Nationaal plan tot kern van minstens
50.000 extra woningen
Volkslening ter financiering van dit project
Bezit beantwoordt aan natuur
lijke verwervingsdrang
GLIJDENDE WERKWEEK
en de bedreigde zondagsrust
Vrouwe Justitia in carnavalstooi
Kapitein Haagmans meerde de
Statendam zonder sleepboothulp
Gupa: HOUTEN STOPSEL van Ceta Bever
„Mijnheer Robert
teruggekomen
m'
rsjs
vb
Gezinsraad stelt ministers voor:
^apport huisvesting
jonge gezinnen
Ook Spierpijn]
I zXO
„Alsof hij het elke dag deed
Kn, ,<en
fA
MAANDAG 18 FEBRUARI 1957
PAGINA 3
ff
J
V
.•j'
Aof$
s;
•«V
sK
Gevolgen inwoning:
sluipend proces
lntensiever gebruik
van woningen
Hz
Woningtekort treft direct
J°°000 personen
BENOEMINGEN BISDOM
ROTTERDAM
Offers en maatregelen
Bezitsvormingnog niet doodgepraat
Gesprekcentrum bracht uitersten bijeen
op De Pietersberg
De proletarisering
Vrees van Duitse episcopaat niet ongegrond
AUDIËNTIES
Gehele veestapel vond
de vuurdood
Zware boerderijbrand in Oosteind
Accent op het individu
Onaanvaardbaar
V er gemeenschappelijking
Joli. Kaart gehuldigd
Bizarre parodie bij de „Haagsche Comedie
fc.4 1
Havenstaking in New-York doorkruiste
traditionele ontvangst
Toch loeiende schepen
Zelf de bagage sjouwen
Gemiddeld 19 knopen
De speelclubs van Baarle
Nieuw onderzoek gevraagd
r r
A.hwW'--an
MfVL'gew. -
Door Joseph Hocking
I
iet1®'
KUns HmüUag heeft in het Stedelijk Museum te Amsterdam de prijsuitreiking plaats gehad door de stichting
enfarsverzet 19421945. Han G. Hoekstra (rechts) kreeg de prijs voor literatuur en prof. V. P. A. Esser
voor beeldende kunst.
Se'h-f ^gering kondige af cn .stelle liaar
feu Politiek er op in, dat de gevol-
""odf a° woningnood een nationale
k* h 0es»and hebben doen ontstaan, wel-
hej tf bre»een van nationale offers en
tefel e^en van nieuwe bijzondere maat-
Vf*. v"eist," aldus luidt de eerste
foejj Usie van een rapport dat op ver-
beio, Vap de ministers van Maatschap-
tebfa Werk en Volkshuisvesting is uit-
U ®ot door de (Nationale) Gezinsraad,
««q Gezinsraad heeft in dit rapport de
Pect_e» Psychologische en zedelijke as-
bcnevens de gevolgen van de
vfstin n°°d ten aanzien van de huis-
der jonge gezinnen onder de
j, Benomen.
el Gez'
„,Us'e gekomen dat:
Gezinsraad is verder o.m. tot de
t -
«iecUhisvesting door middel van inwoning
Ms ?ls dan dient bevorderd te worden
Snift voeren van een vriie zelfstandige
Htbouding en de mogelijkheid van de
v„ "oiing van huwelijks- en gezinsle-
V Aanwezig kunnen worden geacht,
'b.' inwoning bü vreemden geprefe-
J.™ Wordt boven die bij eigen ouders,
ft» °uw van duplex, en triplexwonin-
'°t s an tenminste 3 kamers een bijdrage
l^jPpfdiger oplossing van het woning-
a*'"1- kan vormen in die gemeen-
*0h
het' ?aar de prognose ten opzichte van
"'dt ru'k na de ontsplitsing gunstig
";)ftranen enkele jaren tenminste 50.000
Hm koningen gebouwd zullen moeten
Per *;n> waarbij gedacht wordt aan scmi-
Ppr te woningen met een gebruik»,
ip „Van tenminste 15 jaar.
?'e0t and met het laatste overwogen
afliet worden of gezien de huidige
fleMogelijkheden voor de overheid
er h?°°dzaak van bestedingsbeperking
ï^le i'e» het uitschrijven van een natio-
iaS« een soort volkslening, met
Bepj pPtevoet, dit extra woningcontin-
ot realisatie kan brengen.
&Ü1 volkstelling heeft uitgewezen.
ip.t80pe''«00 gezinnen van twee of meer
D-l op v lnwonend zijn. De gevolgen hier-
v't oin gezinsleven worden in het rap-
te®daaach.reven als een „sluipend pro-
a ke»,. fij aanvankelijk niet naar bui-
worden. De psychische span-
Registratie van verloofden met inter
communale erkenning, ongeacht hun leef
tijd, zou veel bezwaren van de bestaande
regelingen ondervangen, aldus het rap
port.
De Gezinsraad is voorts van mening,
dat de colleges van B. en W. dienen te
overwegen of niet meer dan tot dusverre
gebruik gemaakt kan worden van de Ver
ordeningsbevoegdheid. omdat bij de wo
ningtelling wel bevestigd is. dat er nog
een groot aantal woningen weinig inten
sief gebruikt worden. Indien het afstaan
van een bepaald woongedeelte b.v. aan
een termijn van 3 iaar zou gebonden wor
den zou mogelijk de bereidheid tot het
afstaan van woonruimte bevorderd kunnen
worden. Het geven van premies b.v. voor
het betrekken van een kleinere duurdere
woning of de kosten van verhuizing in ge
vallen van vordering, zal in ruime mate
dienen te geschieden.
