Hollywood probeert het onmogelijke
witte doek
BELINDA LEE GEWOND
ilm zocht Rhonda Fleming op
Reinhold Schneider, stem van het geweien
V"
I
I
ONS LEKENSPEL" brengt nieuw
tijdschrift „De Narrenkap"
WERELD
HENRIëTTE ROOSENBURG
IN ONS LAND
Maar kan het niet iedereen
naar de zin maken
Literaire opdrachten
Iedere regel is een getuigenis
in drukinkt
En de muren vielen om"
Beroemd als filmsterren
NIEUWS TREKT ALIIJD
IEDERE DAG
VB
ZATERDAG 27 APRIL 1957
PAGINA 5
ANTHONY STEEL HEEFT
ROODVONK
„Tous peuvent me Uier"
Nieuwe thrillervan
Henri Decoin
Radio-talenten jacht bezorgde haar
de eerste filmrol
Ensemble
Peter van Wood
De vredesprijs van de Duitse boekhandel 1956 is tijdens
een plechtige zitting in Frankfurt uitgereikt aan de
prominente katholieke schrijver Reinhold Schneider. Het
is te betreuren, dat deze edele, hoogstaande figuur in
ons land zo weinig bekend is. Er zijn slechts weinig
geschriften van hem in Nederlandse vertaling verschenen.
De uitgeverij Desclée de Brouwer te Brugge, die reeds
eerder heeft getoond een fijne neus te bezitten voor
het kiezen van teksten bij haar reeks fraaie boekjes met
reprodukties van afbeeldingen van heiligen en engelen,
heeft in de deeltjes „Johannes", „Franciscus" en
Petrus inleidingen van deze auteur opgenomen. Deze
teksten zijn kenmerkend voor de schrijver Reinhold
Schneider. Zij zijn knap en helder geschreven, zeer
beeldend en van een grote dramatische kracht. Zij steu
nen op de historische bronnen en zijn doortrild van
liefde en geloof. Deze drie elementen vindt men in al
zijn geschriften: hij is schrijver, historicus, en in de
eerste plaats gelovige. De titel van zijn enige verzen
bundel luidt dan ook „Sonette von Leben und Zeit, dem
Glauben und der Geschiclite"Zijn gehele uitgebreide
oeuvre, ook in de lyrische of epische iverken, draagt het
stempel van een getuigenis. Reinhold Schneider treft mij
telkens opnieuw door zijn sterke geloof in alles wat hij
schrijft. Men kan geen bladzijde aanwijzen, waarin men
niet direct voelt dat de auteur een overtuiging uit
draagt, met alle artistieke en wetenschappelijke gaven
die hij bezit.
Spiegel
NATIONAAL JEUGD
ORKEST REPETEERT
Macht en genade
Hans Roest
U Rodekruis-film
Rhonda Fleming
FRIS EN GETUIGEND
VAN DURF
Hans van Bergen
maar jaloers als feeksen!
Wereldnieuws
De onze filmredacteur)
.""Waar,,!!!-!*?.?''' waarmee Hollywood
at)riceert ".Ük grote aantallen films
st'6e be*,' flie nerEens ter wereld op ern-
stuiten, is wellicht des te
sr°te nat- -er' omdat Amerika de enige
regetjn le.is, die het zonder een door de
?'cUen. n lnBestelde filmcensuur moet
.a°u<Jen Amerikaanse filmproducenten
!,n ">et zeh°!l.l_me". ,w.eet' ze" een oogje
e MprnrJ «?or middel van de zogenaam-
Vï®*iHi» L0n Code"» waaraan zij zich
de,
die t "e"Den onderworpen. Deze Co-
^•heribn doe' heett de Inhoud van de
ïrehzen nSC films binnen redelijke
heeft t]pVrn falsocn en moraal te houden,
^erfct afge,0Pen dertig jaar zo goed ge-
off'ciëiB Amerikaanse regering een
De Vr. censuur onnodig achtte.
