Film rond kanalisatie van de Durance Wal Vlaanderen ons heeft geschonken .Week van de fotografie 1957" „DAS GAB'S NUR EINMAL" R Draken- stijl en -dialoogvorm LAAT UW DOCHTER NIET AAN HET TONEEL GAAN NA VIJFENTWINTIG JAAR Opnamen houden gelijke tred met de werkzaamheden Vb ^atie Johnson overleden Katholieke Film stichting in Chicago Somber geluid van Gordon Sandison Dicht bij liet leven V ernieuwingen Filmsterren zijn soms banale wezens Hans Roest Westfries Museum te Hoorn geopend Nederlandse kunste naars vliegen uit Hans van Bergen ZATERDAG 11 MEI 1957 PAGINA 5 Oman«vtrlopen- ^roduktie van twee speelfilms aangekondigd ^C°S?r van de stichting is mgr. L. Produï?ick' die voor dit faar reeds de Het is een kwalijk teken, wanneer men voor zichzelf tot de ontdekking komt, dat men aan het herdenken toe is. Het kroonjaar van een min of meer belangrijk feit in iemands leven betekent in ieder geval, dat men zoetjesaan oud wordt. Maar ontkennen helpt niets: het is deze maand 25 jaar geleden dat de Vlaamse literatuur „ontdekte". Het was een grootse, allesoverheersende gebeurtenis, nog vóór de officiële literatuurlessen op school de directe invloed van een levende letterkunde te ondergaan. Aanvankelijk gestimu leerd door professor Jules Persijn (de eens zo gezaghebbende katholieke criticus, die thans geheel vergeten schijnt te zijn waarschijnlijk als gevolg van zijn niet te ontkennen eenzijdigheid), heb ik een paar jaar lang niets anders dan Vlaamse romans en gedichten gelezen. Ook later, toen de Noordnederlandse lieratuur me bezig hield, ben ik met warme en hartelijke belangstelling het wel en wee van de Vlaamse letteren blijven volgen. Mijn eerste schriftuur ruim 20 jaar geleden, ging over een Vlaamse roman, van Felix Timmermans en (nog een jubileum!) dit artikel is het honderdste dat ik in de laatste drie jaar in dit blad en enige week bladen over Vlaamse kunst en kunstenaars heb geschreven. Adriaan Boer-prijs ingesteld MENSEN SLIKKEN ALLES HERMAN TEIRLINCK leven is belangrijker KUNSTMARKT OP HET AMSTELVELD WERELDNIEUWS rj, (Van onze filmredacteur) *'enine')^'10eve van de elektriciteitsvoor- rUk be '1S mCn op 'le' °Sel,bl'k 'n Frank- ren. de r'vier Durance te kanalise- totaai v°"d deze werkzaamheden, die in ce"' de titel' ^aar zullen duren, wordt onder j die te» ,-i Vive" een film gemaakt, t&'l ■'fo-eiew k met de voltooiing van de hy- iVii then. f. r'sche installaties zal gereedko- spee'irt vrouwelijke hoofdrol wordt ge- l7-Jari Pascale Audret, een thans tben v8e debutante, die bü het gereedko- ®uran f'lm" en yan het werk aan de den, 7Ce,~" n,eerderjarig zal zjjn gewor- beeido°e-s ook me' de door haar uitge- Dj. ."Suur het geval zal zjjn. Voor 'S de. eers'e maal, dat de opnamen de j„ e®« film worden gemaakt naarmate kelin, scenario genoemde tjjd ook wer- het ni .heeft men in de omgeving van verled Gap de °Pnamen> waarmee hervat n ^aar een aanvang werd gemaakt, r°mati 6n die gelegenheid vertelde de film "schrijver Jean Giono, die voor deze SchrHft eerste oorspronkelijke scenario talent Wat hem er toe had gebracht, zijn heming11 ^iens^ stellen van deze onder- tookfc in dit avontuur heeft aange- heid n"' aldus Giono. „is de mogelijk- in e °m mijn gedachten uit te drukken is taal, die volkomen nieuw voor mij hiek AHioux heeft mij met de tech- ®em Vtn het scenario-schrijven vertrouwd haai L' Bij het ontwerpen van mijn ver- land u 'k gebruik van de feiten, het den S j.ap en de mensen. De moeilijkhe- ee .die zich bij het vervaardigen van een m voordoen, zijn voor mij eerder hehbaansporing geweest dan dat ze mij Den kunnen afschrikken. ln^ioc6 J°hnson, de 78-jarige actrice, die ler.,, 5 wegens haar rol in „The Ladykil- actr' Werd gekozen tot beste Britse film- terdlce van het jaar, is verleden week za- ovn-ig in haar woning te Elham in Kent j?rjeden. et succes van Miss Johnson als de lie- Katie Johnson, op 78-jarige leeftijd over