Hollywood probeert het onmogelijke witte doek BELINDA LEE GEWOND ilm zocht Rhonda Fleming op Reinhold Schneider, stem van het geweien V" I I ONS LEKENSPEL" brengt nieuw tijdschrift „De Narrenkap" WERELD HENRIëTTE ROOSENBURG IN ONS LAND Maar kan het niet iedereen naar de zin maken Literaire opdrachten Iedere regel is een getuigenis in drukinkt En de muren vielen om" Beroemd als filmsterren NIEUWS TREKT ALIIJD IEDERE DAG VB ZATERDAG 27 APRIL 1957 PAGINA 5 ANTHONY STEEL HEEFT ROODVONK „Tous peuvent me Uier" Nieuwe thrillervan Henri Decoin Radio-talenten jacht bezorgde haar de eerste filmrol Ensemble Peter van Wood De vredesprijs van de Duitse boekhandel 1956 is tijdens een plechtige zitting in Frankfurt uitgereikt aan de prominente katholieke schrijver Reinhold Schneider. Het is te betreuren, dat deze edele, hoogstaande figuur in ons land zo weinig bekend is. Er zijn slechts weinig geschriften van hem in Nederlandse vertaling verschenen. De uitgeverij Desclée de Brouwer te Brugge, die reeds eerder heeft getoond een fijne neus te bezitten voor het kiezen van teksten bij haar reeks fraaie boekjes met reprodukties van afbeeldingen van heiligen en engelen, heeft in de deeltjes „Johannes", „Franciscus" en Petrus inleidingen van deze auteur opgenomen. Deze teksten zijn kenmerkend voor de schrijver Reinhold Schneider. Zij zijn knap en helder geschreven, zeer beeldend en van een grote dramatische kracht. Zij steu nen op de historische bronnen en zijn doortrild van liefde en geloof. Deze drie elementen vindt men in al zijn geschriften: hij is schrijver, historicus, en in de eerste plaats gelovige. De titel van zijn enige verzen bundel luidt dan ook „Sonette von Leben und Zeit, dem Glauben und der Geschiclite"Zijn gehele uitgebreide oeuvre, ook in de lyrische of epische iverken, draagt het stempel van een getuigenis. Reinhold Schneider treft mij telkens opnieuw door zijn sterke geloof in alles wat hij schrijft. Men kan geen bladzijde aanwijzen, waarin men niet direct voelt dat de auteur een overtuiging uit draagt, met alle artistieke en wetenschappelijke gaven die hij bezit. Spiegel NATIONAAL JEUGD ORKEST REPETEERT Macht en genade Hans Roest U Rodekruis-film Rhonda Fleming FRIS EN GETUIGEND VAN DURF Hans van Bergen maar jaloers als feeksen! Wereldnieuws De onze filmredacteur) .""Waar,,!!!-!*?.?''' waarmee Hollywood at)riceert ".Ük grote aantallen films st'6e be*,' flie nerEens ter wereld op ern- stuiten, is wellicht des te sr°te nat- -er' omdat Amerika de enige regetjn le.is, die het zonder een door de ?'cUen. n lnBestelde filmcensuur moet .a°u<Jen Amerikaanse filmproducenten !,n ">et zeh°!l.l_me". ,w.eet' ze" een oogje e MprnrJ «?or middel van de zogenaam- Vï®*iHi» L0n Code"» waaraan zij zich de, die t "e"Den onderworpen. Deze Co- ^•heribn doe' heett de Inhoud van de ïrehzen nSC films binnen redelijke heeft t]pVrn falsocn en moraal te houden, ^erfct afge,0Pen dertig jaar zo goed ge- off'ciëiB Amerikaanse regering een De Vr. censuur onnodig achtte. C°^e wn 5?aamste doelstelling van deze hea v °rdl omschreven in de eerste ali- filtn w. "it document: „Er zal geen u stand geproduceerd, die de more- a't l5ard van de toeschouwer omlaag- of zónPaar.om mogen misdaad, kwaad V°0rgesteld"immer aantrekkelÜk worden dat Am'aiVe '10ekstenen van de code is, kraakt aanse films in principe worden plijken i V00r ï°ng en oud- !n de practijk "der» g niei a"e films geschikt voor bcaat n '„maar zelfs bij films, die een de- hau^k derwerp behandelen, geeft een Jet ai„Unge haleving van de code over «6e] Sfmeen- de waarborg, dat maar Wetsj. einig mensen zich beledigd of ge- Zien J ,?uHen voelen door hetgeen ze te ge k".lgen. t'gens 9a9eel van deze code die ove- tVepj. lUlst met het oog hierop onlangs is dat Amerikaanse hand ^ar zelde,n een serieus onderwerp S6ne ,7®, ®n op een wijze, die de volwas- tot V1 doening schenkt. In tegenstelling «leest Eur°pese films spreekt uit de «ere Amerikaanse producten een ze- Schoni; we zouden willen noemen, kost- ^oilv, ngensmentaliteit- Rn er °°it in m f'lms worden gemaakt, die ïhogen r begrip en onderscheidingsver- luist 1, "ragen, dan worden deze. bez(>p1:ni(lat er geen mogelijkheid is het VrlTl IrmrlAWA— +- *TTAWAA AAm TTÖ geleerd, dat bijvoorbeeld films of 6cènes over revolutie en guerrillastrijd niet in Indonesië mogen worden vertoond, dat de Britse censor bezwaren heeft tegen films, waarin de godsdienst niet met alle eerbied wordt behandeld en dat de Fran se keurders meedogenloos kunnen zijn voor films, die zich met het Vreemde lingenlegioen bezighouden. Hoe de Nederlandse censuur denkt over films, waarin naar haar mening bepaal de godsdienstige gevoelens worden ge kwetst, werd nog onlangs bewezen door films als „Tyl Uilenspiegel" en „Guys and Dolls". Om zoveel mogelijk te voor komen, dat hun producten op bezwaren stuiten bij de bevolking of de regering hebben alle grote filmmaatschappijen in Hollywood internationale deskundi gen in dienst, die de verhalen, spelend in vreemde landen, nauwkeurig bestuderen. Neemt men de sterk uiteenlopende op vattingen in aanmerking, die in de ver schillende landen bestaan met betrekking tot wat gepast is en wat niet en houdt men rekening met het grote aantal keur ders, met wier gevoeligheden rekening moet worden gehouden, dan is de wijze, waarop de Amerikaanse films in heel de wereld worden aanvaard, zeer merkwaar dig. De reden daarvan is, dat de Ameri kaanse filmindustrie, meer dan enige andere, is aangewezen op de buitenland se markt. De meeste flms in Hollywood worden gemaakt in de hoop en verwach ting, dat ze zullen worden vertoond over de hele wereld. Belinda Lee ernstig verbrand Tijdens het opnemen van een scène in de Pinewood-studio's is de Britse film ster Belinde Lee gewond, toen een kaars heur haar in brand stak. Haar regisseur, Brian Hurst, wist de vlammen de doven -uWn "an kinderen te weren, door ver- Legj0 °™eHike organisaties, zoals het laath- Decency zonder meer ontoe- Rcj) aar verklaard. Was het daarente- filrns geli-ik ten aanzien van dergelijke Sejw "?°rbehoud te maken voor volwas- Vai]e daa zou dat oordeel in tal van ge- lüi(3 t Wa.arscHijnlijk anders hebben ge bade licht bezien heeft de veel ge- de,^ censuur zoals die in de meeste an- 2Üde anden bestaat, toch wel haar goede ylatuu staand 's werelds meest vooraan- feken- *ilmexporteurs meer dan wie ook b]jj 'hg met de speciale „taboes" en de .keUM e gevoeligheden van de film- is iwers alom ter wereld. Door schade, al dan niet door schande, hebben zij In de Francoeur-studio's is de Franse regisseur Henr-i Decoin bezig aan de film „Tous peuvent me tuer" („Allen kunnen me doden") naar een scenario van André Versini. „Reeds lang heb ik met de plannen voor deze film rondgelopen", bekende Decoin. „Het onderwerp interesseerde me, zowel wat handeling als karakters betrof. Het is de geschiedenis van een overval zonder re volver, zonder stengun en zonder mes, uit gevoerd door enkele mannen, van wie de gelegenheid de dief maakt, maar die he lemaal niet geschikt zijn voor het gang- sterbedrijf. Het zijn namelijk een kermis reiziger, een barman, een oud-leraar in de filosofie, een verzekeringsbediende en dat spreekt vanzelf een vrouw, die als lokaas dient. Albert Simonin, André Versini en ik hebben veel tijd besteed aan het onderwerp en ik geloof wel, dat de film de toeschouwers onafgebroken in spanning zal houden. De voornaamste spe lers zijn Francois Périer, Peter van Eyck André Versini, die de verliefde jongeling speelt, Dario Moreno en Odette Laure. De buitenopnamen voor de film zullen we in de omgeving van Marseille ma ken". vAhet geval van