van de s ft* Si m ONTDEKKING VEROORZAAKTE EEN LAWINE iiiSiim 2^20 APRIL 1957 en simpel schot uit een jachtgeweer kan hoog in de br^Cn een 'awine veroorzaken die over een onafzienbare J in e®^te alles meesleurt en verwoest en die soms tot diep i h; ?.e rustige dalen de cultuurgoederen met één slag ver- J ,e»gt. kirf° ^an °°k 'n be* van Seest een kleine ontdek- J £e p een ware lawine veroorzaken, De vondst van de Dode u ~r°Hen in 1947 heeft zo'n lawine los geslagen; een sti ,i^e Van een biJna onafzienbaar aantal publikaties en Vajj/68' ^en is de echtheid en de ouderdom van de rollen I Uödig gaan onderzoeken. De inhoud van de tekst heeft ^Oi,^ro°t aantal geleerden in beweging gezet. Men ont- de 6 rev°iuti°naire theorieën die het christendom tot in tis ^0riei aantastten; deze werden op hun beurt weer kri- I onderzocht. Daarbij heeft men de grotten in de Van *^uda opgespoord en tot op de bodem omge- k.Bijna overal moest men constateren dat „rovende" l eaoe" 'omen de wetenschap waren vóór geweest. t be zijn er van overtuigd, dat de lawine nog amper in gg e£ing is. Er zullen ongetwijfeld nog meer vondsten 5ej)aai1 worden. Er zullen nog meer publikaties verschij- j ^°g meer cultuurgoederen zullen worden aangetast. ftajC^ wiüen we vandaag de op gang zijnde lawine eens van '3 overzien. jp v cta» - KTien s CSeM?,ttbee1Qrf' begreeP „De allergewichtigste vondst van handschriften die door geen enkele geëvenaard wordt". (W. F. Albright) Niet ver van de grot van Ain Fesjcha lag, ongeveer in de vlak te, een ruïne-heuvel, Chirbet Qumran genaamd, een Arabische naam die zoveel betekent als puinheuvel van Gomorra. Onwil lekeurig legde men verband tus sen de grot en de ruïne-heuvel. Gevolg was dat men ging graven in Chirbet Qumran. Het was in november 1952. Men vond onder het puin de fundamenten van een groot klooster. De gebruiksvoor werpen toonden aan dat dit ge-1 meenschapshuis in de Romeinse tijd bewoond is geweest. Men trof er dezelfde kruiken aan als in de grot. Daarmee is bewezen dat de rollen eenmaal toebehoord hebben aan de bewoners van dit klooster. a_v^'HtSc!ie waarde voor JtuSl - 1^9 m lI|Ë|iS2 181— De duizenden gevonden fragmenten worden in het onder Museum van Jerusalem aan een nauwkeurig onderzoek worpen. De rol De fundamenten van het klooster te Qumr&n. V 0 en ontdekkingen spe- frf. gebeurtenissen meestal "V <Jaar0I1iets Bevonden. Een Syrische c+nr»H<» in maart 1 Uito ^eer óan eens heeft een ber 7ruste expeditie na nauw- 'S.gen „j gingen en langdurige op- ^?tegen stootte in maart 1928 gschaar op een grafzerk X ^*'6 dn Knrlnlircvn ptl/1 TTftOVlt lnUiü de bedolven stad Ugarit (Je 33 groeven enkele Arabie- S «H Rt-®geving van Tel Hariri een onrt ten baarbij op een beeld, „®rbeel bleek te zijn van een var V19a-, giha het ook in het voorj/ar ?,V en groot paleis, de kern van N in®ri'iS-VV-erelbstad Mari. biet een jonge bedoeïen in het Sd 'btla, ?'i t ?dh-ru?.?bÜ Jericho, met Moham- j l b van be Taamireh-stam. Pd?, gin geit te weinig in zijn kud Jaa de St 0.tBet{'ke_re bolde ontdekte, wierp hij K j? °P zoek. Eerst zocht hij in .''eke8en ,aarna steeg hij geleidelijk ho- steeg hij geleidelijk 1 rotswand op. Toen hij een "'/e^ere dier- :Paar binnen om te horen of Qto n be spelonk kon zijn. Tot ^JrotVf H- gekraak en gerinkel van bajrnb klauterde naar de opening, n hu11 krn;i nneu en zag daar een rij JV de n- Samen met een vriend 'Cl riï .t binnengegaan en sfimen bb de kruiken de grootste V^ijn '6 schat van onze eeuw te A v'areJf&baala: rollen, lnSewikkeld. liSto ^hde onïdekkers, die tegelijk d^hl ,verin Verv°erden, probeerden hun °rven bezit op de markt van riw.