Nationaal plan tot kern van minstens 50.000 extra woningen Volkslening ter financiering van dit project Bezit beantwoordt aan natuur lijke verwervingsdrang GLIJDENDE WERKWEEK en de bedreigde zondagsrust Vrouwe Justitia in carnavalstooi Kapitein Haagmans meerde de Statendam zonder sleepboothulp Gupa: HOUTEN STOPSEL van Ceta Bever „Mijnheer Robert teruggekomen m' rsjs vb Gezinsraad stelt ministers voor: ^apport huisvesting jonge gezinnen Ook Spierpijn] I zXO „Alsof hij het elke dag deed Kn, ,<en fA MAANDAG 18 FEBRUARI 1957 PAGINA 3 ff J V .•j' Aof$ s; •«V sK Gevolgen inwoning: sluipend proces lntensiever gebruik van woningen Hz Woningtekort treft direct J°°000 personen BENOEMINGEN BISDOM ROTTERDAM Offers en maatregelen Bezitsvormingnog niet doodgepraat Gesprekcentrum bracht uitersten bijeen op De Pietersberg De proletarisering Vrees van Duitse episcopaat niet ongegrond AUDIËNTIES Gehele veestapel vond de vuurdood Zware boerderijbrand in Oosteind Accent op het individu Onaanvaardbaar V er gemeenschappelijking Joli. Kaart gehuldigd Bizarre parodie bij de „Haagsche Comedie fc.4 1 Havenstaking in New-York doorkruiste traditionele ontvangst Toch loeiende schepen Zelf de bagage sjouwen Gemiddeld 19 knopen De speelclubs van Baarle Nieuw onderzoek gevraagd r r A.hwW'--an MfVL'gew. - Door Joseph Hocking I iet1®' KUns HmüUag heeft in het Stedelijk Museum te Amsterdam de prijsuitreiking plaats gehad door de stichting enfarsverzet 19421945. Han G. Hoekstra (rechts) kreeg de prijs voor literatuur en prof. V. P. A. Esser voor beeldende kunst. Se'h-f ^gering kondige af cn .stelle liaar feu Politiek er op in, dat de gevol- ""odf a° woningnood een nationale k* h 0es»and hebben doen ontstaan, wel- hej tf bre»een van nationale offers en tefel e^en van nieuwe bijzondere maat- Vf*. v"eist," aldus luidt de eerste foejj Usie van een rapport dat op ver- beio, Vap de ministers van Maatschap- tebfa Werk en Volkshuisvesting is uit- U ®ot door de (Nationale) Gezinsraad, ««q Gezinsraad heeft in dit rapport de Pect_e» Psychologische en zedelijke as- bcnevens de gevolgen van de vfstin n°°d ten aanzien van de huis- der jonge gezinnen onder de j, Benomen. el Gez' „,Us'e gekomen dat: Gezinsraad is verder o.m. tot de t - «iecUhisvesting door middel van inwoning Ms ?ls dan dient bevorderd te worden Snift voeren van een vriie zelfstandige Htbouding en de mogelijkheid van de v„ "oiing van huwelijks- en gezinsle- V Aanwezig kunnen worden geacht, 'b.' inwoning bü vreemden geprefe- J.™ Wordt boven die bij eigen ouders, ft» °uw van duplex, en triplexwonin- '°t s an tenminste 3 kamers een bijdrage l^jPpfdiger oplossing van het woning- a*'"1- kan vormen in die gemeen- *0h het' ?aar de prognose ten opzichte van "'dt ru'k na de ontsplitsing gunstig ";)ftranen enkele jaren tenminste 50.000 Hm koningen gebouwd zullen moeten Per *;n> waarbij gedacht wordt aan scmi- Ppr te woningen met een gebruik», ip „Van tenminste 15 jaar. ?'e0t and met het laatste overwogen afliet worden of gezien de huidige fleMogelijkheden voor de overheid er h?°°dzaak van bestedingsbeperking ï^le i'e» het uitschrijven van een natio- iaS« een soort volkslening, met Bepj pPtevoet, dit extra woningcontin- ot realisatie kan brengen. &Ü1 volkstelling heeft uitgewezen. ip.t80pe''«00 gezinnen van twee of meer D-l op v lnwonend zijn. De gevolgen hier- v't oin gezinsleven worden in het rap- te®daaach.reven als een „sluipend pro- a ke»,. fij aanvankelijk niet naar bui- worden. De psychische span- Registratie van verloofden met inter communale erkenning, ongeacht hun leef tijd, zou veel bezwaren van de bestaande regelingen ondervangen, aldus het rap port. De Gezinsraad is voorts van mening, dat de colleges van B. en W. dienen te overwegen of niet meer dan tot dusverre gebruik gemaakt kan worden van de Ver ordeningsbevoegdheid. omdat bij de wo ningtelling wel bevestigd is. dat er nog een groot aantal woningen weinig inten sief gebruikt worden. Indien het afstaan van een bepaald woongedeelte b.v. aan een termijn van 3 iaar zou gebonden wor den zou mogelijk de bereidheid tot het afstaan van woonruimte bevorderd kunnen worden. Het geven van premies b.v. voor het betrekken van een kleinere duurdere woning of de kosten van verhuizing in ge vallen van vordering, zal in ruime mate dienen te geschieden. Het is gebleken, dat door de gemeen telijke huisvestingsdiiensten in het al gemeen weinig pressie