Ien Zo maar een Gebed op Pasen... KERSTENING van het milieu Vooral ver met vakantie Im DE VERBODEN VRUCHT OP TIJD THUIS ZIJN HET GELUK DOOD en VERRIJZENIS ZONDER ALLELUJA I f» «r-L DE LIJKWADE VAN" TURIJN ligt achter de horizon lp lisp! j. ëUë: m ZATERDAG 20 APRIL 1957 Gehoorzaamheid Op weg We zijn als Assepoester. Op weg naar iets heerlijks. Maar denken we aan de spel regels? Er is Iemand die het ons schenkt. Dat is de Grote Heer van alle dingen. Nu, met Pasen heeft Hij de reis naar het Eeuwige Beloofd^ land gemaakt. Gij toont in Uw einde, Heer> waar al wat leeft beginnen moet: in nood en pijn en nameloos verwachten, vol angst en eenzaamheid en bloed. Gij toont in Uw wonden, Heer, dat al wat leeft geslagen wordt aan kruis en hart en Babelse verwachting, verwilderd en tot puin gestort. Gij toont, mijn verrezen Heer, waar al wat sterft weer leven kan: in 't hoog paleis van zien en niet verwachten, in mannenmaat van U, de Man. A. Br. Op de een of andere wijze moet het toch tot de erkenning komen dat Hij het is die alle eer toekomt. Denk aan de boom en de twaalf slagen van de klok. Wie de afhankelijkheidsverkla ring niet tekent, stapt meteen naast zijn geluk.' En dat tekenen is de meest ele mentaire daad van Gods-dienst. Het is trouwens 't enig mogelij ke antwoord van het mensdom op wat de. Verrezen Heer aan haar gewrocht heeft. F. B. Heel de aarde behoort aan Christus toe; dat wil zeggen rechtens. Wij hebben de taak dit toebehoren aan de Heer ook werkelijkheid in het le ven te doen worden. We heb ben er reeds op gewezen, dat deze kerstening geen afbreuk doet aan de zuivere aardse volmaaktheid van de dingen. Integendeel deze dingen wor den aan zichzelf teruggege ven en dus geperfectioneerd. Zij komen daardoor ook in dienst van de mens te staan juist in zover hij op zoek is naar zijn eigenlijk geluk, zijn volledige ontplooiing. Publiciteit Je moet straks verhalen kunnen vertellen Pasen een voorproef Met Pasen gaan we bij wijze van voorproef naar de bollen. Voorjaar. Na enkele kachel maanden, heeft de zon ons weer eens heerlijk verwarmd en we weten wat er zal komen: zomer. k J ge' Ik. fir H 4$ I f 0 i T t M M WIJ MENSEN zijn als Assepoester Assepoester had een bar be staan. De schrijvers van het sprookje dat zijn alle mensen hebben hun best gedaan haar lot zo bitter mogelijk te schilde ren. Ze moest iets doen waar alle mensen terecht een afschuw van hebben. Slaven en sloven alle uren van haar leven en daarbij armoede lijden. Sprookjes zijn altijd afschuwelijk duidelijk, ze zijn niet gecompliceerd. Het zijn geïllustreerde uitgaven van de Tien Geboden. Het kwaad wordt er in gestraft en het goede beloond. Wie een ander laat sloven en slaven en armoe laat lijden zal vroeg of laat vergelding ontvangen. En wie het lot van de slavernij ondergaat, zal eens het geluk vinden en de ketenen ver liezen om een wereld te winnen. Sprookjes komen uit. Pas maar op. Grenzen van de mens Assepoester verlangde het geluk- Waarheen wilde Assepoester? Naar het geluk, naar het bal en de prins. Toen kwam de goede fee en de koets met de prachtige paarden. Maar er was een ,.maar" bij. Om 12 uur moest ze terug zijn. Waarom toch? Wie niet begrijpt waarom Adam en Eva van de boom moesten afblijven, begrijpt ook het sprookje niet. Maar de mensen hebben het Para- dijsverhaal heel goed begrepen, anders konden ze het sprookje nooit geschreven hebben. Ze zijn hoogstens een beetje dom of vergeetachtig. Waar zijn de grenzen van de mens als alles kan? Het mateloze geluk van de eerste mensen moest een grens hebben, want ze hadden hun geluk zelf niet gemaakt. Bij de boom lag de beslissing. „Jullie of Ik", sprak God. „U" moesten de mensen zeggen, maar ze zeiden „wij" en daarmee tastten ze het fundament van de Schepping aan. Ergens moet de mens toch gecon fronteerd worden met het feit, dat alles van God komt? Daarom zei God: „Blijf van de boom af". .Waarom?". „Omdat Ik het hebben wil"". Door van die boom af te blijven