EEN NIEUWE
GEMEENSCHAP
SATAN, weg
De pastoor preekt vanaf
een gymtoestel
Instuif reacties
ROCK AND ROLL
PEINS
Wat heb ik daar nu
mee te maken?
Geen stijl
oi'tf
f A
t I&5L1JL 8 I U®J m 4
er eens
ZATERDAG 9 MAART 1957
Rond de koffie op de flat
van pastoor Dijsselbloem ont
moeten we de heer J. C. v. d.
Meer, de voorzitter van de
parochieraad, met mevr.
Tweehuizenten Berge, de
secretaresse en een lid van
het kerkbestuur drs. A. F. N.
Verschuuren, plus de pastoor
natuurlijk.
;fk k H W&Wk «Ui W H iwftl If ük if Mz H
W N-
Het is zondagmorgen. Om 10 uur
is er een Mis in het gymnastiek
lokaal van een gemeentelijke
technische school in Voorburg.
Dat is de samenkomst van een
parochiegemeenschap in oprich
ting. We zorgen om half 10 in de
wijk te zijn en rijden langs almaar
nieuwe blokken, in aanbouw,
glasdicht of kersvers betrokken
door jonge gezinnen.
Nog eens nam de du1^
/el
u0ge
Hem mee, naar een zeen
berg, en liet Hem zien j
koninkrijken der were. Vrenii
hun heerlijkheid, en zei ii
Dit alles zal ik U geverl'
U neervalt om mij te
bidden.
tot HeIïl'
Toen sprak Jesus
Ga weg, Satan!
Pe
Er staat geschreven:
Heer uw God zult gij aan n",
den en Hem alleen dien^
Toen ging de duivel
Hem jweg.
MATTHEWS
lste zondag^
van de
Hoe zal dat morgen zijn? Bij
eengekomen in onze kerk zullen
wij gaan staan na voorlezing van
het epistel en dan zullen we ho
ren, dat „het evangelie is volgens
de H. Mattheus, vierde hoofdstuk,
vierde tot en met elfde vers. Zul
len we luisteren? Wat zal er in
ons hoofd omgaan? „In die tijd
werd Jezus door de Geest naar
de woestijn gevoerd om door de
duivel bekoord te worden. En na
40 dagen en 40 nachten gevast
te hebben, gevoelde Hij tenslotte
honger".
f*
P'
-*'!
tt®f;
„Ik heb gehoord dat de paro
chiestructuur hier zo interessant
is opgebouwd."
De voorzitter van de parochie
raad is het meest aan het woord
onder het stoppen van en het
trekken aan zijn pijp.
„We hebben hier een parochie
raad ingesteld die pastoor en
kerkbestuur adviseert in aange
legenheden betreffende het pa
rochiële leven. De hoofdgedachte
is de Kerk naar het gezin te
brengen. En bovendien gaan we
uit van de gedachte dat de paro
chie van ons allemaal is.
De pastoor moet weten wat er
in de parochie leeft. Samen moe
ten we alles kunnen bepraten en
schikken. In ware teamgeest.
Priester en leek. Samen met het
kerkbestuur moeten we er ook
voor zorgen dat de pastoor de
handen vrij blijft houden voor
zijn pastorale taak. Hij moet niet
onder behoeven te gaan in alle
mogelijke zakelijke aangelegen
heden die vooral in een nieuwe
parochie omvangrijk zijn."
„En vindt de pastoor dat alle
maal goed?"
„Die vindt dat best!"
„U heeft zoveel gezegd. Mogen
we vragen hoe u dat contact
Kerk-gezin denkt te verwezen
lijken?"
„De parochieraad bestaat uit
echtparen, een doorsnede uit de
gezinnen van de parochie. Geen
uit 't gezin gehaalde verenigings
mensen, eenlingen dus. Ook geen
vertegenwoordigers van alle mo
gelijke organisaties, maar zomaar
goede geschikte vaders en moe
ders. Eventueel aangevuld met
een paar vrijgezellen."