wordt uitgeoe fend om bij klein geworden gezinnen de verhuizing naar een kleine woning te bewerken. Menig jonggehuwd echtpaar zou reeds geholpen kunnen worden door middel van het afstaan van een etage. Opvallend is dat er een sterke terug gang valt te bespeuren in het aantal ge vallen dat er van de Premieregeling Wo ningverbetering en -splitsing gebruik wordt gemaakt, evenals van de premie dubbele bewoning. Uitvoerige cijfertabellen voor verschil lende plaatsen geven een overzicht van het aantal inwoningen. Zo steeg in Am sterdam het aantal inwoningen dat in 1946 57.4 pet van alle gehuwde paren be droeg tot 67.8 pet in 1955. Hierbij valt echter op te merken, dat men ook in de vooroorlogse jaren reeds een percentage inwonenden kende, dat tot 1938 echter nooit de 14 pet te boven ging. Van de in 1956 te Rotterdam gehuwde 6471 paren bleven er niet minder dan 2106 gescheiden wonen. Slechts 154 kregen een zelfstandige woning. In Utrecht bleven van de 1754 eerste huwelijken die in 1955 gesloten werden 877 echtparen van elkaar geschei den wonen. tijj 'tenha Z1i aanvankelijk niet naar bui- ,aar worden. De psychische span- C's en *l?t werken van de vrouw buitens- O *Ow»iVerse andere feitelijkheden heb- V. Uil* - dp f'Q-.itiei.oo/l olc ncvrVnnt.prs. LMe J de Gezinsraad als psychiaters, medici en andere bij het ®®Bstuk betrokkenen er toe vo]utc>estJ'0or de jonggehuwden van een krach spreken, waardoor de jyj "t wordt aangetast. N\^k wordt gesteld, dat inwo- in ïkk ?u<^er» remmend werkt op het ago „,alen van de jonge vrouw hoj°rdelft]J? tot zich zelfstandig verant- ader-,? te verkiezen boven inwoning bij da' a'eeii? Bevoelende echtgenoten. „In o,,a po» een is inwoning bij vreemden «ets» It S 'aq' ^aar *fen van zgn. weekendhuweüj- '1 e a^lamit geboorte van een kind als aze e;t wordt beschouwd vormen een gevaar voor de moraliteit. 1 l95glagtekort van 196.000 per 1 ja- eeo -betekent, dat hieronder mins- t-°9rtea, w=5,f biljoen mensen te lijden at .bie-arbij nog komt, dat een veel- Vf\ ta»,. 3n nn»nl Jn P rt/lVMl-i CT?Oet Z.H. Exc. mgr M. A. Jansen, bisschop van Rotterdam, heeft benoemd tot kape laan te Lisse (H. Agatha) de weleerw. heer P. A. Tweehuysen; tot kapelaan te Berkel de weleerw. heer J. G. Fransen; tot kapelaan te Rotterdam (H. Nicolaas) de weleerw. heer A de Korte, die kape laan was te Lisse (H. Agatha). Uit al deze onderzoekingen heeft de Gezinsraad dan ook de conclusie getrok ken, dat deze nationkle noodtoestand zo wel het brengen van offers als het tref fen van nieuwe bijzondere maatregelen vereist. Een beroep op kerken, organisa ties. overheidsinstanties en publiciteits- organen om de bereidheid van het bieden van de zo noodzakelijke hulp te bevorde ren en mede te werken aan een groots op gezet plan tot voorziening in het woning tekort en tot leniging van de daaruit voor ons volk voortvloeende gevolgen, wordt van groot belang geacht. In concreto zegt het rapport over dit nationale plan voorts dat een beroep dient te worden gedaan op hen die in technisch opzicht bjj de woning bouw betrokken zijn om akkoord te gaan met bijzondere regelingen betreffende de arbeidsduur, dat prioriteit in levering van bouwmaterialen gegeven dient te worden tot verzekering van continuiteit in de ge subsidieerde woningbouw en dat de bouw die niet gericht is op de leniging van het woningtekort stringent beperkt moet wor den. Van onze sociaal-economische redacteur) Hoewel niemand mocht verwachten, dat de conferentie over Bezits vorming welke het Nederlands Gesprek Centrum vrijdag en zaterdag j.l. op De Pietersberg in Oosterheek heeft gehouden, tot een grote mate van overeenstemming tussen de standpunten zou leiden, kon van de andere kant de gespreksleider, drs. J. G. van der Ploeg, aan het slot toch vaststellen, dat de discussie niet onbevredigend was verlopen en dat de vrees, dat het onderwerp tevoren al dood was gepraat, ongegrond was gebleken. Al kon maar op enkele punten eenstemmigheid worden "bereikt, ten aanzien van tal van andere werkte de discussie toch verhelderend. Zo bleek men het uiteindelijk we] met elkaar eens te zijn, dat bezitsvorming een middel kan zijn tot maatschappijhervor ming, maar over de urgentie, om dit middel te hanteren, was men het beslist niet eens. Er was ook niemand, die het stelsel van sociale zekerheid wilde afschaf fen, maar terwijl sommigen zich voorna melijk, of zelfs uitsluitend daarop wilden