Rhonda Fleming is het (maanden met haar te sluiten, hoewel ze "es vhp rto „TTPcf up- hpt h! die tiiH te druk had met haar school- Wèg* van de zakenwereld de winst ge- jj at van de show business. *0 Rhonda altijd actrice heeft willen *eiterSn' koos ze het zekere voor het on- fie e en leerde ze ook typen, stenogra- a boekhouden. Dat was voordat deze blijj a°§ige, roodharige op het ogen1- als dplat'na-blonde actrice succes had "Spgp, hysterische patiente in de film &in„ 'bound" en als de tegenspeelster van In ,Crosby in „A Connecticut Yankee", haar laatste film ..The Buster Kea- '°n ci hit (j - sPeeH ze de r°I va'n filmster ''ih van de stomme film, tot wie s'erlc ■i^'eaiton (Donald O'Connor) zich JPlkte aangetrokken voelt. Daarvoor ver- paraa Ze de rol van Laura Denbow in de fa]» hiount-film „Gunfight at the OK Cor- üOu;,Waarin zij Burt Lancaster en Kirk tot tegenspelers had. a0te hda Fleming is in Los Angeles ge- j.u't een internationaal mengelmoes r^hrn ngelse Ierse> Franse en Zweedse hisUt rs' IIaar moeder, Effie Graham °:a. rad geruime tijd op Broadway op, Ü'hg a bet Winter Garden-succes „Dan- Lrall Around". Haar grootvader, John C. City' Was toneelproducent in Salt La- 'c °Penlwre en particuliere scho- sid Beverly Hills, waar zij werd opge- akte deel uit van de toneelgroep *o<3at Scböol en leerde zingen en dansen, his a ?e. thans een even goede zangeres ï?°eitn t6 's' Rbonda hoefde zich geen 9e fn 'e geven om bij de film te komen. J9at. zocht haar op. Toen ze bijna 20 ™as, zag een „talent scout' ?hs haar er- 0fWnn Beverly Hills op straat lopen. Hij Sf zs .met zijn auto naast haar en vroeg, t b°hd voor een filmiooPbeBn voelde. behh meen<ie met een Don Juan te doen a5ar 9en, die op deze manier kennis met ahn g 'ide aanknopen. Maar de man hield het al die tijd te druk had met haar school werk om als beroepsactrice op te treden. Kort daarna kwam Rhonda in de finale van een door de radio gehouden talenten jacht, wat haar heur eerste filmrol be zorgde als de hysterische patiente in de film „Spellbound", waarmee ze direct naam maakte. Ze kreeg steeds belangrij ker rollen, eerst in „Abilene Town" en daarna in „Adventure Island", waarin ze tegenspeelster was van Rory Calhoun. met behulp van een beddesprei, maar dat verhinderde niet, dat haar schouders, handen en haar ernstig verbrandden. Het werk aan de film „Holiday m Paris", die in een Parijse studio wordt opgenomen en waar in Anita Ekberg de hoofdrol speelt, is uitgesteld tot de vol gende week, omdat de acteur Anthony Steel, echtgenoot van Anita Ekberg, in oen ziekenhuis moest worden opgenomen met roodvonk. De leiding van de studio, die bang is, dat Steel wellicht andere spelers heeft aangestoken, heeft besloten het werk aan de film te staken, tot men er zeker van is, dat ze niet zijn besmet. Walt Dusney is van plan om van het verhaal „Perri" van Felix Salten over het leven van twee eekhoorntjes een film te maken, waarin de natuuropnamen zul len worden afgewisseld met fragmenten tekenfilm. (Van onze Amsterdamse redactie.) De Nederlandse gitarist, zanger en bandleider Pieter van Houten, die in Ita lië waar hij met zijn vrouw, een Per zische prinses, in Milaan woont onder de naam „Peter van 'Wood" bekend heid heeft verworven, werkt met zijn en semble mee aan de Nederlandse film „Kleren maken de man". Deze come- die, waarvoor de eerste buitenopnamen al in Amsterdam zijn gemaakt, wordt zoals men weet geregisseerd door d eDuit- se regisseur Georg Jacoby, echtgenoot van Marika Rökk. De bedoeling is. dat het orkest van Van Wood in deze film speelt, in tweeërlei opzicht dan. Peter van Houten heeft er ook een paar liedjes voor geschreven. Van zijn verblijf in Nederland zal hij bovendien gebruik maken om voor radio, televisie en in enkele plaatsen op te tre den. De minister van O., K. en W. heeft aan de letterkundigen J. 