Het is gebleken, dat door de gemeen
telijke huisvestingsdiiensten in het al
gemeen weinig pressie wordt uitgeoe
fend om bij klein geworden gezinnen de
verhuizing naar een kleine woning te
bewerken. Menig jonggehuwd echtpaar
zou reeds geholpen kunnen worden door
middel van het afstaan van een etage.
Opvallend is dat er een sterke terug
gang valt te bespeuren in het aantal ge
vallen dat er van de Premieregeling Wo
ningverbetering en -splitsing gebruik
wordt gemaakt, evenals van de premie
dubbele bewoning.
Uitvoerige cijfertabellen voor verschil
lende plaatsen geven een overzicht van
het aantal inwoningen. Zo steeg in Am
sterdam het aantal inwoningen dat in
1946 57.4 pet van alle gehuwde paren be
droeg tot 67.8 pet in 1955. Hierbij valt
echter op te merken, dat men ook in de
vooroorlogse jaren reeds een percentage
inwonenden kende, dat tot 1938 echter
nooit de 14 pet te boven ging. Van de in
1956 te Rotterdam gehuwde 6471 paren
bleven er niet minder dan 2106 gescheiden
wonen. Slechts 154 kregen een zelfstandige
woning. In Utrecht bleven van de 1754
eerste huwelijken die in 1955 gesloten
werden 877 echtparen van elkaar geschei
den wonen.
tijj 'tenha Z1i aanvankelijk niet naar bui-
,aar worden. De psychische span-
C's en *l?t werken van de vrouw buitens-
O *Ow»iVerse andere feitelijkheden heb-
V. Uil* - dp f'Q-.itiei.oo/l olc ncvrVnnt.prs.
LMe J de Gezinsraad als psychiaters,
medici en andere bij het
®®Bstuk betrokkenen er toe
vo]utc>estJ'0or de jonggehuwden van een
krach spreken, waardoor de
jyj "t wordt aangetast.
N\^k wordt gesteld, dat inwo-
in ïkk ?u<^er» remmend werkt op het
ago „,alen van de jonge vrouw
hoj°rdelft]J? tot zich zelfstandig verant-
ader-,? te verkiezen boven inwoning bij
da' a'eeii? Bevoelende echtgenoten. „In
o,,a po» een is inwoning bij vreemden
«ets»
It S
'aq' ^aar *fen van zgn. weekendhuweüj-
'1 e a^lamit geboorte van een kind als
aze e;t wordt beschouwd vormen
een gevaar voor de moraliteit.
1 l95glagtekort van 196.000 per 1 ja-
eeo -betekent, dat hieronder mins-
t-°9rtea, w=5,f biljoen mensen te lijden
at .bie-arbij nog komt, dat een veel-
Vf\ ta»,. 3n nn»nl Jn P rt/lVMl-i CT?Oet
Z.H. Exc. mgr M. A. Jansen, bisschop
van Rotterdam, heeft benoemd tot kape
laan te Lisse (H. Agatha) de weleerw.
heer P. A. Tweehuysen; tot kapelaan te
Berkel de weleerw. heer J. G. Fransen;
tot kapelaan te Rotterdam (H. Nicolaas)
de weleerw. heer A de Korte, die kape
laan was te Lisse (H. Agatha).
Uit al deze onderzoekingen heeft de
Gezinsraad dan ook de conclusie getrok
ken, dat deze nationkle noodtoestand zo
wel het brengen van offers als het tref
fen van nieuwe bijzondere maatregelen
vereist. Een beroep op kerken, organisa
ties. overheidsinstanties en publiciteits-
organen om de bereidheid van het bieden
van de zo noodzakelijke hulp te bevorde
ren en mede te werken aan een groots op
gezet plan tot voorziening in het woning
tekort en tot leniging van de daaruit voor
ons volk voortvloeende gevolgen, wordt
van groot belang geacht. In concreto zegt
het rapport over dit nationale plan voorts
dat een beroep dient te worden gedaan op
hen die in technisch opzicht bjj de woning
bouw betrokken zijn om akkoord te gaan
met bijzondere regelingen betreffende de
arbeidsduur, dat prioriteit in levering van
bouwmaterialen gegeven dient te worden
tot verzekering van continuiteit in de ge
subsidieerde woningbouw en dat de bouw
die niet gericht is op de leniging van het
woningtekort stringent beperkt moet wor
den.
Van onze sociaal-economische redacteur)
Hoewel niemand mocht verwachten, dat de conferentie over Bezits
vorming welke het Nederlands Gesprek Centrum vrijdag en zaterdag j.l.
op De Pietersberg in Oosterheek heeft gehouden, tot een grote mate van
overeenstemming tussen de standpunten zou leiden, kon van de andere kant
de gespreksleider, drs. J. G. van der Ploeg, aan het slot toch vaststellen,
dat de discussie niet onbevredigend was verlopen en dat de vrees, dat het
onderwerp tevoren al dood was gepraat, ongegrond was gebleken. Al kon
maar op enkele punten eenstemmigheid worden "bereikt, ten aanzien van
tal van andere werkte de discussie toch verhelderend.
