NEDERLANDSE WERKEN op Parijse tentoonstellingen m m H. Nikkels: van biefstuk nr zoveel naar vliegtuig Onze defensie roept om vrijwilligers vb Rembrandt - Van Gogh - Mondriaan In het Concertgebouw WILLEM PIJPERS DERDE SYMFONIE at vlees van Poolexpeditie 1911 B.-B. eist dringend versterking Rembrandt Engelse kaas is een primeur voor Nederland Monografie over de H. Hilarius De Valera beëdigd Nieuwbouw Tilburgse hogeschool DR. wTrÖÜKENS Genniper Molen middel punt nieuw recreatie gebied Nieuwe voorzitter Kath. Jeugdbeweging Twee miljoen voor grensarbeiders VRIJDAG 22 MAART 1957 PAGINA 3 rf- Mondriaan 1 raaie expositie van bedrijf sdrukwerk Verkoop gisteren begonnen Door prof. Goemans O.F.M. Over enkele maanden eerste steenlegging Ontmoetingscentrum voor de jeugd, museum en uitspanning TOEPASSING VAN DE ATOOM-ENERGIE Internationale werkconferentie in Amsterdam Mr. H. Disch benoemd CONCENTRATIE VAN DOUANERECHERCHE Duitse renten waarschijnlijk spoedig uitbetaald AUDIËNTIES AMSTERDAM VERLIEST BEKEND RESTAURATEUR Bedrijfsleider van De Poort"gaat „pollepel" zwaaien in KLM-pantry De dag der ouden ISr. 1 voor een Pilgrim Father eet v, 'e lente heeft met het licht het kunst- lia eebracht, dat de Parijzenaars y0„ de musea en kunstgalerijen voert ken' We"te hel hoogseizoen is aangebro- Oipv tegenwoordige verlichlingstech- ii, heeft het mogelijk gemaakt de eerste Srote salons, die van de Beaux-Arts, te Vf>nds te doen plaats hebben. Het gro- lvt.7Uscum voor moderne kunst, dat blijf se! van de wereldtentoonstelling K f.f'btig jaren oud is, heeft aan de stad Sp veel geld gekost, vooral wegens v reDaraties, terwijl het bedoeld als een ,<*beeld van moderne museumbouw. 0 chts aan weinigen heeft voldaan. De Bcning bracht een van die feesten, die Sinds een kwart eeuw niet meer in Krote kunstsalons te zien had gekro ld' Drieduizend of meer schilderijen, men P Ziek ,rnn„tolllin wplkp PPP OOntal kUrt- ïich voorstellen welke een aantal kun- ®aars en kunstlievenden bij de opening Afwezig vvaren. Men vond er echter niets wÜst, °P een evolutie van de Parijse school t,,/1 het Parijse kunstleven is de „Natio- C6'' nog altijd een datum van groot nS, want ook op de honderden Parijse rufstgalerijen en galerijtjes weet men. r;.- deze seizoenopening de flanerende Fa- J^enaar weer tot de kunst voert, het- r®h tot de periodieke tijdverdrijving van l Parijzenaars behoort. Is eenmaal het s, °?seizoen aangevangen, dan is het y*achts een teken van eruditie over het der kunstenaars mee te kunnen pra- Dnze kunst profiteert daar in deze da- v,° bijzonder van. Sinds het „Institut e®rlandais" geopend werd, kon er een f,eU\ve impuls gegeven worden aan de anSe belangstelling voor onze kunst, i» *Vcl die van voorheen als die van nu. V*1 >s dan ook ecn goed idee geweest d- onze nieuwe culturele vertegenwoor- hJ^S» de eerste grote tentoonstelling in r. Prachtige salons van het Nederlands <j.u,tureel Instituut een aanzien te geven hle het kunstlievend Parijs is komen ver ben. v Qrndat de Rembrandtherdenking, waar- v.°0r zoveel Franse kunstliefhebbers een ls naar ons land hebben gemaakt, nog vers in het geheugen ligt, zou de om- 'hgrjjke collectie gravures en tekeningen i. h Rembrandt, waaraan werk van zijn errneesters en leerlingen is toegevoegd, i h „post-exhibitioneel" karakter kunnen ebben, wanneer de heer Lugt in de pre- o htatie niet een bijzondere betekenis aan ,u2e tentoonstelling had weten te geven, v!e bijzonder duidelijk de juiste betekenis j.®n ons Parijse cultuurhuis demonstreert, is wel een zeldzaamheid, hoe aan deze Men kan er dan ook van verzekerd zijn dat de élite van het Parijse kunstleven zich tot het einde dezer maand naar ons Instituut zal begeven dat voor eenieder daarvoor in de namiddagen openstaat, terwijl er mogelijkheid is voor kunstken ners om in de ochtenduren zich met het werk vertrouwd te maken. Daar kan men dan tevens met het werk van Lastman, Pyhas en Elsheimer kennis maken. Deze tentoonstelling heeft een geweldige voor bereiding geëist, hetgeen echter vruchten zal afwerpen in betere bekendheid van ons jonge Instituut in de Parijse culturele wereld. Tegelijkertijd heeft de Parijse kunstkro niek bijzondere belangstelling voor de Van Gogh-tentoonstelling te Marseille, die reeds enige jaren geleden te Parijs en in Arles zulk een diepe indruk had