witte doek
James Dean - kleine jongen in grole wereld
Humor is lachen in een leeuw....
Britse minister klapte uit het
budget
BIBBERIGE MISLUKKING
MODERNE JEUGD
MODERNE
STUKKEN
WERELD
i
N
1
RDTER5EPT
TONEELFORUM IN ROTTERDAM
»dan zijn eeuwige genie dragen wij
'zijn levensgeschiedenis op
Als U keelpijn hebfr...
Nieuwe dierengedichtjes von Kees Stip
in drukinkt
VTFRTMG 9 MAART 1957
PAGINA 5
Nooit zal ik de zomeravond vergeten, dat ik de geestigste dichter
lijke persiflage leerde kennen, die onze moderne literatuur rijk is.
Het was in het bitterst van de oorlog. Een vriend, een door de
Duitsers vogelvrij verklaarde dichter, zou voor een groepje getrouwen
een illegale lezing houden over een zeer ernstig en gevaarlijk onder
werp. Maar deze opgejaagde man had toevallig die dag iets in handen
gekregen, dat hem alle zorgen en dreigingen even had doen ver
gelen. Hij was er zo enthousiast over, dat hij het moest en zou
voorlezen. Het was een persiflage op „Maria Lécinavan Werumeus
Buning, zo geestig en knap gedaan, dat het hele ernstige gezelschap
van samenzweerdersbinnen een minuut zat te brullen van het
lachen. Het gedicht veroorzaakte een spontane, echte uitbarsting van
een weldadige, bevrijdende vrolijkheid. En daar ben ik Kees Slip,
de dichter van het schone poëem, nog altijd van ganser harte dank
baar voor.
85 ct
-
Vermakelijkheidsbelasting op de bioscopen
Itaal ontlaai»
Alleen maar een glas
champagne"
James Stewart bevorderd tot
brigadier-generaal
VORMING VAN DE
SCHOOLJEUGD
bfj-
Jsvraag voor filmscenario
A
Denk aan Hongarije
Knap en geestig spel
Beestachtigheden
Hans Roest
AMBTENAREN FILMDEN weinig betekenis en is hun waarde twij-
Stuk aangepast aan de
problemen van de tijd
Subsidie aan het
Rott. Kamerorkest
Hans van Bergen
Wereldnieuws
J)e (Van onze filmredacteur)
Amerikaanse filmacteur James
'®to-nn °P 30 september 1955 bij een
Je ver e-V?' om het 'even kwam, is door
'egen eniKing van buitenlandse persver-
00rdigers in Hollywood postuum
^»arbi-e?ei1 als de beste acteur van 1956.
ae resJ,?e organisatie rekening hield met
?eftoek en van een internationaal on-
'OgestejJj 'n 48 verschillende landen is
Na
Wf** ae resultaten van dit onderzoek
*Teet a niet verder te vragen, als men
k'as j a' James Byron Dean, die 24 jaar
tiooj] ,°en hij stierf, nog geen jaar na zijn
kffdejJ1 Amerika al een legende was ge-
'tvega,?'s loopbaan in Hollywood heeft
vee
laar geduurd. In die tijd trad hij
in
aan
ln. drie fHms op: „East of Eden'
laatWithout a cause" eu „Giant", wel-
v«rt0n. e yan de week hier te lande in
er Dop"1® is gekomen. Toch verschenen
i^ern, ge?.n half iaar na zUn dood
m w3 'ydschriften, die uitsluitend
lien u"'aren gewijd. In één daarvan kon
4atjje volgende voorwoord aantreffen.
o «merkend is voor de manier, waarop
Jen r deze op jeugdige leeftijd overle-
Ss v Ur werd geschreven: „In zijn
*ijn Wlst hij de wereld te beroeren. Aan
VensJ^ genie dragen wij zijn le-
?'idscuSP,"'edenis op". De titels van die
itn» r"(en luidden: „James Dean Al-
oplaag 600.000 exemplaren, derde
v?°.0nn ."De Ware James Dean'', oplaag
e5n i'euwe druk ter perse „James
°ffici i rt terug", oplaag 500.000 „The
James Dean Story", oplaag een
Watev? grote Amerikaanse grammofoon-
«Ois raatschappijen hebben speciale al-
^aari tótgegeven met muziek uit de films,
t^ken Dean optrad en deden er enorme
"The r?«ee< hoewel een jaar tevoren, toen
öaiia(j of James Dean" op de plaat
^agp^'Vgelegd, vrijwel niemand er op
elf maanden na zijn dood is de
'e A Dean-mythe door de geëxalteer-
f°eÖen £,iitaanse ieu§d in het leven ge-
F^elD^Tegelijkertijd begon zijn naam ge-
'ki t>ekend te worden in Europa. De
^rton' 4 of Eden" werd in Engeland
toek terwijl hij nog leefde. Het be-
darr r,aan de 4ilm was maar iets meer
e0k6ii>rm.aal, hetgeen betekende, dat geen
®UiSjp bioscoop was uitverkocht. Toen
^•Ooo ean met zijn Duitse renauto, die
.gulden had gekost, langs hoofdweg
f5e<j 1 Paso Robles in Californië. Hij
e6r hPp een tegenligger in en was dood,
^j.niJ het ziekenhuis bereikte.
