ten deze slagzetten groot opzien en.... laten we eerlijk zijn, menig speler van bekende kracht zou ze ook heden ten dage gemakkelijk over het hoofd kunnen zien. ft itf Up it IVI IE (Schaakredacteur P. A. KOETSHEID, Huize St.-Bernardus, Sassenheim.) (Zaterdag 16 februari). DE PROBLEMEN VAN DEZE WEEK Door enige bijdragen, die we in de laatste weken van enkele medewerkers mochten ontvangen, zijn we weer eens in de gelegenheid de rubriek van drie problemen te voorzien. Misschien ver wondert zich de lezer, dat daarvan twee driezetten zijn en slechts één een twee- zet is; meestal is dit omgekeerd het ge val. De reden, dat we van deze gewoonte eens zijn afgeweken is deze: Bij de le zer, die zich uitsluitend bepaalt tot het oplossen van tweezetten is deze poging tevens bedoeld ook zijn belangstelling voor de drjezet te wekken. Om de over gang geleidelijk te doen geschieden, be ginnen we met een paar eenvoudige voorbeelden. Naar ons inzicht is no. 7516 hiertoe wel het meeste geschikt. Dit is slechts met licht strijdmateriaal toegerust. Daarbij komt, dat de zwarte koning zich op een randveld bevindt, waardoor de ruimte, om hem heen. beperkt is en doorgaans de oplossing minder gecom pliceerd. Wellicht iets meer moeite geeft no. 7517. Hier is de witte dame aanwezig, die door haar grote beweeg lijkheid veel meer afwisseling in het spel kan brengen, maar als miniatuur moet de weg spoedig gevonden kunnen worden. Het doet ons genoegen onder no. 7515 een tweezet van F. W. Nan- ning te kunnen brengen. No. 7517. M. Havel. Narodnio, 8-2-1925. Mat in drie zetten. Wit; Kc4, Df6, Lc6. Zwart: Kgl, Le3; pion h2. PROBLEEMOPLOSSINGEN No. 7509. C. Groeneveld. Opl. 1. c4 d5: dreigt 2. Tb6b5tt. No. 7510. M. Havel. Opl. 1. Tg7—g6 met drie dreigingen, die door de ant woorden van zwart tot slechts een wor den herleid. 1c2, 2. Le5:t, 1 d2, 2. Dd5:t 1D ad lib. 2. Dc5:t enz. GOEDE OPLOSSINGEN Beide problemen werden goed opge lost door Marcelle Coenegracht, Maas tricht; P. M. Dekker, R'dam; J. Dick- haut, Nijmegen; Joh. Konings, Ouden bosch; B. Kouwenhoven, R'dam; F. Pijls, Maasbracht; Paul Raschdorf, Han nover; L. v. Riel, R'dam; G. G. Smit, Schiedam; C. v. d. Weide, R'dam. No. 7509 door John Auping, Joppe; ir. V. Blom, Maastricht; mr. dr. R. Bromberg, Roermond; W. H. Haring, Schipluiden. No. 7515 F. W. Nanning, Eindhoven. Eerste plaatsing. Mat in 2 zetten. Hozizontaal: 1 landelijke plaats, 5 plant. 9 gewapende ruiter, 11 vrucht. 12 hemel lichaam. 14 groet, 15 lokspijs, 16 kleding stuk, 19 anno (afk.). 20 maanstand (afk.), 21 ijzerhoudende aarde, 23 tot en met (afk.), 25 zangnoot, 26 atijgwerktuig. 28 larie. 30 voorzetsel, 32 Eur. hoofdplaats, 34 vruchtbare plek. 36 de oudere (af 37 Nederl. eiland, 40 godsdienst (afk.), 41 ta bulator (afk.), 42 onverstandig, 43 bij woord, 44 narigheid, 48 uitroep van pijn, 50 dunne. 52 meisjesnaam, 55 telg, 57 begin 60 bezittelijk vnw„ 62 jongensnaam, 63 verlaagde toon, 65 in orde, 66 deel v. d. dag (afk.). 67 stofmaat. 68 soort. 70 jon gensnaam 72 loot, 74 steen, 75 kleinst deelbare deeltje. 77 bende. 79 vlinderlarve 80 uitgeslapen. Verticaal: 1 iel. 2 geogr. aanduiding (afk.). 3 getroffen, 4 smalle weg, 5 vogel, 6 zin, 7 onzes inziens (afk.), 8 pl. in Duits land. 10 edelgas, 11 van gelijke waarde, 12 vis. 13 schaap, 17 vr. munt. 18 vrucht, 20 wandversiering. 22 hoefdier. 24 klein plantje, 27 vermogen, 28 familielid. 29 kloosterzuster, 31 vermaning, 33 adres kaartje, 35 reptiel, 38 drank, 39 voorzet sel. 45 onderricht. 46 reus, 47 aanw. vnw., 49 putemmer, 51 pl. in Gelderland. 53 masker. 54 deel v. Sumatra. 56 meisjes naam. 58 teugel. 