gemaakt. De expositie omvat zestig schilderstukken en dertig tekeningen, meest behorend tot de collectie V.W. van Gogh. Deze expositie van een aantal van Mon- driaans meest kenschetsende werken, werd in de kunstzaal Denisé René in de onmid- delijke nabijheid van de Avenue des Champs Elysées georganiseerd ter geiegen- heio van het verschijnen van het grote werk over deze schilder door Michel Sem- phor. Op de vooravond van de opening werd Semphor gehuldigd in de zalen van het Instituut Néerlandais. ^Positie'zufk'een sterk opvoedend karak- or Wordt gegeven. Van Franse zijde is inleiding tot Rembrandts grafische kunstkritiek heeft dan ook geestdrif- bf deze prachtige gelegenheid aangegre- M.h' Zijn collectie, aangevuld met belang- lo werken uit musea en particuliere coi- sufies, heeft de heer Lugt in staat ge- de prentkunst van onze grote mees- r te tonen in de meest waardevolle af- j^Pkken op een wijze, die André Chastel „Le Monde" doet uitroepen: „Deze ten- tonstelling is anders dan anders". 250 ,,„n en 50 tekeningen zijn over vijf zalen erdeeld, niet op de gebruikelijke chrono- n gjsche wijze, maar geschikt naar het nderwerp en van kunstzinnige annotaties oorzien. De comtemplatie van de schoon heid gaat daardoor hopelijk gepaard met het ontdekken van het talent. In het. Imperial Institute te South Kensington, Londen, is momenteel een tentoon stelling ingericht die een beeld geeft van het leven en het wetenschappelijk onder soek dat de laatste tijd door de Britse Zuidpoolexpeditie is verricht en dat hoofd zakelijk geconcentreerd is rond de Falkland eilanden. Op de foto ziet men Prins Philip van Engeland, die tijdens zijn wereldreis de Engelse Zuidpoolbasis bezocht, een levensgroot model van een sleekamp bekijken. (Van onze Amsterdamse redactie) Wat de Nederlandse grafici kunnen Presteren valt van 25 maart t/m 27 april bewonderen in het Instituut voor In dustriële Vormgeving aan de Herengracht Amsterdam. Het is voor de vijfde maal een dergelijke expositie wordt gehou- ;.®h. Zowel het bedrijfsleven als de gra- stellen deze tentoonstelling zeer op rJJJs omdat het een goede gelegenheid yphept met elkaar in contact te komen. yah het jaar zijn er 700 inzendingen ge host, waarvan de jury, bestaande uit de hfen prof. dr. G. W. Ovink, H. Bolleman D. Dooyes er na een strenge selectie 0 hebben toegelaten. Deze zijn vervaar- b'Sd <joor ruim 50 grafici, die lid zijn ®h cje Vereniging van Reclametekenaars „b Illustrators of de Gebonden Kunste- -'aars Federatie. Zij hebben verrassend kwerken v spijskaarten, stalenboekjes en j reaeratie. zuj ucuucu i aaie drukwerken verzorgd, zoals cata- gUssen, - d 'ders De lay-out van deze werken en gekozen kleuren zijn zeer smaakvol «h vormen een uitstekend „visitekaartje' t®°r het artikel of bedrijf, waarop zij be cking hebben. De inzendingen van -here kunstenaar zijn gegroepeerd, zodat t:®h een overzicht krijgt van zijn presta- hes ®s- In de tentoonstellingsruimten staan rder een aantal voorwerpen opgesteld, De Nederlandse muziek was bijzonder goed vertegenwoordigd op het donderdag- avond-abonnementsconcert in het Con certgebouw. Hendrik Andriessens „Sym fonische etude"' en Willem Pijpers „Derde Symfonie" stonden op het programma. Zo als gisteravond de ouverture „Der Frei- Schütz" van Carl Maria von Weber ver tolkt werd hebben wij deze muziek nog nooit gehoord. De dromerige ihzet der hoorns schiep dadelijk een zeer poëtische atmosfeer. De fluwelige toon van de kla rinetsolo maakte een intense indruk en de daarop volgende eruptie van het gehele orkest was van een overweldigende oer kracht. Deze in 1821 gecomponeerde ouver ture klonk zo fris en indrukwekkend of ze juist getoonzet was. Eduard van Bei- num en het Concertgebouworkest behaal den hiermede een bijzonder warm applaus. De „Symfonische etude" van Hendrik Andriessen kreeg eveneens een opvallen de reproduktie. Het werk gebaseerd op het thema, samengesteld op de twaalf- tonenreeks, (verder is het werk niet ver werkt volgens de leer van Schönberg) is vierdelig en heeft evenveel contrasterende tempi. In het tweede en derde gedeelte wordt het thema van achter naar voren gebruikt, in de kreeftengang, een procédé dat in de middeleeuwen veel toegepast werd. Het werk is uitmuntend geor kestreerd en klinkt zeer transparant. Voor het gewone concertpubliek is deze