Politieke richting en volkssentiment
liggen met elkaar overhoop
NDAG-Liïwaïtop:
Veroordeeld tot de dood door de guillotine
m
Tb
Geloof met graniet-sterkte
Het macabere verhaal van de levens
loop van een geestelijk ontwortelde
-NABURIGE STATEN niet eens over verdeling van HET LAND VAN JORDANIË
Sjerif Hoessein
van Mekka
Aboe Noewar
Officieren-revoluties
ZATERDAG 27 APRIL 1957
PAGINA 3
-
Observator
m
Ms de jonge koning Hoessein de schaak-
strijd op het politieke schaakbord van
he* Nabij t
je Oosten wint, heeft hij ongetwij-
ook een reeks goede zetten in het voor-
cel Van jjet Westen gedaan en de Sovjet
nie enkele pionnen afhandig gemaakt. Het
ls thans voor de derde maal, dat Hoessein
P'oheert, zijn land weer bij het Westen
te doen aansluiten. Hij is juist dezer dagen
jaar geworden. Zelden zal zulk een jong
j^onarch zulke belangrijke beslissingen heb-
moeten nemen. Zelden ook heeft een
tjna Westers opgevoed Arabisch vorst over
een volkomen Arabisch land geheerst.
e'den? Vermoedelijk nooit, al is zijn neef,
°ning Feisal van Irak, niet veel ouder dan
fj
et is waarlijk niet alleen vanwege de huidige gebeurtenissen, dat
°nze belangstelling in hevige mate naar Jordanië uitgaat. Feitelijk
het tijdstip af, dat dit woestijn-koninkrijk gesticht werd, is het
esten er door geboeid. Ook al vanwege de bijzondere persoonlijk-
eid van de man, die er voor het eerst de troon beklom en door de
n°g interessantere figuur van de grote Lawrence van Arabië, die
(jr, een belangrijke rol bij speelde.
et Hasjemietische koninkrijk Jordanië kreeg pas in 1951 zijn
rs'e grónd wet. Tweemaal zo groot als Zivitserland, heeft het
°ngeveer anderhalf miljoen inwoners. Ongeveer 750.000 daarvan
j "('n ten wasten van de Jordaan. Onder hen bevinden zich 380.000
1 "bische vluchtelingen uit Palestina. In Oost-Jordanië leven nog
^"geveer 100.000 Joodse vluchtelingen, die in het land van hun
'Aardsteden verdreven werden, nadat Israël gesticht was. De Arabi-
c le vluchtelingen voelen zich volstrekt geen Jordaniërs
Znid-Syriërs, terwijl ze in Damascus hun hoofdstad
"rung Hoessein kan absoluut niet op hen rekenen. Zijn grote kracht
4nn steun van de Bedoeïenenstammen, die ten getale van
000 Oost-Jordanië bewonen. De stamhoofden daarvan kwamen
p,n na zijn krachtig optreden tegen de communistische elementen
>Un trouw betuigen.
hij en al heeft deze met bijna dezelfde
moeilijkheden te kampen. Jordanië, waar
over Hoessein I heerst, het land, hetwelk
momenteel zozeer in de belangstelling staat,
is een woestijnland bij uitstek. Er wonen
bijna uitsluitend Arabieren, die veel minder
met negers vermengd zijn dan b.v. de Ara
bieren van het moederland Arabië en in
menig opzicht nog Bedoeïenen van de oude
stempel zijn. In dit Jordanië, door en door
Mohammedaans, een piepjonge staat tevens,
liggen de meeste oeroude heilige plaatsen
van de christenen. Immers, het gedeelte van
Jeruzalem, dat tot Jordanië behoort, bevat
de grote pelgrimsoorden van Jesus' lijden.
Tevens bevinden er zich plaatsen, heilig voor
de Joden en voor de Mohammedanen.
en noemen
||1I|
B I
Onder een reclameplaat
Koning Hoessein I van Jordanië
met zijn gemalin, koningin Dina
makkelijk verworven koninkrijk even
gemakkelijk verliezen? Misschien is
dit al reeds gebeurdOf niet
HOESSEIN, vorst van een kruitvat
We weten nu, dat koning Saoed van
rabië aan Hoessein, de achterklein-
°n van zijn vaders vroegere onver-
°enlijke tegenstander, Sjerig Hoes-
e.'n Elitaire steun heeft beloofd, om
troon te kunnen handhaven, nu
befaamde Arabische Legioen
000 man) evenals de z.g. Nationa-
e Garde (30.000) onbetrouwbaar zijn
Eebl©ken onder de invloed van de anti
westerse, pro-communistische Aboe
oewas. Het Arabische Legioen, gro-
ehdeels uit Bedoeienen bestaande, zou
°oder een andere leiding weder de
®r°te macht achter de troon kunnen
OO- Koning Hoessein heeft volmon-
toegegeven, een fout te hebben bé-
J"11' toen hij gevolg gaf aan de op
zien.
