Reactievan de brabanderop veranderend cultuurbeeld t) PLEIDOOI voor een NON Nederland blijft teleurgesteld door V.N.-houding inzake Suez KRO-TELEVISIE zet beste beentje voor Idylle der Brabantia Nostra- bewegirtg verstoord ging Evenals de lente. Bij Bernard Verhoeven s zestigste verjaardag Brabant in beweging Minister Luns terug uit Neiv York Misverstanden over Euromarkt opgehelderd Literatuurprijs voor John Dos Passos Gelderland subsidieert toneel VRIJDAG 26 APRIL 1957 PAGINA 3 grote betekenis van het K-A.S.K.I-rapport SU, Nog teveel afgesloten Geestelijke ondervoeding Blind geloof in het verleden Zoals geen mens ter wereld zich kan onttrekken aan de frisse, opwekkende bekoring van de lente zo kan geen roker het sublieme genot van i HUNTER King Size weerstaan.0SSS Angst voor Euromarkt Afwisselend en goed verzorgd donderdag- avondprogramma S mo^IilYEN OVER cultu«r is een 1, Vu*® aangelegenheid. Omdat het de meifn£.CuUlIur even gevarieerd is als een OD<fe Keest, onttrekt het zich aan Ven ov°mm'ng van zÜn u>Hngen. Schrjj- eve„ de cultuur in Brabant is een 0|hdat i1sonnen en ondankbare taak en totaal», e asPecten van deze cultuur het biet nffeI(i van cuRuur in Nederland biet .enienswaard veranderen, zou het "•ehanrt gr^k zÜn ze successievelijk te lachte* j belangrijker is het echter te te neii Keest van de Brabantse mens ivoom En en na te Kaan, of hij een ant- rende W[ee* 'e vinden op de verande- PosJtip urvormen en in slaat is een bijflr Ve misschien zelfs eigen Het tCn deZC te leveren' te <i?kT^-,misscllien de laatste tijd reed® gist i is Seschreven en gezegd, dat het dytiarrr rabant en dat eindelijk de ÊrahóJf vat heelt gekregen op het fabrjpu vol'k- Allerwegen worden gevest; Eebouwd, nieuwe industrieën vijzen "d, be'e nieuwe woonwijken ver- op p.en Seen plaats, of ze doet beroep ojp d«« stedenbouwkundige supervisor Jpajj uitbreiding te leiden. De steden Vdjzp? *«jnis met een nieuwe woon stad,,!,. Jijen flats omzomen de eep anden en doen aan de bewoner hejd Waar beroep op zijn zin voor vrij- ipen' Hiertussen staat de Brabantse Verhp, °nwennig en soms met nauw gevnpi wantrouwen. Hij heeft het het an da* hij dit niet gewild heeft, dat dat j maal buiten hem om gebeurt, ®libt"f' voortstormende leven hem ont baar Hij betrekt een nieuw huis, W**® medezeggenschap bij het opup hem ontzegd is en dikwijls nraor Tlill hem het tuintje, waar hij ten ®r« heeft voor eigen gebruik groen- hots telen' en waar vaders duiven de Hii X&n het gezin waren, aap ««eft het gevoel, dat het kapitaal opg.„flgen menselijkheid, dat in hem hei<j gen ligt, aan ervaring, aan goéd- lig»,, en heldendom renteloos blijft de2e«" Hij „taat enigszins hulpeloos in de a 'hd, nu hij begint te twijfelen aan zijp «"foorden. die het gezag hem op gea-_ evensvragen heeft gegeven, het Hij iLTa« de overheid en de conventie. de drang naar de duizeling- Vre ®«de vrijheid, maar wendt be- de ogen af van haar verwer- W0rA«S- Alleen gelaten, is hij ont- Vre{J®ld. Hij reageert primitief op de h^pjodheid van het andere: hij wan- h«( t het bij zijn komst, en overschat gto' doneer het wantrouwen onge- ihspi hlijkt. Zijn gevoel voor veiligheid de ,.r«ort hem zich op te sluiten binnen vjp «ftrouwde grenzen van zijn omge- kort e,« van het heden. Hij rekent op hiej-a 'ermijn. Zijn kinderen gewent hij V0Qaa« met vaste hand. omdat hij hen te „«««dt als plicht zo spoedig mogelijk verdienen. Is het wonder, dat g«v Jer jaar de Brabander de neiging te