witte doek „Big wheel" zelf naar Londen Toneel is meditatie Charles Eyck 60 jaar Darryl F. Zanuck: op hun horloge te kijken .Ze lopen Van Meliès tot Harryhausen Russische bewering gelogenstraft Schilderen als levensvoorwaarde ZATERDAG 23 MAART 1957 PAGINA 5 Kleines Haus heb ZOEKERS EN ZWERVERS OP DE PRAATSTOEL Fotografische illusies van denkbeeldige werkeli j kheid Een der prettigste reeksen boeken, die men tegenwoordig zelfs officieel! in de nieuw-Nederlandse rubriek „non fictionpleegt in te delen, is de serie Ontwikkeling en Avontuur, uitgegeven door N.V. De Kern te Amsterdam. De boekjes zien er, handig van for maat en in 'ii smaakvol plastiek omslag, zeer aantrekkelijk uit. Zij be vatten zorgvuldig gekozen en bewerkte teksten, zijn rijk geïllustreerd en typografisch goed verzorgd. Er is aan de grootst mogelijke ver- en 1 scheidenheid gedachtwe volgen bekende reizigers, die met een goed uitgeruste expeditie op onderzoek gaanmaar ook jonge, Harryhausen heeft de journalisten zijn onervaren mensen en waaghalzen, die plotseling door zwerflust zijn schaal nagTbouwde^Uriie^^^he^Co-aangegrepen en de wijde wereld intrekken zonder geld, zonder losseum en het Pantheon en heeft ze zekerheid, ja zelfs zonder een behoorlijk plan komen in de O. en A.-reeks aan het woord. Eveneens is er een plaats ingeruimd voor het reisverhaal van hen, die niet uit onrust of zwerflust doch uit opofferende toewijding aan de evenmens naar vreemde landen en volken zijn gegaan. De boeken van deze laatste soort, die dus iaat draven, nieuwe puinhopen tussen de j over het avontuur der mensenliefde, zijn zeker niet de minst waardevolle! Hans Roest Goud in Hollywood Niet alleen op, maar ook onder de studiovloer Spelen met Katharine Hepburn: „als een auto-ongeluk" Geen klach t Marmeren Archipel Unieke kans voor ons ais passiespeiers OVEREENKOMST MET HET LEVEN W Zwerftocht „Terug uit Curaqao", recent werk van Eyck. Charles Eyck Hans van Bergt en WERELDNIEUWS it Darryl F. Zanuck, een naam. die meer nen, lag er sneeuw en dus stuurde ik 25 jaar lang in Hollywood een zeer de hele zaak naar Mexico. Ziet er pre- '"drukwekkende klank heeft gehad, heeft; cies eender uit en er is géén sneeuw". °nlangs tien miljoen gulden besteed aan lUn eerste Britse film. Tevens is dit de e®rste keer, dat een echte top-magnaat Hollywood in hoogst eigen persoon haar Engeland is gekomen om er een film ;c Produceren. In plaats van zijn macht 'e delegeren en zelf thuis te blijven, is „big wheel" (het grote wiel, zoals fle Amerikanen mannen als Zanuck ple- ïen te noemen) zelf gekomen en het re- citaat van zjjn bezoek is zeer leerzaam ïeWeest voor de Britten. Zanuck maakte zich in Engeland maar over één ding zorgen: de tijd, die er no dig is om een film af te werken. „Mijn maatschappij heeft „Anastasia" in dezelfde Londense studio opgenomen waarin ook mijn „Island in the Sun" is gemaakt. Toen de opnamen klaar wa ren, ging „Anastasia" naar Hollywood voor de begeleidende muziek en de mon tage. Dat duurde zes weken en toen kon de film worden vertoond. Ik laat „Is land in the Sun" in Engeland afwerken en het zal heus nog wel vier of vijf maanden d ren, voordat ze klaar is voor vertoning. Dat is een ernstige handicap". „Maar toch", besloot Zanuck. „heb ik een voorgevoel wat die film van me be treft; dat het een geweldig succes wordt". „Bij hoeveel van uw films hebt u dat voorgevoel al eens eerder gehad?" vroeg de Britse journalist. Zanuck lachte. i,Ik begrijp, wat u be doelt" zei hij. „Inderdaad, ik heb dat gevoel al eens eerder gehad, zowel bij mijn successen als bij de mislukkingen". Binnen een week zat hij afwisselend in Bonden, Parijs, New York en Hollywood 0lh de laatste hand te leggen aan