van de
s
ft* Si
m
ONTDEKKING
VEROORZAAKTE
EEN LAWINE
iiiSiim
2^20 APRIL 1957
en simpel schot uit een jachtgeweer kan hoog in de
br^Cn een 'awine veroorzaken die over een onafzienbare
J in e®^te alles meesleurt en verwoest en die soms tot diep
i h; ?.e rustige dalen de cultuurgoederen met één slag ver-
J ,e»gt.
kirf° ^an °°k 'n be* van Seest een kleine ontdek-
J £e p een ware lawine veroorzaken, De vondst van de Dode
u ~r°Hen in 1947 heeft zo'n lawine los geslagen; een
sti ,i^e Van een biJna onafzienbaar aantal publikaties en
Vajj/68' ^en is de echtheid en de ouderdom van de rollen
I Uödig gaan onderzoeken. De inhoud van de tekst heeft
^Oi,^ro°t aantal geleerden in beweging gezet. Men ont-
de 6 rev°iuti°naire theorieën die het christendom tot in
tis ^0riei aantastten; deze werden op hun beurt weer kri-
I onderzocht. Daarbij heeft men de grotten in de
Van *^uda opgespoord en tot op de bodem omge-
k.Bijna overal moest men constateren dat „rovende"
l eaoe"
'omen de wetenschap waren vóór geweest.
t be zijn er van overtuigd, dat de lawine nog amper in
gg e£ing is. Er zullen ongetwijfeld nog meer vondsten
5ej)aai1 worden. Er zullen nog meer publikaties verschij-
j ^°g meer cultuurgoederen zullen worden aangetast.
ftajC^ wiüen we vandaag de op gang zijnde lawine eens van
'3 overzien.
jp
v cta» -
KTien s
CSeM?,ttbee1Qrf' begreeP
„De allergewichtigste vondst van
handschriften die door geen
enkele geëvenaard wordt".
(W. F. Albright)
Niet ver van de grot van Ain
Fesjcha lag, ongeveer in de vlak
te, een ruïne-heuvel, Chirbet
Qumran genaamd, een Arabische
naam die zoveel betekent als
puinheuvel van Gomorra. Onwil
lekeurig legde men verband tus
sen de grot en de ruïne-heuvel.
Gevolg was dat men ging graven
in Chirbet Qumran. Het was in
november 1952. Men vond onder
het puin de fundamenten van een
groot klooster. De gebruiksvoor
werpen toonden aan dat dit ge-1
meenschapshuis in de Romeinse
tijd bewoond is geweest. Men
trof er dezelfde kruiken aan als
in de grot. Daarmee is bewezen
dat de rollen eenmaal toebehoord
hebben aan de bewoners van dit
klooster.
a_v^'HtSc!ie waarde voor
JtuSl
-
1^9
m
lI|Ë|iS2
181—
De
duizenden gevonden fragmenten worden in het
onder
Museum van Jerusalem aan een nauwkeurig onderzoek
worpen.
De rol
De fundamenten van het klooster te Qumr&n.
V 0
en ontdekkingen spe-
frf. gebeurtenissen meestal
"V <Jaar0I1iets Bevonden. Een Syrische
c+nr»H<» in maart 1
Uito ^eer óan eens heeft een
ber 7ruste expeditie na nauw-
'S.gen „j gingen en langdurige op-
^?tegen stootte in maart 1928
gschaar op een grafzerk
X ^*'6 dn Knrlnlircvn ptl/1 TTftOVlt
lnUiü de bedolven stad Ugarit
(Je 33 groeven enkele Arabie-
S «H Rt-®geving van Tel Hariri een
onrt ten baarbij op een beeld,
„®rbeel bleek te zijn van een
var
V19a-, giha het ook in het voorj/ar
?,V en groot paleis, de kern van
N in®ri'iS-VV-erelbstad Mari.
biet
een jonge bedoeïen in het
Sd 'btla,
?'i t ?dh-ru?.?bÜ Jericho, met Moham-
j l b van be Taamireh-stam.
