witte doek
„Big wheel"
zelf naar Londen
Toneel is meditatie
Charles
Eyck 60
jaar
Darryl F. Zanuck:
op hun horloge te kijken
.Ze lopen
Van Meliès tot Harryhausen
Russische bewering gelogenstraft
Schilderen als
levensvoorwaarde
ZATERDAG 23 MAART 1957
PAGINA 5
Kleines Haus
heb
ZOEKERS EN ZWERVERS OP DE PRAATSTOEL
Fotografische illusies van denkbeeldige
werkeli j kheid
Een der prettigste reeksen boeken, die men tegenwoordig zelfs
officieel! in de nieuw-Nederlandse rubriek „non fictionpleegt
in te delen, is de serie Ontwikkeling en Avontuur, uitgegeven door
N.V. De Kern te Amsterdam. De boekjes zien er, handig van for
maat en in 'ii smaakvol plastiek omslag, zeer aantrekkelijk uit. Zij be
vatten zorgvuldig gekozen en bewerkte teksten, zijn rijk geïllustreerd
en typografisch goed verzorgd. Er is aan de grootst mogelijke ver-
en 1 scheidenheid gedachtwe volgen bekende reizigers, die met een
goed uitgeruste expeditie op onderzoek gaanmaar ook jonge,
Harryhausen heeft de journalisten zijn onervaren mensen en waaghalzen, die plotseling door zwerflust zijn
schaal nagTbouwde^Uriie^^^he^Co-aangegrepen en de wijde wereld intrekken zonder geld, zonder
losseum en het Pantheon en heeft ze zekerheid, ja zelfs zonder een behoorlijk plan komen in de
O. en A.-reeks aan het woord. Eveneens is er een plaats ingeruimd
voor het reisverhaal van hen, die niet uit onrust of zwerflust doch
uit opofferende toewijding aan de evenmens naar vreemde landen
en volken zijn gegaan. De boeken van deze laatste soort, die dus
iaat draven, nieuwe puinhopen tussen de j over het avontuur der mensenliefde, zijn zeker niet de minst
waardevolle!
Hans Roest
Goud in Hollywood
Niet alleen op, maar ook onder
de studiovloer
Spelen met Katharine Hepburn: „als
een auto-ongeluk"
Geen klach t
Marmeren Archipel
Unieke kans voor ons ais passiespeiers
OVEREENKOMST MET
HET LEVEN
W
Zwerftocht
„Terug uit Curaqao", recent werk van Eyck.
Charles Eyck
Hans
van
Bergt
en
WERELDNIEUWS
it
Darryl F. Zanuck, een naam. die meer nen, lag er sneeuw en dus stuurde ik
25 jaar lang in Hollywood een zeer de hele zaak naar Mexico. Ziet er pre-
'"drukwekkende klank heeft gehad, heeft; cies eender uit en er is géén sneeuw".
°nlangs tien miljoen gulden besteed aan
lUn eerste Britse film. Tevens is dit de
e®rste keer, dat een echte top-magnaat
Hollywood in hoogst eigen persoon
haar Engeland is gekomen om er een film
;c Produceren. In plaats van zijn macht
'e delegeren en zelf thuis te blijven, is
„big wheel" (het grote wiel, zoals
fle Amerikanen mannen als Zanuck ple-
ïen te noemen) zelf gekomen en het re-
citaat van zjjn bezoek is zeer leerzaam
ïeWeest voor de Britten.
Zanuck maakte zich in Engeland maar
over één ding zorgen: de tijd, die er no
dig is om een film af te werken.
„Mijn maatschappij heeft „Anastasia"
in dezelfde Londense studio opgenomen
waarin ook mijn „Island in the Sun" is
gemaakt. Toen de opnamen klaar wa
ren, ging „Anastasia" naar Hollywood
voor de begeleidende muziek en de mon
tage. Dat duurde zes weken en toen kon
de film worden vertoond. Ik laat „Is
land in the Sun" in Engeland afwerken
en het zal heus nog wel vier of vijf
maanden d ren, voordat ze klaar is voor
vertoning. Dat is een ernstige handicap".
