Hollands Strijkkwartet m.m.v. Alice Hekscli herdacht Pijper Stille tochten avond van 4 in de mei Het sociale probleem Het eeuwige Frankrijk Nieuwe president-curator der r.-k. Universiteit Schilders met mond en voet H B B A vb ll m In gesprek met dr. J. P. Hoefnagels Richtlijnen voor de nationale herdenking Congres van Europese christendemocraten Misselijk geval van liuwelijkszwendel Jac. van Hattum won Marianne Philips- prijs-1957 „Boris Godoenov" als studententoneel VAN HOOFD EN I DINSDAG 19 MAART 1957 PAGINA 3 JU, Cafes en bioscopen DRS. VAN DER BEUGEL IN WASHINGTON Optimistisch na eerste gesprek MELKMACHINE-MOTOR ONTPLOFTE Boerderij ging in vlammen op Vrouw van oplichter was volkomen op de hoogte NAAR AFSCHAFFING AUSTR. INVOERBEPERKINGEN Juj: herdenking van de tiende sterfdag gelden. Wil men in Pijpers ontwikkelings gang caesuren aanbrengen, dan komt het ons voor, dat er zeker vóór deze tweede cello-sonate een gelegd moet worden. Het laatste (onvoltooide) strijkkwartet, waar mede deze avond gesloten werd bezit meer de sensibiliteit van de vroegere werken, maar de creatieve krachten zijn hier minder spontaan. Met bepaalde ste reotiepe wendingen wordt in de melodie vorming ook een zeker kunstmatig ele ment ingevoerd, de meditatieve sfeer wordt hier ook wel wat al te gemakkelijk opgeroepen. Men heeft met deze avond speciaal 'de componist van de kamermuziek willen be lichten, ofschoon daarmede natuurlijk geen volledig beeld van Pijper, die zich ook op symfonisch en vocaal terrein be woog, kon gegeven worden. Afgezien mis schien van de tweede cello-sonate werden hiermede werken onder Je aandacht ge bracht, die zeker belangstelling verdienen (Jo D«.?aar') van de componist Willem Pq- w heeft zich gisteren in de grote steden ►op °ns land als ook voor de beide om- j, ®tl1 met uitvoeringen van werken van e Componist, die in de Nederlandse ïpp^geschiedenis van deze eeuw ee.™ ,r belangrijke plaats inneemt, gemani- n 'eerd, ook al zal het grote publiek zich ijl Seen vast omlijnd "beeld van de mu it» betekenis van deze figuur hebben «ok en vormen- 's n" na ^'en jaar tie ,Voor ingewijden nog moeilijk een oor- bp!; ,over Pijpers vrij omvangrijke re- Ken re te sPrekcn> zeker voor die- bsÜen' die Pijper persoonlijk gekend heb- "ft - j.," en (dus!) onwillekeurig in de ban ge- zÜn van zijn sterke nersoonlijkhcid. laatstgenoemden zullen in hun be- ~«ering voor of in hun aversie tegen U Hens Pijper hun positie tegenover de "stenaar niet gemakkelijk vrij kunnen )niU?en van een bepaalde propositie: het eidend woord, dat Gert van der Steen, u directeur van de Rotterdamse Toon- nst Muziekscholen en waarnemend di- eteur van het Rotterdams Toonkunst "«servatm-ium, gisteravond aan het be- Van het Piiperconcert in de Congres- j??' ie Rotterdam gesoroken heeft, heeft biisschien zijns ondanks, nadrukkelijk *vestigd.' jiPat men op de tiende sterfdag tot een o iPerherdenijking kon overgaan (ook op t vijfde sterfdag werd te Rotterdam s®ds een herdenkingsconcert georgani- Zjp^d) betekent nog niet, dat Pijpers mu- k in het openbare concertleven is in- 5j Voerd. Integendeel, de meeste werken, w hij de Rotterdamse Pijperherdenking tri den uitgevoerd (le vioolsonate, 2e 5»l°, 3e strijkkwartet, 2e cello sonate en tjn siriikkwartet) hoorde men na Pijpers v, °d slechts sporadisch uitvoeren, hetgeen eilicht te wijten is aan de afwijzende j.°Uding van hét concertpubliek maar ze- flui. ?Venzeer aan de onwil van de repro- ijp'itieve toonkunstenaars. Is de beschei- ijh Pijper-renaissance van deze dagen' aJ? 'n eerste instantie te danken aan de etiviteit van leerlingen van Pijper, die v, deze manier uiting wilden geven aan v h Piëteit tegenover hun leermeester, zo het Rotterdamse concert aangetoond, en die ook niet zo moeilijk toegankelijk zijn. Zou deze avond in staat zijn meer interesse zowel bij publiek als bij uit voerende musici te wekken, dan heeft deze herdenking aan haar doel beant woord. Het Holland strijkkwartet bestaande uit Nap. de Klijn, Jaap Schroder, Paul Godwin en Carel van Leeuwen Boomkamp, waar van de eerste violist en de cellist zich nog gewijd hebben aan de uitvoering van de sonates en het trio in samenwerking met de pianiste Alice Heksch hebben met dik wijls gevoelige en begripvolle reproduc ties de warme waardering van het publiek gewonnen. Juist aan het muzikanteske