Politieke richting en volkssentiment liggen met elkaar overhoop NDAG-Liïwaïtop: Veroordeeld tot de dood door de guillotine m Tb Geloof met graniet-sterkte Het macabere verhaal van de levens loop van een geestelijk ontwortelde -NABURIGE STATEN niet eens over verdeling van HET LAND VAN JORDANIË Sjerif Hoessein van Mekka Aboe Noewar Officieren-revoluties ZATERDAG 27 APRIL 1957 PAGINA 3 - Observator m Ms de jonge koning Hoessein de schaak- strijd op het politieke schaakbord van he* Nabij t je Oosten wint, heeft hij ongetwij- ook een reeks goede zetten in het voor- cel Van jjet Westen gedaan en de Sovjet nie enkele pionnen afhandig gemaakt. Het ls thans voor de derde maal, dat Hoessein P'oheert, zijn land weer bij het Westen te doen aansluiten. Hij is juist dezer dagen jaar geworden. Zelden zal zulk een jong j^onarch zulke belangrijke beslissingen heb- moeten nemen. Zelden ook heeft een tjna Westers opgevoed Arabisch vorst over een volkomen Arabisch land geheerst. e'den? Vermoedelijk nooit, al is zijn neef, °ning Feisal van Irak, niet veel ouder dan fj et is waarlijk niet alleen vanwege de huidige gebeurtenissen, dat °nze belangstelling in hevige mate naar Jordanië uitgaat. Feitelijk het tijdstip af, dat dit woestijn-koninkrijk gesticht werd, is het esten er door geboeid. Ook al vanwege de bijzondere persoonlijk- eid van de man, die er voor het eerst de troon beklom en door de n°g interessantere figuur van de grote Lawrence van Arabië, die (jr, een belangrijke rol bij speelde. et Hasjemietische koninkrijk Jordanië kreeg pas in 1951 zijn rs'e grónd wet. Tweemaal zo groot als Zivitserland, heeft het °ngeveer anderhalf miljoen inwoners. Ongeveer 750.000 daarvan j "('n ten wasten van de Jordaan. Onder hen bevinden zich 380.000 1 "bische vluchtelingen uit Palestina. In Oost-Jordanië leven nog ^"geveer 100.000 Joodse vluchtelingen, die in het land van hun 'Aardsteden verdreven werden, nadat Israël gesticht was. De Arabi- c le vluchtelingen voelen zich volstrekt geen Jordaniërs Znid-Syriërs, terwijl ze in Damascus hun hoofdstad "rung Hoessein kan absoluut niet op hen rekenen. Zijn grote kracht 4nn steun van de Bedoeïenenstammen, die ten getale van 000 Oost-Jordanië bewonen. De stamhoofden daarvan kwamen p,n na zijn krachtig optreden tegen de communistische elementen >Un trouw betuigen. hij en al heeft deze met bijna dezelfde moeilijkheden te kampen. Jordanië, waar over Hoessein I heerst, het land, hetwelk momenteel zozeer in de belangstelling staat, is een woestijnland bij uitstek. Er wonen bijna uitsluitend Arabieren, die veel minder met negers vermengd zijn dan b.v. de Ara bieren van het moederland Arabië en in menig opzicht nog Bedoeïenen van de oude stempel zijn. In dit Jordanië, door en door Mohammedaans, een piepjonge staat tevens, liggen de meeste oeroude heilige plaatsen van de christenen. Immers, het gedeelte van Jeruzalem, dat tot Jordanië behoort, bevat de grote pelgrimsoorden van Jesus' lijden. Tevens bevinden er zich plaatsen, heilig voor de Joden en voor de Mohammedanen. en noemen ||1I| B I Onder een reclameplaat Koning Hoessein I van Jordanië met zijn gemalin, koningin Dina makkelijk verworven koninkrijk even gemakkelijk verliezen? Misschien is dit al reeds gebeurdOf niet HOESSEIN, vorst van een kruitvat We weten nu, dat koning Saoed van rabië aan Hoessein, de achterklein- °n van zijn vaders vroegere onver- °enlijke tegenstander, Sjerig Hoes- e.'n Elitaire steun heeft beloofd, om troon te kunnen handhaven, nu befaamde Arabische Legioen 000 man) evenals de z.g. Nationa- e Garde (30.000) onbetrouwbaar zijn Eebl©ken onder de invloed van de anti westerse, pro-communistische Aboe oewas. Het Arabische Legioen, gro- ehdeels uit Bedoeienen bestaande, zou °oder een andere leiding weder de ®r°te macht achter de troon kunnen OO- Koning Hoessein heeft volmon- toegegeven, een fout te hebben bé- J"11' toen hij gevolg gaf aan de op zien. uitgeoefende drang, om de Britse 0rnmandant van het legioen, de be- ^eude Glubb Pasja, te ontslaan. De ld zaï leren, of deze fout hersteld kan °rden jJ?