„Maar toch", besloot Zanuck. „heb ik
een voorgevoel wat die film van me be
treft; dat het een geweldig succes wordt".
„Bij hoeveel van uw films hebt u dat
voorgevoel al eens eerder gehad?" vroeg
de Britse journalist.
Zanuck lachte. i,Ik begrijp, wat u be
doelt" zei hij. „Inderdaad, ik heb dat
gevoel al eens eerder gehad, zowel bij
mijn successen als bij de mislukkingen".
Binnen een week zat hij afwisselend in
Bonden, Parijs, New York en Hollywood
0lh de laatste hand te leggen aan zijn
Pfoduktie. Dat heen en weer reizen tus-
Sen vier steden is voor de 54-jarige Za
nuck, die eens filmscenario's schreef
v°or de wonderhond Bin Tin Tin, geen
®r'l, maar harde noodzaak. In Londen
c°ntroleert hij de montage van zijn film
"Island in the Sun", in Parijs, waar zijn
"Ochter woont, confereert hij over de be
reidende muziek, in New York be
spreekt hij de distributie en in Hollywood
'reft hij voorbereidingen voor een nieu
ws film.
„Op jullie voornaamste medewerkers:
Cirieralieden, produktieleider en de rest,
rt niets aan te merken" aldus verklaar-
Zanuck in een gesprek met de Britse
filmjournalist David Lewin. „Maar in de
pgere regionen mis ik de energie en
'Pewijding van onze mensen in Holly
wood. In de studio lopen sommigen te-
®en het eind van de dag op hun horloge
'e kijken. Ik kreeg zelfs de indruk, dat
Ze het werk rekten in plaats van het_ zo
spoedig mogelijk af te maken. Misschien
2iin ze bang, dat ze zo gauw geen an-
^or baantje kunnen krijgen en willen ze
dit zo lang mogelijk laten duren. Toen
We buitenopnamen gingen maken, had
J* honderd man personeel nodig, meer
dan ik ooit tevoren aan het werk heb
ëehad en meer zelfs dan De Mille. Maar
Cteurs en sterren hébben jullie, als je
er maar gebruik van weet te maken".
Darryl Zanuck is niet langer hoofd van
de produktie bij 20th Century Fox, maar
hij maakt nog altijd films voor ze en is
onlangs herkozen in de raad van beheer.
Zijn kennis en ervaring worden nog^ al-
tijd op een waarde van een half miljoen
dollars 1.800.000.—) per jaar geschat.
Nu de opnamen voor „Island in the Sun'
«laar zijn, is hij al begonnen met de
Voorbereidingen voor zijn volgende film:
»The Sun also rises" naar een verhaal
Van Ernest Hemingway.
„Voordat ik met de verfilming van een
Segeven laat beginnen, aldus Zanuck.
„stuur ik het naar een stuk of zes schrij
vers om te zien, wie de beste ideeën
heeft. Dan kies ik er eentje uit en werk
verder met hem samen.