„Een goed voorbeeld van die
verhouding Kerk-gezin is bij
voorbeeld de eerste communie
viering. Wij voelen niet voor een
door de school georganiseerde
massa-eerste-communie. In de
vasten krijgen alle ouders de
gelegenheid met de pastoor indi
vidueel af te spreken welke dag
hun het meeste schikt. Het mag
ook door de week. Het zal er op
neerkomen dat we in 'n half jaar
elke zondag een groepje samen
stellen. De kinderen gaan dan
met vader en moeder voor het
eerst te communie."
„En hoe doet u dat dan met de
voorbereiding?"
„Daar is de juffrouw op school
na Pasen mee klaar. In feite is
die voorbereiding niet zo moei
lijk en ingewikkeld. De meeste
tijd wordt toch gebruikt voor alle
mogelijke liedjes en regelingen
met of zonder belletjes en al dat
gedoe.
Wij vinden het belangrijker dat
een vader die vaart erbij kan zijn
of een moeder die wachten wil
tot na een bevalling. Bovendien
kan de pastoor dan een bezoek
brengen zonder dat het een tijd
rit wordt tegen het horloge."
„En wat doet eigenlijk het
kerkbestuur?"
„Dat is een bestuurlijk college
van specialisten. Zij leiden de
kerkfabriek. Er zitten een jurist
in, een econoom, een ingenieur
en een onderwijsdeskundige."
Het is bijvoorbeeld zo, dat het
kerkbestuur de besomming
maakt. De parochieraad neemt
het dan op zich voor dat geld te
zorgen. Wij denken aan een
kerkbijdrage, per gezin, per
jaar."
„We begrijpen het zo wel. De
pastoor werkt met twee colleges.
Het ene is zakelijk, het andere
adviseert in alle parochiezaken.
De teamgeest is het belangrijkste.
Het is echt een samen-werken".
Vol lof en dankbaarheid is het
gezelschap voor mgr. Jansen die
met zijn gezag achter deze op
bouw staat. Iedereen hoopt vurig
dat het de uitvoerders gegeven
zal zijn, naar zijn inzicht een pa
rochie te bouwen die een ware
gemeenschap zal zijn.
We hebben nog lang gepraat.
O.a. over de scholen. Dat worden
coëducatiescholen, die men graag
wil zien verrijzen verspreid in
de parochie.
De Kerk naar het gezin en de
school naar het kind. Dat is het
devies.
Het is vurig te hopen dat ons
land overdekt moge worden met
dergelijke kleine parochies.
De parochieherder deelt soep uit aan de bouwers van zijn nieuwe kerk.
Aan de mensen valt het verschil op
met een oude wijk. Daar zijn de gor
dijnen nog gesloten en afgezien daar
van is er veel minder vensterruimte
om naar binnen te kijken. Moderne
woningen hebben glazen wanden en
het afsluiten ligt de moderne mens
niet meer zo als vroeger.
Voor jonge mensen met kleine kin
deren is het vroeg dag. Je ziet kleu
ters in de kinderstoel zitten. Overal
wordt al ontbeten. De kerkgangers die
op straat komen steken dwars de
straat over en de bouwgronden.
De wereld is hier nog in wording.
Over een paar jaar zal het ook hier
vol staan met verkeersborden en de
straten versierd met zebra's.
In de gymnastiekzaal zijn de klap
stoeltjes uitgevouwen. Een portable
altaar is opgericht en er is een kruis
opgehangen. De pastoor preekt vanaf
een gymtoestel dat we ons herinne
ren als bok of paard. Er wordt alleen
onder de consecratie geknield. Dan
schuiven de stoeltjes over de vloer.
Wie langs de kant zit kan een beetje
steun vinden aan de klimrekken.
Jong en fris
De sfeer is jong en fris. Een ge
meenschap in opbouw.. De gewenning
is er nog niet. Men kijkt vooruit. Via
een noodkerk gaat het opwaarts naar
een permanente kerk. Het kleine
groepje jonge katholieke gezinnen
zal een grote groep worden. Samen
wordt er gebouwd aan misschien wel
de schoonste gemeenschap van deze
wereld: de parochie. Een nederzetting
christenen, die samen de H. Geheimen
vieren, verbonden met Christus in
Zijn Mystiek Lichaam, de Kerk.
