commentaar Een dag op (modderig) smokkelpad Redeneren, redeneren, zö maakt men de grenzen „boterdicht1 m En toen gingen ive met Troetel op oorlogspad Nieuwe methoden èn nieuwe auto's Bal na, jongelui! Bestedingsbeperking ook in militaire sector Geluk? Geen hardlopers meer Tactiek Animo Redeneren Banden-moordenaars Samenwerking Geen filmsterren Duimen Verhalen Spoor zoeken Plaatselijke Y.V.V. Smokkelen! ZATERDAG 23 MAART 1937 Handigheid en geduld als strijdmiddelen tegen mannen, die aan één ritje duizendgulden verdienen BRABANTS GRENSGEBIED, maart 1957 (Van onze verslaggever) Over de smalle, eenzame asfaltweg fietste langzaam een wielrenner; een al bejaarde, doch zeer sportief geklede Belgische coureur met nonchalant aan de linkerzij, opgehangen aan twee touwtjes, het bekende rennerszakje. Zijn tempo was niet direct overgenomen uit de ronde van Vlaanderenneen, het man netje trapte de meters bedachtzaam onder de wielen vandaan en blikte daarbij zó ge ïnteresseerd naar voren en naar achteren, dat men hem met reden voor een belangstellend toerist zou kunnen houden. Niettemin: uitrusting en fiets wezen er op, dat hij rende „En kijk", zei de douane-beambte, „zo'n man netje, zo'n renner zonder vaart, geeft óns nu reden tot denken Teleurgesteld balden we de vuist tegen een oud mannetje op een rertnersfiets Misschien had hij het toch en was het inderdaad een schuldig wielrijder, die ?n rlp de jaren, met trappen in v wilde blijven. 0k In dat geval mijn excuses, namens Jopie. Maar voorlopig fwijfelen Hobby's plegen zich gemeenlijk niet aan poli tieke grenzen te storen. Wellicht was het op grond van deze overweging, dat een overtuigd hobby-ist ons onlangs vroeg wat wij ervan zouden denken, als hij collega-verzamelaars achter het ijzeren gordijn ging opzoeken. Dat was enkele weken na „Hongarije". Van 28 juli tot 11 augustus veertien volle dagen dus wordt in Moskou een „internationaal festival voor jongeren" gehouden. Niet geheel zon der succes hebben de organisatoren van dit festijn getracht daarvoor in de Derde-Wegpers te adver teren en aldus de aandacht te hebben van hen, voor wie avontuurlijke internationale contacten een hobby vormen. Dank zij die advertenties weten we nu, dat de deelneming, reis naar Moskou v.v, inbegrepen, slechts tweehonderdvijftig gulden kost. Waarlijk, een luttel bedrag. Het voortreffe lijke programma van reizen, excursies, theater- en museumbezoek en tenslotte bal in het Kremlin na, beoogt „geen propaganda te zijn van enige maatschappelijke politieke of geestelijk overtuiging boven de andere". Och kom Aangezien de begrotingsdebatten niet openbaar zijn, weten we niet hoeveel subsidie precies het Kremlin voor die reis heeft uitgetrokken, maar het Nederlandse reisbureau dat verleden jaar nu niet meer; veertiendaagse tochten naar de door een Geneefse zon overgoten Sovjet-Unie annonceerde, berekende voor zo'n reis als we ons goed herinneren ruim achttienhonderd gul den. Het Kremlin durft dus wel te investeren. Dan moet het in deze onderneming wel wat zien, in afwachting van de resultaten die deze eerste kennismaking in een onbezorgde omgeving beslist zullen opleveren. En wat wij nu daar van denken? Er is de suggestie gedaan om deelneming aan zo'n reis kortweg te verbieden. Een dergelijke collectieve preventie van boven-af veronderstelt een geestelijke onvolwassenheid, die in het getal van de niet-communistische jongeren die in dit aanbod tuimelen wellicht aannemelijk is, maar die uiteindelijk toch vreemd is aan de atmosfeer van de Nederlandse democratie. Overigens behoeven we slechts even