Zo bleek men het uiteindelijk we] met
elkaar eens te zijn, dat bezitsvorming een
middel kan zijn tot maatschappijhervor
ming, maar over de urgentie, om dit
middel te hanteren, was men het beslist
niet eens. Er was ook niemand, die het
stelsel van sociale zekerheid wilde afschaf
fen, maar terwijl sommigen zich voorna
melijk, of zelfs uitsluitend daarop wilden
verlaten zouden anderen in de snel evo
luerende samenleving bepaalde stabilisa
tie-elementen willen inbouwen, o.a. in de
vorm van bezitsvorming.
En aangenomen de wenselijkheid van
bezitsvorming kon men elkaar ook wel
vinden, voorzover deze zou plaats vinden
in de consumptieve sfeer, maar niet voor
zover ook gestreefd zou worden naar ver
breiding van het bezit van produktiemid-
delen via rechtsaanspraken (aandelen).
Tegenover bezitsvorming in deze zin werd
gesteld vermeerdering van de zeggens
macht, van het beheer over produktiemid-
delen door de arbeiders in organisato
risch verband. Men erkende wel alge
meen, dat er op dit gebied een over
heidstaak is, maar over de aan te wen
den middelen kan men niet tot overeen
stemming komen.
Uitgangspunt voor de discussie was
een viertal inleidingen resp. van prof. dr.
J. A. Ponsioen S.C.J., prof. mr. P. Borst,
mr. Th. van Lier en drs. J. M. den Uyl.
De katholieke houding tegenover parti
culier bezit houdt in belangrijke mate
verband met de natuurlijke verwervings
drang, welke de mens eigen is, zo betoog
de prof. Ponsioen. De agressiviteit van
de lagere klassen is mede voorgekomen
uit frustratie van deze drang.
Hij zette uiteen, dat enigerlei vorm van
binding der goederen aan de mens in
de schepping zelf besloten ligt. Maar de
houding van de Kerk tegenover het bezit
werd in de loop der geschiedenis mede
bepaald door de maatschappijleke situa
tie, waarin zij zich bevond.
In bet kapitalistische tijdperk hebben
de pausen opgeroepen tot spreiding van
bezit, om een deproletarisatie te berei
ken door een andere verdeling ervan. Op
de persoon heeft het de invloed van een
zekere rust en bevrediging. Het voldoet
aan een natuurlijke drang en wordt een
aantrekkingspunt voor verantwoordelijk
heid, een stimulans voor produktiviteit,
een stabilisatie-element in de onstuimig
evoluerende maatschappij.
De sociale zekerheden kunnen niet ge
mist worden, maar het gevaar bestaat,
dat de mens het daaraan dan maar over
laat. Er moeten elementen worden inge
bouwd, die een appèl doen op de persoon-
lijke verantwoordelijkheid zelfs ook
Mgr. M. A. Jansen, bisschop van Rot
terdam, verleent woensdag 20 februari
geen audiëntie
De aartsbisschop van geulen, kardinaal
Frings, heeft in een schrijven aan de I.G
Metall in Dortmund verklaard, dat de
Katholieke Kerk bereid blijft om over de
problemen der glijdende werkweek te
spreken.
„Het valt echter niet te ontkennen",
aldus de kardinaal, „dat de nieuwe werk
tijden- en loonovereenkomst van 21 dec.
1956 tussen de metaalindustrie en de vak
bond het uitgangspunt voor de tot dan
toe gevoerde gesprekken tussen de metaal
industrie, de vakbond der metaalarbeiders
en de vertegenwoordigers van het Episco
paat principieel heeft gewijzigd". Kardi-
Frings zou het echter wel op prijs stellen
de bestaande contacten te handhaven en
misverstanden te vermijden, die de laat
ste tijd onmiskenbaar werden.
De Westduitse bisschoppen, aldus het
schrijven, zijn ervan overtuigd, dat de
draagwijdte van de nagestreefde overeen
komst der metaalindustrie en vakbonden
nog niet in haar consequentie doordacht
is. De bisschoppen vrezen, dat de zondags-
arbeid zich zal uitbreiden tot andere tak
ken van induustrie. Zij verzoeken daarom
zowel de I.G. Metall als de vakbond be
grip te hebben voor het standpunt der
bisschoppen, die alles voelen voor een
verkorte werkweek, doch daarbij de zon
dagsrust willen behouden.
Inmiddels bevestigen initiatieven in
andere takken van industrie de vrees van
het Westduitse episcopaat. Vooral in
Nobrdrijn-Westfalen stellen verscheidene
fabrieken pogingen in het werk om de
glijdende werkweek in te voeren, daar
deze een ononderbroken produktie garan
deert. Ook de papierfabriek Europa-Car-
ton A.G. te Ailing bij Regensburg heeft
de glijdende werkweek ingevoerd onder
heftig protest der katholieken.
