400 miljard tekort op betalingsbalans -A. Igerijehoofdoorzaak Franse rekenkamer wil sparen desnoods verplicht stellen Koud en weinig succesvol visseizoen t Lil. Club der honderd eindigde goed: 45 snoeken V£u VAN DEINENDE DOBBERS EN BUIGEND SPLIT NIEUWS TREKT ALTIJD IEDERE DAG VRIJDAG 22 MAART 1957 PAGINA 7 Heel vroeg bloeiden dit jaar de krokussen. Gouden kleuren schonk de Forsyhia aan de parken VER de beide laatste weken van februari wil ik toch nog gaarne even uitweiden, aangezien er over dit tijdvak nog wel enkele aardige bijzon derheden zijn te vermelden. Zoals ik reeds vertelde, boorde ik de vink dit jaar in Soest voor het eerst slaan 14 februari, terwijl er op de 16de nog meer sloegen, hr waren toen ook soortgenoten, die nog niet zover ^aren gevorderd. Wel zongen ook zij, maar hun lied ^as nog wat aarzelend en gebrekkig. Die vroege vinke- s^ag is dit jaar iets. zeer opmerkelijks. De pestvogel v* Een haas komt te gast Omdat de jonge Nederlandse vrouw spontaan de voorkeur geeft aan de gezellige Margriet' is Margriet" reeds jarenlang het gróótste blad van Nederland! Plaatselijke verschillen V ogelvertier Het werd, maart Vlaat VERKIEZINGEN IN BRITS HONDURAS V oor jaar zet door Het haasje voelde zich in de huiskamer volkomen op zijn gemak. Etentje Nieuwtje TWINTIG SCHAPEN DOOR DRIE HONDEN VERSCHEURD (Advertentie). Een fantastisch vroeg En feestetijk V yerband met het bovenstaande heeft Mn °P te merken, dat, evenals ikzelf, ,dr- Jac. P. Thijsse jaren lang een i"t rir-10urnaal bijhield, waaruit blijkt, Nar®uvink gemiddeld op 22 of 23 fe- ferB gmt te zingen. De Soester exem pt A yffV.n dit jaar 8 a 9 dagen vroeger. Ver rtfA j een interessant record, te '*6 w u ,v°gels dicht bij de Noord- l net gebied waar dr. Thijsse woon- ,°°f gunstiger klimatologische om- uigheden enkele dagen eerder begin- te zingen dan in het midden of oosten lands. Dit betekent dus in feite, dat oester vinken zich in 1957 omstreeks 'U dagen eerder muzikaal uitten dan meeste andere jaren. kfStis was er ochtendmist, die de auto- V^Urders noodzaakte hun lampen te la- rsnden, soms miezerde de motregen Ch> soms scheen er een weldadig aan- 2onnetje, die de katten ertoe bracht - te koesteren op het warm gestoof- CA'altpapier van de tuinhuisjes, soms A/, e de donder een heel klein beetje, jVj. de vogels zongen onder alle om- Aheden onverdroten voort. Het is JUAei* namelijk zo gesteld, dat, als zij S-tdime tijd goed op dreef zijn, minder t1 zi -.6 weersinvloeden hen niet gauw .'igen brengen. Maar op 20 februari, v in mijn tuin de eerste zanglijs- j- A ar slakken en wormen zag zoeken Nei? v°orafgaande nacht was er mot- '6nT gevallen en ook overdag viel er Aang natte sneeuw, die aan akkers en een tijdlang een witte toets J'ees was er, afgezien van een kool- J&I5 die voor zonsondergang nog een Nel» estemmig lied ten beste gaf, van ;t> ang niet veel te bespeuren. Het was ®26lfde sneeuwdag, dat mijn dorps- Nsu ^utrop zeer opgetogen bij mij bin- NstoTde en mededeelde, dat hij te TCjjg langs de Kampweg in een V "dragende struik een pestvogel had fourageren. Tijdens de geduchte A ijfbui had hij met zijn camera zon- Nrt elcns nog een schot gewaagd. Het Au. Uit de aard van de zaak een zeer JJ), '6 foto, maar als soort was de vo- „°°ral dank zij zijn markante kuif, SjbAdg te herkennen. Am» ,v Waarneming van de pestvogel te I'lM *r! is ongetwijfeld de moeite AA' omdat zij niet een op zichzelf A feit is: ongeveer tezelfdertijd wer- Ae p °ok gesignaleerd in onze noorde- rAovincies, in streken langs onze kust .'6 vl de waddeneilanden. De pestvogel, Ctj '®estal niet bijster schuw is en die A j. Us vaak vrij dicht kan naderen, is C® 'nvasievogel uit Lapland en an- Ae ^hoognoordelijke gebieden, die in dan°men er kier maar enkele opdagen aev,.Weer maken zij hier massaal hun - hting. Omtrent hun verplaatsing er een tweetal theorieën. Volgens dwingt voedselschaarste hen er ATfh