witte doek James Dean - kleine jongen in grole wereld Humor is lachen in een leeuw.... Britse minister klapte uit het budget BIBBERIGE MISLUKKING MODERNE JEUGD MODERNE STUKKEN WERELD i N 1 RDTER5EPT TONEELFORUM IN ROTTERDAM »dan zijn eeuwige genie dragen wij 'zijn levensgeschiedenis op Als U keelpijn hebfr... Nieuwe dierengedichtjes von Kees Stip in drukinkt VTFRTMG 9 MAART 1957 PAGINA 5 Nooit zal ik de zomeravond vergeten, dat ik de geestigste dichter lijke persiflage leerde kennen, die onze moderne literatuur rijk is. Het was in het bitterst van de oorlog. Een vriend, een door de Duitsers vogelvrij verklaarde dichter, zou voor een groepje getrouwen een illegale lezing houden over een zeer ernstig en gevaarlijk onder werp. Maar deze opgejaagde man had toevallig die dag iets in handen gekregen, dat hem alle zorgen en dreigingen even had doen ver gelen. Hij was er zo enthousiast over, dat hij het moest en zou voorlezen. Het was een persiflage op „Maria Lécinavan Werumeus Buning, zo geestig en knap gedaan, dat het hele ernstige gezelschap van samenzweerdersbinnen een minuut zat te brullen van het lachen. Het gedicht veroorzaakte een spontane, echte uitbarsting van een weldadige, bevrijdende vrolijkheid. En daar ben ik Kees Slip, de dichter van het schone poëem, nog altijd van ganser harte dank baar voor. 85 ct - Vermakelijkheidsbelasting op de bioscopen Itaal ontlaai» Alleen maar een glas champagne" James Stewart bevorderd tot brigadier-generaal VORMING VAN DE SCHOOLJEUGD bfj- Jsvraag voor filmscenario A Denk aan Hongarije Knap en geestig spel Beestachtigheden Hans Roest AMBTENAREN FILMDEN weinig betekenis en is hun waarde twij- Stuk aangepast aan de problemen van de tijd Subsidie aan het Rott. Kamerorkest Hans van Bergen Wereldnieuws J)e (Van onze filmredacteur) Amerikaanse filmacteur James '®to-nn °P 30 september 1955 bij een Je ver e-V?' om het 'even kwam, is door 'egen eniKing van buitenlandse persver- 00rdigers in Hollywood postuum ^»arbi-e?ei1 als de beste acteur van 1956. ae resJ,?e organisatie rekening hield met ?eftoek en van een internationaal on- 'OgestejJj 'n 48 verschillende landen is Na Wf** ae resultaten van dit onderzoek *Teet a niet verder te vragen, als men k'as j a' James Byron Dean, die 24 jaar tiooj] ,°en hij stierf, nog geen jaar na zijn kffdejJ1 Amerika al een legende was ge- 'tvega,?'s loopbaan in Hollywood heeft vee laar geduurd. In die tijd trad hij in aan ln. drie fHms op: „East of Eden' laatWithout a cause" eu „Giant", wel- v«rt0n. e yan de week hier te lande in er Dop"1® is gekomen. Toch verschenen i^ern, ge?.n half iaar na zUn dood m w3 'ydschriften, die uitsluitend lien u"'aren gewijd. In één daarvan kon 4atjje volgende voorwoord aantreffen. o «merkend is voor de manier, waarop Jen r deze op jeugdige leeftijd overle- Ss v Ur werd geschreven: „In zijn *ijn Wlst hij de wereld te beroeren. Aan VensJ^ genie dragen wij zijn le- ?'idscuSP,"'edenis op". De titels van die itn» r"(en luidden: „James Dean Al- oplaag 600.000 exemplaren, derde v?°.0nn ."De Ware James Dean'', oplaag e5n i'euwe druk ter perse „James °ffici i rt terug", oplaag 500.000 „The James Dean Story", oplaag een Watev? grote Amerikaanse grammofoon- «Ois raatschappijen hebben speciale al- ^aari tótgegeven met muziek uit de films, t^ken Dean optrad en deden er enorme "The r?«ee< hoewel een jaar tevoren, toen öaiia(j of James Dean" op de plaat ^agp^'Vgelegd, vrijwel niemand er op elf maanden na zijn dood is de 'e A Dean-mythe door de geëxalteer- f°eÖen £,iitaanse ieu§d in het leven ge- F^elD^Tegelijkertijd begon zijn naam ge- 'ki t>ekend te worden in Europa. De ^rton' 4 of Eden" werd in Engeland toek terwijl hij nog leefde. Het be- darr r,aan de 4ilm was maar iets meer e0k6ii>rm.aal, hetgeen betekende, dat geen ®UiSjp bioscoop was uitverkocht. Toen ^•Ooo ean met zijn Duitse renauto, die .gulden had gekost, langs hoofdweg f5e<j 1 Paso Robles in Californië. Hij e6r hPp een tegenligger in en was dood, ^j.niJ het ziekenhuis bereikte. j« tweede film „Rebel without a cau- SenU^Uis' in Engeland in vertoning "t j, De filmmensen vroegen zich af, n'et verstandig zou zijn, de naam »iu *?ean in kleine letters op de reclame- W te zetten. De algemene regel is tjujpijik, dat als een acteur sterft, het Vm1 daaraan