j« tweede film „Rebel without a cau-
SenU^Uis' in Engeland in vertoning
"t j, De filmmensen vroegen zich af,
n'et verstandig zou zijn, de naam
»iu *?ean in kleine letters op de reclame-
W te zetten. De algemene regel is
tjujpijik, dat als een acteur sterft, het
Vm1 daaraan liever niet wordt herin-
Toen Valentino 30 jaar geleden
Sa en Amerikaanse vrouwen zich
et i -n bjkbaar verdrongen, vertoonde
\5anta' bezoekers aan zijn films een
Pe daling. Toen Jean Harlow in 1937
'Plukte, trokken haar films geen
|ngstelling meer.
et deze voorbeelden voor ogen keek
filmbedrijf toe, hoe de film „Rebel
\5°ut a cause het zou doen. In Enge-
'S Waren de resultaten zeer goed. In
V«dere landen werden Dean's eerste
V„. films na zijn dood vertoond. Het
hangend maar luidruchtig, brutaal maar
hulpbehoevend. Hij vervolmaakte de
kunst om de kleine jongen uit te hangen,
die verloren loopt in een grote harde
wereld. De bioscoopjeugd zag in hem
zichzelf terug. En kort na zijn dood wer
den overblijfselen van zijn vernielde auto
als souvenirs verkocht tot 250.- per stuk.
In de tijdschriften, die te zijner „eer"
verschenen, kan men zinnen lezen als:
„Hij legde een eenzame weg af, zoekend,
steeds zoekend naar iets, dat juist buiten
zijn bereik lag" en koppen als: „Jimmy's
leven bemint de dood" „Dean leeft
voort, niet vergeten en onvergetelijk
„De Jimmy, met wie ik een afspraak had.
door een vriendin".
In augustus van verleden jaar maakte
de filmstudio, bij wie James Dean onder
contract is geweest, bekend, dat zij een
psychiater had verzocht zijn mening te
kennen te geven, of deze postume ver
ering wel „gezond" was.
„Dat", aldus schreef de Britse filmjour
nalist David Lewin toen, „kan ik ze wel
vertellen: het is helemaal niet gezond,
alleen maar onevenwichtig. Er is één ding
dat de studio onmiddellijk moet doen: de
verzoeken om foto's van Dean. die iedere
week bij honderden worden ontvangen,
onverbiddelijk weigeren".
Niettemin had de Dean-cultus in Enge
land verleden jaar september reeds een
verontrustende omvang aangenomen. Een
fabriek die een langspeelplaat uitbracht
van muziek uit de film „East of Eden",
verdiende er schatten mee. „We worden",
aldus een woordvoerder van de fabriek,
„overstelpt met duizenden verzoeken om
meer van dergelijke platen van „teen
agers", die „voelen, dat ze dichter bij
James Dean zijn", wanneer ze die mu
ziek horen".
In het nuchtere Nederland is het, ge
lukkig, niet zover gekomen. En voor de
genen, die zich soms zorgen mochten ma
ken over de jeugd elders: er is niets, dat
zo snel de helden vergeet, die het zelf
ten troon heeft verheven, als het grote
publiek.
'Vy0NTSM5","S. V»rl< "OM- ÉN KEELHOLTE
.Al, g0
Was enorm.
r) ^*1*
Je 0 2bn vele verklaringen gegeven van
0l'zaak van Deans plotselinge popu-
Nl °nder de „teenagers" over vrij-
h 'le'e werc'd- De meest aanneme
rs «aarvan is deze: James Byron Dean
«onchalant en arrogant, onsamen-
/'S ^ean nis Jett Rink in „Giant",
®atsfe film, waarin hij optrad.
Het Britse bioscoopbedrijf heeft be
kend gemaakt, dat verleden jaar 216 bios
copen gedwongen waren te sluiten, het
hoogste aantal, dat ooit werd geregis
treerd.
Deze mededeling werd gedaan tijdens
een bijeenkomst, die ten doel had een be
roep te doen op de Britse regering om de
belastingdruk op het bioscoopbedrijf in
de begroting voor 1957 te verminderen.
De kans, dat de bioscoopexploitanten
hun zin krijgen, is overigens vrij groot,
want nog onlangs heeft Sir David Eccles,
de Britse minister van handel, een ge
weldige opschudding verwekt door
een geheim van de aanstaande begroting
die in april wordt ingediend, te laten uit
lekken, of althans de schijn te wekken,
zulks te doen, door mede te delen, dat de
vermakelijkheidsbelasting op de biosco
pen zou worden verlaagd.
De sensatie begon, toen Sir David in
het lagerhuis een wet besprak die de
Britse bioscoopexploitanten een heffing
oplegt. Deze heffing, die ten doel heeft
de filmproducenten financieel te steunen,
moet in het jaar, dat in oktober a.s. be
gint, 3.750.000 (ƒ37.500.000) opbrengen.
Sir David verklaarde, dat de kanselier
van de schatkist hem had gemachtigd te
verklaren, dat in de komende begroting
rekening zou worden gehouden met deze
heffing en met „andere overwegingen",
die de exploitanten onder zijn aandacht
hadden gebracht. Toen een lagerhuislid
hen daarop vroeg, of dus de vermakelijk
heidsbelasting zou worden verlaagd, ant
woordde Sir David: „Er is geen ander
middel".
