Reactievan de brabanderop
veranderend cultuurbeeld
t)
PLEIDOOI voor een
NON
Nederland blijft teleurgesteld
door V.N.-houding inzake Suez
KRO-TELEVISIE zet beste beentje voor
Idylle der Brabantia Nostra-
bewegirtg verstoord
ging
Evenals de lente.
Bij Bernard Verhoeven s
zestigste verjaardag
Brabant in
beweging
Minister Luns terug uit Neiv York
Misverstanden over Euromarkt opgehelderd
Literatuurprijs voor
John Dos Passos
Gelderland subsidieert
toneel
VRIJDAG 26 APRIL 1957
PAGINA 3
grote betekenis van het
K-A.S.K.I-rapport
SU,
Nog teveel afgesloten
Geestelijke ondervoeding
Blind geloof in het verleden
Zoals geen mens ter wereld zich kan onttrekken aan
de frisse, opwekkende bekoring van de lente
zo kan geen roker het sublieme genot van i
HUNTER King Size weerstaan.0SSS
Angst voor Euromarkt
Afwisselend en goed verzorgd donderdag-
avondprogramma
S mo^IilYEN OVER cultu«r is een
1, Vu*® aangelegenheid. Omdat het
de meifn£.CuUlIur even gevarieerd is als
een OD<fe Keest, onttrekt het zich aan
Ven ov°mm'ng van zÜn u>Hngen. Schrjj-
eve„ de cultuur in Brabant is een
0|hdat i1sonnen en ondankbare taak en
totaal», e asPecten van deze cultuur het
biet nffeI(i van cuRuur in Nederland
biet .enienswaard veranderen, zou het
"•ehanrt gr^k zÜn ze successievelijk te
lachte* j belangrijker is het echter te
te neii Keest van de Brabantse mens
ivoom En en na te Kaan, of hij een ant-
rende W[ee* 'e vinden op de verande-
PosJtip urvormen en in slaat is een
bijflr Ve misschien zelfs eigen
Het tCn deZC te leveren'
te <i?kT^-,misscllien de laatste tijd reed®
gist i is Seschreven en gezegd, dat het
dytiarrr rabant en dat eindelijk de
ÊrahóJf vat heelt gekregen op het
fabrjpu vol'k- Allerwegen worden
gevest; Eebouwd, nieuwe industrieën
vijzen "d, be'e nieuwe woonwijken ver-
op p.en Seen plaats, of ze doet beroep
ojp d«« stedenbouwkundige supervisor
Jpajj uitbreiding te leiden. De steden
Vdjzp? *«jnis met een nieuwe woon
stad,,!,. Jijen flats omzomen de
eep anden en doen aan de bewoner
hejd Waar beroep op zijn zin voor vrij-
ipen' Hiertussen staat de Brabantse
Verhp, °nwennig en soms met nauw
gevnpi wantrouwen. Hij heeft het
het an da* hij dit niet gewild heeft, dat
dat j maal buiten hem om gebeurt,
®libt"f' voortstormende leven hem ont
baar Hij betrekt een nieuw huis,
W**® medezeggenschap bij het
opup hem ontzegd is en dikwijls
nraor Tlill
hem het tuintje, waar hij
ten ®r« heeft voor eigen gebruik groen-
hots telen' en waar vaders duiven de
Hii X&n het gezin waren,
aap ««eft het gevoel, dat het kapitaal
opg.„flgen menselijkheid, dat in hem
hei<j gen ligt, aan ervaring, aan goéd-
lig»,, en heldendom renteloos blijft
de2e«" Hij „taat enigszins hulpeloos in
de a 'hd, nu hij begint te twijfelen aan
zijp «"foorden. die het gezag hem op
gea-_ evensvragen heeft gegeven, het
Hij iLTa« de overheid en de conventie.