Wat de rolverdeling betreft, is er maar
een actrice, die het Engelse meisje uit
kringen in „The Sun also rl," dc meest ingewikkelde foto's te maken
net w"-?pelen: Ava Gardner. Ze nee j^et is gen wetenschappelijke filmfantasie
guur nodigt dwaasheid, dat voor die i-ron(j egn 0pZienbarend wezen, afkomstig
Darryl F. Zanuck: „Ik
voorgevoel
een
tt:
NA HET „BERLINER BALLET"
dat in december aan ons land een
bezoek bracht, komt van 9 tot 12 april
a.s. het gezelschap van het Schloss-
park Theater eveneens uit Berlijn,
om precies te zeggen uit de voorstad
Steglitz, naar Nederland. Het Schloss-
park Theater, ook wel genoemd „das
Kleine Haus" tegenover het Berlijnse
Schiller Theater, dat Groszes Haus
genoemd wordt, was voor de tweede
wereldoorlog van weinig betekenis in
- het aan schouwburgen zo rijke Ber
lijn. Na de oorlog echter werd het
zeer belangrijk, omdat het een van de
weinige intact gebleven schouwbur
gen was. Ook het Schillertheater, dat
nu 50 jaar bestaat werd in de oorlog
verwoest, maar is in 1950 weer opge
bouwd. Na de oorlog trok Borislaw
Barlog, de huidige directeur, met een
gezelschap in het Schlosspark Thea
ter en wist binnen enkele jaren met
het ensemble een repertoire van hoog
artistiek gehalte op te bouwen. Naast
de klassieken als Lessing, Schiller,
Shakespeare en Ibsen, kwamen op het
repertoire ook veel moderne en ook
stukken, die voor de Nazitijd op het
Duitse repertoire stonden, zoals „Ein
Besserer Herr" van Hasenclever, dat
het gezelschap in Nederland komt op
voeren.
Het leven van anderen redden
In de bijna zestig jaren, die er liggen I trokken voor achtergrond-opnamen
tussen „De Reis naar de Maan" van Me- actiescènes in de straten van Rome,
liès, de Franse pionier op het gebied van het Colosseum en het Pantheon,
de trucfilm en de dag van vandaag, is 1
dit genre films natuurlijk met reuzen
sprongen vooruitgegaan. De tovenaars
met de „speciale effecten" kunnen tegen
woordig ware wonderen van illusie ver- 1 lu^eum en utn
J: II„,llr een raffinement zeIfs toegestaan een model aan te raken
van het Venusmonster, dat van kop tot
staart ongeveer een halve meter lang is.
Maar hij wilde niet verklappen, hoe hij
het laat bewegen, hoe hij het een ver
schrikkelijke worsteling laat maken met
een olifant en hoe hij het door Rome
richten en gaan met zulk een raffinement
en technische vaardigheid te werk, dat
het vaak onmogelijk is, een vloot van
echte oorlogsschepen te onderscheiden
van de modellen, die dobberen op de
door mensenhanden opgezweepte baren
van een studio-zee.
Hoezeer de mannen van de speciale
effecten ook in hun kunst zijn vooruit
gegaan, ze hebben nog altijd één ding
gemeen met hun handige Franse voor
ganger. Er is nog altijd ontzaglijk veel
fantasie en een eindeloos geduld voor
nodig om een film vol fotografische il
lusies van een denkbeeldige werkelijk
heid te vervaardigen.
Niemand hoeft Charles Schneer, de
rpoducent van „Twenty Million Miles to
Earth" (Twintig Miljoen Mijlen naar de
Aarde) daarover iets te vertellen, want
hij is al maanden bezig voor deze film
oude in zijn spoor achterlatend
Het verhaal speelt in Pamplona in
&Panje. Ik had er bij voorbaat al een
cameragroep naar toegestuurd om er
achtergrondopnamen te maken. Maar
toen er met filmen kon worden begon-
van de planeet Venus, dat er uit ziet als
een slang, rechtop loopt en leeft op een j
dieet van zwavel.
„Twenty Million Miles to Earth" is een i
film, die in de letterlijke zin van het j
woord beeldje na beeldje in elkaar wordt
geprutst. Met dit moeitevolle werkje is
men in september van verleden jaar be
gonnen, toen Schneer, zijn regisseur Na
than J. Juran, zijn hoofdrolspeler Wil
liam Hopper en de technische ster van
de film, Ray Harryhausen, naar Italië
de wereldzee", en het deeltje dat Domi
nique Lapierre schreef over zijn uiterma
te voordelige en nochtans zeer langdurige
en verre huwelijksreis: „Van New York
naar Tokio". Deze jeugdige Fransman ver
telt erg onderhoudend en levendig; bij
zonder belangrijk is het allemaal niet,
maar wel interessant en boeiend. Het is
reisjournalistiek van de goede soort.