liever niet wordt herin- Toen Valentino 30 jaar geleden Sa en Amerikaanse vrouwen zich et i -n bjkbaar verdrongen, vertoonde \5anta' bezoekers aan zijn films een Pe daling. Toen Jean Harlow in 1937 'Plukte, trokken haar films geen |ngstelling meer. et deze voorbeelden voor ogen keek filmbedrijf toe, hoe de film „Rebel \5°ut a cause het zou doen. In Enge- 'S Waren de resultaten zeer goed. In V«dere landen werden Dean's eerste V„. films na zijn dood vertoond. Het hangend maar luidruchtig, brutaal maar hulpbehoevend. Hij vervolmaakte de kunst om de kleine jongen uit te hangen, die verloren loopt in een grote harde wereld. De bioscoopjeugd zag in hem zichzelf terug. En kort na zijn dood wer den overblijfselen van zijn vernielde auto als souvenirs verkocht tot 250.- per stuk. In de tijdschriften, die te zijner „eer" verschenen, kan men zinnen lezen als: „Hij legde een eenzame weg af, zoekend, steeds zoekend naar iets, dat juist buiten zijn bereik lag" en koppen als: „Jimmy's leven bemint de dood" „Dean leeft voort, niet vergeten en onvergetelijk „De Jimmy, met wie ik een afspraak had. door een vriendin". In augustus van verleden jaar maakte de filmstudio, bij wie James Dean onder contract is geweest, bekend, dat zij een psychiater had verzocht zijn mening te kennen te geven, of deze postume ver ering wel „gezond" was. „Dat", aldus schreef de Britse filmjour nalist David Lewin toen, „kan ik ze wel vertellen: het is helemaal niet gezond, alleen maar onevenwichtig. Er is één ding dat de studio onmiddellijk moet doen: de verzoeken om foto's van Dean. die iedere week bij honderden worden ontvangen, onverbiddelijk weigeren". Niettemin had de Dean-cultus in Enge land verleden jaar september reeds een verontrustende omvang aangenomen. Een fabriek die een langspeelplaat uitbracht van muziek uit de film „East of Eden", verdiende er schatten mee. „We worden", aldus een woordvoerder van de fabriek, „overstelpt met duizenden verzoeken om meer van dergelijke platen van „teen agers", die „voelen, dat ze dichter bij James Dean zijn", wanneer ze die mu ziek horen". In het nuchtere Nederland is het, ge lukkig, niet zover gekomen. En voor de genen, die zich soms zorgen mochten ma ken over de jeugd elders: er is niets, dat zo snel de helden vergeet, die het zelf ten troon heeft verheven, als het grote publiek. 'Vy0NTSM5","S. V»rl< "OM- ÉN KEELHOLTE .Al, g0 Was enorm. r) ^*1* Je 0 2bn vele verklaringen gegeven van 0l'zaak van Deans plotselinge popu- Nl °nder de „teenagers" over vrij- h 'le'e werc'd- De meest aanneme rs «aarvan is deze: James Byron Dean «onchalant en arrogant, onsamen- /'S ^ean nis Jett Rink in „Giant", ®atsfe film, waarin hij optrad. Het Britse bioscoopbedrijf heeft be kend gemaakt, dat verleden jaar 216 bios copen gedwongen waren te sluiten, het hoogste aantal, dat ooit werd geregis treerd. Deze mededeling werd gedaan tijdens een bijeenkomst, die ten doel had een be roep te doen op de Britse regering om de belastingdruk op het bioscoopbedrijf in de begroting voor 1957 te verminderen. De kans, dat de bioscoopexploitanten hun zin krijgen, is overigens vrij groot, want nog onlangs heeft Sir David Eccles, de Britse minister van handel, een ge weldige opschudding verwekt door een geheim van de aanstaande begroting die in april wordt ingediend, te laten uit lekken, of althans de schijn te wekken, zulks te doen, door mede te delen, dat de vermakelijkheidsbelasting op de biosco pen zou worden verlaagd. De sensatie begon, toen Sir David in het lagerhuis een wet besprak die de Britse bioscoopexploitanten een heffing oplegt. Deze heffing, die ten doel heeft de filmproducenten financieel te steunen, moet in het jaar, dat in oktober a.s. be gint, 3.750.000 (ƒ37.500.000) opbrengen. Sir David verklaarde, dat de kanselier van de schatkist hem had gemachtigd te verklaren, dat in de komende begroting rekening zou worden gehouden met deze heffing en met „andere overwegingen", die de exploitanten onder zijn aandacht hadden gebracht. Toen een lagerhuislid hen daarop vroeg, of dus de vermakelijk heidsbelasting zou worden verlaagd, ant woordde Sir David: „Er is geen ander middel". Nu is het prijsgeven van „begrotings geheimen" de ergste zonde, die een Brit se politicus kan begaan. Geen wonder, dat de oppositie het