C°^e wn 5?aamste doelstelling van deze
hea v °rdl omschreven in de eerste ali-
filtn w. "it document: „Er zal geen
u stand geproduceerd, die de more-
a't l5ard van de toeschouwer omlaag-
of zónPaar.om mogen misdaad, kwaad
V°0rgesteld"immer aantrekkelÜk worden
dat Am'aiVe '10ekstenen van de code is,
kraakt aanse films in principe worden
plijken i V00r ï°ng en oud- !n de practijk
"der» g niei a"e films geschikt voor
bcaat n '„maar zelfs bij films, die een de-
hau^k derwerp behandelen, geeft een
Jet ai„Unge haleving van de code over
«6e] Sfmeen- de waarborg, dat maar
Wetsj. einig mensen zich beledigd of ge-
Zien J ,?uHen voelen door hetgeen ze te
ge k".lgen.
t'gens 9a9eel van deze code die ove-
tVepj. lUlst met het oog hierop onlangs
is dat Amerikaanse
hand ^ar zelde,n een serieus onderwerp
S6ne ,7®, ®n op een wijze, die de volwas-
tot V1 doening schenkt. In tegenstelling
«leest Eur°pese films spreekt uit de
«ere Amerikaanse producten een ze-
Schoni; we zouden willen noemen, kost-
^oilv, ngensmentaliteit- Rn er °°it in
m f'lms worden gemaakt, die
ïhogen r begrip en onderscheidingsver-
luist 1, "ragen, dan worden deze.
bez(>p1:ni(lat er geen mogelijkheid is het
VrlTl IrmrlAWA— +- *TTAWAA AAm TTÖ
geleerd, dat bijvoorbeeld films of 6cènes
over revolutie en guerrillastrijd niet in
Indonesië mogen worden vertoond, dat
de Britse censor bezwaren heeft tegen
films, waarin de godsdienst niet met alle
eerbied wordt behandeld en dat de Fran
se keurders meedogenloos kunnen zijn
voor films, die zich met het Vreemde
lingenlegioen bezighouden.
Hoe de Nederlandse censuur denkt over
films, waarin naar haar mening bepaal
de godsdienstige gevoelens worden ge
kwetst, werd nog onlangs bewezen door
films als „Tyl Uilenspiegel" en „Guys
and Dolls". Om zoveel mogelijk te voor
komen, dat hun producten op bezwaren
stuiten bij de bevolking of de regering
hebben alle grote filmmaatschappijen
in Hollywood internationale deskundi
gen in dienst, die de verhalen, spelend in
vreemde landen, nauwkeurig bestuderen.
Neemt men de sterk uiteenlopende op
vattingen in aanmerking, die in de ver
schillende landen bestaan met betrekking
tot wat gepast is en wat niet en houdt
men rekening met het grote aantal keur
ders, met wier gevoeligheden rekening
moet worden gehouden, dan is de wijze,
waarop de Amerikaanse films in heel de
wereld worden aanvaard, zeer merkwaar
dig. De reden daarvan is, dat de Ameri
kaanse filmindustrie, meer dan enige
andere, is aangewezen op de buitenland
se markt. De meeste flms in Hollywood
worden gemaakt in de hoop en verwach
ting, dat ze zullen worden vertoond over
de hele wereld.
Belinda Lee ernstig verbrand
Tijdens het opnemen van een scène in
de Pinewood-studio's is de Britse film
ster Belinde Lee gewond, toen een kaars
heur haar in brand stak. Haar regisseur,
Brian Hurst, wist de vlammen de doven
-uWn "an kinderen te weren, door ver-
Legj0 °™eHike organisaties, zoals het
laath- Decency zonder meer ontoe-
Rcj) aar verklaard. Was het daarente-
filrns geli-ik ten aanzien van dergelijke
Sejw "?°rbehoud te maken voor volwas-
Vai]e daa zou dat oordeel in tal van ge-
lüi(3 t Wa.arscHijnlijk anders hebben ge
bade licht bezien heeft de veel ge-
de,^ censuur zoals die in de meeste an-
2Üde anden bestaat, toch wel haar goede
ylatuu
staand 's werelds meest vooraan-
feken- *ilmexporteurs meer dan wie ook
b]jj 'hg met de speciale „taboes" en de
.keUM e gevoeligheden van de film-
is iwers alom ter wereld. Door schade, al
dan niet door schande, hebben zij
In de Francoeur-studio's is de Franse
regisseur Henr-i Decoin bezig aan de film
„Tous peuvent me tuer" („Allen kunnen
me doden") naar een scenario van André
Versini.
„Reeds lang heb ik met de plannen voor
deze film rondgelopen", bekende Decoin.
„Het onderwerp interesseerde me, zowel
wat handeling als karakters betrof. Het is
de geschiedenis van een overval zonder re
volver, zonder stengun en zonder mes, uit
gevoerd door enkele mannen, van wie de
gelegenheid de dief maakt, maar die he
lemaal niet geschikt zijn voor het gang-
sterbedrijf. Het zijn namelijk een kermis
reiziger, een barman, een oud-leraar in
de filosofie, een verzekeringsbediende en
dat spreekt vanzelf een vrouw, die
als lokaas dient. Albert Simonin, André
Versini en ik hebben veel tijd besteed aan
het onderwerp en ik geloof wel, dat de
film de toeschouwers onafgebroken in
spanning zal houden. De voornaamste spe
lers zijn Francois Périer, Peter van Eyck
André Versini, die de verliefde jongeling
speelt, Dario Moreno en Odette Laure.