Veel dieper gaat het boek, dat mr.
Hendrik Scholte schreef over zijn reis
naar Ionische en Aegeïsche eilanden. Zijn
ervaringen, die hij samenbracht onder de
titel „De marmeren Archipel", zijn meer
geweest dan alleen een feest voor de zin
nen: zijn reis is bovenal een geestelijk
avontuur geworden.
De schrijver zegt het aldus: „Hellas is
voor het geestelijk oog (en wat is al onze
waarneming waard, als zij niet in de geest
wordt opgelost?) in dit Europa ons laat
ste Paradijs. En, als ieder Paradijs, een
Vissers in de haven van Mykonos,
een der interessantste van de
Aegeïsche eilanden.
land van oorsprong: Europa's oorsprong."
Het is te begrijpen, dat de schrijver van
dit laatste Paradijs van Europa niet vluch
tig vertellen kan, doch dat hij zelfs een
ietwat plechtige toon aanheft als zijn be
wondering en enthousiasme een hoogte
punt bereiken.
De grond, die hij met eerbied betrad,
en de puinen, die hem van huiver ver
vulden, zijn de getuigen van een groots
en bewogen verleden. Mr. Scholte heeft
zich echter niet verloren in het navertel
len hiervan. Hij heeft de juiste manier
gevonden om verleden en heden, feiten en
gevoelens in één imponerende eenheid te
verwerken.
Daarom laat zijn reisverhaal zich niet
in een paar regels samenvatten. En men
zal instemmen met de conclusie, waar
mede de auteur zijn boek besluit: „Tus
sen Korfoe en Rhodos ligt een marme
ren archipel. Marmer is de schoonste stof
waarin het volmaaktste is gevormd onder
de handen der mensen. Maar stof.mar
mer en mens: stof".
„Met Katharine Hepburn werken is
hetzelfde als betrokken raken bij een
auto-ongeluk", aldus Spencer 1 racy.
In Hollywood ligt het goud niet alleen
op de vloeren van de filmstudio's, doch
het zit er ook onder. Deze zomer zal
men onder drie studio's in het hartje van
de filmstad beginnen met het boren naar
olie. Dit is bekend gemaakt door Co
lumbia Pictures, die de rechten tot bo
ring heeft verkocht aan de Union Oil
Company of California. Deze maat
schappij heeft een soortgelijke overeen
komst gesloten met de Paramount-stu
dio's een naar blokken verder, terwijl
men met RKO Radio Pictures, een buur
man van Paramount, nog in onderhan
deling is.
Twee jaar geleden is onder de studio's
van 20th Century Fox op de rand van
Beverley Hills een rijke oliebron aange
boord.
Tussen 1894 en 1912 zijn volgens de
toen geldende wettelijke voorschriften
meer dan 300.000 meter film ten be
hoeve van het bureau voor auteursrech
ten op papier afgedrukt en in de archie
ven van genoemd bureau ondergebracht.
Be oorspronkelijk celluloid-films zijn in
he loop der jaren grotendeels verloren
Segaan om nu die films, die uit his
torisch oogpunt van grote waarde zijn,
aan de vergetelheid te ontrukken, gaat
men thans het procédé omkeren en van
he afdrukken op papier weer films ma
ken.
Eén van deze films laat de tsaar van
Rusland zien bij de opening van een
hieuw gebouw in St.-Petersburg (het te
genwoordige Leningrad) in 1900. Deze op-
hame logenstraft de aanspraken van de
Sovjet-historici, die beweren, dat een Rus
m 1910 de filmcamera zou hebben uit
gevonden.