'Engelman en Max Dendermonde een opdracht verleend, be staande uit het schrijven van een avond vullend toneelstuk, geschikt voor opvoe ring door het beroepstoneel. Beide schrij vers hebben de opdracht aanvaard. Voorts heeft de minister aan de acteurs Ben van Eysselsteijn. Hans Andreus en J. J. Klant opdrachten verleend tot het schrijven van een kort bevrijdingsspel. De acteurs heb ben deze opdrachten aanvaard. Ben van Eysselsteijn zal een spel schrij ven geschikt voor opvoering in de open lucht door amateur-tonelisten. Het spel door Hans Andreus te schrijven is be doeld voor opvoering zowel als wagen spel als in een zaal door lekespelgroe- pen. Het door J. J. Klant te schrijven spel is bedoeld voor opvoering door leerlingen van de hoogste klassen van scholen voor voorbereidend hoger en middelbaar on derwijs. REINHOLD SCHNEIDER kunstenaar, historicus, gelovige Het gemakkelijkste leert men de mens Reinhold Schneider kennen in zijn „So nette" en in de autobiografie „Verhüllter Tag" (Verlag Jakob Hegner, Keulen). Hij draagt méér dan zijn deel bij aan de grote en onverbiddelijke eis, die de mens en dus zeker de christen dwingend is op- Peter van Wood (Pieter van Houten) tussen bewonderaarsters. een aantal Italiaanse (Van onze correspondent) Wij waren gisteren de gast van het Nationaal Jeugdorkest, dat drie dagen op de schilderachtig gelegen Jacobiberg te Arnhem heeft gerepeteerd onder de voortreffelijke leiding van de ronde Limburger Nico Hermans ter voorberei ding van het muzikale zomerkamp, dat van 20 juli tot 3 augustus in het Ool- gaardthuis te Arnhem zal worden ge houden. Wij hebben verbaasd gestaan, hoe het Nico Hermans is gelukt om in drie dagen tijds deze heterogeen samen gestelde groep van jongelui saam te brengen in een 'orkest, waarin alle par tijen zo volkomen op elkaar afgestemd tot zulk een muzikale luister konden ko men. Hoe verrassend klonk bijvoorbeeld een menuet van Haydn, waarin de ge disciplineerdheid van de jeugdige mu sici zo duidelijk aan de dag trad. Ook twee nieuwe composities van Karei Mengelberg kregen een verdienstelijke uitvoering, waarover zowel Hermans zelf en de geestelijke vader van het Na tionaal Jeugdorkest, Vreedenburg erg in hun nopjes waren. Ondanks een ietwat zure opmerking van Karei Mengelberg, welke even een domper dreigde te zet ten op het enthousiasme van de jonge orkestleden. Maar het was Hermans best toevertrouwd de jeugd over deze „Sei- tenhieb" heen te helpen. Wat het Nationaal Jeugd Orkest in Arnhem heeft laten horen, doet de beste verwachtingen voor de toekomst in houden. gelegd: die van de verantwoordelijkheid jegens zijn medemens. Anders gezegd hij stelt met de grootste moed en met onbarmhartige eerlijkheid de kwestie van de schuld. In deze boeken heeft het ge weten een stem gekregen. Schneider heeft in deze verzen en opstel_ len, zonder zichzelf of zijn landgenoten te sparen, afgerekend met het: Wij hebben 't niet geweten. Volkomen terecht schreef Edzard Schaper, die andere belangrijke katholieke Duitse schrijver, naar aanlei ding van het verschijnen' van „Verhüll ter Tag" deze tegelijk troostende en be angstigende woorden: .Duitsland heeft een geweten, zolang Reinhold Schneider leeft". Als Schneider over zichzelf schrijft, ko ketteert hij niet met bijzondere beleve nissen of opzienbarende ontmoetingen. Hij houdt zichzelf veeleer een spiegel voor en overpeinst wat hij daar in ziet, het schone, troostende en bemoedigende, evenzeer als het beangstigende, afzichtelij ke. Deze blik in de spiegel is een blik in de wereld, in de tijd. De eigen tekorten zijn die van zijn gehele volk, van alle christenen, alle mensen. Bekommernis om mensenleed en overal loerende angst brengt voor deze door verantwoordelijk heid gekwelde mens noodzakelijkerwijs de grote