element werd veel aandacht besteed als wilde men met nadruk de opvatting tegen gaan, dat Pijper bovenal een cerebraal componist is. B. G. flat er geen reden is om Pijper louter en >leen ais een reactionair te~ beschouwen. de eerste vioolsonate, die meestal l^ien wordt als de afsluiting van een jJugdperiode en een anticipatie op de Hhende verandering van inzichten als het tet tweede trio en het derde strijkkwar- vertonen een intensieve sensibiliteit, jj® zich minstens evenzeer doet gevoelen s fle geserreerde melodiek, welke in de v. te wisseling van korte motieven een SWeeglijkheid van geest uitdraagt, als in j, hlankverzadigdheid van het gecamou- eerde none-akkoord, dat in déze werken °°gtij viert en dat men wel met de naam stan Pijper-akkoord" heeft aangeduid. De j®rke persoonlijkheid van de componist J®6ft zich hier vrij kunnen maken van j rawinsky en andere invloeden, die toch a deze tijd overal opgang maakten; men ,°rdt hier geconfronteerd met een heel j igen geluid, dat in onze jaren aan actua ®it nog niets heeft ingeboet. De tweede eUo-sonate vertoont bovengenoemde ®hmerken in veel mindere mate, de lange Melodische lijnen bezitten een veel ge- ngere gevoels-mededeelzaamheid, het (Heft er de schijn van dat in dit werk veel Heer het experiment zijn invloed doet !l de kathedraal van Roermond is van- aafl de nieuwe bisschopszetel een Prk, van de edelsmid Leo Brom voor de eerste maal in gebruik genomen. tc, De commissie Nationale Herdenking heeft onder goedkeuring van de minister president de volgende richtlijnen voor de nationale herdenkingsavond op zaterdag 4 mei 1957 vastgesteld: Herdacht zullen worden de militairen van de Nederlandse strijdkrachten, de zeelieden, de verzetsstrijders, de geallieer de militairen, en alle overigen die, waar ook ter wereld in de jaren van de oor log te land, ter zee of in de lucht voor de vrijheid van het koninkrijk zijn gevallen, dan wel als Nederlander of als Neder lands onderdaan ten gevolge van tegen hen gerichte vijandelijke actie zijn omge komen. Van des avonds 6 uur tot zonsondergang zullen van alle openbare gebouwen, parti culiere weningen en vaartuigen de vlag gen halfstok worden gehangen. Om half acht zal een ieder kunnen deel nemen aan een „stille tocht", welke zal aanvangen van een punt, niet verder dan ongeveer 30 minuten verwijderd van die plaats in de gemeente of naburige ge meente, waar Nederlandse militairen, verzetsstrijders of militairen onzer bond genoten in de strijd de dood hebben ge vonden of zijn begraven. Van kwart voor acht af tot 30' seconden vóór acht zullen de klokken van alle ker ken luiden. Te 8 uur precies zal, nadat 30 secqnden tevoren door middel van het voor elke gemeente meest geschikte signaal dit tijd stip is aangekondigd, op de plaatsen der herdenking gedurende twee minuten vol komen stilte in acht worden genomen. Aan de burgerij wordt verzocht, deze plechtige stilte overal en algemeen te be trachten. In overeenstemming met de geest, welke onze gevallen belden, die naamloos stre den, bezielde, zullen geen toespraken wor den gehouden. De weg naar de plaats der plechtigheid zal te voet en in volkomen stilzwijgen zonder vlag of vaandel worden afgelegd. Toegestaan zou kunnen worden het brengen van een eenvoudige hulde door het strooien van bloemen op de plaats der herdenking door de deelnemers Deze „stille tocht" kenne rang noch stand. Alleen de rechtstreekse nabestaan den der gevallenen of de vertegenwoordi gers der bevriende mogendheden zullen een bijzondere plaats aan het hoofd van de stoet kunnen innemen. In aansluiting aan en in overeenstem ming met vorenstaand programma zullen in de kerken of andere gebouwen van elke gemeente herdenkingsbijeenkomsten wor den belegd. Met het oog op het karakter van deze nationale herdenkingsavond is het ge wenst, dat de burgemeesters het daarheen leiden, dat die avond van 6 uur af geen openbare vermakelijkheden wórden gebo den en alle verkooplokaliteiten zijn geslo ten. De drie landelijke werkgeversorganisa tie in het horecabedrijf hebben aan haar leden verzocht van 19.00 tot 21.00 uur vooral het cafébedrijf of de café-afdeling tot de kleinst mogelijke omvang te be perken. Van 19.00 uur af zal de buiten verlichting, zoals neons en lichtbakken, gedoofd moeten zijn en wordt in de in richting geen andere muziek ten gehore gebracht dan die van de officiële Neder landse radioprogramma's. De Nederlandse Bioscoopbond heeft aan haar leden geadviseerd de theaters van 18.00 uur tot 21.00 uur te sluiten en gedu rende die avond zowel tijdens als na dit tijdstip, geen neon- of andere lichtreclame te bezigen. Het hoofdbestuur van de bond vertrouwt dat men in gemeenten, waar de herdenking op andere tijdstippen ge schiedt, daarmee in deze zin rekening zal worden gehouden. K.V.P.