EEN NIEUWE GEMEENSCHAP SATAN, weg De pastoor preekt vanaf een gymtoestel Instuif reacties ROCK AND ROLL PEINS Wat heb ik daar nu mee te maken? Geen stijl oi'tf f A t I&5L1JL 8 I U®J m 4 er eens ZATERDAG 9 MAART 1957 Rond de koffie op de flat van pastoor Dijsselbloem ont moeten we de heer J. C. v. d. Meer, de voorzitter van de parochieraad, met mevr. Tweehuizenten Berge, de secretaresse en een lid van het kerkbestuur drs. A. F. N. Verschuuren, plus de pastoor natuurlijk. ;fk k H W&Wk «Ui W H iwftl If ük if Mz H W N- Het is zondagmorgen. Om 10 uur is er een Mis in het gymnastiek lokaal van een gemeentelijke technische school in Voorburg. Dat is de samenkomst van een parochiegemeenschap in oprich ting. We zorgen om half 10 in de wijk te zijn en rijden langs almaar nieuwe blokken, in aanbouw, glasdicht of kersvers betrokken door jonge gezinnen. Nog eens nam de du1^ /el u0ge Hem mee, naar een zeen berg, en liet Hem zien j koninkrijken der were. Vrenii hun heerlijkheid, en zei ii Dit alles zal ik U geverl' U neervalt om mij te bidden. tot HeIïl' Toen sprak Jesus Ga weg, Satan! Pe Er staat geschreven: Heer uw God zult gij aan n", den en Hem alleen dien^ Toen ging de duivel Hem jweg. MATTHEWS lste zondag^ van de Hoe zal dat morgen zijn? Bij eengekomen in onze kerk zullen wij gaan staan na voorlezing van het epistel en dan zullen we ho ren, dat „het evangelie is volgens de H. Mattheus, vierde hoofdstuk, vierde tot en met elfde vers. Zul len we luisteren? Wat zal er in ons hoofd omgaan? „In die tijd werd Jezus door de Geest naar de woestijn gevoerd om door de duivel bekoord te worden. En na 40 dagen en 40 nachten gevast te hebben, gevoelde Hij tenslotte honger". f* P' -*'! tt®f; „Ik heb gehoord dat de paro chiestructuur hier zo interessant is opgebouwd." De voorzitter van de parochie raad is het meest aan het woord onder het stoppen van en het trekken aan zijn pijp. „We hebben hier een parochie raad ingesteld die pastoor en kerkbestuur adviseert in aange legenheden betreffende het pa rochiële leven. De hoofdgedachte is de Kerk naar het gezin te brengen. En bovendien gaan we uit van de gedachte dat de paro chie van ons allemaal is. De pastoor moet weten wat er in de parochie leeft. Samen moe ten we alles kunnen bepraten en schikken. In ware teamgeest. Priester en leek. Samen met het kerkbestuur moeten we er ook voor zorgen dat de pastoor de handen vrij blijft houden voor zijn pastorale taak. Hij moet niet onder behoeven te gaan in alle mogelijke zakelijke aangelegen heden die vooral in een nieuwe parochie omvangrijk zijn." „En vindt de pastoor dat alle maal goed?" „Die vindt dat best!" „U heeft zoveel gezegd. Mogen we vragen hoe u dat contact Kerk-gezin denkt te verwezen lijken?" „De parochieraad bestaat uit echtparen, een doorsnede uit de gezinnen van de parochie. Geen uit 't gezin gehaalde verenigings mensen, eenlingen dus. Ook geen vertegenwoordigers van alle mo gelijke organisaties, maar zomaar goede geschikte vaders en moe ders. Eventueel aangevuld met een paar vrijgezellen." „Een goed voorbeeld van die verhouding Kerk-gezin is bij voorbeeld de eerste communie viering. Wij voelen niet voor een door de school georganiseerde massa-eerste-communie. In de vasten krijgen alle ouders de gelegenheid met de pastoor indi vidueel af te spreken welke dag hun het meeste schikt. Het mag ook door de week. Het zal er op neerkomen dat we in 'n half jaar elke zondag een groepje samen stellen. De kinderen gaan dan met vader en moeder voor het eerst te communie." „En hoe doet u dat dan met de voorbereiding?" „Daar is de juffrouw op school na Pasen mee klaar. In feite is die voorbereiding niet zo moei lijk en ingewikkeld. De meeste tijd wordt toch gebruikt voor alle mogelijke liedjes en regelingen met of zonder belletjes en al dat gedoe. Wij vinden het belangrijker dat een vader die vaart