hadden de eerste mensen erkend, dat God de Heer en Gebieder is. Hij had ook wat anders van za kunnen vra gen. Hij vroeg dit. De mensen begrijpen het heel goed, zo goed dat ze de kern van de zaak in sprookjes terug vertellen. Ze schiepen de goede fee in het sprookje. Aan haar was alle macht. Er kwam een koets met paarden zomaar uit het niets, kleren en glazen muiltjes. En Assepoester genoot de machtige liefdadigheid. Maar waar lagen de grenzen? Ergens moest het meisje toch voelen dat haar hele geluk geschon ken was door de almachtige fee? De afhankelijkheidsbetuiging die van Assepoes geëist werd lag in het gehoorzamen aan de eis om twaalf uur thuis te komen. Er is geen andere reden voor. In het verhaal is dat 12 uur thuis komen onzinnig. Waarom die sper tijd?? Had de machtige fee die rege ling ergens voor nodig? Ja, alléén om ideële redenen. Assepoes diende een afhankelijk heidsverklaring te tekenen. Uit haar zelf was zeeen Asse poes. Het geluk, dat is alles wat ze ver langde, ontving ze van een ander. Die Ander vroeg alleen erkenning van dat feit. Wat was er gebeurd, als ze te laat was geweestWees maar niet ongerust. Het lieve kind zou er nog erger aan toe geweest zijn als voor het bal. Ze was niet voor niets in de war Ze verloor zelfs haar glazen muiltjewant ze wist het, er zwaaide watZe begreep de toe dracht heel goed. Assepoes reed met de koets naar het kasteel van haar dromen. Thoma3 Morus ging in zijn fantasie naar de gelukkige staat Utopia, waar het goed was te leven en te werken. De staat was er perfect ingericht, en het volk leefde in voorspoed. Het werd goed geregeerd door wijze mensen en er was vrede. Gauguin ging naar Tahiti weg uit Europa naar een stukje aarde waar hij meende dat het geluk er onge repter te vinden was. In de detective-story's zie je de gangster verdwijnen naar de warmte, naar lustoorden in heerlijke klimaten als de bankroof is geslaagd. Zo gaan we naar het Ahrdal, naar de Bodensee, naar het Lago Maggiore of naar de bergen. Met Pasen luiden de klokken! Pasen en klokken, ze horen bij elkaar. De wereld juicht. Wie geen Christen is, heeft er wat anders van gemaakt of overgeleverd ge kregen. En desnoods zonder re den, maar Pasen wordt gevierd. Mensen zijn vrij en blij. Er wor den boodschappen uitgegeven door belangrijke lieden en die worden uitgezonden of ze staan te lezen in de krant. Op alle plaatsen van de grote uitgestrekte aarde. En overal luiden de klok ken. Als de omroepers technisch hun best doen kun je ze horen in één huiskamer, achter elkaar, de dom van Utrecht, de klokken van Keulen, de Big Ben- die van de San Marco in Venetië, die van Rome en nog van verder. De we reld is groot en wijd, dat voel je met Pasen. Het voorjaar is ge komen en het verlangen er op uit te gaan maakt zich van ieder meester. Wie kan gaat. Bovendien, de hele wereld is verlost. Alle mensen kunnen zich broeders voelen. We treden als ontslagenen uit de kerker. De hemel is open. We hebben een reisdoel. Pasen en reizen. Op vele manie ren raken die twee elkaar. Waar gaan we heen? Altijd naar de plaats waar we het ge luk denken te vinden. Een of an der geluk. Dat van de rust en de stilte na een lange tijd van arbeid. Dat van de vergetelheid, om te ver geten wat ons aan verdriet is overkomen. Dat van de vlucht uit de angst om weg te komen uit het oord waar we bedreigd werden. Dat van de eenzaamheid. Om het sociaal contact te ontgaan dat ons hinderde. Het geluksverlangen drijft de mensen op weg te gaan. Maar het geluk ligt achter de horizon. En juist omdat we het daar vermoe den gaan we tot aan die horizon. Maar die schuift naar achteren. Dat hebben we allen ervaren. Het is nergens volmaakt. Behalve op die ene plaats die de Heer ontsloten heeft met Pa sen. Daar ligt het grote en alles be heersende reisdoel. Ons reizen en trekken zijn afspiegelingen of fragmenten van die ene Grote Trek. Naar het hemels Jerusalem, naar de stad op de berg waar voor altijd onze woningen