De Amerikaanse filmproducent Hal
^Vallis is zo enthousiast over zijn film
"The Rainmaker" (De Regenmaker), d'at
hij de beide hoofdrolspelers Burt Lan
caster en Katharine Hepburn heeft voor
gesteld dit jaar opnieuw een film te ma
ken. Hij wil ze samen laten optreden in
Tennesse Williams' „Summer and Smo
ke" een toneelstuk, waarvan hij de film
rechten heeft. Beide sterren voelen wel
Iets voor dit plan en zijn voornemens met
Wallis na te gaan, wanneer ze zich voor
he film beschikbaar kunnen stellen. Ze
zijn beiden dit jaar bijzonder druk bezet,
vooral Lancaster, die een eigen fum-
hiaatschappij heeft.
Burt Lancaster doet met dit Pjan om
voor de tweede maal met Miss Hepburn
°P te treden, zijn reputatie van „tougn
§uy» alle eer aan. Spencer Tracy, die
haar tegenspeler is geweest in de tilm
'»Desk Set" (Bureaustel) verklaarde ten-
minste na afloop: „Met haar werkent is
hetzelfde als betrokken raken bij een te
auto-ongeluk
In het programma van Jack Jackson
voor de Britse commerciële televisie
vverd melding gemaakt van het voorne
hoen om een „filmbiografie"
Lapierre koesterde grote bewondering voor deze Japanse kunstenaars-
ambachtslieden.
Zeer getroffen heeft mij tenminste het
boeiende, onopgesmukte en soms zo ont
roerende relaas van mevrouw I. Ehr-
ströhm, een Finse doktersvrouw, die met
haar man en beide kinderen haar vader
land verliet, om op Groenland medische
hulp te verlenen en onderzoekingen te
verrichten. Dokter Ehrströhm zegde een
rustige, roemvolle praktijk vaarwel, om
dat hij wist dat hij op Groenland nood
zakelijker werk in dienst van de mens
heid zou kunnen verrichten.
In „Doktersvrouw op Groenland" lezen
we hoe de jonge arts de strijd aanbond
tegen veel onwetendheid en vooroordeel.
Krachtig bijgestaan door zijn even ener
gieke als liefdevolle vrouw, werkte hij dag
en nacht. Niet alleen de ouders doch ook
de kinderen sloegen zich bewonderens
waardig door de ontberingen en moeilijk
heden heen. Zij uitten geen klacht. Dit
jonge gezin was, ver van de bewoonde
wereld, gelukkig in zijn dienstbaarheid
aan de evenmens.
Totdat Ehrströhm 'n waarschuwing ont
ving, die hij als arts niet kon misverstaan:
hij ontdekte het eerste symptoom van een
afschuwelijke, dodelijke ziekte. De man,
die talloze malen de strijd met de dood
had aangebonden en gewonnen, wist dat
hij deze strijd, nu het om hem zelf ging,
bij voorbaat al verloren had. Hij kon zelfs
de weinige weken, die hem nog restten,
berekenen
Maar ook nu toonden hij, zijn vrouw
en hun kinderen hun moed. Zij waren
naar Groenland gegaan om de levens van
anderen te redden nu kwamen ze terug
naar het vaderland, omdat de jonge dok
ter daar sterven wilde. En na zijn dood
schreef zijn vrouw dit. gevoelige en boeien
de boek.
Van Noordpool tot Zuidpool het is
voor de O. en A.-reeks maar één stapje
P. Pinney maakt met u een „Zwerftocht
door Afrika", A. Jaulgonne neemt u mee
op een „Jacht op groot wild in Azië en
Afrika" en Jack MacLaren vertelt u in
„Cocos aan eenzame kust" van de acht
jaren, die hij als pionier heeft doorge
bracht temidden van primitieve volks
stammen in Noord-Australië.
Bijzonder aardig zijn de boekjes over
nogal „bewogen" wittebroodsweken, na
melijk Èrling Tambi's „Huwelijksreis over
Vastentijd is de tijd van meditatie. De tijd, waarin wij trachten door te
dringen in de gesteltenis van onze Heer Jesus Christus en van hen, die heel
nauw bij Zijn Lijden verbonden waren: Zijn Moeder, de Apostelen, de
Joden.