Het is goed hier in die Mis te zijn.
De liturgie kent hier nog geen in
sluipsels die ooit gegroeid zijn in oude
gemeenschappen. Met de voorzichtig
heid voor ogen schrijft men hier op
schone leien.
De pastoor houdt zijn intrede, ooit
zal een schola dan de Intredezang
zingen. Hij leest naar het volk toe-
Wat meegebeden mag en kan worden,
bidden de mensen mee.
Eerlijk spelen
Vanachter het paard maakt de pas
toor ons duidelijk hoe hij het plaat-
sengeld wil hebben.
Alle volwassenen een kwartje op
de le schaal. „En jongelui, eerlijk spe
len. Als je naar de bioscoop gaat wil
je ook graag volwassen zijn. O.L. Heer
vindt het prettig dat je bent als de
kinderen maar dat betekent niet dat
je mij moet overslaan. Als je graag
volwassen wilt zijn dan moet je ook
de lasten van de volwassenheid mee
willen dragen".
De garderobe is van de nieuwste
snit. Na de Mis op de pastorie, showt
Jan van Rooyen, de eerste misdienaar
van de Goede Herder, zijn nieuwe
kledij. Een soort pij van gebroken
witte stof met een kap. Alles heeft
hier de aandacht. Bij alle handelen
en ondernemen wordt als het ware
opnieuw gedacht. „Zomaar", omdat
het nu eenmaal overal zo is, wordt
niet gedaan. Iedere bouwsteen van
de nieuwe gemeenschap wordt wel
overwogen aangebracht.
Het is een prachtig werk zoiets te
mogen leiden. De pastoor J. Dijssel
bloem is er gelukkig mee.
Na de Mis belanden we op de pas
torie. Dat is een woning in één'van
de nieuwe flats. Dagelijks loopt de
pastoor nog trots te zijn op zijn eigen
huis. Dat zullen alle kapelaans wel
doen als ze pastoor geworden zijn.
Daar ontmoeten we wat parochianen
met wie we praten over wat komen
gaat. Een enthousiast gesprek waar
van u elders de neerslag vindt.
Laat in de middgg rijden we weg.
Even nog langs de noodkerk in aan
bouw. Vaders en moeders met kinder
wagens zijn er ook aan het kijken.
„Daar komt de sacristie".
„Moet daar het altaar komen?".
Het altaar middelpunt van de ge
meente in Christus. Wannneer her
leeft allerwegen dit gemeenschapsbe
sef in onze parochies.
In de Goede Herder waar de om
standigheden zo gunstig liggen
word je geconfronteerd met wat een
parochiegemeenschap betekenen kan.
HET IS NIET „modern" om over de
duivel te spreken. Een predikant, die
het over de duivel heeft is „van ouwe
stempel". Het is ook niet goed om er
over te spreken, in verband met de
zenuwachtige tijd, die we hebben;
en in verband met de geloofwaardig
heid van het evangelie, die er door
bedreigd wordt.
Dus niet meer over de duivel.
Het vervelende is alleen dat Jesus
er wel over spreekt. Zelfs verschei
dene malen. En in dit evangelie treedt
de duivel zelfs heel uitdrukkelijk op
met Hem. Er valt niet aan te ont
komen. Je kunt moeilijk tegen Chris
tus zeggen dat Hij niet meer modern
is. Dan kun je even goed het hele
evangelie in het museum opbergen.
OP EEN GRANDIOOS CARNA
VALSFEEST zag ik afgelopen zondag
de duivel ronddwarrelen. Twee
hoorntjes op z'n voorhoofd, een staart,
een vuurrood pak en een pikzwarte
mantel. De gezellige Mefisto uit de
verhalen. De angstaanjagende figuur
uit moraliserende praatjes tegen kin
deren, zoals de wolf in het sprookje
van Roodkapje en de heks in dat van
Hans en Grietje. Ons idee over de
duivel is wel erg erfelijk belast.