erbij kan zijn of een moeder die wachten wil tot na een bevalling. Bovendien kan de pastoor dan een bezoek brengen zonder dat het een tijd rit wordt tegen het horloge." „En wat doet eigenlijk het kerkbestuur?" „Dat is een bestuurlijk college van specialisten. Zij leiden de kerkfabriek. Er zitten een jurist in, een econoom, een ingenieur en een onderwijsdeskundige." Het is bijvoorbeeld zo, dat het kerkbestuur de besomming maakt. De parochieraad neemt het dan op zich voor dat geld te zorgen. Wij denken aan een kerkbijdrage, per gezin, per jaar." „We begrijpen het zo wel. De pastoor werkt met twee colleges. Het ene is zakelijk, het andere adviseert in alle parochiezaken. De teamgeest is het belangrijkste. Het is echt een samen-werken". Vol lof en dankbaarheid is het gezelschap voor mgr. Jansen die met zijn gezag achter deze op bouw staat. Iedereen hoopt vurig dat het de uitvoerders gegeven zal zijn, naar zijn inzicht een pa rochie te bouwen die een ware gemeenschap zal zijn. We hebben nog lang gepraat. O.a. over de scholen. Dat worden coëducatiescholen, die men graag wil zien verrijzen verspreid in de parochie. De Kerk naar het gezin en de school naar het kind. Dat is het devies. Het is vurig te hopen dat ons land overdekt moge worden met dergelijke kleine parochies. De parochieherder deelt soep uit aan de bouwers van zijn nieuwe kerk. Aan de mensen valt het verschil op met een oude wijk. Daar zijn de gor dijnen nog gesloten en afgezien daar van is er veel minder vensterruimte om naar binnen te kijken. Moderne woningen hebben glazen wanden en het afsluiten ligt de moderne mens niet meer zo als vroeger. Voor jonge mensen met kleine kin deren is het vroeg dag. Je ziet kleu ters in de kinderstoel zitten. Overal wordt al ontbeten. De kerkgangers die op straat komen steken dwars de straat over en de bouwgronden. De wereld is hier nog in wording. Over een paar jaar zal het ook hier vol staan met verkeersborden en de straten versierd met zebra's. In de gymnastiekzaal zijn de klap stoeltjes uitgevouwen. Een portable altaar is opgericht en er is een kruis opgehangen. De pastoor preekt vanaf een gymtoestel dat we ons herinne ren als bok of paard. Er wordt alleen onder de consecratie geknield. Dan schuiven de stoeltjes over de vloer. Wie langs de kant zit kan een beetje steun vinden aan de klimrekken. Jong en fris De sfeer is jong en fris. Een ge meenschap in opbouw.. De gewenning is er nog niet. Men kijkt vooruit. Via een noodkerk gaat het opwaarts naar een permanente kerk. Het kleine groepje jonge katholieke gezinnen zal een grote groep worden. Samen wordt er gebouwd aan misschien wel de schoonste gemeenschap van deze wereld: de parochie. Een nederzetting christenen, die samen de H. Geheimen vieren, verbonden met Christus in Zijn Mystiek Lichaam, de Kerk. Het is goed hier in die Mis te zijn. De liturgie kent hier nog geen in sluipsels die ooit gegroeid zijn in oude gemeenschappen. Met de voorzichtig heid voor ogen schrijft men hier op schone leien. De pastoor houdt zijn intrede, ooit zal een schola dan de Intredezang zingen. Hij leest naar het volk toe- Wat meegebeden mag en kan worden, bidden de mensen mee. Eerlijk spelen Vanachter het paard maakt de pas toor ons duidelijk hoe hij het plaat- sengeld wil hebben. Alle volwassenen een kwartje op de le schaal. „En jongelui, eerlijk spe len. Als je naar de bioscoop gaat wil je ook graag volwassen zijn. O.L. Heer vindt het prettig dat je bent als de kinderen maar dat betekent niet dat je mij moet overslaan. Als je graag volwassen wilt zijn dan moet je ook de lasten van de volwassenheid mee willen dragen". De garderobe is van de nieuwste snit. Na de Mis op de pastorie, showt Jan van Rooyen, de eerste misdienaar van de Goede Herder, zijn nieuwe kledij. Een soort pij van gebroken witte stof met een kap. Alles heeft hier de