de drang naar de duizeling-
Vre ®«de vrijheid, maar wendt be-
de ogen af van haar verwer-
W0rA«S- Alleen gelaten, is hij ont-
Vre{J®ld. Hij reageert primitief op de
h^pjodheid van het andere: hij wan-
h«( t het bij zijn komst, en overschat
gto' doneer het wantrouwen onge-
ihspi hlijkt. Zijn gevoel voor veiligheid
de ,.r«ort hem zich op te sluiten binnen
vjp «ftrouwde grenzen van zijn omge-
kort e,« van het heden. Hij rekent op
hiej-a 'ermijn. Zijn kinderen gewent hij
V0Qaa« met vaste hand. omdat hij hen
te „«««dt als plicht zo spoedig mogelijk
verdienen. Is het wonder, dat
g«v Jer jaar de Brabander de neiging
te v,eIj het masker van Carnaval voor
pp, «den, om de barokke levenskunste-
Kev die in hem schuilt, een kans te
dapj}' ZH het verborgen achter de ge-
«-® van een ander?
BRABANDER is niet klaar voer
«et heden, omdat ht) niet klaar ls
zö™ vrijheid- Stromen intel-
•«W» en zakenlieden komen zijn
die es* binnen en bezetten de plaatsen
VVoor hem bestemd waren.
het KASKI-rapport over
>&b n 4 Wor,1t de snelle industrialisatie
tea» Brabant voor een belangrijk dee!
«ep?e" door niet-Brabanders. Even-
teVf,n«Hikt het, dat onder de leiding-
b*r„««e maatschappelijke groepen het
l>0ge taK® niet-Brabanderg aanzienlijk
p Hgt dan bi) andere groeperingen.
instroming in de nieuwe wijken,
kip„ ab de inwoners blijkens onderzoe-
(tprt,,«' i°t tweederden van de bevolking
®triëlen, intellectuelen en de nieuwe
Zijp ®«stand) buiten Brabant afkomstig
tol®F00rzaakt een wijziging in de tot
'®ipp taande cultuur van steden en
'e\Wndustriekernen, waar belangrijke
«eschouwelijke minderheidsgroe-
H«p ««tstaan.
W««l ontwikkelend Brabant ziet zich
«lsr>r v°ldoende eigen Brabants kader.
Jf iB«® een ander KASKI-rapport is
«ügp* Brabant een achterstand in de
.loort«.«. van voortgezet onder-
s«d t? «P^lcbte van de rest van Neder-
ï«eiat betekent dus, dat de provincie
6 h*ls Wemig krachten oplevert voor
van kaderfuncties, die dus
de provincie moeten worden
ti# '«okken.
:?rSp a«wezige intelligentie bij de kin-
^hpppbit de arbeiders- en boerenge-
in Brabant wordt onvoldoende
flatteuze mantel uit
_en edith in Londen werd cara-
fe<tan^'kteuriffe kant van de fijn-
'tiiie fltocn met een ondergrond
j'op, %iet ®cbrMjfct. De mantel heeft, zo-
u, ',een hoogopstaande kraag en
lang als driekwart
0tg
bp'" Ceintuur of zakkendie de
e'1 van schouder tot zoom
onderbrekend
benut, terwijl aan de andere kant blijkt,
dat een aantal kinderen uit het intel
lectuele milieu boven de verstandelijke
vermogens wordt belast. Het is de
grote betekenis van dit KASKI-rapport
dat het met de idylle van de Brabantia
Nostra-beweging resoluut afrekent- Het
tijdschrift van deze beweging, dat een
te late dood is gestorven, heeft in stel
selmatig chauvinisme getracht de gren
zen gesloten te houden en in feite de
ontvoogding van de Brabander tegenge
werkt.
De zorgelijke toestand in Brabant is
nooh tragisch, noch onoverkomelijk. De
vitaliteit van het volk garandeert bij
voorbaat het overwinnen van de crisis
als de verantwoordelijke leidersgeeste
lijke, wereldlijke, pedagogische, artis
tieke niet schuwen de werkelijkheid
te zien en ze tot basis te nemen van hun
verantwoordelijkheid.
DE BRABANDER moet geleerd wor
den open te durven staan voor het
andere, opdat hjj daaraan zjjn
eigen waarden Iere ontdekken. De immi
granten dienen opgenomen te worden,
behalve in hnn werkmilieu ook ln de ge
meenschappen van parochie en wijk. Zfl
mogen niet afgestoten worden wegens
hun anders beleefd katholicisme of van
wege een andere levensbeschouwing ge
dwongen worden bij elkaar aansluiting
te zoeken en onnatuurlijke gemeen
schappen te vormen.