°0r 'e verkopen. Eén rol werd Epn <Senb. maar er waren geen ,,«1 daCh, yriër bie de vreemde waar hs 1 dat het onleesbare schrift gohaald: rollen, die als mum- Sbige ee°ubsyrisch kon zijn en gaf A n erusalem. vatl duel. w.. - va i'P aan de Syrische aarts- adiue] Jerusalem, Mar Athana- b vo> v°Orm* eze interesseerde er zich Vr>Hv 1be ti0en bij bemerkite dat de S; ktiv ven ,r° met Hebreeuws schrift ,,^'as- Daarom nodigde hij de rt.arcn* met bun waar naar het mi,klPoste a, i%'6 nipf icr te komen. De por- tf dt T?e rip op be hoogte was gesteld, (X °«n ï- Voor beze voddenrapers ill da vdftcla later op de dag zijn op- rdieo 7' begreep Mar Athanasius eft pas onibekte schat was 1\/T P^S OntClCALC ouuat vvao de ^et alle mogelijke moeite ii] W Pij hnanbelaren nog opgespoord, th "dh teede vonb, was een aantal kv,amVerkocbt. De nog overge- K'dUjjegt 2o voor een zeer lage pri^s de kinderen der duisternis; een zesde rol tenslotte met, fragmentarisch en sterk geschonden, een aantal hoofdstukken uit de gewijde tekst van de profeet Isaïas, voornamelijk uit het tweede deel. De vijf rollen van Mar Athanasius bleken ech ter niet minder kostbaar. Zo bevat een goed bewaarde en gemakkelijk af te wik kelen rol heel de tekst van het boek Isaïas en de ongeveer volledige tekst van de kleine profeet Habakuk; deze laatste is voorzien van een ietwat eigen aardig commentaar; twee verdere rollen zijn beschreven met de z.g. „tuchtspie- gel", een soort leefregel voor mensen die een geestelijk ideaal volgen; de laat ste rol gaf haar geheim slechts gedeel telijk prijs door middel van één zicht bare kolom met een Aramese tekst, waarin gesproken werd over een figuur uit het Oude Testament, Lamech; de rest van de rol kon niet worden afge wikkeld. Heel de wetenschappelijke wereld stond verbaasd over deze ontdekking. Na de eerste berichten viel de grote groep van belangstellenden uiteen in twee richtingen. Sommigen waren enthousiast en aanvaardde'n zonder meer de echtheid en de oudheid van de documenten Daar naast stonden de achterdochtigen die vreesden het slachtoffer te worden van zwendel of mystificatie. Wij zouden hen met betrekking tot de rollen de „onge lovigen" kunnen noemen. ECHTHEID. Het grote probleem dat de rollen had den opgeroepen was nu: hoe kan men achterhalen dat hier geen sprake van bedrog is Men heeft met opzet ver schillende wegen bewandeld om tot de oplossing van dit probleem te geraken. Vooreerst heeft men nauwkeurig het geschrift bestudeerd, de wijze van schrij ven, de vorm van de letters en zo meer. Onze grootouders schreven hun brieven anders dan wfl. Zij kenden geen vulpen. De richting van hun schrift was daarom anders. Sommige letters schreven zij bovendien ouderwets, zoals b.v. de lange z. Zij maakten in hun tijd weer dezelfde opmerkingen over het schrift van hun grootouders. Zo heeft iedere eeuw zijn eigen schrijfwijze en kan ieder schrift gedateerd worden. Het Hebreeuwse schrift van de rollen wees op een hoge ouderdom, het moest teruggaan tot on geveer de tijd van Christus' geboorte. 6 Zee Als het valse handschriften waren, was het bedrog uiterst geraffineerd. Een tweede norm waren de bijbel boeken die zich onder de rollen bevon den. Het is algemeen bekend, dat de bijbel hier en daar duistere plaatsen heeft, die moeilijk verklaard kunnen worden. Zeer dikwijls zijn deze plaatsen bedorven door fouten die gemaakt zijn bij het afschrijven van het boek in de oudheid. Slechts in zeer oude hand schriften, die zelf niet teruggaan op een eeuwenlang afschrijven van teksten, kan in de plaats van deze duistere teksten een verstaanbare lezing worden aange troffen. Als een falsificator een hand schrift gaat schrijven, zal hij natuurlijk de duistere plaatsen duister laten. De nieuw ontdekte rollen vertonen in som mige onderdelen zulke originele lezingen van duistere plaatsen, dat iedereen aan stonds voelt dat het