aandacht. Bij alle handelen en ondernemen wordt als het ware opnieuw gedacht. „Zomaar", omdat het nu eenmaal overal zo is, wordt niet gedaan. Iedere bouwsteen van de nieuwe gemeenschap wordt wel overwogen aangebracht. Het is een prachtig werk zoiets te mogen leiden. De pastoor J. Dijssel bloem is er gelukkig mee. Na de Mis belanden we op de pas torie. Dat is een woning in één'van de nieuwe flats. Dagelijks loopt de pastoor nog trots te zijn op zijn eigen huis. Dat zullen alle kapelaans wel doen als ze pastoor geworden zijn. Daar ontmoeten we wat parochianen met wie we praten over wat komen gaat. Een enthousiast gesprek waar van u elders de neerslag vindt. Laat in de middgg rijden we weg. Even nog langs de noodkerk in aan bouw. Vaders en moeders met kinder wagens zijn er ook aan het kijken. „Daar komt de sacristie". „Moet daar het altaar komen?". Het altaar middelpunt van de ge meente in Christus. Wannneer her leeft allerwegen dit gemeenschapsbe sef in onze parochies. In de Goede Herder waar de om standigheden zo gunstig liggen word je geconfronteerd met wat een parochiegemeenschap betekenen kan. HET IS NIET „modern" om over de duivel te spreken. Een predikant, die het over de duivel heeft is „van ouwe stempel". Het is ook niet goed om er over te spreken, in verband met de zenuwachtige tijd, die we hebben; en in verband met de geloofwaardig heid van het evangelie, die er door bedreigd wordt. Dus niet meer over de duivel. Het vervelende is alleen dat Jesus er wel over spreekt. Zelfs verschei dene malen. En in dit evangelie treedt de duivel zelfs heel uitdrukkelijk op met Hem. Er valt niet aan te ont komen. Je kunt moeilijk tegen Chris tus zeggen dat Hij niet meer modern is. Dan kun je even goed het hele evangelie in het museum opbergen. OP EEN GRANDIOOS CARNA VALSFEEST zag ik afgelopen zondag de duivel ronddwarrelen. Twee hoorntjes op z'n voorhoofd, een staart, een vuurrood pak en een pikzwarte mantel. De gezellige Mefisto uit de verhalen. De angstaanjagende figuur uit moraliserende praatjes tegen kin deren, zoals de wolf in het sprookje van Roodkapje en de heks in dat van Hans en Grietje. Ons idee over de duivel is wel erg erfelijk belast. HET KOMT ER OP NEER, als we dat allemaal kunnen vergeten, dat er een kwade, geestelijke macht is, bui ten ons om, die inspeelt op onze zwak heid. Soms is die kwade macht, die persoonlijk is, opgetreden in de ge stalte van een menselijk wezen. (Of dat bij Christus zo geweest is weten we helemaal niet, alle voorstellingen hierover zijn gefantaseerd. Soms trad hij op door iemand te bezitten en hém in een toestand van razernij te brengen (in Christus' tijd gebeurde dit nogal vaak). HET IS WEL MODERN en goed mo dern om te weten dat dit niet meer zo vaak voorkomt. Het is ook modern om de rare voorstellingen van de dui vel, die nog steeds leven, uit de we reld te helpen. Het is helemaal goed modern om in de godsdienstige op voeding van kinderen niet telkens weer het duveltje uit het moraal- doosje te laten springen. Maar het is beslist erg dom om niet meer over de duivel te willen spreken. Je hebt hem dan de grootste troef in handen ge speeld. ER KUNNEN SOMS krachten in je werkzaam zijn, waar je niet tegen op kunt. Zolang we hier zijn heeft de „vorst van de duisternis" nu eenmaal invloed op ons. Het is nu eenmaal zo. Hij heeft soms veel kansen bij ons omdat er soms veel is waar hij op kan inspelen. Je kunt het beroerd vinden, jmaar het is niet anders. Het zou ver schrikkelijk zijn als het er ,zo maar was, zonder meer. Net zo als het ver schrikkelijk zou zijn als er zomaar zonder meer lijden was of zonde. Maar het is er niet zo maar. Christus Van verschillende mij zelfs onbe kende zijde ontving ik het hiernavol gende fragment uit een parochiepraatje dat dezer weken in Sursum Corda van het dekenaat Rotterdam was ver schenen. In de parochie