leden bes°ude dame in de film met Alec Guin- ken kwam, nadat ze jaren lang onbete- op u .de rollen had gespeeld in films en ov at toneel. Het gevolg was, dat ze werd ViSie:s*fo°md met aanbiedingen van tele- ip fadio en dat ze een hoofdrol kreeg de ~h nieuwe filmkomedie. Miss Johnson, G.Ba we van de Britse acteur Frank hade heeft, toen zij haar einde voelde »ichtren' instructies gegeven, dat het be- grafp v.an haar overlijden pas na de be- ems bekend zou worden gemaakt. liekp Chicago hebben Amerikaanse katho- rQe p eetj filmstichting in het leven ge- Voijg p'. die zich ten doel stelt, waarde er films te gaan produceren, waartoe 4o m ?nds van 10 milioen dollars bijna ^acht °en gulden) zal worden bijeenge- docurL van fwee speelfilms en enige mentaires heeft aangekondigd. p. X X X X lieSj.ng Crosby, dis nog al eens geld ver- ^0PenIllet paarden. die niet hard genoeg Zijp f;,^5rdmnt dubbel en dwars terug met Pro, films. Hij heeft een aandeel van 25 ciety?,nt in de winst op de film „High So- hij v Pact Grace Kelly. Bovendien is ste f:,or 25 Pet. eigenaar van zijn nieuw- Ziin ',IVIan on Fire" biet c,v°lgende film wordt een „musical niet Stanley Dohnen als regiseur.Het is heipgU'fSesloten, dat Bing deze film zal de fmancieren en zal meewerken aan Pr°dukt: Over het bouwen van dammen zijn al verschillende films vervaardigd, waarbij men de nadruk legde op de maatschappe lijke zijde van de werkzaamheden: de con flicten tussen werkgevers en arbeiders, de verhouding tussen ingenieurs en hun personeel. Maar dat is niet het grootste probleem. Het werkelijke probleem ligt bij de mensen, wier leven evenzeer zal ver anderen als de loop van de rivier, waar aan zij van geslacht op geslacht hebben geleefd en gewerkt. De afgedamde Durance zal haar bed ding verlaten en voortaan door een ka naal vloeien, dat daarmee slechts ge-1 deeltelijk parallel loopt. Er zal een meer j ontstaan. Dorpen zullen onder water wor- I den gezet. Sommige landerijen zullen ver- I loren gaan, andere zullen vruchtbaar worden. Wat hoop betekent voor de één. zal de wanhoop zijn van de ander. Hor- tense. de heldin van de film, een minder jarige erfgename, zal het voorwerp wor den van begeerten en berekening, even- j als de Durance. In feite is zijzelf de Du rance. „L'Eau Vive" wordt geregisseerd door Francois Villiers. een broer van de acteur j Jean-Pierre Aumont. Als producent en regisseur van verschalende documentai-1 re films was hij de aangewezen man om deze film te maken, die haar gegeven, haar problemen en haar beelden aan de werkelijkheid ontleent. Britse moeders, die haar dochters met alle geweld aan het toneel willen hebben, kregen van Gordon Sandison, secretaris generaal van Equity de vakvereniging van Britse acteurs, te horen dat ze haar am bitieuze plannen beter konden laten va ren. Tijdens de jaarvergadering van Equi ty deelde hij mede, dat 34 procent van de 9.000 leden zich een karig bestaan moet verwerven met bijverdienste op allerlei gebied. Van de c\3rige leden verdient 26 procent gemiddeld minder dan tachtig gulden per week, terwijl slechts 40 procent een ruim inkomen heeft .„Alleen uit zonderlijk talent, volharding en veel geluk rechtvaardigen de keuze van dit hart brekende beroep", aldus Sandison. In Amerika daarentegen hoeft men heus geen ster en zelfs geen bijrolspeler te zijn om heel wat meer te verdienen dan tachtig gulden per week. Daarover kan de Britse schrijver Terence Rattigan meepraten, die zoals we verleden week zagen, na 'n kort verblijf meer dan genoeg had van Hollywood. In dit Mekka van de film huurde hij met Rex Harrison een huis en samen besloten zij een keukenmeid in dienst te nemen. „Voordat die in dienst trad", aldus Ratti gan, belde ze ons op met de boodschap, dat ze net een Caddilac had gekocht, dat ze die liever niet zelf tegen de heuvel wilde oprijden en of we zo vriendelijk wilden zijn, maar even onze chauffeur te