uitgeoefende drang, om de Britse
0rnmandant van het legioen, de be-
^eude Glubb Pasja, te ontslaan. De
ld zaï leren, of deze fout hersteld kan
°rden
jJ?® gebeurtenissen volgen zich in
bïa„nie snel op- In hoofdstad Am-
de n (200.000 inwoners) liggend aan
cü pude Hedzjas spoorlijn, die Damas-
Wa, de stad Maan verbindt, van-
Jj *r e.en weg naar Akaba loopt, staat
een"ssein I thans wellicht weer voor
w uieuwe belangrijke beslissing,
eh'ï^an zijn lot en dat van zijn vrouw
öl]e zal afhangen. Intussen, niet
°n het lot van zijn vrouw en kind
ai,.°ohtertje Ala, vijftien maanden
°Ud)
he h niaar oolc dat van zijn twee klei-
Va heertjes en zijn zusje, alsmede dat
der Zdjn intelligente en energieke moe-
v0o' ^oninginmoeder Zaim, die steeds
gei/ een samengaan met het Westen
n0gVerd heeft. We stippen terloopl
's aan, dat zijn vrouw koningin Di-
s
Abdoellah, de zoon van de verdreven
sherif van Mekka, die eerst emir en
later koning van Jordanië werd.
na, in Engeland gestudeerd heeft en
sterke Engelse sympathieën koestert.
Hoe Hoessein I op de troon van Jor
danië gekomen is en hoe dit hoogst
merkwaardige koninkrijk is ontstaan,
geven we hier in het kort weder. Stich
ter van Jordanië was feitelijk Enge
land, dat zijn bondgenoot Abdoellah
door wie het in de eerste wereldoorlog
in zijn strijd tegen de Turken op uit
nemende wijze gesteund was, wilde
belonen. De beloning was niet erg roy
aal. Abdoellah werd slechts emir van
een onbelangrijk gebied ten oosten
van de Jordaan, dat dan ook Trans-
jordanië gedoopt werd. Later werden
er gedeelten van Palestina aan toege
voegd.
Abdoellah was de zoon van de zo
even genoemde sjerif Hoessein van
Mekka. Deze Hoessein was een vorst,
die zich in geen enkel opzicht bij zijn
onderdanen in zijn koninkrijk, de Hed
zjas, populair had weten te maken. Hij
bleek ook geen bekwaam veldheer,
toen de vorst van de Wahabieten, een
orthodoxe sekte van woestijn-Bedoeïe
nen zich opmaakte, om vanuit zijn
hoofdstad Ryiadh midden in de Ara
bische woestijn aan de corruptie in de
heilige plaatsen van de Islam, Mek
ka en Medina een einde te maken. Ibn
Saoed reageerde tegen het wanbeheer
van de Hasjemeten, zoals de over de
Hedzjas heersende dynastie heette,
en hun veel te liberale uitlegging van
de Koran. Hij slaagde er in Hoessein
te verdrijven. Deze had in 1916 als va
zal van Turkije de gehoorzaamheid
aan de Hoge Porte van Constantinopel
opgezegd, en Emgelands partij geko
zen, dat met Turkije in oorlog was.
Na de oorlog moest hij voor de Wa-
habietenvorst wijken en hij kwam ten
slotte als balling op Cyprus terecht.
Een zijner zonen, Ali, wist daarna nog
geruime tijd in Djeddah tegen Ibn Sa
oed stand te houden, doch deze slaag
de erin het rijk van Saoedi Arabië te
stichten, hetwelk spoedig rijke olievel
den bleek te bevatten. Ibn Saoeds
zoon Saoed was het, die Hoessein I
van Jordanië in de afgelopen kritie
ke dagen toezegde, dat hij zou kunnen
rekenen op de in het zuiden van zijn
land gelegprde troepen van Saoedi Ara
bië, welke daar waren binnengetrok
ken, om het vacuum te vullen, veroor
zaakt door het wegtrekken der Britse
troepen.