terug te denken aan hetgeen de Paus in Zijn jongste Kerstboodschap zo duidelijk zei: „Wij betreuren de steun, die de katholieken verlenen aan de tactiek van het nevelgordijn Hoe kan men zich nog sluiten voor het inzicht, dat dit het doel Is van die gehele onoprechte beweging, die doorgaat onder de naam van gesprekken en ontmoetingen? Hoe is het mogelijk elkaar te ont moeten als de wegen uiteenlopen?". En als dit niet voldoende spreekt dan misschien deze overweging dat elke niet strikt noodzake lijke stap naar het Kremlin de stap van de ge laarsde Rus in Boedapest gemakkelijk maakt. Want het Kremlin is het symbool van een stelsel, dat Hongarije en waarlijk niet alleen Hongarije onderdrukt. Bal na, jongeluiEn dat voor slechts 250 gulden!' Is de defensie bij het bestedingsdebat in de Tweede Kamer buiten schot gebleven, in de Eerste Kamer is bij de behandeling van de begroting van Oorlog en Marine alsnog zeer nadrukkelijk de vraag aan de orde gesteld, welke tastbare bijdrage het militaire apparaat tot de noodzakelijk geachte be stedingsbeperking kan leveren. Nu de regering door de motie-Janssen terecht genoopt is om de mogelijkheden van verdergaande bezuinigingen in de overheidssector dan voorzien ,n de bestedingsnota ernstig te onderzoeken, zal ook in het militaire apparaat deze bezuinigingsmogelijk heid grondig bezien moeten worden. In het Kamerdebat trad duidelijk de opinie naar voren, dat het mogelijk is tot aanzienlijke bezui nigingen te komen in de militaire sector zonder dat we aan onze internationale verplichtingen tekort doen. En het bleef hier nipt bij een algemene kreet. De P.v.d.A.-afgevaardigde de heer De Rijk wees een aantal concrete punten aan, die tezamen tot belangrijke bezuinigingen zouden kunnen leiden. Punten, die o.i. alleszins het overwegen waard zijn. Ook werden van verschillende zijden waardevolle suggesties gedaan om tot een betere controle op de efficiency in het tot enorme proporties uitge groeide militaire apparaat te geraken. Al was niet te verwachten, dat minister Staf zonder slag of stoot zou zwichten voor de op hem uitgeoefende druk, de Kamer'had toch op een be- ter-gefundeerd verweer van de bewindsman mogen rekenen dan hjj nu ten beste gaf. Hij maakte zich van deze gewichtige zaak al te gemakkelijk af en het was dan ook niet te verwonderen, dat de Kamer met het zeer onbevredigende antwoord van de minister, die van generlei bezuiniging en generlei verdergaande controle op de efficiency wilde we ten, geen genoegen nam. De K.V.P.-afgevaardigde mr. E. Sassen deed de Kamervoorzitter namens een kritische meerderheid in de Kamer een op merkelijk verzoek. „Zeer vele leden", aldus de heer Sassen, „zouden het op hoge prijs stellen het oordeel van de parlementaire defensiecommissie te vernemen of een verdergaande parlementaire con trole op de militaire uitgaven noodzakelijk, wense lijk of mogelijk is en zo ja, hoe deze op de beste wijze kan worden geëffectueerd." Een verzoek, dat Iets weg had van een motie van wantrouwen. Wij hopen, dat er eindelijk op de een of andere manier een betere controle op dé efficiency in het militaire apparaat geëffectueerd kan worden. Dit is dringend nodig, want aan deze efficiency schort het naar veler Inzicht nog voortdurend in beden kelijke mate. Wij willen geenszins de bekwaamheid van de huidige leiding in het militaire grootbedrijf In twij fel trekken, maar ook deze leiding ontkomt niet aan het grote gevaar van bedrijfsblindheid, waar door zij eenvoudig allerlei gebreken en tekorten in de ingewikkelde militaire machinerie niet meer ziet. En daarom