v,eIj het masker van Carnaval voor pp, «den, om de barokke levenskunste- Kev die in hem schuilt, een kans te dapj}' ZH het verborgen achter de ge- «-® van een ander? BRABANDER is niet klaar voer «et heden, omdat ht) niet klaar ls zö™ vrijheid- Stromen intel- •«W» en zakenlieden komen zijn die es* binnen en bezetten de plaatsen VVoor hem bestemd waren. het KASKI-rapport over >&b n 4 Wor,1t de snelle industrialisatie tea» Brabant voor een belangrijk dee! «ep?e" door niet-Brabanders. Even- teVf,n«Hikt het, dat onder de leiding- b*r„««e maatschappelijke groepen het l>0ge taK® niet-Brabanderg aanzienlijk p Hgt dan bi) andere groeperingen. instroming in de nieuwe wijken, kip„ ab de inwoners blijkens onderzoe- (tprt,,«' i°t tweederden van de bevolking ®triëlen, intellectuelen en de nieuwe Zijp ®«stand) buiten Brabant afkomstig tol®F00rzaakt een wijziging in de tot '®ipp taande cultuur van steden en 'e\Wndustriekernen, waar belangrijke «eschouwelijke minderheidsgroe- H«p ««tstaan. W««l ontwikkelend Brabant ziet zich «lsr>r v°ldoende eigen Brabants kader. Jf iB«® een ander KASKI-rapport is «ügp* Brabant een achterstand in de .loort«.«. van voortgezet onder- s«d t? «P^lcbte van de rest van Neder- ï«eiat betekent dus, dat de provincie 6 h*ls Wemig krachten oplevert voor van kaderfuncties, die dus de provincie moeten worden ti# '«okken. :?rSp a«wezige intelligentie bij de kin- ^hpppbit de arbeiders- en boerenge- in Brabant wordt onvoldoende flatteuze mantel uit _en edith in Londen werd cara- fe<tan^'kteuriffe kant van de fijn- 'tiiie fltocn met een ondergrond j'op, %iet ®cbrMjfct. De mantel heeft, zo- u, ',een hoogopstaande kraag en lang als driekwart 0tg bp'" Ceintuur of zakkendie de e'1 van schouder tot zoom onderbrekend benut, terwijl aan de andere kant blijkt, dat een aantal kinderen uit het intel lectuele milieu boven de verstandelijke vermogens wordt belast. Het is de grote betekenis van dit KASKI-rapport dat het met de idylle van de Brabantia Nostra-beweging resoluut afrekent- Het tijdschrift van deze beweging, dat een te late dood is gestorven, heeft in stel selmatig chauvinisme getracht de gren zen gesloten te houden en in feite de ontvoogding van de Brabander tegenge werkt. De zorgelijke toestand in Brabant is nooh tragisch, noch onoverkomelijk. De vitaliteit van het volk garandeert bij voorbaat het overwinnen van de crisis als de verantwoordelijke leidersgeeste lijke, wereldlijke, pedagogische, artis tieke niet schuwen de werkelijkheid te zien en ze tot basis te nemen van hun verantwoordelijkheid. DE BRABANDER moet geleerd wor den open te durven staan voor het andere, opdat hjj daaraan zjjn eigen waarden Iere ontdekken. De immi granten dienen opgenomen te worden, behalve in hnn werkmilieu ook ln de ge meenschappen van parochie en wijk. Zfl mogen niet afgestoten worden wegens hun anders beleefd katholicisme of van wege een andere levensbeschouwing ge dwongen worden bij elkaar aansluiting te zoeken en onnatuurlijke gemeen schappen te vormen. De Brabander moge geschokt worden door hun anders zijn, hij zal in het geduldig contact met hen, in de ontdek king van de ander de grotere ontdekking doen van zijn eigen vrijheid. De afgeslo tenheid mag vroeger een probaat middel gebleken zijn om het geloof veilig te stellen, zij is heden slechts een uiting van schuwheid voor de realiteit, die aan leiding geeft tot ongezonde praktijken- Vergeet de Brabantse clergé niet te dikwijls, dat de deugd van