De buitenopnamen voor de film zullen
we in de omgeving van Marseille ma
ken".
vAhet geval van Rhonda Fleming is het (maanden met haar te sluiten, hoewel ze
"es vhp rto „TTPcf up- hpt h! die tiiH te druk had met haar school-
Wèg* van de zakenwereld de winst ge-
jj at van de show business.
*0 Rhonda altijd actrice heeft willen
*eiterSn' koos ze het zekere voor het on-
fie e en leerde ze ook typen, stenogra-
a boekhouden. Dat was voordat deze
blijj a°§ige, roodharige op het ogen1-
als dplat'na-blonde actrice succes had
"Spgp, hysterische patiente in de film
&in„ 'bound" en als de tegenspeelster van
In ,Crosby in „A Connecticut Yankee",
haar laatste film ..The Buster Kea-
'°n ci
hit (j - sPeeH ze de r°I va'n filmster
''ih van de stomme film, tot wie
s'erlc ■i^'eaiton (Donald O'Connor) zich
JPlkte aangetrokken voelt. Daarvoor ver-
paraa Ze de rol van Laura Denbow in de
fa]» hiount-film „Gunfight at the OK Cor-
üOu;,Waarin zij Burt Lancaster en Kirk
tot tegenspelers had.
a0te hda Fleming is in Los Angeles ge-
j.u't een internationaal mengelmoes
r^hrn ngelse Ierse> Franse en Zweedse
hisUt rs' IIaar moeder, Effie Graham
°:a. rad geruime tijd op Broadway op,
Ü'hg a bet Winter Garden-succes „Dan-
Lrall Around". Haar grootvader, John C.
City' Was toneelproducent in Salt La-
'c °Penlwre en particuliere scho-
sid Beverly Hills, waar zij werd opge-
akte deel uit van de toneelgroep
*o<3at Scböol en leerde zingen en dansen,
his a ?e. thans een even goede zangeres
ï?°eitn t6 's' Rbonda hoefde zich geen
9e fn 'e geven om bij de film te komen.
J9at. zocht haar op. Toen ze bijna 20
™as, zag een „talent scout'
?hs
haar er-
0fWnn Beverly Hills op straat lopen. Hij
Sf zs .met zijn auto naast haar en vroeg,
t b°hd voor een filmiooPbeBn voelde.
behh meen<ie met een Don Juan te doen
a5ar 9en, die op deze manier kennis met
ahn g 'ide aanknopen. Maar de man hield
het al die tijd te druk had met haar school
werk om als beroepsactrice op te treden.
Kort daarna kwam Rhonda in de finale
van een door de radio gehouden talenten
jacht, wat haar heur eerste filmrol be
zorgde als de hysterische patiente in de
film „Spellbound", waarmee ze direct
naam maakte. Ze kreeg steeds belangrij
ker rollen, eerst in „Abilene Town" en
daarna in „Adventure Island", waarin ze
tegenspeelster was van Rory Calhoun.
met behulp van een beddesprei, maar
dat verhinderde niet, dat haar schouders,
handen en haar ernstig verbrandden.
Het werk aan de
film „Holiday m
Paris", die in een
Parijse studio wordt
opgenomen en waar
in Anita Ekberg de
hoofdrol speelt, is
uitgesteld tot de vol
gende week, omdat
de acteur Anthony
Steel, echtgenoot van
Anita Ekberg, in oen
ziekenhuis moest
worden opgenomen
met roodvonk.
De leiding van de
studio, die bang is,
dat Steel wellicht
andere spelers heeft
aangestoken, heeft besloten het werk aan
de film te staken, tot men er zeker van
is, dat ze niet zijn besmet.
Walt Dusney is van plan om van het
verhaal „Perri" van Felix Salten over
het leven van twee eekhoorntjes een film
te maken, waarin de natuuropnamen zul
len worden afgewisseld met fragmenten
tekenfilm.
(Van onze Amsterdamse redactie.)
De Nederlandse gitarist, zanger en
bandleider Pieter van Houten, die in Ita
lië waar hij met zijn vrouw, een Per
zische prinses, in Milaan woont onder
de naam „Peter van 'Wood" bekend
heid heeft verworven, werkt met zijn en
semble mee aan de Nederlandse film
„Kleren maken de man". Deze come-
die, waarvoor de eerste buitenopnamen
al in Amsterdam zijn gemaakt, wordt
zoals men weet geregisseerd door d eDuit-
se regisseur Georg Jacoby, echtgenoot
van Marika Rökk. De bedoeling is. dat
het orkest van Van Wood in deze film
speelt, in tweeërlei opzicht dan. Peter
van Houten heeft er ook een paar liedjes
voor geschreven.