sturen om dat voor haar te doen. Rex ging de wagen toen zelf maar halen, want hij had geen eigen chauffeur. De volgende dag vertrok onze keukenmeid weer.." Tenslotte vonden ze twee dienstboden Hester een kokkin en Patsy, 'n dagmeisje. „Schatten allebei", aldus Rattigan, „maar verschrikkelijk duur.Samen verdienden ze ƒ.510— per week en dat vond iedereen in Hollywood nog goedkoop ook" Onwillekeurig stelt men zichzelf de vraag: wat is het, dat mij zo sterk heeft aangetrokken? En: wat heb ik Vlaande ren te danken sinds die dag, dat een vers van Gaston Burssens opeens méér voor mij was dan alleen maar „mooi"? Dat de roman „André Terval" van de toen 's Werelds kleinste acteur is Werner Kruger, 40 jaar en slechts 93 cm. lang. Knt~ i, no,be,if m*\&jZLSföSS2ï'J?SSl SS dc opnamen voor de nieuwe kinder film „Uprise in Lubbarland" (op stand in Lubbarland)Zijn creaties, waarbij hij alles wat gewichtig is, voor de gek houdt, hebben veel succes, zowel bij de kinderen als de volwassenen. Wijlen Adriaan Boer unieke figuur Komende week wordt het fotografe ren door amateurs eens extra „belicht". Plaatselijk worden allerlei activiteiten georganiseerd. Zo hebben in Amster dam, Arnhem, Leiden, Rotterdam en Utrecht fotowedstrijden plaats in samen werking met politie en de afdelingen van de Vereniging van Veilig Verkeer, met als opdracht „Fotografeer.... vei lig verkeer". Deze tweede filmweek, uitgaande van de Stichting ter bevordering van de amateurfotografie, werd gistermiddag tijdens een stijlvolle bijeenkomst in „Es planade" te Utrecht officieel door bur gemeester jhr. mr. C. J. A. de Ranitz geopend. Hij deed dit met een knop te drukken, waardoor op een kaart van Nederland in Lichtletters de woorden „Week van de fotografie" verschenen. Te voren had de voorzitter, de heer J. Wohlslag een geestig welkomstwoord gesproken tot het „fotogeniek" gezel schap, hetgeen hij slechts met een korte „momentopname", een „kleine opening" kiezend wenste te doen. Mr. M. Geerling reikte vervolgens als secretaris de „Gouden Iris" uit, die postuum is toegekend aan wijlen de heer Adriaan Boer en in ontvangst werd genomen door diens zoon, de heer Dick de Boer. In de vorm van een gouden dasspeld wordt de Irisprijs bestemd voor de gene, die door zijn werkzaamheden en activiteiten of bijzondere onderzoekin gen krachtig heeft bijgedragen tot de be vordering van de amateurfotografie. Hoezeer de heer Adriaan Boer, die in 1940 op 65-jarige leeftijd overleed, deze onderscheiding verdiende, bleek uit de levensschets, die zijn meer dan 80-jari- ge vriend, de heer Becker gaf. Hij heeft zich geheel autodidactisch ontwikkeld, was de voornaamste handelaar op foto- technisch gebied en uitgever van ver schillende vakbladen. Als zodanig was hij een unieke figuur in Nederland. In zijn dankwoord deed de heer Dick de Boer de verrassende mededeling, dat de uitgeverij „Focus" een prijs van 500 uitlooft voor de best geslaagde kandidaat van het examen fotografie-fotohandel, waarvoor een buitenlandse reis gemaakt moet worden met bezoek aan een foto grafisch centrum. Daarvan zal een foto grafisch verslag gemaakt moeten wor den. Ter nagedachtenis van zijn vader zag hij daaraan gaarne de naam „Adri aan Boer-prijs" gegeven. De bijeenkomst werd opgeluisterd met muziek van hec kwartet „Nos jungit musica", bestaande uit. leden van het U.S.O. en onder leiding van Martie Ver- denius werd onder het motto „Foto's voor U" een aardig cabaret-programma gegeven. mij openstootte? Met de gretigheid en onverzadigbaar heid van de jeugd en de volkompn toewij ding van de verliefde heb ik de werken van Vlaamse dichters en schrijvers gele zen en herlezen. Ik heb zelfs de oude ren niet overgeslagen en denk nog met bewondering terug aan zekere romans van Gustaaf Vermeersch en Viginie Loveling. Dit staat vast: de Vlaamse literatuur heeft een belangrijk deel van mijn leven gevormd. En mijn leven voor een