voorzichtig heid (voorzien) geleid moet worden door het verstand en niet door de angst? Zolang de seminaries het mogen burchten zijn van heiligheid en weten schap jaarlijks nog vele priesters af leveren om wie het snelvervagend aureool hangt van tijd- en cultuur- vreemdheid, zolang hebben ze hun taak niet gans vervuld- Het seminarie moet priesters vormen, die in hun priester lijke existentie de paradox durven voor leven van de openheid en de gesloten heid, die wijdopen voor het begrip van de tijd zich er niet door laten meeslepen, de paradox van de rust van een vast geloof in de onrust van een dynamische tijd. Die zuiver zullen reageren in de ontmoeting met de mensen, die de noden van deze tijd aan hen blootleggen, en die zelf het antwoord reeds beleefd hebben dat ze als zielzorger gaan geven. Hiervoor zullen eerst enkele onzicht bare wallen rond de seminaries moeten gesloopt worden en zal ook op het groot-seminarie het lekenelement een grotere mogelijkheid gegeven moeten worden om de gedachten en leefwereld van de seminarist te verruimen. Een VAN DE PROBLEMEN, die dan zeker aan de orde zouden komen, is de opvoeding tot goed lezen. Het gebrek aan ruimte en fantasie binnen de Brabantse gemeenscha^ zou voor een groot deel verdwenen zjjn, als de verant woordelijke leiders de mensen er toe kregen om te gaan lezen en Koede boe ken te gaan lezen. Lectuurcentrum een congres georgani seerd, waar prof. dr. F. J. J. Buytendijk en prof. drs. J. A. J. Kleiberg pr. als sprekers zijn opgetreden. Beider inlei dingen zijn onlangs bij „Het Spectrum" in druk verschenen. Opnieuw werd ge constateerd, dat de katholieke gemeen schap, vergeleken bij andere volksgroe pen in haar belangstelling voor het boek ver ten achter staat. Wie de armoe de van de meeste Brabantse parochie bibliotheken uit ervaring kent, zal geen moeite hebben om een der hoofdoorza ken van deze geestelijke ondervoeding aan te wijzen. Er zijn plattelandsparochies, waar geen boek op de bibliotheek komt, of het moet eerst door de pastoor of ka pelaan gelezen zijn en goedgekeurd, al vorens hun parochianen het in handen krijgen. De voorzichtige beoordeling van I.D.I.L., afgestemd op volksbibliotheken, wordt niet voorzichtig genoeg geacht. Op deze wijze verschijnen op de pa rochiebibliotheken zeer weinig nieuwe boeken en wat tenslotte de mazen van de censuur ontglipt, is te afgeroomd om nog een weerspiegeling te zijn van de problematiek van deze tijd. Het is een zorgwekkend teken als vol wassen mensen beschermd moeten wor den tegen belangrijke boeken, die slechts registreren, wat er in ons allen aan grote en bittere mogelijkheden leeft. Of zou het niet zo moeten zijn, dat het christendom ons zo gepredikt wordt, dat het het geestelijke klimaat schept, waarin de problematiek van de moderne roman past en de lezer de mogelijkhe den vindt zijn houding hiertegenover te bepalen. Het christendom moet mee reizen zegt prof. Buytendijk in de aan gehaalde lezing, met hen die het boek des levens trachten te lezen, zoals Phi- lippus met de Ethiopiër meereisde. (Hand. 8, 26 v.v.) Het is een uitgesproken zielzorgelijke taak, de Brabantse mensen te leren lezen en zo weer de ruimte te De provincie Noord-Brabant ver keert sinds 1945 in een snelle ont- wxkkelingDeze ontwikkeling gaat gepaard met diepgaande verande ringen in de ecoxiomische en sociaal-culturele structuur van dit gewest. In een serie artikelen zullen enige Brabantse medewerkers dit snel-veranderende Brabant van verschillende gezichtshoek uit belichten. Wy beginnen vandaag deze serie met nevenstaande bijdrage. scheppen, die een levend christendom nodig heeft op straffe van verschaling. ALTIJD WEER het probleem van de openheid, van het erkennen van de werkelpkheden van de tjjd en de durf om ze te accepteren in hun totali teit om ze in ons bestaan te kerstenen. „Omnia vestra sunt", alles Is van TJ, zegt St.