Nederland eerde gevallenen
in een roerloze stilte
Koningin en ministers legden
kransen bij Nationaal Monument
Antlion van der Horst's „La Nuit''
s in eerste uitvoering
NIED1NOS
LONDEN'S FESTIVAL BALLET
f
Prinses Wilhelmina onthulde
monument bij dodenherdenking
Verdi's .Requiem' besluit doden
herdenking te Eindhoven
F» U ROL
spijt om het verleden geen angst voor de toekomst
In liet
Concertgebouw
Veelzijdig ballet met topprestaties
Monument onthuld
"Het is goed, dat wij één
in het jaar de doden
herdenken"
Massale meditatie
in den haag
TE ROTTERDAM
Huurtoedag als
compensatie voor
verhoging?
Slechts merelgezang
Huidgenezing
MAANDAG 6 MEI 1957
PAGINA 3
'e«
De
IN BOS EN LOMMER
STILLE TOCHT NAAR HET
DOMPLEIN
Bij de vliegers
OORLOGSMONUMENT TE
SITTARD ONTHULD
In het gehele land
perieure
gele
jgffijit
Stichting van den Arbeid
spreekt met regering
Vijf weduwen
Om klokke kwart voor acht was een
grote zwarte auto met het kenteken
AA-83 voorgereden. De duizenden
trachtten een glimp op te vangen van
de prinses toen zij langzaam, geflan
keerd door burgemeester Van Walsum
en mr. K. P. van der Mandele, over het
Stadhuisplein schreed, regelrecht naar
het monument voor de gevallenen, dat
nog door een wit doek aan het oog
werd onttrokken. Terwijl filmcamera's
snorden, flitslampen opflitsten, greep
H.K.H. het koord. Zij trok.... en toen
toonde zich in volle glorie Mari Andrie-
sens schepping, die tot in lengte van
jaren Rotterdam zal herinneren aan de
verzetsstrijd.
Het monument
Officiële overdracht
Meer monumenten
Puistjes verdrogen door Purol-poeder
il
«f
efl
e"
Een roerloze stille viel zaterdagavond over Neder-
and, toen de torenklokken in steden en dorpen de
eerste van hun acht slagen in de koude en vochtige
'"ei-lucht lieten wegzweven en op de bazuinen bij de
^"oze monumenten het signaal „twee minuten stilte"
Crt' geblazen. In het gehele land stonden de mensen
thuis, op straat of op het werk stil, in gedachten
bli hen, die in de jaren 19401945 sneuvelden in de
strijd voor vrijheid.
ïh Amsterdam begon de herdenking reeds in de mor
genuren, toen Koningin Juliana en Prins Bernhard,
a'smede dr. Drees en minister Staf (namens de minis
terraad) een krans legden bij het Nationaal Monument
de Dam.
Koningin en Prins waren tevoren verwelkomd door
dr. M. J. Prinsen, commissaris van de Koningin in
Noord-Holland, burgemeester mr. G. van Hall en ge-
neraal-majoor G. Dijkstra, gouverneur van de hoofd
stad. Het Vorstelijk Paar was vergezeld door verschil
lende leden van de hofhouding.
Om acht uur des avonds viel de stilte over de hoofd
stad. Van zeven uur af was alle rjjverkeer over de Dam
en in de directe omgeving daarvan stil gezet, opdat de
duizenden belangstellenden er zich konden verzamelen.
Velen waren reeds om half zeven in een stille stoet
van de Nassaukade naar het Nationaal Monument ge
togen, om na de herdenking een bloemenhulde aan de
gevallenen te brengen.
.^ari
twee minuten stilte om acht uur!hij de vlag van het bord wegtrok en na-
tgv 6n des te duidelijker voelbaar, omdat
°rcn een kwartier lang de klokken over
Da^ hadden geluid. Men hoorde op de
dep aheen het wapperen van de vlaggen
];ej provinciën. Nadat allen het Wil-
aan om twee minuten na nacht hadden
se ®eheven, begeleid door de Amsterdam-
Ïï-,?°htiekapel, sprak burgemeester Van
de burgerij toe.
t Is goed", so zei hy, „dat wy een
a9 in het jaar onze doden herdenken
,l de eendrachtigheid, die ons tijdens
e bange oorlogsjaren zo sterk maak-
„e- Op andere dagen is er nu immers
teer, dat ons scheidt dan wat ons ver
inden houdt, 't Is goed, dat wij enkele
Qenblikken de kritiek op elkaar ver
aten om gezamenlijk eer te bewijzen
v?'i hen, die vielen voor de vrijheid."