hunkering van deze verscheurde eeuw op de voorgrond, namelijk: de hun kering naar vrede. Twee van Reinhold Schneider's recen te boeken zijn direct aan de vrede gewijd. Namelijk: „Der Friede in der Welt" (In- sel Verlag) en „Gedanken des Friedens" (Herder Verlag. Freiburg). Het zijn boe ken van diepe 'bezinning, die ieder tot na denken dwingen. De schrijver wordt niet moe de mensheid voor te houden, dat slechts door het voorbeeld en het offer van de enkeling de vrede voor allen kan worden gered. Het verlangen naar vrede is een allesoverheersende drang van alle goedwillenden de macht tot vrede is het samenvallen van de goedwillendheid van vele enkelingen. Een van dezen was Hugo de Groot en in zijn opstel Friedensboten" heeft Schneider een scherpzinnig en overtui gend portret van onze landgenoot ge schilderd. Ook in de andere opstellen in „Der Friede in der Welt" komen vele fa cetten van het wereldomvattende (juis ter nog: alle deugden en ondeugden van de mensheid omvattende) probleem van de vrede aan de orde zóvele, dat het niet mogelijk is ze in enkele re gels samen te vatten. Het lot van de vrede is immers het resultaat van onze vrije wil tot deugd of ondeugd, liefde of haat, geloof of wantrouwen, heb- zucht of offer. Van macht en genade ook en het is hierover, dat Reinhold Schneider een bun del imposante opstellen heeft geschreven, „Macht und Genade", Gestalten, Bilder und Werte in der Geschichte (Insel Ver lag). Met de speurzin van de historicus de helderziendheid van de kunstenaar en de zekerheid van de gelovige heeft de schrijver naar facetten in het verleden ge zocht, die een tip van de sluier onzer eigen tijd kunnen oplichten, omdat er veel over eenkomsten zijn; zo kunnen deze opstellen dienen tot tróóst, maar ook tot waarschu wing. Het is een boek, dat door zijn grote verscheidenheid aan onderwerpen en zijn eenheid aan thematiek de lezer zeer lang bezighoudt. Het is te hopen, dat de boe ken van deze nobele mens en gevoelige schrij ver hier meer bekendheid zullen gaan genieten. Reinhold Schneider, die tweemaal de doc torstitel bezit heeft voor ons land en onze literatuur een warme belangstelling. Hij heeft speciaal Nederlands leren lezen om Vondel in de oorspronkelijke taal te kun nen begrijpen. En op het ogenblik maakt hij een studie van de moderne Nederlandse verhaalkunst. Deze man spaart geen moeite als het erom gaat, door het vin den van een vonkje schoonheid, waarheid dichter tot andere volken te komen. Dit is: dichter tot de verwezenlijking van zijn grote droom: de vrede in de wereld. wist tenslotte een contract van 3 E'tier ^!.j^erIandse Rode Kruis heeft de rt6" een van N'ienhoff opdracht gege- v6 Vpn? ,Xoorlichtingsfilm te maken over 5ru'sw facetten van het Rode- f6' he?rli' N'ienhoff 's begonnen tl maken van opnamen voor deze ï^tt. begin september zal gereedko- Rngelse Ierse, Franse en ^Weedse voorouders Niets is zo riskant als het brengen van een nieuw tijdschrift op gebied van amateurtoneel. Want wie zal zich er „vrijwillig" op abonneren en welke abonné dan nog zal bet lezen? De meeste tijdschriften op dit gebied blijven toch ongelezen liggen. Men bladert er eens in, maar daarmee is alles gegegd. En de oorzaak hiervan....? Omdat ze eenvoudig onlees baar zijn. Het ene is te mooi, maar van a tot z gortdroog en bet andere een kletsblad, dat van a tot z wrevel opwekt om zijn tante-betjes-stijl en onbenullige inhoud. Weggegooid geld! Hoewel je natuurlijk wel eens tegen een gedegen artikel stuit. Maar bundel al deze gedegen artikelen en je hebt tenminste ééns per jaar een blad, dat gelezen en misschien nog wel herlezen wordt. En je slaat bovendien een goed figuur. Neem nu eens het nieuwie tijdschrift van „Ons Lekenspel" ter band, je leest het in één ruk uit en je geniet ervan. Als het blad blijft, zoals het begonnen