dan toe zo'n grote reis te on- T'-Vn n' volgens de andere verlaten d< l^lde s soms hun land' als er in be" af met, naar onze opvattingen, onesthe tische blèrgeluiden, die trouwens voor deze vogelsoort karakteristiek zijn. In een Amerikaanse vogelkers profiteerde een ringmus van het kostelijke zonnetje, hij poetste zijn pakje en zijn tjielpgeluiden rondde hij af tot iets waarlijk wellui dends. Weer een dag later, toen de lucht van de middag af strakblauw werd en ik kon genieten van een oranje zonsondergang, waren de overblijfselen van de sneeuw alle verdwenen. Ik vertoefde toen aan de oevers van de Eem in Soest, waar de speenkruiden op springen stonden: de bloemknoppen waren veelbelovend ge zwollen en al helemaal geel geworden. Kokmeeuwen ondernamen hoog in de lucht hun sierlijke zweefvluchten, maar onderbraken hun spel om een logge bui zerd. die hun pad kruiste, gezamenlijk te lijf te gaan Een heel prettige gebeurtenis was, dat her en der veldleeuweriken zich zingend in de lucht wierpen. Dat was dus zeven dagen voor het maartbegin. Intussen hieven op het boerderijterrein van Kracht- wijk, aan de overkant van de rivier in het Hooglandse, honderden spreeuwen in de hoge eiken hun zwatelzang aan. De 23ste februari was een „gekke" zaterdag: het weer was „zuur", maar ook de merels en grote lijsters zongen niettemin weer in mijn omgeving, 's Avonds, voordat ik mij ter ruste begaf, door het deurraampje nog eens de lucht verkennend, bleek mij, dat er een geduchte sneeuwbui was losge broken. Op mijn kolenhok lag een laag van een decimeter dikte en de naaldbo men in mijn tuin waren veranderd iri rekwisieten van een compleet winter- toneel. Zij, die er hun zinnen op had den gezet, de volgende morgen een reeks sneeuwfoto's te maken, visten lelijk ach ter het net, want door de flink oplopende temperatuur waren de bomen in de loop van de ochtend al weer bemoedigend groen geworden en ook elders werden de wintersporen uitgewist, maar heel in de vroegte vertoonde het tuinpad nog de „prenten" van de verliefde katers. 's Middags kwam er een haas mijn huis binnengewandeld of juister uitgedrukt: het dier werd door een dertienjarige jon gen uit mijn dorp aan mijn adres afgele verd. Het zat in een gesloten doos en de jongen, die mij de dag tevoren al een kor- haan had gebracht, die voor zijn dood nog tegen hem had gesist, zei: „Nu heb ik weer wat anders voor u: een jong konijn." Dat geloof ik niet", zei ik vriendeiijk. „Het zal wel een haas zijn". „Hoe weet u dat?" vroeg de jeugdige zwerver. „U heeft hem nog niet eens gezien." Toen vertelde ik hem, dat in Soest, evenals op tal van andere plaatsen in ons land, nagenoeg alle konijnen zijn uitgeroeid door een ziek te, die men myxamatose noemt. Inderdaad bleek de doos een haas van zo'n week of vier te bevatten, die een zeer sprekende kopie was van het exemplaar, dat Al- brecht Diirer meer dan vier eeuwen gele den conterfeitte. Het was een beminnelijk, ruig heerschapje en de kleur ervan bracht mijn zesjarig buurmeisje tot de uitspraak: „Hij zal vroeger wel een stekelvarken zijn geweest". Zij bedoelde natuurlijk een egel. In elk geval maakte hij deel uit van een vroege winterworp en dank zij de zachte voorafgaande weersgesteldheden was hij er heelhuids doorgekomen. „Is dit nu de Paashaas?" vroeg Annemieke ver der. „Ja", antwoordde ik, „maar hij is bij na twee maanden te vroeg, want je weet, dat Pasen van het jaar op 21 en 22 april valt." De jongen onthulde mij nog, dat het haasje gevangen was door zijn hond een van het „vuilnisbakken-ras", voegde hij er parmantig 'aan toe maar gelukkig had het haasje geen letsel opgelopen en en daar hazen niet in gevangenschap kun nen leven, voerde hij mijn opdracht, het dier weer terug te brengen naar de plaats, waar hij het ontdekte, trouwhartig uit. Het hondje liet hij ditmaal thuis. Los lopende honden kunnen in natuurgebie den namelijk vaak een groot onheil