muziek nog zeer vreemd. Met de „Derde Symfonie" van Willem Pijper, daterend uit 1926, komen we in contact met de revolutionair, die het spits afbeet voor volgende geslachten. Deze Derde symfonie" moet veel meer uitge voerd worden. De klare en kleurige or kestratie en de vele trouvailles in het werk blijven de aandacht steeds gespan nen houden. Dat dit orkestwerk beïnvloed is door de „Sacre du Printemps" uit 1912. van Igor Strawinsky, is niet te verwonde ren. Toch, bij een reproduktie, zo gaaf uit gebalanceerd als gisteravond, is het vreemd dat dit opvallende stuk niet meer het bezit wordt van vele muziekgevoe- ligen. Het was dezer dagen vijftien jaar geleden dat Pijper overleed. Wij hopen dat we niet tot over vijf jaar moe ten wachten om dit nationale opus weer eens te ondergaan Het evenwicht in het programma (er zijn nog altijd legio conservatieye luiste raars) werd hersteld door de „Zesde Sym fonie". „de Pastorale" van L. van Beet hoven. Dit symfonisch gedicht werd in alle opzichten voortreffelijk vertolkt. Eduard van Beinum en het orkest werden zeer hartelijk en langdurig toegejuicht. O. v. H. Het wordt thans ernst met de invoer van Engelse VMTS in 1. derland. In tal loze winkels in de grote steden is de ver koop gisteren begonnen en vanmorgen kon het publiek na de opening van de huishoudbeurs in de R.A.I. te Amsterdam gratis de verschillende soorten proeven (waartoe bij de kaasafdeling van het Brit se paviljoen ruim 4000 pond gereed ge zet is). Gistermiddag zijn deze kaassoor ten door het Britse zuivelbureau The English Cheese Council in het I.C.C. te Amsterdam bij een groot aantal Neder landse genodigden geïntroduceerd. „Wij Britten hebben de grootste bewon dering voor de Hollandse kaas", zei in zijn welkomswoord de Britse consul-gene raal, C. G. Kemball, „want uw kaas wordt in ons land reeds jaren ingevoerd. Uw kleine rode Edammertjes geven kleur aan menige kleurloze straat in Engeland. Maar toch geloven wij dat onze kaasproduktie die de laatste drie jaar weer goed op gang is gekomen, er ook mag zijn. Wij geloven, dat in Nederland met zijn kaasminnende bevolking, vele gaarne met onze kazen kennis willen maken en gaan dus pro beren dit hiaat in uw gastronomische op voeding op te vullen". „Wij verwachten uiteraard geenszins uw eigen Nederlandse kaas hier ernstig te kunnen beconcurreren", vertelde daarna de voorzitter van The English Cheese Council, de heer W. R. Thehane, „maar wij hopen voor een aanvulling van de vele internationale variëteiten te zorgen, waar over u reeds beschikt. Voor de eerste maal na de oorlog doen wij een poging onze kaas naar het continent te expor teren. Uw land heeft daarbij de primeur". Op voordracht van de Nederlandse Or ganisatie voor Z. W. O. heeft haar Franse zusterinstelling de „Centre national des recherches scientifiques" (c.n.r.s.) enige jaren geleden een subsidie verleend aan prof. dr. M. Goemans O.F.M., hoogleraar in de patrologie, de oude kerkgeschiedenis en de dogmageschiedenis van de eerste zeven eeuwen aan de r.-k. Universiteit te Nijmegen. Deze subsidie was bedoeld voor een studiereis naar Poitiers en higld ver band met een monografie over de H. Hi larius van Poitiers, welke prof. Goemans aan het schrijven is. In deze monografie, die zeer breed is opgezet zij telt met het notenmateriaal 826 pagina's heeft de hoogleraar de nieuwste gegevens over de H. Hilarius verwerkt. De studie bestaat uit 26 hoofdstukken en is op de inleiding en het slothoofdstuk na gereed. Eamon de Valera is ten huize van de president van Ierland te Dublin be ëdigd als eerste minister. Het is voor de zevende maal dat de Valera tot het premierschap wordt geroepen Op de foto een lachende president van Ierland, Sean T. O'Kelly (links), die de nieuw beëdigde eerste minister de hand drukt. (j het bestaan van het Instituut voor In- ^pstriële Vormgeving alleszins rechtvaar- v ®eh en ook een goede entourage zijn k Dr het geëxposeerde drukwerk uit de ^rijfssfeer. (Van onze correspondent) Nog dit jaar zal kunnen worden begon nen met de bouw van de nieuwe Katho lieke Economische Hogeschool in Tilburg. Reeds enkele jaren geleden kwamen de plannen gereed, maar de bouwvergun ningen waren nog niet beschikbaar. Het staat nu evenwel vast, dat over enkele maanden de eerste steen zal kunnen wor den gelegd. Het gebouw zal een