® gebeurtenissen volgen zich in bïa„nie snel op- In hoofdstad Am- de n (200.000 inwoners) liggend aan cü pude Hedzjas spoorlijn, die Damas- Wa, de stad Maan verbindt, van- Jj *r e.en weg naar Akaba loopt, staat een"ssein I thans wellicht weer voor w uieuwe belangrijke beslissing, eh'ï^an zijn lot en dat van zijn vrouw öl]e zal afhangen. Intussen, niet °n het lot van zijn vrouw en kind ai,.°ohtertje Ala, vijftien maanden °Ud) he h niaar oolc dat van zijn twee klei- Va heertjes en zijn zusje, alsmede dat der Zdjn intelligente en energieke moe- v0o' ^oninginmoeder Zaim, die steeds gei/ een samengaan met het Westen n0gVerd heeft. We stippen terloopl 's aan, dat zijn vrouw koningin Di- s Abdoellah, de zoon van de verdreven sherif van Mekka, die eerst emir en later koning van Jordanië werd. na, in Engeland gestudeerd heeft en sterke Engelse sympathieën koestert. Hoe Hoessein I op de troon van Jor danië gekomen is en hoe dit hoogst merkwaardige koninkrijk is ontstaan, geven we hier in het kort weder. Stich ter van Jordanië was feitelijk Enge land, dat zijn bondgenoot Abdoellah door wie het in de eerste wereldoorlog in zijn strijd tegen de Turken op uit nemende wijze gesteund was, wilde belonen. De beloning was niet erg roy aal. Abdoellah werd slechts emir van een onbelangrijk gebied ten oosten van de Jordaan, dat dan ook Trans- jordanië gedoopt werd. Later werden er gedeelten van Palestina aan toege voegd. Abdoellah was de zoon van de zo even genoemde sjerif Hoessein van Mekka. Deze Hoessein was een vorst, die zich in geen enkel opzicht bij zijn onderdanen in zijn koninkrijk, de Hed zjas, populair had weten te maken. Hij bleek ook geen bekwaam veldheer, toen de vorst van de Wahabieten, een orthodoxe sekte van woestijn-Bedoeïe nen zich opmaakte, om vanuit zijn hoofdstad Ryiadh midden in de Ara bische woestijn aan de corruptie in de heilige plaatsen van de Islam, Mek ka en Medina een einde te maken. Ibn Saoed reageerde tegen het wanbeheer van de Hasjemeten, zoals de over de Hedzjas heersende dynastie heette, en hun veel te liberale uitlegging van de Koran. Hij slaagde er in Hoessein te verdrijven. Deze had in 1916 als va zal van Turkije de gehoorzaamheid aan de Hoge Porte van Constantinopel opgezegd, en Emgelands partij geko zen, dat met Turkije in oorlog was. Na de oorlog moest hij voor de Wa- habietenvorst wijken en hij kwam ten slotte als balling op Cyprus terecht. Een zijner zonen, Ali, wist daarna nog geruime tijd in Djeddah tegen Ibn Sa oed stand te houden, doch deze slaag de erin het rijk van Saoedi Arabië te stichten, hetwelk spoedig rijke olievel den bleek te bevatten. Ibn Saoeds zoon Saoed was het, die Hoessein I van Jordanië in de afgelopen kritie ke dagen toezegde, dat hij zou kunnen rekenen op de in het zuiden van zijn land gelegprde troepen van Saoedi Ara bië, welke daar waren binnengetrok ken, om het vacuum te vullen, veroor zaakt door het wegtrekken der Britse troepen. Een merkwaardige situatie in een merkwaardig land! De Arabische emir die ziohzelf later, met Engelands toe stemming tot koning verhief, steunde vrijwel van het begin af aan op de be kwaamheid en de trouw van een Brits officier, de reeds genoemde John Ba- got Glubb Pasja, die door de soldaten van het door hem gedrilde Arabische Legioen de „vader met de kleine kin nebak" genoemd werd. Zesentwintig jaar achtereen was de kleine Glubb