Van zijn verblijf in Nederland zal hij
bovendien gebruik maken om voor radio,
televisie en in enkele plaatsen op te tre
den.
De minister van O., K. en W. heeft aan
de letterkundigen J. 'Engelman en Max
Dendermonde een opdracht verleend, be
staande uit het schrijven van een avond
vullend toneelstuk, geschikt voor opvoe
ring door het beroepstoneel. Beide schrij
vers hebben de opdracht aanvaard. Voorts
heeft de minister aan de acteurs Ben van
Eysselsteijn. Hans Andreus en J. J. Klant
opdrachten verleend tot het schrijven van
een kort bevrijdingsspel. De acteurs heb
ben deze opdrachten aanvaard.
Ben van Eysselsteijn zal een spel schrij
ven geschikt voor opvoering in de open
lucht door amateur-tonelisten. Het spel
door Hans Andreus te schrijven is be
doeld voor opvoering zowel als wagen
spel als in een zaal door lekespelgroe-
pen. Het door J. J. Klant te schrijven spel
is bedoeld voor opvoering door leerlingen
van de hoogste klassen van scholen voor
voorbereidend hoger en middelbaar on
derwijs.
REINHOLD SCHNEIDER
kunstenaar, historicus, gelovige
Het gemakkelijkste leert men de mens
Reinhold Schneider kennen in zijn „So
nette" en in de autobiografie „Verhüllter
Tag" (Verlag Jakob Hegner, Keulen).
Hij draagt méér dan zijn deel bij aan de
grote en onverbiddelijke eis, die de mens
en dus zeker de christen dwingend is op-
Peter van Wood (Pieter van Houten) tussen
bewonderaarsters.
een aantal Italiaanse
(Van onze correspondent)
Wij waren gisteren de gast van het
Nationaal Jeugdorkest, dat drie dagen
op de schilderachtig gelegen Jacobiberg
te Arnhem heeft gerepeteerd onder de
voortreffelijke leiding van de ronde
Limburger Nico Hermans ter voorberei
ding van het muzikale zomerkamp, dat
van 20 juli tot 3 augustus in het Ool-
gaardthuis te Arnhem zal worden ge
houden. Wij hebben verbaasd gestaan,
hoe het Nico Hermans is gelukt om in
drie dagen tijds deze heterogeen samen
gestelde groep van jongelui saam te
brengen in een 'orkest, waarin alle par
tijen zo volkomen op elkaar afgestemd
tot zulk een muzikale luister konden ko
men.
Hoe verrassend klonk bijvoorbeeld
een menuet van Haydn, waarin de ge
disciplineerdheid van de jeugdige mu
sici zo duidelijk aan de dag trad. Ook
twee nieuwe composities van Karei
Mengelberg kregen een verdienstelijke
uitvoering, waarover zowel Hermans
zelf en de geestelijke vader van het Na
tionaal Jeugdorkest, Vreedenburg erg in
hun nopjes waren. Ondanks een ietwat
zure opmerking van Karei Mengelberg,
welke even een domper dreigde te zet
ten op het enthousiasme van de jonge
orkestleden. Maar het was Hermans best
toevertrouwd de jeugd over deze „Sei-
tenhieb" heen te helpen.
Wat het Nationaal Jeugd Orkest in
Arnhem heeft laten horen, doet de beste
verwachtingen voor de toekomst in
houden.
gelegd: die van de verantwoordelijkheid
jegens zijn medemens. Anders gezegd
hij stelt met de grootste moed en met
onbarmhartige eerlijkheid de kwestie van
de schuld. In deze boeken heeft het ge
weten een stem gekregen.
Schneider heeft in deze verzen en opstel_
len, zonder zichzelf of zijn landgenoten te
sparen, afgerekend met het: Wij hebben
't niet geweten. Volkomen terecht schreef
Edzard Schaper, die andere belangrijke
katholieke Duitse schrijver, naar aanlei
ding van het verschijnen' van „Verhüll
ter Tag" deze tegelijk troostende en be
angstigende woorden: .Duitsland heeft
een geweten, zolang Reinhold Schneider
leeft".
Als Schneider over zichzelf schrijft, ko
ketteert hij niet met bijzondere beleve
nissen of opzienbarende ontmoetingen. Hij
houdt zichzelf veeleer een spiegel voor
en overpeinst wat hij daar in ziet, het
schone, troostende en bemoedigende,
evenzeer als het beangstigende, afzichtelij
ke.