-Paulus. Waarom zitten wij, ka tholieken In Brabant, zo vastgeklemd aan het veilige verleden van conventie en traditie, terwijl de parousic zich in ons reeds verwerkelijkt, zo vastgeklemd, dat we in vele opzichten moeten erken nen jammerlijk achter te zijn? We zouden in Brabant op iets trots kunnen zijn, als het ons niet zo bezorgd maakte. Er is een richting in de bouw kunst die opvallend veel weerklank heeft gevonden in Brabant, nl. de Delftse school van Granpré Molière. De meest belangrijke Brabantse archi tecten bouwen in haar geest. Men moet de vrome ernst prijzen, waarmede deze architecten speciaal het probleem van de vormgeving van het kerkgebouw be studeren. Doch men hoeft slechts enkele nieuwe Brabantse kerken te bezichtigen om te weten, wat hun geest is. Zij wil len vooraan beginnen, zover als het bouwen van christelijke kerken terug gaat en laten zich inspireren door het Syrische kerkje en de Romeinse basiliek. Men wil van hieruit langzaam verder groeien naar een eigentijdse vormgeving Waarom dit star gezamenlijk vasthouden aan het oude, wat men nauwelijks nog inspiratie kan noemen, doch een bijna totaal omschreven bouwprogramma? Na de romantische romaanse kerken van voor de oorlog verschijnen nu bijna overal basilieken met enige variaties. Deze architecten filosoferen in in scholastieke termen verder over de aanpassing van de oude stijlen aan de moderne tijd. Maar vergeten zij niet te veel, dat de enige gezonde wijze om de traditie te handhaven is open te staan voor alle vormen, waarin het eigentijd se zich manifesteert, omdat het heden niet anders is dan het trefpunt, waar het verleden en de toekomst elkaar ont moeten? De denkvormen en stijlen, die te be wust bij het verleden aanknoopten, heb ben nooit het risico kunnen ontlopen de aansluiting met de eigen tijd te missen en anachronismen te scheppen, die het heden miskenden en het verleden ver tekenden. Wat in andere tijden moge lijk was, is ook nu mogelijk, n.l. de vormgeving van het kerkgebouw te richten naar ónze gedachten over het Goddelijke en een weerspiegeling te doen zijn Van de gestalte, die Christus aanneemt in óns en onze tijd. Maar het is niet alleen de kerken bouw, die verstard is. Als men door de binnenstad van Eindhoven wandelt, waar na de verwoesting een zeldzame Verleden jaar heeft het Katholiek architectonische kans geboden werd om een moderne stadskern te creëren, wordt SSv -"i V, het weemoedig om het hart. Op luttele uitzonderingen na rijen de archaïserende gevels zich naast elkander en getuigen van het welgezind en blind geloof in het verleden. Het stadsbeeld, waarin de mens verkeert, waarin hij leeft en waar mee hij vertrouwd is, maakt een zeer wezenlijk element uit van zijn levens sfeer. Het bepaalt voor een groot deel zijn „Um-welt". En de Brabantse archi tectuur is er gedeeltelijk de oorzaak van, dat de geslotenheid en de traditie zich aan de Brabander opdringen als de on- verwinlijke en noodlottige machten, die hij geleerd heeft in berusting te dragen. Enkele punten werden in dit artikel te