zijn. De klokken luiden over heel de aarde en roepen alle mensen. De stad is open; 't Beloofde Land kent geen grenzen meer! Het land achter de horizon be staat en is vrij voor ons allemaal. IK VOEL MIJ als Thomas, Heer. Onze priesters en aalmoezeniers pra ten nu weer over Pasen, dat U ver rezen bent. Maar het klinkt me alle maal zo plichtsgetrouw. Ze kennen hun „vak" goed. Het staat op de liturgische kalender, dat het n u Pasen is. En. nu moeten ze over de verrijzenis praten dus. Ik vind het zo'n raar soort actuali teit. In de kranten zal weer een stukje open gelaten zijn op de voorpagina voor U kunt ons overal treffen. Op d® meest onmogelijke plaatsen. Of houdt U niet van jazzmuziek, of van scooters of van voetbal? Of bent U bang dat U tussen ons uit de toon valt? We zullen U eerlijk niet aansta ren en heel gewoon doen. Net of U er bij hoort. MISSCHIEN IS HET allemaal wel onzin, wat ik nu tegen U praat, Heer. Maar ik wil ook alleen maar zeggen dat we zo'n behoefte aan Uw aanwezig' eén gedichtje over Pasen. Maar de rest heid hebben. Het is allemaal zo inge- Ook innerlijk heeft ieder zijn grenzenmen ontvlucht het huis voor een vakantie in Parijs en wat is het eerste wat er gedaan wordt aan de voet van de Are de TriompheEen brief schrijven naar huis. Ook hebben we reeds uiteenge zet, hoe belangrijk het voor de mens is, dat hij in-de-wereld leeft. Deze wereld rondom ons is niet geïsoleerd van ons, en be- invloedt het denk- en gevoels leven van de mens. Wanneer deze wereld, waarin hij leeft, onttrokken is aan de invloeds sfeer van Christus, Hem onver schillig en zelfs vijandig is, is het voor de doorsnee-mens wel heel erg moeilijk als christen te leven. Nu is het niet zo eenvoudig aan te geven, wat eigenlijk dat milieu van de mens is. Het is datgene, waar de mens „midden in" leeft, wat hem omringt. Maar nu zien we, hoe de mens in de moderne tijd als het ware in verschillende milieus leeft. Hij leeft in zijn ge zin, waar hij zijn huwelijk be leeft en waar hij zijn kinderen opvoedt. Dit is in alle geval een heel belangrijk milieu met name voor de opgroeiende kinderen. Verder brengt de mens een groot deel van zijn tijd, misschien het grootste gedeelte van zijn leven door op de plaats, waar hij zijn werk heeft. Dat is op kantoor, in de winkel, op de werkplaats, in de fabriek, op spreekuur enz Vandaar dat deze omgeving heel vaak het ritme van zijn leven be paalt, zijn denken en doen bein- vloedt. Misschien meer dan wel ke andere factor ook. Zo is het een bekend feit, dat in b.v. de banlieu van Parijs vele mensen communistisch op de fabriek zijn en katholiek thuis. Een ander belangrijk punt is het gezelligheidsleven m.a.w. de vrije-tijdsbesteding. Hoe brengt de mens zijn vrije tijd door in de week-ends en in de avonden waaróp hij vrij is? Ja, een mens kan door die vrije-tijdsbesteding bedorven worden. Dit dringt des te meer, daar we gezien de toe komstige automatisering van vele bedrijven erop moeten rekenen dat deze vrije tijd nog veel gro ter wordt. Hoe staat het dan met zijn lectuur, zijn hobby's, zijn vrienden, het uitgaansleven, the ater, orkest enz? Tenslotte hebben we de moder ne publiciteit, welke hand over hand toeneemt. De moderne com municatiemiddelen van pers, te levisie, radio, film maken het niet alleen mogelijk, dat gebeurtenis sen, welke ver weg zijp, ons on middellijk bereiken, als het ware een dag later of op het ogenblik zelf in onze huiskamer komen, maar ook dat opinies gevormd worden en 'n levensbeschouwing van alle kanten opgelegd Het ge bruik van de publiciteitsmidde- len, in de zg. totalitaire landen, welke op eenmachtige wijze een bepaalde mening ingang trachten te doen vinden, zegt ons al wel hoe belangrijk dat punt is. Daarnaast hebben we nog het godsdienstige milieu, dat uiter aard christelijk is. Maar we zou den ons vergissen, als we hielden dat de mens alleen daar als chris ten moet leven. Het godsdienstige moet in alle sectoren van het leven, ook