Een merkwaardige situatie in een
merkwaardig land! De Arabische emir
die ziohzelf later, met Engelands toe
stemming tot koning verhief, steunde
vrijwel van het begin af aan op de be
kwaamheid en de trouw van een Brits
officier, de reeds genoemde John Ba-
got Glubb Pasja, die door de soldaten
van het door hem gedrilde Arabische
Legioen de „vader met de kleine kin
nebak" genoemd werd. Zesentwintig
jaar achtereen was de kleine Glubb
Pasja de grote man achter de scher
men, ook nadat het legioen, dat voor
het best getrainde legerkorps van heel
de Arabische wereld doorging, lelijk
van de Israëli klop had gekregen. Hij
vertoeft thans „in ballingschap" in
Engeland, waar hij bij zijn aankomst
voorspelde, dat Engelands terugtrek
ken uit het Nabije Oosten daar niets
anders dan de chaos kon orengen. Wat
Jordanië betreft, kreeg hij spoedig bij
na gelijk. Doch de Arabische heersers
van Egypte, Saoedi Arabië en Syrië zijn
het blijkbaar niet eens kunnen worden
over de wijze, waarop het Hasjemieti
sche koninkrijk aan weerszijden van
de Jordaan onder hen verdeeld zou
moeten worden.
Hoesseins neef Faisal bleef overi
gens te Bagdad een oogje in het zeil
houden. Irak voelt er niet veel voor,
dat Syrië zijn gebied vergroot. Even
min heeft het veel op met zekere plan
nen van Israël, dat al in 1956 de z.g.
zak van Jeruzalem, het gebied, dat
tot Jordanië behoort, tijdens de zo
veelste crisis wiide bezetten en inlij
ven.
De zak van Jeruzalem zou men ook
Jordanië's blinde darm kunnen noe
men. Dit gebied werd de na Israë-
lisch-Arabische oorlog in 1948 bij het
toenmalige bijna zuivere nomadenland
gevoegd, waar de Bedoeïenen onvoor
waardelijk het gezag van Abdoellah
erkenden en nadat deze te Jeruzalem
door een Arabische terrorist ver
moord was, ook trouw zwoeren aan
diens zoon Talal en vervolgens aan
diens zoon Hoessein I. Talal regeerde
slechts kort, was geestesziek en trad
af ten behoeve van zijn oudste telg.
We hebben reeds opgemerkt, dat
Hoessein een fout maakte, door Glubb
Pasja heen te zenden. De oorzaak hier
van is Aboe Noewar geweest. Deze jon
ge officier van het Arabische Legioen
die nogal lastig was, werd door Glubb
Pasja als militair attaché naar de
Jordaanse ambassade te Parijs weg
gepromoveerd. Hij meende, hem aldus
uitgeschakeld te hebben, hetgeen aan
de rust in het legioen ten goede zou
komen. Maar de jonge .koning Hoes
sein maakte tijdens een verblijf in de
Het vijfjarige dochtertje van de
politieagent, die door Jacques Fesch
werd neergeschoten.
SSS*
Ville Lumiere met Aboe Noewar ken
nis. Hij bleek zeer met hem ingeno
men, benoemde hem tot zijn adjudant
en nam hem mee terug naar Amman.
Daar begon Aboe Noewar, die zeer
voor Egypte en dezelfde dictator
Nasser geporteerd was, te intrigeren
tegen de Engelse invloed in Jordanië.
Hij vond in de minister van oorlog Fa-
lah-el-Madahda een willig werktuig
voor zijn plannen, om Glubb Pasja
weg te werken. Zijn bedoeling was, het
koningsgetrouwe Arabische Legioen te
verzwakken en er een Nationale Gar
de voor in de plaats te stellen, waar
voor manschappen en officieren voor
namelijk uit de uit Palestina verdre
ven, sterk anti-Engelse Arabieren wer
den gerekruteerd. Aboe Noewar zorg
de er tevens voor, dat naast het Ara
bische Legioen een apart Jordanisch
leger werd opgebouwd. En van hun
kant zagen Syrië en Egypte, die Jor
danië van wapens gingen voorzien, toe
dat het Arabische Legioen deze niet
kreeg, waardoor de uitrusting ervan
spoedig verouderde. Het zag zich geen
nieuwe Tsjechische kanonnen en pant
serwagens toegewezen. Als gevolg
hiervan zegden tal van Bedoeïenen
hun dienstverband op. Ze wilden niet
in een op het tweede plan geduwd le
gerkorps dienen
Aangezien in het Nabije Oosten de
koninklijke en de politieke macht in
belangrijke mate op de trouw van het
leger berust, deze eigenlijk in moei
lijke omstandigheden beslissend is,
ondergroef Hoessein zijn eigen positie.