van de H. Pe trus (tevens Schipperskerk) was er een Instuifavond. Een scribent die de avond aan moest kondigen schreef (zonder ondertekening) toen het volgende: Zondag zal de carnavalsstemming wel om de hoek kijken bij onze vierde instuifavond, want ter ere van vas tenavond zal deze bijeenkomst een feestelijk karakter dragen. Dat is dus op drie maart te beginnen om acht uur. Feestneuzen en verkleedpartijen zijn beslist niet nodig, want een uit stekende band en een programma zullen de goede stemming er best in houden. Verdere opmerkingen zijn /overbodig, zij het, dat we dit ene nog zouden willen zeggen. In De Maas bode heeft een zekere F.B. (wie is die Flinke Bink is ons gevraagd!) nare stukjes over de Instuif geschreven. De man weet waarschijnlijk weinig van Instuif af, want hij wekt bij een voudige mensen de indruk, alsof de duivel er rondgaat als een briesende leeuw, zoekend wie hij zal verslinden. Laat de man eens bij ons komen kij ken. Hij kan zich dan stichten aan de prettige en beschaafde manier, waarop de avonden verlopen. Dat houden we toch zo? Ik kan hier echt niet over zwijgen, al hoewel het niet mijn gewoonte is te re ageren op stukken die bewijzen dat men die „nare stukjes" nauwelijks gelezen heeft en helemaal niet begrepen. Of moet ik zeggen waarvoor men de moei te niet heeft genomen ze goed en be grijpend te lezen? Maar het wordt pas erg wanneer scribent schrijft: „De man weet waar schijnlijk weinig van Instuif af". Hoewel ik, na dit gebrekkig lezen en begrijpen geconstateerd te hebben, be sef, dat het voor de scribent moeilijk te vatten is kan ik hem toch de ver zekering geven dat het voor een krant en zijn medewerkers, die zichzelf en hun lezers respecteren, de gewoonte is alvorens te schrijven zich degelijk op de hoogte te stellen van de materie waarover geschreven wordt. Ik weet dus van de Instuif beslist voldoende af. Ik klim niet zomaar in de pen. De eer van de mensen die ik erbij betrek en wier eer ik te respecteren heb, ver biedt mij dat. Indien u goed gelezen had, had u ont dekt dat die Flinke Bink helemaal niet te stichten is aan meer of minder be schaafde feestmanieren. Het ging me daar helemaal niet om. Dat er be schaafde feestmanieren zijn op de In stuiven is door mij nooit ontkend. Ik heb* alleen gezegd, dat dat niet vol doende is en gepleit voor meer, voor hogere waarden die in het Instuifwerk betrokken moeten worden, zodat ieder een en vooral de deelnemers zich wer kelijk, overal en altijd kunnen stichten. Weest u vooral niet ongerust, feest vieren en stichten hebben wat mij be treft niets met elkaar te maken. Die Flinke Bink is overigens heel wat flin ker dan de scribent zelf, want ik ben van mening dat feestneuzen en ver kleedpartijen de beschaafde feestvie ring niet onmogelijk maken. Die angst van u ken ik niet. Maar wat ik tenslotte en bovenal te zeggen heb is dit: een dergelijke manier van publiceren is geen stijl, daaraan stoot zich de beschaving werkelijk en sticht zich niemand. F.B. Daar gaat de eerste paal voor het Godshuis. We zijn niet tegenwoordig geweest bij de televisieuitzending betreffen de de rock en rolljeugd op het Leidseplein te Amsterdam, welke de A. V. R. O. pleegde. Het moet wel heel erg geweest zijn, als zelfs jon ge mensen er hun afkeuring over hebben geuit. Maar wij kunnen er niet aan ont komen dat wij de rock en rollra- zernij met al haar onsmakelijkhe-» den, toch maar zien als een tijdsver schijnsel, dat gedoemd is om te ver dwijnen. Onze tijd maakt een groeicrisis door zoals er misschien nooit een geweest is. Wij wisten al lang dat de wereld rond is, maar eeuwenlang is zij in het bewustzijn van de mensen vlak gebleven. Men gelooft wel niet meer in de oceaan die rond dit platte vlak zou stro men, maar men kon er toch afval len. En het is nog niet lang geleden dat Lindbergh over de Oceaan vloog, maar wij