schematisch en te negatief aan gestipt, die van belang zijn voor de kennis van de geest van het Brabantse volk en voor de verruiming van die geest. Wij menen, dat de vrijheid de Brabander ontsluiten zal en dat de openheid hem tot die vrijheid zal brengen, die hem in staat zal stellen de problemen van zichzelf en zijn gewest onafhankelijk en in eigen trant op te lossen. Een van onze dichters die eind april 60 jaar wordt, Bernard Verhoeven, heeft de viering van zjjn verjaardag ingeluid met de publikatie van een boek over het leven van een hoogst merkwaardige vrouw, de Italiaanse markiezin Allessan- dra di Rudini, die na een opzienbarend leven in de wereld, zich op even opzien barende wijze daaruit terugtrok, om in Frankrijk als karmelietes een rol te gaan spelen, waarin zij thans oP geestelijk terrein evenzeer uitblonk, als zij dat in het mondaine leven had gedaan. De dichter verraadt zich ook wanneer De „keuken van de toekomst" een uniek voorbeeld van de mogelijkheden der hedendaagse techniek, vervaardigd door ingenieurs van het Technisch Cen trum van General Motors in Detroit die in maart op de Salons des Arts Menagers" in Parijs honderdduizenden trok, en welke deze zomer te zien zal zijn op de tentoonstelling „Het Atoom" op Schiphol, is uit Parijs op zijn plaats van bestemming aangekomen. „Mijn gesprekken met de secretaris generaal van de Verenigde Naties hebben geen wijziging gebracht ln het standpunt van de Nederlandse regering ten aanzien van de doorvaart door het Suez-kanaal." Dit verklaarde minister Luns gistermid dag op Schiphol bij zijn terugkeer uit de Verenigde Staten, in antwoord op vragen van journalisten. „Ondanks deze gesprek ken, die weliswaar verhelderend waren, is het nog steeds de mening van de Neder landse regering, dat de wijze, waarop de Verenigde Naties in de crisis in het Mid den-Oosten hebben gehandeld, eerder tot teleurstelling heeft geleid." Mr. Luns voegde hier onmiddellijk aan toe, dat de secretaris-generaal slechts de uitvoerder is van de besluiten van de V.'N. en dat de desbetreffende resoluties dikwijls verre van duidelijk waren. Daar bij is het duidelijk, dat de Verenigde Sta ten een wel iets te zware last op de V.N. en de secretaris-generaal hebben gelegd. De minister kon niet mededelen, of de Nederlandse regering zonder consultaties met andere landen het beleid ten aanzien van het Suez-kanaal zal bepalen. Hij verklaarde voorts, dat het in het bijzondei; yan belang .was. in Hew Xftrfe de bijeenkomst van de Economische en Sociale Raad bij te wonen, omdat hier voor het eerst de mening van de buiten wereld ten aanzien van het verdrag voor de instelling van de Europese economische gemeenschap naar buiten is gekomen. „In uiteenzettingen en gesprekken met alle collega's en leiders van delegaties heb ik deze verdragen besproken en ik heb ge tracht bestaande misverstanden uit de weg te ruimen." De minister verklaarde, dat in Zuid- Amerika en vooral in Brazilië, de vrees bestaat, dat door de opneming van de Franse overzeese gebiedsdelen de handel op Europa ongunstig zal worden beïn vloed. „Ik heb de illusie, dat ik tets van de misverstanden heb kunnen wegnemen." Voorts bestaat er een zekere argwaan b(j sommige Aziatische landen, dat door de opneming van deze overzeese gebieds delen een „neo-kolonialisme" zal ont staan. „Dit is echter meer gebaseerd op gevoelsoverwegingen dan op zakeljjke ar gumenten", meende de minister. Met name in India heerst een zekere