zal het goed zijn als er op de een of andere manier door een onafhankelijke instan tie een scherp toezicht wordt gehouden op de doelmatigheid van dit miljarden verslindende appa raat. Wij denken hierbij behalve aan verdergaande parlementaire controle ook aan het door de heer De Rijk geopperde denkbeeld om een vaste com missie van onafhankelijke bedrijfseconomen In te schakelen, die geregeld toeziet op de efficiency in de militaire sector. Nu liefst GO pet van het nationale inkomen opge slokt wordt door dit op zich onontbeerlijke veilig heidsapparaat, is het een dwingende noodzaak, dat met deze enorme hoeveelheid gemeenschapsgeld uiterst doelmatig en zuinig wordt omgesprongen. Het volk, dat zulke ontzaglijke bedragen ter be schikking stelt heeft hierop ten volle recht. En een militaire leiding, die niet alle middelen te baat neemt om dit recht van het volk te effectueren, schiet ernstig in zijn taak tekort. Het wordt hoog tijd dat dit eens tot de minister met zijn staf door dringt. welke richting hij reed, dat zie weer aan de manier waarop de boch ten zijn genomen. Het is knap. Het is een vak oP zich. Maar je moet je litteratuur bo na dagelijks bijhouden, want als de bakker of de melkboer een nieuwe ban heeft gekocht, dien je het te weten. Geen reportage over de smokkela rij zonder het verhaal van een vangst; weliswaar hadden ze op de inspectie te Roosendaal met klem staan ver zekeren dat dat toch wel bijzonder toe vallig zou moeten zijn en dat we daar voor een dosis sterk riekend geluk moesten hebben, we hadden carrosse rie en motor van Troetel er aan ge waagd en het moest dan maar ge beuren ook. En tenslotte was er een teken, dat er iets in de lucht hing. Dat teken reed langzaam op een felgekleurd sportfietsje en loerde NV-.. V V yw- -- Ze denken véél, daarginds aan de grens tossen Nederland en België, waar de twee landen in een nogal woest landschap aan elkaar zijn ge groeid en waar langs de vage, niet altijd duidelijk herkenbare scheids lijn tussen twee koninkrijken de smok kelaar nog immer tracht zijn accijns vrije scepter te zwaaien. Hij is een historische figuur, zoals ook de douane-mannen daarginds langs de grens historische figuren zjjn, maar beiden zijn niet onkundig gebleven van de ontwikkeling der huidige techniek. De man, die met een zak vol contrabande langs de bos jes sloop, bestaat niet meer. De doua neman, die in hardlopen de smokke laar de baas was, geldt niet langer meer als de m-ester. Is het teveel gezegd, wanneer men vast stelt, dat het nu een strijd is geworden tussen... automobilisten De smokkelaars rij den, de douane rijdt, en het is in vele gevallen een kwestie geworden van stuurtechnische bekwaamheid en p.k.'s. Nogmaals: er wordt veel gedacht, daar langs de grens. De smokkelaar bedenkt, hoe hij met een snelle Ameri kaan, die er zo om en nabij de hon derdveertig „uitdraait" de bescher mers van in- en uitvoerrechten de baas kan blijven en de douane prakke- zeert over middeltjes, om deze Ame rikaan van een afdoend „stopmiddel te voorzien. En U moet maar van mij aannemen, dat er, aan beide kanten, praktisch dagelijks aan de tactiek wordt geschaafd. Want de animo tot smokkelen is, ginds aan de grens van Uw en mijn vaderland, nog steeds groot. Het over schot aan koelhuisboter heeft de dou ane-schuwende zakenmannetjes niet koud gelaten; men rekende uit, dat er aan een kilo Nederlandse boter, die zonder medeweten van 's-rijks ambte naren naar Belgie emigreert, toch wel gauw een rijksdaalder was ver diend. .en wijl er in een behoorlijke automobiel doorgaans wel een plaats je valt te vinden voor vele honder den kilogrammen goudgele lekkernij, viel het verscheidenen moeilijk de automobiel op stal te laten staan. Zij trekken er dus op uit, wagen het huzarenstukje en halen er. zo al les tenminste meeloopt, een belegde boterham uit, want de netto winst van een ritje mag gevoeglijk op vijf honderd en duizend gulden worden ge schat. En er zjjn altijd wel lieden, die daar een paar maanden sombere een zaamheid voor willen riskeren..