zijn Pfoduktie. Dat heen en weer reizen tus- Sen vier steden is voor de 54-jarige Za nuck, die eens filmscenario's schreef v°or de wonderhond Bin Tin Tin, geen ®r'l, maar harde noodzaak. In Londen c°ntroleert hij de montage van zijn film "Island in the Sun", in Parijs, waar zijn "Ochter woont, confereert hij over de be reidende muziek, in New York be spreekt hij de distributie en in Hollywood 'reft hij voorbereidingen voor een nieu ws film. „Op jullie voornaamste medewerkers: Cirieralieden, produktieleider en de rest, rt niets aan te merken" aldus verklaar- Zanuck in een gesprek met de Britse filmjournalist David Lewin. „Maar in de pgere regionen mis ik de energie en 'Pewijding van onze mensen in Holly wood. In de studio lopen sommigen te- ®en het eind van de dag op hun horloge 'e kijken. Ik kreeg zelfs de indruk, dat Ze het werk rekten in plaats van het_ zo spoedig mogelijk af te maken. Misschien 2iin ze bang, dat ze zo gauw geen an- ^or baantje kunnen krijgen en willen ze dit zo lang mogelijk laten duren. Toen We buitenopnamen gingen maken, had J* honderd man personeel nodig, meer dan ik ooit tevoren aan het werk heb ëehad en meer zelfs dan De Mille. Maar Cteurs en sterren hébben jullie, als je er maar gebruik van weet te maken". Darryl Zanuck is niet langer hoofd van de produktie bij 20th Century Fox, maar hij maakt nog altijd films voor ze en is onlangs herkozen in de raad van beheer. Zijn kennis en ervaring worden nog^ al- tijd op een waarde van een half miljoen dollars 1.800.000.—) per jaar geschat. Nu de opnamen voor „Island in the Sun' «laar zijn, is hij al begonnen met de Voorbereidingen voor zijn volgende film: »The Sun also rises" naar een verhaal Van Ernest Hemingway. „Voordat ik met de verfilming van een Segeven laat beginnen, aldus Zanuck. „stuur ik het naar een stuk of zes schrij vers om te zien, wie de beste ideeën heeft. Dan kies ik er eentje uit en werk verder met hem samen. Wat de rolverdeling betreft, is er maar een actrice, die het Engelse meisje uit kringen in „The Sun also rl," dc meest ingewikkelde foto's te maken net w"-?pelen: Ava Gardner. Ze nee j^et is gen wetenschappelijke filmfantasie guur nodigt dwaasheid, dat voor die i-ron(j egn 0pZienbarend wezen, afkomstig Darryl F. Zanuck: „Ik voorgevoel een tt: NA HET „BERLINER BALLET" dat in december aan ons land een bezoek bracht, komt van 9 tot 12 april a.s. het gezelschap van het Schloss- park Theater eveneens uit Berlijn, om precies te zeggen uit de voorstad Steglitz, naar Nederland. Het Schloss- park Theater, ook wel genoemd „das Kleine Haus" tegenover het Berlijnse Schiller Theater, dat Groszes Haus genoemd wordt, was voor de tweede wereldoorlog van weinig betekenis in - het aan schouwburgen zo rijke Ber lijn. Na de oorlog echter werd het zeer belangrijk, omdat het een van de weinige intact gebleven schouwbur gen was. Ook het Schillertheater, dat nu 50 jaar bestaat werd in de oorlog verwoest, maar is in 1950 weer opge bouwd. Na de oorlog trok Borislaw Barlog, de huidige directeur, met een gezelschap in het Schlosspark Thea ter en wist binnen enkele jaren met het ensemble een repertoire van hoog artistiek gehalte op te bouwen. Naast de klassieken als Lessing, Schiller, Shakespeare en Ibsen, kwamen op het repertoire ook veel moderne en ook stukken, die voor de Nazitijd op het Duitse repertoire stonden, zoals „Ein Besserer Herr" van Hasenclever, dat het gezelschap in Nederland komt op voeren. Het leven van anderen redden In de bijna zestig jaren, die er liggen I trokken voor achtergrond-opnamen tussen „De Reis naar de Maan" van Me- actiescènes in de straten van Rome, liès, de Franse pionier op het gebied van het Colosseum en het Pantheon, de trucfilm