Tailleurtjes uit Mammie heeft alles M'n blouse, mijn rokje, m'n jurk en ook mijn mantel rl I M 0 m U H 1 12 1 U T 1 HOE BESTELLEN WIJ EEN PATROON? //C- ifetSP s B Bi 0 w'Bs i *3 S s£. 8 s S -s g £-* -F 8 S-g i Jé s Bij de tekeningen: a. Rechte klassieke mantel die best vervaardigd wordt in een lichtgekleurd vlechtweefsel- Eén rij knopen midden voor en een omgeslagen kraagje. Grote opgezette zakken- 2.10 m X 1.40 m. b. Autocoat in beige feutrine. Als enige garnering twee stiksels. Fantasiehaken en ogen en opgezette zakken. Naad in midden rug. Draag hem liefst op een plooirok. Een wijd ge fronst rokje is minder elegant eronder. 1.65 m X 1.40 m. cEnsemble in fijne tweed. Kort recht manteltje met opge zette zakjes en een naad in midden rug. Studentjes staat het in de zomer heel leuk en ze kunnen het dragen op een rokje met bloesje of een jurkje (d van het ensemble). Dit jurkje heeft een midden voor toegeknoopt lijfje en een kraagje in witte reps, dito opslagjes aan de mouwtjes. Cein tuurtje met een knoop dicht. Kort manteltje: 1-40 m X 1.40 m. Jurkje: 1.60 m X 1.40 m. e. Katoen, toile of zijde worden gebruikt voor het vervaar digen van dit sobere jurkje. Liefst een mooie pastelkleur met witte noppen bezaaid. Kraagje en opslagen in witte reps. Opgerimpeld rokje en ceintuurtje met een knoop. 2.40 m X 0.90 m. f. Eenvoudig blousje in witte popeline gedragen op een opgerimpeld rokje. Gestreepte toile of katoen, genopte zijde of een licht wollen stofje doen het er heel goed voor. Bloesje: 1.25 m X 0.90 m. Rokje: 1.80 m X 0.90 m. m mmwmm Onder: „BOBBY" CHRISTIAN DIOR Pied-de-poule viert 'dit jaar echte triomfen. Dit tailleurtje is in wit-zwarte pied-de-poule met eronder een blousje in witte reps zonder mouwen maar met een kort schootje. Van het tailleurvest worden slechts twee knopen dichtgemaakt waarna men pas goed merken kan hoe weinig de taille geaccen tueerd werd. De -mouwen versmallen naar de voorarm toe. Rechts: „POTIN" GRIFFE Een vlot fantasie-tailleurtje in heel hel beige. Het rokje is geplisseerd en van het man teltje worden alleen de drie onderste knopen dichtge knoopt. Bovenmouw en arms gaten zijn heel wijd terwijl de %ste mouwen naar de pols toe heel wat smaller worden. j>\v: a. Alle bestellingen uitsluitend per briefkaart te adresseren aan De Maas bode, afd. Patronendienst, Postbus 723, Rotterdam. b. Vermeld nauwkeurig nummer en letter van het patroon (en soort kleding stuk, bijvjapon enz.) en de maat. Verkrijgbaar zijn wanneer niet anders vermeldt wordt patronen in de maten 42, 44, 46 en 48, en dan nog enkel in gevallen waarin achter het nummer een letter staat. Voor kinderkleding leeftijd opgeven. c. Vermeld ook nauwkeurig uw naam en adres. d. Plak naast de postzegel van 7 cent een bedrag van 50 cent aan post zegels voor de kosten. e. Patronen zijn bestelbaar gedurende twee weken na het verschijnen van de krantwaarin de tekening werd afgedrukten worden binnen 14 dagen toegezonden. i Het patroon 354 X is in normale grootte te verkrijgen voor de maten van 9 tot 11 en van 11 tot 13 jaar. De maat voor 7 tot 9 jaar kan ook aangevraagd worden Een vierkantje is gelijk aan 10 cm. Na den en zomen zijn niet inbegrepen. Het patroon zoals het hier getekend is is be stemd voor de maat 11 tot 13 jaar. MANTEL: De lengte van patroondelen 1 en 2 moet gewijzigd worden en aange past aan het gekozen model. (Lengte na meten vooraleer te knippen). 1. RUG: dubbel knippen. 2. VOORPAND: dubbel knippen. 3. ONDERMOUW: Tweemaal knippen. 4. BOVENMOUW: Tweemaal knippen. 6. KRAAG: Tweemaal knippen. 