De Brabander moge geschokt worden
door hun anders zijn, hij zal in het
geduldig contact met hen, in de ontdek
king van de ander de grotere ontdekking
doen van zijn eigen vrijheid. De afgeslo
tenheid mag vroeger een probaat middel
gebleken zijn om het geloof veilig te
stellen, zij is heden slechts een uiting
van schuwheid voor de realiteit, die aan
leiding geeft tot ongezonde praktijken-
Vergeet de Brabantse clergé niet te
dikwijls, dat de deugd van voorzichtig
heid (voorzien) geleid moet worden door
het verstand en niet door de angst?
Zolang de seminaries het mogen
burchten zijn van heiligheid en weten
schap jaarlijks nog vele priesters af
leveren om wie het snelvervagend
aureool hangt van tijd- en cultuur-
vreemdheid, zolang hebben ze hun taak
niet gans vervuld- Het seminarie moet
priesters vormen, die in hun priester
lijke existentie de paradox durven voor
leven van de openheid en de gesloten
heid, die wijdopen voor het begrip van
de tijd zich er niet door laten meeslepen,
de paradox van de rust van een vast
geloof in de onrust van een dynamische
tijd. Die zuiver zullen reageren in de
ontmoeting met de mensen, die de noden
van deze tijd aan hen blootleggen, en
die zelf het antwoord reeds beleefd
hebben dat ze als zielzorger gaan geven.
Hiervoor zullen eerst enkele onzicht
bare wallen rond de seminaries moeten
gesloopt worden en zal ook op het
groot-seminarie het lekenelement een
grotere mogelijkheid gegeven moeten
worden om de gedachten en leefwereld
van de seminarist te verruimen.
Een VAN DE PROBLEMEN, die dan
zeker aan de orde zouden komen,
is de opvoeding tot goed lezen. Het
gebrek aan ruimte en fantasie binnen de
Brabantse gemeenscha^ zou voor een
groot deel verdwenen zjjn, als de verant
woordelijke leiders de mensen er toe
kregen om te gaan lezen en Koede boe
ken te gaan lezen.
Lectuurcentrum een congres georgani
seerd, waar prof. dr. F. J. J. Buytendijk
en prof. drs. J. A. J. Kleiberg pr. als
sprekers zijn opgetreden. Beider inlei
dingen zijn onlangs bij „Het Spectrum"
in druk verschenen. Opnieuw werd ge
constateerd, dat de katholieke gemeen
schap, vergeleken bij andere volksgroe
pen in haar belangstelling voor het
boek ver ten achter staat. Wie de armoe
de van de meeste Brabantse parochie
bibliotheken uit ervaring kent, zal geen
moeite hebben om een der hoofdoorza
ken van deze geestelijke ondervoeding
aan te wijzen.
Er zijn plattelandsparochies, waar
geen boek op de bibliotheek komt, of
het moet eerst door de pastoor of ka
pelaan gelezen zijn en goedgekeurd, al
vorens hun parochianen het in handen
krijgen. De voorzichtige beoordeling van
I.D.I.L., afgestemd op volksbibliotheken,
wordt niet voorzichtig genoeg geacht.
Op deze wijze verschijnen op de pa
rochiebibliotheken zeer weinig nieuwe
boeken en wat tenslotte de mazen van
de censuur ontglipt, is te afgeroomd om
nog een weerspiegeling te zijn van de
problematiek van deze tijd.
Het is een zorgwekkend teken als vol
wassen mensen beschermd moeten wor
den tegen belangrijke boeken, die slechts
registreren, wat er in ons allen aan
grote en bittere mogelijkheden leeft. Of
zou het niet zo moeten zijn, dat het
christendom ons zo gepredikt wordt, dat
het het geestelijke klimaat schept,
waarin de problematiek van de moderne
roman past en de lezer de mogelijkhe
den vindt zijn houding hiertegenover
te bepalen. Het christendom moet mee
reizen zegt prof. Buytendijk in de aan
gehaalde lezing, met hen die het boek
des levens trachten te lezen, zoals Phi-
lippus met de Ethiopiër meereisde.