-delegatie onder leiding van mr. H. W. van Doorn De Europese Christen Democraten be leggen van 24 tot 27 april te Arezzo in Italië hun elfde internationale congres. Bij de internationale Unie van Christen Democraten (Nouvelles Equipes Interna tionales) zijn ook de Katholieke Volks partij, De Anti-Revolutionaire Partij en de Christelijk Historische Unie aangeslo ten, die alle drie aan het congres zullen deelnemen. De KVP-delegatie zal bestaan uit de heren mr. H. W. van Doorn, voor zitter, dr. K. Hahn, tweede secretaris der KVP, prof B. H. M. Vlekke. dr. W. Schuijt en C. G. A. Cosijn, voorzitter der Jon gerenorganisatie der KVP. De delegatie der Anti-Revolutionaire Partij wordt aan gevoerd door mr. W. P. Berghuis, die der C.H.U. door prof. Van Niftrik. Aan het slot van het congres, dat speciaal gewijd is aan het communisme, zullen de deelne mers door de H. Vader in audiëntie ont vangen, worden. De discussies en besprekingen van het congres groeperen zich rond vijf grote in leidingen. Eerste spreker is de oud premier van België, Paul van Zeeland, met als onderwerp „Enkele leerstellige en politieke lasten, die momenteel op com munistisch Rusland wegen". Prof. S. Gla- ser uit Polen en thans in Zwitserland woonachtig, houdt een inleiding over de „Crisis van het communisme in de sa- tellietlanden". Na prof. Vlekke, die zal spreken over de gevolgen van het com munisme in China, worden nog inleidin gen gehouden door Philippe Farine (Frankrijk) over de „terugslag van de communistische politiek op het Midden- Oosten en Afrika" en over de „gevolgen der crisis van het communisme in de ac tiviteit der communistische partijen in West-Europa". Na daartoe van verschillende zijden uit- geoefenden aandrang deelt het Centraal archief en inlichtingenbureau inzake maatschappelijk hulpbetoon voor Neder land te Amsterdam ons het volgende me de: Door een te Amsterdam gevestigde uit geverij worden geregeld aan particulieren en bedrijven ongevraagd toegezonden ge- illustreerde kalenders en series gekleurde prentbriefkaarten, waarvoor de ontwer pen vervaardigd zijn door een aantal li chamelijk gehandicapten, die met mond of voet schilderen. Verzoch- wordt de zen ding te betalen of *e retourneren: aan koop er van zou bedoelde gehandicapten een bestaan verschaffen. Door vermel ding en afbeelding van de lichame lijke gebreken van de vervaardigers van de illustraties tracht bedoelde firma aan deze ongebruikelijke verkoopactiviteit een liefdadig tintje te geven. Afgezien van het in vele kringen als op dringerig getypeerde karakter van deze verkoopmethode dient het publiek wel te weten, dat de, eveneens gehandicapte, buitenlandse initiatiefnemer van het on derhavige project uitdrukkelijk heeft ver klaard, dat de inmiddels gevormde „Ver- einigung der Mund- und Fussmalende Künstler" waarvan hij voor het leven tot voorzitter is gekozen geen chari tatieve doeleinden nastreeft. doch uit sluitend in het belang van de leden de auteursrechten uitoefent. Voor de ver koop van o.a. de prentbriefkaarten, welke geleverd worden door de hem toebeho rende en in Duitsland gevestigde uitgeve rij, heeft bedoelde initiatiefnemer in ver schillende landen verkoopkantoren (zoals het bovenbedoelde te Amsterdam) opge richt. Hoewel niet ontkend kan worden, dat onder de thans in totaal 17 leden der ver eniging een tweetal gehandicapte perso nen van Nederlandse nationaliteit voor hun bijdragen niet onaanzienlijke hono raria ontvangen, is het tot dusver niet mogelijk gebleken de besteding van de, uit de verkoop ontvangen en naar mag worden aangenomen belangrijke gelds bedragen op enigerlei wijze te controle ren. In welke mate het door het publiek voor het artikel betaalde bedrag inder daad aan de gehandicapten zonder wier medewerking de actie geen zin zou heb ben ten goede komt en welk deel daar van toevalt aan de valide personen, ver bonden aan de verschillende verkoop kantoren, is