verlaten zouden anderen in de snel evo luerende samenleving bepaalde stabilisa tie-elementen willen inbouwen, o.a. in de vorm van bezitsvorming. En aangenomen de wenselijkheid van bezitsvorming kon men elkaar ook wel vinden, voorzover deze zou plaats vinden in de consumptieve sfeer, maar niet voor zover ook gestreefd zou worden naar ver breiding van het bezit van produktiemid- delen via rechtsaanspraken (aandelen). Tegenover bezitsvorming in deze zin werd gesteld vermeerdering van de zeggens macht, van het beheer over produktiemid- delen door de arbeiders in organisato risch verband. Men erkende wel alge meen, dat er op dit gebied een over heidstaak is, maar over de aan te wen den middelen kan men niet tot overeen stemming komen. Uitgangspunt voor de discussie was een viertal inleidingen resp. van prof. dr. J. A. Ponsioen S.C.J., prof. mr. P. Borst, mr. Th. van Lier en drs. J. M. den Uyl. De katholieke houding tegenover parti culier bezit houdt in belangrijke mate verband met de natuurlijke verwervings drang, welke de mens eigen is, zo betoog de prof. Ponsioen. De agressiviteit van de lagere klassen is mede voorgekomen uit frustratie van deze drang. Hij zette uiteen, dat enigerlei vorm van binding der goederen aan de mens in de schepping zelf besloten ligt. Maar de houding van de Kerk tegenover het bezit werd in de loop der geschiedenis mede bepaald door de maatschappijleke situa tie, waarin zij zich bevond. In bet kapitalistische tijdperk hebben de pausen opgeroepen tot spreiding van bezit, om een deproletarisatie te berei ken door een andere verdeling ervan. Op de persoon heeft het de invloed van een zekere rust en bevrediging. Het voldoet aan een natuurlijke drang en wordt een aantrekkingspunt voor verantwoordelijk heid, een stimulans voor produktiviteit, een stabilisatie-element in de onstuimig evoluerende maatschappij. De sociale zekerheden kunnen niet ge mist worden, maar het gevaar bestaat, dat de mens het daaraan dan maar over laat. Er moeten elementen worden inge bouwd, die een appèl doen op de persoon- lijke verantwoordelijkheid zelfs ook Mgr. M. A. Jansen, bisschop van Rot terdam, verleent woensdag 20 februari geen audiëntie De aartsbisschop van geulen, kardinaal Frings, heeft in een schrijven aan de I.G Metall in Dortmund verklaard, dat de Katholieke Kerk bereid blijft om over de problemen der glijdende werkweek te spreken. „Het valt echter niet te ontkennen", aldus de kardinaal, „dat de nieuwe werk tijden- en loonovereenkomst van 21 dec. 1956 tussen de metaalindustrie en de vak bond het uitgangspunt voor de tot dan toe gevoerde gesprekken tussen de metaal industrie, de vakbond der metaalarbeiders en de vertegenwoordigers van het Episco paat principieel heeft gewijzigd". Kardi- Frings zou het echter wel op prijs stellen de bestaande contacten te handhaven en misverstanden te vermijden, die de laat ste tijd onmiskenbaar werden. De Westduitse bisschoppen, aldus het schrijven, zijn ervan overtuigd, dat de draagwijdte van de nagestreefde overeen komst der metaalindustrie en vakbonden nog niet in haar consequentie doordacht is. De bisschoppen vrezen, dat de zondags- arbeid zich zal uitbreiden tot andere tak ken van induustrie. Zij verzoeken daarom zowel de I.G. Metall als de vakbond be grip te hebben voor het standpunt der bisschoppen, die alles voelen voor een verkorte werkweek, doch daarbij de zon dagsrust willen behouden. Inmiddels bevestigen initiatieven in andere takken van industrie de vrees van het Westduitse episcopaat. Vooral in Nobrdrijn-Westfalen stellen verscheidene fabrieken pogingen in het werk om de glijdende werkweek in te voeren, daar deze een ononderbroken produktie garan deert. Ook de papierfabriek Europa-Car- ton A.G. te Ailing bij Regensburg heeft de glijdende werkweek ingevoerd onder heftig protest der katholieken. (Van onze correspondent) In de nacht van vrijdag op zaterdag is de boerderij van N. Verbunt te Oost eind onder Oosterhout (N.B.) in een uur tijds volledig in de as gelegd. De heer Verbunt werd rond half twee 's-nachts gewekt door het leven, dat de beesten in de stal maakten. Toen hij de deur van de schuur opende, zag hij tot zijn ontstel tenis, dat deze in lichte laaie stond en dat het vuur ook reeds het strooien dak van het woonhuis had aangetast. Daar er aan redden van het vee in de stal niet te denken viel, rende hij naar binnen en bracht allereerst zijn