Mediteren is dus het trachten door te dringen in de gesteltenis van een
ander. De toneelheoefening vereist hetzelfde, om de figuur, die wij moeten
uitbeelden, gestalte te kunnen geven.
De toneelheoefening dwingt ons tot meditatie en wel op dusdanige wijze,
dat ons succes van de opvoering geheel afhangt van de intensiteit van de
daaraan voorafgaande meditatie
Ons hele streven in het leven is erop ge
richt: ware Christenen te worden, dat wil
zeggen: een andere Christus.
Op het toneel trachten wij ook de ander
te worden, hoewel we daarbij natuurlijk
geheel onszelf blijven. Maar even toch -
d.w.z. gedurende de voorstelling zijn
wij niet alleen onszelf, maar ook de an
der, die wij uitbeelden. We hebben als het
ware die ander in onszelf ontmoet en zijn
er één mee geworden.
van de 19-jarige „rock 'n' roller" Tommy
Steele»
Binnen twee minuten hing de Britse
komiek Jack Train aan de telefoon met
een suggestie voor een titel: „From the
Cradle to the Shave" (Van de wieg tot
de eerste baardhaar)
Het individu met
het IJzeren Kruis
op bijgaand plaat
je, is de blonde
Duitse filmheld
Hardy Krüger.
Deze 28-jarige
ster, die al in 22
Duitse films is
opgetreden, is
door de Britse
Rank-organisatie
geëngageerd om
de rol van Von
Werra, een ont
vluchtte nazi-pi
loot, te spelen in
de film ..The One
that got away"
(De ontsnapte),
die in de Pine-
wood-studio's
wordt gemaakt.
Krüger's felle en harde uiterlijk en zijn
vloeiende Engels, dat hij spreekt met
éen licht Amerikaans accent, maken hem
geknipt voor de rol van een man, wiens
ongelooflijke geluk, durf en behendig
heid hem in staat stelden in kringen om
zijn bewakers heen te lopen.
Een andere Duitse acteur, O. W. Fi
scher, die „wegens gebrek aan medewer
king" aan de film „My Man Godfrey"
door de Amerikaanse filmmaatschappij
Universal-International werd ontslagen
en vervangen door David Niven, heeft
in Hollywood een contract getekend om
voor 20th Century Fox in drie films op
te maken
Universal eiste 131.860 dollars wegens
contractbreuk van Fischer, maar maak
te later bekend, dat de zaak in der minne
was geschikt, zonder echter de details
van de schikking bekend te maken.
Het was in den jare 1922, dat de
redactie van wijlen het Limburgse
maandblad „De Nedermaas" aan haar
lezers een portret toonde van een
conventieel geklede jongeman met
opvallend donkere haardos en ogen.
Enkele volzinnen gaven daarbij te
kennen, dat dit nu de Prix-de-Rome-
winnaar Charles Eyck was, van wie
men ongetwijfeld veel verwachten
mocht voor de bloei van het gewes
telijke culturele leven.
Nu de jongeman van 1922 zijn haren
beginnen te grijzen, maar zijn ogen zijn
nog steeds opvallend donker aan zijn
zestigste verjaardag toe Is, moet men er
kennen, dat hij aan de redactionele ver
wachtingen royaal heeft voldaan. Hij zou
niet anders gekund hebben, want hij is
nu eenmaal royaal van aard. Al schil
derend op doek, wand en glas doorkruis
te hij ons hele land en bereisde hij vele
streken van de grote wereld. Na kortere
of langere tijd kwam hij steeds terug in
Zuid-Limburg, zelfs in zijn geboorteplaats.