Pasja de grote man achter de scher men, ook nadat het legioen, dat voor het best getrainde legerkorps van heel de Arabische wereld doorging, lelijk van de Israëli klop had gekregen. Hij vertoeft thans „in ballingschap" in Engeland, waar hij bij zijn aankomst voorspelde, dat Engelands terugtrek ken uit het Nabije Oosten daar niets anders dan de chaos kon orengen. Wat Jordanië betreft, kreeg hij spoedig bij na gelijk. Doch de Arabische heersers van Egypte, Saoedi Arabië en Syrië zijn het blijkbaar niet eens kunnen worden over de wijze, waarop het Hasjemieti sche koninkrijk aan weerszijden van de Jordaan onder hen verdeeld zou moeten worden. Hoesseins neef Faisal bleef overi gens te Bagdad een oogje in het zeil houden. Irak voelt er niet veel voor, dat Syrië zijn gebied vergroot. Even min heeft het veel op met zekere plan nen van Israël, dat al in 1956 de z.g. zak van Jeruzalem, het gebied, dat tot Jordanië behoort, tijdens de zo veelste crisis wiide bezetten en inlij ven. De zak van Jeruzalem zou men ook Jordanië's blinde darm kunnen noe men. Dit gebied werd de na Israë- lisch-Arabische oorlog in 1948 bij het toenmalige bijna zuivere nomadenland gevoegd, waar de Bedoeïenen onvoor waardelijk het gezag van Abdoellah erkenden en nadat deze te Jeruzalem door een Arabische terrorist ver moord was, ook trouw zwoeren aan diens zoon Talal en vervolgens aan diens zoon Hoessein I. Talal regeerde slechts kort, was geestesziek en trad af ten behoeve van zijn oudste telg. We hebben reeds opgemerkt, dat Hoessein een fout maakte, door Glubb Pasja heen te zenden. De oorzaak hier van is Aboe Noewar geweest. Deze jon ge officier van het Arabische Legioen die nogal lastig was, werd door Glubb Pasja als militair attaché naar de Jordaanse ambassade te Parijs weg gepromoveerd. Hij meende, hem aldus uitgeschakeld te hebben, hetgeen aan de rust in het legioen ten goede zou komen. Maar de jonge .koning Hoes sein maakte tijdens een verblijf in de Het vijfjarige dochtertje van de politieagent, die door Jacques Fesch werd neergeschoten. SSS* Ville Lumiere met Aboe Noewar ken nis. Hij bleek zeer met hem ingeno men, benoemde hem tot zijn adjudant en nam hem mee terug naar Amman. Daar begon Aboe Noewar, die zeer voor Egypte en dezelfde dictator Nasser geporteerd was, te intrigeren tegen de Engelse invloed in Jordanië. Hij vond in de minister van oorlog Fa- lah-el-Madahda een willig werktuig voor zijn plannen, om Glubb Pasja weg te werken. Zijn bedoeling was, het koningsgetrouwe Arabische Legioen te verzwakken en er een Nationale Gar de voor in de plaats te stellen, waar voor manschappen en officieren voor namelijk uit de uit Palestina verdre ven, sterk anti-Engelse Arabieren wer den gerekruteerd. Aboe Noewar zorg de er tevens voor, dat naast het Ara bische Legioen een apart Jordanisch leger werd opgebouwd. En van hun kant zagen Syrië en Egypte, die Jor danië van wapens gingen voorzien, toe dat het Arabische Legioen deze niet kreeg, waardoor de uitrusting ervan spoedig verouderde. Het zag zich geen nieuwe Tsjechische kanonnen en pant serwagens toegewezen. Als gevolg hiervan zegden tal van Bedoeïenen hun dienstverband op. Ze wilden niet in een op het tweede plan geduwd le gerkorps dienen Aangezien in het Nabije Oosten de koninklijke en de politieke macht in belangrijke mate op de trouw van het leger berust, deze eigenlijk in moei lijke omstandigheden beslissend is, ondergroef Hoessein zijn eigen positie. Zijn adviseur Aboe Noewar, die voor dien als officier nooit meer dan een pe- leton gecommandeerd had, werd staf chef. Ook hierdoor vervreemdde hij de veteranen van het Arabische Legioen van zich en gaf hij de pro-Egyptische elementen in het leger en de garde steeds meer vrij