HET KOMT ER OP NEER, als we
dat allemaal kunnen vergeten, dat er
een kwade, geestelijke macht is, bui
ten ons om, die inspeelt op onze zwak
heid. Soms is die kwade macht, die
persoonlijk is, opgetreden in de ge
stalte van een menselijk wezen. (Of
dat bij Christus zo geweest is weten
we helemaal niet, alle voorstellingen
hierover zijn gefantaseerd. Soms trad
hij op door iemand te bezitten en
hém in een toestand van razernij te
brengen (in Christus' tijd gebeurde
dit nogal vaak).
HET IS WEL MODERN en goed mo
dern om te weten dat dit niet meer
zo vaak voorkomt. Het is ook modern
om de rare voorstellingen van de dui
vel, die nog steeds leven, uit de we
reld te helpen. Het is helemaal goed
modern om in de godsdienstige op
voeding van kinderen niet telkens
weer het duveltje uit het moraal-
doosje te laten springen. Maar het is
beslist erg dom om niet meer over de
duivel te willen spreken. Je hebt hem
dan de grootste troef in handen ge
speeld.
ER KUNNEN SOMS krachten in
je werkzaam zijn, waar je niet tegen
op kunt. Zolang we hier zijn heeft de
„vorst van de duisternis" nu eenmaal
invloed op ons. Het is nu eenmaal zo.
Hij heeft soms veel kansen bij ons
omdat er soms veel is waar hij op kan
inspelen. Je kunt het beroerd vinden,
jmaar het is niet anders. Het zou ver
schrikkelijk zijn als het er ,zo maar
was, zonder meer. Net zo als het ver
schrikkelijk zou zijn als er zomaar
zonder meer lijden was of zonde.
Maar het is er niet zo maar. Christus
Van verschillende mij zelfs onbe
kende zijde ontving ik het hiernavol
gende fragment uit een parochiepraatje
dat dezer weken in Sursum Corda
van het dekenaat Rotterdam was ver
schenen. In de parochie van de H. Pe
trus (tevens Schipperskerk) was er een
Instuifavond. Een scribent die de avond
aan moest kondigen schreef (zonder
ondertekening) toen het volgende:
Zondag zal de carnavalsstemming wel
om de hoek kijken bij onze vierde
instuifavond, want ter ere van vas
tenavond zal deze bijeenkomst een
feestelijk karakter dragen. Dat is dus
op drie maart te beginnen om acht
uur. Feestneuzen en verkleedpartijen
zijn beslist niet nodig, want een uit
stekende band en een programma
zullen de goede stemming er best in
houden. Verdere opmerkingen zijn
/overbodig, zij het, dat we dit ene nog
zouden willen zeggen. In De Maas
bode heeft een zekere F.B. (wie is die
Flinke Bink is ons gevraagd!) nare
stukjes over de Instuif geschreven.
De man weet waarschijnlijk weinig
van Instuif af, want hij wekt bij een
voudige mensen de indruk, alsof de
duivel er rondgaat als een briesende
leeuw, zoekend wie hij zal verslinden.
Laat de man eens bij ons komen kij
ken. Hij kan zich dan stichten aan
de prettige en beschaafde manier,
waarop de avonden verlopen. Dat
houden we toch zo?
Ik kan hier echt niet over zwijgen, al
hoewel het niet mijn gewoonte is te re
ageren op stukken die bewijzen dat men
die „nare stukjes" nauwelijks gelezen
heeft en helemaal niet begrepen. Of
moet ik zeggen waarvoor men de moei
te niet heeft genomen ze goed en be
grijpend te lezen?
Maar het wordt pas erg wanneer
scribent schrijft: „De man weet waar
schijnlijk weinig van Instuif af".
Hoewel ik, na dit gebrekkig lezen en
begrijpen geconstateerd te hebben, be
sef, dat het voor de scribent moeilijk
te vatten is kan ik hem toch de ver
zekering geven dat het voor een krant
en zijn medewerkers, die zichzelf en
hun lezers respecteren, de gewoonte is
alvorens te schrijven zich degelijk op
de hoogte te stellen van de materie
waarover geschreven wordt. Ik weet
dus van de Instuif beslist voldoende af.