en de dag van vandaag, is 1 dit genre films natuurlijk met reuzen sprongen vooruitgegaan. De tovenaars met de „speciale effecten" kunnen tegen woordig ware wonderen van illusie ver- 1 lu^eum en utn J: II„,llr een raffinement zeIfs toegestaan een model aan te raken van het Venusmonster, dat van kop tot staart ongeveer een halve meter lang is. Maar hij wilde niet verklappen, hoe hij het laat bewegen, hoe hij het een ver schrikkelijke worsteling laat maken met een olifant en hoe hij het door Rome richten en gaan met zulk een raffinement en technische vaardigheid te werk, dat het vaak onmogelijk is, een vloot van echte oorlogsschepen te onderscheiden van de modellen, die dobberen op de door mensenhanden opgezweepte baren van een studio-zee. Hoezeer de mannen van de speciale effecten ook in hun kunst zijn vooruit gegaan, ze hebben nog altijd één ding gemeen met hun handige Franse voor ganger. Er is nog altijd ontzaglijk veel fantasie en een eindeloos geduld voor nodig om een film vol fotografische il lusies van een denkbeeldige werkelijk heid te vervaardigen. Niemand hoeft Charles Schneer, de rpoducent van „Twenty Million Miles to Earth" (Twintig Miljoen Mijlen naar de Aarde) daarover iets te vertellen, want hij is al maanden bezig voor deze film oude in zijn spoor achterlatend Het verhaal speelt in Pamplona in &Panje. Ik had er bij voorbaat al een cameragroep naar toegestuurd om er achtergrondopnamen te maken. Maar toen er met filmen kon worden begon- van de planeet Venus, dat er uit ziet als een slang, rechtop loopt en leeft op een j dieet van zwavel. „Twenty Million Miles to Earth" is een i film, die in de letterlijke zin van het j woord beeldje na beeldje in elkaar wordt geprutst. Met dit moeitevolle werkje is men in september van verleden jaar be gonnen, toen Schneer, zijn regisseur Na than J. Juran, zijn hoofdrolspeler Wil liam Hopper en de technische ster van de film, Ray Harryhausen, naar Italië de wereldzee", en het deeltje dat Domi nique Lapierre schreef over zijn uiterma te voordelige en nochtans zeer langdurige en verre huwelijksreis: „Van New York naar Tokio". Deze jeugdige Fransman ver telt erg onderhoudend en levendig; bij zonder belangrijk is het allemaal niet, maar wel interessant en boeiend. Het is reisjournalistiek van de goede soort. Veel dieper gaat het boek, dat mr. Hendrik Scholte schreef over zijn reis naar Ionische en Aegeïsche eilanden. Zijn ervaringen, die hij samenbracht onder de titel „De marmeren Archipel", zijn meer geweest dan alleen een feest voor de zin nen: zijn reis is bovenal een geestelijk avontuur geworden. De schrijver zegt het aldus: „Hellas is voor het geestelijk oog (en wat is al onze waarneming waard, als zij niet in de geest wordt opgelost?) in dit Europa ons laat ste Paradijs. En, als ieder Paradijs, een Vissers in de haven van Mykonos, een der interessantste van de Aegeïsche eilanden. land van oorsprong: Europa's oorsprong." Het is te begrijpen, dat de schrijver van dit laatste Paradijs van Europa niet vluch tig vertellen kan, doch dat hij zelfs een ietwat plechtige toon aanheft als zijn be wondering en enthousiasme een hoogte punt bereiken. De grond, die hij met eerbied betrad, en de puinen, die hem van huiver ver vulden, zijn de getuigen van een groots en bewogen verleden. Mr. Scholte heeft zich echter niet verloren in het navertel len hiervan. Hij heeft de juiste manier gevonden om verleden en heden, feiten en gevoelens in één imponerende eenheid te verwerken. Daarom laat zijn reisverhaal zich niet in een paar regels samenvatten. En men zal instemmen met de conclusie, waar mede de auteur zijn boek besluit: „Tus sen Korfoe en Rhodos ligt een marme ren archipel. Marmer is de