Pd?, gin geit te weinig in zijn kud
Jaa
de
St 0.tBet{'ke_re bolde ontdekte, wierp hij
K j? °P zoek. Eerst zocht hij in
.''eke8en ,aarna steeg hij geleidelijk ho-
steeg hij geleidelijk 1
rotswand op. Toen hij een
"'/e^ere
dier- :Paar binnen om te horen of
Qto n be spelonk kon zijn. Tot
^JrotVf
H- gekraak en gerinkel van
bajrnb klauterde naar de opening,
n hu11 krn;i nneu en zag daar een rij
JV de n- Samen met een vriend
'Cl riï .t binnengegaan en sfimen
bb de kruiken de grootste
V^ijn '6 schat van onze eeuw te
A v'areJf&baala: rollen,
lnSewikkeld.
liSto ^hde onïdekkers, die tegelijk
d^hl ,verin Verv°erden, probeerden hun
°rven bezit op de markt van
riw.°0r 'e verkopen. Eén rol werd
Epn <Senb. maar er waren geen
,,«1 daCh, yriër bie de vreemde waar
hs 1 dat het onleesbare schrift
gohaald: rollen, die als mum-
Sbige
ee°ubsyrisch kon zijn en gaf
A n erusalem.
vatl
duel.
w.. - va i'P aan de Syrische aarts-
adiue] Jerusalem, Mar Athana-
b vo> v°Orm* eze interesseerde er zich
Vr>Hv 1be ti0en bij bemerkite dat de
S; ktiv ven ,r° met Hebreeuws schrift
,,^'as- Daarom nodigde hij de
rt.arcn* met bun waar naar het
mi,klPoste
a, i%'6 nipf icr te komen. De por-
tf dt T?e rip op be hoogte was gesteld,
(X °«n ï- Voor beze voddenrapers
ill da vdftcla later op de dag zijn op-
rdieo 7' begreep Mar Athanasius
eft pas onibekte schat was
1\/T P^S OntClCALC ouuat vvao
de ^et alle mogelijke moeite
ii] W Pij hnanbelaren nog opgespoord,
th "dh teede vonb, was een aantal
kv,amVerkocbt. De nog overge-
K'dUjjegt 2o voor een zeer lage pri^s
de kinderen der duisternis; een zesde rol
tenslotte met, fragmentarisch en sterk
geschonden, een aantal hoofdstukken uit
de gewijde tekst van de profeet Isaïas,
voornamelijk uit het tweede deel. De vijf
rollen van Mar Athanasius bleken ech
ter niet minder kostbaar. Zo bevat een
goed bewaarde en gemakkelijk af te wik
kelen rol heel de tekst van het boek
Isaïas en de ongeveer volledige tekst
van de kleine profeet Habakuk; deze
laatste is voorzien van een ietwat eigen
aardig commentaar; twee verdere rollen
zijn beschreven met de z.g. „tuchtspie-
gel", een soort leefregel voor mensen
die een geestelijk ideaal volgen; de laat
ste rol gaf haar geheim slechts gedeel
telijk prijs door middel van één zicht
bare kolom met een Aramese tekst,
waarin gesproken werd over een figuur
uit het Oude Testament, Lamech; de
rest van de rol kon niet worden afge
wikkeld.
Heel de wetenschappelijke wereld
stond verbaasd over deze ontdekking. Na
de eerste berichten viel de grote groep
van belangstellenden uiteen in twee
richtingen. Sommigen waren enthousiast
en aanvaardde'n zonder meer de echtheid
en de oudheid van de documenten Daar
naast stonden de achterdochtigen die
vreesden het slachtoffer te worden van
zwendel of mystificatie. Wij zouden hen
met betrekking tot de rollen de „onge
lovigen" kunnen noemen.
ECHTHEID.
Het grote probleem dat de rollen had
den opgeroepen was nu: hoe kan men
achterhalen dat hier geen sprake van
bedrog is Men heeft met opzet ver
schillende wegen bewandeld om tot de
oplossing van dit probleem te geraken.
Vooreerst heeft men nauwkeurig het
geschrift bestudeerd, de wijze van schrij
ven, de vorm van de letters en zo meer.
Onze grootouders schreven hun brieven
anders dan wfl. Zij kenden geen vulpen.
De richting van hun schrift was daarom
anders. Sommige letters schreven zij
bovendien ouderwets, zoals b.v. de lange
z. Zij maakten in hun tijd weer dezelfde
opmerkingen over het schrift van hun
grootouders. Zo heeft iedere eeuw zijn
eigen schrijfwijze en kan ieder schrift
gedateerd worden. Het Hebreeuwse
schrift van de rollen wees op een hoge
ouderdom, het moest teruggaan tot on
geveer de tijd van Christus' geboorte.
6 Zee
Als het valse handschriften waren, was
het bedrog uiterst geraffineerd.