Ik klim niet zomaar in de pen. De eer
van de mensen die ik erbij betrek en
wier eer ik te respecteren heb, ver
biedt mij dat.
Indien u goed gelezen had, had u ont
dekt dat die Flinke Bink helemaal niet
te stichten is aan meer of minder be
schaafde feestmanieren. Het ging me
daar helemaal niet om. Dat er be
schaafde feestmanieren zijn op de In
stuiven is door mij nooit ontkend. Ik
heb* alleen gezegd, dat dat niet vol
doende is en gepleit voor meer, voor
hogere waarden die in het Instuifwerk
betrokken moeten worden, zodat ieder
een en vooral de deelnemers zich wer
kelijk, overal en altijd kunnen stichten.
Weest u vooral niet ongerust, feest
vieren en stichten hebben wat mij be
treft niets met elkaar te maken. Die
Flinke Bink is overigens heel wat flin
ker dan de scribent zelf, want ik ben
van mening dat feestneuzen en ver
kleedpartijen de beschaafde feestvie
ring niet onmogelijk maken. Die angst
van u ken ik niet.
Maar wat ik tenslotte en bovenal te
zeggen heb is dit: een dergelijke manier
van publiceren is geen stijl, daaraan
stoot zich de beschaving werkelijk en
sticht zich niemand.
F.B.
Daar gaat de eerste paal voor het Godshuis.
We zijn niet tegenwoordig geweest
bij de televisieuitzending betreffen
de de rock en rolljeugd op het
Leidseplein te Amsterdam, welke de
A. V. R. O. pleegde. Het moet wel
heel erg geweest zijn, als zelfs jon
ge mensen er hun afkeuring over
hebben geuit.
Maar wij kunnen er niet aan ont
komen dat wij de rock en rollra-
zernij met al haar onsmakelijkhe-»
den, toch maar zien als een tijdsver
schijnsel, dat gedoemd is om te ver
dwijnen. Onze tijd maakt een
groeicrisis door zoals er misschien
nooit een geweest is. Wij wisten al
lang dat de wereld rond is, maar
eeuwenlang is zij in het bewustzijn
van de mensen vlak gebleven. Men
gelooft wel niet meer in de oceaan
die rond dit platte vlak zou stro
men, maar men kon er toch afval
len. En het is nog niet lang geleden
dat Lindbergh over de Oceaan vloog,
maar wij vliegen over de Noordpool.
De vliegtuigen doorbreken de ge
luidsbarrière. Het geld schijnt geen
waarde meer te hebben. Fabrieks
arbeiders maken reisjes naar Span
je. Het grote gezin krijgt steeds
meer het karakter van een zeld
zaamheid. Vele moeders zoeken een
baan. Het verkeer in de grote ste
den neemt gigantische afmetingen
aan. Jonge mensen op een Ame
rikaanse school vielen een lerares
aan en verkrachtten haar. Psycho
logen praten er over en gebruiken
er geleerde woorden voor. Jonge
mensen praten over te weinig par
keergelegenheid in de steden. Ou
de verworvenheden zijn verdwe
nen. Een meisje vertelde in de trein
dat wij geen toekomst meer hebben.
Het is de jeugd, die in deze tijd
blijkbaar het spits moet afbijten,
want de crisis is er en het zou kun
nen dat deze rock en rolljeugd is
aangeraakt door de wanhoop van
het existentialisme. Maar ook voor
dezen is er redding. Als deze jonge
mensen geconfronteerd worden met
de grote dingen van het leven, met
de liefde en de dood, dan zullen ook
zij losraken uit het uneigentliche
Dasein. Als wij daar niets van zien,
dan mogen wij bedenken, dat God
barmhartig is, en dat Hij ook deze
jonge mensen niet los laat. Wij weten
er allemaal niets van, maar ook deze
jonge mensen zijn voor de eeuwig
heid geschapen, en hun onwetend
heid hoeft zeker niet ten verderve
te voeren.