Van Hall besloot met de zinsnede:
'•Ocen spijt om het verleden, geen
™n9st voor de toekomst". ,JHen jonge
man," zo ~ej Jiyt }>die met zijn broer
een vriendin is gefusilleerd, schreef
"e®e wapenspreuk van zijn familie vlak
1;°or zijn dood op de muren van zijn
Cel,"
jji^vrouw Wanda Reumer declameerde
t>o ?a enkele verzetsgedichten. De „Last
de S geblazen door een trompetter van
ti Politiekapel, beëindigde de herden-
"gspiechtigheid.
do^?^ °P andere plaatsen in de stad, zoals
j Nieuwe Oosterbegraafplaats, Amster-
«ani Noord, de Weteringschans en de
Pollolaan, waar Nederlanders het leven
j-°esten laten, werden de doden herdacht.
bewoners van de wijk Bos en Lommer
galmen in de avonduren bijeen rond het
dp,nurnent aan de Hertspieghelweg, dat
middags door burgemeester Van Hall
vas onthuld. Dit gedenkteken, dat ver
vaardigd is door de beeldhouwster mej.
v' Rueter, stelt voor een peinzende
a °uw. In de sokkel zijn twee inscripties
"gebracht; een citaat uit het Wilhel-
us de regel „Dat ik toéh vroom
blijvenen een citaat uit
r.e achttien doden" van de dichter Jan
jbapert.
b-i" be Stadsschouwburg werd „Het dag-
«rn Van Anne Frank" door de toneel-
°ep Theater opgevoerd. Tal van auto-
ste?i woonben de indrukwekkende voor-
'ing bij. die als stijlvol slot van de
mei waard is om een zinvolle traditie
"'orden.
Aowi het woonhuis aan de Stations
traat te Tienray, dat zij tot haar dood
'i 1956 heeft bewoond, is zondag een
mcrinnerings-plaquette onthuld ter na-
y^achtenis aan Hanna van der Voort
'Tante Hanna in de illegaliteit), die
ydens de oorlog rond 120 joodse kin-
meren een pleeggezin in Noord Limburg
j[eeft bezorgd en tientallen onderdui-
atsmede verschillende Franse
rÖgsgevangenen en bemanningsleden
""an geallieerde vliegtuigen, heeft ge-
mclpen uit handen van de Duitsers te
"tyven.
rjjn Den Haag concentreerde een belang-
Jk deel van de dodenherdenking zich op
WL drie stille tochten, die zaterdagavond
^®rden gehouden en waaraan door duizen
11 Werd deelgenomen, die de gedenk-
aatsen jn waalsdorpervlakte, West
<3iv en aan de I>arallelweS bezochten. In
be u-Se kprken werden diezelfde avond he
0-nmngsdiensten gehouden. Ook eerder
en ^a® werb be herinnering aan oorlog
]6 "orzet en aan de tienduizenden geval-
berf ..°Pn'euw levendig. Op de scholen,
e hrijven en instellingen werd door jong
(jj, °ud bijgedragen tot een massale me-
kj,atle over oorlog en vrede. Bloemen en
Sev i8n werben gelegd bij de graven van
j allen verzetsstrijders.
.Me in aanbouw zijnde wijk Du-ttendel
Sen n een Pas aangelegde wegen
gboemd naar Haagse verzetsstrijders.
'8. Kalfschoten sprak bij een van
n". "orden, dat de naam draagt van Mau-
be Brauw, een kort woord waarna
mens de gemeente een krans legde. Te
gelijk werden ook bij de andere 9 borden
kransen aangebracht.
In Utrecht is de jaarlijkse stille rond
gang naar het monument voor de ge
vallenen op het Domplein gehouden.
Onder het luiden van alle kerkklokken
zette de stoet met de nagelaten betrek
kingen van de gevallenen aan het hoofd
zich om 19.00 uur in de Maliebaan in
beweging voor de zwijgende tocht door
Utrechts straten. Er werden geen
vaandels en vlaggen meegedragen. Om
het monument op het Domplein had
den vertegenwoordigers van de voor
malige strijdkrachten en van onze land
en luchtmacht de wacht betrokken.
Twee minuten voor acht eindigden de
Domklokken hun zwaar gebeier. Na de
twee minuten algehele stilte speelde de
P.T.T.-fanfare twee coupletten van het
Wilhelmus, terwijl vele kransen aan de
voet van het monument werden neer
gelegd.
nl het middaguur heeft de directie
van de Nederlandse Spoorwegen, dr. ir.
F.Q. den Hollander en drs. D.J. Wan-
6ink met de voorzitter van de personeel-
raad de héér J. Kanne een krans gelegd
bij het monument voor de gevallenen van
het N.S.-personeel, bij het hoofdgebouw
te Utrecht.