(Van onze correspondent)
In de nacht van vrijdag op zaterdag
is de boerderij van N. Verbunt te Oost
eind onder Oosterhout (N.B.) in een uur
tijds volledig in de as gelegd. De heer
Verbunt werd rond half twee 's-nachts
gewekt door het leven, dat de beesten in
de stal maakten. Toen hij de deur van
de schuur opende, zag hij tot zijn ontstel
tenis, dat deze in lichte laaie stond en
dat het vuur ook reeds het strooien dak
van het woonhuis had aangetast. Daar er
aan redden van het vee in de stal niet
te denken viel, rende hij naar binnen en
bracht allereerst zijn vrouw en zeven kin
deren in veiligheid. Toen de brandweer
van Oosterhout ter plaatse kwam, vond
zij één vuurgloed. Een uur later was alles
tot op de grond toe afgebrand. Heel de
veestapel, bestaande uit 10 koeien, 8 kal
veren, 1 paard en 17 varkens ging ver
loren. Ook een aangrenzend kippenhok
ging in de vlammen op, waarbij 70 kip
pen verkoolden. De schade kon nog niet
juist worden vastgesteld, terwijl de heer
Verbunt slechts voor een klein bedrag
was verzekerd.
binnen de sociale verzekeringen en een
daarvan is de bezitsvorming.
Op dit laatste punt werd ook de nadruk
gelegd door prof. Borst. Bij onze keuze
moeten wij, volgens hem, gaan in de rich
ting, die het individu het grootste accent
zal geven. Herstel van verantwoordelijk
heid door bevordering van spaarzin, voor
al middels het scheppen van het juiste
klimaat. In dit kader zijn er specifieke
prikkels nodig. Inkomensverhoging zonder
spaarzin brengt geen bezit. Hoewel hier
bij ook gedacht moet worden aan de zelf
standigen, erkent hij de bijzondere positie
van de werknemers, omdat deze in on
derschikking werken, bevelen hebben op
te volgen en in het bijzonder bloot staan
aan het gevaar van massificatie.
In het algemeen wel ervan uitgaande,
dat uitbreiding van persoonlijk bezit ge
wenst kan zijn. besprak mr. van Lier
voornamelijk, welke vormen niet in aan
merking zouden kunnen komen en welke
overheidsmaatregelen onaanvaardbaar
zijn. Hij keerde zich tegen het propage
ren van aandelenbezit, omdat de meeste
mensen niet in staat zullen zijn eigen
domsrechten en beheersplichten uit te
oefenen. De gewone aandeelhouder krijgt
een onpersoonlijk bezit en heeft eigenlijk
ge<m beheersrecht.
Ten aanzien van bepaald.e concrete voor
stellen merkte de heer Van Lier op, dat
deze juist niet de zwakste groepen hel
pen, maar ten ?oede komen aan de beter
gesitueerden. Zij zouden voornamelijk
voordelen opleveren voor de middengroe
pen-
Deproletarisering, zo zei drs Den Uyl.
is een vertrouwd begrip voor socialisten:
de bevrijding uit de verslaafschap van het
in handen van weinigen geconcentreerde
bezit. Bezit betekent: macht, zeggenschap
maar ook inkomen. De socialisten hebben
partij gekozen tegen de overheersende
machtspositie van het bezit en daarte
genover gesteld de vergemeenschappelij-
king ervan. Allengs is meer de nadruk
komen te liggen op de beschikkingsmacht
en niet op de eigendom zelf. Door de
medezeggenschap in PBO, onderne
mingsraden is beheer zonder eigendom
te verwerkelijken en is, aldus drs Den
Uyl, reeds vrijwel volledige socialisatie
van het beheer door eigendom bereikt.
De loonpolitiek kan. volgens hem. voorts
leiden tot een gelijkmatiger spreiding van
de vruchten van het bezit. Ook andere
middelen, als beDerking erfrecht, waren
daartoe aan te wenden.
Het aankweken van een sociaal mini
mumvermogen (individueel) b.v. van ten
minste een jaarinkomen, acht drs Den Uvl
aanvaardbaar, maar dan voornameliïk :n
de vorm van liquiditeiten, duurzame
consumptiegoederen, verzekeringen en
eventueel eisen huizen. Geen aandelen.
Door opvoering van de inkomens, via
de loonpolitiek, speciaal van de lagere
groenen, zou de bezitsvorming kunnen
worden verwezenlijkt.
Den Uyl verwonderde zich erover, dat
prof. Ponsioen de verwervingsdrang naar
voren had gebracht. Hij noemde dat een
terugkeer naar de vorige eeuw. In onze
eeuw zou de nadruk moeten liggen op
gelijkberechtiging en geestelijke ontwikke
ling.
Prof. Ponsioen kreeg later nog even ge
legenheid dit punt te verduidelijken. De
verwervingsdrang is de instinctieve basis
onder bezit en eigendom, zo zei hij. Deze
is in zich onbegrensd en moet dus ver
menselijkt worden; gericht en beperkt in
het eigendomsrecht. Dit is allerminst een
terugkeer naar de vorige eeuw. Het gaat
erom een tegenwicht te scheppen tegen
de sociale nuttigheid als enig criterium
volgens hetwelk de mens wordt aanvaard.
(Van onze Amsterdamse redactie)
Tijdens de 75ste voorstelling van
„Het Konijn en Ik" in het Amsterdamse
theater De Kleine Comedie, is gister
avond de hoofdrolspeler en regisseur
Johan Kaart even voor de pauze ge
huldigd bij gelegenheid van zijn 60ste
verjaardag. De oudste actrice van zijn
gezelschap mevr Joh. Bouwmeester
Kluun bood hem een vaasje aan met
orchideeën voor zijn auto. Joh. Bos
kamp voerde namens alle medewer
kers het woord. De heer I. Parijs, zake
lijk leider van de groep, schonk hem
sigaren en bloemen, o.a. ook namens
het Nederlands Theaterbureau. De heer
Ingholz, onder-directeur van De Kleine
Comedie, roemde de kijk van Joh.