Zijn adviseur Aboe Noewar, die voor
dien als officier nooit meer dan een pe-
leton gecommandeerd had, werd staf
chef. Ook hierdoor vervreemdde hij de
veteranen van het Arabische Legioen
van zich en gaf hij de pro-Egyptische
elementen in het leger en de garde
steeds meer vrij spel. Bijtijds heeft
hij het drijven van Aboe Noewar on
derkend, maar aan de gevolgen ervan
moet hij nog steeds het hoofd bieden.
De ironie der actuele geschiedenis wil
nu, dat Jordanië zich in dezelfde posi
tie bevindt als Israël, hetwelk het als
zijn doodsvijand beschouwt. Want het
wordt eveneens door Syrië bedreigd,
dat nog steeds van een Groot Syrië
droomt, grenzend aan Egypte en Sa
oedi Arabië en tevens het huidige Is
raël omvattend
Koning Hoessein is op het ogenblik
de exponent van de politiek der Arabi
sche vorsten, n.l. die van Irak en Sa
oedi Arabië. die niets meer vrezen,
dan dat de officierenrevoluties, zoals
die in Egypte en Serië hebben plaats
gevonden, hen ten slotte van de troon
zullen verdrijven. Ze houden er ook
rekening mede, dat het vluchtelingen
probleem in het Nabije Oosten sterke
sociale spanningen heeft opgeroepen
waardoor vele Arabieren in de armen
van communistische agitatoren wor
den gedreven, wier republikeinse doel
einden overduidelijk zij.
Wederomhet is een heel merk
waardig land, dat Jordanië. Men zou
het ook het kruitvat van het Nabije
Oosten kunnen noemen. Er is nog geen
olie gevonden, anders zou de belang
stelling van de omringende landen voor
dit woestijnkoninkrijk nog veel groter
blijken.
In zijn moderne paleis in het stoffige
heuvelachtige Amman moet de jonge
koning Hoessein tal van problemen
oplossen. Zijn grootvader werd heel
toevallig heerser over dit 42.000 vier
kante kilometer grote gebied, omdat
hij er zich op weg van Arabië naar
Turkije, met een strijdmacht van Ara
bische ruiters bevond. Hij was er
heen getrokken, om zijn broer Faisal
die zich tot koning van Syrië had uit
geroepen en in zijn hoofdstad door de
Fransen lelijk in het nauw was ge
bracht, te komen helpen. De Engel
sen brachten hem van dit voornemen
af. Churchill stond hem daarna toe,
zich op te werken als emir, onder Brits
mandaat.
Zal zijn kleinzoon het eens zo ge-
De wacht voor het koninklijk paleis
te Amman,
Zestig dagen lang viert de Kerk feest
ter herdenking van het grootste feit der
wereldgeschiedenis: Christus' verrijze
nis. En wij doen mee aan die Paasvie
ring, bezield met goede begeerten.
De Kerk weet uit eeuwenlange erva
ring echter ook, hoe zwak de mens is
in zijn vaak heldhaftige voornemens en
daarom komt zij ook nu reeds met aan
sporingen tot volharding.
In de vespers van Pasen waren we
nog weer getroffen geweest door de
teksten van de psalmist:
Het begin van de wijsheid is de
vreze des Heren. Een goed stel her
sens hebben zij, die daarnaar hande
len.
Het is derhalve zaak de aansporingen
van de Kerk ter harte te nemen.
Niemand minder dan St.-Petrus
wordt aan het woord gelaten: Hij ver
klaart
Als pasgeboren kinderen, weest
begerig naar de geestelijke, onver
valste melk.
Dat wil zeggen naar de leer, naar de
sacramenten en bovenal naar de H.
Eucharistie.
Deze tekst van de Apostel hebben we
„Uw hoofd zal worden afgehakt op de binnenplaats van de Santé".
Met deze traditionele woorden veroordeelde de president van het Hof
van Assisen van de Seine te Parijs de 27-jarige Jacques Fesch, die terecht
had gestaan wegens het neerschieten van een politie-agent. Moord op een
dienaar van de wet wordt in Frankrijk onverbiddelijk met de guillotine
gestraft. Jacques Fesch hoorde vrijwel onbewogen het oordeel over zich
uitspreken, waartegen zijn advocaat, betaald door zijn rijke vader, met
verbeten woede gevochten had, telkens in een woordenduel gerakend met
de officier van justitie. Het is zo goed als zeker, dat de president van de
republiek een verzoek om gratie, indien dit eventueel mocht worden
ingediend, niet zal inwilligen....