aan richten en mogen daar feitelijk nooit on- aangelijnd hun jachtinstincten uitleven. Er gebeurden in de laatste drie da-gen van februari allerlei genoeglijke dingen. Ook „mijn" zanglijster begon zijn wilde strofen vol onstuimige motiefherhalingen te zingen en in dit verband was een cor respondentie tussen mijn dorpsgenoot en zwerfmakker W. A. van Elmpt en mij buitengewoon interessant. Einde februari kruisten een brief van hem en mij elkaar. „De zanglijster voert in mijn tuin de bo ventoon", schreef hij mij, terwijl in mijn brief stond: „De grote lijster domineert op het ogenblik". Deze uitspraken lijken met elkaar in tegenspraak te zijn, maar dit is slechts schijn. Van Elmpt woont in de Wilhelminalaan te Soestdijk, in een land schap met huizen en veel hoog opgaand geboomte. Dat is het uitgelezen territo rium voor zanglijsters. Bij mij in Soest- Zuid ontbreken de hoge bomen niet hele maal, maar men vindt daar tevens uit gebreide open terreinen, waar de grote lijster zo op gesteld is. Bij mij bestaan die onbeboste gebieden uit de uitgestrekte ak kers van Eng, het hooggelegen bouwland. Zo ziet men dus, dat in een landelijke ge meente de vogelstand plaatselijk ten zeer ste uiteen kan lopen. Er klommen eind februari hoe langer hoe meer veldleeuweriken tierelierend naar de hemel, in het Eemgebied trok ook een troepje boomleeuweriken over, waar van er één zich van de andere afscheidde eft zijn fijne tierlantijntjes zong. De vogel, waaraan Frederik van Eeden een beroemd geworden gedicht heeft gewijd, is overi gens een bewoner van heiden en stuifzan den, maar mijn exemplaar daar in het pol derland was een reiziger, wie plotseling een lied uit de keel welde. Ganzen trokken naar het noordoosten, dus in de richting van hun broedgebieden, goudplevieren flonkerden in het licht en de kieviten kwamen in drommen te rug. Verscheidene van hen lieten hun baltsroep al horen, de grote lijsters op Krachtwijk en Hoogerhorst, twee geïso leerd liggende hoevetettreinen, waar de kramsvogels naar hun fanfares konden luisteren, floten hun luide melodieën er de eerste wulpen lieten hun pure rolle: weerklinken. De blauwe reigers, die op u grens van januari en februari hun kolo niebomen in het Amsterdamse Vondelpark en Frankendael en ook elders be trokken, waren druk bezig met de nest- bouw evenals de aalscholvers en de ek sters. Twee exemplaren van laatstgenoem de vogelsoort hadden zich te Soest op de rug van twee dikke zeugen geplaatst, die zich van de passagiers niets aantrokken en hen, genoeglijk grommend en in de bo dem wroetend, gratis vervoerden. Toen werd het maart en de eerste helft van deze maand zal met gouden letters in de annalen worden opgetekend. Het was een buitengewoon zachte periode en in de krant kwamen berichten te staan over een warmtegolf. De temperatuur was meer dan eens volkomen zomers. Al in het begin van de maand stonden de speen kruiden in bloei, de spreeuwen, die broed- vogels van mijn dak zijn, waren terug gekeerd en zongen de leutigste deuntjes. Het geel van de winterakonieten, dat al in februari een lust voor het oog was en ook de kleine vossen lokte, kleurde in vele tuinen, de staartmezen in mijn omgeving rukten heel fijne schilfers van de takken der bomen ten behoeve van de nestbouw en in duizenden krokussen wriemelden tal van honingbijen. Kieviten betrokken al hun territoria en kantelden en draaiden reeds hun nestkuiltj.es. De mannetjes zag je de zwarte kraaien en roeken fel in de veren stuiven. Opzienbarend vroeg werd bij Oudega (Wymbritseradeel) -het eerste ei gevonden: op 11 maart. Vliegen, mie ren, bladvlooien. mest- en andere kever tjes accentueerden de vroeg-zomerse sfeer. Het mannetje van een paartje zwar te mezen zong een allerfijnst, ijl tinkei- muziekje. Door de aanvoer van zachte Azoren- lucht liepen de temperaturen steeds meer op en zo geschiedde het, dat in de tweede week van maart de mahonia's. peper