aftreden van Sir Da vid Eccles eiste, ook al ontkende deze in het verdere verloop van het debat met, de meeste klem, dat hij zou hebben ver klaard iets van een verlaging der ver makelijkheidsbelasting af te weten. Het kwam tenslotte zelfs tot een stemming, waarbij degenen, die het heengaan van Sir David eisten, in de minderheid ble ven. Wat intussen niet wegneemt, dat het Britse filmbedrijf thans vast rekent op een aanzienlijke verlaging van de verma kelijkheidsbelasting. Parijzenaars staan er op, om iedereen het verhaal te vertellen van Brigitte Bardot's laatste bezoek aan Londen. Ze beweren, dat ze met haar grote poeze- ogen diep in de ogen keek van de Britse douane-beambte, die kortaf vroeg: „Cog nac, likeuren, sigaretten?". Ui C^erlands Filminstituut te Am- in samenwerking met het dg i Fiim en Jeugd te Den Haag on- wjl Van al^e sch°len voor voort- vid 6ven wiis een Prijsvraag uitge- tljweg] voor het samenstellen indi- VvOor ^lasgewijs van' een scena- I Zi6n een film zoals ze die graag zou- het gemaakt. l'iC'taa eSlement voor de prijsvraag, op ''iluji'istit Verkrijgbaar bij het Nederlands wordem een drietal moee- worden een drietal moge- Vv°°r een dergelijk scenario op- *th 'hgtn es§ewenst zorgt het Nederland VcVtuut —A-i.— - h, voor een mondelinge in- P de scholen, die mee wensen te scenario's zullen worden be ll 17 et1s de FilmweekDen Haag, p?„"~22 juni a.s. wordt gehouden. Nw'ilte 'lSVraag moet men zien als een iSn «6 h)ijdrage tot de „filmische" W? ty6,v?n de schooljeugd, hoewel de Na ««dela «^gesloten, dat één van de fj T e inzendingen zal worden ver- tó eti 11 april a.s. zal het Instituut Jw Age k'i geleSenheid van zijn NAirii estaan een congres houden in 2% vap liSe te Scheveningen. Uitgangs- hgt de besprekingen zal zijn een Al. °cjQ «st'tuut opgesteld rapport over A rip alis van de tweede wereld", '■'tv «di tP m°gelijkheid wordt bespro- tSÜAd aoiT,en tot een filmpedagogie, Av- Vpp .de overtuiging, dat de voort- t"Wsie ~visualisering door de film en o wN/-««ir» /->vi v-r-ir\r\i- in rlr\ mens meer en meer in de stelt om een „tweede leven" Gironummer Ned. Rode Kruis Den Haag 777 Gironummer r.-k. Huisves tingscomité, Den Bosch 34348. Gironummer Nationaal Comité Hulp aan Hongaarse Volk Amsterdam: 999 Toen wisten we nog niet, dat de Schrij ver van „Dieuwertje Diekema" de naam Kees Stip droeg. Mijn vriend had namelijk een getypt afschrift zonder naamaandui ding. Hij wist slechts te vertellen, dat de dichter „een student moest zijn". Later verscheen een clandestiene uitgave, bij een gefingeerde uitgeverij (in werkelijk heid was het Boucher in Den Haag), en daarin stond vermeld dat „Dieuwertje Diekema" werd gedicht door Kees Stip te Kortwijkerbroek. J.W.F. Werumeus Buning, zeer var- maakt, schreef een inleiding tot dit „lied in dertig verzen," waar geen woord Spaans bij is". Al met ai was het een bijzonder geestig boekje, dat van hand tot hand ging en in de donkere laatste maanden van de oorlog heel wat mensen met zijn weldadige humor heeft verkwikt. Kees Stip speelde een geestig en origi neel spel met beelden, woorden en klan ken. Hoe kostelijk duidde hij bijvoorbeeld de woede van de vader zijner heldin aan: Honderd stieren in Dieren doen Dieren tieren en tweehonderd wolven Wolvega, maar geen stier kan zo met z'n vieren tieren als de pa van Dieuwertje Diekema. Natuurlijk vroegen wij ons destijds af in welke richting deze dichter - want dat hij niet slechts een virtuoos imitator, maar een echt 'dichter was, stond voor ons vast - zich zou ontwikkelen. Na de oorlog verschenen er in litteraire maandbladen zowel ernstige gedichten als persiflages - ik herinner me een grandioze variatie op het begin van Vondels „Gijsbrecht". Later kwamen „Vijf variaties op een misverstand", een verhalend gedicht, af wisselend gedaan in de trant van vijf be kende Nederlandse dichters. Maar zijn ei gen „vorm" schijnt Kees Stip tenslotte te hebben gevonden in de korte, rake dieren- gedichtjes, die hij toeschrijft aan Trijntje Fop. Bij L. J. C. Boucher te 's-Gravenhage verscheen als eerste verzameling het hartverovei'ende bundeltje „De dierkun dige dierenoefeningen van Trijntje Fop" geestig geïllustreerd door Bertram. En zojuist werden we verrast met een twee de verzameling, „Beèstachtigheden" ge titeld. Zelfs