plaats krijgen in het ontworpen culturele cen trum in het westen van de stad. Het is een ontwerp van architect Jo Bedaux. Dr. W. Roukens, directeur van het Rijksmuseum voor de volkskunde „Het Nederlands Openluchtmuseum" te Arn hem, is onder dankbetuiging voor zijn in die functie bewezen diensten met ingang van 1 juni 1957 bij K.B. als directeur eer vol ontslag verleend. De minister van O., K. en W. zal aan dr. Roukens een speciale wetenschappelijke opdracht verlenen. (Van onze correspondent). De culturele raad van de gemeente Eind hoven heeft op basis van een initiatief, genomen door de heren Peter Reijnders en Anton Pieck. grondieggers van de Efteldng bij Kaatsheuvel, aan B. en W. een advies uitgebracht, dat grootscheepse plannen bevat om de eeuwenoude, nog door Vin cent van Godh geschilderde oude Genni per Watermolen aan de Dommel in het stadsdeel Gestel tot middelpunt te maken van een uitgebreid recreatiegebied. In het kort komen al die plannen neer op een herstel van de oude watermolen in de oorspronkelijke vorm, inclusief de her bouw van het molenaarshuis. Hierin zou het met ruimtegebrek kampende museum Kempenland kunnen worden onderge bracht. Om de jeugd in groten getale pas send bezig te houden wordt gesproken over de bouw van een groot café-restau rant aan de aldaar bestaande vijver en hiervan een ontmoetingscentrum voor de jeugd te rpaken, met verschillende pavil joens, waarin tentoonstellingen zouden kunnen worden gehouden, jazzconcerten gegeven en wedstrijden gespeeld zouden kunnen worden. Ook is gedacht aan een rolschaatsbaan en een grote, aantrekke lijke dancing, waar de jeugd onder goede leiding zou kunnen dansen. Van 24 tot 30 juni a.s. wordt in Amster dam een werkconferentie georganiseerd door de European Productivity Agency van de O.E.E.S. (Organisatie voor Euro pese Economische Samenwerking), welke te Parijs is gevestigd. Zij zal tot onderwerp hebben „bedrijfs voering in de atoomindustrie". Aan de conferentie, welke plaats vindt in het Koninklijk Instituut voor de Tro pen, wordt deelgenomen door vermoede lijk 350 personen uit zestien verschillen de landen. De deelnemers krijgen gelegenheid een vóórbezoek te brengen aan de tentoonstel ling „Het Atoom", welke op 1 juli a.s. wordt geopend. Hef Hoogwaardig Episcopaat heeft be noemd tot voorzitter van de Nederlandse Katholieke Jeugdbeweging mr. H. Disch, rechter in de rechtbank te Maastricht. H(j volgt als zodanig generaal baron Van Voorst tot Voorst op, die met ingang van 1 januari van het vorige jaar ontslag heeft genomen als voorzitter. De heer Disch was tot voor enkele ja ren actief in de verkennersbeweging te Maastricht, waar hij „oubaas" was en assistent-districtscommissaris voor alge mene zaken in het district Maastricht. De Kath. Jeugdbeweging omvat alle katholieke jeugdorganisaties van jongens tot de leeftijd van ongeveer 17 jaar. In totaal zijn er omstreeks honderdduizend jongelui bij aangesloten. De nieuwe voorzitter werd geboren op 31 augustus 1908. Nadat hij in 1933 zijn doctoraal examen had afgelegd aan de Gemeentelijke Universiteit van Amster dam, was hij o.a. advocaat en procureur, inspecteur van politie en directiesecreta ris van de Betaafse Rubber Industrie. In 1946 werd mr. Disch benoemd bij de rechterlijke macht te Maastricht, aanvan kelijk als ambtenaar van het openbaar ministerie en substituut officier van justi tie, later als rechter. Naast zijn werk zaamheden als rechter vervult de heer Disch ook functies in het openbare leven van Maastricht. Zo is hij o.a. president van het burgerlijk armbestuur en voorzit ter van de Spaanse vereniging. Het Episcopaat van Nederland heeft te vens benoemd tot penningmeester van de Katholieke Jeugdbeweging ir. E. F. E Bongaerts te 's-Gravenhage, directeur- generaal van de Leidse constructie-werk- plaatsen, die vanaf 1 januari 1956 tijdelijk zowel de functie van voorzitter als van penningmeester vervulde. De heer Bon gaerts was voordien reeds ruim 20 jaar op leidende plaatsen in het katholieke mannelijke jeugdwerk werkzaam, terwijl hij tevens verscheidene functies in het openbare leven vervult, o.a. als regent van het r.