vrouw en zeven kin deren in veiligheid. Toen de brandweer van Oosterhout ter plaatse kwam, vond zij één vuurgloed. Een uur later was alles tot op de grond toe afgebrand. Heel de veestapel, bestaande uit 10 koeien, 8 kal veren, 1 paard en 17 varkens ging ver loren. Ook een aangrenzend kippenhok ging in de vlammen op, waarbij 70 kip pen verkoolden. De schade kon nog niet juist worden vastgesteld, terwijl de heer Verbunt slechts voor een klein bedrag was verzekerd. binnen de sociale verzekeringen en een daarvan is de bezitsvorming. Op dit laatste punt werd ook de nadruk gelegd door prof. Borst. Bij onze keuze moeten wij, volgens hem, gaan in de rich ting, die het individu het grootste accent zal geven. Herstel van verantwoordelijk heid door bevordering van spaarzin, voor al middels het scheppen van het juiste klimaat. In dit kader zijn er specifieke prikkels nodig. Inkomensverhoging zonder spaarzin brengt geen bezit. Hoewel hier bij ook gedacht moet worden aan de zelf standigen, erkent hij de bijzondere positie van de werknemers, omdat deze in on derschikking werken, bevelen hebben op te volgen en in het bijzonder bloot staan aan het gevaar van massificatie. In het algemeen wel ervan uitgaande, dat uitbreiding van persoonlijk bezit ge wenst kan zijn. besprak mr. van Lier voornamelijk, welke vormen niet in aan merking zouden kunnen komen en welke overheidsmaatregelen onaanvaardbaar zijn. Hij keerde zich tegen het propage ren van aandelenbezit, omdat de meeste mensen niet in staat zullen zijn eigen domsrechten en beheersplichten uit te oefenen. De gewone aandeelhouder krijgt een onpersoonlijk bezit en heeft eigenlijk ge<m beheersrecht. Ten aanzien van bepaald.e concrete voor stellen merkte de heer Van Lier op, dat deze juist niet de zwakste groepen hel pen, maar ten ?oede komen aan de beter gesitueerden. Zij zouden voornamelijk voordelen opleveren voor de middengroe pen- Deproletarisering, zo zei drs Den Uyl. is een vertrouwd begrip voor socialisten: de bevrijding uit de verslaafschap van het in handen van weinigen geconcentreerde bezit. Bezit betekent: macht, zeggenschap maar ook inkomen. De socialisten hebben partij gekozen tegen de overheersende machtspositie van het bezit en daarte genover gesteld de vergemeenschappelij- king ervan. Allengs is meer de nadruk komen te liggen op de beschikkingsmacht en niet op de eigendom zelf. Door de medezeggenschap in PBO, onderne mingsraden is beheer zonder eigendom te verwerkelijken en is, aldus drs Den Uyl, reeds vrijwel volledige socialisatie van het beheer door eigendom bereikt. De loonpolitiek kan. volgens hem. voorts leiden tot een gelijkmatiger spreiding van de vruchten van het bezit. Ook andere middelen, als beDerking erfrecht, waren daartoe aan te wenden. Het aankweken van een sociaal mini mumvermogen (individueel) b.v. van ten minste een jaarinkomen, acht drs Den Uvl aanvaardbaar, maar dan voornameliïk :n de vorm van liquiditeiten, duurzame consumptiegoederen, verzekeringen en eventueel eisen huizen. Geen aandelen. Door opvoering van de inkomens, via de loonpolitiek, speciaal van de lagere groenen, zou de bezitsvorming kunnen worden verwezenlijkt. Den Uyl verwonderde zich erover, dat prof. Ponsioen de verwervingsdrang naar voren had gebracht. Hij noemde dat een terugkeer naar de vorige eeuw. In onze eeuw zou de nadruk moeten liggen op gelijkberechtiging en geestelijke ontwikke ling. Prof. Ponsioen kreeg later nog even ge legenheid dit punt te verduidelijken. De verwervingsdrang is de instinctieve basis onder bezit en eigendom, zo zei hij. Deze is in zich onbegrensd en moet dus ver menselijkt worden; gericht en beperkt in het eigendomsrecht. Dit is allerminst een terugkeer naar de vorige eeuw. Het gaat erom een tegenwicht te scheppen tegen de sociale nuttigheid als enig criterium volgens hetwelk de mens wordt aanvaard. (Van onze Amsterdamse redactie) Tijdens de 75ste voorstelling van „Het Konijn en Ik" in het Amsterdamse theater De Kleine Comedie, is gister avond de hoofdrolspeler en regisseur Johan Kaart even voor de pauze ge huldigd bij gelegenheid van zijn 60ste verjaardag. De oudste actrice van zijn gezelschap mevr Joh. Bouwmeester Kluun bood hem een vaasje aan met orchideeën voor zijn auto. Joh. Bos kamp voerde namens alle medewer kers het woord. De heer I. Parijs, zake lijk leider van de groep, schonk hem sigaren en bloemen, o.a. ook namens het Nederlands