Een tweede norm waren de bijbel
boeken die zich onder de rollen bevon
den. Het is algemeen bekend, dat de
bijbel hier en daar duistere plaatsen
heeft, die moeilijk verklaard kunnen
worden. Zeer dikwijls zijn deze plaatsen
bedorven door fouten die gemaakt zijn
bij het afschrijven van het boek in de
oudheid. Slechts in zeer oude hand
schriften, die zelf niet teruggaan op een
eeuwenlang afschrijven van teksten, kan
in de plaats van deze duistere teksten
een verstaanbare lezing worden aange
troffen. Als een falsificator een hand
schrift gaat schrijven, zal hij natuurlijk
de duistere plaatsen duister laten. De
nieuw ontdekte rollen vertonen in som
mige onderdelen zulke originele lezingen
van duistere plaatsen, dat iedereen aan
stonds voelt dat het handschrift zeer
oud moet zijn. Een falsificator kan on
mogelijk zulke resultaten bereiken.
Tegelijk vond de Belg, Philippe Lippens,
Palestijns waarnemer bij de U.N.O., de
bewuste grot in de omgeving van Ain
Fesjcha, dicht bij de Dode Zee. In het
voorjaar van 1949, dus twee jaar nadat
de rollen daar waren gevonden, werd de
grot terdege, tot op de maagdelijke bo
dem, zoals dat heet, onderzocht. Men
vond er duidelijke sporen van bedoeïe
nen, die er na de eerste ontdekking wa
ren teruggekeerd en alles overhoop had
den gezet. Desondanks kon men nog ver
schillende waardevolle gegevens verza
melen. Uit de scherven van de eenmaal
aanwezige kruiken kon men afleiden dat
sommige tamelijk recent waren afge
broken; andere waren daarentegen reeds
eeuwen geleden stuk geslagen. Verder
lagen er over de grond in het stof ver
spreid een aantal kleine snippers en
fragmenten van beschreven rollen. De
ze snippers bleken onderdelen van bij-
belrollen, van het boek Genesis, van Le
viticus, van Deuteronomium, van Rech
ters enz. Deze bijbelboeken werden dus
alle in de grot bewaard. Daarnaast waren
er fragmenten van Hebreeuwse teksten,
d,ie niet tot de bijbel behoren, van Griek
se teksten ed. De v«-dere gegevens, de
vorm van de kruiken, het lampje dat in
de grot lag en vele andere kleinigheden
geven aan dat de grot tot opslagplaats
is ingericht in de eerste eeuw na Chris
tus, zeker niet later. Hier konden daar
om de bewuste rollen gevonden zijn. In
dat geval waren zij echt en buitengewoon
oud.
De modernste gegevens van de kern
fysica hebben deze conclusie bevestigd.
Men heeft deeltjes van het linnen waarin
de rollen gewikkeld waren, verbrand en
door middel van de radio-carboon-test
gemeten, wanneer het vlas, waaruit het
linnen gemaakt was, is afgestorven. De
geigerteller gaf als uitslag de eeuw van
Christus' geboorte. Daarmee zijn alle
twijfels verdwenen.
NEDERZETTING DER ESSENEN
De ..monniken" waren Joden. De ge
vonden rollen waren hun heilige boe
ken. De „tuchtspiegel was hun leef
regel. In de geschiedenis van het Joodse
volk, gesohreven door Flavius Josephus
wordt ook gesproken over een soort
monniken, diie aan de oevers van de
Dode Zee hun hoofdklooster hadden. Zij.
worden in de Joodse geschiedenis Esse-
nen genoemd. Chirbet Qumran is zo goed
als zeker een nederzetting geweest van
de Essenen.
Eind 1951 berichtten bedoeïenen dat
zij dicht bij de eerste grot een tweede
grot hadden gevonden. Er waren geen
volledige rollen gevonden, maar wel
veel fragmenten. Opgeschrikt door dit
goede nieuws trok men er aanstonds op
uit, onderzocht de nieuwe grot met om
geving en ontdekte ai gauw een derde
grot.
De inhoud van beide grotten bleek f"
bestaan uit een groot aantal fragmenten,
waaronder ook vele uit boeken van de
bijbel. Zo heeft men daar delen aange
troffen van Isaias en Jeremias, van Le
viticus en Exodus, van Ruth en van een
groot aantal Psalmen. De tekst van Levi
ticus was bovendien geschreven in het
oudfenicisch schrift en kan daarom eni
ge eeuwen ouder zijn.
Na deze ontdekking heeft men de om
geving van Chirbet Qumrèn stelselmatig
onderzocht. Men ontdekte drie nieuwe
grotten met tekstfragmenten; ze werden
no. 4. 5. en 6. gedoopt. De inhoud van
grot 5 is buitengewoon belangrijk. Een
zeer groot aantal kleine teksten in een
goede staat bewaard. Er zijn veel bijbel
fragmenten bij, men" spreekt van
enige duizenden, waaronder merk
waardig genoeg een Hebreeuws en een
Aramees fragment van het boek Tobias,
dat tot nu toe slechts in het Grieks
bekend was; verder Griekse bijbelfrag-
menten, waaruit blijkt dat men in Qum
ran ook de Griekse bijbel gebruikte ten
slotte delen van apocriefe geschriften,
van geschriften die over de Qumran-ge-
meenscbap handelen, teksten voor de
gebedsriemen enz.