boompje, rodo's (praecox), gele kor noeljes, forsythia's, pruimen, mirabellen en wat niet al reeds glorieus bloeiden. Tegen het midden van de maand waren de meeste sneeuwklokjes zelfs al uitge bloeid. De polygame korhanen bolderden in het land van heide en verstuiving en feestelijk klonk soms te middernacht de afscheidsroep van passerende kolganzen. Tal van vogelsoorten repatrieerden: witte kwikstaart, tureluur, grutto, kemphaan, scholekster. Bijzonder veel zag ik deze soorten aan de mond van de Eem, waar ook nog kleine zwanen, vilde eenden en i nonnetjes op het IJsgelmeer dreven. Het klein hoefblad, dat ook al vroeg in fe bruari bloeiend van de partij was, had 'e bouwlanden bij de vroegere Zuiderzee 'et een onnoemelijk aantal gouden duka- ■n bestrooid en ook de paardebliemen bi t donken als gulden raderen. Ik telde dui zenden meizoentjes en evenveel blnem- spikkels van de nederige, ruige veldkers tussen het gras zan de dijken. Citroentjes en kleine vossen cirkelden' door de zomer se zoelte, maar één van de aardigst*, waar nemingen. die ik bij de Eemmond deed. was het koninklijk overvliegen van een vijftal kraanvogels. Ook zo hadden de lente in het hoofd. Misschien waren zij op weg naar Lapland. Zweden of Finland. Hun gratie staat scherp gegrift op het netvlies van mijn oog. RINKE TOLMAN. In de „Slatters Gallery" in de Old Bondstreet Londenwerd donderdag middag een expositie geopend van Nederlandse en Vlaamse meesters uit privé-bezit. Foto: de hertog en hertogin van Gloucester voor een schilderij van Abraham van Beveren. '<t5r c°ntreien niet periodiek verschijnt, op zeer ongeregelde tijden. Jaren- .1 "OlYlcus L: w,nn v nnlrnlo nnftnrtom volgens de andere verlaten de Bels soms hun land, als er in be- atreken van hun broedgebied een t'iizp rke overbevolking optreedt. Bij '.riAti spreken neemt de natuur hun v $t6,vChe bedrijvigheid te baat om de vmN aanwas van het individuen- Age- Weer ongedaan te maken, daar VN®el SotMnige onderzoekers het me- van de pestvogels in het land vAf' vreemdelingschap omkomt. De Ar Jdet de rosbruine kuif, die onge- 't-Nen groot is als een spreeuw, ken- °-a- een zwarte keelvlek, een gele V d» N en scharlakenrode lakplaatjes lA u„dandpennen, die bij de mannetjes IA"felijker uitkomen dan bij de wijf- Zljn dol op allerlei bessen. De verenigde volkspartij van Brits Hon duras, die tegenstander is van de voorge stelde Britse Westindische federatie, heeft de verkiezing voor de wetgevende raad gewonnen. Acht van de negen zetels zijn door deze partij verworven. De uitslag voor de negende zetel is nog niet bekend. In alle kiesdistricten werd de. Hondurese onafhankelijkheidspartij voorstandster van de federatie en de nationale partij met grote meerderheid door de verenigde volkspartij verslagen. De verkiezingen werden woensdag ge houden. E zijn in het afgelopen hengelsport seizoen niet bepaald verwend met goed weer en daverende vang sten, al waren de laatste weken ook nog zo mooi. En het was dan ook met wei nig verwachting op buit, dat wij vrij dag 1.1. meetrokken met de leden van de Club der Honderd naar eigen vereni gingswater in Tienhoven. Het weer zag er wel veelbelovend uit, dat wel. Het kon zo overgenomen zijn uit een boekje over hengelsport, hoofdstuk „Ideaal vis- weer". Matige, niet al te harde westen wind, vrij hoge temperatuur en flink wat bewolking. Maar we hadden zo het idee, dat de snoeken door het fraaie en zachte weer van de laatste weken en de hoge water temperatuur voor andehe dingen belang- liAd o6 dag na de sneeuwval, die ge- lAr C'ng met het draaien van de wind As inv noordoosten, nadat hij tijden rt u, at zuiden en zuidwesten had ge- en „Ven er na het vleugje nachtvorst V °P schaduwplekken nog wat ViAh Van de witte vlokkenwarreling Ah,' maar afgezien van de lijster- SiAn ri die hun mond bleven houden, Vjew andere musici (heggemus, V -ik k pimpel en koolmees) weer VA heiA11 blijmoedige aria's. Bovendien Vsterir! or van de vogels die dag nog N'bhin) Want tussen de kale takken van ANpaT zat een veren kereltje in een Vt te tierelieren van jewelste. 