angst, dat de verdragen beogen de verhoudingen in Afrika te bestendigen. Het was gisteravond een waar genoe gen om in de „Testplaat" va nde KRO-te- levisie nu eens „normale" jongelui, die niet volkomen negatief staan tegenover leven en samenleving, verstandig te ho ren praten over hun plannen voor de toe komst De moderne jeugd is heus nog zo kwaad niet! Dit prettige gesprek onder leiding van dra Ariëtta Schippers, schrijfster van het boekje „Wat moet >"0" zoon of dochter worden?" met de nodige afwisseling voor de camera gebracht door regisseur Wim Bary, werd gevolgd door een optreden van de „The Latin School Six" de school- band van het stedelijke gymnasium in Arnhem, die een vorm van jazz speelde welke ook door niet-ingewijden kon wor den geapprecieerd. Het hele donderdagavond-programma van de K.R.O.-televisie stond trouwens op een alleszins te waarderen peil. Het was met zorg samengesteld, afwisselend interessant en in hoge mate instructief. Jos van Loon bereidde op haar vlotte en prettige wijze een recept van de Hon gaarse kok Palcsik en Maria van der Eist overtrof zichzelf in de Televitrine, waar in een drietal mannequins en niet te ver geten omroepster H'-.nnie Lips enkele voorjaarsmodellen toonden. Een enkel ja ponnetje, dat werd aangekondigd als „overhemd-blouse-japon" paste weliswaar niet, zoals bij een dergelijke gelegenheid mag worden verlangd niets in onbarm hartiger dan een camera-lens maar daar stond tegenover dat belichting en camera-voering van die_ aard waren, dat de dames en haar kledij verder zo voor delig mogelijk op het scherm kwamen. Aardig was ook het liedje van Jelle de Vries dat tot slot van deze modeshow-in- miniatuur door Rijk de Gooyer, vermomd als fotograaf werd gezongen. Bijzonder interessant was ook het bezoek, dat met Joop Reinboud werd ge bracht aan een gieterij van scheeps schroeven te Drunen in Noord-Brabant Alle hulde aan regisseur Ben Mettrop en de cameramensen van de N.T.S., die van deze directe reportage een der, boeiendste maakten, welke we tot nog toe op het Nederlandse televisiescherm hebben ge zien. Hier was hard en met vrucht aan gewerkt. Bij de epiloog, die gisteravond werd ge sproken door aalmoezenier P. C. Groe nendijk, ontstond aan de zijde van de re gie een misverstand, tengevolge waarvan de spreker vortijdig het woord werd ont nomen. Een vergissing, die intussen geen afbreuk vermocht te doen aan de zeer gunstige indruk die dit programma als geheel maakte. De K.R.O.-televisie heeft inderdaad haar beste beentje voor gezet. hij proza schrijft en in dfit opzicht munt „Pleidooi voor een non" van Bernard Verhoeven x) zeker uit, dat het ons de bewogen geschiedenis in dichterlijke taal voorzet. Het valt overigens wel te begrijpen, dat de schrijver door dit leven geboeid werd, een leven, dat in vrijwel alle opzichten extreem was, maar oprecht en zonder enige camouflage. Na haar op jeugdige leeftijd gesloten mariage de raison, waar uit twee zonen werden geboren, spoedig weduwe geworden, gaf de 24-jarige Alles- sandra zich gedurende een paar jaren hartstochtelijk over aan allerlei wereld se genoegens. Maar zonder dat dit slecht of zondig kon worden genoemd, was het in die dagen en voor haar kringen die zozeer aan een uiterlijke formalisme wa ren gebonden, schokkend genoeg. Van het geloof vervreemd en in vrij denkersmilieu groot gebracht, dwong haar scherpe verstand haar toch voortdurend naar de waarheid te zoeken en wellicht zou zij deze ook eerder