met deze titel speelt Stip al even: „mogen deze BEESTACHTIGHE DEN u, grimbakken, enkele ogenblikken van bevrijding schenken uit dit BEEST ACHTIG HEDEN". Men leest eerst de gedichtjes geamu seerd, om er bij het herlezen telkens nieuwe ontdekkingen in te doen. De /in- dingrijkheid van Kees Stip is verbluffend; zij is voornaam en origineel en nimmer opdringerig of overdreven. Zij is gecon centreerd en geladen, want achter een schijnbaar louter woordenspel of kunstige woordspeling gaat vaak een diepe gedacn- te schuil. De humor is soms van een do delijke ernst - lachen in een leeuw. Op een spreeuw Een rupsenzamelende spreeuw vloog door het keelgat van een leeuw. „Ik hoop", zo sprak het beest benauwd, dat deze leeuw van rupsen houdt". Leert, kinders, dit van deze spreeuw: I Humor is lachen in een leeuw. Juist in dergelijke korte, geestige for muleringen, geladen van v eel meer „kern" dan men op het eerste oog ver moedt, is Kees Stip bijzonder sterk. Hij geeft er ons een dagelijkse dosis nonsens spot, kritiek en levenswijsheid in. Zes regels slechts heeft hij nodig voor een raak grapje op de IJ-tunnel. Op een teek Een teek werd door een raaf te Rolde voor luie nietsnut uitgescholden. „Daar blijkt wel uit", zo sprak hij grarn, „dat jij nog nooit in Amsterdam de tunnel hebt bekeken, vlerk: Dat is uitsluitend TEKENwerk. En tot slot: in niet meer dan vier re gels een geestig kritiekje op de sensatie zucht in de krantenwereld. Op een spin KEES STIP dagelijkse dosis Een spin vervaardigde als handwerk een olifant van ragfijn kantwerk. Natuurlijk kwam dat in de krant a's: SPIN MAAKT OLIFANT VAN KANT. r»„ j i- I felachtig. De anonieme operateurs hebben De Nederlandse Emigratiedienst heeft de I zich bepaald tot het registreren van al aandacht gevraagd voor een onderneming, die als een experiment op het gebied van de voorlichtingsfilm werd aangekondigd. Daar w(j altijd bijzondere belangstelling voor het nieuwe en experimentele hebben gekoesterd, gingen we niet zonder ver wachting naar de Seinpost in Schevenin gen, waar twee_ films van bovengenoemde dienst zouden worden vertoond. Er werd ons ter inleiding verteld, dat de films: „Wijder horizon" en „Australië" op een niet alledaagse wijze tot stand wa ren gekomen. Enkele ambtenaren van het Emigratiebureau hebben grote dienstrei zen gemaakt en daarbij op enkele plek jes na de gehele wereld bezocht. Op deze kruistochten door de vijf werelddelen hadden ze een 16 mm camera bij zich, waar ze de ene rol kleurenfilm na de an dere doorheen lieten snorren. Uit de vrachten aan rollen kleurenfilm, die uit deze vlijt resulteerden, is door de R.V.D. in samenwerking met Interfilm een mon tage samengesteld, die van een commen taar, wat muziek en begeleidende geluiden is voorzien en die thans aan het publiek wordt voorgezet. Onze indruk is, dat de amateurfilmers het met de kunst van het filmopnemen niet verder hebben gebracht dan de al lereerste stappen op het moeilijke terrein van dit schone ambacht. Noch de keuze van de onderwerpen, noch de visie en instelling van de camera vertoonden enige kwaliteit, die tot voldoening, laat staan bewondering aanleiding gaf. Integendeel, beide films, die resp. 50 minuten en een half uur in beslag nemen, komen niet verder dan een reeks gekleurde plaatjes, opgenomen met bibberig bestuurde ca mera's, waardoor een vermoeiend, onon derbroken trillend beeld ontstond. Geen wonder, dat de samenstellers er niet in geslaagd zijn, ondanks de onmiskenbare toewijding en vindingrijkheid, om van dit kostbare, doch tevens waardeloze mate riaal iets te maken, dat ook maar enigs zins filmieven ademt. Zelfs informatief zijn de langademige plaatjesreeksen van lerlei overbekende toeristische succes nummers als moskeeën, paleizen, monu menten, kleding en exotische wonderen, zonder acht te slaan op het gewone, het leven van alledag, waar de emigrant toch in de eerste plaats mee te maken zal hebben. Waar ze emigranten ten tonele voeren, zijn het doorgaans dezulken, die de honderdduizend hebben gewonnen, de driedubbel geslaagden. Het is prettig dit te vernemen, maar te naïef om er nuch tere geesten mee te overtuigen, zodat we alles bij elkaar van de onderneming niet veel meer kunnen zeggen dan dat deze is mislukt. We willen niet beweren, dat amateurs