Soldaten van het befaamde Arabische Legioen.
Met de dood van Jacques Fesch door
het mes van de guillotine zal er een eind
komen aan een reeds jaren geleden ver
woest leven. Het was voor zijn advocaat
een kwade zaak, hem te verdedigen. Im
mers, Jacques had in koelen bloede een
overval op een wisselkantoor voorbereid.
In samenwerking met een tweetal vrien
den had hij een plan hiertoe uitgewerkt.
De vripnden, nietsdoeners zoals hij, wa
ren op het laatste ogenblik voor de moge
lijke gevolgen terugschrokken en hadden
hem in de steek gelaten. Jacques Fesch,
zoon van een bankier, had op het wissel
kantoor een goede indruk gemaakt. Men
voerde zijn order voor ettelijke miljoenen
franken aan buitenlands geld uit. Vreemde
valuta, niet alleen papier, maar ook goud
stukken. Bestemd voor een lange buiten-,
landse reis naar landen, waar papier wel
licht niet zou worden geaccepteerd.
Volgens afspraak kwam Jacques Fesch
het geld afhalen. Maar in stede van de
factuur te voldoen, trok hij een revolver
en sloeg er de kassier mede op het hoofd.
Tegelijkertijd ontrukte hij deze de bun
del bankbiljetten die de man voor hem wil
de uittellen, stopte ze in zijn zak en, de
goudstukken vergetend, rende hij naar
buiten. Was hij door het zien van het
bloed op het hoofd van de kassier van zijn
i stuk gebracht? Hij rende als een dolle
man voort, totaal vergetend, welke weg
hij had willen inslaan, volgens het voor
af opgestelde plan: snel de trappen van
de metro in de nabijheid van het wissel
kantoor af te rennen en tussen de menigte
te verdwijnen. In stede daarvan liep hij de
door het geschreeuw van de kassier op
merkzaam gemaakt, zat hem op de hie
len. In het portaal riep hij Jacques Fesch
toe, zich over te geven. Deze draaide
zich boven aan de trap om en vuurde op
de agent, die dodelijk gewond neerstortte.
Over de stervende heen sprong de moor
denaar weer naar buiten. Daar zetten
voorbijgangers de vervolging in. Hij
vuurde ook op hen. Daarna nam hij zijn
kans waar en vloog de trappen af van een
metro-ingang op de Boulevard des Ita-
liens.
Hij rende over het perron naar de uit
gang van de metro. Maar hier versper
de een andere agent hem de weg, pre
cies onder de grote reclameplaat van de
bioscoop Marivaux, waar juist een film
werd vertoond, waarin de geestelijke on
dergang van een viertal jonge mensen
als Jacques Fesch werd weergegeven.
Avans le déluge, vóór de zondvloed. On
der deze bonte plaat eindigde de gang-
ster-episode, welke een druk punt van
Parijs even in grote opschudding had ge
bracht. Na een hevig gevecht met de
agent en enkele helpers werd Jacques
Fesch overmand.
Tijdens het proces voerde zijn advocaat
tal van argumenten aan, waarvan hij
meende, dat ze de rechtbank aanleiding
zouden geven, verzachtende omstandig
heden in aanmerking te nemen en dat ze
de jury zachter zouden stemmen. Hij
schilderde de jeugd van de verdachte:
kind van ouders, die gedurende de oor-
donkere trap van een huis op. Een agent log en in de jaren daarna enorm veel ben geen sadist. Ik wilde de jury, sieclits
geld verdienden, elkander niet verdragen
konden en het huiselijke leven tot een hel
maakten. Hun kind gaven ze in alles zijn
zin. De jonge Jacques baadde in weelde,
maar in een milieu, van alle moraal ge
speend.
Dit kind der rijken groeide op in de ge
legenheden van Saint Germain des Prés
aldus de verdediger. Hij zag al zijn wen
sen vervuld. Voor hem bestonden, om iets
te verkrijgen, geen beletselen. Op school
verleidde hij een meisje, dat zijn vrouw
werd. waardoor deze misdaad goed ge
maakt leek. In de ontredderde wereld
van na de oorlog was Jacques Fesch één
van velen. Mag men hem de schuld ge
ven, dat hij volkomen karakterloos en ge
wetenloos werd?