Bij het vliegermonument op de vlieg
basis Soesterebei-g heeft de chef lucht
machtstaf met de vertegenwoordigers van
de Zee- en Landmacht, schout bij nacht
Van Olm en generaal majoor Van Dun
een krans gelegd. De hoofdluchtmachtaal-
moezenier lt. kol. R.H.M. Verhoeven en de
hoofdluchtmachtpredikant lt. kol. ds. A.
van der Poel, hielden herdenkingstoespra
ken.
Aan de stille tocht in Amersfoort werd
dit jaar deelgenomen door Amersfoortse
en militaire autoriteiten en door vele
Amersfoortse burgers en nabestaanden
van de op de militaire begraafplaats
„Rusthof" rustende geallieerden. Er wer
den kransen gelegd namens het gemeente
bestuur door burgemeester H. Molendijk,
namens het garnizoen door luitenant-ko
lonel L.A. Paling en door de voorzitter
van het Nederlands Oorlogsgraven Comité,
de heer J.A.C. Spoel.
Op de Markt 'n Sittard is het oor
logsmonument overgedragen en daarna
onthuld, dat is opgericht ter herinne
ring aan de 210 personen (van wie 111
jodenuit Sittard, die in de periode van
mei 19jO195tf het leven verloren. Mr.
F. Damen, voorzitter van het comité,
dat heeft geijverd voor de oprichting,
heeft het monument overgedragen aan
het gemeentebestuur.
Het beeld in brons, ontworpen en ver
vaardigd door de Sittardse beeldhouwer
Charles Tangelder is in het bijzijn van
talrijke autoriteiten onthuld door mej. J.
A. J. Krauwels, dochter van een van de
verzetsstrijders, die enkele weken voor de
bevrijding werd gefusileerd. Na de ont
hulling zijn kransen gelegd o.a. door na
bestaanden.
Voorts werden herdenkingsplechtighe
den gehouden op de dodenakker in de
duinen bij Overveen (1300 personen na
men hier deel aan de stille tocht), bij
het monument „voor hen die vielen" in
Den Helder, op de fusilladeplaats te
Vught (nabestaanden legden hier de weg
af, die de verzetsstrijders gingen, voor
dat zij voor het vuurpeloton kwamen te
staan), te Nijmegen (waar behalve de
stille tocht door de straten oP zaterdag,
de tweede groep Britse oorlogspelgrims
op vrijdagavond een bezoek bracht aan
de H. Landstichting en aan het Britse
oorlogskerkh-of Jonokerbosch), op de
Grebbeberg, op de erebegraafplaats Loe-
nen en in diverse kerken te Haarlem.
Het volksconcert van zondagavond was
samengesteld uit Beethovens „Derde
Symfonie" en „La Nuit" van Anthon van
der Horst, voor gemengd koor en groot
orkest, waarvoor het Nederlands Kamer
koor, onder leiding van Felix de Nobel,
medewerking verleende.
Op 5 april 1805 werd de „Sinfonia
Eroïca" te Wenen aan het Theater-an-
der-Wien voor het eerst uitgevoerd. Beet
hoven, zich bewust van de moderniteit
van zijn nieuwe werk, had verzocht het
aan het begin van het concert te plaat-
sen, daar het Veel van het concentratie
vermogen van de luisteraars zou vergen.
Gisteravond begon Eduard van Beinum
met het prachtige opus, dat gloednieuw
klonk, hoewel het anderhalve eeuw ge
leden ontstond. Na de twee originele
korte en krachtige inleidingsmaten, klon
ken de celli die het hoofdthema intoneer
den, groots en visionnair. De climax, die
al spoedig bereikt wordt, werd door Van
Beinum uitstekend opgebouwd. De over
gangsperiode naar het tweede thema werd
energiek uitgevoerd. De houtblazers on
derscheidden zich in de tweede gedachte
door fijn getimbreerd kleurenspel. Door
werking en reprise werden bijzonder
transparant, doch door de koperblazers
iets te sterk gerealiseerd. De diepte en
het smartelijke van de „Marcia funebre"
maakten verstillende indruk. Speciaal de
hobo-solo, geblazen door Cees van der
Kraan, was indrukwekkend. Fantastisch
klonk het scherzo, waarin we het samen
spel van het Concertgebouworkest op
hoog niveau ondergingen. Het „Trio"
„La Nuit", op tekst van Charles Peguy,
werd in 1953 voor koor a cappella ge
componeerd. Verleden jaar beluisterden
we een opname door het „Nederlands
Kamerkoor" die ons overtuigde met een
bijzonder doch zeer moeilijk koorwerk
geconfronteerd te worden. Intussen heeft
Van der Horst „La Nuit" voor groot or
kest gecomponeerd. Het onmiddellijke, de
intimiteit van de droomsfeer, heeft iets
ingeboet ten opzichte van de a cappella-
zetting. De achtstemmigheid klonk nu
vaak solistisch en minder doorschijnend.