handschrift zeer oud moet zijn. Een falsificator kan on mogelijk zulke resultaten bereiken. Tegelijk vond de Belg, Philippe Lippens, Palestijns waarnemer bij de U.N.O., de bewuste grot in de omgeving van Ain Fesjcha, dicht bij de Dode Zee. In het voorjaar van 1949, dus twee jaar nadat de rollen daar waren gevonden, werd de grot terdege, tot op de maagdelijke bo dem, zoals dat heet, onderzocht. Men vond er duidelijke sporen van bedoeïe nen, die er na de eerste ontdekking wa ren teruggekeerd en alles overhoop had den gezet. Desondanks kon men nog ver schillende waardevolle gegevens verza melen. Uit de scherven van de eenmaal aanwezige kruiken kon men afleiden dat sommige tamelijk recent waren afge broken; andere waren daarentegen reeds eeuwen geleden stuk geslagen. Verder lagen er over de grond in het stof ver spreid een aantal kleine snippers en fragmenten van beschreven rollen. De ze snippers bleken onderdelen van bij- belrollen, van het boek Genesis, van Le viticus, van Deuteronomium, van Rech ters enz. Deze bijbelboeken werden dus alle in de grot bewaard. Daarnaast waren er fragmenten van Hebreeuwse teksten, d,ie niet tot de bijbel behoren, van Griek se teksten ed. De v«-dere gegevens, de vorm van de kruiken, het lampje dat in de grot lag en vele andere kleinigheden geven aan dat de grot tot opslagplaats is ingericht in de eerste eeuw na Chris tus, zeker niet later. Hier konden daar om de bewuste rollen gevonden zijn. In dat geval waren zij echt en buitengewoon oud. De modernste gegevens van de kern fysica hebben deze conclusie bevestigd. Men heeft deeltjes van het linnen waarin de rollen gewikkeld waren, verbrand en door middel van de radio-carboon-test gemeten, wanneer het vlas, waaruit het linnen gemaakt was, is afgestorven. De geigerteller gaf als uitslag de eeuw van Christus' geboorte. Daarmee zijn alle twijfels verdwenen. NEDERZETTING DER ESSENEN De ..monniken" waren Joden. De ge vonden rollen waren hun heilige boe ken. De „tuchtspiegel was hun leef regel. In de geschiedenis van het Joodse volk, gesohreven door Flavius Josephus wordt ook gesproken over een soort monniken, diie aan de oevers van de Dode Zee hun hoofdklooster hadden. Zij. worden in de Joodse geschiedenis Esse- nen genoemd. Chirbet Qumran is zo goed als zeker een nederzetting geweest van de Essenen. Eind 1951 berichtten bedoeïenen dat zij dicht bij de eerste grot een tweede grot hadden gevonden. Er waren geen volledige rollen gevonden, maar wel veel fragmenten. Opgeschrikt door dit goede nieuws trok men er aanstonds op uit, onderzocht de nieuwe grot met om geving en ontdekte ai gauw een derde grot. De inhoud van beide grotten bleek f" bestaan uit een groot aantal fragmenten, waaronder ook vele uit boeken van de bijbel. Zo heeft men daar delen aange troffen van Isaias en Jeremias, van Le viticus en Exodus, van Ruth en van een groot aantal Psalmen. De tekst van Levi ticus was bovendien geschreven in het oudfenicisch schrift en kan daarom eni ge eeuwen ouder zijn. Na deze ontdekking heeft men de om geving van Chirbet Qumrèn stelselmatig onderzocht. Men ontdekte drie nieuwe grotten met tekstfragmenten; ze werden no. 4. 5. en 6. gedoopt. De inhoud van grot 5 is buitengewoon belangrijk. Een zeer groot aantal kleine teksten in een goede staat bewaard. Er zijn veel bijbel fragmenten bij, men" spreekt van enige duizenden, waaronder merk waardig genoeg een Hebreeuws en een Aramees fragment van het boek Tobias, dat tot nu toe slechts in het Grieks bekend was; verder Griekse bijbelfrag- menten, waaruit blijkt dat men in Qum ran ook de Griekse bijbel gebruikte ten slotte delen van apocriefe geschriften, van geschriften die over de Qumran-ge- meenscbap handelen, teksten voor de gebedsriemen enz. Daarenboven