-k. ziekenhuis te 's-Gravenhage, bestuurslid van de Raptim, enz. Ingevolge een beschikking van de mi nister van Financiën worden de bureaus der douanerecherche te Enschede en te Nijmegen op 1 april 1957 opgeheven. In plaats daarvan komt een bureau te Arn hem. Zolang er in de huisvesting van dit nieuwe bureau niet is voorzien, worden de werkzaamheden verricht van Nijmegen uit. Tfrniddag kwam Charles Trenet uit Sm °P Schiphol aan. Dc Franse clian- 25"tier zal vandaag in Rotterdam, en en 26 maart in Amsterdam optreden. (Van onze parlementaire redacteur). Op vragen van de heer Nederhorst aan de minister van buitenlandse zaken en de staatssecretaris van sociale zaken over de uitbetaling der z.g. Duitse renten, heeft minister Luns geantwoord, dat deze zaak met de Duitse Bondsregering is ge regeld en deze zeer spoedig over onge veer een week aan de Staten-Generaal ter stilzwijgende goedkeuring zal worden aangeboden. Hij zeide ook de goedkeuring door de Duitse Bondsraad te verwachten, waarna met de uitbetaling der renten een aanvang kan worden gemaakt. Een voorschotregeling, waarom de heer Nederhorst vroeg, werd door de staats secretaris van Sociale Zaken, de heer Van Rhijn, van de hand gewezen. Het gaat hier om een bedrag van 2 2M> miljoen ter uitbetaling van sociale renten hoofdzakelijk voor grensarbeiders over de periode 1 februari 1946—1 december 1943. Z.H. Excellentie de bisschop van Haar lem zal woensdag 27 maart geen audiëntie verlenem Mgr.TI. A. Jansen, bisschop van Rot terdam, verleent woensdag 27 maart geen audiëntie. Z. H. Exc. mgr. Jos. Baeten, bisschop van Breda, zal geen audiëntie verlenen op 24, 27 en 28 maart- f'eter Scott, een zoon van ie bekende Britse poolonderzoeker heeft Sisteren zijn middagmaal gedaan met ingeblikt vlees, dat zijn vader in 1911 op zijn Zuidpoolexpeditie had meegenomen. Een Amerikaanse e*peditie heeft de conserven onlangs teruggevonden in een voedseldepot, °P weg naar de plaats waar captain Scott indertijd tijdens een sneeuw- storm is omgekomen. De Amerikanen hebben de blikjes naar Londen °Pgestuurd om ze te laten onderzoeken. De inhoud bleek nog in prima ^aat te zijn en Peter Scott, die een internationaal bekend schilder en °rnitholoog geworden is, werd gisteren uitgenodigd om de inhoud mee verorberen. (Var, onze Amsterdamse redactie) MEN kan de K.L.M. be paald niet verwijten, dat z(j geen goede krachten weet aan te trek ken op de brandpunten van haar veelomvattend bedrijf. Een van die spillen is onge twijfeld de afdeling Grond- keuken en bevoorrading van de civiele dienst op Schiphol en als chef daarvan zal op 24 april a.s- in functie treden de heer H. Nikkels (38 jaar), momenteel nog bedrijfsleider van het bekende restaurant „Die Port van CIe#e" in de Amsterdamse binnenstad naast het hoofdpostkantoor aan de Nieuwe Zjjds Voor burgwal. De vele gasten kennen het beter als „De Poort" en als het „instituut van de genum merde biefstukken". Want sinds de oprichting, nu 87 jaar geleden, zijn alle opge peuzelde biefstukjes en er is keus uit maar liefst 24 bereidingswijzen: van een gewone Hollandse tot de oij voorbaat de tong strelende Biefstuk a la Zingara of (voor zangliefhebbers waar schijnlijk) de Biefstuk a l'Opéra netjes opgeteld en het totaalcijfer loopt hard naar devijf miljoen. Nik kels, veertien jaar lang de rechterhand van directeur D. W. Kappelle, vindt het van de ene kant iammer, dat hij hier weggaat en dat zul len ook zijn klanten, die hij stuk voor stuk ais zijn vrien den mag beschouwen wel doen, maar de jonge restau rateur hoopt in zijn nieuwe positie eveneens de dienende taak van zijn beroep op de voorgrond te kunnen stellen. „Ik heb altijd gehouden van een dynamisch bedrijf. Dat had ik in „De Poort", maar in de luchtvaart zie ik buitengewoon grote moge lijkheden, vooral als straks het luchtverkeer zich enorm zal gaan uitbreiden". De heer Nikkels zal dus in het moderne gebouw van de Civiele Dienst op Schiphol de „pollepel" gaan zwaa.en Hij krijgt '280 man personeel onder zich, waaronder alleen al 55 koks. Zijn taak zal zijn de vliegtuigen van alles te voorzien, waaraan de ver wende passagier maar be hoefte kan hebben, zoals eten, dranken, lectuur, ver snaperingen, dekking tot de meest onmogelijke zaken ais een babywiegje toe. De nieu we chef heeft terecht huge verwachtingen van deze „baan", welke hem in nauw contact brengt met een van de essentiële dingen van ven „wereldomvattend" bedrijf als de K.L.M., nl. de service aan de luchtreiziger. De heer Nikkels weet be slist wat