In ieder geval was het kiankgehalte
zeer mooi, maar voor de grote zaal met
orkest te dun. Het succes voor de uit
voerenden en Felix de Nobel was bijzon
der hartelijk. De componist kwam op het
podium zangers, musici en dirigent be
danken.
O. v. H.
'Advertentie)
Normale
JUitslnittnd *erkr(Jgb««r bij H.H. apotheker*, drogisten, kappi
Het uitgebreide en veelzijdige repertoire van het London's Festival
Ballet is gisteren met een middag- en avondvoorstelling in het Theater
Carré te Amsterdam afgesloten met een programma, dat opviel door zijn
heterogeniteit. Wil men na de drie verschillende voorstellingen tot een
totaalindruk komen, dan kan men onomwonden getuigen dat het London's
Festival Ballet beschikt zowel over uitzonderlijk begaafde solisten als een
goed getraind corps de ballet. De artisticiteit is doorgaans van een hoog
gehalte, zodat de hernieuwde kennismaking met deze dansgroep ver
heugend en leerzaam is geweest. Wie een vergelijking treft met de dans
groepen, die in ons land een tournee houden of met de eigen dans-
groeperingeu, zal moeilijk een criterium vinden waarnaar het London's
werd door de drie hoorns virtuoos naar Festival Ballet is te toetsen. De kritiek zal zich meer moeten richten op
autonome beoordeling, omdat de vitaliteit en de veelzijdigheid van
de onderhavige dansgroep zulke speciale kwaliteiten heeft, dat men de
minder geslaagde programmapunten kan verdringen om de hoogtepunten
van puur danskunstig genot in de herinnering te houden als een esthe
tische genieting van allure
voren gebracht. De geniale finale met
zijn verrassende variaties was een waar
muziekfestijn. De verschillende orkest-
groepen musiceerden uiterst accuraat en
intensief. De bijval voor dirigent en or
kest was zeer groot.
Het nieuwe werk van Van der Horst,
Overzicht van de mensenmassa tijdens de Dodenherdenking bij het Nationaal Monument op de
Amsterdam. Op de achtergrond het Koninklijk Paleis.
Dam te
(Van onze Haagse redactie)
^.'"sdag a.s. zal de Stichting van den
t"ekl een bespreking voeren met minis-
u, Suurhoff en mogelijk enkele andere
We" van de ministerraad met betrekking
van cornpcnsatie voor de huurverhoging
j. o 25 pet., die binnenkort in de Tweede
op rn®r behandeld zal worden. In dit ge-
zullen de verschillende mogelijk-
irt rin' welke gedurende de laatste weken
loo Stichting van den Arbeid t.a-v. de
tej.nc°mPensatie naar voren zijn gebracht,
Zj; aprsiké komen en zal de regering harer.
°rn t toeIichting geven op dit punt, waar-
ïtj '?®nt ook na het uitkomen van de Me-
"'e van Antwoord nog misverstanden
"en kunnen bestaan,
bui e.We" er nog geen vast omlijnd stand-
"nd1 'll de Stichting is bepaald, wordt er
Ljer meer ernstig over gedacht de glo-
te e verhoging van de lonen met 2 pet.
i[e Vcrvangen door het geven van toesla-
v°°r enkele groepen, die het meest
v, 'nvloed van de huurverhoging onder-
jAuen. Hier is dus sprake van een gro-
e differentiatie in de looncompensatie.
(Van onze verslaggever)
„Het werk des daags vraagt om een gave mens men moet
een ramp om zijn herstel vergeten.
Zoals de zuierm der meeuwen op uw havens, onafwendbaar
keert de levensdrift.
Toch stoelt uw tvelvaart tevens op 't ontijdig graf van die
nu van geen opbofuw weten.
Gedenk deze onherstelbaarheid dan zal uw nageslacht
zijn brood in vrijheid eten."
Dit gedicht van Clara Eggink siert het voetstuk van het indrukwekkende
monument, zaterdagavond op verzoek van koningin Juliana onthuld door
haar moeder, prinses Wilhelmina.
de ogen als de kleine, in de zwarte
persianer mantel gehulde figuur zich
even rechtte wanneer de marinierska
pel de bekende vaderlandse muziek
deed horen, die al eeuwen heeft ge
klonken als smeking tot God, als be
moediging in de strijd.