geen behoorlijke film kunnen maken. Er zijn er genoeg, die zelfs een voortreffelijk werkstuk hébben afgele verd. De ambtenaar-amateurs van deze voorlichtingsfilms zijn echter tekortge schoten, zowel in hun werk als in het in zicht aan eigen kunde. Dat had hen name lijk van de onderneming moeten weer houden. Ph. We beweren niets nieuws met. te zeggen, dat tie jeugd van tegenwoordig heel anders is dan de jeugd van twintig dertig jaar geleden. We horen liet bijna dagelijks beweren als HET probleem van deze tijd. En liet is bovendien nog waar ook! De jeugd IS anders. Niet in dien zin, zoals men dat altijd beweerd heeft, zoals de ouderen altijd bun wijze hoofd geschud hebben over de lichtzinnigheid van de moderne ieu"d, maar WERKELIJK, WERKELIJK ANDERS! Lichtzinniger? Dat geloof ik niet. Maar juist integendeel. Maar voor de ouderen kan het in vele gevallen dikwijls op lichtzinnigheid lijken. Ik voor mij ben van mening, dat de jeugd zich een weg zoekt temidden van de chaos. Het grote verschil met de jeugd van nu en de jeugd van vroeger is mijns inziens, dat de jeugd aii nu zich niet meei met een kluitje m het riet laat sturen zoals vroeger. De jeugd van nu denkt zelf na, zoekt zelf, wil zelf aan Jen lijve onder vinden, wil de oude waarheden opnieuw ontdekken, zodat deze voor haar weer nieuw leven krijgen. Dit proces gaat met onevenwichtigheid gepaard, zoals elk ontwikkelings- en groeiproces met onevenwichtigheid gepaard gaat. Maar tenslotte zal het op winst uitdraaien. Grote winst. BRIGITTE BARDOT alleen maar een glas champagne alstublieft „Merci, monsieur", antwoordde zij, „al leen maar een glas champagne, alstu- 1 blieft". James Stewart, kolonel in de Ameri kaanse reserve-luchtmacht, heeft promo tie gemaakt. Hij is door president Eisen hower benoemd tot brigadier-generaal. Tot slot nog een lesje in modern Ame rikaans. „Variety", het weekblad van de show business, had onlangs de volgende kop: „Dixie nix on race-mix film". Vertaling: De bioscopen in de zuidelijke staten weigeren „Edge of the City" te vertonen, een nieuwe film over de ras sendiscriminatie. De jeugd van tegenwoordig dus laat zich niet meer met een kluitje in het riet stu ren zoals vroeger en daarom wil het ook geen stukken meer, die haar niets te zeg gen hebben.. Zie maar eens om u heen naar wat er gespeeld wordt. Het zijn merendeels ernstige stukken. Toneelstukken, waarin een probleem aan de orde wordt ge steld, waarin conflicten worden opge bouwd rondom werkelijk bestaande men sen. Als men mij echter vraagt, of het reper toire van heden aangepast is aan de strijd die de jeugd doormaakt, dan moet ik zeg gen: neen. De jeugd speelt graag, vult graag haar vrije tijd op serieuze wijze en daarom neemt ze van het hedendaagse repertoire, wat haar het meest bevalt. Maar echt in de behoefte van de jeugd voorzien doet het hedendaagse repertoire mijns inziens niet. De jeugd wil geconfronteerd worden met de problemen, waarmee zij zelf wor stelt. De jeugd is zoekende. Het stuk moet haar daarin tegemoet komen. De schrijver moet met haar mee zoeken. Temidden van de chaos de weg trachten te vinden Niet autoritair de weg wijzen, maar trach-niet meer aan ten te vinden. De oude waarheden zullen alle dezelfde blijven. Deze zijn het ook niet, die de jeugd omver wil gooien, maar de jeugd zoekt naar een nieuwe vorm, waarin deze oude waarheden haar beter zullen aan spreken, waarin deze waarheden weer nieuw leven voor haar zullen krijgen. Het is als het zoeken naar een nieuwe stijl, naar een nieuwe lijst. De oude vormgeving spreekt haar niet meer aan. En deze stijl wil zij niet van boven af gedecreteerd krijgen, maar er zelf één scheppen. Vroeger luisterde de jeugd naar de oude ren. Niet dat zij dat nu niet meer wil, eenieder, die haar werkelijk nog iets te zeggen heeft, zal zij gewillig gehoor ver lenen. De jeugd hunkert er naar, om iets te horen, maar dan moet men haar ook werkelijk iets te zeggen hebben en dit op een bescheiden wijze doen. De jeugd wil onmiddellijk meedenken, mee-rede- neren, zelf tot de conclusie geraken. Het toneel zou op dit gebied een grote taak kunnen vervullen. Maar dan moet het ook mensen van de tegenwoordige tijd op de planken zetten. Reële mensen met problemen, waartegen de jeugd iedere dag aanbotst. Aan brave