Deze blik in de spiegel is een blik in
de wereld, in de tijd. De eigen tekorten
zijn die van zijn gehele volk, van alle
christenen, alle mensen. Bekommernis om
mensenleed en overal loerende angst
brengt voor deze door verantwoordelijk
heid gekwelde mens noodzakelijkerwijs de
grote hunkering van deze verscheurde
eeuw op de voorgrond, namelijk: de hun
kering naar vrede.
Twee van Reinhold Schneider's recen
te boeken zijn direct aan de vrede gewijd.
Namelijk: „Der Friede in der Welt" (In-
sel Verlag) en „Gedanken des Friedens"
(Herder Verlag. Freiburg). Het zijn boe
ken van diepe 'bezinning, die ieder tot na
denken dwingen. De schrijver wordt niet
moe de mensheid voor te houden, dat
slechts door het voorbeeld en het offer
van de enkeling de vrede voor allen kan
worden gered. Het verlangen naar vrede
is een allesoverheersende drang van alle
goedwillenden de macht tot vrede is het
samenvallen van de goedwillendheid van
vele enkelingen.
Een van dezen was Hugo de Groot en
in zijn opstel Friedensboten" heeft
Schneider een scherpzinnig en overtui
gend portret van onze landgenoot ge
schilderd. Ook in de andere opstellen in
„Der Friede in der Welt" komen vele fa
cetten van het wereldomvattende (juis
ter nog: alle deugden en ondeugden
van de mensheid omvattende) probleem
van de vrede aan de orde zóvele, dat
het niet mogelijk is ze in enkele re
gels samen te vatten. Het lot van de
vrede is immers het resultaat van onze
vrije wil tot deugd of ondeugd, liefde
of haat, geloof of wantrouwen, heb-
zucht of offer.
Van macht en genade ook en het is
hierover, dat Reinhold Schneider een bun
del imposante opstellen heeft geschreven,
„Macht und Genade", Gestalten, Bilder
und Werte in der Geschichte (Insel Ver
lag). Met de speurzin van de historicus
de helderziendheid van de kunstenaar en
de zekerheid van de gelovige heeft de
schrijver naar facetten in het verleden ge
zocht, die een tip van de sluier onzer eigen
tijd kunnen oplichten, omdat er veel over
eenkomsten zijn; zo kunnen deze opstellen
dienen tot tróóst, maar ook tot waarschu
wing.
Het is een boek, dat door zijn grote
verscheidenheid aan onderwerpen en zijn
eenheid aan thematiek de lezer zeer lang
bezighoudt. Het is te hopen, dat de boe
ken van deze nobele mens en gevoelige
schrij ver hier meer bekendheid zullen
gaan genieten.
Reinhold Schneider, die tweemaal de doc
torstitel bezit heeft voor ons land en onze
literatuur een warme belangstelling. Hij
heeft speciaal Nederlands leren lezen om
Vondel in de oorspronkelijke taal te kun
nen begrijpen. En op het ogenblik maakt
hij een studie van de moderne Nederlandse
verhaalkunst. Deze man spaart geen
moeite als het erom gaat, door het vin
den van een vonkje schoonheid, waarheid
dichter tot andere volken te komen. Dit is:
dichter tot de verwezenlijking van zijn
grote droom: de vrede in de wereld.
wist tenslotte een contract van 3
E'tier ^!.j^erIandse Rode Kruis heeft de
rt6" een van N'ienhoff opdracht gege-
v6 Vpn? ,Xoorlichtingsfilm te maken over
5ru'sw facetten van het Rode-
f6' he?rli' N'ienhoff 's begonnen
tl maken van opnamen voor deze
ï^tt. begin september zal gereedko-
Rngelse Ierse, Franse en
^Weedse voorouders
Niets is zo riskant als het brengen van een nieuw tijdschrift op gebied
van amateurtoneel. Want wie zal zich er „vrijwillig" op abonneren en
welke abonné dan nog zal bet lezen? De meeste tijdschriften op dit
gebied blijven toch ongelezen liggen. Men bladert er eens in, maar daarmee
is alles gegegd. En de oorzaak hiervan....? Omdat ze eenvoudig onlees
baar zijn. Het ene is te mooi, maar van a tot z gortdroog en bet andere
een kletsblad, dat van a tot z wrevel opwekt om zijn tante-betjes-stijl en
onbenullige inhoud. Weggegooid geld! Hoewel je natuurlijk wel eens
tegen een gedegen artikel stuit. Maar bundel al deze gedegen artikelen en
je hebt tenminste ééns per jaar een blad, dat gelezen en misschien nog
wel herlezen wordt. En je slaat bovendien een goed figuur.