-. Riskerendat wel, want de dou ane stelt alles in het werk om niet van gisteren te zijn. In januari en fe bruari van dit jaar werden niet min der dan twintig smokkelauto's aange houden en vaak kon de bemanning in de kraag worden gegrepen. Men vleit zich beslist niet met de hoop, hiermee een kwart of een achtste van de boterrally-rijders te hebben gegre pen, doch wie de moeilijkheden kent, waarmee de douaniers te kampen heb ben, begrijpt, dat deze twintig toch al een respectabel aantal vormen. Vaak gingen er aan de vangst van één wagen weken van scherpzinnig speuren (en geduldig wachten) voor af. De techniek, die bij het opsporen van smokkelaars het best voldoet, is die van het psychologisch denken. Re deneren, zo noemde een van de doua nemannen het dezelfde, die mij na een paar uur theorie óók praktijk zou geven, maar over die ellende straks meer. Redenerenauto X is gesigna leerd en men weet, dat hij over een paar dagen wel wéér een tochtje zal wagen. Wanneer? Uit allerlei ge gevens uiteraard geheim, want dit verhaal is niet bedoeld als Hand leiding voor Aankomende Smokke laars wordt een mogelijk volgend tijdstip gedistilleerd en vaak is men er beslist niet ver naast. Aan de wetenschap, dat „ze" bin nenkort weer zullen komen, behoeft zelden te worden getwjjfeld: „dat komt", zegt de douane, „omdat het praktisch onmogelijk is incidenteel te smokkelen. Er moet een organisa tie achter staan. Er moeten leveran ciers zjjn. er moeten smokkelaars zjjn en er moeten afnemers zjjn. Vroe ger speelde bevoorrading en verkoop zich af in de grensstreek, maar stren gere controle en snelle vervoermid delen zjjn er de oorzaak van, dat het achterland nu heel wat groter is geworden. Het ls geen uitzondering, dat de smokkelboter in... Friesland wordt gekocht en diep in België wordt vèrkocht. Zowel verkopers als kopers moeten op een bepaald quantum kunnen re kenen en de smokkelaar is dus wel verplicht op gezette tijden het veld in te gaan. En dit nu is voor de douanebeambten een van de belang rijkste aanknopingspunten. En als men dan vermoedt, dat ze gaan komen, wel, dan staan ze paraat, daar aan de grens. De grensposten en Centrale velddienst te Roosendaal be schikken over moderne draagbare ver sperringen, die vliegensvlug op de grenswegen kunnen worden aange bracht. Spijkerplanken noemt men dit soort banden-moordenaars, maar er komt geen splinter hout bij te pas. Het zijn stalen platen met driehoekige, omhoogstekende punten. Indien nodig kunnen meer platen aan elkaar worden gekoppeld. Spijkerplanken.gevaarlijk spul en een tijdlang ging het dan ook Stalen platen met vervaarlijke, recht opstaande stekels, dat zijn de „banden- moordenaars", die tijdens rustige dagen vredig bij dienst geleider Reinhout in 't achtertuintje liggen, maar die, als het moet, de smokkelaars het vuur zeer na aan de wielen kunnen leggen. goed, totdat de smokkelaars ontdek ten dat er een soort nylon-canvas bestond, dat de banden zó uitstekend beschermde, dat men na het „ne men" van zo'n spijkerplank toch altijd wel nog een uur of twee kon doorrijden. En het is dan ook meer dan eens gebeurd, dat een