niet na te gaan. Aangezien gebleken is, dat het publiek zich bij de beoordeling van het verzoek van de Amsterdamse uitgeverij veelal laat leiden door zijn liefdadigheidszin, moet I adspirantkopers, alvorens op de onge- het van belang worden geacht dat de vraagde aanbieding in te gaan, zich wel realiseren, met een commercieel opgezette en geleide onderneming te doen te hebben in plaats van met een liefdadigheidsinstel ling. De Nederlandse staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, drs. E. H. van der Beugel, heeft gisteren te Washington een eerste onderhoud gehad met de Amerikaanse onderminister van Eco nomische Zaken Kalijarvi over de on derhandelingen over een Amerikaans- Nederlands luchtvaartakkoord, die vandaag zijn begonnen. Na het onderhoud, dat bijna drie kwartier duurde, zei de heer Van der Beugel optimistisch te zijn over de uitslag van de komende besprekingen. (Van onze correspondent) Vanmorgen tn de vroegte is de grote boerderij van de familie Ankersmit be woond door de familie Scheperboer in de buurtschap De Moespot te Diepenveen af gebrand. De brand ontstond door de ont ploffing van de motor van een melkma chine. De schoonzoon van de heer Sche perboer, de heer Olthof, werd gewond aan gezicht en handen, maar zag nog kans een snelblusser te grijpen en de brand in de machine te blussen. Ook bracht hij nog 23 koeien en een aantal landbouwwerktuigen in veiligheid. Het vuur had zich echter reeds aan het hooi op de deel meegedeeld. De boerderij ging in vlammen op. De brandweren uit Diepenveen en Deventer namen de blus werkzaamheden ter hand. De heer Olthof, die bovendien een shock had opgelopen, is naar een ziekenhuis te Deventer over gebracht. Een gevangenisstraf van twee jaar eiste de officier van Justitie bij de Zutphense rechtbank tegen de Deventernaar B., die met smoesjes en trouwbeloften een Am sterdams meisje haar hele bezit, namelijk 5.500 had afgezet. „Toen mijn geld op was, werd hij grof", heeft het meisje in kwestie tegenover de politie verklaard. B. had haar beloofd haar te zullen trou wen en kocht zelfs een verlovingsring. Maar toen het geld op was, was het uit met de liefde, zoals de officier van Justitie zei. Tijdens het onderzoek is gebleken, dat de echtgenote van B. van de hele situatie op de hoogte was. Het meisje had de Deventernaar door een lift leren kennen. De officier noemde het optreden van B. meer dan walgelijk. De pleiter van B. meende dat het meisje niet het alleen het slachtoffer van de ver dachte is geworden, maar vooral van zich zelf. Volgens pleiter heeft B. juridisch geen strafbaar feit gepleegd Hij vroeg vrijspraak voor verdachte, die reeds ze ven maanden in voorarrest heeft doorge bracht. De officier kon in zijn repliek de zaak evenwel niet anders zien dan als een klassiek voorbeeld van huwelijks- zwendel. Vandaag op het feest van de H. Jozef reproduceren wij een beeld van de heilige door de kunstenares R. Telkamp. De Australische minister-president heeft medegedeeld dat Australiëë de af- schaffing van de invoerbeperkingen kan char]es B Timmer. Er zullen ongeveer Voor de zevende maal is op 18 maart, de verjaardag van Marianne Philips, de naar haar genoemde prijs uitgereikt, ditmaal aan de in 1910 geboren schrijver Jac. van Hattum. De jury die hem heeft aangewe zen bestond uit prof. N.A. Donkersloot. H. J. Smeding en Jeanne van Schaik Wil ling. De senaat van het Amsterdamsch Studenten Corps zal in verband met de viering van het 65ste universitaire lustrum, Poesjkins „Boris Godoenov ten tonele brengen. De galapremière is vastgesteld op zaterdag 6 juli m de Stadsschouwburg te Amsterdam, een herhaling dinsdag 9 juli in Theater Carré. Elly van Stekelenburg, die te vens de kostuums en decors ontwerpt, voert de regie. De vertaling is van verwachten. Aangaande de mogelijkheid honderd figuren in het stuk optreden, om hiertoe te kunnen overgaan verklaar- RUSiand is het toneelstuk „Boris de^e minister optimisfsche gestemd te opgevoerd. (Van onze sociaal-economische redacteur) BELDEN uit het land van de jeugd... Het voorjaar begon er veel vroeger hier. Op de lange weg van school 'jfaar huis, zag men hoe, zeer vroeg in tet jaar reeds, de dagen langer wer- len. De horizon aan het einde van het 10ijde land werd heel licht, yl-blaww, eb nog een beetje later werden de vel- "e»t weer groen, De kinderen uit de Provincie zijn gevoelig voor het tvisse- ~'h van de seizoenen, die alle hun eigen specifieke charmes hebben, hun eigen Genoegens en spelletjes. Als het voorjaar merkbaar werd be- ®°»t weer het spelen op het plein rond f.