Hendrikken, die alles braaf slikken, heeft de jeugd niemendal. Daar om spreken haar ook de oude stukken Wat zegt de jeugd van tegenwoordig bij voorbeeld van 'n stuk, dat wij vorige week besproken hebben. Een moeder, die niet meer geloven kan met een dochter die vurig katholiek is. Een pracht conflict, waar de jeugd oren naar zou hebben, als het modern was uitgewerkt. Als dit conflict reëel op de planken was gezet. Want de jeugd kan daar in komen in zo n moeder, die haar geloof verloren heeft. De jeugd wordt omringd met men sen (met ouderen) die hun geloof over boord gegooid hebben en met nog veel meer ouderen, wie het geloof niets meer te zeggen heeft. Een dergelijk conflict heeft dus onmiddellijk haar belangstelling want vooral op dit gebied is de jeugd zoekende naar een nieuwe stijl. Maar in het gegeven stuk worden alleen maar fei ten tegenover elkaar gesteld. De moe der dwingt haar dochter tot een huwelijk met een niet-katholiek. De dochter wei gert alleen maar. En de moeder wordt tot inkeer gebracht door een ongeluk, dat haar dochter overkomt als een straf van God. Maar zo gebeurt het in de werke lijkheid nooit. Aan dergelijke stukken heb ben wij dan ook niets. In de werkelijkheid grijpt God zelden zo zichtbaar in met straffen. Integendeel, wij zien het de afvalligen heel dikwijls voor de wind gaan. Daarom hadden wij zc graag gezien, dat de moeder in dat stuk door andere motieven tot inkeer ge bracht was. Door motieven, waardoor wij ook anderen tot inkeer zouden kunnen brengen of minstens zelf sterker komen te staan in ons geloof. Wij hadden graag een strijd gezien tus sen een reële dochter (desnoods met flink veel haar op de tanden) en een reële moe der. Een strijd tussen een dochter, zoals wij er één zouden kunnen zijn, niet te zeker van onszelf, niet te braaf, niet te onderdanig, zelf overladen met duizenden moeilijkheden en problemen en.een moe der, die wij ook kunnen volgen in haar strijd tussen geloof en ongeloof. Een dergelijk spel zou ons aanspreken en spreekt ook de jeugd aan. Dergelijke spelen zijn voor de jeugd ook de moeite van het spelen waard. B. en W. van Rotterdam komen thans met een voorstel aan de raad om het subsidie van $0.000 aan het Rotterdams Kamer Orkest voor het seizoen 1956-1957 op de begroting te regelen. De raad stel de zich in principe voor het verlenen van ten hoogste dit bedrag bereid na een mo tie-De Kwaadsteniet. In hun toelichting delen B. en W. me de, dat overleg tussen het bestuur van de stichting „Rotterdams Kamerorkest" en degenen, die zich bereid hebben ver klaard de taak van dit bestuur over te nemen, ertoe heeft geleid, dat bedoeld bestuur zich heeft teruggetrokken en voorts, dat er een „Nieuwe Stichting Rot terdams Kamerorkest" in het leven is ge roepen met dezelfde doelstelling als de oude stichting. Het orkestpersoneel is in dienst van de nieuwe stichting overge gaan. Aan deze oplossing is de voorkeur gegeven boven handhaving van de oude stichting met een nieuw bestuur om de oude en de nieuwe exploitatie scherp van elkaar te kunnen scheiden. B. en W. tekenen aan, dat een sluiten de rekening h.i. slechts is te verkrijgen, wanneer de Nieuwe Stichting Rotterdams Kamerorkest erin slaagt ruime bijdragen van particulieren te verwerven. Van B. en W. is geen voorstel te verwachten om een eventueel tekort ook nog voor re kening van de gemeente te nemen. Naast dit voorstel heeft de raad van Rotterdam nog een voorstel van B. en W. bereikt om het krediet voor uitbe taling van de salarissen voor de leden van het Rotterdams Kamerorkest met 2.435.— te versterken en mitsdien te brengen op 17.435.—. „Boven de wolken, onder de gol ven" door Augurte Piccard Uitg. H. Nelissen, Bilthoven en 't Groeit, Antwerpen. Alhoewel het li":t, alsof in deze geme chaniseerde en gemotoriseerde, straks op atoomenergie draaiende wereld alle avon tuur en romantiek ten onder dreigt te gaan, tonen telkens bijzondere figuren met exclusieve geesten overduidelijk aan dat de menselijke energie en de druf der mensen, alsmede hun ondernemings geest, als het ware nieuwe werelden ver overen. We bedoelen hiermede niet eens de verkenning van het l.Delal, alhoewel deze allengs een groot avontuur in da his- t-rie v:n onze aardbol lijkt te worden. Een man als de Belgische professor Au- guste