snelle smokkelauto vrijwel ongehinderd over de versperringen reed en de vervaarlijke punten als boter om laag drukte.... Maar de douane heeft nog meer pijlen op haar boog. Zo kan, indien nodig, een steviger soort versperrin gen in de strijd worden geworpen. Bovendien weet men dat, zo de nood aan de man zou komen, gebruik kan worden gemaakt van draagbare radio toestellen, met behulp waarvan de douanemannen naar de gesignaleerde smokkelwagen kunnen worden gedi rigeerd. Normaal is het- al zo, dat twee douanewagens met een mobi lofoon zijn uitgerust. En tenslotte weet men ook, dat men op de Belgen zal kunnen rekenen. Sinds het einde van het vorig jaar is het zo, dat men geen restricties meer kent voor wat het werk der grenscommiezen betreft. De Neder landse douane mag even goed „ope reren" op Belgisch gebied als omge keerd en ook mogen de kommiezen van beide landen aan weerszijden van de grens smokkelwaar in beslag ne men. Wat dat betreft „botert" het best tussen de beambten. Een ander hulpmiddeltje, waarvan met succes gebruik wordt gemaakt is de speurhond. Het komt nog wel eens voor, dat de smokkelaars, wanneer zij zien dat het automobilistisch spel ver loren is, de wagen met boter in de steek laten en de benen nemen; in dat-geval kan 't bijzonder nuttig zijn de speurhond op het voetspoor te zet ten om zo alsnog een achtervolging te kunnen voortzetten. Tevens kan zo'n speurhond nuttige diensten bewijzen om aan de hand van de in de auto achtergelaten attributen een bepaalde smokkelaar te identificeren, want over 't algemeen weet men bij de dienst der Invoerrechten en Accijnzen wel welke klanten voor een smokkelritje niet terugschrikken. In het fotoarchief vindt men trouwens het hele bataljon bij elkaar, tientallen brave gezichten van lieden, die het werkwoord smok kelen in alle vormen kunnen vervoe gen. Neen, jonge dochter, het zijn geen filmsterren, al wil er wel eens een op Marlon Brando lijken. Ziedaar dus de strijdmiddelen de douane beschikt ook wel over re volvers en stenguns, maar men maakt daar liever geen gebruik van. Bandje-knallen kan geen kwaad, maar het schieten op mensen wordt sterk afgeraden. Het is voor de doua ne, die een smokkelauto wil aanhou den, een klein kunstje de voorruit aan flarden te ratelen, maar men propageert, dat deze methode moet worden vermeden .In de strijd tegen de smokkelaars is tot op zekere hoog te beslist sprake van sportiviteit. - ■- Ontmoeting in de ruimte. „Die lüi in dat gele Volkswagentje, dat m o e te n smokkelaars zijn", zeiden we tegen elkaar, maarenfin wie het wèl waren kun u elders op deze pagina lezen. Theorie en praktijk, we gaan het veld in. Inspecteur A. Schoemaker en dienstgeleider J. Reinhout kruipen op de achterbank van ons redactioneel karretje, opdat de geüniformeerde collega's straks, als we in het grens gebied opereren, de brave Troetel niet voor een smokkelwagen zullen aanzien. „Haalt-ie het wel vraagt Schoe maker sceptisch, want hij ként de grens weggetjes. „Wat dachie", zeg ik overmoedig, want ik ken de grensweggetjes niet. „Wat een smokkelauto kan, kan Troe tel ook", voeg ik er nog aan toe, en daaruit blijkt dan wel, dat ik de smok kelauto's evenmin ken. Het zijn weet ik nu .achteraf meestal hele grote Amerikanen, met krachtige 8 cilinder motoren en gehavende car rosserie, zodat een deukje meer of minder niemand interesseert. Voor een paar honderd gulden worden ze opge kocht op de Belgische automarkt en de posten olieverversen en doorsme- ren komen op de rekening van de ei genaar niet voor. Als je er maar hard mee kunt rijden en als er maar