(Hand. 8, 26 v.v.) Het is een uitgesproken
zielzorgelijke taak, de Brabantse mensen
te leren lezen en zo weer de ruimte te
De provincie Noord-Brabant ver
keert sinds 1945 in een snelle ont-
wxkkelingDeze ontwikkeling gaat
gepaard met diepgaande verande
ringen in de ecoxiomische en
sociaal-culturele structuur van dit
gewest.
In een serie artikelen zullen
enige Brabantse medewerkers
dit snel-veranderende Brabant
van verschillende gezichtshoek
uit belichten.
Wy beginnen vandaag deze serie
met nevenstaande bijdrage.
scheppen, die een levend christendom
nodig heeft op straffe van verschaling.
ALTIJD WEER het probleem van de
openheid, van het erkennen van de
werkelpkheden van de tjjd en de
durf om ze te accepteren in hun totali
teit om ze in ons bestaan te kerstenen.
„Omnia vestra sunt", alles Is van TJ,
zegt St.-Paulus. Waarom zitten wij, ka
tholieken In Brabant, zo vastgeklemd
aan het veilige verleden van conventie
en traditie, terwijl de parousic zich in
ons reeds verwerkelijkt, zo vastgeklemd,
dat we in vele opzichten moeten erken
nen jammerlijk achter te zijn?
We zouden in Brabant op iets trots
kunnen zijn, als het ons niet zo bezorgd
maakte. Er is een richting in de bouw
kunst die opvallend veel weerklank
heeft gevonden in Brabant, nl. de
Delftse school van Granpré Molière.
De meest belangrijke Brabantse archi
tecten bouwen in haar geest. Men moet
de vrome ernst prijzen, waarmede deze
architecten speciaal het probleem van
de vormgeving van het kerkgebouw be
studeren. Doch men hoeft slechts enkele
nieuwe Brabantse kerken te bezichtigen
om te weten, wat hun geest is. Zij wil
len vooraan beginnen, zover als het
bouwen van christelijke kerken terug
gaat en laten zich inspireren door het
Syrische kerkje en de Romeinse basiliek.
Men wil van hieruit langzaam verder
groeien naar een eigentijdse vormgeving
Waarom dit star gezamenlijk vasthouden
aan het oude, wat men nauwelijks nog
inspiratie kan noemen, doch een bijna
totaal omschreven bouwprogramma? Na
de romantische romaanse kerken van
voor de oorlog verschijnen nu bijna
overal basilieken met enige variaties.
Deze architecten filosoferen in
in scholastieke termen verder over de
aanpassing van de oude stijlen aan de
moderne tijd. Maar vergeten zij niet te
veel, dat de enige gezonde wijze om de
traditie te handhaven is open te staan
voor alle vormen, waarin het eigentijd
se zich manifesteert, omdat het heden
niet anders is dan het trefpunt, waar
het verleden en de toekomst elkaar ont
moeten?
De denkvormen en stijlen, die te be
wust bij het verleden aanknoopten, heb
ben nooit het risico kunnen ontlopen de
aansluiting met de eigen tijd te missen
en anachronismen te scheppen, die het
heden miskenden en het verleden ver
tekenden. Wat in andere tijden moge
lijk was, is ook nu mogelijk, n.l. de
vormgeving van het kerkgebouw te
richten naar ónze gedachten over het
Goddelijke en een weerspiegeling te
doen zijn Van de gestalte, die Christus
aanneemt in óns en onze tijd.
Maar het is niet alleen de kerken
bouw, die verstard is. Als men door de
binnenstad van Eindhoven wandelt,
waar na de verwoesting een zeldzame
Verleden jaar heeft het Katholiek
architectonische kans geboden werd om
een moderne stadskern te creëren, wordt
SSv -"i
V,
het weemoedig om het hart. Op luttele
uitzonderingen na rijen de archaïserende
gevels zich naast elkander en getuigen
van het welgezind en blind geloof in
het verleden. Het stadsbeeld, waarin de
mens verkeert, waarin hij leeft en waar
mee hij vertrouwd is, maakt een zeer
wezenlijk element uit van zijn levens
sfeer. Het bepaalt voor een groot deel
zijn „Um-welt". En de Brabantse archi
tectuur is er gedeeltelijk de oorzaak van,
dat de geslotenheid en de traditie zich
aan de Brabander opdringen als de on-
verwinlijke en noodlottige machten, die
hij geleerd heeft in berusting te dragen.