Daarenboven heeft men nog andere
grotten ontdekt. De meeste, ongeveer 25,
bleken slechts aardewerk te bevatten.
Sommige hebben bij nader onderzoek
nieuwe fragmenten van rollen aan het
licht gebracht. Grot no 11 zou zelfs
zoveel fragmenten bevatten, dat de uit
gave daarvan een apart deel zal beslaan
in de serie van tekstuitgaven, die dooi
de Oxford University Press op stapel is
gezet.
In grot no 3 heeft men tot verwonde
ring van heel de wetenschappelijke we
reld twee koperen rollen gevonden. Voor
een vakman klinkt dit ongeveer als
twee koperen boeken. Het zijn dunne
koperen platen, drie in aantal, die opge
rold zijn tot twee rollen. Ze bevatten
een tekst die erin gegrift is. Door oxy-
datie zijn de beide rollen ongeveer niets
anders dan twee klompen kopergroen.
Aan afrollen viel in deze omstandighe
den niet te denken. De rollen werden
naar Manchester gestuurd, waar men 'n
soortgelijke rol namaakte en deze ver
volgens met een versneld óxydatieproces
in een klomp kopergroen veranderde om
hem daarna bij wijze van proef af te
wikkelen.
Het afwikkelen zelf is echter niet ge
lukt. Daarom heeft men ten einde raad
de rollen met een uiterst fijne cirkelzaag
in repen gesneden die naast elkaar wer
den gelegd. Aldus heeft men de drie rol
len ontcijferd.
De inhoud van de rollen is door de
staat Jordanië zo hoog aangeslagen dat
iedere publikatie verboden is. Het schijnt
dat de tekst met nauwkeurige gegevens
vermeldt, waar de schat van 't Essenen-
convent is weggeborgen. Jordanië hoopt
alle schatgravers vóór te zijn. Het is
intussen een grote vraag of de schat
zich nog op de aangegeven plaats be
vindt.
EEN NIEUWE GROT
Terwijl P. De Vaux en L. Harding de
ruïne van Qumr&n onderzochten, kwam
men hun berichten dat bedoeïenen 18
km ten zuiden van Qumran, bij Wadi
Murabaat een nieuwe grot ontdekt
hadden, waarin geschreven documenten
gevonden waren. Onmiddellijk werd het
werkterrein verlegd. Met auto's op rups
banden drong men de woestijn in om de
bewuste wadi te kunnen bereiken. Waar
de wadi uit het gebergte komt liet men
de wagens staan om te voet omhoog
te klimmen. Tegen de rotsige wand sta
ken enige holen donker en somber af.
De spelonken bleken nieuwe archeolo
gische schatten te bevatten.
:Us ^,.ond. in het bezit van het
klooster van Jerusalem.
eh b hülitaire actie tussen de
®h de jonge staat Israel is
^iltii^hasu de rollen die nlet aan
ty1 a, te Hs verkocht waren, zeer
Vr i. WW °lgen. T„ hot. naiaar van
In het najaar van
'•Ch^wkenit euige te Bethlehem op.
V tp T- Van de Hebreeuwse Uni-
VWb- ®ts OBrusalem weet deze hij
VjfSiw -- aa Jood genoemd kunnen
elfph satn11 te k°Pen voor zijn Uni-
V:6 s 6 zii „n met de linnen doeken
l^sphgp arhwikkeld waren.
laJth °hgezoiat Israel heeft aan deze
lijiNr -ht. r, 1 een symbolische waar-
in6 Sethi- roIlen waren immers de
V 'ifnHih S van het oude Joodse
«cl81 l' lich?ndergang en zij kwamen
Ux m r> m .pnl Hflt. df?
de. T\_ e.t eerste levenslicht aan-
.Ni november 1947. de dag
dQ 6hs ae itr„.Iubenik de boekrollen in-
de dan in handen kreeg was
W.flp6 Vereni„y,aar°P de staat Israel
V I's k6tstp Naties werd erkend.