Theaterbureau. De heer Ingholz, onder-directeur van De Kleine Comedie, roemde de kijk van Joh. Kaart op wat het publiek op het toneel wil zien. Mevr. T. Perin-Bouwmeester tenslotte offreerde de jubilaris een groot wit konijn als mascotte voor zijn wa gen. Veel collega's uit de toneelwereld zoals mevr. Rika Hopper, Maup Staal, Guus Hermus en Ko van Dijk hadden telegrammen van gelukwens gestuurd. Johan Kaart haalde zijn publiek in zijn dankwoord tenslotte over maar te gelo ven, dat hij 30 in plaats van 60 was geworden. „Dat kan best. Toen ik jong was speelde ik de rollen van oude heren en nu ik oud ben zet ik jonge mannen op het toneel. Toneelspelen is een mooi ding: het houdt je zo jong". William Saroyan, de Amerikaan van Armeense afkomst, deed reeds eerder (1939) op de Nederlandse planken van zich spreken met zijn „The time of your life", waarvan het nieuwe stuk, zater dagavond in première voor het voetlicht gebracht door de „Haagsche Comedie" onder regie van Albert van Dalsum, en getiteld „Moord op de onschuldigen", een tweelingdrama zou zijn. Over een zo innige verwantschap laat de kritiek zich beter niet uit, vooral wanneer zij overigens stof in overvloed vindt, om aan het werk van deze schrij ver, die via de overigens eerzame (Advertentie» en rheumatische pijnen l wrijft U weg met t hu ven en 11* j VOOR DUIZEND EN ÉÉN DOELEINDEN De „Statendam" is dan zaterdagochtend (Amerikaanse tijd) op zijn eerste reis in New York aangekomen, achttien uur te laat ten gevolge van de hevige Noord- atlantische stormen. Volgens kapitein C. Haagmans heeft het schip zich „prachtig" gehouden. Hij deelde verslaggevers mee, dat het een zeer ruwe overtocht was ge weest met hoge zeeën en windvlagen met een snelheid van 100 tot 110 km per uur. Ondanks het slechte weer dansten de pas sagiers echter Iedere avond in de salons. De directeur van de H.A.U., de heer W. H. de Monehy, verklaarde, dat het slechte weer „ideaal was, gezien van het standpunt van de eigenaars", omdat men hierdoor kon zien wat het schip presteert. „Er ging niets verkeerd". Het slechte weer. de stakingen van de havenarbeiders en die van de sleepboot bemanningen in New York waren er de oorzaak van, dat de traditionele ontvangst, die nieuwe schepen in de haven wordt bereid, niet zo uitbundig was als anders. De functionarissen van de stad, die ge woonlijk een nieuw schip tegemoe* gaan. wachtten sedert de aankomst om vijf uur tot de „Statendam" drie uur later meer de. Toen ging men pas aan boord. Door de staking waren er ook min der schepen dan gewoonlijk in de haven, maar die er lagen lieten hun sirenes ter verwelkoming loeien, toen het. H.A.L.-schip binnen voer. Het was nog donker, toen de „Statendam" aankwam, maar bij het vrijheidsbeeld spoten ver scheidene brandweerboten volgens tra ditie hoge stralen in de lucht, die met schijnwerpers werden verlicht. Bij gebrek aan sleepboten moest kapi tein Haagmans het schip zonder hulp me ren. Dit was de eerste maal, dat hij dit in New York deed. „Wij wachttten op dood tij. Er was gelukkig bijna geen wind. Een van onze motorboten bracht een lijn aan land en ik liet het stuurboord anker vallen om het schip onder controle te hebben". Waarnemers verklaarden, dat hij de moeilijke manoeuvre uitvoerde, alsof hij het elke dag deed. Het schip meerde zonder incident. Door de staking van de havenarbeiders moesten de passagiers, de bemanning en het Nev Yorkse personeel van de maat schappij helpen de bagage aan land te br'igen. Toen het schip gemeerd lag, kwamen de functionarissen aan boord. De heer Vin cent A. G. O'Connor, commissaris voor marine en luchtvaart, en de heer James J. O'Brien, vice-commissaris voor openbare gebeurtenissen en handel, vertegenwoor digden de stad New York. De laatste trad tevens op als persoonlijk vertegenwoor diger van de burgemeester van New York. De heer John J. Gorgan, burgemeester van Hoboken, waar de kade van de H.A.L ligt, kwam eveneens aan boord. Kapitein Haagmans deelde nog mee, dat hij de snelheid tijdens de grootste kracht van de storm gedurende 18 uur tot 6 kno pen had moeten verminderen. Toen het weer het toeliet, liet hij met een snelheid van 21,6 knopen varen. De gemiddelde snelheid was 19 knopen. De stabilisators had hij tijdens de groot ste kracht van de storm niet kunnen ge bruiken. omdat deze weliswaar het rollen verminderen, maar niet bestand zijn tegen het stampen. Mr. Van 't Hoff-Stolk. de Haagse advo caat van de speelclubleiders van de „Wood-side" wier zaak, zoals we reeds schreven, de Officier van Justitie begin maart voor de Bredase rechtbank wil brengen heeft bij de rechter-commissa- ris een verzoek ingediend om een nieuw onderzoek tegen zijn cliënt. M. in te stel len. Hij beroept zich er op. dat de offi cier vrijdag 11., nadat het onderzoek was afgesloten, met M. naar het betwiste ge bied is gereden, om hem daarin aan wezigheid van Belgische justitie-ambtena- ren een fotocopie van het procesverbaal te laten ondertekenen. 