schoonste stof waarin het volmaaktste is gevormd onder de handen der mensen. Maar stof.mar mer en mens: stof". „Met Katharine Hepburn werken is hetzelfde als betrokken raken bij een auto-ongeluk", aldus Spencer 1 racy. In Hollywood ligt het goud niet alleen op de vloeren van de filmstudio's, doch het zit er ook onder. Deze zomer zal men onder drie studio's in het hartje van de filmstad beginnen met het boren naar olie. Dit is bekend gemaakt door Co lumbia Pictures, die de rechten tot bo ring heeft verkocht aan de Union Oil Company of California. Deze maat schappij heeft een soortgelijke overeen komst gesloten met de Paramount-stu dio's een naar blokken verder, terwijl men met RKO Radio Pictures, een buur man van Paramount, nog in onderhan deling is. Twee jaar geleden is onder de studio's van 20th Century Fox op de rand van Beverley Hills een rijke oliebron aange boord. Tussen 1894 en 1912 zijn volgens de toen geldende wettelijke voorschriften meer dan 300.000 meter film ten be hoeve van het bureau voor auteursrech ten op papier afgedrukt en in de archie ven van genoemd bureau ondergebracht. Be oorspronkelijk celluloid-films zijn in he loop der jaren grotendeels verloren Segaan om nu die films, die uit his torisch oogpunt van grote waarde zijn, aan de vergetelheid te ontrukken, gaat men thans het procédé omkeren en van he afdrukken op papier weer films ma ken. Eén van deze films laat de tsaar van Rusland zien bij de opening van een hieuw gebouw in St.-Petersburg (het te genwoordige Leningrad) in 1900. Deze op- hame logenstraft de aanspraken van de Sovjet-historici, die beweren, dat een Rus m 1910 de filmcamera zou hebben uit gevonden. De Amerikaanse filmproducent Hal ^Vallis is zo enthousiast over zijn film "The Rainmaker" (De Regenmaker), d'at hij de beide hoofdrolspelers Burt Lan caster en Katharine Hepburn heeft voor gesteld dit jaar opnieuw een film te ma ken. Hij wil ze samen laten optreden in Tennesse Williams' „Summer and Smo ke" een toneelstuk, waarvan hij de film rechten heeft. Beide sterren voelen wel Iets voor dit plan en zijn voornemens met Wallis na te gaan, wanneer ze zich voor he film beschikbaar kunnen stellen. Ze zijn beiden dit jaar bijzonder druk bezet, vooral Lancaster, die een eigen fum- hiaatschappij heeft. Burt Lancaster doet met dit Pjan om voor de tweede maal met Miss Hepburn °P te treden, zijn reputatie van „tougn §uy» alle eer aan. Spencer Tracy, die haar tegenspeler is geweest in de tilm '»Desk Set" (Bureaustel) verklaarde ten- minste na afloop: „Met haar werkent is hetzelfde als betrokken raken bij een te auto-ongeluk In het programma van Jack Jackson voor de Britse commerciële televisie vverd melding gemaakt van het voorne hoen om een „filmbiografie" Lapierre koesterde grote bewondering voor deze Japanse kunstenaars- ambachtslieden. Zeer getroffen heeft mij tenminste het boeiende, onopgesmukte en soms zo ont roerende relaas van mevrouw I. Ehr- ströhm, een Finse doktersvrouw, die met haar man en beide kinderen haar vader land verliet, om op Groenland medische hulp te verlenen en onderzoekingen te verrichten. Dokter Ehrströhm zegde een rustige, roemvolle praktijk vaarwel, om dat hij wist dat hij op Groenland nood zakelijker werk in dienst van de mens heid zou kunnen verrichten. In „Doktersvrouw op Groenland" lezen we hoe de jonge arts de strijd aanbond tegen veel onwetendheid en vooroordeel. Krachtig bijgestaan door zijn even ener gieke als liefdevolle vrouw, werkte hij dag en nacht. Niet alleen de ouders doch ook de kinderen sloegen zich bewonderens waardig door de ontberingen en moeilijk heden heen. Zij uitten geen klacht. Dit jonge gezin was, ver van de bewoonde wereld, gelukkig in zijn