Vi 05ta e na-iZltting van het nieuwe
WA v- kte - ,?ment las men uit de
Hf? Isa? en het veertigste hoofd-
Vh zpjfl voor: „Troost, troost
hj- 4at °Bd God. Spreekt Jeru-
^iNp zijn d,,het hart en roept het
V15 U) r°hen Vende voorbij is". De
b.lip Sset> a sl°egen als het ware een
Israëli's be
N hw,°thst dankliederen, die
VWh 5 Vpr„ rtonen met de bijbelse
8 i, 6 or,u vens een rol met ee,n
h de v nd verhaal over de
kinderen des lichts tegen
Wi ee,^ah staat Israel van vroeger
-li dptlurisa^e van het dubbele
.het S. Hebreeuwse Universiteit
Marcus klooster vijf
en. De Israëli's bezaten
veel
Juist toen de expeditie aankwam ver
dween er een aantal bedoeïenen, die
daar op eigen initiatief illegaal opgra-
vingswerk verrichtten. Zij werden ge
arresteerd maar bleken niets b"'zonders
in hun bezit te hebben. Een deel van
hen was aanstonds bereid om mee te
werken aan de legale opgravingen.
De rotsholen moeten toevluchtsoorden
en woonplaatsen geweest zijn, waar
schijnlijk van een opgejaagde bevolking.
Men vond in de grotten kleine frag
menten van Hebreeuwse, Griekse en La
tijnse teksten, waaruit men afleidde dat
de grot nog bewoond is geweest in de
Romeinse tijd. Onder de fragmenten be
vinden zich ook bijbelteksten, en wel
uit de vijf boeken van Mozes. Deze
fragmenten hebben alle sterk de inte
resse gehad van een later „slag" van
bewoners. Een aantal rattenfamilies
heeft in de loop der eeuwen de stuk
jes papier en leer verzameld om er
nesten van te bouwen. Daarom waren
de archeologen speciaal gespitst op het
vinden van rattenesten.
De belangrijkste documenten die men
er ongeveer gaaf aantrof bevatten een
Grieks huwelijkscontract uit het jaar
124 na Christus en een briefwisseling
van Simeon bar Koseba, die dezelfde
moet zijn als Bar Kochba, de leider van
de Joodse opstand in de jaren 132135.
Alles wijst erop dat deze grotten een toe
vluchtsoord zijn geweest voor de Joodse
opstandelingen, die moesten wijken voor
het geweld van de Romeinen en hun
leven en hun vrijheid in de woestijn
wilden rekken. Zij zijn uiteindelijk door
de Romeinen achterhaald en verdreven
Er is in de grotten zelfs een militaire
post tegen de Joden gevestigd geweest.
HOGE OUDERDOM
Bij een dieper graven bleek dat de
grotten vroeger een definitieve woon
plaats zijn geweest. Aardewerk en oude
teksten wezen naar de 9e en 8e eeuw
voor Christus. Nog dieper vond men ruw
aardewerk, 'n albasten vaasje, twee bron
zen naalden en een scarabee met motie
ven uit de Hyksostijd, d.w.z. ongeveer
1800 tot 1500 jaar voor Christus, de mid
denbronstijd van Kanaan. Nog andere
scherven vond men samen met vuurste
nen werktuigen, zoals beitels, messen en
speerpunten, die uit het Chalkolithicum
stammen en door de holbewoners van
ongeveer 4000 voor Christus werden ge
bruikt. Daarbij vond men benen en hou
ten voorwerpen- zoals een prikkel om de
ezel aan te drijven, een handvat van
een ploeg met leren riemen eraan om
de schaar te richten. Het is bijna onbe
grijpelijk dat dit alles duizenden jaren
lang goed is gebleven. De gunstige toe
stand van de grotten heeft hier een
groot aandeel in gehad. Met één sla° was
wadi Murabaat opgeklommen tot een
van de oudste woonsteden van Palestina.
Uit het verloop van het verhaal is
Twee exemplaren van de kruiken die eeuwenlang hun kostbare inhoud
voor bederf hebben bewaard.
Murabaat is gevonden, kan dit een aan
leiding worden tot een nieuwe expeditie
en tot misschien nog belangrijker vond
sten.
CHIRBET MIRD
De onrustig zoekende bedoeïenen
hadden in ju!i 1952, enige km noord
oostelijk van Bethlehem Chirbet Mird
onderzocht, een ruïne van een klooster
uit de christelijke tijd. Ze hadden daar
een aantal teksten ontdekt: Griekse, Ara
bische en Syro-Palestijnse papyri. Deze
waren alle veel jonger dan de teksten
van Murabaat of Qumran en stamden
waarschijnlijk uit de 6e tot de 9e eeuw
na Christus. In de 9e eeuw is het kloos
ter verwoest. Onder de teksten bevon
den zich weer fragmenten uit de bijbel
o.a. uit Jozuë, uit het evangelie van
Mattheus en Lukas, uit de Handelingen
en uit de brief aan de Kolossenzen.