heeft men nog andere grotten ontdekt. De meeste, ongeveer 25, bleken slechts aardewerk te bevatten. Sommige hebben bij nader onderzoek nieuwe fragmenten van rollen aan het licht gebracht. Grot no 11 zou zelfs zoveel fragmenten bevatten, dat de uit gave daarvan een apart deel zal beslaan in de serie van tekstuitgaven, die dooi de Oxford University Press op stapel is gezet. In grot no 3 heeft men tot verwonde ring van heel de wetenschappelijke we reld twee koperen rollen gevonden. Voor een vakman klinkt dit ongeveer als twee koperen boeken. Het zijn dunne koperen platen, drie in aantal, die opge rold zijn tot twee rollen. Ze bevatten een tekst die erin gegrift is. Door oxy- datie zijn de beide rollen ongeveer niets anders dan twee klompen kopergroen. Aan afrollen viel in deze omstandighe den niet te denken. De rollen werden naar Manchester gestuurd, waar men 'n soortgelijke rol namaakte en deze ver volgens met een versneld óxydatieproces in een klomp kopergroen veranderde om hem daarna bij wijze van proef af te wikkelen. Het afwikkelen zelf is echter niet ge lukt. Daarom heeft men ten einde raad de rollen met een uiterst fijne cirkelzaag in repen gesneden die naast elkaar wer den gelegd. Aldus heeft men de drie rol len ontcijferd. De inhoud van de rollen is door de staat Jordanië zo hoog aangeslagen dat iedere publikatie verboden is. Het schijnt dat de tekst met nauwkeurige gegevens vermeldt, waar de schat van 't Essenen- convent is weggeborgen. Jordanië hoopt alle schatgravers vóór te zijn. Het is intussen een grote vraag of de schat zich nog op de aangegeven plaats be vindt. EEN NIEUWE GROT Terwijl P. De Vaux en L. Harding de ruïne van Qumr&n onderzochten, kwam men hun berichten dat bedoeïenen 18 km ten zuiden van Qumran, bij Wadi Murabaat een nieuwe grot ontdekt hadden, waarin geschreven documenten gevonden waren. Onmiddellijk werd het werkterrein verlegd. Met auto's op rups banden drong men de woestijn in om de bewuste wadi te kunnen bereiken. Waar de wadi uit het gebergte komt liet men de wagens staan om te voet omhoog te klimmen. Tegen de rotsige wand sta ken enige holen donker en somber af. De spelonken bleken nieuwe archeolo gische schatten te bevatten. :Us ^,.ond. in het bezit van het klooster van Jerusalem. eh b hülitaire actie tussen de ®h de jonge staat Israel is ^iltii^hasu de rollen die nlet aan ty1 a, te Hs verkocht waren, zeer Vr i. WW °lgen. T„ hot. naiaar van In het najaar van '•Ch^wkenit euige te Bethlehem op. V tp T- Van de Hebreeuwse Uni- VWb- ®ts OBrusalem weet deze hij VjfSiw -- aa Jood genoemd kunnen elfph satn11 te k°Pen voor zijn Uni- V:6 s 6 zii „n met de linnen doeken l^sphgp arhwikkeld waren. laJth °hgezoiat Israel heeft aan deze lijiNr -ht. r, 1 een symbolische waar- in6 Sethi- roIlen waren immers de V 'ifnHih S van het oude Joodse «cl81 l' lich?ndergang en zij kwamen Ux m r> m .pnl Hflt. df? de. T\_ e.t eerste levenslicht aan- .Ni november 1947. de dag dQ 6hs ae itr„.Iubenik de boekrollen in- de dan in handen kreeg was W.flp6 Vereni„y,aar°P de staat Israel V I's k6tstp Naties werd erkend. Vi 05ta e na-iZltting van het nieuwe WA v- kte - ,?ment las men uit de Hf? Isa? en het veertigste hoofd- Vh zpjfl voor: „Troost, troost hj- 4at °Bd God. Spreekt Jeru- ^iNp zijn d,,het hart en roept het V15 U) r°hen Vende voorbij is". De b.lip Sset> a sl°egen als het ware een Israëli's be N hw,°thst dankliederen, die VWh 5 Vpr„ rtonen met de bijbelse 8 i, 6 or,u vens een rol met ee,n h de v nd verhaal over de kinderen des lichts tegen Wi ee,^ah staat Israel van vroeger -li dptlurisa^e van het dubbele .het S. Hebreeuwse Universiteit Marcus klooster vijf en. De Israëli's bezaten veel Juist toen de expeditie aankwam ver dween er een aantal bedoeïenen, die