spel. Bijtijds heeft hij het drijven van Aboe Noewar on derkend, maar aan de gevolgen ervan moet hij nog steeds het hoofd bieden. De ironie der actuele geschiedenis wil nu, dat Jordanië zich in dezelfde posi tie bevindt als Israël, hetwelk het als zijn doodsvijand beschouwt. Want het wordt eveneens door Syrië bedreigd, dat nog steeds van een Groot Syrië droomt, grenzend aan Egypte en Sa oedi Arabië en tevens het huidige Is raël omvattend Koning Hoessein is op het ogenblik de exponent van de politiek der Arabi sche vorsten, n.l. die van Irak en Sa oedi Arabië. die niets meer vrezen, dan dat de officierenrevoluties, zoals die in Egypte en Serië hebben plaats gevonden, hen ten slotte van de troon zullen verdrijven. Ze houden er ook rekening mede, dat het vluchtelingen probleem in het Nabije Oosten sterke sociale spanningen heeft opgeroepen waardoor vele Arabieren in de armen van communistische agitatoren wor den gedreven, wier republikeinse doel einden overduidelijk zij. Wederomhet is een heel merk waardig land, dat Jordanië. Men zou het ook het kruitvat van het Nabije Oosten kunnen noemen. Er is nog geen olie gevonden, anders zou de belang stelling van de omringende landen voor dit woestijnkoninkrijk nog veel groter blijken. In zijn moderne paleis in het stoffige heuvelachtige Amman moet de jonge koning Hoessein tal van problemen oplossen. Zijn grootvader werd heel toevallig heerser over dit 42.000 vier kante kilometer grote gebied, omdat hij er zich op weg van Arabië naar Turkije, met een strijdmacht van Ara bische ruiters bevond. Hij was er heen getrokken, om zijn broer Faisal die zich tot koning van Syrië had uit geroepen en in zijn hoofdstad door de Fransen lelijk in het nauw was ge bracht, te komen helpen. De Engel sen brachten hem van dit voornemen af. Churchill stond hem daarna toe, zich op te werken als emir, onder Brits mandaat. Zal zijn kleinzoon het eens zo ge- De wacht voor het koninklijk paleis te Amman, Zestig dagen lang viert de Kerk feest ter herdenking van het grootste feit der wereldgeschiedenis: Christus' verrijze nis. En wij doen mee aan die Paasvie ring, bezield met goede begeerten. De Kerk weet uit eeuwenlange erva ring echter ook, hoe zwak de mens is in zijn vaak heldhaftige voornemens en daarom komt zij ook nu reeds met aan sporingen tot volharding. In de vespers van Pasen waren we nog weer getroffen geweest door de teksten van de psalmist: Het begin van de wijsheid is de vreze des Heren. Een goed stel her sens hebben zij, die daarnaar hande len. Het is derhalve zaak de aansporingen van de Kerk ter harte te nemen. Niemand minder dan St.-Petrus wordt aan het woord gelaten: Hij ver klaart Als pasgeboren kinderen, weest begerig naar de geestelijke, onver valste melk. Dat wil zeggen naar de leer, naar de sacramenten en bovenal naar de H. Eucharistie. Deze tekst van de Apostel hebben we „Uw hoofd zal worden afgehakt op de binnenplaats van de Santé". Met deze traditionele woorden veroordeelde de president van het Hof van Assisen van de Seine te Parijs de 27-jarige Jacques Fesch, die terecht had gestaan wegens het neerschieten van een politie-agent. Moord op een dienaar van de wet wordt in Frankrijk onverbiddelijk met de guillotine gestraft. Jacques Fesch hoorde vrijwel onbewogen het oordeel over zich uitspreken, waartegen zijn advocaat, betaald door zijn rijke vader, met verbeten woede gevochten had, telkens in een woordenduel gerakend met de officier van justitie. Het is zo goed als zeker, dat de president van de republiek een verzoek om gratie, indien dit eventueel mocht worden ingediend, niet zal inwilligen.... Soldaten van het befaamde Arabische Legioen. Met de dood van Jacques Fesch door het mes van de guillotine zal er