Op het Stadhuisplein bevonden zich
op een afgepaald gedeelte enige wet
houders de commandant der Mariniers,
generaal-majoor H. O. Romswinckel, de
beeldhouwer Mari Andriessen, de dich
teres Clara Eggink, mr. A. Blom, voorz.
comité Nationale Belangen en vijf nabe
staanden van verzetsstrijders. Dit wa
ren mevr. J. M. Klüte-van Zeijl, mevr.
G. C. de Graaff-Veerman, mevr. B.
Beunder-van Vliet, mevr. J. 't Hart-
Plómp en mevr. J. Bennekers-v. Dijk.
Met elk dezer dames onderhield de
prinses zich enige tijd en toen het mo
ment van de kranslegging was aange
broken waren het deze vijf weduwen
Wanneer er een stad in Nederland
is, waar de stilte opvalt, dan is dat
Rotterdam, waar het leven zo krach
tig bruist gelijk het stedelied terecht
zegt. Zaterdagavond, toen vele dui
zenden zich in het stadsdeel tegen
over het stadhuis hadden verzameld,
hield de stad als het ware de adem
in. Spreken tot elkaar deed men
fluisterend en toen om acht uur de
kerkklokken zwegen en de straat-,
lantaarns begonnen te branden was
de stilte onwezenlijk diep. Slechts
enkele merels zongen op een hoog
bouwwerk in de nabijheid en in "net
westen blafte even een hond,
Op het Stadhuisplein, vóór het monu
ment, stond „de oude koningin", zoals
velen prinses Wilhelmina plegen te
noemen, tussen Rotterdams burgemees
ter mr. G. E. van Walsum en de kamer
heer i.b.d. mr. K. P. van der Mandele.
Soms even de ogen sluitend scheen zij
als het ware de dagen van rond 15 jaar
geleden in de geest terug te roepen, toen
zij dag aan dag de verbeten strijd
volgde, die het verzet op vaderlandse
bodem streed tegen een meedogenloze
onderdrukker.
Alom wapperden de vlaggen, halfstok
in een gure wind, maar het weer deerde
geen mens; aller harten gingen uit naar
Wilhelmina als het levend symbool van
vorstenhuis en vaderland en van de vrij
heidsstrijd. Velen hadden de tranen in
van verzetshelden, die de prinses hiel
pen bij het neerleggen van haar krans
met witte anjers. Tevoren had de prin
ses, geholpen door mr. v. d. Mandele,
een krans met Japanse lelies en een
medaillon van rode, witte en blauwe
irissen namens de koningin neergelegd.
Burgemeester Van Walsum legde een
krans met aronskelken namens de ge
meente. Nog meer kransen werden door
deputaties gelegd en tal van nabestaan
den van gevallenen stapelden bloemen-
ruikers opeen, tot de voet van het mo
nument er bijna geheel onder schuil
ging.
Toen de plechtigheid ten einde was
en het volkslied was gespeeld, stelde
zich het Korps Mariniers met tamboers
de trommen waren omfloerst en
pijpers en fakkeldragers op de Coolsin-
gel op. Daarvoor liepen de autoriteiten
en er achter een grote stoet van nabe
staanden. Zwijgend trokken zij allen
door het stadscentrum naar de Wil
lemsbrug, terwijl afwisselend de trom
men gromden en de fluiten treurmarsen
deden horen.
Prinses Wilhelmina arriveerde oer
auto. Het avondduister was inmiddels
gevallen en in het rosse licht der flam
bouwen legde de prinses er wederom
een krans namens de koningin en een
van haarzelf. Tenslotte legde generaal
Romswinckel er een. Na de plechtig
heid onderhield de vorstin zich geruime
tijd met de commandant der mariniers,
waarna zij met mr. v. d. Mandele in de
auto steeg en wegreed. De officiële do
denherdenking was hiermede ten einde.
Tijdens de plechtigheden op het Stad
huisplein heeft prinses Wilhelmina na
dat de grote doek, die het beeld om
hulde, zich door Mari Andriessen de
betekenis laten uitleggen van de door
hem ontworpen en in brons gegoten
beeldengroep, die blijkbaar door de
sterke expressie diepe indruk op haar
maakte. De beeldhouwer verklaarde de
stand van de figuren: de vrouw met het
kind, gericht naar het gespaard geble
ven stadhuis als de band met het ver
leden. De man in het midden, die de
vrouw een hand geeft en de hand legt
op een naar het westen gerichte en op
een spade steunende werker, als ver
binding tussen verleden en toekomst.