is, gaat het ongetwijfeld een goede toekomst tegemoet. „Ons Lekenspel" neemt geen blad voor de mond. Dat heeft het nooit gedaan en dat doet het ook nu niet. Het strijden zit hem in het bloed. En dit nieuwe blad getuigt hier wel heel sterk van. Het wil een strijdblad zijn. Niet in afbrekende zin hetgeen al heel gemakkelijk is, maar in opbouwende zin. Opbouwen veronderstelt op de eerste plaats een open oog heb ben voor de fouten en deze ook durven aanwijzen. Men bereikt niets, wanneer men de fouten tracht te verdoezelen. Maar men bereikt nog minder, wanneer men alleen de fouten aanwijst zonder de weg te tonen, hoe het dan wel moet. Dit zou afbraak betekenen zonder meer. Hiermee is niemand gebaat. Het wei nige dat men heeft, haalt men dan dik wijls ook nog weg. Maar „Ons Leken spel" Wil opbouwen. „Er is een tijd geweest, dat wij de amateurtoneelwereld binnenstormden met wat wij toén meenden het geweld van een alles verzengend stormvuur. Wij waren dachten wij overal te gelijk en als er zich een gelegenheid Voordeed om uit te varen tegen in on ze ogen onduldbare uitwassen, dan ston den wij vooraan, om op meedogenloze wijze uit te pakken tegen alles wat vals, oneerlijk, of in het algemeen, niet ar tistiek verantwoord was. Die glorieuze dagen zijn onderhand voorbij. Wij zijn wat wijzer, wat milder en ook wat min der overtuigd van onze eigen bezwe ringskracht geraakt. Toch wil het oude vuur dat heerlijke vuur van de acht tienjarige wereldbestormer, dat alles verzengen wil nog wel eens oplaai en". Zo schrijft zijn criticus wanneer deze een kritiek inleidt op de draak „De Kerst nacht van een bandiet". 'Zo had ook de inleiding kunnen luiden op het hele tijd schrift. Dit is klare heldere taal. Mild en wijs wil het zijn kritiek laten horen, niet om weg te vagen, maar om te behou den en hieruit het goede op te bouwen. Na een weinig samenhangende inleiding krijgen we een kritiek te horen op het spel „De Kerstnacht van een bandiet". Een kritiek, die klinkt als een klok. Eer lijk als goud en wat het voornaamste is., waaruit wij iets kunnen leren! Het spel wordt niet in een paar woorden afge daan. Nog m'inder wordt het belachelijk gemaakt door een paar uit het zinsver band gerukte zinnen. Neen, het wordt eer lijk besproken. Het krijgt zijn eerlijke kans. De criticus neemt er de tijd vocw. Toont het waarom van zijn meningen dui delijk aan. Zoekt geen spijkers op laag water, maar komt met duidelijke gronden aandragen. Eén ding moet mij hier echter nog van het hart: de criticus veronderstelt te veel dat wij allen die draak gelezen hebben. En ten tweede zou ik hem willen zeggen: probeer in uw kritieken nog meer onder richtend te zijn. Want waarom worden dergelijke draken gespeeld? Omdat men het drakerige er niet van aanvoelt. Men vindt het prachtig. Anders zou men het toch niet spelen! Leg het smakeloze ervan uit! Toon aan, in welke richting het spel bijvoorbeeld wel goed had kun nen worden! Dit zal onderscheidingsver mogen bijbrengen. Dan een hoofdstukje „Narrenpraat", dat m.i. niet veel ter zake doet. Maar on middellijk hierop volgen twee uitstekende artikelen van Albert Welling. Het ene be vat een toneelrecensie en het andere een praatje over „culturele prijzen". De recensie *an als voorbeeld dienen voor alle recensies over eventuele ama teurtoneeluitvoeringen. De schrijver toont zich iemand met een gloedwarm hart voor het amateurtoneel. Waar hij afbreekt voelt men zijn spijt, dat hij moet afbre ken. En hij zoekt naar de oorzaken er van. Geen speler die kwaad op hem kan worden, juist omdat hij zo eerlijk is, om dat hij op de eerste plaats het goede tracht te onderkennen en dan pas zijn spijt betuigt over de misgrepen, over het minder goede. Waarna hij onmiddellijk de weg aanwijst, die in de toekomst moet bewandeld worden om het goede niet