service is. Dat heeft hij wel van zijn vader ge leerd, die 38 jaar lang adjunct-directeur van „De Poort" is geweest en wiens schreden hij als jongeman van 24 jaar begon te volgen. Men had daar in dat restau rant annex bodega, trefpunt van politici, zakenlieden, studenten, directeuren, jour nalisten en kunstenaars, al vrij vlot notie van de oe- langrijkheid van wat men heden ten dage zo graag „public relations" noemt. Als één van de mooiste en dankbaarste momenten uit z(jn „PoOrt"-t(jd noemt de bedrijfsleider ons bet ont haal, dat act restaurant op zijn 85-ste verjaardag beeft gegeven aan ongeveer 50 be jaarden, die in 1955 eveneens die hoge leeftijd hadden be reikt. De mensen werden netjes per auto uit hun te huizen naar „De Poort" gebracht en mochten daar heerlijk smullen. Het is een kolossaal ieest geworden, waar heel Amsterdam over sprak. In een foto-album, als een kostelijke herinnering aan dit festijn overgebleven, wees de heer Nikkels ons glimlachend een prent van twee dovige vrouwtjes aan, de ouderwetse hoorn aan het H. NIKKELS, ....van biefstuk naar vlieg tuig.... oor. De kranten hebben vol gestaan van dit „evenement", waarvan Bantzinger treffen de tekeningen maakte. De brieven, die de gelukkige oude lieden naderhand stuur den, ontroeren nog. De bekendheid van „De Poort" houdt niet aan onze landsgrenzen op Het gasten boek geeft daarvan treffende staaltjes. Het buitenland schijnt verzot te zijn op d;e genummerde biefstukken en gastronomen van allure schromen niet dit na terug keer in hun vaderland in de pers te vermelden. De B B.C.- reporter Michael Bars.ey 6tak voor de Engelse radio al eveneens de loftrompet over dat malse stukje vlees en vroeg zich af „what num ber your steak will oe"' Voor de Amerikaanse gasten heeft de heer Nikkels een bijzonder leuk grapje. De Yankee vindt op zijn tafel een door Jo Spier getekend kaartje, waarop een obeT de gast antwoordt: „Ik weet het niet zeker, sir, maar als ik me niet vergis is biefstuk nr. 1 aan een van de Pilgrim Fathers opgediend". Dat doet het natuurlijk wel. Evenals de benaming „lentediner", die in „De Poort" is uitgevonden voor de halfjaarlijkse maaltijd van het Senioren-Convent. eeD clubje van bijna allemaal hoogbejaarde journalisten. En is 't „speenvarkendiner" ook niet een traditie aan het worden? „Ach ja, natunrlfjk, partir c'est mourir un peu, en voor al als je gehecht bent aan een bedrjjf, waarvan je de gehele opbouw na dc oorlog hebt meegemaakt- Toen ik kwam, in 1943, leefden we nog volop in de Centrale- Keukensfeer". Een plaquette aan de pui van „De Poort" vertelt, hoe in de bezettings tijd hier maar liefst 4.7 mil joen maaltijden aan de Am sterdammers zijn verstrekt. En daar werden immers ook met steun van goede gevers in de hongerwinter de armste kinderen uit de binnenstad gevoed. Het is te begrijpen, dat de heer Nikkels met een beetje pijn in het hart voor de laatste maal door de»e „Poort" zal schrijden, doch hij ziet, zo bekende hij ons, gelukkig de zon schilnen ioor de wereldwlidp poort, die de K.L.M. voor hem opent. (Van onze militaire medewerker). DE aankondiging door de minister voor defensie van het voornemen om de Nationale Reserve in de loop van 1958 op te heffen, is zeker geen verrassing. Reeds meermalen is de bloedarmoede van de Nationale Reserve zowel officieel als in de pers in het daglicht gesteld. Men behoeft zich daarover niet te ver bazen, want dit is niet een aangelegen heid van de Nationale Reserve alléén, doch van iedere vredesorganisatie, welke ter voorbereiding van een oorlogs- taak op een „vrije tijd"-vrijwilligers- systeem is gegrond. Men denke b.v. aan de organisatie Bescherming Bevolking, ook daar zonder tekort te doen aan de vele, met volle toewijding werkende vrijwilligers naar verhouding dezelfde bloedarmoede. 