In de latere avond heeft ten stad-
huize, in de kamer van B. en W., de
stichting „Herrijzend Rotterdam" het
monument overgedragen aan de ge
meente. Het geschiedde in de kleine
kring van de stichtingsleden, en de le
den van het college van B. en W. Wet
houder J. Meertens trad daarbij op als
woordvoerder van de stichting, waar
van hij voorzitter was en hij deed uit
komen, hoeveel zorgen er waren voor
afgegaan aan de totstandkoming van
het monument.
Het oorspronkelijke Comité tot op
richting van een Rotterdams gedenk
teken had met een prijsvraag geen suc
ces kunnen boeken. De Monumenten
commissie nam daarna de zaak ter hand
en verleende opdracht aan de beeld
houwer Mari Andriessen om een ont
werp te maken. Zover was het, toen de
op 6 december 1954 opgerichte stich
ting „Herrijzend Rotterdam" de taak
overnam. Met twee collecten werd een
kapitaal van f 46.500 bijeengebracht en
op initiatief van mr. K. P. van der Man
dele was inmiddels een garantie
syndicaat tot stand gekomen. Toen
durfde men fot de uitvoering besluiten.
„Het was onze zorg, dat het een echt
Rotterdams monument zou worden",
aldus de heer Meertens. „In geen geval
mocht het ontwerp een verdrievoudi
ging van „De Dokwerker" suggereren.
Men heeft rekening gehouden met kri
tieken en met de publieke smaak „en
ik heb nu de indruk, dat het beeld het
in Rotterdam uitstekend zal doen",
aldus de heer Meertens toen hij het
beeld overdroeg.
Burgemeester mr. Van Walsum zeide,
dat de gemeente het monument onge
twijfeld in grote dank zal aanvaarden.
Het staat thans op een bij uitstek ge
schikte plaats. Bijzonder dankbaar was
hij voor het feit, dat prinses Wilhelmina
het namens de koningin had willen
onthullen. „Dit verleent het voor ons en
voor het nageslacht een bijzondere
waarde". Mr. v. d. Mandele kreeg een
speciaal dankwoord omdat het groten
deels aan zijn initiatief te danken was,
dat de vorstin de beeldengroep had wil
len onthullen. De burgemeester meen
de. dat bij de uitvoering van dit monu
ment gestreefd was naar een zekere
parallelliteit, die altijd dient te worden
gezocht met de waardering, die de be
volking kan opbrengen.
Hij hoopte in de toekomst nog te
mogen profiteren van menig waardevol
advies van de stichting bij de uitwer
king van de plannen, die in voorberei
ding z(jn om bij de wederopbouw van
de stad in het bijzonder aan het oprich
ten van monumenten aandacht te be
steden.
Vitaliteit is van essentieel belang bij de
kunst van Terpsichore, omdat men nu
eenmaal in het klassieke repertoire naar
moderne vormen gemeten gevaarlijk dicht
bij het Kitschgehalte kokketteert, omdat
de persoonlijke prestaties daarbij een rol
spelen, die wij in de nivellatie van de mu
sische en plastische kunsten willen ver
werpen. De heroiek van de topprestatie is
niet meer in tel De kunst is meer geëvo
lueerd naar een prganische opbouw van
het geheel. Hoe gevaarlijk deze vorm is
om alles te richten op de totaliteit is dui
delijk gebleken bij „Le Lac des Cygnes".
Men kan zeggen dat het London's Festival
Ballet een opvoering van dit ballet heeft
gegeven zonder uitzonderlijke hoogtepun
ten. Alles bleef op eenzelfde niveau. En
dit is de doodsteek van dit ballet gewor
den, temeer daar men in hetzelfde pro
gramma een in zich „inferieur" ballet
als „La Esmeralda" zag, waarbij juist af
geweken werd van de niveaunivellatie,
omdat Marilyn Burr en John Gilpin zo
boven de rest van de groep uitstaken, dat
men alle overdaad van overbodige bewe
gingen, van de hantering van requisieten,
die alleen maar het beruchte „net echt"
allooi dienden, voor lief nam.
Men is b\j de voorstellingen van het
London's Festival Ballet weer geconfron
teerd met het moeiiyke probleem van de
juiste richting waarin zich de danskunst
moet ontwikkelen, wy zün ervan over
tuigd, dat een danskunst zonder bravour,
zonder een overmoedige poging om zich
te onderscheiden van anderen, niet zal
bloeien. Wy zyn er ook van overtuigd, dat
een danskunst, die alleen maar zich richt
op het kweken van hyperindividuele top
prestaties zal sterven aan de kilte van
de virtuositeit. Maar het boeiende van de
danskunst is juist het balanceren tussen
het indivfdueei-opmerkeiijke en het ho
mogeen-afgewerkte. Dus een corps de bal
let ais sfeervolle levende realiteit en
kleurgevende „achtergrond".