Nu is het prijsgeven van „begrotings
geheimen" de ergste zonde, die een Brit
se politicus kan begaan. Geen wonder,
dat de oppositie het aftreden van Sir Da
vid Eccles eiste, ook al ontkende deze in
het verdere verloop van het debat met,
de meeste klem, dat hij zou hebben ver
klaard iets van een verlaging der ver
makelijkheidsbelasting af te weten. Het
kwam tenslotte zelfs tot een stemming,
waarbij degenen, die het heengaan van
Sir David eisten, in de minderheid ble
ven.
Wat intussen niet wegneemt, dat het
Britse filmbedrijf thans vast rekent op
een aanzienlijke verlaging van de verma
kelijkheidsbelasting.
Parijzenaars staan er op, om iedereen
het verhaal te vertellen van Brigitte
Bardot's laatste bezoek aan Londen. Ze
beweren, dat ze met haar grote poeze-
ogen diep in de ogen keek van de Britse
douane-beambte, die kortaf vroeg: „Cog
nac, likeuren, sigaretten?".
Ui
C^erlands Filminstituut te Am-
in samenwerking met het
dg i Fiim en Jeugd te Den Haag on-
wjl Van al^e sch°len voor voort-
vid 6ven wiis een Prijsvraag uitge-
tljweg] voor het samenstellen indi-
VvOor ^lasgewijs van' een scena-
I Zi6n een film zoals ze die graag zou-
het gemaakt.
l'iC'taa eSlement voor de prijsvraag, op
''iluji'istit Verkrijgbaar bij het Nederlands
wordem een drietal moee-
worden een drietal moge-
Vv°°r een dergelijk scenario op-
*th 'hgtn es§ewenst zorgt het Nederland
VcVtuut —A-i.—
- h,
voor een mondelinge in-
P de scholen, die mee wensen te
scenario's zullen worden be
ll 17 et1s de FilmweekDen Haag,
p?„"~22 juni a.s. wordt gehouden.
Nw'ilte 'lSVraag moet men zien als een
iSn «6 h)ijdrage tot de „filmische"
W? ty6,v?n de schooljeugd, hoewel de
Na ««dela «^gesloten, dat één van de
fj T e inzendingen zal worden ver-
tó eti 11 april a.s. zal het Instituut
Jw Age k'i geleSenheid van zijn
NAirii estaan een congres houden in
2% vap liSe te Scheveningen. Uitgangs-
hgt de besprekingen zal zijn een
Al. °cjQ «st'tuut opgesteld rapport over
A rip alis van de tweede wereld",
'■'tv «di tP m°gelijkheid wordt bespro-
tSÜAd aoiT,en tot een filmpedagogie,
Av- Vpp .de overtuiging, dat de voort-
t"Wsie ~visualisering door de film en
o wN/-««ir» /->vi v-r-ir\r\i- in rlr\
mens meer en meer in de
stelt om een „tweede leven"
Gironummer Ned. Rode Kruis
Den Haag 777
Gironummer r.-k. Huisves
tingscomité, Den Bosch 34348.
Gironummer Nationaal Comité
Hulp aan Hongaarse Volk
Amsterdam: 999
Toen wisten we nog niet, dat de Schrij
ver van „Dieuwertje Diekema" de naam
Kees Stip droeg. Mijn vriend had namelijk
een getypt afschrift zonder naamaandui
ding. Hij wist slechts te vertellen, dat de
dichter „een student moest zijn". Later
verscheen een clandestiene uitgave, bij
een gefingeerde uitgeverij (in werkelijk
heid was het Boucher in Den Haag), en
daarin stond vermeld dat „Dieuwertje
Diekema" werd gedicht door Kees Stip
te Kortwijkerbroek.
J.W.F. Werumeus Buning, zeer var-
maakt, schreef een inleiding tot dit „lied
in dertig verzen," waar geen woord
Spaans bij is". Al met ai was het een
bijzonder geestig boekje, dat van hand
tot hand ging en in de donkere laatste
maanden van de oorlog heel wat mensen
met zijn weldadige humor heeft verkwikt.
Kees Stip speelde een geestig en origi
neel spel met beelden, woorden en klan
ken. Hoe kostelijk duidde hij bijvoorbeeld
de woede van de vader zijner heldin aan:
Honderd stieren in Dieren doen Dieren
tieren
en tweehonderd wolven Wolvega,
maar geen stier kan zo met z'n vieren
tieren
als de pa van Dieuwertje Diekema.
Natuurlijk vroegen wij ons destijds af
in welke richting deze dichter - want dat
hij niet slechts een virtuoos imitator, maar
een echt 'dichter was, stond voor ons
vast - zich zou ontwikkelen. Na de oorlog
verschenen er in litteraire maandbladen
zowel ernstige gedichten als persiflages -
ik herinner me een grandioze variatie op
het begin van Vondels „Gijsbrecht".