0(,'aPp0 «nvoiaoenae is 1 Bai-rt- ®aat vervolgens na welke ab onvoldoende is gehuisvest na i. sast vervolgens na wein-c %t,. .3 vo„ie,r 'n diverse gemeenten van worden alvorens zij die o hg hebben voor een woning- !h r,?^en aanmerking komen. vp* IVlllg IVUIIIC11. "C/1 .'«t ^etj.hn jemggehuwden z'in de kan~ Q "rt«rlor oni Cf nltzlpht. %olt v als" zeer bezwaarlijk be> -oo-PN... -W alBemeen zonder enig uitzicht. ik h °hde„ van het leeftijdscriterium beri5scheid des persoons en zonder ver, eP hierbij te betrekken, wordt im '«ana i.-u, ?e0e?IJLb-v.. die een intelectueel be '^'ot^Ujksd^ 6en sa^aris ontvangen. Ook V r. °efG v- die een inteiectueei oe- d jen' verkeren in een gunsti- diegenen die reeds op -en salaris ontvangen. Ook ^Oivh _.Ur als urgentie bepalende af§ewezen ,cl katholieke kring het l«t burgerlijk huwelijk als ij* es afvYjf Üging van huisvesting 4A.r™.aldt.hct. rapport Wh. S Wo -WII1CRUI «!,>r!5!akkPr;a,ruit blijkt dat In deze krin W oJjtk hii,„ r tot het sluiten van eer. 'j in Traliik wordt overgegaan. Een l- - >1.. 'Gr,., utrecht ingesteld onderzoek het sluiten van een 0b "o hi.» dat ruim 60 Pct van b®n r,Ük huwelijk gescheiden r-k. zijn. 19). Na de portretten bekeken te hebben, sloea hij de boeken, die Binnen gebracht had. open. Hij wist weinig af van het beheer van een landgoed, maar hij had een scherp inzicht en een helder verstand, zodat hij gnoedia op de hoogte begon te komen. De plattegrond met de namen van de hoe ven. van de pachters, die ze bebouwden, van de verschillende arbeiderswoningen met hun bewoners, met de afmetingen der landerijen en bij elk de vermelding van de pachttermijnen verschafte hem een duidelijk overzicht. Na een half uur kende hij die plattegrond uit zijn hoofd. Hij vond verder dat de overieden landheer een heel zakelijk man was geweest, die lang niet alles aan Binnen had overge laten. Hij ontdekte dan ook een boek, dat door hemzelf was bijgehouden en waarin hij alles nauwkeurig had opgetekend over renten en pachten, herstellingen en ver nieuwingen van woningen, heggen en hei ningen en over ieder geschil, dat tussen de landheer en naehters gerezen was Zn leerde hij de gehele geschiedenis van het landgoed tot in de kleinste bijzonderhe den. Ik moet zorgen, dat ik alles wat meer dan zeven of acht jaar geleden is, goed uit mijn hoofd weet. dacht hij bij zichzelf. Daarvan kan men verwachten, dat ik het weet. Er klonk een zware gong door het huis om het diner aan te kondigen. Bricht-auer keek op de klok en zag. dat het zeven uur was. Juffrouw Diel kwam binnen. Zo als u weet nam uw vader altijd een half uur om zich voor het diner te kleden, zei zij. We hebben nog wel niet afgespro ken, welke kamer u nemen zult, maar ik heb maar vast een vuurtje laten aanleg gen in de kamer hier vlak boven ..u weet wel de oude logeerkamer. Ik had eerst gedacht, uw eigen kamer in orde te bren gen, maar die vond ik toch wel een beet je heel erg klein. Morgen kiest u dan zelf zeker wel. Dank u wel. juffrouw Diel, zei hij en ging op zoek naar zijn kamer, maar keerde dadelijk in de bibliotheek terug, omdat hij zich niet zeker genoeg van zijn zaak voelde. Hij belde. Zeg, Peters, zei hij tegen de oude bediende, die spoedig verscheen, heb je mijn bagage op mijn kamer gebracht. Jawel mijnheer Robert, juffrouw Diel heeft de grote logeerkamer voor u in orde laten brengen. Ik had gedacht, dat u het aardser zoudt gevonden hebben om een nau.