59 kier 61 groot water 64 steeg, 66 koraaleiland, 69 treiter,, 71 godheid, 73 nummers (afk.). 74 scheep vaartmaatschappij (afk.), 76 Fr. pers. vnw. 78 vogelprodukt. 11 armee. 13 re. 14 sluipen, 16 tram, 18 lood. 20 eet. 21 beo 22 riem. 25 zeil. 26 rondeel, 29 al, 30 koers, 31 de, 33 eli, 35 binnenhof. Verticaal: 2 of, 3 peru, 4 onmin, 5 reep, 6 ai, 7 Amsterdam, 9 Den Dolder. 11 alm, 12 eel, 14 sater, 15 nobel. 17 rei, 19 oei. 23 mok, 24 adele, 25 zes, 27 noen, 28 erin, 32 pi. 34 do. De na uitvoering van de delta werken te verkrijgen veiligheid zal zo groot zijn, dat het volgens Gedeputeerde Staten van Noord-Holland in het alge meen niet nodig zal zijn, de bestaande binnendijken in de provincie Noord-Hol land zwaarder te maken dan zij zijn of het bestaande dijkenstelsel met nieuwe dijken aan te vullen. Zelfs zou dit tot de conclusie kunnen leiden, dat na de uitvoering van de del tawerken in het geheel geen behoefte meer aan binnendijken zal bestaan. Toch zijn er omstandigheden, welke ma ken, dat bepaalde binnendijken in stand moeten worden gehouden en misschien zelfs moeten worden verbeterd. Deze mededeling hebben Gedeputeer de Staten aan de Provinciale Staten ge daan in een nota over „binnendijken", waaronder verstaan worden de vanouds bestaande waterkeringen. In de roos getroffen. Anders kunnen we het niet uitdrukken. Bij honderden neemt het aantal deelnemers aan de cijferpuzzels toe. Welkom, puzzelaars,' verstopt onze brievenbussen maar. We kunnen er tégen! Voorop nog deze vriendelijk bedoel de opmerking: Er is maar één goede oplossing mogelijk. Wilt u zich strikt aan de voorschriften houden? Dus al léén de cijfers 1 tot en met 9 gebruiken en géén getallen van twee cijfers. Dank voor alle vriendengroeten en niet minder dank voor de goede wen ken. De puzzelredacteur is er wat op- gekuifd mee en zal trachten aan ge- rechtvaordigde verlangens zoveel mo gelijk te voldoen en wenst ieder in de zich steeds uitbreidende puzzelclub het maximum aan spanning en amusement, wat dit schone tijdverdrijf kan bieden. De oplossing van puzzel no. 2 is aldus: Ditmaal vielen de prijzen ten deel aan: L. C. M. Diepstraten, Baronielaan 33, Breda, G. J. J. v. Hellemondt, Binnen rotte 81B, Rotterdam; Mej. H. E. Schmitz, Oude Singel 234a, Leiden; Mej. C. Prein, Hogenbanweg 59c, Schiedam. Een postwisseltje wordt gezonden. En nu puzzel no. 3. W77T>W No. 7516. S. Limbach, Polen Arbejder Skak, 1957. Mat in 3 zetten. iip Gironummer Ned. Rode Kruis Den Haag 777 Gironummer r.-k. Huisves tingscomité, Den Bosch 34348. Gironummer Nationaal Comité Hulp aan Hongaarse Volk Amsterdam: 999 u 1 r genoemd De Haarlemse gemeente-archivaris, mej. dr. G. H. Kurtz, heeft een ontdekking gedaan, die vol van troost zal blijken voor sommige vrouwen, tot op de dag van vandaag met de bijnaam: „Kenau" getooid. Een Kenau, dat weet iedereen, is een efhte haaiebaai. een vrouw met een Kfond als het Centraalstation, kijfziek, ruzieachtig en ga maar door. „Sta daar toch niet te heibeien als een vis wijf" geeft de grote Van Dale. Er had óók kunnen staan: als een Kenau, een manwijf. Schrijvers van naam hebben zich met „Kenau Symons dochter van Haerlem" onledig gehouden; luister maar: Hooft, juist. ja. de man van de Mui- derkring, een van onze grootste dich ters en geschiedschrijvers, noemt de kloeke, doortastende, ongemakkelijke Kenau: een moedighe mannin! Jan Wagenaar, de man van een uitvoerige uitstekende geschiedenis der Verenig de Nederlanden (22 delen!), vermeldt: Bij de belegering van Haarlem (plm 1570). had deze stad „driehonderd wij ven in dienst, onder wie Kenau