'V veei een fijn en langdurig deuntje tjA W kanarie-motieven, dat de groen- w' Ste gaf' Z13n melodieuze voor belde hij echter meer dan eens stelling zouden hebben dan voor een aas visje. Dat viel echter heel erg mee, naar ons al vrij vroeg in de morgen bleek. Een snoekje van een centimeter of 4045 sprong gretig op ons aasvisje en deed over keren en slikken nog geen drie minuten. Onze verwachtingen ste gen aanmerkelijk. En al bleek aan hst het einde van de dag, dat het ene snoek je geen navolgers kreeg, anderen wpren fortuinlijker dan wij en brachten het tot vier, vijf snoekjes. Kent u het viswater in Tienhoven? Het is een verzameling plassen en plasjes, sloten en slootjes om alle tien de (hengelaars) vingers dege lijk voor af te likken. Bovendien heeft het een vrij grote oppervlakte, zodat we slechts af en toe een der veertig mede broeders in het gilde ontmoetten. Toen bleek, dat vooral in een bepaal de hoek stevig gevargen werd, verhuis de een groot deel van de bent naar die kant, doch daar concoursvissen ons nooit heeft kunnen bekoren, bleven we waar we waren en visten stug door. Zoals gezegd, het bleef bij dat ene snoekje en toch hebben we een pracht visdag ge had. Een van de beste van het hele sei zoen. Het weer was ideaal, ook al kwam er later meer wind en af en toe wat re gen. De toenemende wind waaide alle stadslucht uit haar en kleren en we voelden ons vrijer dan in lange tijd het geval was geweest. Het is geen wonder, dat van jaar tot jaar het sportvisserslegioen groeit. Onze steden raken te vol, er hangt te veel benzinedamp, de trams knarsen te schel door de bocht en de muren van onze woningen worden te dun gemaakt, zodat we veel te veel en noodgedwongen moe ten meeleven met het wel, doch vooral het wee van onze buren. Kort gezegd, we hebben te weinig rust in de grote stad en onze zenuwen krijgen teveel te verduren. En om al die deuken en blutsen in ons zenuwstel weer te herstel len, is niets zo geschikt als een dag met hengel en roeiboot op jacht naar Esox of Perca. Ook de rustige visserij op karper en voorn, brasem en snoekbaars heeft zijn bekoring, maar werkelijk alles om zich heen vergeten doet men eigenlijk al leen bij de actieve visserij op baars en snoek. Zelfs al wordt het startsein voor zo'n visdag gegeven door niemand min der dan een heuse burgemeester, jhr. J. Huydecoper van Tienhoven. En zélfs al weet men, dat de reportagewagen van de Ned. Radio Unie al staat te wach ten om Nederland te laten weten hoe veel snoekjes we wel gevangen hebben. Rond half twee werd het eindsignaal de lucht in geschoten, een grote vuurpijl die wel veel rook maar geen licht gaf. En in restaurant De Harmonie in het landelijke Maarssen wachtten de gedek te tafels. Er werd gesproken, natuurlijk werd er gesproken. Burgemeester Huy decoper memoreerde zijn prettige erva ringen met de sportvissers en sprak een beetje weemoedig van zijn a.s. vertrek als burgemeester, wanneer Tienhoven ophoudt een zelfstandig dorp te zijn. Mr. Guillaume Landré, voorzitter van de Club der Honderd, deed de mededeling, dat Rein Mijdema met 2.63 meter snoek (in totaal) winnaar van de visdag was geworden. De secretaris C. Brink noem de deze dag de Oudejaarsdag van de sportvissers. En natuurlijk sprak ook Wim Wama, de jongste helft van de bekende Wama's Hij zorgde voor de komische noot in de verschillende tafelredevoeringen en ci teerde ene Sjeekspier, die gezegd moet hebben „To be or not to be" tobben of niet tobben, we vissen dóór En dat is een wijs woord van Sjeek spier geweest, vrienden. Want al is dan het zoete water voor ons weer gesloten, we vissen dóór. De stroomvissers heb ben nog de tijd tot de 31ste. En daarna trekken we gezamenlijk naar zee. Bin nen enkele weken komt de schar en