belangrijk deel gevormd. Dit zie ik dan ook als wat mij altijd zo onweerstaanbaar in de Vlaamse literatuur heeft geboeid dat zij zo heel dicht bij het leven staat dat de polsslag van het leven in haar klopt. Vele jaren geleden heeft Herman Teir- linck in een interview met André de Rid der (Hollandia, 1909) deze uitspraak ge daan: „Ik schat het leven veel hoger dan de kunst". En verder: „Kunst is le ven. Uw leven maakt ge niet". Ik ge loof, dat deze woorden onverminderd gel dig zijn gebleven, niet alleen voor het werk van Teirlinck. maar voor het beste deel der gehele Vlaamse literatuur. Talloos zün de boekenfiguren, die als levende mensen uit de romans van Vlaam se schrijvers tot ons zijn gekomen. Daar zijn de stoere, rijke boeren en slavende knechten en meiden van Stijn Streuvels; de verfijnde, deftige stedelingen van Her man Teirlinck, de meester die verleden letterkunde prijs der Nederlanden. Er zijn de tobbers en duiders van Lode Zielens; de mensen uit het werk van Walschap: het heerken, Houtekiet, Zuster Virgllia En onvergetelijk zijn de figuren uit de romans van Willem Elsschot, de man die zijn tijd zo ver vooruit was dat thans, nu wij zijn vijfenzeventigste verjaardag vie ren, nog geen bladzijde in zijn Verzamel de Werken (de schitterende feestbundel, die zojuist bij P. N. van Kampen te Am sterdam verscheen en waar in ons blad reeds een artikel over is verschenen) is aan te wijzen, die verouderd aandoet. Het is trouwens steeds zo geweest, dat Vlaanderen het gevoeligst scheen voor vernieuwingen. Enige ervan zijn niet min der dan verbazingwekkend: het is niet voor niets, dat de Vlaamse experimen telen hun bloemlezing beginnen met Gui- do Gezelle! Verrassingen en vernieuwingen hebben zich trouwens ook vaak voorgedaan bin nen het oeuvre van één bepaalde auteur zij hebben het uiterlijk van de Vlaam se literatuur zo'n boeiend en afwisselend aanzicht gegeven. Men denke bijvoor beeld aan de evolutie van Karei van de Woestijne en aan Paul van Ostayen. Wie had verwacht, dat de dichter Marnix Gij- sen na de oorlog met het meesterlijke pro zawerk „Joachim van Babyion" zou ko men en dat hij daarna een hele reeks romans zou schrijven en daardoor een van de interessantste en vruchtbaarste romanciers der Nederlanden zou worden? Geen mens ook had kunnen bevroeden, dat Herman Teirlinck op hoge leeftijd niet slechts één doch twee meesterlijke romans zou schrijven „Het gevecht met de engel" en „Zelfportret, of Het Gal gemaal". En na zijn vijfenzeventigste ver jaardag kwam hij met een uiterst waar devol boek over toneelkunde „Wijding bij een derde geboorte" waarin hij, een der jaar terecht is gehuldigd met de grote voortreffelijkste vakmensen op het terrein (Van een medewerker) Voor de tweede maal binnen korte tijd is in Duitsland een boek over de film ver schenen, dat vanwege zijn omvang en be tekenis de tijd wel zal trotseren. „Das gab's nur einmal", een titel, die herin neringen oproept aan de glorietijd van de Ufa, geschreven door de befaamde Duitse journalist Curt Riess een vaar dig en vlot schrijver, die personen en om standigheden uit de Duitse filmwereld van nabij en uit eigen ervaring door en door kent. v hdber00^86 bioscoop-technicus Hilmar ft rI>en eeft een nieuw lenzen-stel ont- dat hij „Norwayscope" heeft ge- ,°fh>aat Waarmee het mogelijk is elk chertn film van 8 tot 52 mm) op een ,QrrnaaIVan elke gewenste afmeting (van *eern - cinemasc°Pe of volgens het A O Todd te projecteren. Sandberg. hier met zijn vinding afge beeld, werkte voor de verwezenlijking van zijn idee samen met de Deense specia list op het gebied van de lenzen-fabrikage, Holger Nielsen. Naar het oordeel van deskundigen be tekent de vinding van Sandberg een om wenteling op het gebied van de bios coopprojectie. Gedurende de oorlogsjaren verbleef Riess in het buitenland. Na het einde keerde hij terug en bezocht hij zijn oude vrienden en relaties, voor