Het London's Festival Ballet is nu niet
bepaald de renovatie van een ideale dans
groep. Dit zou ons te ver voeren van een
kritisch oordeel. Maar de potenties van
deze groep zijn niet te onderschatten. Niet
als een veronderstelling, dat uit deze
groep een ballet van het hoogste niveau
zal groeien, maar meer dan dat, want het
zou ons verwonderen wanneer het Lon
don's Festival Ballet niet de belofte zou
inlossen te behoren tot de beste dansgroe
pen van de wereld. Dat wij deze mogelijk
heid aanwezig achten, is naar onze me
ning voor dit ballet de juiste waardering.
Na deze algemene opmerking kunnen
wij thans enkele kritische opmerkingen
maken, waarbij men dus niet meer kan
veroordelen, maar alleen een oprechte
richtsnoer kan geven om tot een volledige
topprestatie te komen. De heimwee naar
de tijd van Diakhilew is niet meer een
verlangen dat nooit gestild kan worden.
Dr. Braunsweg, die het London's Festival
Ballet heeft geschapen zonder enige sub
sidie heeft bewezen, dat met de kracht
van de enthousiaste balletomaan een
dansgroep is te formeren, die tot artistie
ke prestaties in staat is, die veelbelovend
zijn.
„Le Lac des Cygnes" stelde n.l. teleur.
En wel door de discrepantie tussen de so
liste en de anderen. Margit Muller, de
ballerina die in Budapest in de Russische
school is opgeleid en in december uit haar
land vluchtte, heeft nog niet het niveau
van een soliste. Zij danst de Odette met
de kramachtige poging om volledig cor
rect te zijn. Maar haar techniek is ontoe
reikend. Zij schept niet de etherische
sfeer van een buitenaardse realiteit. Zij
blijft nog te veel de ballerina in spé die
poogt haar figuren tot een goed en be
vredigend einde te brengen. Wanneer zij
het toneel heeft verlaten, dan is het of
een geheel andere tonaliteit optreedt. Het
tempo verandert. De sfeer wordt door
broken. En men ervaart niet meer dat
Odette eigenlijk de hoofdfiguur is.
Het moderne ballet „Les deux er-
rants'' daarentegen is veel boeiender.
Belinda Wright toont een danseres van
formaat te zijn, zonder dat men door hét
hybridisch gegeven wordt verward. De
interpretatie van dit ballet van Wolf
gang Brunner is niet duidelijk. In het
programma staat duidelijk, dat het aan
de toeschouwer wordt overgelaten om
het te interpreteren. Dit is een grote
zwakte, die niet is te overwinnen door
het feit, dat men wordt geconfronteerd
met een ballet, waarbij als novum het
corps de ballet als onderdeel van het
decor wordt beschouwd. Op een enkel
trouvaille bouwt men geen heel ballet
op. Wij weigeren dan ook om een in
terpretatie te geven. Maar wij willen
wel stipuleren, dat Belinda Wright een
uitzonderlijk begaafde danseres is met
een verblijdende vitaliteit, waardoor het
aanschouwen van dit ballet alleszins de
moeite waard is.
„La Esmeralda" van Nicholas Berio-
soff is eigenlijk een ballet, dat vol
zwakke punten aan elkaar hangt. Een
overdaad van requisieten in een de
cor van Nicola Benois, dat een herzie
ning nodig heeft. Maar dit ballet, dat
gemaakt is naar het beroemde stuk lite
ratuur van Victor Hugo „Notre Dame
de Paris", uit de film bekend als de
„Klokkenluider van de Notre Dame", is
van een romantiek, die moeilijk meer te
verteren is. Toch is dit ballet het hoog
tepunt van dit derde programma ge
worden door het aandeel van Marilyn
Burr en John Gilpin. Twee uitzonder
lijk begaafde dansers, die een virtuosi
teit hebben bereikt, die verbluffend is.
Het is werkwaardig, dat het aandeel van
Marilyn Burr zo gering is, want zij is de
ballerina assoluta van het Londons Fes
tival Ballet. Geraffineerd virtuose tech
niek gepaard aan een oprecht tempera
ment en een verfijnde vormgeving. Het
is een puur genot haar te zien dansen.
John Gilpin, die reeds in „Etudes" ex
celleerde, heeft alle verwachtingen in
gelost. En dit is een compliment dat
men een danser slechts bij uitzondering
kan geven.
Wat het Londons Festival Ballet heeft
gedemonstreerd, is van hoog gehalte en
vaak van een puur danskunstig festijn
met een artistieke spankracht, die uit-
zonderlijk is. Wij hebben veel lof voor
deze groep, en het zal ons een groot ge
noegen zijn om haar nogmaals te aan
schouwen.