1 Nu moet men niet denken, dat dit alleen een Nederlands verschijnsel is. De Amerikaanse „National Guard" heeft blijkens recente persberichten met soort gelijke moeilijkheden te kampen en dat ondanks de omstandigheid, dat de „Nationale Gardist" op grond van zijn vrijwilligheid vrijgesteld wordt (werd) van de tweejarige dienstplichtO.m. tengevolge van onvoldoende opkomst bij de wekelijkse oefeningen, heeft de Amerikaanse regering zich gedwongen gezien aan de Nationale Gardisten ten minste een dienstplicht van zes maanden op te leggen. Eerst wanneer zij deze verplichte eerste oefentijd hebben vol bracht, kunnen de gardisten zich tot de vrije-tijds-verplichting bepalen. De vrees van velen, dat door deze maatregel de stroom van vrijwilligers voor de „National Guard" die door deze vrijwilligheid aan de dienstplicht ontkwamen en op school of aan het werk konden blijven in ruil voor enkele oefenuren per week zou opdrogen, is ten volle bewaarheid. Van officiële zijde verwachtte men, dat de kans om slechts zes maanden inplaats van twee jaar werkelijke dienst te moeten verrichten mits men dan gedurende znven en een half jaar eenmaal per week als Natio nale Gardist oefent gretig zou wor den angegrepen. In plaats van de ver wachte rond 10.000 man per maand zijn tot nu toe echter slechts 3060 vrijwilli gers toegetreden. In al zijn bloed armoede maakt onze Nationale Reserve, zonder enige compensatie voor de aan gegane verplichting en met een be scheiden financiële vergoeding voor de beschikbaar gestelde tijd, in vergelijking met de Amerikaanse zusterorganisatie nog een goed figuur 1 Maar daar gaat het helaas niet om. WE kunnen bewondering hebben en grote eerbied koesteren voor de vele vrijwilligers in welke organisatie dan ook die er zijn, doch het enige wat in zulk een ernstige zaak doorslaggevend is, is de vraag: zijn er genoeg van zulke vrij willigers en is op grond van het ge regeld bijwonen der oefeningen en de nog aanvaardbare frequentie van deze oefeningen, de geoefendheid van de vrijwilligers zodanig, dat de orga nisatie aan de hoge eisen, welke de moderne oorlogvoering stelt, voldoet? Wij durven deze vraag ronduit met „neen" te beantwoorden. T.a.v. de Nationale Reserve hebben we jarenlang ten deze verstoppertje ge speeld, verschillende ministers van oor log hebben geprobeerd dit instituut nieuw leven in te blazen, plannen heb ben bestaan om het met bijzondere dienstplichtigen te voeden, hetgeen uiteraard door de vrijwilligers-organi- satie werd afgewezen, de stichting „Steunt Wettig Gezag" heeft op lofwaar dige wijze getracht de overheid te steunen door haar pogen de N.R op de vereiste sterkte te brengen. Het heeft niet mogen baten. Bewandelen wij thans met de organisatie „Bescherming Bevol king" dezelfde weg? En moet dit .tot hetzelfde resultaat of dezelfde conclusie leiden? Wij zullen tfrachten een antwoord hierop te formuleren. De moeilijkheden, welke aan een vrij- willigers-systeem in vredestijd kleven met betrekking tot een oorlogsorgani satie zijn niet moeilijk te onderkennen. De vrijwilligers als hier bedoeld en daarbij blijven de gesalarieerde „full time" vrijwilligers buiten beschouwing zijn te onderscheiden in drie categorieën. In de eerste plaats zij, die over tuigd van de ernst en de noodzaak van de organisatie zich daaraan ten volle geven met bewuste en loyale aanvaar ding van de daaraan verbonden ver plichtingen en lasten en die zich onbe vredigd en schuldig voelen als zij een onderdeel van die verplichting door om standigheden buiten hun wil niet kunnen nakomen. Zij, die niet bij voorbaat vragen wat zijn dg vergoedingen, wat is de mij toegewezen positie in ver gelijking met anderen en welke is mijn rechtspositie. Het zijn de „vrijwilli gers" (1) waarop een land en een orga nisatie kunnen bouwen. Slechts uiterst belangrijke motieven kunnen deze er,toe brengen zich terug te trekken. Het is de ideale kern van een vrijwilligersorgani satie, die belangeloos medevecht voor het behoud en de uitbouw Zonder deze kern zou de organisatie bij voorbaat tot mislukking zijn gedoemd. Gelukkig telt de Bescherming Bevolking zulke vrij willigers in groten getale, dochzlj maken in verhouding tot de totale behoefte een beperkt deel uit van de organisatie. Wij zouden deze categorie het parate gedeelte willen stellen op één-derds van de behoefte. De tweede categorie zijn zij, die zich zonder overtuiging, doch meer uit lief hebberij, dikwijls na kennisneming of aanschouwing van werkzaamheden die hen aantrekken, aansluiten. De motieven zijn hierbij zeer uiteenlopend, menselijk opzicht, ja zelfs kuddegeest spelen hier bij een rol. Is de organisatie keurig geüniformeerd (wat voor de B.B. zeker niet geldt) en is het werk afwisselend en interessant (wat in iedere organisatie als hier bedoeld en zeker bij de B.B. uiteraard betrekkelijk is) dan kan dit de toeloop