® grijze kathedraal. Maar tegen de jid, dat de kastanjes er in bloei ston- keerde ook de rust er weer terug. Pe oude mannetjes zaten er dan op hun "Q-nkert in de zon en soms liep een grij- '~e kanunnik er te brevieren. Met pinksteren was de zomer op zijn v°lst. De vrije donderdagmiddagen Veerden dan dikwijls aan het water 'i°rgebracht. De dagen waren dan zó wig en zó warm, dat men dacht, dat er ?a't de zomer nooit weer een einde sou finnen komen. Over de verlaten wei- anden, aan de oevers van het kleine, yaag-stromende riviertje, trilde de ?te lucht, en geen mens vertoonde *lch buiten. j *n de zomer veranderde ook de aan- r'ifc van de straten. Onder de bomen n de tuin'van het „Café du Sport" be- f °nnen de mannen 's morgens heel °eg al hun „pétanque", die slechts ."■derbroken werd voor het copieuze dé- ,uner. Het was verleidelijk om er éfiorgens op weg naar de Mis lang te lliven staan en de kogels aan te dra- •ven voor de mannen, doch zonder de "■gelwitte kerk-handschoenen vuil te laken later kwam het najaar Hoge ton- igens bolderen dan over de smalle ®eflen op het land, grote witte en blau- e wolken drijven hoog over de velden aar de druiven geoogst voorden. Er i~dt veel gezongen, vaak door de j,.®eWde arbeiders, die in dit seizoen lt Italië komen en soms ook uit Span je. Ze plukken de druiven en 's avonds wordt er in de cafés gezongen in die vreemde tongval, die maar weinigen hier verstaan. In deze tijd van het jaar duurt de weg van school naar huis weer lang, want er is veel te zien langs de wegen waar men de druiven oogst. EELDEN uit het land van de jeugd.... het is lange, lange jaren geleden, sinds ik daar voor het laatst geweest ben. Maar ik weet ze ker, dat er daar intussen niets veran derd is, het kan niet anders. Wanneer ik er terug zal gaan of wanneer mijn zoon er zal terugkeren -en dat zal hij doen, want het is daar zijn vaderland, volgens het bloed en volgens de wet dan zullen de kinderen er in deze tijd van het jaar weer rond de kathedraal spelen,'juist zoals toen, in hun grote, grove schorten van schooljongens en met hun baretten en schooltassen. En vanuit het grote, oude huis van de grootouders, met zijn ontelbare ka mers, zal men 's avonds voor het in slapen de uil weer zijn geheimzinnige kreten horen roepen. Ze zeggen, dat de jeugd voorbijgaat. Ik geloof het niet. Het is niet waar. Mijn jeugd is daar, ginds in dat wijde, heuvelachtige land met zijn oeroude dorpen en de monumenten „aux en- fants morts pour la patrie", waar de tijd wel komt en gaat en waar mensen sterven en kinderen geboren worden, maar waar toch eigenlijk nimmer iets verandert, want volgens het woord van Bergson „rien ne meurt, rien ne s'oublie Het is het eeuwige Frankrijk. (Van onze universitaire redacteur) ,,Als u neet, clat tegenwoordig de notulen van de vergaderingen van de curatoren in enkele iveken een grotere omvang hebben dan die van een heel jaar in de tijd toen ik 24 jaar geleden tot curator iverd benoemd, is dat wellicht een duidelijke aanwijzing van de omvang die het werk van de curatoren tegenwoorig heeft aangenomen". Inderdaad vatte dr. J. P. A. Hoefnagels, de pas benoemde president-curator van de Itath. Universiteit van Nijmegen, tegenover ons op een misschien wat duistere, maar over tuigende wijze zijn nieuwe functie samen. Hij plaatste deze opmerking echter niet aan het begin, maar aan het slot van een gesprek, ivaarin hij op enthousiaste wijze de vele problemen aansneed, die momenteel hem als president-curator bezighouden. De tijd is wel voor goed voorbij, dat een eerbiedwaardig rcgentencollege meerl door het representatieve karakter van zijnl leden, dan door werkelijke bestuursbe-| moeienisscn een wetenschappelijk centrum als 'n universiteit leiding gaf. En dr Hoef- j nagels zei dan ook slechts in een terloop-1 se opmerking, dat het er vandaag weinig' toe doet, of een president-curator een al gemeen bekende figuur is. Door een jaren- lange oogartsenpraktijk en verschillende, maatschappelijke functies mag hij plaat-j selijk in Nijmegen geen onbekende zijn.' maar dat is van weinig belang voor ccn president-curator. Aan elke