Enkele punten werden in dit artikel
te schematisch en te negatief aan
gestipt, die van belang zijn voor de
kennis van de geest van het Brabantse
volk en voor de verruiming van die
geest. Wij menen, dat de vrijheid de
Brabander ontsluiten zal en dat de
openheid hem tot die vrijheid zal
brengen, die hem in staat zal stellen de
problemen van zichzelf en zijn gewest
onafhankelijk en in eigen trant op te
lossen.
Een van onze dichters die eind april
60 jaar wordt, Bernard Verhoeven, heeft
de viering van zjjn verjaardag ingeluid
met de publikatie van een boek over het
leven van een hoogst merkwaardige
vrouw, de Italiaanse markiezin Allessan-
dra di Rudini, die na een opzienbarend
leven in de wereld, zich op even opzien
barende wijze daaruit terugtrok, om in
Frankrijk als karmelietes een rol te gaan
spelen, waarin zij thans oP geestelijk
terrein evenzeer uitblonk, als zij dat
in het mondaine leven had gedaan.
De dichter verraadt zich ook wanneer
De „keuken van de toekomst" een
uniek voorbeeld van de mogelijkheden
der hedendaagse techniek, vervaardigd
door ingenieurs van het Technisch Cen
trum van General Motors in Detroit
die in maart op de Salons des Arts
Menagers" in Parijs honderdduizenden
trok, en welke deze zomer te zien zal
zijn op de tentoonstelling „Het Atoom"
op Schiphol, is uit Parijs op zijn plaats
van bestemming aangekomen.
„Mijn gesprekken met de secretaris
generaal van de Verenigde Naties hebben
geen wijziging gebracht ln het standpunt
van de Nederlandse regering ten aanzien
van de doorvaart door het Suez-kanaal."
Dit verklaarde minister Luns gistermid
dag op Schiphol bij zijn terugkeer uit de
Verenigde Staten, in antwoord op vragen
van journalisten. „Ondanks deze gesprek
ken, die weliswaar verhelderend waren, is
het nog steeds de mening van de Neder
landse regering, dat de wijze, waarop de
Verenigde Naties in de crisis in het Mid
den-Oosten hebben gehandeld, eerder tot
teleurstelling heeft geleid."
Mr. Luns voegde hier onmiddellijk aan
toe, dat de secretaris-generaal slechts de
uitvoerder is van de besluiten van de
V.'N. en dat de desbetreffende resoluties
dikwijls verre van duidelijk waren. Daar
bij is het duidelijk, dat de Verenigde Sta
ten een wel iets te zware last op de V.N.
en de secretaris-generaal hebben gelegd.
De minister kon niet mededelen, of de
Nederlandse regering zonder consultaties
met andere landen het beleid ten aanzien
van het Suez-kanaal zal bepalen.
Hij verklaarde voorts, dat het in het
bijzondei; yan belang .was. in Hew Xftrfe
de bijeenkomst van de Economische en
Sociale Raad bij te wonen, omdat hier
voor het eerst de mening van de buiten
wereld ten aanzien van het verdrag voor
de instelling van de Europese economische
gemeenschap naar buiten is gekomen. „In
uiteenzettingen en gesprekken met alle
collega's en leiders van delegaties heb ik
deze verdragen besproken en ik heb ge
tracht bestaande misverstanden uit de
weg te ruimen."
De minister verklaarde, dat in Zuid-
Amerika en vooral in Brazilië, de vrees
bestaat, dat door de opneming van de
Franse overzeese gebiedsdelen de handel
op Europa ongunstig zal worden beïn
vloed. „Ik heb de illusie, dat ik tets van
de misverstanden heb kunnen wegnemen."