een eind komen aan een reeds jaren geleden ver woest leven. Het was voor zijn advocaat een kwade zaak, hem te verdedigen. Im mers, Jacques had in koelen bloede een overval op een wisselkantoor voorbereid. In samenwerking met een tweetal vrien den had hij een plan hiertoe uitgewerkt. De vripnden, nietsdoeners zoals hij, wa ren op het laatste ogenblik voor de moge lijke gevolgen terugschrokken en hadden hem in de steek gelaten. Jacques Fesch, zoon van een bankier, had op het wissel kantoor een goede indruk gemaakt. Men voerde zijn order voor ettelijke miljoenen franken aan buitenlands geld uit. Vreemde valuta, niet alleen papier, maar ook goud stukken. Bestemd voor een lange buiten-, landse reis naar landen, waar papier wel licht niet zou worden geaccepteerd. Volgens afspraak kwam Jacques Fesch het geld afhalen. Maar in stede van de factuur te voldoen, trok hij een revolver en sloeg er de kassier mede op het hoofd. Tegelijkertijd ontrukte hij deze de bun del bankbiljetten die de man voor hem wil de uittellen, stopte ze in zijn zak en, de goudstukken vergetend, rende hij naar buiten. Was hij door het zien van het bloed op het hoofd van de kassier van zijn i stuk gebracht? Hij rende als een dolle man voort, totaal vergetend, welke weg hij had willen inslaan, volgens het voor af opgestelde plan: snel de trappen van de metro in de nabijheid van het wissel kantoor af te rennen en tussen de menigte te verdwijnen. In stede daarvan liep hij de door het geschreeuw van de kassier op merkzaam gemaakt, zat hem op de hie len. In het portaal riep hij Jacques Fesch toe, zich over te geven. Deze draaide zich boven aan de trap om en vuurde op de agent, die dodelijk gewond neerstortte. Over de stervende heen sprong de moor denaar weer naar buiten. Daar zetten voorbijgangers de vervolging in. Hij vuurde ook op hen. Daarna nam hij zijn kans waar en vloog de trappen af van een metro-ingang op de Boulevard des Ita- liens. Hij rende over het perron naar de uit gang van de metro. Maar hier versper de een andere agent hem de weg, pre cies onder de grote reclameplaat van de bioscoop Marivaux, waar juist een film werd vertoond, waarin de geestelijke on dergang van een viertal jonge mensen als Jacques Fesch werd weergegeven. Avans le déluge, vóór de zondvloed. On der deze bonte plaat eindigde de gang- ster-episode, welke een druk punt van Parijs even in grote opschudding had ge bracht. Na een hevig gevecht met de agent en enkele helpers werd Jacques Fesch overmand. Tijdens het proces voerde zijn advocaat tal van argumenten aan, waarvan hij meende, dat ze de rechtbank aanleiding zouden geven, verzachtende omstandig heden in aanmerking te nemen en dat ze de jury zachter zouden stemmen. Hij schilderde de jeugd van de verdachte: kind van ouders, die gedurende de oor- donkere trap van een huis op. Een agent log en in de jaren daarna enorm veel ben geen sadist. Ik wilde de jury, sieclits geld verdienden, elkander niet verdragen konden en het huiselijke leven tot een hel maakten. Hun kind gaven ze in alles zijn zin. De jonge Jacques baadde in weelde, maar in een milieu, van alle moraal ge speend. Dit kind der rijken groeide op in de ge legenheden van Saint Germain des Prés aldus de verdediger. Hij zag al zijn wen sen vervuld. Voor hem bestonden, om iets te verkrijgen, geen beletselen. Op school verleidde hij een meisje, dat zijn vrouw werd. waardoor deze misdaad goed ge maakt leek. In de ontredderde wereld van na de oorlog was Jacques Fesch één van velen. Mag men hem de schuld ge ven, dat hij volkomen karakterloos en ge wetenloos werd? Een zeiljacht als piratenschip Aldus betoogde de advocaat. Hij schil derde de jongeman als een fantast, zon der werkelijkheidszin. Om een zeiljacht