veel boter in kan of kalveren, want dat ls de tweede „aantrekkelijke" smok kelwaar- Verder geen pretenties. Pas zeer kort geleden zijn de smok kelaars tot de ontdekking gekomen dat dit soort grote, verwaarloosde auto's ook aan de douane bekend is en dat men, wanneer men met zo'n vehikel door de grensstreek rijdt, als het ware de woorden: „ik ben een smokkelaar", op voor- en achterruit draagt. Vandaar, dat er nu ook wel eens nieuwe karretjes aan te pas ko men. Arme auto's. Het eerste stuk ging best, dat wel, maar toen Reinhout mij met alle ge weld een grenspaal met kogelgaten wilde aanwijzen en dit nationale mo nument slechts bereikbaar bleek via een poel, die men met reden voor een stukje pas drooggevallen Flevoland zou kunnen aanzien, begon ik voor smokkelaar en smokkelauto een diep respect te krijgen. Zeker, Troetel haal de ons er, met inzet van zijn twaalf dappere peekaatjes, tenslotte uit, maar daarvoor heeft, ineengedoken op het achterbankje, de Nederlandse douane dan ook tien zenuwslopende minuten lang frequent moeten duimen. En dat was <*an n°g slechts maar het begin. Ik wil er niet veel over zeggen, Troetel staat op het ogenblik weliswaar nog als een modderige tro fee in de garage, maar de chefmon teur heeft mij bemoedigend op de schouders geklopt en verzekerd: we redden het nog wel. En mjjn schoe nen zijn ook weer bijna droog. Maar dit moet mjj wel van het hart: onze wegenbouwers werken, daarginds langs de grens, de smokkelarij be slist niet in de hand. Ik geloof zelfs niet, dat ze er ooit in de buurt zijn geweest. Ellende''.... ellendemaar we halen het. We komen op al die plek jes, waar de douanemannen al vele nachten spiedend hebben doorge bracht, we zien de paadjes, waar langs het vee naar het Belgische koninkrijk wordt gebracht, we komen langs historische plekjes, waar vol gens een spannend verhaal, die wagen van september - zich tenslotte hope loos vastreed. Het is Reinhout, die aanwijst en vertelt. Ginds is eens een smokkel auto in het zand gezakt, net als wij dat op dat ogenblik al zeventien keer b ij n a hadden gedaan. Het gebeurde op zaterdagmiddag en de douanier was gekleed in plus fours en sport- shdrt zijn tuintje aan het opknap pen. Toen hij er de lucht van kreeg, dat „ze" ginds weer bezig waren, greep hij zijn fiets en stoof er op af. Hij kwam op tijd, om zes ijverigen te vinden, die bezig waren een wagen uit het zand te graven. Bij het zien van Reinhout waren ze blij. „Joh, help eens een handje, vroegen ze hoopvol. Met behulp van die sportieve man, zou het wel luk ken. Maar Reinhout stopte hun een grote revolver onder de neus en dui zend kilo boter bleef op Nederlandse bodem. En geloof me, zegt Reinhout nu, met veel medeleven, ze hoefden nog maar een héél klein stukje te graven. Op een kruispunt gaan we spoor zoeken, de douaneambtenaren zijn daarin zeer bedreven en kunnen dan ook met succes elke padvinder nog een lesje geven. Het behoort tot hun vak, het is zelfs een belangrijk on derdeel daarvan. Ik zie in de modder alleen maar een warboel van wiel-indrukken, maar Reinhout kan er hele geschie denissen over vertellen. Kijk, zegt hij, da's de band van de bakker en da's de band van de melkboer. De melk boer kwam hier vandaag vóór de bak ker, want het ene spoor gaat over het andere heen. En dat is de kar van de boer uit dat huis, zie je aan de hoeven van het paard. Als hier een smokkelauto heeft ge reden weten we het zo. We kunnen zelfs uitmaken of hij geladen was, dat zie je aan de indruk van de zijkan ten. We kunnen óók vaststellen, in oogjes oto WM'60 Da's de band van de