Enige van deze fragmenten geven de
bijbeltekst in het Palestijns-Aramees,
de taal van de eerste christengemeenten,
nauw verwant met de taal die Jesus
sprak en waarin het evangelie van Mat
theus oorspronkelijk is geschreven.
De vondst werd de aanleiding voor
een nieuwe expeditie, opdat de ruïne
vakkundig zou worden onderzocht. De
ze taak werd toevertrouwd aan de Leu
vense Universiteit en stond onder leiding
van prof. dr. en mag. R. De Langhe,
professor in de Akkadische en Aramese
Literatuur te Leuven en te Nijmegen. De
expeditie werkte in Mird van februari
tot april 1953.
Tamelijk vlug en gemakkelijk vond
men te Mird nieuwe documenten:
Griekse, Arabische en Syro-Palestijnse
teksten, die nauwkeurig aansloten bij de
door de bedoeïenen aangebrachte frag
menten. Het aantal Griekse teksten be-
De twee koperen rollen die bij hun vondst en bij hun ontcijfering zoveel
opschudding teweeg brachten.
duidelijk gebleken hoe allerlei bedoeïe
nen zich opgeworpen hebben tot de
schatgravers van „hun" woestijn. Mis
schien heeft het algemeen verbod een of
ander individu afgehouden van persoon
lijke opgravingen, de meesten hebben
echter hun illegale arbeid voortgezet-
De angst voor de verbiedende overheicj
begon in de regel pas te werken als
zij een vondst gedaan hadden en deze
wilden aangeven. Het gevaar was im
mers groot dat de vondst onteigend en
de vinder beboet werd. Zodoende is het
verbod tegen illegale bedrijvigheid een
belemmering geworden om het gevonden
materiaal los te krijgen uit de handen
en de tenten van de zwervende bedoeïe
nen.
In juli 1952 hebben illegale' vinders
echter de stoute schoenen aangetrokken
en een aantal papyri aangeboden aan
het oudheidkundig museum van Jerusa
lem. De plaats waar de papyri gevonden
zijn is tot nu toe niet „verraden". De
teksten bleken zeer gevarieerd. Zo ko
men er Joodse en Nabatese papyri voor
met huwelijkscontracten en bepalingen
over louter burgerlijke zaken. Eén con
tract is gedateerd en stamt uit 135 na
Christus. De vondst is buitengewoon be
langrijk vanwege een prachtig geschre
ven tekst van enige kleine profeten in
een Griekse vertaling. Dit is van groot
gewicht voor de bestudering van de
Griekse vertaling in het algemeen en
in het bijzonder voor de invloed van deze
vertaling in Palestina. Er valt niet meer
aan te twijfelen dat de Joden in Pales
tina de in Egypte ontstane Griekse
vertaling hebben gebruikt. Ook Christus
en de Apostelen zullen deze vertaling
hebben gekend. Een prachtvondst dus,
die misschien nog aan waarde zal win
nen als de plaats van ontdekking bekend
wordt.
In december 1954 kwam een andere
illegale vinder zijn schat aanbieden aan
het oudheidkundig museum in Jerusa
lem: een rol met de Hebreeuwse
tekst van de kleine profeten. De rol had
veel geleden van het vocht, waardoor
het leer grotendeels zwart en de tekst
onleesbaar geworden was. De vinder
wist te vertellen dat de rol afkomstig
was van Murabaat, maar uit een spelonk
aan de overzijde van de wadi dus niet
uit de onderzochte grotten. Hij eiste als
verkoopsprijs 2200 pond. Het verhaal
lijkt een beetje verdacht. De bedoeïenen
weten dat een rol van Qumr&n of Mura
baat zeer hoog wordt aangeslagen en
schrikken er daarom heel begriioelijk
niet voor terug hun ongeoorloofde op
gravingen met een ongeoorloofd verzin
sel te besluiten. Wat er ook van zij. de
rol is in elk geval een kostbaar bezit.
Als hij echter op een andere plaats dan
draagt ongeveer 300. Daaronder bevindt
zich een handschrift met het werk van
Euripides. Dit handschrift stamt uit de
6e eeuw na Christus en is als zodanig
een uitzonderlijk exemplaar in de hand
schriftenverzameling van de klassieke
teksten. Wat ouderdom betreft staan de
klassieke handschriften ver achter bij
de bijbelse manuscripten.