Later kwamen „Vijf variaties op een
misverstand", een verhalend gedicht, af
wisselend gedaan in de trant van vijf be
kende Nederlandse dichters. Maar zijn ei
gen „vorm" schijnt Kees Stip tenslotte te
hebben gevonden in de korte, rake dieren-
gedichtjes, die hij toeschrijft aan Trijntje
Fop.
Bij L. J. C. Boucher te 's-Gravenhage
verscheen als eerste verzameling het
hartverovei'ende bundeltje „De dierkun
dige dierenoefeningen van Trijntje Fop"
geestig geïllustreerd door Bertram. En
zojuist werden we verrast met een twee
de verzameling, „Beèstachtigheden" ge
titeld. Zelfs met deze titel speelt Stip al
even: „mogen deze BEESTACHTIGHE
DEN u, grimbakken, enkele ogenblikken
van bevrijding schenken uit dit BEEST
ACHTIG HEDEN".
Men leest eerst de gedichtjes geamu
seerd, om er bij het herlezen telkens
nieuwe ontdekkingen in te doen. De /in-
dingrijkheid van Kees Stip is verbluffend;
zij is voornaam en origineel en nimmer
opdringerig of overdreven. Zij is gecon
centreerd en geladen, want achter een
schijnbaar louter woordenspel of kunstige
woordspeling gaat vaak een diepe gedacn-
te schuil. De humor is soms van een do
delijke ernst - lachen in een leeuw.
Op een spreeuw
Een rupsenzamelende spreeuw
vloog door het keelgat van een leeuw.
„Ik hoop", zo sprak het beest benauwd,
dat deze leeuw van rupsen houdt".
Leert, kinders, dit van deze spreeuw: I
Humor is lachen in een leeuw.
Juist in dergelijke korte, geestige for
muleringen, geladen van v eel meer
„kern" dan men op het eerste oog ver
moedt, is Kees Stip bijzonder sterk. Hij
geeft er ons een dagelijkse dosis nonsens
spot, kritiek en levenswijsheid in. Zes
regels slechts heeft hij nodig voor een
raak grapje op de IJ-tunnel.
Op een teek
Een teek werd door een raaf te Rolde
voor luie nietsnut uitgescholden.
„Daar blijkt wel uit", zo sprak hij grarn,
„dat jij nog nooit in Amsterdam
de tunnel hebt bekeken, vlerk:
Dat is uitsluitend TEKENwerk.
En tot slot: in niet meer dan vier re
gels een geestig kritiekje op de sensatie
zucht in de krantenwereld.
Op een spin
KEES STIP
dagelijkse dosis
Een spin vervaardigde als handwerk
een olifant van ragfijn kantwerk.
Natuurlijk kwam dat in de krant
a's: SPIN MAAKT OLIFANT VAN KANT.
r»„ j i- I felachtig. De anonieme operateurs hebben
De Nederlandse Emigratiedienst heeft de I zich bepaald tot het registreren van al
aandacht gevraagd voor een onderneming,
die als een experiment op het gebied van
de voorlichtingsfilm werd aangekondigd.
Daar w(j altijd bijzondere belangstelling
voor het nieuwe en experimentele hebben
gekoesterd, gingen we niet zonder ver
wachting naar de Seinpost in Schevenin
gen, waar twee_ films van bovengenoemde
dienst zouden worden vertoond.
Er werd ons ter inleiding verteld, dat
de films: „Wijder horizon" en „Australië"
op een niet alledaagse wijze tot stand wa
ren gekomen. Enkele ambtenaren van het
Emigratiebureau hebben grote dienstrei
zen gemaakt en daarbij op enkele plek
jes na de gehele wereld bezocht. Op deze
kruistochten door de vijf werelddelen
hadden ze een 16 mm camera bij zich,
waar ze de ene rol kleurenfilm na de an
dere doorheen lieten snorren. Uit de
vrachten aan rollen kleurenfilm, die uit
deze vlijt resulteerden, is door de R.V.D.
in samenwerking met Interfilm een mon
tage samengesteld, die van een commen
taar, wat muziek en begeleidende geluiden
is voorzien en die thans aan het publiek
wordt voorgezet.
Onze indruk is, dat de amateurfilmers
het met de kunst van het filmopnemen
niet verder hebben gebracht dan de al
lereerste stappen op het moeilijke terrein
van dit schone ambacht. Noch de keuze
van de onderwerpen, noch de visie en
instelling van de camera vertoonden enige
kwaliteit, die tot voldoening, laat staan
bewondering aanleiding gaf. Integendeel,
beide films, die resp. 50 minuten en een
half uur in beslag nemen, komen niet
verder dan een reeks gekleurde plaatjes,
opgenomen met bibberig bestuurde ca
mera's, waardoor een vermoeiend, onon
derbroken trillend beeld ontstond. Geen
wonder, dat de samenstellers er niet in
geslaagd zijn, ondanks de onmiskenbare
toewijding en vindingrijkheid, om van dit
kostbare, doch tevens waardeloze mate
riaal iets te maken, dat ook maar enigs
zins filmieven ademt. Zelfs informatief
zijn de langademige plaatjesreeksen van
lerlei overbekende toeristische succes
nummers als moskeeën, paleizen, monu
menten, kleding en exotische wonderen,
zonder acht te slaan op het gewone, het
leven van alledag, waar de emigrant toch
in de eerste plaats mee te maken zal
hebben. Waar ze emigranten ten tonele
voeren, zijn het doorgaans dezulken, die
de honderdduizend hebben gewonnen, de
driedubbel geslaagden. Het is prettig dit
te vernemen, maar te naïef om er nuch
tere geesten mee te overtuigen, zodat we
alles bij elkaar van de onderneming niet
veel meer kunnen zeggen dan dat deze is
mislukt. We willen niet beweren, dat
amateurs geen behoorlijke film kunnen
maken. Er zijn er genoeg, die zelfs een
voortreffelijk werkstuk hébben afgele
verd. De ambtenaar-amateurs van deze
voorlichtingsfilms zijn echter tekortge
schoten, zowel in hun werk als in het in
zicht aan eigen kunde. Dat had hen name
lijk van de onderneming moeten weer
houden. Ph.