Kaart op wat het publiek op het toneel
wil zien. Mevr. T. Perin-Bouwmeester
tenslotte offreerde de jubilaris een groot
wit konijn als mascotte voor zijn wa
gen. Veel collega's uit de toneelwereld
zoals mevr. Rika Hopper, Maup Staal,
Guus Hermus en Ko van Dijk hadden
telegrammen van gelukwens gestuurd.
Johan Kaart haalde zijn publiek in zijn
dankwoord tenslotte over maar te gelo
ven, dat hij 30 in plaats van 60 was
geworden. „Dat kan best. Toen ik jong
was speelde ik de rollen van oude heren
en nu ik oud ben zet ik jonge mannen
op het toneel. Toneelspelen is een mooi
ding: het houdt je zo jong".
William Saroyan, de Amerikaan van
Armeense afkomst, deed reeds eerder
(1939) op de Nederlandse planken van
zich spreken met zijn „The time of your
life", waarvan het nieuwe stuk, zater
dagavond in première voor het voetlicht
gebracht door de „Haagsche Comedie"
onder regie van Albert van Dalsum, en
getiteld „Moord op de onschuldigen",
een tweelingdrama zou zijn.
Over een zo innige verwantschap laat
de kritiek zich beter niet uit, vooral
wanneer zij overigens stof in overvloed
vindt, om aan het werk van deze schrij
ver, die via de overigens eerzame
(Advertentie»
en rheumatische pijnen l
wrijft U weg met
t hu ven en 11* j
VOOR DUIZEND
EN ÉÉN
DOELEINDEN
De „Statendam" is dan zaterdagochtend
(Amerikaanse tijd) op zijn eerste reis in
New York aangekomen, achttien uur te
laat ten gevolge van de hevige Noord-
atlantische stormen. Volgens kapitein C.
Haagmans heeft het schip zich „prachtig"
gehouden. Hij deelde verslaggevers mee,
dat het een zeer ruwe overtocht was ge
weest met hoge zeeën en windvlagen met
een snelheid van 100 tot 110 km per uur.
Ondanks het slechte weer dansten de pas
sagiers echter Iedere avond in de salons.
De directeur van de H.A.U., de heer
W. H. de Monehy, verklaarde, dat het
slechte weer „ideaal was, gezien van
het standpunt van de eigenaars", omdat
men hierdoor kon zien wat het schip
presteert. „Er ging niets verkeerd".
Het slechte weer. de stakingen van de
havenarbeiders en die van de sleepboot
bemanningen in New York waren er de
oorzaak van, dat de traditionele ontvangst,
die nieuwe schepen in de haven wordt
bereid, niet zo uitbundig was als anders.
De functionarissen van de stad, die ge
woonlijk een nieuw schip tegemoe* gaan.
wachtten sedert de aankomst om vijf uur
tot de „Statendam" drie uur later meer
de. Toen ging men pas aan boord.
Door de staking waren er ook min
der schepen dan gewoonlijk in de haven,
maar die er lagen lieten hun sirenes
ter verwelkoming loeien, toen het.
H.A.L.-schip binnen voer. Het was nog
donker, toen de „Statendam" aankwam,
maar bij het vrijheidsbeeld spoten ver
scheidene brandweerboten volgens tra
ditie hoge stralen in de lucht, die met
schijnwerpers werden verlicht.
Bij gebrek aan sleepboten moest kapi
tein Haagmans het schip zonder hulp me
ren. Dit was de eerste maal, dat hij dit
in New York deed. „Wij wachttten op
dood tij. Er was gelukkig bijna geen wind.
Een van onze motorboten bracht een lijn
aan land en ik liet het stuurboord anker
vallen om het schip onder controle te
hebben". Waarnemers verklaarden, dat
hij de moeilijke manoeuvre uitvoerde,
alsof hij het elke dag deed. Het schip
meerde zonder incident.
Door de staking van de havenarbeiders
moesten de passagiers, de bemanning en
het Nev Yorkse personeel van de maat
schappij helpen de bagage aan land te
br'igen.
Toen het schip gemeerd lag, kwamen de
functionarissen aan boord. De heer Vin
cent A. G. O'Connor, commissaris voor
marine en luchtvaart, en de heer James J.
O'Brien, vice-commissaris voor openbare
gebeurtenissen en handel, vertegenwoor
digden de stad New York. De laatste trad
tevens op als persoonlijk vertegenwoor
diger van de burgemeester van New York.
De heer John J. Gorgan, burgemeester
van Hoboken, waar de kade van de H.A.L
ligt, kwam eveneens aan boord.
Kapitein Haagmans deelde nog mee, dat
hij de snelheid tijdens de grootste kracht
van de storm gedurende 18 uur tot 6 kno
pen had moeten verminderen. Toen het
weer het toeliet, liet hij met een snelheid
van 21,6 knopen varen. De gemiddelde
snelheid was 19 knopen.
De stabilisators had hij tijdens de groot
ste kracht van de storm niet kunnen ge
bruiken. omdat deze weliswaar het rollen
verminderen, maar niet bestand zijn tegen
het stampen.