Neem nu eens het nieuwie tijdschrift van „Ons Lekenspel" ter band, je
leest het in één ruk uit en je geniet ervan. Als het blad blijft, zoals het
begonnen is, gaat het ongetwijfeld een goede toekomst tegemoet.
„Ons Lekenspel" neemt geen blad voor
de mond. Dat heeft het nooit gedaan en
dat doet het ook nu niet. Het strijden
zit hem in het bloed. En dit nieuwe blad
getuigt hier wel heel sterk van. Het wil
een strijdblad zijn. Niet in afbrekende zin
hetgeen al heel gemakkelijk is, maar in
opbouwende zin. Opbouwen veronderstelt
op de eerste plaats een open oog heb
ben voor de fouten en deze ook durven
aanwijzen. Men bereikt niets, wanneer
men de fouten tracht te verdoezelen.
Maar men bereikt nog minder, wanneer
men alleen de fouten aanwijst zonder de
weg te tonen, hoe het dan wel moet. Dit
zou afbraak betekenen zonder meer.
Hiermee is niemand gebaat. Het wei
nige dat men heeft, haalt men dan dik
wijls ook nog weg. Maar „Ons Leken
spel" Wil opbouwen.
„Er is een tijd geweest, dat wij de
amateurtoneelwereld binnenstormden
met wat wij toén meenden het geweld
van een alles verzengend stormvuur.
Wij waren dachten wij overal te
gelijk en als er zich een gelegenheid
Voordeed om uit te varen tegen in on
ze ogen onduldbare uitwassen, dan ston
den wij vooraan, om op meedogenloze
wijze uit te pakken tegen alles wat vals,
oneerlijk, of in het algemeen, niet ar
tistiek verantwoord was. Die glorieuze
dagen zijn onderhand voorbij. Wij zijn
wat wijzer, wat milder en ook wat min
der overtuigd van onze eigen bezwe
ringskracht geraakt. Toch wil het oude
vuur dat heerlijke vuur van de acht
tienjarige wereldbestormer, dat alles
verzengen wil nog wel eens oplaai
en".
Zo schrijft zijn criticus wanneer deze
een kritiek inleidt op de draak „De Kerst
nacht van een bandiet". 'Zo had ook de
inleiding kunnen luiden op het hele tijd
schrift. Dit is klare heldere taal. Mild en
wijs wil het zijn kritiek laten horen, niet
om weg te vagen, maar om te behou
den en hieruit het goede op te bouwen.
Na een weinig samenhangende inleiding
krijgen we een kritiek te horen op het
spel „De Kerstnacht van een bandiet".
Een kritiek, die klinkt als een klok. Eer
lijk als goud en wat het voornaamste is.,
waaruit wij iets kunnen leren! Het spel
wordt niet in een paar woorden afge
daan. Nog m'inder wordt het belachelijk
gemaakt door een paar uit het zinsver
band gerukte zinnen. Neen, het wordt eer
lijk besproken. Het krijgt zijn eerlijke
kans. De criticus neemt er de tijd vocw.
Toont het waarom van zijn meningen dui
delijk aan. Zoekt geen spijkers op laag
water, maar komt met duidelijke gronden
aandragen.
Eén ding moet mij hier echter nog van
het hart: de criticus veronderstelt te veel
dat wij allen die draak gelezen hebben.
En ten tweede zou ik hem willen zeggen:
probeer in uw kritieken nog meer onder
richtend te zijn. Want waarom worden
dergelijke draken gespeeld? Omdat men
het drakerige er niet van aanvoelt.
Men vindt het prachtig. Anders zou men
het toch niet spelen! Leg het smakeloze
ervan uit! Toon aan, in welke richting
het spel bijvoorbeeld wel goed had kun
nen worden! Dit zal onderscheidingsver
mogen bijbrengen.
Dan een hoofdstukje „Narrenpraat", dat
m.i. niet veel ter zake doet. Maar on
middellijk hierop volgen twee uitstekende
artikelen van Albert Welling. Het ene be
vat een toneelrecensie en het andere een
praatje over „culturele prijzen".
De recensie *an als voorbeeld dienen
voor alle recensies over eventuele ama
teurtoneeluitvoeringen. De schrijver toont
zich iemand met een gloedwarm hart
voor het amateurtoneel. Waar hij afbreekt
voelt men zijn spijt, dat hij moet afbre
ken. En hij zoekt naar de oorzaken er
van. Geen speler die kwaad op hem kan
worden, juist omdat hij zo eerlijk is, om
dat hij op de eerste plaats het goede
tracht te onderkennen en dan pas zijn
spijt betuigt over de misgrepen, over het
minder goede. Waarna hij onmiddellijk de
weg aanwijst, die in de toekomst moet
bewandeld worden om het goede niet
door het minder goede teniet te doen.