Si- monsd. Hasselaar, eene weduwe van zesenveertig jaaren en van een der beste geslagten die niet schroomde met spiets, roer (geweer) en rapier (lange, puntige degen) in vrouwen- kleeding den vijand te keer te gaan; welke dienst haar met het Waagmees- terschap over de turf, binnen Arne- muiden vergolden werdt". „Een der beste geslagten...." Was zij soms familie van Nikolaes Hasse- laer, op wie niemand minder dan Vondel een grafschrift dichtte? Ook al iemand die van wanten wist met het rapier. Hopman en wachtmeester van Amsterdam, die daar krachtig opstoot jes wist te bedwingen. Vondel zegt: „Hier dooft de zerck dat eerlijck vier (vuur). Van Hasselaer, op wiens rap pier, De stadt gerust te bedde ginghe, Zijn tromvheit. oogh van Amstels wacht, Wist van geen slaepen, dagh noch nacht", (plm. 1600). Dan volgt hier onze geschied- en romanschrijver, Jacob van Leenep. Hi1 stelt: „De beste verdediging der stad lag in den moed en de volharding der DE TIJD LIGT AL WEER lang ach ter ons, dat er op de redactiebu reaus over gediscussieerd werd, of een krant nu werkelijk plaatjes kon op nemen, zonder aan haar standing te. kort te doen. Het plaatje met een praatje bleef nog lang een nauwelijks gedulde nieuwigheid waarvan men maar moest afwachten, of de lezers het savoureerden. Tegenwoordig leidt het plaatje een eigen leven desnoods zonder praatje. Het maakt vooral de voorpagina aantrekke lijk. In het buitenland worden de kran ten'vaak voornamelijk door de plaatjes verkocht. Wij journalisten hebben ons daardoor wel eens door de eens in een hoek ge duwde persfotografen verdrongen gevoeld. Toen filmjournaal en ten slotte de tele visie zich van het nieuws meester maak ten, leek het wel, alsof wij totaal over bodig zouden worden. Maar de magie van het geschreven woord dit geheimzinnige verschijnsel, is haar bekoring op de massa blijven uitoefe nen. Zelfs op persfotografen. Zij zijn zich fotojournalisten gaan noemen, hetgeen wel als een bijzondere hulde kan worden beschouwd aan het geschreven woord, waarvoor wij. krantenschrijvers, nog steeds onverdroten zorgen. Inmiddels, het blijkt, dat het plaatje, de foto, veel meer dan het geschreven of gesproken nieuws, in het bijzonder de persfoto, een soort koopwaar gaat wor den. Bij tal van belangrijke gebeurtenissen worden er ongekende bedragen betaald aan de fotograaf, die het eerste of het beste of het meest exclusieve plaatje brengt. Bij de vermaarde „Flying Enter prise" zijn er op dit gebied sterke staal tjes geleverd. Intussen, ook het publiek begint iets te ruiken, het gaat de handelswaarde van een foto onderkennen. Zo nog niet hier te lande dan toch wel in het buitenland. Het blijde gebeuren in Monaco heeft hiervan weer een sterk voorbeeld gele verd. Foto's van de kleine prinses Caro line hebben niet minder clan vijftiendui zend gulden opgebracht. In totaal bracht het recht, door prins Rainier aan een bepaald bureau ver leend, om de eerste foto's van de baby te maken, bijna een half miljoen gulden op. Het verkopen van het recht tot het ma ken der twee eerste foto's van de pa® geborene geschiedde bij opbod. In de hal van Monaco's statige Hotel de Paris nam een vertegenwoordiger van de vorst de aanbiedingen in ontvangst. Het was een Amerikaan, expert in de handel in nieuws^ foto's speciaal door prins Rainier voor dit karwei geëngageerd. De vertegenwoordigers der grote foto persbureaus boden als wildemannen tegen elkander op. Ze vroegen dringende tele foonverbindingen met hun chefs aan. in de voornaamste wereldsteden, om hun bod te mogen verhogen. Directeuren en hoofdre dacteuren werden er voor uit bed