zover die be reikbaar en nog in leven waren, om uit hun mond hun ervaringen te vernemen. Zo schreef hij zijn geromantiseerde ge schiedenis van de Duitse film ,te begin nen bij: de Kintopp en eindigend op de ruïnes van de droomfabrieken der roem ruchte Ufa in Babelsberg. waarvan hij een hallucinante beschrijving geeft. Riess is een geboren verteller, die 800 bladzijden spelenderwijze vult met talloze verhalen over allen, die de Duitse film hebben gediend en grootgemaakt, afwis selend met 600 deels nooit gepubliceer de foto's. Hoewel Riess geen nazi-vriend was, valt het op, dat hij zijn sujetten zo veel mogelijk sauveert, ook die wier doen en laten op geen enkele wijze goed te praten zijn. Is allés, wat hij al babbelend en doku- menterend van vóór de oorlog verhaalt, op zich al ongemeen interessant, zoals het ontstaan van de Ufa en wat zich daar bij achter de schermen heeft afgespeeld, wat hij over de gang van zaken in Duits land tijdens de laatste oorlog vertelt is zo mogelijk nog boeiender. Met name de handel en wandel van Goebbels en diens eindeloze intriges en conflicten met pro- duktieleiders. regisseurs en spelers, de schandalen en blunders, zijn onthullend, amusant en soms dolvermakelijk. Men kan Riess verwijten, dat hij de spe lers, vooral de verafgode sterren, teveel aandacht en eer schonk, vooral ten op zichte van de talenten, die de Duitse film waarlijk hebben groot gemaakt, als een Ruttmann en een Richter en ook, dat hij aan het toneelspel voor de film een fil mische waarde toekent, die het niet heeft. Zo is zijn bewondering voor figuren als Jannings, Albers, Georg en andere „ster ke" spelers voor de ware filmliefhebbers ongemotiveerd en bepaald ergerlijk. Dit alles neemt intussen niet weg, dat men geboeid leest over het leven en het werk van talloze figuren als Henny Por ten, Harry Piel, Asta Nielsen, Lilian Harvey. Erich Pommer. Robert Siodmak, Fritz Lang en heel die bonte galerij van namen, die eens werelden van fantasie en droom opriepen. Hoe het met al deze grootheden gegaan is? Riess beschrijft het allemaal: het tragische einde van Harry Liedtke, Heinrich Georg en zoveel ande ren, hij vertelt van trouw en verraad, van heldenmoed en lafheid, heel de onver kwikkelijke geschiedenis van het schand- stuk „Jud Suss", honderden pagina's vol. Wie de gebreken doorziet, kan van het boek, dat in het Stern-Verlag is versche nen en in ons land bijna 19 gulden kost, veel leren. Al was het alleen maar iet feit, dat de halfgoden die men filmster ren noemt, maar heel gewone en soms verschrikkelijk banale wezens zijn. P.v.d.H. Een draak wordt meestentijds niet alleen door het verhaal gemaakt, maar evenzeer door de taal en de dialoogvorm. Ja zelfs: een drakerig verhaal kan volkomen gered worden door de taal en dialoogvorm. Nemen wij sommige stukken van Shakespeare maar ter hand. We kunnen onmogelijk beweren, dat deze van alle draken-elementen vrij zijn, maar de taal en de dialoog zijn zo briljant en meesterlijk, dat ze ons nog immer boeien. Alleen om de taal en de dialoog al lezen wij deze stukken en gaan er naar zien; het verhaal interesseert ons minder; bovendien kennen wij die verhalen allang. We kunnen hier een vergelijking trekken met de opera's. Het verhaal is meestal stompzinnig onbenullig en uitgesproken drakerig, maar het is ons te doen om de vorm, waarin het verhaal gegoten is; hier de muziek, bij het toneelspel: de taal en de dialoog. Taal en dialoog in een toneelstuk zijn van zo'n ontzettend groot belang, dat zij een verhaal kunnen redden, maar nooit andersom; een verhaal zal nooit taal en dialoog redden; evenals het verhaal nooit de muziek in een opera redden kan. De draak zal dus het eerste gekenmerkt worden door de houterige taal en de nietszeggende dialoog. Het stuntelige of onmogelijke verhaal vervol maakt het draak-zijn van de draak alleen nog maar. Maar de mensen slikken alles, zowel een onmogelijk