Het blad sluit met een al even uitste
kende kritiek van dr. Pollmann over
esthetische vorming en verzen op de lage
re school.
Wie dit blad leest, zal er genoegen aan
beleven. Het getuigt van frisheid en durf.
Of men wil of niet, als men het in han
den krijgt, dan leest meh het. Ook de
vorm wijkt af van alle gebruikelijke vor
men. Men steekt het gemakkelijk in zijn
binnenzak, zonder dat men het hiervoor
behoeft op te vouwen. Laten we het een
goede toekomst toewensen. Een dergelijk
blad hebben wij broodnodig. Wij willen
immers allen graag iets leren, maar
dan moet het ons ook op een frisse man
nelijke toon worden gezegd.
„De wijze men nlt het Westen",
door Vincent Cronin Uitg. De
Fontein, Utrecht, Sheed Ward.
Antwerpen.
Deze lijvige biografisch-bistorische ro
man is, als wij ons niet vergissen' een de
buut, de officiële kennisgeving dus aan
het lezerspubliek, dat Vincent Cronin in
de voetstappen gaat treden van zijn va
der, de auteur van „De sleutels van het
koninrijk" en zo vele andere welbeken
de boeken.
Voor dit eerste werk heeft Vincent Cro
nin zich niet aan zijn eigen fantasie toe
vertrouwd. Hij heeft als onderw:rp een
historisch gegeven gekozen: het leven van
de Italiaanse Jezuïet Matteo Ricci, die in
1582 als missionaris naar het geheimzin
nige „verboden" China vertrok en daar
tot zijn dood toe verbl >ef. Cronin heeft
zijn taak zeer serieus opgevat en een diep
gaande studie gemaakt van de voor ziin
onderwerp van belang zijnde bronnen,
waarvan hij in een voorwoord rekenschan
aflegt. In zeer aangename vorm heeft
hij zijn materiaal verwerkt. Het boek is
zodoende een waardevolle historische ro
man ge-.voi o, dat met evenveel belang
stelling gelezen zal worden door hen die
zic^h voor het oude China ir -esseren als
door hen, die zich interesseren voor het
missioneringswerk in het tijdperk van
het vroege imperialisme. Zowel over het
oude China met ziin duizendiarige verstar
de beschaving als over de missiearbeid
uit die dagen, geeft dit merkwaardige boek
een buitengewoon boeiend beeld.
De vertaling is van de hand van dr.
W. van Zoeterwoude.
G. H.
(Van onze Amsterdamse redactie)
Nog voor de twaalfde bevrijdingsdag
zal op de boekenmarkt verschijnen „En
de muren vielen om", het autobiografische
verhaal waarin Henriëtte Roosenburg
haar avontuurlijke belevenissen vertelt
op haar tocht samen met drie jonge land
genoten, twee meisjes en een zeeman,
vanuit een Duitse gevangenis in 1945 te
rug naar Nederland.
De schrijfster, sinds zeven jaar in
Amerika werkzaam bij de grote week
bladcombinatie Time en Life, publiceerde
het in het Engels in New York, waar het
thans reeds de tweede druk beleefde. Wim
Hora Adema zorgde nu voor een Neder
landse vertaling.
„Ik heb er echt geen hulp bij gehad",
verklaarde Henriëtte Roosenburg ons. Ze
is een paar dagen geleden met de „Sta
tendam" in ons land aangekomen en zal
hier korte tijd verblijven. Ze schrijft in
het Engels omdat het haar gemakkelijker
afgaat. In de Verenigde Staten heeft haar
debuut wel succes gehad. Er zijn nu al
8000 exemplaren van „And the walls came
tumbling down" verkocht en voor een
boek, dat nu niet direct onder de best
sellers gerangschikt wordt, is. dat een
prestatie. De „Book of the Monthclub"
vermeldde het werk onder de publikaties
«Advertentie)
Omstreeks 1852 wekte een zekere Miss
Ella grote sensatie. Zij was hogeschool
rijdster en presteerde het, balancerend
op de rug van het paard, achtereenvol
gens door 50 hoepels te springen. Ook
in het maken van salto-mortales deed
zij niet onder voor de meest ervaren
ruiteracrobaat. Kaetchen Renz, Kaet-
chen Carré, en alle andere vrouwelijke
beroemdheden die het nooit verder dan
20 hoepels hadden gebracht, verbleekten
op dit bericht. En zie: de afgunst deed
wonderen. Na korte tijd presteerden alle
dames hetgeen tot dusver onmogelijk
werd geacht: zij sprongen door meer
dan 50 hoepels en draaiden, licht als 'n
veertje, salto's alsof het niets meer was.