Een zeiljacht als piratenschip
Aldus betoogde de advocaat. Hij schil
derde de jongeman als een fantast, zon
der werkelijkheidszin. Om een zeiljacht te
kunnen kopen en dit als piratenschip in
te richten, had Jacques Fesch de grote
overval beraamd. Tevoren was door hem
alles bijeen gebracht, nodig voor een reis
naar Tahiti. Proviand, kleren, wapens,
Whisky etc. etc. Hij beschikte over vrij
veel geld. Maar hij kon van zijn vader het
bedrag, nodig voor het jacht, niet los krij
gen.
Dat de uitvoering van zijn plan zulke ge
volgen zou hebben, had hij niet kunnen
voorzien, zo voerde de advocaat aan.
Hiertegenover stelde de officier van jus-
titie, dat deze zeven en twintig-jarige geen I
overspannen jongen was, die van avon-
turen droomde, eerder een koel bereke-l
nend misdadiger. De officier van justitie1
wees op het meedogenloos neerschieten
van de politieagent, en liet van zijn kant
niets na, om de jury er van te overtui
gen, dat Jacques Fesch niets anders was'
dan een gemene misdadiger. Hij herin
nerde aan het vijf-jarige meisje, dat achter
de doodsbaar van haar vader had gelo
pen, enkele maanden, nadat het zulks
achter de baar van haar tengevolge van
hersenvliesontsteking gestorven moeder i
had gedaan. Jacques Fesch had een on-1
schuldig kind tot wees gemaakt.
Jacques'' vader
Als tegenzet liet de advocaat Jacques'
vader voorkomen, een habituele dronk-1
aard, totaal vermagerd. „Wilt u, dat ik
dit verhoor verder voortzet?" vroeg de
president van de rechtbank, nadat hij de,
vader enkele vragen had gesteld.
„Neen", antwoordde de advocaat, „ik
tonen, door wie mijn cliënt opgevoed is".
Hij argumenteerde vervolgens, dat Jac
ques Fesch tot de guillotine veroordeeld
moest worden, omdat hij een zoon van
een rijkaard was. Hiertegen protesteer
de de officier van justitie, waarna de ad
vocaat de doodstraf zélf aanviel. Hij zette
uiteen, dat een moordenaar in dolle woe
de of in een overspannen toestand han
delt, de dood door de guillotine daarente
gen een weloverwogen, bijna weten
schappelijke procedure is, in wezen on
menselijk.
Ondanks zijn welsprekendheid sprak de
jury het schuldig uit en veroordeelde het
hof Jacques Fesch tot de guillotine. Frank
rijk was weder een sensationeel proces
rijker.
K. H.
overigens in het officie van vandaag,
zaterdag, al uitvoeriger kunnen lezen.
Want vóór bovengenoemde opwekking
vraagt hij toch alle bóosheid en bedrog,
alle geveinsdheid en nijd af te leggen i
om dan na de boven weergegeven aan
sporing te verklaren, dat de begerig
heid nodig is om tot zaligheid d.w.z. tot
een leven van deugd uit te groeien.
Wie dit betoog begrepen heeft, zal de
Kerk ook onmiddellijk bijvallen in
haar wens van de Collecte:
Verleen, Heer, dat wij, die het Paas
feest gevierd hebben, deze door Uw
hulp in onze zeden en onze levens
wandel mogen bewaren.
Zeden en levenswandel d.w.z. vol
waardige Paasviering, geestelijke ver
rijzenis en daadwerkelijk geloof.
Trouwens op dat geloof gaat de Apos
tel-evangelist St.-Jan weer door. Hij
stelt de zaken haarscherp vast met:
Al wat uit God geboren is, over
wint de wereld en dit is de victorie,
die de wereld overwint, ons geloof.
Geloof, maar dan niet gemengd met
de twijfelzucht van een St.-Thomas.
Rotsvast, onvoorwaardelijk geloof.
Een niet eenvoudige opdracht, want
we zouden vaak zo gaarne precies wil-
vv^arom en het waarom
niet.
Zalig zij, die niet zagen en toch ge
loofd hebben. Wat dat sterke geloof be
treft, mogen we nogmaals aandringen
om de tienduizenden weggegledenen
te gedenken. Laat toch de duivels niet
grijnslachen om het succes, dat zij on
danks Christus' Verlossingswerk wisten
te behalen. Help de Kerk duizenden
zielen aan de hel te ontrukken. Laat ze
met 'n variant op de dichter Kloos
niet voorttobben in de eindeloze dei
ning der onverschilligheid.
Jacques Fesch, na zijn arrestatie