gebeld. Negenendertig uur na de geboorte moch ten de eerste foto's worden gemaakt. Het recht daarop ging, nadat het was verleend, nog van de ene hand in de andere over. De koopsom mocht alleen in dollars betaald worden. Zelfs ponden sterling kwamen niet in aanmerking. Om „arme" kranten te gerieven, wer den later twee foto's gratis beschikbaar gesteld. Die, welke gemaakt werden door de gelukkige vader zelf, kwamen niet voor verkoop en distributie in aanmerking, of schoon er hoog op geboden is. Ter ere van vorst Rainier moet worden gezegd, dat hij de opbrengst van deze merkwaardige openbare verkoping voor liefdadige doeleinden heeft bestemd. De heren persfotografen mogen gewaarschuwd zijn: wij doen dit beslist niet! De gemeenteraad van Tegelen heeft met negen tegne acht stemmen besloten 500,- bij te dragen in de kosten van een tele visie-toestel. dat. men voor de bejaarden van een inrichting ter plaatse beschikbaar wil stellen. Burgemeester mr, F. Pexch was het niet eens met zijn wethouders en ontraadde het besluit op principiële gron den, maar de kleinst mogelijke meerder heid in de raad zag hierin een deel van de verzorgende taak derg emeente. burgerij. Niet slechts de mans, zelfs de vrouwen grepen naar de wapens tot bescherming hunner haardsteden. Kenau Simonsd. Hasselaar, een fat soenlijke weduwe van zesenveertig jaar, stelde zich aan de spits van een bende van driehonderd vrouwen, even als zij met spies, vuurroer en rapier gewapend, waarmede zij de vijanden moedig te keer ging". Onze bekende folklorist, oud-burge meester K. ter Laan, bericht: „verdedigde Haarlem van 1572 op '73. Haar neef, Pieter. was tijdens het beleg vaandrig" (het vechten zat de fam'lie dus wel enigszins in het bloed). Het officiële „Woordenboek" der Nederlandse taal roemt haar als de vrouw „die tijdens het beleg van Haarlem de stad gewapend hielp ver dedigen". En wat zegt Blok, geschie denisprofessor te Leiden (plm. 1929)? „Het garnizoen van Haarlem werd krachtig gesteund door de moedige burgerij, ja, met een vrouwenschaar die onder aanvoering van Kenau Has selaer aan de verdediging een werk zaam aandeel nam". Duidelijker kan het haast niet. Men kent de geschiedenis. Haarlem moest zich. tenslotte, op genade en ongenade aan de Spanjaarden overge ven. De dappere Ripperda. de kloe ke, Groningse edelman, kostte de ne derlaag het hoofd. „Vijf beuls" aldus Wagenaar „met hunne knegts sloofden zlg dag aan dag af aan het ombrengen van menigte van menschen. Don Frede- rik deedt. daarenboven, driehonderd ellendigen. bij paaren. rug aan rug binden en in den mond der Meere ver drinken". Was Kenau hier ook bij? Men zou het wel verwachten! Zij moest toch als een der raddraaiers gelden? Kreeg ze de strop? Geen sprake van. Ver moedelijk heeft ze na het beleg de be nen genomen, net als burgemeester Jan van Vliet, die als molenaar ver kleed ..ter Stad wist uit te raaken". Althanswe vinden baar terug te Arnemuiden als verantwoordelijk per soon voor het waagmeesterschap. Pas toen Haarlem voor goed de zijde van de Prins gekozen had. keerde ze terug. EN NU DE ONTDEKKING VAN DR. KURTZ: Kenau, let wel. deze Kenau.... heeft nooit bestaan. Zeker, als koopvrouw was ze in Haarlem niet onbekend. Ze deed anderen nog wel eens een proces aan. Maar van een soort Medusa met rollende ogen. die iedere Spanjaard deden verstenen van schrik, is geen sprake! Deze conclusie vindt steun bij niemand minder dan prof. V. Gelder, die stelt: „Van een meedoen aan de eigenlij ke strijd wordt door geen enkele oog getuige iets vermeld en de verhalen omtrent haar commando over drie honderd gewapende vrouwen enz. be rusten geheel op de fantasie van la tere schrijvers. Misschien heeft zij bij de bestorming op 31 januari 1573 ge wapend de wacht gehouden op de wal len, niet onwaarschijnlijk met enkele andere vrouwen. Op onbekende wijze is zij in stilte verdwenen". (W.P. 10. 