Geoffrey Corbett, die Het Gelders
Orkest dirigeerde, stond weer voor de
bovenmenselijke opgave om binnen en
kele dagen een repertoire in te studeren,
dat naar het resultaat te oordelen niet
als geheel geslaagd beschouwd mag wor
den. Zowel blazers als strijkers stelden
zeer teleur. Als slotconclusie herhalen
wU, dat naast de teleurstellingen een
overdaad aan dansgenot is gedemon
streerd, dat uniek is.
Bu.
(Advertentie»
HuidzulverWeid Huidgezondheid
Aansluitend by de Nationale Dodenher
denking en als slot van de jaariykse „Stil
le tocht" naar de Algemene Begraafplaats
te Woensel, waar honderden oorlogsslacht
offers liggen begraven werd zaterdag
avond in „Katholiek Leven" het aangrij
pende „Messa da Requiem" van G. Verdi
uitgevoerd door een machtig koor van
ruim 220 zangers, met begeleiding van het
Brabants Orkest en een kwartet voortref
felijke solisten onder algemene leiding van
dirigent Martin Gruithuyzen van het Eind-
hovense „Bel Canto"-koor. Aan deze ma
gistrale Requiem-uitvoering werkten mede
het gemengd koord „Bel Canto", het Toon
kunst-oratorium en kathedraal kerkkoor
uit Roermond. Het solistenkwartet werd
gevormd uit de sopraan Heieen Verkley,
de alt Aafje Heynes, de tenor Han le
Fèvre en de bas Leo Ketelaars.
Bijzonder de warm-getimbreerde alt
Aafje Heynes heeft haar partij met grote
expressie en gevoelige voordracht gezon
gen, daarbij terzijde gestaan door de se
rene sopraanstem van Heieen Verkley,
de bezielde, lichte tenor van Han Ie Fè
vre. De bas Leo Ketelaars komt minder
aan bod in de partijen, maar heeft als so
list en in de kwartetten niet minder vol
daan. Voor de tweede maal voerde dit wat
timbres betreft zeer homogene solisten
kwartet Verdi's „Requiem" in onze stad
uit bij deze Dodenherdenking. Waar het
dramatisch element in de wat „opera"-
achtig en niet liturgisch aandoend „Re
quiem" van Verdi het hoofdaccent legt op
de reine vocaliteit der koren, klonken de
koorgedeelten door de massale koren ge
zongen ook imponerend. Er bestond een
goede samenklank tussen het Brabants or
kest en de beide koren. De dubbelfuga in
de sequentia Dies Irae, die de siddering
voor de majesteit van de „Rex tremen-
dae" zo aangrijpend uitbeeldt, naast de
vertederde bede „Salva, fons piëtatis", was
Verdi op zijn best, in zijn virtuoze stem
voering, het scheppen van kleur en sfeer
en zijn bravour in de achtige koorexpres
sie. De aanhef door de trompetten bij het
„Tuba mirum" werkt verpletterend. Na
het fel bewogen „Dies Irae", valt als een
verstilling, de rust in de liefelijkheid der
duetten en duetten, door de solisten zeer
homogeen gezongen bij het „Domine Jesu"
en het in alle stemmen herhaalde „Quam
olim Abrahae promisisti". Het sanctus
met Benedictus brengt een nieuwe sfeer
in oude fugatische vorm, met als sluit
stuk het „Hossanah in Excelsis" voor vol
koor en orkest. Ongetwijfeld behoort het
Agnus Dei" tot de delicaatste delen dezer
klassieke compositie. Na het even ver
stilde „Lux aeterna", motet voor solo
stemmen en a capella koor, volgt het
machtigste deel „Libera Me", in lectiotoon
door de sopraan ingezet, maar dat zich
geleidelijk ontwikkelt tot een brok gran
dioze muziek in de slotfuga, vol polyfone
schoonheid. Verdi's „Requiem" besluit
met de schier gefluisterde bede, unisono
gezongen „Libera me". Dirigent M. Gruit
huyzen leidde het geheel rustig en met
vaste hand. De uitvoering werd bijge
woond door de nieuwe burgemeester, mr.
dr. C. M. van Rooy, vele geestelijken en
een select publiek. De dames-solisten ont
vingen bloemen, dat aan het einde
het wel ongewone applaus (na een „Re
quiem") aan de uitvoerenden en dirigent
niet wilde onthouden. „Bel Canto" en
„Roermonds oratoriumkoor" kunnen met
trots op een zeer geslaagde uitvoering te-
rugbikken. Hopelijk wordt deze „Re
quiem" bij de Dodenherdenking een tra-
dite.