We beweren niets nieuws met. te zeggen, dat tie jeugd van tegenwoordig
heel anders is dan de jeugd van twintig dertig jaar geleden. We horen
liet bijna dagelijks beweren als HET probleem van deze tijd. En liet is
bovendien nog waar ook! De jeugd IS anders. Niet in dien zin, zoals
men dat altijd beweerd heeft, zoals de ouderen altijd bun wijze hoofd
geschud hebben over de lichtzinnigheid van de moderne ieu"d, maar
WERKELIJK, WERKELIJK ANDERS! Lichtzinniger? Dat geloof ik niet.
Maar juist integendeel. Maar voor de ouderen kan het in vele gevallen
dikwijls op lichtzinnigheid lijken. Ik voor mij ben van mening, dat de
jeugd zich een weg zoekt temidden van de chaos. Het grote verschil met
de jeugd van nu en de jeugd van vroeger is mijns inziens, dat de jeugd
aii nu zich niet meei met een kluitje m het riet laat sturen zoals vroeger.
De jeugd van nu denkt zelf na, zoekt zelf, wil zelf aan Jen lijve onder
vinden, wil de oude waarheden opnieuw ontdekken, zodat deze voor haar
weer nieuw leven krijgen. Dit proces gaat met onevenwichtigheid gepaard,
zoals elk ontwikkelings- en groeiproces met onevenwichtigheid gepaard
gaat. Maar tenslotte zal het op winst uitdraaien. Grote winst.
BRIGITTE BARDOT
alleen maar een glas
champagne alstublieft
„Merci, monsieur", antwoordde zij, „al
leen maar een glas champagne, alstu- 1
blieft".
James Stewart, kolonel in de Ameri
kaanse reserve-luchtmacht, heeft promo
tie gemaakt. Hij is door president Eisen
hower benoemd tot brigadier-generaal.
Tot slot nog een lesje in modern Ame
rikaans. „Variety", het weekblad van de
show business, had onlangs de volgende
kop: „Dixie nix on race-mix film".
Vertaling: De bioscopen in de zuidelijke
staten weigeren „Edge of the City" te
vertonen, een nieuwe film over de ras
sendiscriminatie.
De jeugd van tegenwoordig dus laat zich
niet meer met een kluitje in het riet stu
ren zoals vroeger en daarom wil het ook
geen stukken meer, die haar niets te zeg
gen hebben..
Zie maar eens om u heen naar wat
er gespeeld wordt. Het zijn merendeels
ernstige stukken. Toneelstukken, waarin
een probleem aan de orde wordt ge
steld, waarin conflicten worden opge
bouwd rondom werkelijk bestaande men
sen.
Als men mij echter vraagt, of het reper
toire van heden aangepast is aan de strijd
die de jeugd doormaakt, dan moet ik zeg
gen: neen. De jeugd speelt graag, vult
graag haar vrije tijd op serieuze wijze
en daarom neemt ze van het hedendaagse
repertoire, wat haar het meest bevalt.
Maar echt in de behoefte van de jeugd
voorzien doet het hedendaagse repertoire
mijns inziens niet.
De jeugd wil geconfronteerd worden met
de problemen, waarmee zij zelf wor
stelt. De jeugd is zoekende. Het stuk moet
haar daarin tegemoet komen. De schrijver
moet met haar mee zoeken. Temidden
van de chaos de weg trachten te vinden
Niet autoritair de weg wijzen, maar trach-niet meer aan
ten te vinden.
De oude waarheden zullen alle dezelfde
blijven. Deze zijn het ook niet, die de
jeugd omver wil gooien, maar de jeugd
zoekt naar een nieuwe vorm, waarin deze
oude waarheden haar beter zullen aan
spreken, waarin deze waarheden weer
nieuw leven voor haar zullen krijgen.
Het is als het zoeken naar een nieuwe
stijl, naar een nieuwe lijst. De oude
vormgeving spreekt haar niet meer aan.
En deze stijl wil zij niet van boven af
gedecreteerd krijgen, maar er zelf één
scheppen.