melkboeren da's de band van de bakker. Als echte woud lopers „lexen" de douane-ambtenareM op de weg, welke voertuigen zijn gepasseerd. Ook de sporen van onze door de modder ploeterende Troetel werden onmiddellijk gesignaleerd. met felle, verstandige zich heen. Kijk, zei Reinhout, zo'n manne tje, zo'n renner zonder vaart, geeft ons nu reden tot denken. Hij kon het verklaren. De laatste jaren is er, ook bij de smokkelaars, heel wat veranderd in de tactiek- Was het vroeger zo, dat er, wanneer er een smokkelrit op til was, enkele voorposten werden uitgezet, op het ogenblik werken vooral de Belgen veel geraffineerder. Er wordt een kle»n legertje „verkenners" in actie ge bracht; deze .spitspatronilles, die vaak diep in het grensgebied doordrto' gen, zijn handig gecamoufleerd en dragen niet zelden het predikaat wiel renner. Vooral in het Brabantse land, valt zo'n coureur niet op en het is heel moeilijk uit te maken of het witte rennerstasje, dat hij om de schouder draagt, bij toeval links hangt of een duidelijke boodschap inhoudt voor de smokkelvriendjes. Néén, dat niet, maar wielrenner® zijn meestal jong en rijden hard, e« wanneer er nu een coureur passeer» die met het oog op zijn leeftijd al oP een brommer behoorde te zitten i'U die bovendien meer iani"S dait op <tf weg kijkt, wel, in dat geval gaat e' onder de douanepet wel eens een rood lampje branden. Het rode lampje wa® gaan branden toen we bjj Wouw hc mannetje ontmoetten. Het was alweer uren geleden, maar het lampje brandde nog steeds terecht.zeer terechtwant gto"= ver in niemandsland, klonk plotseling het ronken van een motor en dook tot onze onbeschrijfelijke blijdschap een gele volkswagen op. „Daar hev je hem", kraaiden we tegen elkaa^ en alle leed over een gehavende cat' rosserie en bemodderde schoenen was in één slag vergeten. „Dat moet raak zijn", deed de des' kundige douane er nog een schep! bovenop en geloof me, op dat og®n' blik had ik er een goed ding onde^ willen verwedden dat hef morgen Pa gina één zou worden. Een strenge douanehand ging 8? biedend de lucht in en het wagenw stopte keurig, dat moet gezegd zijn- Twee mannen kwamen naar buiteP' Wat zij hier deden De desillusie werd opgediend in saP^ pig Vlaams. Ze waoren van de P!a° f selijke V.V.V. en ze kwaomen h»c^ kaiken naar een plaotske voor rustbank, terwille van de toeristo g We hebben hen gegroet en we z'-' gegaan. Het liet ons verder 1{0o(l waarom er hier in dit niemandsla waar kilometers in de omtrek Se mens was om op die rustbank te zitten, dergelijke voorziening moestien worden getroffen. Troetel zwom nog door een Pa plassen en we waren weer in Roose daal. Bedankt zeiden we tegen douaneambtenaren, die het ook een beetje sneu vonden. b* van Was het ook wel, hoetvel ik later dacht, dat Hit eigenlijk de kern 's het leven der douaniers. Wachten--' vele opwindende uren van wachten•''n. denken dat je er bent, en dan de lusie. En dan wéér met hetzelfde ent siasme opnieuw beginnen. Opnieuui V nen maken, opnieuw wachten eindeloos geduld. Zo ik een dempng daarvan heb gezocht, heb ik gc"r wat ik wilde. nt °P De story is nog niet af, wa Haal, de terugrit, vlak buiten Roosen ontmoetten wij weer.... het tje. Hij trapte nog steeds j? ggïir zaam op de pedalen en loerde teresseerd naar Troetel. Jopie, e metgezel, die met de camera ov er) borst de vreugde der opwinding j het leed der teleurstelling rnet emotie had doorstaan, kon 11 cWt& meer inhouden en schudde vana het ruitje bloeddorstig de vuis - smokkelaar, oorzaak van alle de", siste hij.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 8