386). Arme Kenau! Zo vergaat 's werelds glorie! Niet met wapperend vaandel en slaande trom als een Megéra door de riien der belegeraars heengebroken. Veel minder als furie-der-wrake het oog-om-oog. tand-om-tand toegepast. Neen. Stilletjes verdwenen. Erg spec taculair is het niet. Volgende week ho pen we oP de studie van dr. Kurtz hier nader terug te komen. 1. Ik maak zandgronden produktief. Zonder mij geen grenenhout. Ook zorg ik voor teer. pek, terpentijn, vioolhars en scheepsmasten. 2. Ik ben ingevoerd uit China, mo gelijk uit Japan. Mijn „naalden" zijn bladachtig, plat en waaiervormig. 3. Ik lever, laat in het seizoen, heel wat honing en laat mij gemakkelijk snoeien en vervormen, getuige de „platte"voor veel dorpswoningen. 4. Ik ben een loofboom uit Noord- Amerika en het Middellandsezeege- bied. Mijn bast is erg „schilferig". Miln takken staan breed uit; daarnaar ben ik dan ook genoemd. 5. Ik ben de wilde vijgeboom uit hel oosten. Weet u, hoe ze mij óók wel noemen? 6. Onder alle naaldbomen ben ik een van de weinige, waarvan alle blaren in het najaar afvallen. Hoe heet ik? 7. Ik ben een altijdgroene naaldboom en wordt in de Bijbel banon). Mijn hout is erg duur. 8. Van mijn hout maken ze s,1* kistjes. Mijn kleur is roodachtig- heet ik? hout 9. Roodgeaderd. donkerpaars van een Zuidamerikaanse boom. ,t0 kast metingelegd. Een P18 van..... Wie kent mijn naam- „pi, 10. En ik ben een echte stadse wil goed voort langs de straat «P jj0e mij makkelijk snoeien en kappen- heet ik? 11. Ik mag mij het zinnebeeld kracht en trots noemen en behoo de krachtigste loofbomen. Kent A,eef 12. Ik kom met Kerstmis bij u gl over de vloer. Mijn naalden staan leen" op het bout ingeplant, dus in een kokertje. Hoe luidt mijn Oplossing volgende keer. j v»" De zuidelijkste geul In de n,on.,,sf' de Westerschelde. de eigenlijke geul heet: de Wielingen. 1. W(eïten). 2. Kil. Denk maat*gs de Dordse Kil. 3. De Nierj loopt f. GoOh en Gennep. 4. „Salland" I» <j". moedelijk ontstaan uit „Isalais Isala is de oude naam van de 1 en 5. Groningen. 6. De Friezen noej f, de Kuinder ook wel: de TjonS'yc- De Regge was vroeger voor sel een belangrijk vaarwater. spreekt van: Hem en Venhuize»' n(oorden). 1. Kaneel is de gedroogde bih^el bast van de kaneelboom. in de "8 .e|t gebracht als specerij. Deze boom s in tropische en subtropische stro* fl(j 2. Sepia (het woord houdt ui' met sepein. slinken!) is het rwa£,ie, ne sap uit de blaas van de inkvy.l j» 3. Foelie (komt van folium, hl® het vuurrode, vlezige vlies om de kaatnoot; een specerij. rfi' 4. Indigo is een blauwe. pl«n ee9 ge verf- of kleurstof. De plant 18 heester; uit de bladen bereidt m«n digo. ,«aaf' 5. Gember wordt nergens ..ver*^, digd". Ze is de wortelstok van eeh pische plant, die vaak gedroogd eP confiit wordt. 6. Vanille (van een Spaans w dat „kleine huls" betekent) is het Ke- rige. peulvormige zaadhulsel paalde Indische, of Middenameri» se planten. _a«ui; 7. Thijm of tijm (officiële .J thymus) is een lipbloemig krui"- jp hier te lande zowel gekweekt a' het wild voorkomt: specerij. Op de kruisjes, horizontaal en ticaal komt de naam van een<efi»l' grootste havens van Spanje. U(U' aan de Middellandse Zee. Op mers 2—9 namen uit de aardrijk»8 de van Europa. X 2. X 3. X 4, X 5. X 6. X 7. X 8. X 9. X OMSCHRIJVING: j,s< 1. De naam van de Catalaanse ven. y»11 2hoogland, in het midden jjjs' Frankrijk, telt 600 uitgedoofde v sf 3. Naam van de eerste van Nederland. 