verhaal 'als een klungelige dialoog. En dat is juist, waarom draken, zoals „De Rani antwoordt niet", hetgeen wij vorige keer besproken hebben, het zo goed doen. En ofschoon een houterige taal en een nietszeggende dialoog de eer ste kenmerken zijn van een draak, het is de mensen om het verhaal te doen. Om de vorm al of niet te waarderen, daaraan zijn de mensen nog niet eens toe. De men- sen zijn er niet in getraind. Als het ver haal maar spannend is en duidelijk, het liefst in dik zwart-wit getekend, met een flink brokje sentiment. En wij maar pro fiteren van deze onnozele instelling van het grote publiek, successen boeken met volkomen onbenullige stukken, triomfen vieren en onze clubkas spekken! Vorige week hebben wij het verhaal weergegeven van „De Rani antwoordt niet". Het bleek een volkomen onmoge lijk verhaal. Een aaneenschakeling van dwaasheden en onwaarschijnlijkheden. De logica ontbrak er volkomen aan. Der gelijke verhalen kunnen wij allemaal in elkaar zetten, als je maar een onlogisch mens bent. Want zo gauw je logisch pro beert te worden, klopt er niets meer van en gooi je het snel in de prullemand, on danks alle vals opgeroepen spanning. Maar laten we nu de taal en de dialoog van „De Rani antwoordt niet" eens onder de loep nemen. O huiver niet, het is zo voorbij, maar van zoiets kun je leren. Wij moeten trachten onderscheidings-vermo- gen bij ons zelf aan te kweken. Anders zien we er ook overheen. Vooral als ver trouwde uitgeverijen met dergelijke stuk ken bij ons aankomen. We zullen slechts een paar stukjes aantippen. Reder Van Royen weigert Ton zijn dochter ten huwelijk te geven. TON: U is een egoist. Een egoïst zelfs in Uw enige liefde. VAN ROYEN: Ik, ik za] de man voor haar uitzoeken. TON: Waardoor U haar geestelijk zult doden. Is dat Uw liefde voor Uw kind? Bah! VAN ROYEN: Iedere onderneming lukt me. Ook deze. TON: Neen! U weet niets van de men senziel! i Wat een prachtig stukje dialoog tussen een huwelijkspretendent en een schoon vader in spe! „U is een egoist". Hè hè, nu zijn we er. Nu weet Van Royen waar hij aan toe is. Maar Van Royen meent, dat hij nog honderd jaar terug leeft en zegt, dat hij zelf voor zijn dochter een man zal uitzoeken. Jaja. en die pientere Van Royen denkt.dat zijn dochter zich in deze tijd daarnaar nog schikken zal. Kom kom! Maar Ton durft het hem te zeggen: „U zult haar geestelijk doden". Dus Ton gaat er van uit, dat zijn dochter zich in deze tijd (het is een stuk van deze tijd!!) nog naar zoiets schikken zal en ziet haar reeds wegkwijnen als een bloem in ver keerde aarde. Vader is zeker van zich zelf: „Iedere onderneming lukt me. Ook deze". Maar nu weet Ton het toch beter: „Neen roept hij uit, „U weet niets van de mensenziel". Wat een diepe gedachte! Die Ton moet toch wel een groot mens zijn. die doorschouwt een mensenziel. Goedkope bombast. Even verder noemt Ton Van Royen „een liefdes-egoist". Hoogstwaarschijnlijk ter nadere bepaling van het bovengenoem de woord „egoist". Maar 'weet U wat een liefdes-egoist is? Het is gegooi met dikke woorden, waarvan de schrijver zelf de portee niet snapt. Van Royen is een duivel en dat steekt hij voor niemand onder stoelen of banken. De schrijver zegt: „hij strooit met men senlevens als confetti". (Gelukkig, dat Van Royen maar niet echt bestaat, anders konden we nog wat beleven op Koningin nedag Maar Vera, zijn dochter, vijf en twintig jaar oud (onthoudt dit laatste goed!), is zo'n engel van puur wit, dat zij geen kwaad over haar vader kan horen. Voor haar is haar vader een soort heilige. Dat vinden de mensen natuurlijk prachtig die on schuld in Vera, en als ze in plaats van 25 drie jaar oud zou zijn, zouden wij het ook prachtig vinden. Een kind van drie is nu eenmaal biind in haar ouder-verering. Nu goed, Vera is het ook, ondanks haar 25 jaren en ondanks de kritische blik, die de jeugd van tegenwoordig op de ouderen heeft. Moet