daar op eigen initiatief illegaal opgra- vingswerk verrichtten. Zij werden ge arresteerd maar bleken niets b"'zonders in hun bezit te hebben. Een deel van hen was aanstonds bereid om mee te werken aan de legale opgravingen. De rotsholen moeten toevluchtsoorden en woonplaatsen geweest zijn, waar schijnlijk van een opgejaagde bevolking. Men vond in de grotten kleine frag menten van Hebreeuwse, Griekse en La tijnse teksten, waaruit men afleidde dat de grot nog bewoond is geweest in de Romeinse tijd. Onder de fragmenten be vinden zich ook bijbelteksten, en wel uit de vijf boeken van Mozes. Deze fragmenten hebben alle sterk de inte resse gehad van een later „slag" van bewoners. Een aantal rattenfamilies heeft in de loop der eeuwen de stuk jes papier en leer verzameld om er nesten van te bouwen. Daarom waren de archeologen speciaal gespitst op het vinden van rattenesten. De belangrijkste documenten die men er ongeveer gaaf aantrof bevatten een Grieks huwelijkscontract uit het jaar 124 na Christus en een briefwisseling van Simeon bar Koseba, die dezelfde moet zijn als Bar Kochba, de leider van de Joodse opstand in de jaren 132135. Alles wijst erop dat deze grotten een toe vluchtsoord zijn geweest voor de Joodse opstandelingen, die moesten wijken voor het geweld van de Romeinen en hun leven en hun vrijheid in de woestijn wilden rekken. Zij zijn uiteindelijk door de Romeinen achterhaald en verdreven Er is in de grotten zelfs een militaire post tegen de Joden gevestigd geweest. HOGE OUDERDOM Bij een dieper graven bleek dat de grotten vroeger een definitieve woon plaats zijn geweest. Aardewerk en oude teksten wezen naar de 9e en 8e eeuw voor Christus. Nog dieper vond men ruw aardewerk, 'n albasten vaasje, twee bron zen naalden en een scarabee met motie ven uit de Hyksostijd, d.w.z. ongeveer 1800 tot 1500 jaar voor Christus, de mid denbronstijd van Kanaan. Nog andere scherven vond men samen met vuurste nen werktuigen, zoals beitels, messen en speerpunten, die uit het Chalkolithicum stammen en door de holbewoners van ongeveer 4000 voor Christus werden ge bruikt. Daarbij vond men benen en hou ten voorwerpen- zoals een prikkel om de ezel aan te drijven, een handvat van een ploeg met leren riemen eraan om de schaar te richten. Het is bijna onbe grijpelijk dat dit alles duizenden jaren lang goed is gebleven. De gunstige toe stand van de grotten heeft hier een groot aandeel in gehad. Met één sla° was wadi Murabaat opgeklommen tot een van de oudste woonsteden van Palestina. Uit het verloop van het verhaal is Twee exemplaren van de kruiken die eeuwenlang hun kostbare inhoud voor bederf hebben bewaard. Murabaat is gevonden, kan dit een aan leiding worden tot een nieuwe expeditie en tot misschien nog belangrijker vond sten. CHIRBET MIRD De onrustig zoekende bedoeïenen hadden in ju!i 1952, enige km noord oostelijk van Bethlehem Chirbet Mird onderzocht, een ruïne van een klooster uit de christelijke tijd. Ze hadden daar een aantal teksten ontdekt: Griekse, Ara bische en Syro-Palestijnse papyri. Deze waren alle veel jonger dan de teksten van Murabaat of Qumran en stamden waarschijnlijk uit de 6e tot de 9e eeuw na Christus. In de 9e eeuw is het kloos ter verwoest. Onder de teksten bevon den zich weer fragmenten uit de bijbel o.a. uit Jozuë, uit het evangelie van Mattheus en Lukas, uit de Handelingen en uit de brief aan de Kolossenzen. Enige van deze fragmenten geven de bijbeltekst in het Palestijns-Aramees, de taal van de eerste christengemeenten, nauw verwant met de taal die Jesus sprak en waarin het evangelie van Mat theus oorspronkelijk is geschreven. De vondst werd de aanleiding voor een nieuwe expeditie, opdat de ruïne vakkundig zou worden onderzocht. De ze taak werd toevertrouwd aan de