Vroeger luisterde de jeugd naar de oude
ren. Niet dat zij dat nu niet meer wil,
eenieder, die haar werkelijk nog iets te
zeggen heeft, zal zij gewillig gehoor ver
lenen. De jeugd hunkert er naar, om iets
te horen, maar dan moet men haar ook
werkelijk iets te zeggen hebben en dit
op een bescheiden wijze doen. De jeugd
wil onmiddellijk meedenken, mee-rede-
neren, zelf tot de conclusie geraken.
Het toneel zou op dit gebied een grote
taak kunnen vervullen. Maar dan moet het
ook mensen van de tegenwoordige tijd
op de planken zetten. Reële mensen met
problemen, waartegen de jeugd iedere dag
aanbotst.
Aan brave Hendrikken, die alles braaf
slikken, heeft de jeugd niemendal. Daar
om spreken haar ook de oude stukken
Wat zegt de jeugd van tegenwoordig bij
voorbeeld van 'n stuk, dat wij vorige week
besproken hebben. Een moeder, die niet
meer geloven kan met een dochter die
vurig katholiek is. Een pracht conflict,
waar de jeugd oren naar zou hebben,
als het modern was uitgewerkt. Als dit
conflict reëel op de planken was gezet.
Want de jeugd kan daar in komen in
zo n moeder, die haar geloof verloren
heeft. De jeugd wordt omringd met men
sen (met ouderen) die hun geloof over
boord gegooid hebben en met nog veel
meer ouderen, wie het geloof niets meer
te zeggen heeft. Een dergelijk conflict
heeft dus onmiddellijk haar belangstelling
want vooral op dit gebied is de jeugd
zoekende naar een nieuwe stijl. Maar in
het gegeven stuk worden alleen maar fei
ten tegenover elkaar gesteld. De moe
der dwingt haar dochter tot een huwelijk
met een niet-katholiek. De dochter wei
gert alleen maar. En de moeder wordt
tot inkeer gebracht door een ongeluk, dat
haar dochter overkomt als een straf van
God. Maar zo gebeurt het in de werke
lijkheid nooit. Aan dergelijke stukken heb
ben wij dan ook niets.
In de werkelijkheid grijpt God zelden
zo zichtbaar in met straffen. Integendeel,
wij zien het de afvalligen heel dikwijls
voor de wind gaan. Daarom hadden wij
zc graag gezien, dat de moeder in dat
stuk door andere motieven tot inkeer ge
bracht was. Door motieven, waardoor wij
ook anderen tot inkeer zouden kunnen
brengen of minstens zelf sterker komen te
staan in ons geloof.
Wij hadden graag een strijd gezien tus
sen een reële dochter (desnoods met flink
veel haar op de tanden) en een reële moe
der. Een strijd tussen een dochter, zoals
wij er één zouden kunnen zijn, niet te
zeker van onszelf, niet te braaf, niet te
onderdanig, zelf overladen met duizenden
moeilijkheden en problemen en.een moe
der, die wij ook kunnen volgen in haar
strijd tussen geloof en ongeloof.
Een dergelijk spel zou ons aanspreken
en spreekt ook de jeugd aan. Dergelijke
spelen zijn voor de jeugd ook de moeite
van het spelen waard.
B. en W. van Rotterdam komen thans
met een voorstel aan de raad om het
subsidie van $0.000 aan het Rotterdams
Kamer Orkest voor het seizoen 1956-1957
op de begroting te regelen. De raad stel
de zich in principe voor het verlenen van
ten hoogste dit bedrag bereid na een mo
tie-De Kwaadsteniet.
In hun toelichting delen B. en W. me
de, dat overleg tussen het bestuur van
de stichting „Rotterdams Kamerorkest"
en degenen, die zich bereid hebben ver
klaard de taak van dit bestuur over te
nemen, ertoe heeft geleid, dat bedoeld
bestuur zich heeft teruggetrokken en
voorts, dat er een „Nieuwe Stichting Rot
terdams Kamerorkest" in het leven is ge
roepen met dezelfde doelstelling als de
oude stichting. Het orkestpersoneel is in
dienst van de nieuwe stichting overge
gaan. Aan deze oplossing is de voorkeur
gegeven boven handhaving van de oude
stichting met een nieuw bestuur om de
oude en de nieuwe exploitatie scherp van
elkaar te kunnen scheiden.
B. en W. tekenen aan, dat een sluiten
de rekening h.i. slechts is te verkrijgen,
wanneer de Nieuwe Stichting Rotterdams
Kamerorkest erin slaagt ruime bijdragen
van particulieren te verwerven. Van B.
en W. is geen voorstel te verwachten om
een eventueel tekort ook nog voor re
kening van de gemeente te nemen.
Naast dit voorstel heeft de raad van
Rotterdam nog een voorstel van B. en
W. bereikt om het krediet voor uitbe
taling van de salarissen voor de leden
van het Rotterdams Kamerorkest met
2.435.— te versterken en mitsdien te
brengen op 17.435.—.
„Boven de wolken, onder de gol
ven" door Augurte Piccard
Uitg. H. Nelissen, Bilthoven en
't Groeit, Antwerpen.