Mr. Van 't Hoff-Stolk. de Haagse advo
caat van de speelclubleiders van de
„Wood-side" wier zaak, zoals we reeds
schreven, de Officier van Justitie begin
maart voor de Bredase rechtbank wil
brengen heeft bij de rechter-commissa-
ris een verzoek ingediend om een nieuw
onderzoek tegen zijn cliënt. M. in te stel
len.
Hij beroept zich er op. dat de offi
cier vrijdag 11., nadat het onderzoek was
afgesloten, met M. naar het betwiste ge
bied is gereden, om hem daarin aan
wezigheid van Belgische justitie-ambtena-
ren een fotocopie van het procesverbaal
te laten ondertekenen.
0(,'aPp0 «nvoiaoenae is
1 Bai-rt- ®aat vervolgens na welke
ab onvoldoende is gehuisvest
na
i. sast vervolgens na wein-c
%t,. .3 vo„ie,r 'n diverse gemeenten van
worden alvorens zij die
o hg hebben voor een woning-
!h r,?^en aanmerking komen.
vp* IVlllg IVUIIIC11. "C/1
.'«t ^etj.hn jemggehuwden z'in de kan~
Q "rt«rlor oni Cf nltzlpht.
%olt v
als" zeer bezwaarlijk be>
-oo-PN... -W
alBemeen zonder enig uitzicht.
ik h °hde„ van het leeftijdscriterium
beri5scheid des persoons en zonder
ver, eP hierbij te betrekken, wordt
im '«ana i.-u,
?e0e?IJLb-v.. die een intelectueel be
'^'ot^Ujksd^ 6en sa^aris ontvangen. Ook
V r. °efG v- die een inteiectueei oe-
d jen' verkeren in een gunsti-
diegenen die reeds op
-en salaris ontvangen. Ook
^Oivh _.Ur als urgentie bepalende
af§ewezen
,cl katholieke kring het
l«t burgerlijk huwelijk als
ij* es afvYjf Üging van huisvesting
4A.r™.aldt.hct. rapport
Wh. S Wo -WII1CRUI
«!,>r!5!akkPr;a,ruit blijkt dat In deze krin
W oJjtk hii,„ r tot het sluiten van eer.
'j in Traliik wordt overgegaan. Een
l- - >1.. 'Gr,., utrecht ingesteld onderzoek
het sluiten van een
0b "o hi.» dat ruim 60 Pct van b®n
r,Ük huwelijk gescheiden
r-k. zijn.
19).
Na de portretten bekeken te hebben, sloea
hij de boeken, die Binnen gebracht had.
open. Hij wist weinig af van het beheer
van een landgoed, maar hij had een scherp
inzicht en een helder verstand, zodat hij
gnoedia op de hoogte begon te komen.
De plattegrond met de namen van de hoe
ven. van de pachters, die ze bebouwden,
van de verschillende arbeiderswoningen
met hun bewoners, met de afmetingen
der landerijen en bij elk de vermelding
van de pachttermijnen verschafte hem
een duidelijk overzicht. Na een half uur
kende hij die plattegrond uit zijn hoofd.
Hij vond verder dat de overieden landheer
een heel zakelijk man was geweest, die
lang niet alles aan Binnen had overge
laten. Hij ontdekte dan ook een boek, dat
door hemzelf was bijgehouden en waarin
hij alles nauwkeurig had opgetekend over
renten en pachten, herstellingen en ver
nieuwingen van woningen, heggen en hei
ningen en over ieder geschil, dat tussen
de landheer en naehters gerezen was Zn
leerde hij de gehele geschiedenis van het
landgoed tot in de kleinste bijzonderhe
den. Ik moet zorgen, dat ik alles wat
meer dan zeven of acht jaar geleden is,
goed uit mijn hoofd weet. dacht hij bij
zichzelf. Daarvan kan men verwachten,
dat ik het weet.
Er klonk een zware gong door het huis
om het diner aan te kondigen. Bricht-auer
keek op de klok en zag. dat het zeven
uur was. Juffrouw Diel kwam binnen. Zo
als u weet nam uw vader altijd een half
uur om zich voor het diner te kleden,
zei zij. We hebben nog wel niet afgespro
ken, welke kamer u nemen zult, maar ik
heb maar vast een vuurtje laten aanleg
gen in de kamer hier vlak boven ..u weet
wel de oude logeerkamer. Ik had eerst
gedacht, uw eigen kamer in orde te bren
gen, maar die vond ik toch wel een beet
je heel erg klein. Morgen kiest u dan zelf
zeker wel.
Dank u wel. juffrouw Diel, zei hij
en ging op zoek naar zijn kamer, maar
keerde dadelijk in de bibliotheek terug,
omdat hij zich niet zeker genoeg van zijn
zaak voelde. Hij belde.
Zeg, Peters, zei hij tegen de oude
bediende, die spoedig verscheen, heb je
mijn bagage op mijn kamer gebracht.
Jawel mijnheer Robert, juffrouw
Diel heeft de grote logeerkamer voor u in
orde laten brengen. Ik had gedacht, dat
u het aardser zoudt gevonden hebben
om een nau.-je op uw eigen kamer te
slapen maar zij vond die niet groot ge-
Heb je mijn kleren klaar gelegd,
Peters?
Neen. mijnheer. U hebt me de sleu
tels van uw koffers niet gegeven en u
had zoveel te doen. dat ik er niet om
durfde vragen. Ik heb nog eens geklopt
en naar binnen gekeken maar u zat over
die kaart gebogen en scheen me niet te
horen.