De vijf rollen die verkocht waren aan
Mar Athanasius zijn na een driejarig
verblijf in Amerika teruggekeerd in
Jerusalem. De zoon van prof. Sukenik,
Yadin, heeft deze rollen via een tussen
persoon aangekocht voor de Hebreeuwse
Universiteit. Daar hebben de Joden on
der leiding van prof. Bieberkraut de half
vergane Lamech-rol afgewikkeld. Het
leer werd op kunstmatige wijze vochtig
gemaakt en liet toen voor een deel los
en zo kon men de binnenste windingen
van de rol openvouwen. De buitenste
helft moet als verloren worden be
schouwd. De rol bleek een aantal hoofd
stukken uit het boek Genesis te bevat
ten. De hoofdstukken waren vertaald in
het Aramees en met allerlei geschiede
nissen en legenden doorweven. Men
heeft beloofd de publikatie van deze
zonderlinge teksten spoedig ter hand te
nemen.
JACHT BRAK LOS.
Door de vondst van deze rollen is
niet alleen een wereld van Arabieren
in beweging gekomen om letterlijk een
jacht in te zetten op nog meer archeo
logisch materiaal, maar ook de weten
schappelijke wereld is door deze vondst
in beroering gebrapht en er is een ware
jacht ontstaan naar de inhoud van de
rollen en naar de leer die zij bevatten.
Gelovigen en ongelovigen zijn allen even
benieuwd naar de gevolgtrekkingen die
er uit zullen voortvloeien. Men verwacht
totaal nieuwe gezichtspunten met be
trekking tot het Jodendom in de tijd
van Christus. Velen verwachten ook re
volutionaire onthullingen omtrent het
ontstaan van het Christendom. Vandaar
de bijna algemene belangstelling, die on
der meer aan het licht komt in de vele
studies die momenteel over dit onder
werp verschijnen. Hierbij mogen wij tot
onze eer zeggen, dat bij deze ontdekking
de katholieken werkelijk in de eerste ge
lederen staan.
Vanzelfsprekend eist de bestudering
van de inhoud de nodige tijd. Het is uit
gesloten dat iedere geleerde de rollen
zelf in handen krijgt. De teksten worden
in Jerusalem bewaard en slechts zeer
weinigen zullen daar in het museum de
rollen kunnen bezichtigen. Daarom is
men ertoe overgegaan de teksten te
publiceren in fotokopieën. De uitgave
van de eerst gevonden rollen, nu bijna
tien jaar geleden, nadert haar voltooiing.
Voor een grondige bestudering komen
daarom slechts de teksten van de eerste
vondst in aanmerking.
De eerste aandacht ging uit naar de
bijbelhandschriften, de tekst van Isaias
in een dubbel afschrift, de tekst van
Habakuk en een aantal kleine fragmen
ten. Van de Hebreeuwse bijbeltekst, die
tot aan de uitvinding van de boekdruk
kunst ongeveer 16 tot 25 eeuwen lang
is overgeschreven, had men voorheen
slechts handschriften die dateren uit het
jaar 1008 na Christus. In de eeuwen
gelegen voor 1008 is er in de bijbelboeken
ongetwijfeld iets veranderd en gewijzigd,
al is het alleen maar door menselijke
tekortkomingen bij 't afschrijfwerk. Men
heeft over deze mogelijke wijzigingen
veel gespeculeerd. Nu had men ineens
een bijbeltekst die teruggaat tot de tijd
van Christus en dus ruim duizend jaar
ouder is. Met de grootste spanning heeft
men de tekst vergeleken met onze bij
beluitgaven; zin voor zin en woord voor
woord. Tot ieders verrassing ontdekte
men dat beide teksten zo goed als vol
ledig met elkaar overeenkomen. Er zijn
een aantal kleine verschillen, die soms
een werkelijk nieuwe gedachte weerge
ven en hier en daar duidelijk origineel
zijn. Maar de meeste varianten komen
slechts voort uit een andere schrijfwijze.
Het schijnt dat men in de Hebreeuwse
wereld ook taalcommissies gehad heeft
die van tijd tot tijd de schrijfwijze ver
eenvoudigd hebben.
Uit het gering aantal werkelijke ver
schillen kan men afleiden dat de bijbel
sinds onze jaartelling praktisch geen
veranderingen heeft ondergaan.