te kunnen kopen en dit als piratenschip in te richten, had Jacques Fesch de grote overval beraamd. Tevoren was door hem alles bijeen gebracht, nodig voor een reis naar Tahiti. Proviand, kleren, wapens, Whisky etc. etc. Hij beschikte over vrij veel geld. Maar hij kon van zijn vader het bedrag, nodig voor het jacht, niet los krij gen. Dat de uitvoering van zijn plan zulke ge volgen zou hebben, had hij niet kunnen voorzien, zo voerde de advocaat aan. Hiertegenover stelde de officier van jus- titie, dat deze zeven en twintig-jarige geen I overspannen jongen was, die van avon- turen droomde, eerder een koel bereke-l nend misdadiger. De officier van justitie1 wees op het meedogenloos neerschieten van de politieagent, en liet van zijn kant niets na, om de jury er van te overtui gen, dat Jacques Fesch niets anders was' dan een gemene misdadiger. Hij herin nerde aan het vijf-jarige meisje, dat achter de doodsbaar van haar vader had gelo pen, enkele maanden, nadat het zulks achter de baar van haar tengevolge van hersenvliesontsteking gestorven moeder i had gedaan. Jacques Fesch had een on-1 schuldig kind tot wees gemaakt. Jacques'' vader Als tegenzet liet de advocaat Jacques' vader voorkomen, een habituele dronk-1 aard, totaal vermagerd. „Wilt u, dat ik dit verhoor verder voortzet?" vroeg de president van de rechtbank, nadat hij de, vader enkele vragen had gesteld. „Neen", antwoordde de advocaat, „ik tonen, door wie mijn cliënt opgevoed is". Hij argumenteerde vervolgens, dat Jac ques Fesch tot de guillotine veroordeeld moest worden, omdat hij een zoon van een rijkaard was. Hiertegen protesteer de de officier van justitie, waarna de ad vocaat de doodstraf zélf aanviel. Hij zette uiteen, dat een moordenaar in dolle woe de of in een overspannen toestand han delt, de dood door de guillotine daarente gen een weloverwogen, bijna weten schappelijke procedure is, in wezen on menselijk. Ondanks zijn welsprekendheid sprak de jury het schuldig uit en veroordeelde het hof Jacques Fesch tot de guillotine. Frank rijk was weder een sensationeel proces rijker. K. H. overigens in het officie van vandaag, zaterdag, al uitvoeriger kunnen lezen. Want vóór bovengenoemde opwekking vraagt hij toch alle bóosheid en bedrog, alle geveinsdheid en nijd af te leggen i om dan na de boven weergegeven aan sporing te verklaren, dat de begerig heid nodig is om tot zaligheid d.w.z. tot een leven van deugd uit te groeien. Wie dit betoog begrepen heeft, zal de Kerk ook onmiddellijk bijvallen in haar wens van de Collecte: Verleen, Heer, dat wij, die het Paas feest gevierd hebben, deze door Uw hulp in onze zeden en onze levens wandel mogen bewaren. Zeden en levenswandel d.w.z. vol waardige Paasviering, geestelijke ver rijzenis en daadwerkelijk geloof. Trouwens op dat geloof gaat de Apos tel-evangelist St.-Jan weer door. Hij stelt de zaken haarscherp vast met: Al wat uit God geboren is, over wint de wereld en dit is de victorie, die de wereld overwint, ons geloof. Geloof, maar dan niet gemengd met de twijfelzucht van een St.-Thomas. Rotsvast, onvoorwaardelijk geloof. Een niet eenvoudige opdracht, want we zouden vaak zo gaarne precies wil- vv^arom en het waarom niet. Zalig zij, die niet zagen en toch ge loofd hebben. Wat dat sterke geloof be treft, mogen we nogmaals aandringen om de tienduizenden weggegledenen te gedenken. Laat toch de duivels niet grijnslachen om het succes, dat zij on danks Christus' Verlossingswerk wisten te behalen. Help de Kerk duizenden zielen aan de hel te ontrukken. Laat ze met 'n variant op de dichter Kloos niet voorttobben in de eindeloze dei ning der onverschilligheid. Jacques Fesch, na zijn arrestatie

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 3