en juist in het profane naar voren komen. Deze verschillende milieus nu, welke in en door elkaar lopen, vormen tezamen het milieu van de mens. Willen we de mens trachten te kerstenen, Christus en Zijn Kerk present trachten te stellen, dan mogen we geen van de aspecten van het milieu ver geten. Alleen thuis het huwelijk als christen trachten te beleven, maar meedoen op het werk met de onverschilligen en de kerk- vijandigen, is een belangrijke in consequentie. Als christen trach ten te leven, maar voortdurend kranten lezen, welke tegenover de Kerk onverschillig zijn in een gevaarlijke neutraliteit, heft de goede invloed van het godsdien stige op. Willen we de mens daarom grijpen, inzover hjj in de-wereld is, dan moeten we hem grijpen in zijn milieu en dit wel in zijn verschillende aspecten. H.B, Er zijn mensen die aan de zomer twijfelen, maar wij hopen nog. En wat er zeker wel komt dat staat zwart op wit is de vakantie Als je nu soms dat voorjaar zo heerlijk voelt, krijg je al zin en je gaat vakantieplan nen maken. Een voorproef alvast, een snoepreisje naar de Keukenhof. Als je dan terug komt, weet je het zeker: we gaan dit jaar een mooi reis je maken. Vorig jaar kwam er ook al zo weinig van terecht, want hij zat in dienst, of zij werd ineens ziek, maar dit jaar moet het doorgaan. De moed o mverder te sparen is er weer. En waar zullen we dan naar toe gaan? Ja dat spreekt vanzelf, we gaan naar het buitenland. Op Schiphol wa ren we al drie schoolreisjes en met de misdienaars zijn we al twee keer in Valkenburg geweest. Nederland ken- ne we al. Ja ook op Texel hebben we al eens gekampeerd. Neen natuur lijk niet, u ging vroeger niet naar het buitenland, u was zo vaderlandslie vend dat u iedere zomer in Noordwijk naar de branding ging kijken. Maar wij gaan naar het buitenland, tentje en deken mee en dan desnoods tot in Portugal of tot aan een Noors fjord. O' neen, dat is zo ver niet, de kilometers zijn korter geworden sinds u uw vakanties in Noordwijk sleet en trouwens, we kunnen liften; man dat is zo interessant. En dan zeggen ze nog dat de moderne jeugd niet ro mantisch is. Hebt u wel eens tot in Joego-Slavië gelift? Klaploperjj? Laat me nu niet blozen, romantisch Is het in ieder geval, al is het een andere soort romantiek dan die van de Erl- könig of van Rhjjnvis Feith. Ja vooruit dan. noem die lifters toeristische-klaplopers. maar we kun nen desnoods nog per fiets gaan, of anders huren we met een paar man een wagen. Kan best, want we hebben vorig jaar immers ook geen vakantie gehouden en aan Jan hebben we een prima chauffeur. Kunnen we nog ver der gaan. Of we rijden naar het Bo- denmeer en gaan daar vissen. Wist u niet dat wij visten? Dat doen we ook eigenlijk nooit, maar waarom zouden we het in de vakantie niet eens gaan doen, in het Bodenmeer Het lijkt me best leuk. Of we gaan alleen maar drijven op onze lucht bedden, peddelend met onze handen. Of alleen maar naar de zonsondergang staan kijken. En 's avonds gaan we buurten bij de Fransen of die Duit sers in de mooie groene tent. Nemen we een paar flesjes bier mee en gaan wat zingen of luisteren, totdat ze vra gen of wij eens een echt Hollands lied je zingen^ dan rennen we gauw terug naar onze eigen tent en kruipen weg in onze slaapzakken. Morgenochtend duiken we als eerste in het Boden- meer. Zo houdt de moderne jeugd vakan tie mijnheer: vier weken hard werken om dan veertien dagen aan het Bo denmeer te gaan luieren. Wat is Zand- voort nou? Als je mee wilt doen moet je naar het buitenland hoor, en niet zomaar even naar België of Luxem burg, neen echt buitenland. De reis verdien je zelfin de vakantie. Of je nu als toerist-klaploper gaat of als dure jongen, je moet straks ver halen kunnen vertellen; het geeft niet waarvan, als het maar ver is. En Paasmaandag gaan we alvast naar de bollen. T. K. van de koppen is zoals altijd. Ik heb eens gehoord dat Uw verrij zenis het belangrijkste nieuws is, dat ooit gebracht werd. Na