dienstbaarheid aan de evenmens. Totdat Ehrströhm 'n waarschuwing ont ving, die hij als arts niet kon misverstaan: hij ontdekte het eerste symptoom van een afschuwelijke, dodelijke ziekte. De man, die talloze malen de strijd met de dood had aangebonden en gewonnen, wist dat hij deze strijd, nu het om hem zelf ging, bij voorbaat al verloren had. Hij kon zelfs de weinige weken, die hem nog restten, berekenen Maar ook nu toonden hij, zijn vrouw en hun kinderen hun moed. Zij waren naar Groenland gegaan om de levens van anderen te redden nu kwamen ze terug naar het vaderland, omdat de jonge dok ter daar sterven wilde. En na zijn dood schreef zijn vrouw dit. gevoelige en boeien de boek. Van Noordpool tot Zuidpool het is voor de O. en A.-reeks maar één stapje P. Pinney maakt met u een „Zwerftocht door Afrika", A. Jaulgonne neemt u mee op een „Jacht op groot wild in Azië en Afrika" en Jack MacLaren vertelt u in „Cocos aan eenzame kust" van de acht jaren, die hij als pionier heeft doorge bracht temidden van primitieve volks stammen in Noord-Australië. Bijzonder aardig zijn de boekjes over nogal „bewogen" wittebroodsweken, na melijk Èrling Tambi's „Huwelijksreis over Vastentijd is de tijd van meditatie. De tijd, waarin wij trachten door te dringen in de gesteltenis van onze Heer Jesus Christus en van hen, die heel nauw bij Zijn Lijden verbonden waren: Zijn Moeder, de Apostelen, de Joden. Mediteren is dus het trachten door te dringen in de gesteltenis van een ander. De toneelheoefening vereist hetzelfde, om de figuur, die wij moeten uitbeelden, gestalte te kunnen geven. De toneelheoefening dwingt ons tot meditatie en wel op dusdanige wijze, dat ons succes van de opvoering geheel afhangt van de intensiteit van de daaraan voorafgaande meditatie Ons hele streven in het leven is erop ge richt: ware Christenen te worden, dat wil zeggen: een andere Christus. Op het toneel trachten wij ook de ander te worden, hoewel we daarbij natuurlijk geheel onszelf blijven. Maar even toch - d.w.z. gedurende de voorstelling zijn wij niet alleen onszelf, maar ook de an der, die wij uitbeelden. We hebben als het ware die ander in onszelf ontmoet en zijn er één mee geworden. van de 19-jarige „rock 'n' roller" Tommy Steele» Binnen twee minuten hing de Britse komiek Jack Train aan de telefoon met een suggestie voor een titel: „From the Cradle to the Shave" (Van de wieg tot de eerste baardhaar) Het individu met het IJzeren Kruis op bijgaand plaat je, is de blonde Duitse filmheld Hardy Krüger. Deze 28-jarige ster, die al in 22 Duitse films is opgetreden, is door de Britse Rank-organisatie geëngageerd om de rol van Von Werra, een ont vluchtte nazi-pi loot, te spelen in de film ..The One that got away" (De ontsnapte), die in de Pine- wood-studio's wordt gemaakt. Krüger's felle en harde uiterlijk en zijn vloeiende Engels, dat hij spreekt met éen licht Amerikaans accent, maken hem geknipt voor de rol van een man, wiens ongelooflijke geluk, durf en behendig heid hem in staat stelden in kringen om zijn bewakers heen te lopen. Een andere Duitse acteur, O. W. Fi scher, die „wegens gebrek aan medewer king" aan de film „My Man Godfrey" door de Amerikaanse filmmaatschappij Universal-International werd ontslagen en vervangen door David Niven, heeft in Hollywood een contract getekend om voor 20th Century Fox in drie films op te maken Universal eiste 131.860 dollars wegens contractbreuk van Fischer, maar maak te later bekend, dat de zaak in der minne was geschikt, zonder echter de details van de schikking bekend te maken. Het was in den jare 1922, dat de redactie van wijlen het Limburgse maandblad „De Nedermaas" aan haar lezers een portret toonde van een conventieel geklede