In de niet-bijbelse boeken die men
gevonden heeft, voornamelijk uit de
„tuchtspiegel" en de commentaar op
Habakuk meenden velen een messiaan-
se verwachting van de toenmalige Joden
te kunnen ontdekken. Dit is op zich
heel normaal. Het werd echter vreemd,
toen sommige niet-katholieken, o.a. de
vroegere priester A. DupontSommer,
prof. aan de Sorbonne en J.M. Alle
gro van de Manchester University, do
verwachte Messias aanwezig achtten on
der de bewoners van het Qumran-con-
vent. Er wordt nl. in de teksten gespro
ken over een „Leraar der Gerechtig
heid" die met een messiaanse titel
wordt vereerd. Deze „Leraar der Ge
rechtigheid" is in botsing gekomen met
een onrechtvaardige hogepriester en is
door deze geslagen en bestraft. Dupont-
Sommer meent uit de gebruikte termen
te kunnen afleiden dat de „Leraar der
Gerechtigheid" gestorven is en daarna
zelfs zou zjjn verschenen. In dit lijden,
sterven en verrijzen was de „Leraar
der Gerechtigheid" een voorloper van
Christus. Jesus van Nazaret schijnt vol
gens Dupont-Sommer, in vele opzichten
een reïncarnatie van de „Leraar der
Gerechtigheid" te zijn. Nog één stap
verder en Christus zou een loutere crea
tie zijn van de eerste Christenen, naar
het voorbeeld van een mislukte Joodse
Messias.
De massa van de onderzoekers wijst
deze verklaring af. De dood en de ver
rijzenis van de „Leraar der Gerechtig
heid" zijn een creatie van DupontSom
mer. De teksten zwijgen erover. Slechts
een overschatting van een tweetal ter
men en een vrije aanvulling van enige
onleesbare regels kunnen leiden tot een
dergelijke interpretatie. In de geest van
DupontSommer is bij deze interpre
tatie de historische Jesus van Nazaret
het voorbeeld; zonder een werkelijke
Christus zou DupontSommer nooit op
deze gedachte gekomen zijn.
PALESTIJNS-JOODSE GEDACHTEN-
WERELD.
Het revolutionaire omtrent de oor
sprong van het Christendom kan enkel
gevonden worden in de gebondenheid
van de eerste christelijke kerk aan de
Palestijns-Joodse gedachtenwereld. Via
de niet-bijbelse rollen van Qumran kan
men nu doordringen in de religieuze ge
dachtenwereld van 't Joodse volk in de
tijd rond het begin van onze jaartelling.
Zo heeft men het ideaal van Johannes
de Doper en zijn leerlingen gezien als
een onderdeel van het ideaal van Qum
ran. Sommigen menen dat de Doper tot
het convent behoord heeft; anderen me
nen dat hij slechts met de bewoners
van het convent gesympathiseerd heeft.
Daarnaast blijken nog andere, zuiver
Christelijke idealen een voorbereiding
gehad te hebben in het Jodendom, zodat
Christus in deze gevallen enkel een laat
ste vervolmaking heeft gebracht.
Van meer belang is het contact van
eerste Christelijke geschriften met de
loodse gedachtenwereld. Voorheen meen
de men dat verschillende invloeden die
in de evangeliën merkbaar zijn, speciaal
de gnostieke invloeden, teruggingen op
een rechtstreeks contact met de Helle
nistische wereld. Een Joodse oorsprong
van de gnostieke elementen kon slechts
verdedigd worden vanuit de vage en
raadselachtige geschriften van de rabbij
nen en was dus zeer labiel. Nu blijkt
dat de zuiver Joodse sekte van Qumran
een groot aantal gnostieke ideeën ge
huldigd heeft. Er zou zelfs een gnostieke
leer geleefd hebben in het convent, zo
dat men is gaan spreken van een gnos
tieke stroming vóór de gnose, een pre-
gnose De evangeliën hebben bijgevolg
geen Hellenistische, maar Joodse invloe
ien ondergaan. En deze beïnvloeding ver
eist geen tijd of duur, zoals het contact
met de Hellenistische beschaving ver
onderstelde, maar kon aanstonds een
aanvang nemen. Hiermee bevestigen de
nieuwe vondsten dat de traditionele da
tering van de oude Christelijke ge
schriften mogelijk en verantwoord is.
Tot nu toe was de Joodse gedachten
wereld uit de tijd van Christus prak
tisch onbekend. De vondsten van Qum
ran uit het jaar 1947 zijn in dit opzicht
openbaringen geweest. Daarom verwacht
men veel, zeer veel zelfs, van de recente
en van de nog toekomstige ontdekkingen.
Zij openen naar wij hopen een nieuwe
wereld. Maar in die nieuwe wereld blij
ken de oude gegevens over de oorsprong
van het Christendom meer dan ooit be
trouwbare waarheden.
MAG. DR. V. DE LEEUW.