Voorts bestaat er een zekere argwaan
b(j sommige Aziatische landen, dat door
de opneming van deze overzeese gebieds
delen een „neo-kolonialisme" zal ont
staan. „Dit is echter meer gebaseerd op
gevoelsoverwegingen dan op zakeljjke ar
gumenten", meende de minister. Met name
in India heerst een zekere angst, dat de
verdragen beogen de verhoudingen in
Afrika te bestendigen.
Het was gisteravond een waar genoe
gen om in de „Testplaat" va nde KRO-te-
levisie nu eens „normale" jongelui, die
niet volkomen negatief staan tegenover
leven en samenleving, verstandig te ho
ren praten over hun plannen voor de toe
komst De moderne jeugd is heus nog zo
kwaad niet!
Dit prettige gesprek onder leiding van
dra Ariëtta Schippers, schrijfster van het
boekje „Wat moet >"0" zoon of dochter
worden?" met de nodige afwisseling voor
de camera gebracht door regisseur Wim
Bary, werd gevolgd door een optreden
van de „The Latin School Six" de school-
band van het stedelijke gymnasium in
Arnhem, die een vorm van jazz speelde
welke ook door niet-ingewijden kon wor
den geapprecieerd.
Het hele donderdagavond-programma
van de K.R.O.-televisie stond trouwens
op een alleszins te waarderen peil. Het
was met zorg samengesteld, afwisselend
interessant en in hoge mate instructief.
Jos van Loon bereidde op haar vlotte
en prettige wijze een recept van de Hon
gaarse kok Palcsik en Maria van der Eist
overtrof zichzelf in de Televitrine, waar
in een drietal mannequins en niet te ver
geten omroepster H'-.nnie Lips enkele
voorjaarsmodellen toonden. Een enkel ja
ponnetje, dat werd aangekondigd als
„overhemd-blouse-japon" paste weliswaar
niet, zoals bij een dergelijke gelegenheid
mag worden verlangd niets in onbarm
hartiger dan een camera-lens maar
daar stond tegenover dat belichting en
camera-voering van die_ aard waren, dat
de dames en haar kledij verder zo voor
delig mogelijk op het scherm kwamen.
Aardig was ook het liedje van Jelle de
Vries dat tot slot van deze modeshow-in-
miniatuur door Rijk de Gooyer, vermomd
als fotograaf werd gezongen.
Bijzonder interessant was ook het
bezoek, dat met Joop Reinboud werd ge
bracht aan een gieterij van scheeps
schroeven te Drunen in Noord-Brabant
Alle hulde aan regisseur Ben Mettrop en
de cameramensen van de N.T.S., die van
deze directe reportage een der, boeiendste
maakten, welke we tot nog toe op het
Nederlandse televisiescherm hebben ge
zien. Hier was hard en met vrucht aan
gewerkt.
Bij de epiloog, die gisteravond werd ge
sproken door aalmoezenier P. C. Groe
nendijk, ontstond aan de zijde van de re
gie een misverstand, tengevolge waarvan
de spreker vortijdig het woord werd ont
nomen. Een vergissing, die intussen
geen afbreuk vermocht te doen aan de
zeer gunstige indruk die dit programma
als geheel maakte. De K.R.O.-televisie
heeft inderdaad haar beste beentje voor
gezet.
hij proza schrijft en in dfit opzicht munt
„Pleidooi voor een non" van Bernard
Verhoeven x) zeker uit, dat het ons de
bewogen geschiedenis in dichterlijke taal
voorzet.
Het valt overigens wel te begrijpen, dat
de schrijver door dit leven geboeid werd,
een leven, dat in vrijwel alle opzichten
extreem was, maar oprecht en zonder
enige camouflage. Na haar op jeugdige
leeftijd gesloten mariage de raison, waar
uit twee zonen werden geboren, spoedig
weduwe geworden, gaf de 24-jarige Alles-
sandra zich gedurende een paar jaren
hartstochtelijk over aan allerlei wereld
se genoegens. Maar zonder dat dit slecht
of zondig kon worden genoemd, was het
in die dagen en voor haar kringen die
zozeer aan een uiterlijke formalisme wa
ren gebonden, schokkend genoeg.