IN TE
heeft het zelf doorgemaakt. Hij was
natuurlijk niet zwak in de bekorin
gen. Maar Hij heeft er wel vlak bij
willen staan, meevoelend, meelevend
met onze bekoringen en Hij heeft
verder alle akelige gevolgen er van
willen doormaken in Zijn lijden.
NOG BELANGRIJKER, vrienden:
Hij heeft jou en mij gezegd, dat je
niet zo dom moet zijn om te denken
dat het er niet is, dat je niet zo eigen
wijs moet zijn om te denken dat je
dat zelf wel even zult opknappen, dat
je niet zo bang moet zijn om te den
ken dat je zelf moét doen. Je bent in
Hém ontaantastbaar voor het echte
kwaad.
Als je het Hem in je laat doen krijg
.ie diezelfde vanzelfsprekendheid als
Hij: „Ik zou het natuurlijk kunnen
doen, maar het is niet de moeite
waard in vergelijking met dat waar ik
voor geroepen ben."
HET KAN enorm veel pijn kosten.
Maar blijf asjeblieft niet in je
eentje worstelen. In Hem kom je
overal doorheen.
D. C.
Gelukkig dat onze vasten is afge
schaft. Behalve dan op vrijdag. Toch
heeft de vastentijd ergens nog wel
een beetje een sombere sfeer.... De
priester is al verder gegaan en we
vangen de woorden op: „De mens
leeft niet van brood alleen, maar van
ieder woord, dat voortkomt uit de
mond van God"De prijzen zijn
omhooggegaan. Melk wordt maar zes
cent duurder, toch nog genoeg. Zou
dat toch weer op een nieuwe loon-
ronde uitdraaien? Het leven is moei
lijk tegenwoordig. Je moet maar zien,
dat je er komt. Wat is nou 450.
per maand voor een salaris om een
huwelijk te beginnen? En dan die
huizen! Ik moet vanmiddag toch nog
eens op die relatie af. Het zal wel
wetr voor niets zijn. Maar je kunt
niet weten! En weer horen we: „en
toonde Hem alle koninkrijken der we
reld met hun heerlijkheid"
Eigenlijk een moeilijk evangelie. Elk
jaar hoor je het weer, maar het is
vreemd. Christus die bekoord wordt.
En dan volgen de afkondigingen.
En dan de preek.
Dan horen we nu, dat we de duivel
kunnen overwinnen door het woord
Gods te aanvaarden, door Gods wil te
Af"'
tC 1
volbrengen en door de Vader -jjeP
bidden. Dit heeft Christus ons
leren. r d3'
Gods woord aanvaarden?
is moeilijk. Dat wil zeggen: ge' gt if>
nen aandacht bij het luisteren, f/'>
jezelf verwerken èn ernaar leVC
al deze drie elementen eisen 3 f
persoon. We zijn dat niet
wend. We vinden het al genoOo fi
neer we onszelf met de gewon®.
apathie en verveelde onversch»1
in de zondagse mis aanwezig z'e jS p
De wil des Heren volbrengen .j js-
niet veel eenvoudiger. Zijn
éérst het Rijk Gods; éérst de oV® jd'
aan Hem, éérst het hongeren
sten naar Hem; zijn wil is: eer\.
geloof en dan pas de rest.
zijn het zó anders gewend! 7'
En niet ophouden de Vader 0g®'
bidden! Elk gebed is ons een 0(7 5®
Iijke krachtsinspanning en <7 d!'
perken we ons gebed nog tot he f
na&Mi
gen om materiële dingen.
ook wel een element van aanb1'
in, maar het is niet al te sterk,
als het niet gegeven wordt da ffi"
wij vragen, dan staken we
dat sporadisch gebed,
En zo zijn we schoorvoetend
tentijd binnengegaan. gj
De vasten is afgeschaft
het. Dat is een vergissing. De 0VeL
van vasten wordt aan onszelf
gelaten. Het evangelie van der
dag wijst ons zeer ernstig en.e ife'
zeer geladen naar de enig julS
thode.