van deze categorie vrijwilligers in hoge mate bevorderen. Met deze vrij willigers heeft de organisatie de meeste moeilijkheden. Zij komen als zij er zin in hebben en elk voor hen aanvaardbaar motief wordt aangegrepen om zich te verontschuldigen. Zij zijn spoedig op de tenen getrapt en de zo noodzakelijke en onvermijdelijke gezagsverhoudingen kunnen zij maar moeilijk aanvaarden. Hun geoefendheid blijft door de vela absenties ver achter bij de minimumr eisen, die op zichzelf al laag moeten worden gesteld. Wij zouden deze categorie eveneens op één-derde van de behoefte willen stel len, d.w.z. het niet parate gedeelte, hetwelk eerst als de nood duidelijk zichtbaar is met ernst de zaak opva't, zij het ook dat een deel hiervan uit angst voor de ernst zal afvallen. Zij vormt als het ware de althans enigszins geoefende reserve, zij kent de organisatie en is in staat *na enige tijd de volle capaciteit te geven. De derde categorie het klinkt para doxaal zijn zij die zich nog niet hebben aangesloten. Degenen, die de ernst en de noodzaak van de organisatie zeer wel inzien doch de urgentie niet aanwezig achten en voor hen aanvaard bare motieven aanvoeren om terzijde te blijven. Het zijn zij, die menen zich in tijden van ernstige spanning spontaan beschikbaar te kunnen stellen en niet beseffen, dat het dan bij gebrek aan enige oefening en ervaring te laat is. INDIEN de organisatie Bescherming Bevolking in de komende tijd in staat zal blijken deze categorie tot zich te trekken en te overtuigen, dat de noodzaak in het heden en niet in de toekomst ligt, dan kan de vereiste paraatheid van twee-derde der be hoefte worden bereikt met de tweede categorie (door verloop en aanwinst wisselend) als reserve. Dan kunnen de hierboven gestelde vragen ont kennend worden beantwoord. Ziet de organisatie geen mogelijkheid de thans aan de kant staande categorie te winnen, dan vrezen wij, dat de organisatie Bescherming Bevolking dezelfde weg zal gaan als de natio nale Reserve, met dit verschil, dat er van een opheffing geen sprake kan zijn, doch dat de regering zich van haar verantwoordelijkheid zeer wel bewust dan naar het voorbeeld in andere landen zal moeten grij pen naar het „ultimum remedium" de (civiele) dienstplicht. Naar het oordeel van minister Struycken is de tijd daarvoor nog niet gekomen en wij kunnen het slechts toejuichen, dat de minister de vrijwilligheid niet wenst prijs te geven vóórdat vaststaat, dat geen voldoende krachten kunnen worden aangetrokken. Wij zijn van me ning, dat de snelle uitgroei van de B.B. in de achter ons liggende jaren zeker geen directe aanleiding geeft tot deze maatregel. Maar dan bedenke men, dat deze uitgroei geschiedde in een periode, dat de gevaren meer klaar voor ogen stonden dan thans en dat we zonder twijfel thans in de verdere uitgroei van de B.B. een beangstigende stilstand kun nen waarnemen. TROUWENS er is reeds een be denkelijk schaap over de dam met de vorming op militaire- dienstplichtbasis van de Rijks Mobiele Colonnes uit het rijksplan voor de Burgerlijke verdediging. Deze met zuivere civiele eenheden bedoelde organisatie is met de „Mo biele Colonnes" in de militaire orga nisatie gebracht. Nu zijn wij er ten volle van overtuigd, dat er ook andere factoren zijn dan de hiervoor genoemde, die het vrijwel uitsluiten een dergelijke organisatie op zuiver vrijwillige „vrije tijd"-basis tot stand te brengen. Er zou voor een doelmatige vorming van de Mobiele Colonnes te veel van de vrij willigheid worden gevraagd. Het zou ons te ver voeren dit nader uiteen te zetten. Wij kennen in het buitenland dan ook geen enkel voorbeeld, waarbij deze landelijke eenheden op basis van vrijwilligheid zijn gevormd. Doch door het buiten beschouwing laten van de burgerlijke dienstplicht voor de vorming van de „Rijks Mobiele Colonnes" en het hiertoe grijpen naar de militaire dienstplicht, heeft de rege ring wel bewezen de burgerlijke dienst plicht inderdaad als een „ultimum remedium" te beschouwen. Wij kunnen slechts hopen dat de organisatie Bescher ming Bevolking in de naaste toekomst in staat zal blijken het nog aan de kant staande deel aan te trekken, zodat ons volk de civiele dienstplicht bespaard kan blijven. Maar. gezien de ervaring met 4e Nationale Reserve, vrezen wij

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 3