Piccard, ofschoon geleerde kon, terwijl onze globe tot in verre uithoeken verkend werd en de laatste witte plek ken op de landkaarten weggewerkt wer den, voor onze avontuurlijke geest nieuwe terreinen ontsluiten, waarin hij naar hartelust rondzwerven kan. Auguste Pi.card behoort tot de weten- schanoelijke onderzoekers, die de moed hebben, hun soms gewaagde theorieën met eigen leven- evaar te willen beves tigen. Hij ging met door hem zelf ver- vrrrdigde ballons de stratosfeer in, dook en duikt met volgens zijn ontwerp ge bouwde bathyscafen in de diepzee. Dat prof. Piccard een geleerde is, die ook belangstelling heeft voor hetgeen buiten het gebied van zijn werkzaamheid ligt, bewijst dit keurig uitgegeven, fraai geïl lustreerde en door drs. A. C. Niemeijer goed vertaalde boek, waarin hij een breedvoerig overzicht geeft van zijn we tenschappelijke werk in deszelfs diverse aspecten. Het bevat hoofdstukken, die fiet nodi ge vergen van de technische intuïtie van de lezer, maar tevens boeiend geschre ven beschrüvingen op natuurhistorisch gebied. Een hoofdstuk als dat, geti teld „Wrt de dolfijn ons vertelde" is ty perend voor het geheel, vooral omdat het de technicus uit zijn hoek doet komen. Wij kunnen dit boek eenieder aanbeve len, die eens in de verbeelding op avon tuur uit wil gaan. Tegelijkertijd maakt hij zo niet wereldschokkende, dan toch bij zonder interessante avonturen mede. Hij wordt ingeleid in een wereld, welke die van Jules Verne evenaart. Niet ten on rechte wordt Auguste Piccard weieens met de grote roman,chr"vc vergeleken. Hij trad echter uit het riik der verbeel ding de werkelijkheid binnen. „Het lek gestopt", door F. Kui pers, Uitg. Taylor, Nijmegen. „Het lek gestopt" is een, voor het on derwerp vrij omvangrijke, studie van ar tikel 7, lid 2 van de Inkomstenbelasting. Daar dit artikel in de praktijk veel moei lijkheden blijkt te bieden, zal het onder havige werk zeker verhelderend kunnen werken. De uiteenzettingen zullen voorts ook op andere gebieden van de Inkom stenbelasting een beter inzicht kunnen ge ven. Van de meer algemene vragen noe men wij hier: wie de genieter is van in komen uit onderneming en arbeid, uit vermogen en periode uitkeringen en wat de betekenis is van artikel 2. Uiteraard komen tér sprake de afgron- 'ng tussen overdrachts- en liquidatiewinst enerzijds en winst ex, art. 7 lid 2 anderzijds, de fiscale consequenties van diverse bedin gen in firmocontracten en de toepassing van de vrijstelling van art. 20, lid 3. De tekst is verdeeld in „grote" en „kleine" U ,ers, welke verdeling zodanig is doorgevoerd, dat zij die zich eerst in grote lijnen op de hoogte wensen te stel len, kunnen volstaan met de „grote" letter door te nemen. „Aan de Rode Donau" door Ja nos Igazy Uitg. Moussault, Bussum. Beter tijdstip om met deze r-ublikatie te komen had moeilijk gevonden kunnen worden. Wie uit de mond van een intel lectuele vluchteling de ware tragiek wil bestuderen, vindt hier wat hij zoekt. Het is tenslotte geen literair produkt maar een brok contemporaine geschiedenis op getekend uit de mond van een vluchte ling, die het proces der communistische dictatuur in ai haar facetten aan den lijve meemaakte. Het verhaal begint in 1945, tekent zeer levendig de langzaam _maar zeker wer kende knoet, brengt de' ondragelijk wor dende toestand der onderdrukking, roof deportatie, geloofsvervolging en onderling wantrouwen op aangrijpende wijze in beeld, maar geeft tevens een hartverkwik kende tekening van het groeiend verzet, en de soms vindingrijk geestige denigra- tie van het systeem. Inderdaad deze strijd was niet voorbereid maar leefde reeds jaren in potentie in aller harten en wacht te slechts op een teken. De dagen rond Allerzielen worden wel het levendigst beschreven, men beleeft de strijd. men doorvoelt de haat van dit zwaargetroffen en geprikkelde volk. men ziet de jeugd vechten met ware doodsver achting, men gruwt van zoveel mensen- moord en vertrapping van mensenrechten De resultaten beleeft men in de opgeprop- te ziekenhuizen, en men wordt stil bij zulk eeü, ™oe|J. zulk een geloof en zulk een vrr leidsdrang. Wie dit boek gelezen heeft zal zeker nog meer dit arme maar krach- tige volk willen blijven helpen. Het Toneelcentrum, dat donderdag in de zaai van „De Lantaren" werd