door het minder goede teniet te doen. Het blad sluit met een al even uitste kende kritiek van dr. Pollmann over esthetische vorming en verzen op de lage re school. Wie dit blad leest, zal er genoegen aan beleven. Het getuigt van frisheid en durf. Of men wil of niet, als men het in han den krijgt, dan leest meh het. Ook de vorm wijkt af van alle gebruikelijke vor men. Men steekt het gemakkelijk in zijn binnenzak, zonder dat men het hiervoor behoeft op te vouwen. Laten we het een goede toekomst toewensen. Een dergelijk blad hebben wij broodnodig. Wij willen immers allen graag iets leren, maar dan moet het ons ook op een frisse man nelijke toon worden gezegd. „De wijze men nlt het Westen", door Vincent Cronin Uitg. De Fontein, Utrecht, Sheed Ward. Antwerpen. Deze lijvige biografisch-bistorische ro man is, als wij ons niet vergissen' een de buut, de officiële kennisgeving dus aan het lezerspubliek, dat Vincent Cronin in de voetstappen gaat treden van zijn va der, de auteur van „De sleutels van het koninrijk" en zo vele andere welbeken de boeken. Voor dit eerste werk heeft Vincent Cro nin zich niet aan zijn eigen fantasie toe vertrouwd. Hij heeft als onderw:rp een historisch gegeven gekozen: het leven van de Italiaanse Jezuïet Matteo Ricci, die in 1582 als missionaris naar het geheimzin nige „verboden" China vertrok en daar tot zijn dood toe verbl >ef. Cronin heeft zijn taak zeer serieus opgevat en een diep gaande studie gemaakt van de voor ziin onderwerp van belang zijnde bronnen, waarvan hij in een voorwoord rekenschan aflegt. In zeer aangename vorm heeft hij zijn materiaal verwerkt. Het boek is zodoende een waardevolle historische ro man ge-.voi o, dat met evenveel belang stelling gelezen zal worden door hen die zic^h voor het oude China ir -esseren als door hen, die zich interesseren voor het missioneringswerk in het tijdperk van het vroege imperialisme. Zowel over het oude China met ziin duizendiarige verstar de beschaving als over de missiearbeid uit die dagen, geeft dit merkwaardige boek een buitengewoon boeiend beeld. De vertaling is van de hand van dr. W. van Zoeterwoude. G. H. (Van onze Amsterdamse redactie) Nog voor de twaalfde bevrijdingsdag zal op de boekenmarkt verschijnen „En de muren vielen om", het autobiografische verhaal waarin Henriëtte Roosenburg haar avontuurlijke belevenissen vertelt op haar tocht samen met drie jonge land genoten, twee meisjes en een zeeman, vanuit een Duitse gevangenis in 1945 te rug naar Nederland. De schrijfster, sinds zeven jaar in Amerika werkzaam bij de grote week bladcombinatie Time en Life, publiceerde het in het Engels in New York, waar het thans reeds de tweede druk beleefde. Wim Hora Adema zorgde nu voor een Neder landse vertaling. „Ik heb er echt geen hulp bij gehad", verklaarde Henriëtte Roosenburg ons. Ze is een paar dagen geleden met de „Sta tendam" in ons land aangekomen en zal hier korte tijd verblijven. Ze schrijft in het Engels omdat het haar gemakkelijker afgaat. In de Verenigde Staten heeft haar debuut wel succes gehad. Er zijn nu al 8000 exemplaren van „And the walls came tumbling down" verkocht en voor een boek, dat nu niet direct onder de best sellers gerangschikt wordt, is. dat een prestatie. De „Book of the Monthclub" vermeldde het werk onder de publikaties «Advertentie) Omstreeks 1852 wekte een zekere Miss Ella grote sensatie. Zij was hogeschool rijdster en presteerde het, balancerend op de rug van het paard, achtereenvol gens door 50 hoepels te springen. Ook in het maken van salto-mortales deed zij niet onder voor de meest ervaren ruiteracrobaat. Kaetchen Renz, Kaet- chen Carré, en alle andere vrouwelijke beroemdheden die het nooit verder dan 20 hoepels hadden gebracht, verbleekten op dit bericht. En zie: de afgunst deed wonderen. Na korte tijd presteerden alle