Maar wij zitten zo vol Pr°, e;
En het doet ons zo weinig w3'
de kerk tot ons gezegd wordt. Ov
wat minder aandacht te bested®,1
onze eigen, bloed-eigen probler£jjic^
het goed om week na week te
naar het lijden van Christns-
eigen „spanningen" zullen zeke
aan belangrijkheid inboeten-
OPRQ
Jong Rotterdam! Hier is een
prachtig initiatief waaraan we
graag ruimte schenken en waar
voor we grote aandacht vragen.
Midden in de nieuwe city staat
de IJ. Sacramentkapel aan de
Eendrachtsstraat. Daar is Christus,
tussen het volk permanent aan
wezig. Ter eeuwigdurende aanbid
ding uitgesteld. Wij hebben in onze
kolommen meermalen kritisch ge
sproken over wat de 19e eeuw de
jonge generatie van nu overle
verde. Gij allen getuigt menigmaal
zelf van de veranderingen en ver
nieuwingen die zich allerwegen
aankondigen en die vaak niet zon
der strijd met het oude tot stand
komen.
Maar het is goed te bedenken
dat in diezelfde eeuw apostolische
naturen een kapel hebben gesticht
waar Christus temidden van de
gemeenschap is. Zij hebben daar
mee bewezen te beseffen van hoe
groot gewicht het is in die dyna
mische stad waar ieder arbeidt aan
zijn materiële welvaart, waar ini
tiatief na initiatief van grote al
lure door de burgers voor de ont
wikkeling van de stad wordt on
dernomen, van hoe groot gewicht
het is daar Christus bij te betrek
ken.
Wij, de mensen van nu, dreigden
een grote fout te maken. De kapel
verouderde, het bezoekersaantal
verminderde, broodnodige restau
ratie bleef achterwege en wij lie
ten Christus met een klein getal
zusters alleen.
Terwijl wij meenden in vele za
ken beter inzicht te hebben gekre
gen, vele erfenissen uit voorbije
tijd liever kwijt waren dan rijk,
dreigden wij een waardevol ini
tiatief van nu bijna een eeuw ge
leden eveneens de vergetelheid in
te zenden.
Zouden wij dat doen, we ver
dienden ons te schamen. „Blijf bij
ons Heer!" is een smeekgeb^^e3
wij, mensen van nu, meer 0
te bidden dan ooit. -n 1»?
Hij is bij ons alle dagen, ji®
hart van de stad. En de i°.'t ge'
we dreigen te maken, zal n
maakt worden. „d®
De kapel van de Eeuwig^Ger3
Aanbidding wordt gereste
en aan de eisen van onze W ^<7
gepast. Van het grootste S
nu, is het, dat de mensen va
gen in deze streek opnieuw
weten te vinden naar de
Wie van de jongeren te J®
im is bereid een steentle
dragen aan de uitvoering
di{
restauratieplan?
Niet zo zeer is daarbij
aan offers in geld, maar
van hoofd en hand. De 7 ga®r3'
commissie „Restauratie rfanisaJ
mentskapel" wil, welke °0g oP'
torische moeilijkheden dat
levert, de jeugd actief in n
betrekken.
Er zijn nodig jonge ar eeJ1ig®
bij voorkeur schilders er
timmerlieden.
Hier zijn de zakelijke g®Aen7
Aanmelden: op het
Jeugdbureau, Mathenesseri
telef. 56204. Erbij opgeven- -W
adres, leeftijd, vak en defn(!)''
of middagen of snipperdag
je ter beschikking stelt- js3
De vrijwilligers ontvang®. jjU3
spoedig bericht wanneer
arbeid aan kunnen vangen' a„ 7
Wie over de betekenis'1 ge®,
plan een ogenblik naden W
zich gewonnen en wie n ^Êjp
redelijk mogelijke wat ka'
meldt zich aan.-
Christus hoort er bij- ,0 til
Laat Hem niet achter in
Blijf bij ons Heer, 'n eepeiPe
dat de jongeren mee
bouwen.