Van het geloof vervreemd en in vrij
denkersmilieu groot gebracht, dwong haar
scherpe verstand haar toch voortdurend
naar de waarheid te zoeken en wellicht
zou zij deze ook eerder gevonden hebben,
als zij niet in contact gekomen was, met
de toenmaals fameuze dichter Gabriele
d'Annunzio. Op onbegrijpelijke wijze capi
tuleert zij voor de charmes van deze man,
terwijl zij toch van zijn amoureuze avon
turen op de hoogte moet zijn geweest en
wist, dat een andere vrouw op „La Cap-
poncina" het buiten van d'Annunzio
bij Florence voor haar moest wijken.
Maar zij deed het hartstochtelijk, zonder
enige reserve en zonder enige poging,
haar verhouding tot deze man voor de bui
tenwereld verborgen te houden.
Verhoeven ziet hier tevens van haar
kant een protest in tegen de hypocrisie
van haar kringen, die alles geoorloofd
achtten als de uiterlijke schijn maar
werd opgehouden.
Deze episode duurde vier jaren en
kwam tot een einde na een langdurige en
ernstige ziekte van Alessandra, die van
d'Annunzio, hoe voorbeeldig hij zich tij
dens de ziekte ook gedroeg, blijkbaar te
veel had gevergd.
Beledigd en gekwetst trok Alessandra
zich terug op haar buiten te Garda, waar
zij haar zoeken naar de waarheid weer
krachtiger opnam en meer aandacht ging
wijden aan de opvoeding van haar beide
zoons.
De priester, die zij als opvoeder dezer
beide verwende jongelingen aantrok,
bracht haar er toe een bezoek te gaan
brengen aan Lourdes, waar zich het won
der in haar ziel voltrok. Maar daarmee
stond tevens ook haar besluit vast, zich
uit de wereld terug te trekken wat zij
tevoren reeds gevoeld had als consequen
tie van een mogelijke bekering.
Toen haar beide zoons meerderjarig wa
ren en derhalve zelfstandig werden ge
acht zij leden echter evenals hun va
der aan tuberculose en zouden op jeugdi
ge leeftijd sterven trad zij in de kar-
mel van Paray-le Monial, waar zij al-
Aan de schrijver en essayist John Dos
Passos is door het National Institute of
Arts and Letters de gouden medaille voor
romanliteratuur toegekend. Deze prijs
wordt slechts eens in de vij* jaar toe
gewezen en is een van de meest gewaar
deerde onderscheidingen op het gebied
van de schone letteren in de Verenigde
Staten; de prijs wordt toegekend als een
waardering voor het gehele levenswerk
van de schrijver.
Dos Passos wordt beschouwd als een
van de belangrijkste en origineelste Ame-
De provincie Gelderland wil aan de
stichting Toneelgroep „Puck" te Amster
dam voor het seizoen 1956-57 een subsidie
verlenen van maximaal 1080, en aan de
stichting Toneelgroep .Theater" het
exploitatietekort over het seizoen 1955-56
een bijdrage van 2200. Het tekort in dat
seizoen beloopt in totaal fA 49.675,
nkaanse roman-
I schrijvers. Zijn eer-
yttr W ste twee boeken,
I SB tion" en „Three
- mmï Soldiers" zijn de
iÉiÉÜfet condensatie van
vf?*1 jSfWÊÊ zijn ervaringen tij-
dens de Eerste We-
I Tiïff' JÊf t reldoorlog. Bij de
1 ,jg verschijning van
'«mm*»*,JS! zijn „Manhattan
Jfe.mwr Mm*,. Transfer" in 1925
bleek hij inmiddels
"tji tot geestelijke rijp-
ESp heid te zijn geko-
men. Door de ver
schijning van zijn
trilogie „U.S.A.", bestaande uit de delen
„The 42nd Parallel" (1930), „Nineteen Ni
neteen" (1932) en „The Big Money" (1936)
werd hij algemeen erkend als een groot
uitbeelder van het Amerikaanse leven.