8 of 9 (volgens grootte van de zak): twee maal knippen. In kleermakerslinnen knippen we: een belegsel voor elk voorstuk, een kraag en twee zakjes. Naaiwerk. (kort, 94 of lang). De beide voorpanden aan het rugpand zetten langs zij- en schoudernaden. Het belegsel met de goede zijden op elkander vouwen, dichtstikken bovenaan, inknip- pen en terugvouwen. Aan de binnenkant van beide voorsten eerst het belegsel in linnen met kleine flanelsteekjes vast naaien. Nu het teruggevouwen belegsel met zijsteekjes vastnaaien. De mouwen in elkaar zetten en zomen. In de armsgaten zetten. De beide kraagjes met de rechte zijde tegen elkander leggen en bovenop een kraagje in linnen (dat zonder naden geknipt is, net als belegsel en zak). Zo stikken dat we het kraagje in linnen even meekrijgen. Kraagje omdraaien, strijken en aan de halsopening zetten. (Boven- kraag met goede zijde tegen binnenzijde van de hals. Onderkraag terugvouwen, met een klein inslagje op de naad vast- zomen). De zakjes in linnen met flanelsteekjes op de andere zakjes vastnaaien. (Indien we d'r aan houden kunnen we nog een licht voerinkje binnen tegenaan de zakjes zetten). De zakjes vóór op de mantel naaien. Knoopsgaten borduren of fanta siehaken en ogen aanzetten. Om te ein digen brengen we een paar flink recht gelijnde stiksels aan. De mantelvoering knippen we volgens hetzelfde patroon als de mantel. De kraag en de breedte van het belegsel mid denvoor laten we natuurlijk weg. De voe ring gewoon in elkaar zetten en met zij- steekjes vastnaaien. (Bij het knippen van een mantelvoering doet men er goed aan in midden rug 1 cm meer te knippen- Bij het inzetten aan de hals een plooitje geven. Zo krijgt de voering voldoende glij-breedte). JURK: Van de patroondelen 7 en 10 laten we het schootje weg. 5 MOUWTJE: tweemaal knippen. 7. VOORPAND LIJFJE: tweemaal knip pen. 10. RUGPAND LIJFJE: dubbel knippen- 11. KRAAGJE: tweemaal knippen. 12. ROKJE: dubbel knippen zonder naad in het midden. (Tot de stippellijn, driemaal). 13. CEINTUURTJE: dubbel knippen zon der naad in het midden (stippellijn). 14. OPSLAGJE: tweemaal dubbel knip pen. Naaiwerk. De beide voorpanden met zij- en schou dernaden aan de rug zetten. Een opening van 10 cm laten aan de linkerzijkant (taille). De rokbanen samennaaien maar een opening laten van 15 cm tussen twee banen. Aan de taille oprimpelen of plooi tjes leggen. Het belegsel van de voorpan den naar de goede kant omvouwen, stik ken aan de bovenkant, inknippen en te rugvouwen. Boven- en onderkraagje aan elkaar zetten. Aan de hals zetten. De mouwen dichtnaaien en ook de kleine mouwop- slagjes. De opslagjes kunnen aan de mou wen vastgestikt worden of apart afge werkt en opgenaaid. Lijfje en rok aan elkander zetten. Opletten dat openingen en naden overeenstemmen. Drukknoopjes aannaaien of een ritssluiting inzetten. Zo men. Knoopsgaten borduren, knoopjes aanzetten. Het ceintuurtje met de goede kant opeen plooien, stikken, omdraaien en de uiteinden dicht naaien. Nog een knoopsgat borduren en een knoop aan zetten. BLOUSJE: De patroondelen 5, 7, 10, 11 en 14 worden ofwel tweemaal ofwel dub bel geknipt. (10 bv. dubbel). J n 1 f l Naaiwerk. Wordt net zo ineengezet als het lijfje van de jurk, zonder opening aan de lin kerzijkant evenwel- Het schootje gewoon zomen of stikken. ROKJE: Patroon no. 12 driemaal knip pen zonder naad in het midden (stippel lijn). Patroon 13 eveneens dubbel knippen zonder naad in het midden. Naaiwerk. In elkaar zetten zoals het rokje van de jurk. De taille wordt afgewerkt met het ceintuurtje dat aan de rechter zijde opge stikt wordt (goede kant tegen goede kant) dan terugvouwen en met een klein in slagje vastgelegd in het stiksel, (zoom- steek). In de opening aan de taille zetten we een ritssluiting en aan de uiteinden van het ceintuurtje haken en ogen. cxi CD CD SP crt CD 'e-* *D QJ - pc ho ér CD -er O -#-» O 9^ e-i cmj ■S 3 rS 3 esr öz5 cv aj c cv cv a ■3 -Si s v 1-7 Jf .S éx <V Cj O /F3 33 £7 ZN7 3 C c E JU - F F cu7 CD CD -'BC CD ur O Je 3? JT ér je? 3 F <É- J3-,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 10