universiteit, en wel in het bijzonder aan de zich zo snel uitbreidende Nijmeegse universiteit, gaati het om de veelvuldige besprekingen bin-| nenskamer, die vooraf moeten gaan aan elk bestuursbesluit. Bijna vanzelfsprekend kwam het ge sprek daarom op de Medische Faculteit op Heyendael en de onlangs aangekondig de Faculteit van Wis- en Natuurkunde. Aan alle voorbereidingen ven de Medische Faculteit, vanaf 1937, heeft dr. Hoefna gels als curator deel genomen. En nu met dc opening van het Radboud Ziekenhuis, met de klinische afdeling dus, deze Facul teit een zekere, zij het voorlopige afron ding heeft bereikt, staat men bij een te rugblik op het tot stand gekomene zelf ook verbaasd. „Weinig generaties en dan nog slechts enkelen daarvan hebben de gelegenheid en staan voor de taak een universiteit te plannen en op tc bouwen. En de ont wikkeling van de Medische Faculteit doet je nog eerder spreken van uit de grond stampen. Als men bedenkt, dat men in de cultureel-historische beschrijving van de middeleeuwen de ontwikkeling van een land graag vastkoppelt aan de opkomst en groei van enkele universiteiten, dan be seffen we wellicht pas goed, waaraan wij in deze jaren hier in Nijmegen mee mo gen werken." Vijfde faculteit Natuurlijk bestaat er een intensieve sa- Medische Faculteit, de St.-Radboudstich- ting, Architectenbureaus met hun diverse adviseurs en het Curatorium, maar de meest gecompliceerde problemen, juist omdat ze door allerlei instanties zijn door gepraat, komen toch bij de curatoren ook ter bespreking. Als voorbeeld noemde dr. Hoefnagels de Wis- en Natuurkundige Fa culteit. Daarvoor moeten gebouwen ko men. maar welke, hoe groot, hoe ingericht en waar? Op welke wijze kan men wel of niet ge bruik maken van de colleges biologie, che mie en fysica bij de medici; is het ver- antwoord het instrumentarium waarover I loze anderen op menwerking tussen het Bestuur van de de medici bij deze vakken beschikken ookl terugschrikken. voor de natuurkundigen in te schakelen. De Radboudstichting laat hierover zijn fi nancieel oordeel gaan, de hoogleraren heb ben hun wetenschappelijke wensen, archi tecten geven hun opinie over de mogelijk heden en minimumeisen voor de gebou wen, die weer logisch moeten aansluiten bij de gebouwen van de andere Facultei ten', waarvoor overleg moet worden ge pleegd met de betreffende Faculteitsbe sturen; de curatoren moeten tenslotte na veel horen en wederhoren na over leg met de rege'ringsinstanties ook, uiteindelijk een bestuursbesluit ne men. Wanneer wij daar onze huiver uitspreken voor de omvang en ge- compiliceerdheid van de taak van de pre sident-curator, trappen wij eigenlijk een open deur in. want de overtuiging en hst enthousiasme, waarmee dr. Hoefnagels over deze ingewikkelde materie spreekt is reeds een antwoord. Toch voorkomt hij met een glimlach een mogelijke onbescheiden vraag, waar om de niet meer zo jonge dr. Hoefna gels tot president-curator werd benoemd. Juist in de laatste jaren zijn drie nieu we curatoren benoemd en de huidige werkzaamheden eisen een langere perio de om zich in te werken. Daarom was dr. Hoefnagels, met zijn langdurige er varing als curator sinds 24 jaren, de aangewezen man om na het aftreden van de president-curator mr. J .R. H. van Schaik, diens functie over te nemen. Wanneer wij tenslotte dan nog voorzich tig vragen, of door de grote bemoeienis sen om de Medische en Wis- en Natuur kundige Faculteit, de nog altjjd krap be huisde Faculteiten van Letteren en Wijs begeerten niet het kind van de rekening zullen worden, antwoordt dr. Hoefnagels dat hij die vraag allang had verwacht. „Het is geen dooddoener", zegt hij, „te beweren, dal alles niet tegelijk kan. Na de oorlog was er een kans de Medische Fa culteit te gaan bouwen; die moest komen en hij is er ook gekomen. En het zal waarschijnlijk niet lang meer duren, dat door het betrekken van in aanbouw zijnde gebouwen op Heyendael in de stad ruim te vrij komt voor de A-Faculteiten. Boven dien werkt een z.g. bibliotheekcommissie hard aan de plannen voor de nieuwe bi bliotheek, waarin men een oplossing hoopt te vinden voor de ingewikkelde verhou ding tussen de verschillende Instituten en de grote bibliotheek." Het wekt bewondering, dat de zich blijkbaar nog jong voelende nieuwe pre sident-curator, dr. Hoefnagels, die tijdens het gesprek een vroegere