Leu vense Universiteit en stond onder leiding van prof. dr. en mag. R. De Langhe, professor in de Akkadische en Aramese Literatuur te Leuven en te Nijmegen. De expeditie werkte in Mird van februari tot april 1953. Tamelijk vlug en gemakkelijk vond men te Mird nieuwe documenten: Griekse, Arabische en Syro-Palestijnse teksten, die nauwkeurig aansloten bij de door de bedoeïenen aangebrachte frag menten. Het aantal Griekse teksten be- De twee koperen rollen die bij hun vondst en bij hun ontcijfering zoveel opschudding teweeg brachten. duidelijk gebleken hoe allerlei bedoeïe nen zich opgeworpen hebben tot de schatgravers van „hun" woestijn. Mis schien heeft het algemeen verbod een of ander individu afgehouden van persoon lijke opgravingen, de meesten hebben echter hun illegale arbeid voortgezet- De angst voor de verbiedende overheicj begon in de regel pas te werken als zij een vondst gedaan hadden en deze wilden aangeven. Het gevaar was im mers groot dat de vondst onteigend en de vinder beboet werd. Zodoende is het verbod tegen illegale bedrijvigheid een belemmering geworden om het gevonden materiaal los te krijgen uit de handen en de tenten van de zwervende bedoeïe nen. In juli 1952 hebben illegale' vinders echter de stoute schoenen aangetrokken en een aantal papyri aangeboden aan het oudheidkundig museum van Jerusa lem. De plaats waar de papyri gevonden zijn is tot nu toe niet „verraden". De teksten bleken zeer gevarieerd. Zo ko men er Joodse en Nabatese papyri voor met huwelijkscontracten en bepalingen over louter burgerlijke zaken. Eén con tract is gedateerd en stamt uit 135 na Christus. De vondst is buitengewoon be langrijk vanwege een prachtig geschre ven tekst van enige kleine profeten in een Griekse vertaling. Dit is van groot gewicht voor de bestudering van de Griekse vertaling in het algemeen en in het bijzonder voor de invloed van deze vertaling in Palestina. Er valt niet meer aan te twijfelen dat de Joden in Pales tina de in Egypte ontstane Griekse vertaling hebben gebruikt. Ook Christus en de Apostelen zullen deze vertaling hebben gekend. Een prachtvondst dus, die misschien nog aan waarde zal win nen als de plaats van ontdekking bekend wordt. In december 1954 kwam een andere illegale vinder zijn schat aanbieden aan het oudheidkundig museum in Jerusa lem: een rol met de Hebreeuwse tekst van de kleine profeten. De rol had veel geleden van het vocht, waardoor het leer grotendeels zwart en de tekst onleesbaar geworden was. De vinder wist te vertellen dat de rol afkomstig was van Murabaat, maar uit een spelonk aan de overzijde van de wadi dus niet uit de onderzochte grotten. Hij eiste als verkoopsprijs 2200 pond. Het verhaal lijkt een beetje verdacht. De bedoeïenen weten dat een rol van Qumr&n of Mura baat zeer hoog wordt aangeslagen en schrikken er daarom heel begriioelijk niet voor terug hun ongeoorloofde op gravingen met een ongeoorloofd verzin sel te besluiten. Wat er ook van zij. de rol is in elk geval een kostbaar bezit. Als hij echter op een andere plaats dan draagt ongeveer 300. Daaronder bevindt zich een handschrift met het werk van Euripides. Dit handschrift stamt uit de 6e eeuw na Christus en is als zodanig een uitzonderlijk exemplaar in de hand schriftenverzameling van de klassieke teksten. Wat ouderdom betreft staan de klassieke handschriften ver achter bij de bijbelse manuscripten. De vijf rollen die verkocht waren aan Mar Athanasius zijn na een driejarig verblijf in Amerika teruggekeerd in Jerusalem. De zoon van prof. Sukenik, Yadin, heeft deze rollen via een tussen persoon aangekocht voor de Hebreeuwse Universiteit. Daar hebben de Joden on der leiding van prof. Bieberkraut de half vergane Lamech-rol afgewikkeld. Het leer werd op kunstmatige wijze