Och ja, dat kan best zijn., hier
zijn de sleutels Peters., ga maar mee,
dan kun je meteen uitleggen wat ik no
dig heb.
Uitstekend, mijnheer Robert, zei Peters
weinig vermoedend, dat dit een list was
om er achter te komen, welke kamer voor
zii-> meester bestemd was.
Boven aan de trap bleef hij staan. De
halfduistere lange gang scheen de geesten
van vervlogen eeuwen no® te herbergen.
Er is niet veel veranderd, wel. mijn
heer Robert?
Neen. en toch doet alles me zo
vreemd aan. Peters. Je kunt ie niet voor
stellen. hoe vreemd het is, na zoveel ja
ren terug te komen. Ik voel me onwen
nig.
Dat begrijp ik, mijnheer. Maar u her
innert n de kamer van uw vader toch no-g
wel? Hij sliep altijd hier in die grote kamer
boven de salon. Hier vlak bii de tran Hij
ging altijd het laatst naar boven wie er
ook in huis logeerde.
Ja. dat herinner ik me. zei Brichtau-
er en volgde Peters de gang door naar
de voor hem bestemde kamer.
Dit meubilair kan ik me toch niet al
te best meer herinneren. Peters.
Wat hebt U toch een sterk geheugen!
riep Peters uit. Uw vader heeft deze ka
mer vijf jaar geleden ook onnieuw laten
meubileren. Ik had nooit gedacht dat het
u opgevallen zou zijn. In welke koffer zit
uw avondkostuum, mijnheer?
Kort daarna ging Brichtauer naar de eet
kamer. Hij had zich snel gekleed en was
toen de verschillende kamers gaan bekij
ken. Aan tafel had hij het gevoel, alsof hij
'n toneelstuk opvoerde. Het zou hem niets
verwonderd hebben, als Peters, die deftig
diende, plotseling i.n de lucht verdwenen
was. En toch was alles werkelijkheid. En
ondanks dat. alles voelde hij zich onbe
vreesd en zeker van zijn zaak.
Ket is uitstekend geweest Peters, zei
hij tenslotte.
En tooh hebt u geen druppel van de
oude wijn geproefd, mijnheer Robert.
En vroeger was ik er zo dol op, niet
waar?
Och, mijnheer
Ja. dat weet ik. Maar zoals ik je al
gezegd heb. ik ben heel wat veranderd. En
oude vijanden ga je het best uit de weg. Je
moest mijn koffie maar ik de bibliotheek
brengen. Peters. Ik denk daar vanavond
te blijven zitten.
Best, mijnheer. U weet zeker nog wel
de kast. waarin uw vader zijn sigaren had
staan? Er staan nog heel wat kistjes in.
Vlak vóór zijn dood heeft hij nog een par
tij ingeslagen.
Haal er maar eens een paar voor mij
uit. Peters, dan kan ik eens zien wat voor
merken het zijn. Ik ben tegenwoordig nog
al lastig met sigaren.
Gewillie ging Peters naar de kast en
haalde er een paar kistjes voor zijn jonge
meester uit. Hij bemerkte niet. hoe deze
al zijn bewegingen aandachtig gadesloeg.
Het was rustig in het grote vertrek. Het
ruisen van het water van de rivier en het
ritselen van de bladeren in het koeltje
waren nauwelijks hoorbaar. In de haard
brandde een lustig vuurtje en toch had
Brichtauer het. koud. Hij gin" zonder de
boeken, die op tafel jagen, in te zien in een
grote armstoel voor het vuur zitten en stak
een sigaar op. Het was een uitstekende si
gaar, maar toch genoot hij er niet echt van.
Hij schrok, toen Peters zachtjes binnen
kwam om hem zijn koffie te brengen.
U moet me niet kwalijk nemen, mijn
heer, dat ik het zeg. maar het doet me
werkelijk goed. u daar zo te zien zitten.
Net als uw vader dat gewoon was te doen.
Ik heb hem heel wat keertjes zo aange
troffen.
Och ja. dat is zo. zei Brichtauer. on
willekeurig opstaande. Ik had er eigenlik
nog niet eens aan gedacht, dat dit vaders
stoel was.
Hij ging aan tafel zitten er trachtte zich
te verdiepen in de boeken. Maar het wilde
niet lukken. Hij zat te knikkebollen in zijn
stoel en zou juist zijn ingeslapen, toen Pe
ters klopte en binnenkwam.
De predikant vraagt belet, mijnheer.
Wilt u hem ontvangen of zal ik zeggen
Neen. ik ontvang hem wel. Brandt er
ergens anders nog een kachel?
De haard in de salon, mijnheer. Juf
frouw Diel verwachtte bezoek.
Uitstekend. Laat hem daar dan maar
binnen.
(Wordt vervolgd).
beroepen van telegrambesteller, kran
tenjongen en landarbeider het plotseling
tot journalist en meer nog toneelschrij
ver bracht, de nodige aandacht te beste
den. Dat de dramaturg sinds '43 geen
enkel zijner toneelprodukten in Ameri
ka meer heeft willen zien opgevoerd,
behoeft met dit laatste generlei verband
te houden. Ofschoon: wij geloven niet,
dat hem voor het laatstgenoemde drama
door de staat New-York eenzelfde be
kroning zou worden geschonken als hem
voor het eerste ten deel is gevallen.