de bot, de schol en de tong op de kust. En er wordt momenteel ergens op een Nederlandse werf een schip gebouwd, speciaal ingericht voor sportvissers. Dat schip gaat op de Wadden varen, be stuurd door een tfrvaren visser en rob- benjager. Een vent als een boom, die het Wad door en door kent. Volgens de ze man kunnen onder zjjn leiding de beljauw, rog, haai, geep, fint, makreel, jauw, rog, haai, geep, fint, makreel, horsmakreel, schol, schar, bot en tong. Bovendien nog paling, dat zouden we haast vergeten. Het spreekt vanzelf, dat deze soorten niet allemaal tegelijk gevangen worden. Voor de makreel moet het eerst goed warm worden cn voor de kabeljauw moet het ruig en koud weer zijn. We hebben nu alvast een afspraak gemaakt voor een proeftocht teneinde onze sportvissende lezers haar- fjjn te kunnen inlichten Dit schip wordt n.I. het eerste zeewaardige schip, dat speciaal voor gebruik door sportvissers ontworpen en gebouwd is in ons land. En de plannen van Vader en Zoon Drijver in IJmuiden voor de haaien vangst op de Noordzee. Ook daar hopen we u in de komende tien stille weken van te gaan vertellen. Tot zolang dan maar.... Stö. De Franse rekenkamer (Commission de Comptes de la Nation), die onder lei ding staat van Pierre Mendes-France, be veelt in haar jaarverslag een versobe- ringspolitiek aan, die naar haar mening gepaard moet gaan met een regeling, waarbjj het sparen desnoods verplicht wordt gesteld. Deze politiek moet volgens de rekenka mer gevolgd worden, zolang de nationale produktie niet in staat is de behoeften van de noodzakelijke economische activi teiten van het land volkomen te dekken. In dit verband beveelt de rekenkamer voorts aan het zoeken naar olievelden uit te breiden, de atoomenergie te ontwikke len en de industrie te moderniseren. Volgens het verslag van de rekenkamer is de nationale produktie in 1956 met 4 pet ten opzichte van 1955 gestegen. Het totaal der uitbetaalde lonen vertoonde een stijging van 10 pet, terwijl de winsten met 5 pet toenamen. De gezinsinkomens zijn in het afgelopen jaar met 8 pet en de particuliere bestedingen met 5 pet geste gen. De investeringen gaven een stijging van 9.5 pet te zien en de overheidsbe stedingen (hoofdzakelijk voor militaire doeleinden) waren in 1956 bijna 30 pet gro ter dan in 1955. Het resultaat van het een en ander 'is een tekort van 400 miljard frank op de betalingsbalans. Dit tekort is volgens de rekenkamer hoofdzakelijk veroorzaakt door de mili taire operaties in Algerije, daar zjj leid den tot een stijging van de invoer van militair materieel maar vooral tot een da ling van de uitvoer. Een groot gedeelte van de voortbrenging van fabrieksproduk- ten moest namelijk worden besteed voor de bevrediging der militaire behoeften. In 1956 eiste de nationale verdediging voor 430 miljard frank aan fabriekspro- dukten op, vergeleken met 300 miljard frank in 1955. De verwachting is, dat de militaire orders voor de industrie in 1957 een waarde zullen hebben van 535 mil jard frank. Het jaarverslag van de rekenkamer wordt evenwel in een betrekkelijk optimis tische toon besloten: „De minerale rijk dommen, die in de bodem van Frankrijk en zijn Afrikaanse gebieden zijn ontdekt, de ontwikkeling der atoomenergie en de vooruitgang, die bepaalde proefonderne- mingen hebben bereikt, rechtvaardigen de hoop, dat Frankrijk binnen enkele jaren de voorwaarden voor zijn welvaart zal kunnen hervinden. Drie honden, eigendom van R. en S„ uit het gehucht Zeilberg in de gemeente Deurne, hebben tijdens nachtelijke uren een twintigtal schapen van de landbou wer Winkel te Grindtsveen aangevallen en verscheurd. Het was voor de tweede maal in één jaar tijd, dat een dergelijke slachting werd aangericht. De politie heeft de eigenaars van honden in Griendtsveen en omgeving gewaarschuwd dat zij deze dieren des nachts niet los mogen laten lopen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 7