vochtig gemaakt en liet toen voor een deel los en zo kon men de binnenste windingen van de rol openvouwen. De buitenste helft moet als verloren worden be schouwd. De rol bleek een aantal hoofd stukken uit het boek Genesis te bevat ten. De hoofdstukken waren vertaald in het Aramees en met allerlei geschiede nissen en legenden doorweven. Men heeft beloofd de publikatie van deze zonderlinge teksten spoedig ter hand te nemen. JACHT BRAK LOS. Door de vondst van deze rollen is niet alleen een wereld van Arabieren in beweging gekomen om letterlijk een jacht in te zetten op nog meer archeo logisch materiaal, maar ook de weten schappelijke wereld is door deze vondst in beroering gebrapht en er is een ware jacht ontstaan naar de inhoud van de rollen en naar de leer die zij bevatten. Gelovigen en ongelovigen zijn allen even benieuwd naar de gevolgtrekkingen die er uit zullen voortvloeien. Men verwacht totaal nieuwe gezichtspunten met be trekking tot het Jodendom in de tijd van Christus. Velen verwachten ook re volutionaire onthullingen omtrent het ontstaan van het Christendom. Vandaar de bijna algemene belangstelling, die on der meer aan het licht komt in de vele studies die momenteel over dit onder werp verschijnen. Hierbij mogen wij tot onze eer zeggen, dat bij deze ontdekking de katholieken werkelijk in de eerste ge lederen staan. Vanzelfsprekend eist de bestudering van de inhoud de nodige tijd. Het is uit gesloten dat iedere geleerde de rollen zelf in handen krijgt. De teksten worden in Jerusalem bewaard en slechts zeer weinigen zullen daar in het museum de rollen kunnen bezichtigen. Daarom is men ertoe overgegaan de teksten te publiceren in fotokopieën. De uitgave van de eerst gevonden rollen, nu bijna tien jaar geleden, nadert haar voltooiing. Voor een grondige bestudering komen daarom slechts de teksten van de eerste vondst in aanmerking. De eerste aandacht ging uit naar de bijbelhandschriften, de tekst van Isaias in een dubbel afschrift, de tekst van Habakuk en een aantal kleine fragmen ten. Van de Hebreeuwse bijbeltekst, die tot aan de uitvinding van de boekdruk kunst ongeveer 16 tot 25 eeuwen lang is overgeschreven, had men voorheen slechts handschriften die dateren uit het jaar 1008 na Christus. In de eeuwen gelegen voor 1008 is er in de bijbelboeken ongetwijfeld iets veranderd en gewijzigd, al is het alleen maar door menselijke tekortkomingen bij 't afschrijfwerk. Men heeft over deze mogelijke wijzigingen veel gespeculeerd. Nu had men ineens een bijbeltekst die teruggaat tot de tijd van Christus en dus ruim duizend jaar ouder is. Met de grootste spanning heeft men de tekst vergeleken met onze bij beluitgaven; zin voor zin en woord voor woord. Tot ieders verrassing ontdekte men dat beide teksten zo goed als vol ledig met elkaar overeenkomen. Er zijn een aantal kleine verschillen, die soms een werkelijk nieuwe gedachte weerge ven en hier en daar duidelijk origineel zijn. Maar de meeste varianten komen slechts voort uit een andere schrijfwijze. Het schijnt dat men in de Hebreeuwse wereld ook taalcommissies gehad heeft die van tijd tot tijd de schrijfwijze ver eenvoudigd hebben. Uit het gering aantal werkelijke ver schillen kan men afleiden dat de bijbel sinds onze jaartelling praktisch geen veranderingen heeft ondergaan. In de niet-bijbelse boeken die men gevonden heeft, voornamelijk uit de „tuchtspiegel" en de commentaar op Habakuk meenden velen een messiaan- se verwachting van de toenmalige Joden te kunnen ontdekken. Dit is op zich heel normaal. Het werd echter vreemd, toen sommige niet-katholieken, o.a. de vroegere priester A. DupontSommer, prof. aan de Sorbonne en J.M. Alle gro van de Manchester University, do verwachte Messias aanwezig achtten on der de bewoners