vliegen over de Noordpool. De vliegtuigen doorbreken de ge luidsbarrière. Het geld schijnt geen waarde meer te hebben. Fabrieks arbeiders maken reisjes naar Span je. Het grote gezin krijgt steeds meer het karakter van een zeld zaamheid. Vele moeders zoeken een baan. Het verkeer in de grote ste den neemt gigantische afmetingen aan. Jonge mensen op een Ame rikaanse school vielen een lerares aan en verkrachtten haar. Psycho logen praten er over en gebruiken er geleerde woorden voor. Jonge mensen praten over te weinig par keergelegenheid in de steden. Ou de verworvenheden zijn verdwe nen. Een meisje vertelde in de trein dat wij geen toekomst meer hebben. Het is de jeugd, die in deze tijd blijkbaar het spits moet afbijten, want de crisis is er en het zou kun nen dat deze rock en rolljeugd is aangeraakt door de wanhoop van het existentialisme. Maar ook voor dezen is er redding. Als deze jonge mensen geconfronteerd worden met de grote dingen van het leven, met de liefde en de dood, dan zullen ook zij losraken uit het uneigentliche Dasein. Als wij daar niets van zien, dan mogen wij bedenken, dat God barmhartig is, en dat Hij ook deze jonge mensen niet los laat. Wij weten er allemaal niets van, maar ook deze jonge mensen zijn voor de eeuwig heid geschapen, en hun onwetend heid hoeft zeker niet ten verderve te voeren. IN TE heeft het zelf doorgemaakt. Hij was natuurlijk niet zwak in de bekorin gen. Maar Hij heeft er wel vlak bij willen staan, meevoelend, meelevend met onze bekoringen en Hij heeft verder alle akelige gevolgen er van willen doormaken in Zijn lijden. NOG BELANGRIJKER, vrienden: Hij heeft jou en mij gezegd, dat je niet zo dom moet zijn om te denken dat het er niet is, dat je niet zo eigen wijs moet zijn om te denken dat je dat zelf wel even zult opknappen, dat je niet zo bang moet zijn om te den ken dat je zelf moét doen. Je bent in Hém ontaantastbaar voor het echte kwaad. Als je het Hem in je laat doen krijg .ie diezelfde vanzelfsprekendheid als Hij: „Ik zou het natuurlijk kunnen doen, maar het is niet de moeite waard in vergelijking met dat waar ik voor geroepen ben." HET KAN enorm veel pijn kosten. Maar blijf asjeblieft niet in je eentje worstelen. In Hem kom je overal doorheen. D. C. Gelukkig dat onze vasten is afge schaft. Behalve dan op vrijdag. Toch heeft de vastentijd ergens nog wel een beetje een sombere sfeer.... De priester is al verder gegaan en we vangen de woorden op: „De mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord, dat voortkomt uit de mond van God"De prijzen zijn omhooggegaan. Melk wordt maar zes cent duurder, toch nog genoeg. Zou dat toch weer op een nieuwe loon- ronde uitdraaien? Het leven is moei lijk tegenwoordig. Je moet maar zien, dat je er komt. Wat is nou 450. per maand voor een salaris om een huwelijk te beginnen? En dan die huizen! Ik moet vanmiddag toch nog eens op die relatie af. Het zal wel wetr voor niets zijn. Maar je kunt niet weten! En weer horen we: „en toonde Hem alle koninkrijken der we reld met hun heerlijkheid" Eigenlijk een moeilijk evangelie. Elk jaar hoor je het weer, maar het is vreemd. Christus die bekoord wordt. En dan volgen de afkondigingen. En dan de preek. Dan horen we nu, dat we de duivel kunnen overwinnen door het woord Gods te aanvaarden, door Gods wil te Af"' tC 1 volbrengen en door de Vader -jjeP bidden. Dit heeft Christus ons leren. r d3' Gods woord aanvaarden? is moeilijk. Dat wil zeggen: ge' gt if> nen aandacht bij het luisteren, f/'> jezelf verwerken èn ernaar leVC al deze drie elementen eisen 3 f persoon. We zijn dat niet wend. We vinden het al genoOo fi neer we onszelf met de gewon®. apathie en verveelde onversch»1 in de zondagse mis aanwezig z'e jS p De wil des Heren volbrengen .j js- niet veel eenvoudiger. Zijn éérst het Rijk Gods; éérst de oV® jd' aan Hem, éérst het hongeren sten naar Hem; zijn wil is: eer\. geloof en dan pas de rest. zijn het zó anders gewend! 