U horen: de volgende dialoog met haar geliefde, als deze haar vertelt, dat haar vader „drijvende doodkisten" in de vaart heeft. VERA: Drijvende doodkisten? TON: Ja! Het wonderlijke is, dat het al tijd goed gaat. VERA: O! Van de rederij heb ik geen verstand. Maar als' mens keur ik het af. Wat een zielenadel schuilt er in dit laatste zinnetje. Als mens keurt Vera het af, dat haar vader om wille van het ver zekeringsgeld zijn mannen er aan waagt. VERA: (even verder) Vader heeft over ons (bedoeld: een eventueel huwelijk tussen haar en Ton) enige eigenaardi ge opvattingen, maar hij is zeker niet slecht. TON: (zuchtend) Misschien verander jij nog wel (van gedachten). VERA: Ton., ken je me dan nog niet, Je doet me pijn, jongen. TON: Je vader, Vera, ig een 6lecht mens. Voor geld verkoopt hij zijn ziel en zaligheid. VERA: (Fier) Je belastert mijn vader! Dat had ik niet van jou verwacht! TON: Dat begrijp ik. Voor jou is het moeilijk te geloven. VERA: Je stelt me teleur. TON: Het spijt me voor jou, maar het is de waarheid. VERA: Ik wil niet, dat je zo over hem spreekt. Je ziet alles verkeerd! TON: Het ergste is, dat hij mij mee sleurt. VERA: Ton, je weet niet precies, wat je zegt. Er is iets met jou aan de hand. TON: (uitbarstend) Dat is er ook, meis je! Maar als ik je het vertel, geloof je me zeker niet. Het is zo onwaarschijn lijk, dat niemand het zou geloven. VERA: Betekent dit. dat je mijn vader weer wilt belasteren? TON: Dat wil ik juist niet! VERA: Dat wil je wel! Genoeg tekst aangehaald. Als het U nu nog niet duidelijk is, dat deze tekst stum perig is, dwaas en onmogelijk, dan weet ik het ook niet meer. Om al te lange tekst te voorkomen, hebben we hier en daar een regel overgeslagen. Waarom ver telt Ton haar niet, wat er aan de hand is. Haar vader gaat een miljoen verdienen door twee boten met bemanning de lucht in te laten vliegen en het gevolg hiervan is een oorlog. Maar dat is juist het groot ste zwakke punt in dit stuk, dat Ton het niet aan Vera vertelt en haar straks ook in angst laat zitten. En Vera hecht na tuurlijk veel grotere waarde aan de op rechtheid van haar vader dan aan die van Ton, haar geliefde. Zoiets komt wel niet in de werkelijkheid voor, maar in dit stuk wel. Nog één zinnetje uit de tekst, omdat het zo'n alleraardigst zinnetje is. Van Royen ligt geknakt, want met de boten, die de lucht ingaan .zal ook zijn zoon de lucht invliegen. Vera, voor wie nu niets geheim meer is, staat zielsbedroefd. Maar er is nog één kans, om alles te red den. Namelijk als de aarts-spionne Daphne Verlaine een sein aan het schip de Wodan geeft. Maar Daphne is niet te vermurwen. Dan richt Ton het woord tot haar en spreekt: TON: Vrouw, zie wat je hier aange richt hebt! Bedenk, welk leed je nog meer rondstrooit! Een aardig zinnetje. Zo'n echte volzin van een groot schrijver, maar Daphne gaat niet door haar knieën. „Dat zijn mijn za ken niet" antwoordt ze koel. En ze heeft nog gelijk. Om zo'n zin zou ik hetzelfde gezegd hebben. ..Laat die boten maar de lucht invliegen". van de toneelspeelkunst, zqn inzichten en ervaringen mededeelt. En nog steeds schrijft hij voort en werkt hij aan de uit gave van zjjn Verzamelde Werken. Ook Raymond Brulez, speels en onbe rekenbaar als altijd, zorgde voor een aangename verrassing: zijn geromanti seerde autobiografie in vier delen. En in plotselinge gulheid voegde hij er nog maar gelijk een paar sterke oorspronkelijke to neelspelen en novellen aan toe. Levend is de Vlaamse letterkunde dus niet alleen in de hoek der jongeren als Hugo Claus, maar ook bij de ouderen. Gaston Burssens ondertussen ook al over de zestig, publiceerde verleden winter in het Nieuw Vlaams Tijdschrift een cyclus verzen, die hij zijn laatste waande. Van daar de toepasselijke titel „Adieu". Na- - -v dien ontstond een stroom van wel zeven tig nieuwe verzen, die de dichter nu maar „Posthume verzen" heeft genoemd. Over leven