dames hetgeen tot dusver onmogelijk werd geacht: zij sprongen door meer dan 50 hoepels en draaiden, licht als 'n veertje, salto's alsof het niets meer was. Toen echter deed Miss Ella van zich spreken op een manier die niemand ooit vermoed kon hebben.... U leest erover in het enige Nederland se Circusboek „De Bonte Droom van het Circus", dat u méévoert achter de scher men. De circuskenners J. van Doveren en Fred Thomas schreven het: een féést van verhalen en leuke pentekeningen en prachtige kleurenplaten. Voor slechts 2,50 kunt u dit boekwerk kopen bij uw roomboter-leverancier, of per brief- (kaart) bestellen bij het Kantoor „Room- boteralbum", Postbus 47, Den Haag. Vermeld vooral duidelijk uw naam en volledig adres. U krijgt het album dan per omgaand toegezonden, onder rem bours. De bijbehorende plaatjes ont vangt u GRATIS voor rijksbotermerken. U vindt zo'n merk op elk pakje room boter. Neem een pakje extra voor de zondagl die net niet in aanmerking gekomen wa ren voor een „uitverkiezing". Mej. Roosenburg is in Den Haag gebo ren. Ze studeerde Nederlands en Frans aan de Leidse Universiteit en sloot zich na de bezetting aan bij de illegaliteit. In 1944 werd ze opgepakt, ter dood veroor deeld en in allerlei kampen opgesloten. De Russen bevrijdden haar en haar lot genoten uit de gevangenis van Walheim in Zuidoost-Duitsland. Ze was de eerste vrouw, die voor haar verzet werd onder scheiden met de Bronzen Leeuw. Van eind '46 tot medio 1948 was de schrijfster in Amerika, tot 1950 was ze Haags corres pondente voor Life. Haar tegenwoordige functie in New York bestaat in het ver zorgen van de documentatie voor de hoofdartikelen van de Amerikaanse editie van Life. „Toen u de vertaling las kreeg u toen niet het gevoel dat u het anders gezegd zou hebben", werd haar op een persbij eenkomst in Amsterdam gevraagd. Mej. Roosenburg lachte maar wat en zei dat ze er inderdaad wat aan „geprutst" had. Met de andere leden van haar „bevrij- dingsexpeditie" heeft de schrijfster nog wei contact. Een van hen ontmottte ze zelfs op de „Statendam": hij was de loods die bij Hoek van Holland het schip bin nenbracht. Het viertal hield van de dag dat het Waldheim verliet een dagboek bij en dat is voor Henriëtte Roosenburg die zelf erkent een zwak geheugen voor data te hebben, een grote hulp geweest bij het schrijven van haar eersteling. Hele maal juist is dat „eersteling" niet want ze heeft voor de oorlog gedichten geschreven, waarvan er eens een in 1946 in „Vrij Ne derland" is opgenomen. „Hebt u ook reacties uit Amerika op uw boek gekregen"? „Ja, o.a. brieven van vroegere Amerikaanse soldaten, die me vertelden tijdens de veldtocht in Europa nooit beseft te hebben wat de gevangenen van de Duitsers te lijden had den. Dat was hun door mijn boek wel duidelijk geworden. Trouwens, dat hoorde men ook van Amerikanen, die het „Dag boek van Anne Frank als boek gelezen of als toneelstuk gezien hadden". Over haar toekomstplannen vertelde mej. Roo senburg, die liever heimwee naar Neder land heeft dan er weer voorgoed te wo nen „Holland zegt me meer iets als onderdeel van Europa" dat ze zo lang in de V.S. wil werken totdat ze voorgoed haar intrek kan nemen in een O' ver laten boerderij die ze in de Prover t heeft gekocht. „Iedere zomer knap ik er iets aan op en nu wil ik in de toekomst daar 's winters gaan schrijven en 's zomers paying guest houden". Ze denkt aan een nieuw boek. Dat zal niet over het verzet gaan, verklaart ze. „Het wordt een ro man. Ik heb al een short story geschreven en ik wil eens kijken wat ik van belletrie terecht breng". In Engeland, waar de schrijfster voor de televisie zal optreden, verschijnt ook een uitgave van „And the walls came tum bling down" en waarschijnlijk in Duits land eveneens.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 5