jongeman met opvallend donkere haardos en ogen. Enkele volzinnen gaven daarbij te kennen, dat dit nu de Prix-de-Rome- winnaar Charles Eyck was, van wie men ongetwijfeld veel verwachten mocht voor de bloei van het gewes telijke culturele leven. Nu de jongeman van 1922 zijn haren beginnen te grijzen, maar zijn ogen zijn nog steeds opvallend donker aan zijn zestigste verjaardag toe Is, moet men er kennen, dat hij aan de redactionele ver wachtingen royaal heeft voldaan. Hij zou niet anders gekund hebben, want hij is nu eenmaal royaal van aard. Al schil derend op doek, wand en glas doorkruis te hij ons hele land en bereisde hij vele streken van de grote wereld. Na kortere of langere tijd kwam hij steeds terug in Zuid-Limburg, zelfs in zijn geboorteplaats. Het landhuis Ravensbosch waar de fa milie Eyck verleden zaterdag recipieerde voor de bevolking van Schimmert, ligt maar een paar kilometer van Meerssen, het dorp waar Charles Eyck op 24 maart 1897 werd geboren. Hij ging er naar school, maar niet lang. Als 14-jarige moest hij aan de slag in de aardewerkfabriek „de Ceramique" te Maastricht. Een zwa re ziekte maakte hem doof. Desondanks is uit de jonge arbeider die voorbestemd scheen voor een kommervol bestaan, de joyeuze levensk tenaar gegroeid die Charles Eyk thans is. Hoe dan ook. hij moest en zou schilde ren. Hij bezocht de academies van Rot terdam en Amsterdam. Hij verwierf de Prix de Rome, trok naar Italië om er de vereiste werkstukken te vervaardigen en kwam voorlopig niet terug. Enkele jaren heeft de jonge Eyck a.h.w. nodig gehad om zich los te werken uit de sfeer van zijn Wij zijn er één mee geworden door ons de gemoedsbewegingen van die ander ei gen te maken; door studie; door belang stelling voor die ander te tonen; door ons geheel voor die ander open te stellen en onszelf even te vergeten. Wij vergeten even onszelf, onze eigen omstandigheden, waarin wij leven, om ons geheel te kunnen verdiepen in de om standigheden, waarin de ander leeft Wij maken zijn omstandigheden tot de onze. Wat hij ondergaat, ondergaan wij. Zijn woorden woTden onze woorden. En wij reageren ook net eender als hij. Maar om dit te bereiken is een zeer in tense oefening nodig, een zeer diepe en langdurige meditatie omtrent de persoon van die ander, omtrent zijn karakter en beweegredenen. Van de intensiteit van de meditatie ge durende onze voorbereidingen op het to neelspel hangt er af, of wij erin zullen sla gen gestalte te geven aan de persoon, die wij uit moeten beelden op het toneel. Welk een prachtige gelegenheid biedt hier een passiespel voor de toneelbeoefe naars. Het passiespel dwingt ons tot me ditatie over Christus Lijden. Tot een In tense en zeer langdurige meditatie. Het dwingt ons ons één te maken met de Lij dende Christus, Zijn omstandigheden tót de onze te maken, Zijn gedachten en Zijn woorden tot onze gedachten en onze woor den. Bovendien biedt het passiespel ons nog een uitstekende kans tot een brok modern apostolaat. Onze liefde tot Christus moest ons allen eigenlijk drijven tot de opvoering van een dergelijk spel in de heilige Vastentijd. zonloze jeugd en de gebondenheid van de academie-tijd. Hij ziet in Italië de gi gantische wandschilderingen, ondergaat de noordelijke sfeer der Scandinavische landen, werkt in Breitners atelier te Am sterdam, vertoeft korte tijd in Maastricht, ontdekt Parijs en 't zonnige Zuid-Franse land. Frankrijk moet hij hebben ervaren als het beloofde land. Hij onderging er de Invloed van Dufy en Utrillo, ontmoette er Pascin, die in het jaar 1929 zijn eerste Parijse expositie organiseerde. Tot 1931 heeft de grote zwerftocht ge duurd. En eigenlijk moet men zeggen, dat Charles Eyck nog steeds en route is. Het