Daarvoor is de intrige beslist ietwat
mager. Wij kunnen ook niet onderschrij
ven wat „Theatre Arts" van het stuk
schreef: „Saroyan behandelt hier een
groter en veelomvattender thema dan
in vroeger werk: niet minder dan de
traditionele vrijheden der democratie,
in een tijd, waarin de neiging om deze
vrijheden overboord te werpen iedere
dag en overal toeneemt". Want o.i. is
het geheel niet veel anders dan een
wrange klucht over de pure nonsens
ener onafhankelijke rechtsbedeling on
der het politieke systeem der dictatuur,
n'en déplaise de recente verzekering
van de heer Kadar.
Weliswaar spelen nog een paar an
dere motieven door de dialoog, als daar
zijn de vraag, of voor zo'n verwerpelijk
regiem, waar het zich baan breekt, niet
alle volksgenoten verantwoordelijk zijn
en mede schuld dragen (de twijfel, die
telkens bij de angstige maar ook dappe
re Rosa post vat); alsook die andere ge
dachte, dat het verloren gaan van een
gezond gezinsleven mede oorzaak is
van de moord <jp de onschuldigen (die
idee komt gestadig naar voren in de
schuldbekentenis van Archie Crook-
shank, die zich als man en vader heeft
misdragen).
Wij noemden twee van de 26 figuren,
welke aan de twee bedrijven te pas ko
men en het zijn toevallig de twee, die
bijna ononderbroken op de planken
staan; de eerste als de door het verloop
der „handeling" opgedrongen dochter
van de ander. Annet Nieuwenhuyzen
heeft in een ernstige rol te midden van
al het sarcasme haar vrouwelijke
schuchterheid, die aan haar standvastig
heid niet afdeed, zeer accuraat gestalte
gegeven. Johan Valk was als de waard
van een klein café-restaurant „ergens op
de wereld" (hoe goed accentueerde de
rommelige indruk van Wim Vesseur
daar de plaatsbepaling!) de ruige volks
man, die met weerzin moest aanzien,
dat zijn lokaliteit overdag werd gebe
zigd als „zetel" van het „gerechtshof",
welks onbevoegde leden volgens instruc
tie over de „overheid" zich onledig hiel
den met het zonder vorm van proces
vellen van
Ja, daar kwam de hele intrige eigen
lijk op neer. Onder leiding van de grim
mige „inspecteur-generaal" Jan van der
Linden met twee man militaire wach
ters deden Joris Diels (rechter), Gerard
de Groot (aanklager), Henk van Buu-
ren (verdediger) en Chris Baay (deur
waarder) hun luguber werk en het was
in elk geval een weelde voor het oog
zowel van dit „rechterlijk college" als
van zijn slachtoffers de meest uiteenlo
pende doch altijd kostelijke typeringen
te bewonderen. (Coen Flink, Ton Ver-
wey en Luc Lutz waren in eerste instan
tie aan de beurt; na de langgerekte pau
ze gevolgd door Annie Leenders, Dick
van Veen, Marie Meunier en Frans
Vorstman). Er was dan nog een inter
mezzo. waarin de prachtig typerende
Cees Laseur met zijn „vriendin" Mimi
Kok op het matje verscheen doch door
de „rechter" om te kopen zich haastig
een weg naar de vrijheid baande.
Toen achter Eduard Hawkins (Vorst
man), die er op rekende een studiebeurs
te zullen ontvangen voor zijn dichterlij
ke arbeid, de laatste schoten van het pe-
leton waren verklonken, werd als laat
ste beklaagde een jongen van 8 jaar
voorgeleid. Dat was voor Archie, die tot
nu toe enkel de talrijke proces-borrels
had genoteerd, welke voor rekening van
de „regering" werden gepresenteerd, het
moment om uit zijn zwijgende rol te
vallen en de moordenaars de waarheid
te zeggen.
Voor ons intussen viel hier het sein
om de voorstelling maar als geëindigd
te beschouwen. Want nu verscheen de
procesleider met nieuwe „instructies",
die inhielden, dat de heren, die tot nu
voor „rechtbank" hadden gespeeld
moesten vervangen worden door de nog
volgende beklaagden (Jan Retèl, v.
Basten Batenburg, Gijsbert Tersteeg,
Fiet Dekker en C. Geysel), waarmee de
intrige dermate ad absurdum scheen ge
voerd. dat er zelfs voor een behoorlijke
ontknoning geen plaats meer was.
Ida Wasserman, die eerder als een
vrolijke boemel-tante het hare deed,
was plots de kleine ongehoorzame John
ny, die al met zijn vader was verzoend,
hevig gaan bemoederen. Nadat men hem
dan naar zijn eigen moeder had ge
stuurd, zette het gemengde gezelschap
in afwachting van hetgeen komen zou,
de whisky-fuif voort.
In de programma-toelichting wordt
even ïïezinspeeld op Mattheus hoofdstuk
5. 't Is dat van de bergrede en andere
bekende uitspraken van de Heiland.
Tammer dat we in de bittere parodie van
Saroyan er maar zo'n zwak spoortje van
hebben teruggevonden.
De koninkliike was weer geheel uit
verkocht. In de huldiging aan het slot
werd terecht ook regisseur Van Dalsum
betrokken.
L. H.
>1