4. Niet de grootste, wèl deïjïeó'" Spaanse haven, gesticht als Carthago in 225 v. Chr. t'" 5. Groep rotsen in het Ksn8Jtuf,<'' Z.Z.W. van Plymouth met een vu ren uit 1697. e\ 6. Grootste zeehaven van En* ft' tevens grootste katoenmarkt hele aarde. 7. Bekend keizerrijk, sedert 1 1918 republiek en thans nog. nee^ 8. Frans landschap, aldus ge.roVe naar de Noormannen, die het ve den. 9. Haven aan Dwina IJszee. Het woord betekent: t' gel. Misschien is de naam da8r genwoordig veranderd? Oplossing volgende keer. De komende week is een week die rood gekleurd wordt door het bloed der martelaren. Er is een martelaar Simeon; er zijn marte laren te Tyrus. „wier getal alleen aan God bekend is"; de 21e her denkt Sicilië de dood van 79 heili ge martelaren; te Astorga. in Span je, herdenkt men ene martelares Martha. „Niemand heeft grotere liefde, dan hij, die zijn leven geeft voor zijn vrienden" zegt Sint-Jan in zijn evangelie. Wie dus zijn bloed .1 de vergiet voor Christus. heeft_"® jg, top van de liefde en bijgf^pit heldhaftige heiligheid bereik1- is de hoogste uitbloei der heul* „Hier viert de liefde haar triomfen" schrijft p. dr. ®,LaeP nus. „Hier zijn de ware 1 eerJ»ee'' van Christus, die liever hun i ter wilden volgen in de marteLejk, dan ontrouw worden aan <*e „b8'' die Haar kinderen tot zulk eePien''' dendood heeft weten op te voe .'0Z i' Iedere katholiek weet, dat er te Eg- mond een nieuwe abdij wordt gebouwd die al voor een groot gedeelte klaar is. Wat wij hier gaan vertellen, is ge beurd. verhaalt men. in de omgeving van de oude abdij, dus vóór deze door de Watergeuzen werd vernield (1572). In die lang vervlogen dagen bouw den ooievaars nog hun nesten In Hol land; tegenwoordig doen ze dat haast niet meer. Een knecht van de abdij trof op zekere dag zo'n langsnavel aan. die erg hinkte. Bij nadere be schouwing bleek, dat het arme dier een poot gebroken had. De man bracht het naar zijn moeder. Zij zette het been met, behulp van stroken hout onbe weeglijk vast. Daardoor konden de stukken weer aaneengroeien. Na een paar weken mochten de latten eraf. De poot was genezen en de ooievaar vloog naar zijp nest op het dak der abdij terug. Z'n kameraads vonden dat blijkbaar erg leuk; ze begonnen luid te klepperen. De ooievaar, dat weet ieder kind, is een trekvogel: gedurende de win ter woont hij in Afrika, hier heel ver vandaan. Toen nu do maand augus tus naar het eind liep. verdween ook onze ooievaar naar het warme zuiden. In de maand maart keerde hij weer in de buurt der abdij terug zocht het huisje van zijn „pleegmoeder" op en verf lel een grote steen aan neer een geschenk uit die i vefk d' De vrouw nam de steen vol te op. Wat had dit te betekenen' Bve'pt zou Vader Abt wel weten. l8 van het klooster. Die wist vrome priester nam het ruW er Gé de handen, maar hij zag o0je g' bijzonders aan. Hoe kwam dGejftGe( h steen. r> in het bezit van zo gens uit de bedding van gehaald? tfioy „Laat die steen maar lyer- je 9 tje, dan zullen we eens ,\l er dan nog wel van! De Abt haalde er iemand ,cV stenen kon slijpen. Niet 9ft te maken. Maar om de eraf te halen. Toen nu de polijst" was (zo heet dat)- fi jt, een kostbare karbonkel m.v, f'. Karbonkel, dat wil eigen*1' cflP een kooltje vuur. Nu, wat w' W gloeide ook als een koolt)^ was een vuurrode robijn, p o$ ke liet er een gouden Pla 0, maken, prachtig, in éen j-, edelsteen kreeg een plaats r en wat het arme vrouwti ev>r dat kunnen 'we gerust 8an overlaten.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 6