7' En niet ophouden de Vader 0g®' bidden! Elk gebed is ons een 0(7 5® Iijke krachtsinspanning en <7 d!' perken we ons gebed nog tot he f na&Mi gen om materiële dingen. ook wel een element van aanb1' in, maar het is niet al te sterk, als het niet gegeven wordt da ffi" wij vragen, dan staken we dat sporadisch gebed, En zo zijn we schoorvoetend tentijd binnengegaan. gj De vasten is afgeschaft het. Dat is een vergissing. De 0VeL van vasten wordt aan onszelf gelaten. Het evangelie van der dag wijst ons zeer ernstig en.e ife' zeer geladen naar de enig julS thode. Maar wij zitten zo vol Pr°, e; En het doet ons zo weinig w3' de kerk tot ons gezegd wordt. Ov wat minder aandacht te bested®,1 onze eigen, bloed-eigen probler£jjic^ het goed om week na week te naar het lijden van Christns- eigen „spanningen" zullen zeke aan belangrijkheid inboeten- OPRQ Jong Rotterdam! Hier is een prachtig initiatief waaraan we graag ruimte schenken en waar voor we grote aandacht vragen. Midden in de nieuwe city staat de IJ. Sacramentkapel aan de Eendrachtsstraat. Daar is Christus, tussen het volk permanent aan wezig. Ter eeuwigdurende aanbid ding uitgesteld. Wij hebben in onze kolommen meermalen kritisch ge sproken over wat de 19e eeuw de jonge generatie van nu overle verde. Gij allen getuigt menigmaal zelf van de veranderingen en ver nieuwingen die zich allerwegen aankondigen en die vaak niet zon der strijd met het oude tot stand komen. Maar het is goed te bedenken dat in diezelfde eeuw apostolische naturen een kapel hebben gesticht waar Christus temidden van de gemeenschap is. Zij hebben daar mee bewezen te beseffen van hoe groot gewicht het is in die dyna mische stad waar ieder arbeidt aan zijn materiële welvaart, waar ini tiatief na initiatief van grote al lure door de burgers voor de ont wikkeling van de stad wordt on dernomen, van hoe groot gewicht het is daar Christus bij te betrek ken. Wij, de mensen van nu, dreigden een grote fout te maken. De kapel verouderde, het bezoekersaantal verminderde, broodnodige restau ratie bleef achterwege en wij lie ten Christus met een klein getal zusters alleen. Terwijl wij meenden in vele za ken beter inzicht te hebben gekre gen, vele erfenissen uit voorbije tijd liever kwijt waren dan rijk, dreigden wij een waardevol ini tiatief van nu bijna een eeuw ge leden eveneens de vergetelheid in te zenden. Zouden wij dat doen, we ver dienden ons te schamen. „Blijf bij ons Heer!" is een smeekgeb^^e3 wij, mensen van nu, meer 0 te bidden dan ooit. -n 1»? Hij is bij ons alle dagen, ji® hart van de stad. En de i°.'t ge' we dreigen te maken, zal n maakt worden. „d® De kapel van de Eeuwig^Ger3 Aanbidding wordt gereste en aan de eisen van onze W ^<7 gepast. Van het grootste S nu, is het, dat de mensen va gen in deze streek opnieuw weten te vinden naar de Wie van de jongeren te J® im is bereid een steentle dragen aan de uitvoering di{ restauratieplan? Niet zo zeer is daarbij aan offers in geld, maar van hoofd en hand. De 7 ga®r3' commissie „Restauratie rfanisaJ mentskapel" wil, welke °0g oP' torische moeilijkheden dat levert, de jeugd actief in n betrekken. Er zijn nodig jonge ar eeJ1ig® bij voorkeur schilders er timmerlieden. Hier zijn de zakelijke g®Aen7 Aanmelden: op het Jeugdbureau, Mathenesseri telef. 56204. Erbij opgeven- -W adres, leeftijd, vak en defn(!)'' of middagen of snipperdag je ter beschikking stelt- js3 De vrijwilligers ontvang®. jjU3 spoedig bericht wanneer arbeid aan kunnen vangen' a„ 7 Wie over de betekenis'1 ge®, plan een ogenblik naden W zich gewonnen en wie n ^Êjp redelijk mogelijke wat ka' meldt zich aan.- Christus hoort er bij- ,0 til Laat Hem niet achter in Blijf bij ons Heer, 'n eepeiPe dat de jongeren mee bouwen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 8