Toen echter deed Miss Ella van zich
spreken op een manier die niemand ooit
vermoed kon hebben....
U leest erover in het enige Nederland
se Circusboek „De Bonte Droom van het
Circus", dat u méévoert achter de scher
men. De circuskenners J. van Doveren
en Fred Thomas schreven het: een féést
van verhalen en leuke pentekeningen
en prachtige kleurenplaten. Voor slechts
2,50 kunt u dit boekwerk kopen bij uw
roomboter-leverancier, of per brief-
(kaart) bestellen bij het Kantoor „Room-
boteralbum", Postbus 47, Den Haag.
Vermeld vooral duidelijk uw naam en
volledig adres. U krijgt het album dan
per omgaand toegezonden, onder rem
bours. De bijbehorende plaatjes ont
vangt u GRATIS voor rijksbotermerken.
U vindt zo'n merk op elk pakje room
boter. Neem een pakje extra voor de
zondagl
die net niet in aanmerking gekomen wa
ren voor een „uitverkiezing".
Mej. Roosenburg is in Den Haag gebo
ren. Ze studeerde Nederlands en Frans
aan de Leidse Universiteit en sloot zich
na de bezetting aan bij de illegaliteit. In
1944 werd ze opgepakt, ter dood veroor
deeld en in allerlei kampen opgesloten.
De Russen bevrijdden haar en haar lot
genoten uit de gevangenis van Walheim
in Zuidoost-Duitsland. Ze was de eerste
vrouw, die voor haar verzet werd onder
scheiden met de Bronzen Leeuw. Van eind
'46 tot medio 1948 was de schrijfster in
Amerika, tot 1950 was ze Haags corres
pondente voor Life. Haar tegenwoordige
functie in New York bestaat in het ver
zorgen van de documentatie voor de
hoofdartikelen van de Amerikaanse editie
van Life.
„Toen u de vertaling las kreeg u toen
niet het gevoel dat u het anders gezegd
zou hebben", werd haar op een persbij
eenkomst in Amsterdam gevraagd. Mej.
Roosenburg lachte maar wat en zei dat
ze er inderdaad wat aan „geprutst" had.
Met de andere leden van haar „bevrij-
dingsexpeditie" heeft de schrijfster nog
wei contact. Een van hen ontmottte ze
zelfs op de „Statendam": hij was de loods
die bij Hoek van Holland het schip bin
nenbracht. Het viertal hield van de dag
dat het Waldheim verliet een dagboek
bij en dat is voor Henriëtte Roosenburg
die zelf erkent een zwak geheugen voor
data te hebben, een grote hulp geweest bij
het schrijven van haar eersteling. Hele
maal juist is dat „eersteling" niet want ze
heeft voor de oorlog gedichten geschreven,
waarvan er eens een in 1946 in „Vrij Ne
derland" is opgenomen.
„Hebt u ook reacties uit Amerika op
uw boek gekregen"? „Ja, o.a. brieven
van vroegere Amerikaanse soldaten, die
me vertelden tijdens de veldtocht in
Europa nooit beseft te hebben wat de
gevangenen van de Duitsers te lijden had
den. Dat was hun door mijn boek wel
duidelijk geworden. Trouwens, dat hoorde
men ook van Amerikanen, die het „Dag
boek van Anne Frank als boek gelezen
of als toneelstuk gezien hadden". Over
haar toekomstplannen vertelde mej. Roo
senburg, die liever heimwee naar Neder
land heeft dan er weer voorgoed te wo
nen „Holland zegt me meer iets als
onderdeel van Europa" dat ze zo lang
in de V.S. wil werken totdat ze voorgoed
haar intrek kan nemen in een O' ver
laten boerderij die ze in de Prover t heeft
gekocht. „Iedere zomer knap ik er iets
aan op en nu wil ik in de toekomst daar
's winters gaan schrijven en 's zomers
paying guest houden". Ze denkt aan een
nieuw boek. Dat zal niet over het verzet
gaan, verklaart ze. „Het wordt een ro
man. Ik heb al een short story geschreven
en ik wil eens kijken wat ik van belletrie
terecht breng".
In Engeland, waar de schrijfster voor de
televisie zal optreden, verschijnt ook een
uitgave van „And the walls came tum
bling down" en waarschijnlijk in Duits
land eveneens.