gehouden heeft vele problemen rond het Neder landse toneel aan de orde gesteld. Dat men op deze avond niet tot oplossing van een of meer van de problemen zou ko men was wel te voorzien. Desondanks kan men de avond niet ongeslaagd noe inen, omdat de problemen, min of meer volledig en min of meer duidelijk gesteld, te berde werden gebracht, en zo mogeljjk ingedeeld in een bepaalde categorie, en omdat er verschillende, al dan niet uit voerbare suggesties en voorstellen, zowel van de kant van het forum als uit de zaal, los kwamen, die de huidige moei lijkheden zouden moeten oplossen. De voorzitter, de heer Alfred Koss- mann, begon de avond met ieder van de forumleden de artistieke problemen bij het Nederlandse toneel naar voren te la ten brengen. De forumleden betrokken echter ook andere problemen in hun ant woord en niet in het minst de financiële. Volgens de heer Gerard Rekers. drama turg van het Rotterdams toneel, zou het gemis aan een behoorlijk Nederlands to neelrepertoire te verhelpen zijn door het oprichten van scholen, waar men de to neelschrijftechniek kon aanleren. Ton Lutz, directeur, regisseur en acteur van het Rotterdams toneel, vond het talent voor het toneelschrijven belangrijker dan de techniek. Shakespeare stoorde zich immers ook niet aan de klassieke op vattingen, maar liet de mensen hun fan tasie gebruiken. Waaraan men zou kun nen toevoegen dat de mensen nu geen fantasie meer hebben of hun fantasie weigeren te gebruiken (gevolg van de film waar alles mogelijk is, en het de mensen veel te gemakkelijk wordt ge maakt), zodat een zekere techniek om een stuk voor het toneel, waar veel min der mogelijkheden zijn dan in de film, geschikt te maken, geen overbodige weel de zou zijn. Tevens stelde de heer Lutz het pro bleem, dat de vier grote Nederlandse ge zelschappen zowel stedelijke als Rijksge zelschappen zijn, wegens de subsidie, zo dat deze gezelschappen dubbele verplich tingen hebben, dat men verder om aan de 450 voorstellingen per jaar toe te ko men. genoodzaakt is te doubleren, d.w.z. met twee troepen op dezelfde avond op treden, dat alles om de subsidie. Caro van Eyck wilde het, wegens het kleine aantal zeer goede spelers, zoeken in het samenstellen van minder (mis schien twee) gezelschappen met de beste spelers, een verlangen dat volgens de heer Zalsman, toneelcriticus, wel een vro me wens zal blijven. Er zijn immers in aen lande verschillende gezelschappen nodig om in de behoefte te voorzien. Na de vele klachten over het gemis aan goede toneelschrijvers, voelde de toneel- schrijver Eduard Hoornik zich ongeveer de „verpersoonlijking van een vacuum". Hij vond dat er te weinig goede regis seurs waren en vergeleek de Nederlandse regisseurs met een Jean Vilar een o.i. naïeve opmerking, wanneer men bedenkt dat in Frankrijk, een land met veel meer spelers en met veel oudere toneeltradi tie, er slechts één man tot die hoogte is gekomen. Samenvattend deelde de heer Koss- mann, na de rondvraag de problemen in drie groepen: 1) repertoiremoeilijkhe- den, 2) problemen rond regisseurs en spe- Iers en 3) organisatorische moeilijkheden, een indeling, waarvan na de pauze zou blijken, dat er geen van de door het pu bliek gestelde vragen in te passen was. Van de kant van het publiek kwam o.a. naar voren de vraag om een toneelweek waarin de beste spelers van het land en kele stukken van het oudere repertoire zouden opvoeren. Hetgeen door de heer Lutz als onmogelijk van de hand werd gewezen. Voor één première heeft men plm. 40 repetities, d.w.z. 6 weken nodig! Of er enig verschil van opvatting was tussen publiek en critici? De critici zijn het onderling lang niet altijd eens. Op deze vraag is dus moeilijk een antwoord te geven. Na het behandelen van vragen over het bezoek van andere gezelschap pen in de schouwburg vanwaar men kwam op de zalennood over het uit breiden van toneelpubliek jeugdkaar- en een gezelschap zonder subsi die kan draaien (volgens de zakelijke lei der van het Rotterdams Toneel is daar wel kans op. mits de vermakelijksheids- belasting niet betaald hoeft te worden), besloot Alfred Kossmann deze forum avond, die georganiseerd werd door de Rotterdamse Kunstkring in samenwer king met de Boekhandel Voorhoeve en Dietrich.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 5