Alhoewel het li":t, alsof in deze geme
chaniseerde en gemotoriseerde, straks op
atoomenergie draaiende wereld alle avon
tuur en romantiek ten onder dreigt te
gaan, tonen telkens bijzondere figuren
met exclusieve geesten overduidelijk aan
dat de menselijke energie en de druf
der mensen, alsmede hun ondernemings
geest, als het ware nieuwe werelden ver
overen. We bedoelen hiermede niet eens
de verkenning van het l.Delal, alhoewel
deze allengs een groot avontuur in da his-
t-rie v:n onze aardbol lijkt te worden.
Een man als de Belgische professor Au-
guste Piccard, ofschoon geleerde kon,
terwijl onze globe tot in verre uithoeken
verkend werd en de laatste witte plek
ken op de landkaarten weggewerkt wer
den, voor onze avontuurlijke geest
nieuwe terreinen ontsluiten, waarin hij
naar hartelust rondzwerven kan.
Auguste Pi.card behoort tot de weten-
schanoelijke onderzoekers, die de moed
hebben, hun soms gewaagde theorieën
met eigen leven- evaar te willen beves
tigen. Hij ging met door hem zelf ver-
vrrrdigde ballons de stratosfeer in, dook
en duikt met volgens zijn ontwerp ge
bouwde bathyscafen in de diepzee. Dat
prof. Piccard een geleerde is, die ook
belangstelling heeft voor hetgeen buiten
het gebied van zijn werkzaamheid ligt,
bewijst dit keurig uitgegeven, fraai geïl
lustreerde en door drs. A. C. Niemeijer
goed vertaalde boek, waarin hij een
breedvoerig overzicht geeft van zijn we
tenschappelijke werk in deszelfs diverse
aspecten.
Het bevat hoofdstukken, die fiet nodi
ge vergen van de technische intuïtie van
de lezer, maar tevens boeiend geschre
ven beschrüvingen op natuurhistorisch
gebied. Een hoofdstuk als dat, geti
teld „Wrt de dolfijn ons vertelde" is ty
perend voor het geheel, vooral omdat het
de technicus uit zijn hoek doet komen.
Wij kunnen dit boek eenieder aanbeve
len, die eens in de verbeelding op avon
tuur uit wil gaan. Tegelijkertijd maakt hij
zo niet wereldschokkende, dan toch bij
zonder interessante avonturen mede. Hij
wordt ingeleid in een wereld, welke die
van Jules Verne evenaart. Niet ten on
rechte wordt Auguste Piccard weieens
met de grote roman,chr"vc vergeleken.
Hij trad echter uit het riik der verbeel
ding de werkelijkheid binnen.
„Het lek gestopt", door F. Kui
pers, Uitg. Taylor, Nijmegen.
„Het lek gestopt" is een, voor het on
derwerp vrij omvangrijke, studie van ar
tikel 7, lid 2 van de Inkomstenbelasting.
Daar dit artikel in de praktijk veel moei
lijkheden blijkt te bieden, zal het onder
havige werk zeker verhelderend kunnen
werken. De uiteenzettingen zullen voorts
ook op andere gebieden van de Inkom
stenbelasting een beter inzicht kunnen ge
ven. Van de meer algemene vragen noe
men wij hier: wie de genieter is van in
komen uit onderneming en arbeid, uit
vermogen en periode uitkeringen en wat
de betekenis is van artikel 2. Uiteraard
komen tér sprake de afgron- 'ng tussen
overdrachts- en liquidatiewinst enerzijds
en winst ex, art. 7 lid 2 anderzijds, de
fiscale consequenties van diverse bedin
gen in firmocontracten en de toepassing
van de vrijstelling van art. 20, lid 3.
De tekst is verdeeld in „grote" en
„kleine" U ,ers, welke verdeling zodanig
is doorgevoerd, dat zij die zich eerst in
grote lijnen op de hoogte wensen te stel
len, kunnen volstaan met de „grote" letter
door te nemen.
„Aan de Rode Donau" door Ja
nos Igazy Uitg. Moussault,
Bussum.
Beter tijdstip om met deze r-ublikatie te
komen had moeilijk gevonden kunnen
worden. Wie uit de mond van een intel
lectuele vluchteling de ware tragiek wil
bestuderen, vindt hier wat hij zoekt. Het
is tenslotte geen literair produkt maar
een brok contemporaine geschiedenis op
getekend uit de mond van een vluchte
ling, die het proces der communistische
dictatuur in ai haar facetten aan den
lijve meemaakte.
Het verhaal begint in 1945, tekent zeer
levendig de langzaam _maar zeker wer
kende knoet, brengt de' ondragelijk wor
dende toestand der onderdrukking, roof
deportatie, geloofsvervolging en onderling
wantrouwen op aangrijpende wijze in
beeld, maar geeft tevens een hartverkwik
kende tekening van het groeiend verzet,
en de soms vindingrijk geestige denigra-
tie van het systeem. Inderdaad deze strijd
was niet voorbereid maar leefde reeds
jaren in potentie in aller harten en wacht
te slechts op een teken.
De dagen rond Allerzielen worden wel
het levendigst beschreven, men beleeft de
strijd. men doorvoelt de haat van dit
zwaargetroffen en geprikkelde volk. men
ziet de jeugd vechten met ware doodsver
achting, men gruwt van zoveel mensen-
moord en vertrapping van mensenrechten
De resultaten beleeft men in de opgeprop-
te ziekenhuizen, en men wordt stil bij zulk
eeü, ™oe|J. zulk een geloof en zulk een
vrr leidsdrang. Wie dit boek gelezen heeft
zal zeker nog meer dit arme maar krach-
tige volk willen blijven helpen.