studievriend van 68 inderdaad nog jong noemt, op zo'n levendige en boeiende wijze toont een functie over te nemen, waarvoor tal deze leeftijd zouden OEWEL moet worden vastgesteld, dat de mens er eigenlijk nog niet in geslaagd is, de sociaal-economische orde tijdig aan te passen aan de veran deringen, die als gevolg van bevolkings groei en snelle technische ontwikkeling in het maatschappelijke leven zijn inge treden en hij mede door die verandenn- gen steeds weer voor nieuwe maatschap- pelijk-organisatorische vraagstukken wordt gesteld, valt toch anderzijds te constateren, dat de beoefenaars van de nog jonge sociale wetenschappen zich tot het uiterste inspannen, de achter stand in te halen. Hiervan getuigt o.a. een voortdurende stroom van nieuwe literatuur in binnen- en buitenland, waarin tal van uiteenlopende facetten van het sociaal-economische leven wor den behandeld. In ons land alleen al is de literatuurvloed op dit terrein haast overweldigend, in elk geval zo groot ge worden. dat het zelfs voor specialisten in het vak moeilijk zal zijn, alles bij te houden. Afgezien nog van het grote aantal tijd schriften van uiteenlopende richtingen, verschijnen er regelmatig nieuwe boe ken, die veelal daardoor gekenmerkt worden, dat hun schrijvers zich uitdruk kelijk exponent verklaren van een be paalde maatschappelijke groepering of geestesstroming. Een kleurloze weten schappelijkheid, welke de ethica buiten sluit en uitsluitend zoekt naar de wet matigheid in het menselijke handelen is sinds lang onmogelijk gebleken. Eenmaal de fictie doorzien van een eertijds ge propageerd natuurlijk evenwicht en een optimaal welzijn, dat zou voortspruiten uit het vrije menselijke handelen, is ook de noodzaak erkend aan dit handelen nadere ethische normen te stellen. In dit opzicht speelt de levensbeschou wing een grote rol. Het maakt b.v. aan merkelijk verschil, of men een persoon lijk einddoel voor de mens in het hier namaals aanvaardt, dan wel slechts een tijdelijke bestemming ziet, waarin men met louter menselijke middelen tech niek en organisatie een zuiver aards geluk wil bereiken. Maar ook zij, die een hoger einddoel voor ogen hebben hoewel dichter bij elkaar staand ver schillen onderling nog wel van mening over de wegen, waarlangs zij dit doel willen bereiken. ANGEZIEN wij er echter nog maar betrekkelijk korte tijd mee bezig zijn, welbewust te zoeken naar een maatschappelijke orde, welke de sociale tegenstellingen kan verzoenen, treden de verschillen in de standpunten nog scherp naar voren, is er van een syn these eigenlijk nog geen sprake. Dit wordt nog geaccentueerd, doorÖat de verschillende richtingen zich bij de uit werking van hun thesen soms al te ge makkelijk beroepen op „beginselen" of als zodanig gelanceerde theorieën, waar in zich misschien een onbewust streven uit, vast te houden aan vormen, die niet noodzakelijkerwijs de enige en uitslui tende consequenties dier beginselen hoe ven te zijn. Dat de discussie aldus een min of meer star karakter heeft en dit nog wel geruime tijd zal behouden, hoeft op zich geen verontrusting te wekken. Tenmin ste niet, wanneer mfen er besef voor heeft, dat een zeker doctrinisme of zo men wil traditionalisme als normaal moet worden beschouwd, nu de mens toch eigenlijk nog moet wennen aan de zeer snelle veranderingen, die groten deels door zijn eigen toedoen worden veroorzaakt, maar waarvan hij alle ge volgen bij lange niet kan voorzien. Zijn aanpassing aan gewijzigde omstandig heden geschiedt traag en aarzelend en het is begrijpelijk, dat hij de neiging heeft vast te houden aan vertrouwde stellingen en oude normen. Ofschoon de verschillende richtingen elkaar over en weer graag van dit zelf de euvel beschuldigen, gaan zij er allen mank aan. Zo geeft prof. F. van der Ven in een artikel in „Economie" van fe bruari jl. een voorbeeld betrekking heb bend op een wel zeer actueel strijd punt: de bezitsvorming. „Het standpunt der katholieke partij", zo schrijft hij, „opteert, overeenkomstig de traditie van een 19e eeuwse „katholieke maatschap pijleer" voor de vorming van bezit in handen van zoveel mogelijk privé personen. De socialisten stellen daar tegenover de eis van collectief bezit, waarbij overeenkomstig de traditie van een evenzeer 19e eeuwse doctrine de staatscollectiviteit als bezittend subject nog steeds van overwegende