-je op uw eigen kamer te slapen maar zij vond die niet groot ge- Heb je mijn kleren klaar gelegd, Peters? Neen. mijnheer. U hebt me de sleu tels van uw koffers niet gegeven en u had zoveel te doen. dat ik er niet om durfde vragen. Ik heb nog eens geklopt en naar binnen gekeken maar u zat over die kaart gebogen en scheen me niet te horen. Och ja, dat kan best zijn., hier zijn de sleutels Peters., ga maar mee, dan kun je meteen uitleggen wat ik no dig heb. Uitstekend, mijnheer Robert, zei Peters weinig vermoedend, dat dit een list was om er achter te komen, welke kamer voor zii-> meester bestemd was. Boven aan de trap bleef hij staan. De halfduistere lange gang scheen de geesten van vervlogen eeuwen no® te herbergen. Er is niet veel veranderd, wel. mijn heer Robert? Neen. en toch doet alles me zo vreemd aan. Peters. Je kunt ie niet voor stellen. hoe vreemd het is, na zoveel ja ren terug te komen. Ik voel me onwen nig. Dat begrijp ik, mijnheer. Maar u her innert n de kamer van uw vader toch no-g wel? Hij sliep altijd hier in die grote kamer boven de salon. Hier vlak bii de tran Hij ging altijd het laatst naar boven wie er ook in huis logeerde. Ja. dat herinner ik me. zei Brichtau- er en volgde Peters de gang door naar de voor hem bestemde kamer. Dit meubilair kan ik me toch niet al te best meer herinneren. Peters. Wat hebt U toch een sterk geheugen! riep Peters uit. Uw vader heeft deze ka mer vijf jaar geleden ook onnieuw laten meubileren. Ik had nooit gedacht dat het u opgevallen zou zijn. In welke koffer zit uw avondkostuum, mijnheer? Kort daarna ging Brichtauer naar de eet kamer. Hij had zich snel gekleed en was toen de verschillende kamers gaan bekij ken. Aan tafel had hij het gevoel, alsof hij 'n toneelstuk opvoerde. Het zou hem niets verwonderd hebben, als Peters, die deftig diende, plotseling i.n de lucht verdwenen was. En toch was alles werkelijkheid. En ondanks dat. alles voelde hij zich onbe vreesd en zeker van zijn zaak. Ket is uitstekend geweest Peters, zei hij tenslotte. En tooh hebt u geen druppel van de oude wijn geproefd, mijnheer Robert. En vroeger was ik er zo dol op, niet waar? Och, mijnheer Ja. dat weet ik. Maar zoals ik je al gezegd heb. ik ben heel wat veranderd. En oude vijanden ga je het best uit de weg. Je moest mijn koffie maar ik de bibliotheek brengen. Peters. Ik denk daar vanavond te blijven zitten. Best, mijnheer. U weet zeker nog wel de kast. waarin uw vader zijn sigaren had staan? Er staan nog heel wat kistjes in. Vlak vóór zijn dood heeft hij nog een par tij ingeslagen. Haal er maar eens een paar voor mij uit. Peters, dan kan ik eens zien wat voor merken het zijn. Ik ben tegenwoordig nog al lastig met sigaren. Gewillie ging Peters naar de kast en haalde er een paar kistjes voor zijn jonge meester uit. Hij bemerkte niet. hoe deze al zijn bewegingen aandachtig gadesloeg. Het was rustig in het grote vertrek. Het ruisen van het water van de rivier en het ritselen van de bladeren in het koeltje waren nauwelijks hoorbaar. In de haard brandde een lustig vuurtje en toch had Brichtauer het. koud. Hij gin" zonder de boeken, die op tafel jagen, in te zien in een grote armstoel voor het vuur zitten en stak een sigaar op. Het was een uitstekende si gaar, maar toch genoot hij er niet echt van. Hij schrok, toen Peters zachtjes binnen kwam om hem zijn koffie te brengen. U moet me niet kwalijk nemen, mijn heer, dat ik het zeg. maar het doet me werkelijk goed. u daar zo te zien zitten. Net als uw vader dat gewoon was te doen. Ik heb hem heel wat keertjes zo aange troffen. Och ja. dat is zo. zei Brichtauer. on willekeurig opstaande. Ik had er eigenlik nog niet eens aan gedacht, dat dit vaders stoel was. Hij ging aan tafel zitten er trachtte zich te verdiepen in de boeken. Maar het wilde niet lukken. Hij zat te knikkebollen in zijn stoel en zou juist zijn ingeslapen, toen Pe ters klopte en binnenkwam. De predikant vraagt belet, mijnheer. Wilt u hem ontvangen of zal ik zeggen Neen. ik ontvang hem wel. Brandt er ergens anders nog een kachel? De haard in de salon, mijnheer. Juf frouw Diel verwachtte bezoek. Uitstekend. Laat hem daar dan maar binnen. (Wordt vervolgd). beroepen van telegrambesteller, kran tenjongen en landarbeider het plotseling tot journalist en meer nog toneelschrij ver bracht, de nodige aandacht te beste den. Dat de dramaturg sinds '43 geen enkel zijner toneelprodukten in Ameri ka meer heeft willen zien opgevoerd, behoeft met dit laatste generlei verband te houden. Ofschoon: wij geloven niet, dat hem voor het laatstgenoemde drama door de staat New-York eenzelfde be kroning zou worden geschonken als hem voor het eerste ten deel is gevallen. Daarvoor is de intrige beslist ietwat mager. Wij kunnen ook niet onderschrij ven wat „Theatre Arts" van het stuk schreef: „Saroyan behandelt hier een