van het Qumran-con- vent. Er wordt nl. in de teksten gespro ken over een „Leraar der Gerechtig heid" die met een messiaanse titel wordt vereerd. Deze „Leraar der Ge rechtigheid" is in botsing gekomen met een onrechtvaardige hogepriester en is door deze geslagen en bestraft. Dupont- Sommer meent uit de gebruikte termen te kunnen afleiden dat de „Leraar der Gerechtigheid" gestorven is en daarna zelfs zou zjjn verschenen. In dit lijden, sterven en verrijzen was de „Leraar der Gerechtigheid" een voorloper van Christus. Jesus van Nazaret schijnt vol gens Dupont-Sommer, in vele opzichten een reïncarnatie van de „Leraar der Gerechtigheid" te zijn. Nog één stap verder en Christus zou een loutere crea tie zijn van de eerste Christenen, naar het voorbeeld van een mislukte Joodse Messias. De massa van de onderzoekers wijst deze verklaring af. De dood en de ver rijzenis van de „Leraar der Gerechtig heid" zijn een creatie van DupontSom mer. De teksten zwijgen erover. Slechts een overschatting van een tweetal ter men en een vrije aanvulling van enige onleesbare regels kunnen leiden tot een dergelijke interpretatie. In de geest van DupontSommer is bij deze interpre tatie de historische Jesus van Nazaret het voorbeeld; zonder een werkelijke Christus zou DupontSommer nooit op deze gedachte gekomen zijn. PALESTIJNS-JOODSE GEDACHTEN- WERELD. Het revolutionaire omtrent de oor sprong van het Christendom kan enkel gevonden worden in de gebondenheid van de eerste christelijke kerk aan de Palestijns-Joodse gedachtenwereld. Via de niet-bijbelse rollen van Qumran kan men nu doordringen in de religieuze ge dachtenwereld van 't Joodse volk in de tijd rond het begin van onze jaartelling. Zo heeft men het ideaal van Johannes de Doper en zijn leerlingen gezien als een onderdeel van het ideaal van Qum ran. Sommigen menen dat de Doper tot het convent behoord heeft; anderen me nen dat hij slechts met de bewoners van het convent gesympathiseerd heeft. Daarnaast blijken nog andere, zuiver Christelijke idealen een voorbereiding gehad te hebben in het Jodendom, zodat Christus in deze gevallen enkel een laat ste vervolmaking heeft gebracht. Van meer belang is het contact van eerste Christelijke geschriften met de loodse gedachtenwereld. Voorheen meen de men dat verschillende invloeden die in de evangeliën merkbaar zijn, speciaal de gnostieke invloeden, teruggingen op een rechtstreeks contact met de Helle nistische wereld. Een Joodse oorsprong van de gnostieke elementen kon slechts verdedigd worden vanuit de vage en raadselachtige geschriften van de rabbij nen en was dus zeer labiel. Nu blijkt dat de zuiver Joodse sekte van Qumran een groot aantal gnostieke ideeën ge huldigd heeft. Er zou zelfs een gnostieke leer geleefd hebben in het convent, zo dat men is gaan spreken van een gnos tieke stroming vóór de gnose, een pre- gnose De evangeliën hebben bijgevolg geen Hellenistische, maar Joodse invloe ien ondergaan. En deze beïnvloeding ver eist geen tijd of duur, zoals het contact met de Hellenistische beschaving ver onderstelde, maar kon aanstonds een aanvang nemen. Hiermee bevestigen de nieuwe vondsten dat de traditionele da tering van de oude Christelijke ge schriften mogelijk en verantwoord is. Tot nu toe was de Joodse gedachten wereld uit de tijd van Christus prak tisch onbekend. De vondsten van Qum ran uit het jaar 1947 zijn in dit opzicht openbaringen geweest. Daarom verwacht men veel, zeer veel zelfs, van de recente en van de nog toekomstige ontdekkingen. Zij openen naar wij hopen een nieuwe wereld. Maar in die nieuwe wereld blij ken de oude gegevens over de oorsprong van het Christendom meer dan ooit be trouwbare waarheden. MAG. DR. V. DE LEEUW.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 11