betekenis wordt geacht". Hij ziet een derde mo gelijkheid, nl. dat beide theorieën aan eenzijdigheid lijden. En reeds schijnen er tekenen te be speuren, dat die eenzijdigheid op dit en andere punten wordt losgelaten, al blijft deze tendens vooralsnog grotendeels ver borgen achter een facade van polemische discussie. EEN niet geringe bijdrage tot het be reiken van een synthese levert de uitgebreide literatuur, waardoor over en weer een beter begrip ontstaat en op den duur een toenadering mogelijk zou kunnen worden, vooral omdat in die literatuur toch wel reeds opvallende po gingen worden ondernomen om de juiste houding te vinden tegenover de veran deringen in het maatschappelijk bestel. Een recent voorbeeld daarvan vindt men in het aangehaalde artikel van prof. F. van der Ven. Een ander in de veel groot ser opgezette poging van dr. P. de Bruin S.J. om het begrip van het sociale te ontleden en te omschrijven, nl. in zijn onlangs verschenen boek: „Het Sociaal Probleem" Hij zoekt daarin allereerst het „sociale" te localiseren, een begrip, dat verwant en verbonden is aan het „maatschappelijke" en daar gemakkelijk mee verwisseld zou kunnen worden. Deze oneffenheid in het denken is zelfs algemeen gangbaar, zo schrijft hij. De mensen zijn uit hun wezen zelf maat schappelijk, d.w.z. de mens kan alleen in werkverdeling met anderen volledig mens zijn. Maar het eigene van het so ciale is nu, aldus dr. De Bruin, dat het de mens met zijn medemens verbindt louter op grondslag van menselijkheid. Uiteraard kunnen wij zijn verdere ont leding en omschrijving hier niet geheel weergeven, doch mogen nog wel releve ren, dat hij voorts als de voornaamste elementen van het sociale noemt solida riteit en rivaliteit, waarvan de eerste voornamer is dan de tweede, omdat de rivaliteit telkens weer in een nieuwe solidariteit moet opgaan. Maar beide immanente krachten leiden tot voortdu rende veranderingen, die om aanpassing vragen in godsdienst, moraal, recht, po litiek, economie, gezinsleven etc. In dit verband zegt dr. De Bruin be paald opmerkelijke dingen, die de moei te van nadere overdenking waard zijn en misschien, wanneer verkeerd gelezen, aanleiding tot misverstand zouden kun nen geven: „Het eigenaardige kenmerk van de tegenwoordige tijd, van de ac tuele fase der ontwikkeling van de so ciale verhoudingen is nu, dat voor ons geen enkele „omstandigheid" meer god delijk of natuurlijk is. Het is allemaal mensenwerk dat de natuur vormt onder goddelijke leiding en het is onze taak dat te doorzien en dan met de ratio te onderkennen wat het beste is, en hoe wij het ideaal van een samenleving der werkelijke mensen het beste kunnen be reiken en dat dan ook te doen." „Wij hebben dus ook opgegeven iets als bij de natuur van de mens behorend te beschouwen, wat niet door het ver stand wordt ingezien als behorend bij de actuele ontwikkeling", zo gaat hij voort. „Wij zijn zelf de ontwikkelden en de ontwikkelaars ten opzichte van de ge hele inhoud der menselijke samenle ving." MEN moet uit dit korte citaat niet de conclusie trekken, dat de schrijver godsdienst eri moraal nu maar bui ten beschouwing laat. Een citaat is als vanzelfsprekend uit zijn verband gerukt. Wij halen het slechts aan om aan te tonen, hoezeer hij zich distancieert van overgeleverde vormen en denkwijzen, waarna hii toch kan besluiten met een perspectief, dat, hoewel de sociale kwes tie als zodanig wegens de voortdurende stromingen van solidariteit en rivaliteit onoplosbaar is, deze rivaliteit van men sen en klassen niet hoeft te verhinderen, dat ze in zedelijke vrede met elkaar leven en volgens zedelijke beginselen met elkaar de sociale strijd uitvechten, dat uiteindelijk ook de rivaliserende te genstellingen minder zullen worden. Wat wij ook van dit alles zouden den ken, op zijn minst mogen wij er de les uit trekken, dat wij in grote openheid de. werkelijk „sociale" vraagstukken onder ogen dienen te zien, voortdurend er op bedacht, of niet het oude vooroor deel ons parten speelt; niet in de illusie, dat de sociale strijd kan worden afge daan, maar toch wel in het besef, dat op velerlei gebied een syhthese moge lijk moet zijn. „Het Sociaal Probleem", door dr. P. de Bruin S.J. Filosofische Bibliotheek, Uitgeversmij. N.V. Standaard-Boekhan del, Antwerpen-Amsterdam.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 3