groter en veelomvattender thema dan in vroeger werk: niet minder dan de traditionele vrijheden der democratie, in een tijd, waarin de neiging om deze vrijheden overboord te werpen iedere dag en overal toeneemt". Want o.i. is het geheel niet veel anders dan een wrange klucht over de pure nonsens ener onafhankelijke rechtsbedeling on der het politieke systeem der dictatuur, n'en déplaise de recente verzekering van de heer Kadar. Weliswaar spelen nog een paar an dere motieven door de dialoog, als daar zijn de vraag, of voor zo'n verwerpelijk regiem, waar het zich baan breekt, niet alle volksgenoten verantwoordelijk zijn en mede schuld dragen (de twijfel, die telkens bij de angstige maar ook dappe re Rosa post vat); alsook die andere ge dachte, dat het verloren gaan van een gezond gezinsleven mede oorzaak is van de moord <jp de onschuldigen (die idee komt gestadig naar voren in de schuldbekentenis van Archie Crook- shank, die zich als man en vader heeft misdragen). Wij noemden twee van de 26 figuren, welke aan de twee bedrijven te pas ko men en het zijn toevallig de twee, die bijna ononderbroken op de planken staan; de eerste als de door het verloop der „handeling" opgedrongen dochter van de ander. Annet Nieuwenhuyzen heeft in een ernstige rol te midden van al het sarcasme haar vrouwelijke schuchterheid, die aan haar standvastig heid niet afdeed, zeer accuraat gestalte gegeven. Johan Valk was als de waard van een klein café-restaurant „ergens op de wereld" (hoe goed accentueerde de rommelige indruk van Wim Vesseur daar de plaatsbepaling!) de ruige volks man, die met weerzin moest aanzien, dat zijn lokaliteit overdag werd gebe zigd als „zetel" van het „gerechtshof", welks onbevoegde leden volgens instruc tie over de „overheid" zich onledig hiel den met het zonder vorm van proces vellen van Ja, daar kwam de hele intrige eigen lijk op neer. Onder leiding van de grim mige „inspecteur-generaal" Jan van der Linden met twee man militaire wach ters deden Joris Diels (rechter), Gerard de Groot (aanklager), Henk van Buu- ren (verdediger) en Chris Baay (deur waarder) hun luguber werk en het was in elk geval een weelde voor het oog zowel van dit „rechterlijk college" als van zijn slachtoffers de meest uiteenlo pende doch altijd kostelijke typeringen te bewonderen. (Coen Flink, Ton Ver- wey en Luc Lutz waren in eerste instan tie aan de beurt; na de langgerekte pau ze gevolgd door Annie Leenders, Dick van Veen, Marie Meunier en Frans Vorstman). Er was dan nog een inter mezzo. waarin de prachtig typerende Cees Laseur met zijn „vriendin" Mimi Kok op het matje verscheen doch door de „rechter" om te kopen zich haastig een weg naar de vrijheid baande. Toen achter Eduard Hawkins (Vorst man), die er op rekende een studiebeurs te zullen ontvangen voor zijn dichterlij ke arbeid, de laatste schoten van het pe- leton waren verklonken, werd als laat ste beklaagde een jongen van 8 jaar voorgeleid. Dat was voor Archie, die tot nu toe enkel de talrijke proces-borrels had genoteerd, welke voor rekening van de „regering" werden gepresenteerd, het moment om uit zijn zwijgende rol te vallen en de moordenaars de waarheid te zeggen. Voor ons intussen viel hier het sein om de voorstelling maar als geëindigd te beschouwen. Want nu verscheen de procesleider met nieuwe „instructies", die inhielden, dat de heren, die tot nu voor „rechtbank" hadden gespeeld moesten vervangen worden door de nog volgende beklaagden (Jan Retèl, v. Basten Batenburg, Gijsbert Tersteeg, Fiet Dekker en C. Geysel), waarmee de intrige dermate ad absurdum scheen ge voerd. dat er zelfs voor een behoorlijke ontknoning geen plaats meer was. Ida Wasserman, die eerder als een vrolijke boemel-tante het hare deed, was plots de kleine ongehoorzame John ny, die al met zijn vader was verzoend, hevig gaan bemoederen. Nadat men hem dan naar zijn eigen moeder had ge stuurd, zette het gemengde gezelschap in afwachting van hetgeen komen zou, de whisky-fuif voort. In de programma-toelichting wordt even ïïezinspeeld op Mattheus hoofdstuk 5. 't Is dat van de bergrede en andere bekende uitspraken van de Heiland. Tammer dat we in de bittere parodie van Saroyan er maar zo'n zwak spoortje van hebben teruggevonden. De koninkliike was weer geheel uit verkocht. In de huldiging aan het slot werd terecht ook regisseur Van Dalsum betrokken. L. H. >1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 3