gevonden hebben, als zij niet in contact gekomen was, met de toenmaals fameuze dichter Gabriele d'Annunzio. Op onbegrijpelijke wijze capi tuleert zij voor de charmes van deze man, terwijl zij toch van zijn amoureuze avon turen op de hoogte moet zijn geweest en wist, dat een andere vrouw op „La Cap- poncina" het buiten van d'Annunzio bij Florence voor haar moest wijken. Maar zij deed het hartstochtelijk, zonder enige reserve en zonder enige poging, haar verhouding tot deze man voor de bui tenwereld verborgen te houden. Verhoeven ziet hier tevens van haar kant een protest in tegen de hypocrisie van haar kringen, die alles geoorloofd achtten als de uiterlijke schijn maar werd opgehouden. Deze episode duurde vier jaren en kwam tot een einde na een langdurige en ernstige ziekte van Alessandra, die van d'Annunzio, hoe voorbeeldig hij zich tij dens de ziekte ook gedroeg, blijkbaar te veel had gevergd. Beledigd en gekwetst trok Alessandra zich terug op haar buiten te Garda, waar zij haar zoeken naar de waarheid weer krachtiger opnam en meer aandacht ging wijden aan de opvoeding van haar beide zoons. De priester, die zij als opvoeder dezer beide verwende jongelingen aantrok, bracht haar er toe een bezoek te gaan brengen aan Lourdes, waar zich het won der in haar ziel voltrok. Maar daarmee stond tevens ook haar besluit vast, zich uit de wereld terug te trekken wat zij tevoren reeds gevoeld had als consequen tie van een mogelijke bekering. Toen haar beide zoons meerderjarig wa ren en derhalve zelfstandig werden ge acht zij leden echter evenals hun va der aan tuberculose en zouden op jeugdi ge leeftijd sterven trad zij in de kar- mel van Paray-le Monial, waar zij al- Aan de schrijver en essayist John Dos Passos is door het National Institute of Arts and Letters de gouden medaille voor romanliteratuur toegekend. Deze prijs wordt slechts eens in de vij* jaar toe gewezen en is een van de meest gewaar deerde onderscheidingen op het gebied van de schone letteren in de Verenigde Staten; de prijs wordt toegekend als een waardering voor het gehele levenswerk van de schrijver. Dos Passos wordt beschouwd als een van de belangrijkste en origineelste Ame- De provincie Gelderland wil aan de stichting Toneelgroep „Puck" te Amster dam voor het seizoen 1956-57 een subsidie verlenen van maximaal 1080, en aan de stichting Toneelgroep .Theater" het exploitatietekort over het seizoen 1955-56 een bijdrage van 2200. Het tekort in dat seizoen beloopt in totaal fA 49.675, nkaanse roman- I schrijvers. Zijn eer- yttr W ste twee boeken, I SB tion" en „Three - mmï Soldiers" zijn de iÉiÉÜfet condensatie van vf?*1 jSfWÊÊ zijn ervaringen tij- dens de Eerste We- I Tiïff' JÊf t reldoorlog. Bij de 1 ,jg verschijning van '«mm*»*,JS! zijn „Manhattan Jfe.mwr Mm*,. Transfer" in 1925 bleek hij inmiddels "tji tot geestelijke rijp- ESp heid te zijn geko- men. Door de ver schijning van zijn trilogie „U.S.A.", bestaande uit de delen „The 42nd Parallel" (1930), „Nineteen Ni neteen" (1932) en „The Big Money" (1936) werd hij algemeen erkend als een groot uitbeelder van het Amerikaanse leven. Behalve zijn gedichtenbundels, toneelstuk ken, reisbeschrijvingen en essays schreef hij later nog een tweede trilogie, „Dis trict of Colombia". Zijn laatste werk „The Men Who Made The Nation", verschenen in februari van dit jaar, geeft een biogra fische schets van de Stichters van de Re publiek van 1782 tot 1802, waarin hij met vaardigheid beroemde en minder beroem de mannen yoor ons doet leven, Witt, ga^t er gevoelens van de mediterende katholiek zuiver tot klinken brachten? Of de onvermoeide organisator van een bredere cultu rele belangstelling onder de katho lieken, die ijverde voor „Geloof en Wetenschap", voor de r.