die tijd is er eigenlijk geen „laatste nieuws" meer geweest, zei men. wikkeld. De tijd is ingewikkeld en de Kerk is ingewikkeld. De tijd praat he lemaal niet over U. Er schijnt niets z" onbelangrijk te zijn dan dat U voor ons het doodgaan onmogelijk hebt gemaakt. En we worden volgegoten met alles wat de tijd ons te vertellen heeft. Het En de pastoor van mijn parochie vroeger zei altijd dat we op Pasen wordt allemaal zo hard geschreeuwd, moesten juichen en jubelen. Ik heb dat we wel moeten luisteren. Maar er nooit goed begrepen hoe je dat doen is nou nooit eens iets over U bij. Hoe moest. Wij hebben thuis nooit paaslie- moeten we er nu achter komen dat tl deren gezongen vroeger. Dat deed de radio wel voor ons. En dan was er meestal nog ruzie ook omdat de helft van de familie liever wat „pittigers" wou horen. Het valt eerlijk niet mee, Heer, die Verrijzenis van U. Of het nu Pasen is volgens het kerkelijk jaar of niet. Ik vind het helemaal niet gemakkelijk om alleluja te zingen. IK WIL ZO GRAAG een bewijs, Heer. Is het nu werkelijk teveel ge vraagd, dat we U nog eens ergens ont nog leeft en zelfs dat zonder U er he lemaal niets kan leven. En de Kerk zelf is ook zo ingewik keld. Die lijkt soms wel een tentoonstel ling of een museum, waarin we dan nog een schilderij van Uw verrijzenis kun nen vinden. Maar waar bent U zelf nu? Wij houden helemaal niet van musea. Men zegt dat U er bent onder tekens. Maar als we allemaal latijn en geschiedenis moeten studeren om dia moeten? De priesters zeggen dat. we U tekens te begrijpen, dan moet U echt wel kunnen ontmoeten in de Eucharis- geen grote opkomst verwachten. En als die tekens even saai gesteld worden tie en zo. Maar het is eerlijk niet heel erg gemakkelijk. Het zegt me soms niets. Het is soms zo ingewikkeld alle maal met die H. Mis. U moest eens we ten wat ik soms moet vechten om te geloven dat U er werkelijk bent, zon dagsmorgens. Ik wil zo graag een bewijs. Wat dat betreft voel ik me als Thomas. Maar eigenlijk had die het toch maar veel gemakkelijker. En die andere collega's allemaal van hem ook. U bent ik weet niet hoe vaak aan hen versohenen. Is het teveel gevraagd dat U eens één keer niet of ik het aan zou durven. Maar als bij een vergadering, dan moet U ons niet kwalijk nemen, dat we hard weg lopen. DAAROM WILLEN WE Uzelf z° graag zien, Heer. Ik weet dat ik toch geen antwoord krijg van U. Want ik heb Uw antwoord al. Zalig zij die niet zien, en toch geloven. Het is keihard. Heer. Maar we zullen er aan moeten- Als U alleen dat gezegd had, weet ik bij ons zou komen. - ij •- .-■•v.--;:; s - - -yJ: jr 4T ft ml I I "Ut V, yy 'tyj'ZM'é' hebt ook gezegd, dat U er bent waar twee of meer in Uw naam zijn en goed voor elkaar zijn. En nog veel meer. Ik denk dat we zoveel over U gepraat hebben en zoveel in Uw naam georg3' niseerd, dat we geen tijd hadden oh1 ons aan U over te geven. U HEBT altijd gelijk, Heer. Het '-s wel onze eigen scHuld dat U niet »in ons midden" bent. We zullen het pr°' beren. Het wordt onderhand wel hooi tijd. Maar dan moet U het wel in ons doen. Anders ben ik bang dat er niet veel van terecht zal komen. Am®n' WAT IK NOG zeggen wou, Heen denk dat het dan met die Kerk en ói® H. Mis ook wel hard zal meevallen. D- Afgelopen zaterdag plaatsten deze pagina een artikel over de de van Turijn. Daarbij publiceerden een foto met onderschrift, waarin ,0» rt O7 suggereerd werddat het hier gtny een afbeelding van de Lijkwade zelf i/ov r geen verwarring te stichten willen 1 dit bericht echter even terugkomen gezien het op een vergissing berüs De afgedrukte plaat dat blijkt tr g wens reeds bij aandachtige beschot* was geen foto van de Lijkwade 7,1 e van een schildering, die op de Ttir ge. reliek is geïnspireerd; men vindt er"'ggch zelfde trekken als in de Lijkwade in de laatste ontbreken uiteraard perspectief en de schaduwwerking' u de schildering extra expressie ver*

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 8