Het landhuis Ravensbosch waar de fa
milie Eyck verleden zaterdag recipieerde
voor de bevolking van Schimmert, ligt
maar een paar kilometer van Meerssen,
het dorp waar Charles Eyck op 24 maart
1897 werd geboren. Hij ging er naar
school, maar niet lang. Als 14-jarige moest
hij aan de slag in de aardewerkfabriek
„de Ceramique" te Maastricht. Een zwa
re ziekte maakte hem doof. Desondanks is
uit de jonge arbeider die voorbestemd
scheen voor een kommervol bestaan, de
joyeuze levensk tenaar gegroeid die
Charles Eyk thans is.
Hoe dan ook. hij moest en zou schilde
ren. Hij bezocht de academies van Rot
terdam en Amsterdam. Hij verwierf de
Prix de Rome, trok naar Italië om er de
vereiste werkstukken te vervaardigen en
kwam voorlopig niet terug. Enkele jaren
heeft de jonge Eyck a.h.w. nodig gehad om
zich los te werken uit de sfeer van zijn
Wij zijn er één mee geworden door ons
de gemoedsbewegingen van die ander ei
gen te maken; door studie; door belang
stelling voor die ander te tonen; door ons
geheel voor die ander open te stellen en
onszelf even te vergeten.
Wij vergeten even onszelf, onze eigen
omstandigheden, waarin wij leven, om
ons geheel te kunnen verdiepen in de om
standigheden, waarin de ander leeft
Wij maken zijn omstandigheden tot de
onze. Wat hij ondergaat, ondergaan wij.
Zijn woorden woTden onze woorden. En
wij reageren ook net eender als hij.
Maar om dit te bereiken is een zeer in
tense oefening nodig, een zeer diepe en
langdurige meditatie omtrent de persoon
van die ander, omtrent zijn karakter en
beweegredenen.
Van de intensiteit van de meditatie ge
durende onze voorbereidingen op het to
neelspel hangt er af, of wij erin zullen sla
gen gestalte te geven aan de persoon, die
wij uit moeten beelden op het toneel.
Welk een prachtige gelegenheid biedt
hier een passiespel voor de toneelbeoefe
naars. Het passiespel dwingt ons tot me
ditatie over Christus Lijden. Tot een In
tense en zeer langdurige meditatie. Het
dwingt ons ons één te maken met de Lij
dende Christus, Zijn omstandigheden tót
de onze te maken, Zijn gedachten en Zijn
woorden tot onze gedachten en onze woor
den.
Bovendien biedt het passiespel ons nog
een uitstekende kans tot een brok modern
apostolaat.
Onze liefde tot Christus moest ons allen
eigenlijk drijven tot de opvoering van een
dergelijk spel in de heilige Vastentijd.
zonloze jeugd en de gebondenheid van
de academie-tijd. Hij ziet in Italië de gi
gantische wandschilderingen, ondergaat
de noordelijke sfeer der Scandinavische
landen, werkt in Breitners atelier te Am
sterdam, vertoeft korte tijd in Maastricht,
ontdekt Parijs en 't zonnige Zuid-Franse
land. Frankrijk moet hij hebben ervaren
als het beloofde land. Hij onderging er
de Invloed van Dufy en Utrillo, ontmoette
er Pascin, die in het jaar 1929 zijn eerste
Parijse expositie organiseerde.
Tot 1931 heeft de grote zwerftocht ge
duurd. En eigenlijk moet men zeggen, dat
Charles Eyck nog steeds en route is. Het
is immers nog slechts enkele jaen ge
leden, dat hij thuis kwam uit Curasao met
in zijn koffers een voorraad nieuw werk,
dat voor elkeen een verrassing was. En
was hij niet in de jaren '33 en '34 in
Portugal, Afrika en Rome? Honkvast is
Eyck nooit geweest en zal hij 'ook wel
nooit worden. Evenmin als hij ooit conser
vatief was ten aanzien van zijn artistie
ke opvattingen en werkwijze. De Eyck
van vandaag is nooit dezelfde als de Eyck
van gisteren of die van morgen.