-k. Universi teit en voor het Gemeenschapsoord „Drakenburch"? De redenaar, wiens sonore stem tal van manifestaties zinvol opluisterde? Of de parlemen tariër die in de Kamer de belangen behartigt der cultuur?. De directeur van de Jan van Eyck-, en later van de toneelacademie? Misschien moet men Bernard Verhoeven het meest huldigen om het gevoel voor stijl, voor verfijning waarmee al zijn acti viteit als dichter en als criticus, als organisator, redenaar en politicus wordt gekenmerkt. Er zijn weinig in het maatschappelijk leven ge slaagde mensen die in alles wat zij doen hun dichterschap belijden. Ber nard Verhoeven is er een van. Vra gen aan de minister gesteld, ontstij gen bij hem het onverkwikkelijk jar gon der ambtenarij en worden een boeiend geschreven stuk proza. Toen wij hem in Maastricht in het oude gebouw der Jan van Eyckacademie eens opmerkzaam maakten op een merkwaardige geur, constateerde hij verrukt: „Ja, als een Brabantse deel waar gekarnd wordt". Dat is Ber nard Verhoeven de cultuurmens in alles wat hij doet of zegt, wars van wat grof is en lawaaiig, vol ijver waar het erom gaat de katholieke stijl in leven en kunst te veredelen. lengs op geestelijk gebied tot grote hoogte steeg, novicemeesteres en tenslotte prio rin werd. En de felle vaart van haar le ven openbaarde zich ook hier; één kar- mel was haar niet genoeg, zij stichtte nog drie andere, een te Valenciennes, een op Montmartre en een in de verlaten Karthuise, Le Reposoir, waar zij op 2 januari 1931 overleed. Op fijnzinnige wijze heeft Bernard Ver hoeven deze geschiedenis weergegeven, in literair verzorgde stijl, zonder enige con cessie te doen aan sensatiezucht, waar toe overigens het gegeven gemakkelijk had kunnen verleiden. Vaak laat hij de hoofdpersoon zelf aan het woord door uit voerige citaten uit haar brieven te ge ven. Maar waar hij tracht haar gevoe lens en daden te verklaren en begrijpe lijker te maken, schiet hij wel eens te kort. Zo blijft het duister, hoe zij cr toe kwam, zich zo plotseling en volledig aan d'Annunzio over te geven, terwijl zij tevo ren doch juist van een intense afkeer van deze man blijk had gegeven. Evenmin doet de schrijver een serieuze poging, haar houding tegenover haar kinderen te ver antwoorden. Men kan niet aan de indruk ontkomen, dat zij haar plichten in dit op zicht heeft verwaarloosd, terwijl zonder nadere toelichting dc stap naar het kloos ter zelfs onverantwoordelijk lijkt, omdat men wel moet aannemen, dat haar beide ten dode opgeschreven kinderen, juist toen de moederlijke zorg het meest nodig hadden. Op deze punten worden ernstige leem ten in het pleidooi voelbaar, die de lezer reden geven, zich af te vragen, of de schrijver als pleiter wel helemaal ge slaagd is. Van de andere kant mag men aannemen dat het buiten beschouwing laten van zwaarwichtige psychologische en ande re problemen, wel de vorm ten goede is gekomen en dat het enigszins raadselach tige in de persoon, waar het pleidooi voor wordt gevoerd tevens tot de charme van het boek heeft bijgedragen. x) „Pleidooi voor een non", door Bernard Verhoeven Uitgeversmij, Pesclée de Brouwer Cie, Bussum.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 3