Behalve zijn gedichtenbundels, toneelstuk
ken, reisbeschrijvingen en essays schreef
hij later nog een tweede trilogie, „Dis
trict of Colombia". Zijn laatste werk „The
Men Who Made The Nation", verschenen
in februari van dit jaar, geeft een biogra
fische schets van de Stichters van de Re
publiek van 1782 tot 1802, waarin hij met
vaardigheid beroemde en minder beroem
de mannen yoor ons doet leven,
Witt, ga^t er
gevoelens van
de mediterende katholiek zuiver tot
klinken brachten? Of de onvermoeide
organisator van een bredere cultu
rele belangstelling onder de katho
lieken, die ijverde voor „Geloof en
Wetenschap", voor de r.-k. Universi
teit en voor het Gemeenschapsoord
„Drakenburch"? De redenaar, wiens
sonore stem tal van manifestaties
zinvol opluisterde? Of de parlemen
tariër die in de Kamer de belangen
behartigt der cultuur?. De directeur
van de Jan van Eyck-, en later van
de toneelacademie? Misschien moet
men Bernard Verhoeven het meest
huldigen om het gevoel voor stijl,
voor verfijning waarmee al zijn acti
viteit als dichter en als criticus, als
organisator, redenaar en politicus
wordt gekenmerkt. Er zijn weinig
in het maatschappelijk leven ge
slaagde mensen die in alles wat zij
doen hun dichterschap belijden. Ber
nard Verhoeven is er een van. Vra
gen aan de minister gesteld, ontstij
gen bij hem het onverkwikkelijk jar
gon der ambtenarij en worden een
boeiend geschreven stuk proza. Toen
wij hem in Maastricht in het oude
gebouw der Jan van Eyckacademie
eens opmerkzaam maakten op een
merkwaardige geur, constateerde hij
verrukt: „Ja, als een Brabantse deel
waar gekarnd wordt". Dat is Ber
nard Verhoeven de cultuurmens in
alles wat hij doet of zegt, wars van
wat grof is en lawaaiig, vol ijver
waar het erom gaat de katholieke
stijl in leven en kunst te veredelen.
lengs op geestelijk gebied tot grote hoogte
steeg, novicemeesteres en tenslotte prio
rin werd. En de felle vaart van haar le
ven openbaarde zich ook hier; één kar-
mel was haar niet genoeg, zij stichtte
nog drie andere, een te Valenciennes,
een op Montmartre en een in de verlaten
Karthuise, Le Reposoir, waar zij op 2
januari 1931 overleed.
Op fijnzinnige wijze heeft Bernard Ver
hoeven deze geschiedenis weergegeven, in
literair verzorgde stijl, zonder enige con
cessie te doen aan sensatiezucht, waar
toe overigens het gegeven gemakkelijk
had kunnen verleiden. Vaak laat hij de
hoofdpersoon zelf aan het woord door uit
voerige citaten uit haar brieven te ge
ven. Maar waar hij tracht haar gevoe
lens en daden te verklaren en begrijpe
lijker te maken, schiet hij wel eens te
kort. Zo blijft het duister, hoe zij cr toe
kwam, zich zo plotseling en volledig aan
d'Annunzio over te geven, terwijl zij tevo
ren doch juist van een intense afkeer van
deze man blijk had gegeven. Evenmin doet
de schrijver een serieuze poging, haar
houding tegenover haar kinderen te ver
antwoorden. Men kan niet aan de indruk
ontkomen, dat zij haar plichten in dit op
zicht heeft verwaarloosd, terwijl zonder
nadere toelichting dc stap naar het kloos
ter zelfs onverantwoordelijk lijkt, omdat
men wel moet aannemen, dat haar beide
ten dode opgeschreven kinderen, juist
toen de moederlijke zorg het meest nodig
hadden.
Op deze punten worden ernstige leem
ten in het pleidooi voelbaar, die de lezer
reden geven, zich af te vragen, of de
schrijver als pleiter wel helemaal ge
slaagd is.
Van de andere kant mag men aannemen
dat het buiten beschouwing laten van
zwaarwichtige psychologische en ande
re problemen, wel de vorm ten goede is
gekomen en dat het enigszins raadselach
tige in de persoon, waar het pleidooi
voor wordt gevoerd tevens tot de charme
van het boek heeft bijgedragen.
x) „Pleidooi voor een non", door
Bernard Verhoeven Uitgeversmij,
Pesclée de Brouwer Cie, Bussum.