is immers nog slechts enkele jaen ge leden, dat hij thuis kwam uit Curasao met in zijn koffers een voorraad nieuw werk, dat voor elkeen een verrassing was. En was hij niet in de jaren '33 en '34 in Portugal, Afrika en Rome? Honkvast is Eyck nooit geweest en zal hij 'ook wel nooit worden. Evenmin als hij ooit conser vatief was ten aanzien van zijn artistie ke opvattingen en werkwijze. De Eyck van vandaag is nooit dezelfde als de Eyck van gisteren of die van morgen. De jubileum-expositie die de volgende week begint in het raadhuis te Heerlen, zal ongetwijfeld een boeiend geheel geven van de ontwikkelingsgang van de te fê teren jubilaris, die 40 jaar van zijn leven uitbundig tekenend en schilderend heeft doorgebracht. Het is echter de doem van tentoon stellingen en van deze in het bijzonder, dat men er slechts hanteerbare en te ver voeren werken kan laten zien. Het werk dat Charles Eyck maakte, toen hij op de steigers stond van kerken en kapellen, zal in Heerlen ontbreken. Men zal het pijnlijk missen, want wat is Eyck zonder zijn monumentale wandschilderkunst? Ge lukkig zijn de kerken van Heksenberg, Wittem en Heerlen, die hij respectieve lijk in de jaren 1938, '39 en '40 decoreer de, niet ver van de tentoonstellingszaal verwijderd, zodat de geïnteresseerde be zoeker zich niet al te grote moeite hoeft te getroosten om enkele van Eycks best geslaagde kerkschilderingen onder ogen te krijgen. In 1931 heeft Eyck in het mijnwerlcers- dorp Rumpen zijn eerste kerk geschil- derd. In 1932 volgde een opdracht voor een kapel te Zeist. „Opdrachten gelijk Charles Eyck er een ontving" tekende Jan Engelman daar toen bij aan „om een muurvlak te beschilderen dat meer dan honderd en zeventig vierkante meter groot is, zijn zeldzaam. Men kan ze in een tijd, die een kunstzinnige enkeling tot besparing noopt alleen nog verwach- ten van een communiteit. Als wij nu zo ver zijn gekomen, dat een communiteit, een katholieke communiteit, naarstiglijk zoekt en terdege zich laat inlichten om de opdracht te kunnen geven aan een waarachtig kunstenaar, dan noem ik dit een gelukkig teken voor de groei van het besef, dat een katholieke beschaving, die „ruimte" om zich heen heeft, de schoon heid der kunst moet eren en omvatten." Het door Engelman met vreugde be groete besef heeft ontegenzeggelijk in Limburg bestaan bij vele van de bouw pastoors der jaren dertig. De leden van de „Limburgse school" kregen er de kans door om de kerkelijke kunst in ons land werkelijk te vernieuwen, zonder dat er sprake was van een kloof tussen de kun stenaar en het volk. Wij danken er op het ogenblik de Godshuizen aan die Boos- ten bouwde, Eyck beschilderde, Jonas of Nicolas beglaasde en waarin Charles Vos zijn heiligenbeelden kon plaatsen. Lang heeft die Limburgse idylle niet bestaan. Het oorlogsjaar 1940 beëindigde ze abrupt en definitief. Jonas, Boosten en Vos wer den in de jaren na de oorlog ten grave gedragen. Charles Eyck gaat zijn 60-ste verjaar dag vieren als een levenslustig en werk lustig man. Aan de tekenstift en het pen seel heeft hij niet genoeg om zijn inge boren zin voor uitbeelden te bevredigen Kort geleden ontwierp hij een kerk, daar mee de eerste stappen op het pad der ar chitectuur zettend. Hij liet het Maas trichtse bevrijdingsmonument in bror gieten en experimenteerde met keram sche produkten. En het allerlaatste berii uit Ravensbosch meldt, dat Charles Eye Dior naar de kroon gaat steken met zë ontwerpen voor een serie schuttersuni formen Men heeft de jarige meester meer dar eens oppervlakkigheid en al te gemak kelijke, barokke uitbundigheid verweten Het worde een zo van plastische drift bezetene vergeven.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 5