in Vlaamse literatuur gesproken! Die levensdrang openbaart zich in de Vlaamse letteren in duizenderlei vorm en schakering maar overal is zjj terug te vinden, zinnelijk soms, doch gezond. Zelfs van de pessimisten en sceptici krijgt men een positief antwoord op de vraag: „Moe der, waarom leven wü?" Het beste van de Vlaamse kunst is, naar h-et woord van Teirlinck, niet ge maakt, evenmin als het leven. Daarom is zij een zo rijke en onuitputtelijke bron levend, stromend en daardoor zichzelf steeds vernieuwend. Ik weet, Vlaanderen veel dankbaarheid verschuldigd te zijn! De staatssecretaris van O., K. en W„ mr. R. Höppener, heeft gisteren het geres taureerde Westfriese Museum te Hoorn heropend. De restauratie, die circa twee en een half jaar heeft geduurd, omvatte het weer in bruikbare staat maken van een drietal onderaardse gewelven, het in oorspronkelijke staat terugbrengen van de hal en herstel van tal van gebreken in de constructie van het gebouw. De gewelven waren een onderdeel van een groot huis, dat vroeger ter plaatse heeft gestaan en toebehoorde aan Gijsbert van Nijenrode. Naderhand werd dit gesloopt en verrees op vrijwel dezelfde plek het tegenwoordige gebouw, dat oorspronkelijk in gebruik was als vergaderplaats der Staten van West-Friesland en Noorder Kwartier. Toen aan het eind van de acht tiende eeuw dit college werd opgeheven, werd het gebouw bestemd tot zetel van de arrondissementsrechtbank en later tot kantongerecht. In 1877 is het Westfriese Museum erin gevestigd. Het gebouw is rijkseigendom. De inwendige restauratie heeft tegen de drie ton gekost. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om de voorwerpen chronologisch in een zekere congruentie met de in het gebouw voor komende reeks bouwstijlen te rangschik ken. Mr. Höppener wees er in zijn rede o.a. op, van hoe grote waarde het juist in deze tijd is zich te bezinnen op hetgeen in het verleden werd gewrocht. Dit d-oet de gemotiveerde liefde voor eigen stad groeien en draagt zoveel bij tot ware bur gerzin en tot een levensstijl, aldus de staatssecretaris. Binnenkort zal een aantal Nederlandse kunstschilders en tekenaars onder aus piciën van de KLM naar het buitenland vertrekken om in de verschillende landen schilderijen of tekeningen te vervaardigen ten behoeve van een in de toekomst uit te geven kalender. Als voorwaarde is gesteld, dat de kun stenaar in hun werk het land dat zij be zoeken op herkenbare^ wijze tot uitdruk king brengen. Overigens zijn zij in de keu ze van hun onderwerp vrij. Bovendien ligt het in de bedoeling van de KLM. alvorens tot reproduktie over te gaan, een tentoon stelling van deze werken te organiseren. De kunstenaars die hiertoe zijn uitge nodigd zijn: prof. Albert Troost (Grieken land); J. Gregoor (Frankrijk): Theo Bitter (Z.-Afrika); P. Citroen (Duitsland); mevr. J. J. Dalenoord (Portugal); O. D. Dicke (Japan); D. van Gulik (Ver. Staten) en J. van Heel (Peru). O Het Amstelveld zal maandag bij de traditionele bevrijdingsmarkt onher kenbaar zijn. Vooral door de inspanningen van enkele tientallen bekende Amster damse kunstenaars, die dagen en nachten bezig zijn geweest het plein een bonte en wonderlijke aanblik te geven. Op initiaief van de Amsterdamse stand werkers en georganiseerd door de even Amsterdamse kunstenaars- en studenten stichting „Le Canard" en de federatie van beroepsverenigingen van kunstenaars wordt een kunstmarkt ingericht. In talrijke kraampjes zullen werken van kunst en kunstnijverheid, ernstig of vro lijk, te zien en te koop zijn. Beeldhouw werken zullen tussen de kramen oprijzen; de fotografen en de cartoonisten prijzen er hun werk aan, dat zij ter plaatse maken. Ook de jonge schrijvers zullen Hun gezicht en hun werk laten zien. Tal van andere attracties zetten luister bij aan het feest, dat van 10 uur 's mor gens tot 10 uur 's avonds duurt.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 5