De jubileum-expositie die de volgende
week begint in het raadhuis te Heerlen,
zal ongetwijfeld een boeiend geheel geven
van de ontwikkelingsgang van de te fê
teren jubilaris, die 40 jaar van zijn leven
uitbundig tekenend en schilderend heeft
doorgebracht.
Het is echter de doem van tentoon
stellingen en van deze in het bijzonder,
dat men er slechts hanteerbare en te ver
voeren werken kan laten zien. Het werk
dat Charles Eyck maakte, toen hij op de
steigers stond van kerken en kapellen,
zal in Heerlen ontbreken. Men zal het
pijnlijk missen, want wat is Eyck zonder
zijn monumentale wandschilderkunst? Ge
lukkig zijn de kerken van Heksenberg,
Wittem en Heerlen, die hij respectieve
lijk in de jaren 1938, '39 en '40 decoreer
de, niet ver van de tentoonstellingszaal
verwijderd, zodat de geïnteresseerde be
zoeker zich niet al te grote moeite hoeft
te getroosten om enkele van Eycks best
geslaagde kerkschilderingen onder ogen
te krijgen.
In 1931 heeft Eyck in het mijnwerlcers-
dorp Rumpen zijn eerste kerk geschil-
derd. In 1932 volgde een opdracht voor
een kapel te Zeist. „Opdrachten gelijk
Charles Eyck er een ontving" tekende
Jan Engelman daar toen bij aan „om
een muurvlak te beschilderen dat meer
dan honderd en zeventig vierkante meter
groot is, zijn zeldzaam. Men kan ze in
een tijd, die een kunstzinnige enkeling
tot besparing noopt alleen nog verwach-
ten van een communiteit. Als wij nu zo
ver zijn gekomen, dat een communiteit,
een katholieke communiteit, naarstiglijk
zoekt en terdege zich laat inlichten om
de opdracht te kunnen geven aan een
waarachtig kunstenaar, dan noem ik dit
een gelukkig teken voor de groei van het
besef, dat een katholieke beschaving, die
„ruimte" om zich heen heeft, de schoon
heid der kunst moet eren en omvatten."
Het door Engelman met vreugde be
groete besef heeft ontegenzeggelijk in
Limburg bestaan bij vele van de bouw
pastoors der jaren dertig. De leden van
de „Limburgse school" kregen er de kans
door om de kerkelijke kunst in ons land
werkelijk te vernieuwen, zonder dat er
sprake was van een kloof tussen de kun
stenaar en het volk. Wij danken er op
het ogenblik de Godshuizen aan die Boos-
ten bouwde, Eyck beschilderde, Jonas of
Nicolas beglaasde en waarin Charles Vos
zijn heiligenbeelden kon plaatsen. Lang
heeft die Limburgse idylle niet bestaan.
Het oorlogsjaar 1940 beëindigde ze abrupt
en definitief. Jonas, Boosten en Vos wer
den in de jaren na de oorlog ten grave
gedragen.
Charles Eyck gaat zijn 60-ste verjaar
dag vieren als een levenslustig en werk
lustig man. Aan de tekenstift en het pen
seel heeft hij niet genoeg om zijn inge
boren zin voor uitbeelden te bevredigen
Kort geleden ontwierp hij een kerk, daar
mee de eerste stappen op het pad der ar
chitectuur zettend. Hij liet het Maas
trichtse bevrijdingsmonument in bror
gieten en experimenteerde met keram
sche produkten. En het allerlaatste berii
uit Ravensbosch meldt, dat Charles Eye
Dior naar de kroon gaat steken met zë
ontwerpen voor een serie schuttersuni
formen
Men heeft de jarige meester meer dar
eens oppervlakkigheid en al te gemak
kelijke, barokke uitbundigheid verweten
Het worde een zo van plastische drift
bezetene vergeven.