Het Toneelcentrum, dat donderdag in de
zaai van „De Lantaren" werd gehouden
heeft vele problemen rond het Neder
landse toneel aan de orde gesteld. Dat
men op deze avond niet tot oplossing van
een of meer van de problemen zou ko
men was wel te voorzien. Desondanks
kan men de avond niet ongeslaagd noe
inen, omdat de problemen, min of meer
volledig en min of meer duidelijk gesteld,
te berde werden gebracht, en zo mogeljjk
ingedeeld in een bepaalde categorie, en
omdat er verschillende, al dan niet uit
voerbare suggesties en voorstellen, zowel
van de kant van het forum als uit de
zaal, los kwamen, die de huidige moei
lijkheden zouden moeten oplossen.
De voorzitter, de heer Alfred Koss-
mann, begon de avond met ieder van de
forumleden de artistieke problemen bij
het Nederlandse toneel naar voren te la
ten brengen. De forumleden betrokken
echter ook andere problemen in hun ant
woord en niet in het minst de financiële.
Volgens de heer Gerard Rekers. drama
turg van het Rotterdams toneel, zou het
gemis aan een behoorlijk Nederlands to
neelrepertoire te verhelpen zijn door het
oprichten van scholen, waar men de to
neelschrijftechniek kon aanleren. Ton
Lutz, directeur, regisseur en acteur van
het Rotterdams toneel, vond het talent
voor het toneelschrijven belangrijker
dan de techniek. Shakespeare stoorde
zich immers ook niet aan de klassieke op
vattingen, maar liet de mensen hun fan
tasie gebruiken. Waaraan men zou kun
nen toevoegen dat de mensen nu geen
fantasie meer hebben of hun fantasie
weigeren te gebruiken (gevolg van de
film waar alles mogelijk is, en het de
mensen veel te gemakkelijk wordt ge
maakt), zodat een zekere techniek om
een stuk voor het toneel, waar veel min
der mogelijkheden zijn dan in de film,
geschikt te maken, geen overbodige weel
de zou zijn.
Tevens stelde de heer Lutz het pro
bleem, dat de vier grote Nederlandse ge
zelschappen zowel stedelijke als Rijksge
zelschappen zijn, wegens de subsidie, zo
dat deze gezelschappen dubbele verplich
tingen hebben, dat men verder om aan
de 450 voorstellingen per jaar toe te ko
men. genoodzaakt is te doubleren, d.w.z.
met twee troepen op dezelfde avond op
treden, dat alles om de subsidie.
Caro van Eyck wilde het, wegens het
kleine aantal zeer goede spelers, zoeken
in het samenstellen van minder (mis
schien twee) gezelschappen met de beste
spelers, een verlangen dat volgens de
heer Zalsman, toneelcriticus, wel een vro
me wens zal blijven. Er zijn immers in
aen lande verschillende gezelschappen
nodig om in de behoefte te voorzien.
Na de vele klachten over het gemis aan
goede toneelschrijvers, voelde de toneel-
schrijver Eduard Hoornik zich ongeveer
de „verpersoonlijking van een vacuum".
Hij vond dat er te weinig goede regis
seurs waren en vergeleek de Nederlandse
regisseurs met een Jean Vilar een o.i.
naïeve opmerking, wanneer men bedenkt
dat in Frankrijk, een land met veel meer
spelers en met veel oudere toneeltradi
tie, er slechts één man tot die hoogte is
gekomen.
Samenvattend deelde de heer Koss-
mann, na de rondvraag de problemen in
drie groepen: 1) repertoiremoeilijkhe-
den, 2) problemen rond regisseurs en spe-
Iers en 3) organisatorische moeilijkheden,
een indeling, waarvan na de pauze zou
blijken, dat er geen van de door het pu
bliek gestelde vragen in te passen was.
Van de kant van het publiek kwam o.a.
naar voren de vraag om een toneelweek
waarin de beste spelers van het land en
kele stukken van het oudere repertoire
zouden opvoeren. Hetgeen door de heer
Lutz als onmogelijk van de hand werd
gewezen. Voor één première heeft men
plm. 40 repetities, d.w.z. 6 weken nodig!
Of er enig verschil van opvatting was
tussen publiek en critici? De critici zijn
het onderling lang niet altijd eens. Op
deze vraag is dus moeilijk een antwoord
te geven. Na het behandelen van vragen
over het bezoek van andere gezelschap
pen in de schouwburg vanwaar men
kwam op de zalennood over het uit
breiden van toneelpubliek jeugdkaar-
en een gezelschap zonder subsi
die kan draaien (volgens de zakelijke lei
der van het Rotterdams Toneel is daar
wel kans op. mits de vermakelijksheids-
belasting niet betaald hoeft te worden),
besloot Alfred Kossmann deze forum
avond, die georganiseerd werd door de
Rotterdamse Kunstkring in samenwer
king met de Boekhandel Voorhoeve en
Dietrich.