H
ü*i'
lp®!
m
m
a
m
m
u
m
m
m
m
UWERQfl
VOORHHG
HEKSEN
ttfOUC
'fm
CIJFERPUZZEL 16
i!
w
m
EEN HEER GEOFFERD
A
w
Europa zal voorlopig nog van
kleuren-t.v. verstoken blijven
ONZE DAGELIJKSE
HET GRABBELT ONN
A
BRIDGERUBRIEK
s
worden 's zondags niet gewogen
m
fes
Massaproduktie economisch onmogelijk
Apparaat te duur en te
ingewikkeld
SP
M
8
H
91
0
fÜ
3
Vijftien vraagjes
Vijftien vraagje^ ei.
8 m
7
630
rt
ZATERDAG 18 MEI 1957
OM DE STUNT GEEN ZELFMOORD
Drie hoofdkleuren
Consequenties
AANSLAG OP FRANSE
PREFECT
Zijn vrouw kwam om het leven
Oplossing van gisteren
m
0
'M-
e
r
ÉP
s
Antwoorden
840
18
128
210
189
42
1920
9072
15
2
140
2520
3
8
20V8
m
2
4
5
b
b
8
1
7
1
5
7
5
1
1
8
b
8
9
2
9
7
4
1
b
5
7
9
8
9
3
1
l
(Van onze verslaggever)
EINDHOVEN, vrijdagmiddag
Het is geen geheim, dat de kleuren-televisie, die enkele jaren geleden
in Amerika zijn intrede deed, allesbehalve een succes is geworden. In 1956
werden er ruim 7 miljoen zwart-wit-ontvangers tegen slechts honderdduizend
kleuren-toestellen verkocht De oorzaak daarvan moet worden gezocht in het
grote prijsverschil: de kleuren-ontvangers zijn 2'/2 tot 3 maal zo duur als de
7wart-wit-apparaten. Technisch is het kleuren beeld ruim voldoende ver
wezenlijkt, maar economisch blijk' de massa-produktie van de ontvanger nog
onmogelijk. Het zal dan ook nog wel een hele tijd duren, alvorens de kleuren-
t.v. hier om de hoek komt kijken", vertelde ir. P. F. S. Otten, president
directeur van de N.Y Philips Gloeilampenfabrieken gisteren aan vertegen
woordigers van de pers na het bezoek van het Koninklijk paar aan Eindhoven.
Deze opmerking ligt in de lijn van dat
gene, wat ir. Otten reeds op de laatste
algemene vergadering over de kle' ren-
t.v. meedeelde. „Omwille van de stunt
mogen wij geen zelfmoord plegen. De ap
paratuur is nog te duur en het bedienings
systeem bovendien te ingewikkeld orr
deze vinding ingang te doen vinden bi;
de massa. Voor de ontwikkeling van de
zwart-wit-televisie hebben we elk dub
beitje tweemaal omgedraaid, bij die van
de klenren-apparaten doen we dat vijf
maal. Pas dan is het industrieel beleid
op de continuïteit gericht, die noodzake
lijk is om de arbeiders hun bestaan te
verzekeren.
Alles is er tegen om een „onrijpe'
bleuren-t.v. in te voeren", aldus merkte
ir. Otten tenslotte op en hjj knoopte et
bovendien nog een conclusie aan vast.
niet alleen Nederland, maar geheel
Europa zal voorlopig van de gekleurde
televisie verstoken blijven.
Enige technische bijzonderheden kre
gen het vorstelijk paar ('s morgens) en
de persvertegenwoordigers ('s middags»
te zien in het natuurkundig laborato
rium, waar Philips reeds enige .aren
experimenteert met camera's <-n beeld
ontvangers voor de kleuren-t.v. De aan
wezigen zagen hier het verschil tussen
zwart-wrt en kleuren-t.v. op een doek
geprojecteerd.
Naast de demonstratie-zaal is een
studio, waar speciale camera's staan op
gesteld, die kleuren opnemen. Men maak;
daarbij gebruik van de drie hoofdkleuren
rood, blauw en groen, die in de installati'
worden gescheiden. De ontvanger moe
deze drie kleuren weer tot één beeld
mengen.
Iedere tint kan uit de drie hoofdkleuren
worden geproduceerd. Overbrenging van
camera naar ontvanger geschiedt bij he-
experimenteren via kabels. Men moet
echter rekening mee houden, dat de thei
nadelige invloeden op deze overbre-gin..-
kan uitoefenen.
De heren ir. H. Rinia en dr. J Haan
tjes (directeur, resp. adjunct-directeui
an het laboratorium) gaven nog eet
overzicht van de diverse consequenties
van de kleuren-t.v. Economisch is he
waarschijnlijk niet mogelijk de ude
zwart-wit-toestellen. die momenteel in de
huiskamers staan, tot een kleurenontvan
ger te verbouwen (technisch dus w"
Met een kleuren-apparaat zal men óók
zwart-wit, maar met een „oud" toeslj»
ook „gekleurde" uitzendingen (in zwart
wit) kunnen ontvangen. Dat laatste is
al komt de kleuren-t.v. dan ook voorlopig
niet een geruststelling voor bezitters
van zwart-wit-apparaten; de technisch
uitvoering van zwart-wit-onivangst o,
een kleuren-scherm levert echter grot»
problemen op.
De kleuren, zoals die momenteel In
het Philips-Iaboratorinm worden ge
projecteerd, zfln volkomen natuurlijk
De blonde mevr. L. Smits was op hel
scherm even fcfond, de tomaten even
rood en de bananen even geel als in i>
studio, waar de camera's snorden onder
de felle lampen.
De vrouw van de prefect van het de
partement Nederrijn te Straatsburg is het
slachtoffer van een aanslag geworden.
Een pakje, dat een paar dagen geleden
bezorgd was, ontplofte toen zij het wilde
Dpenen. Zij moet op slag dood geweest
zijn.
Het pakje dat een sigarenkistje bevat
te was in Parijs gepost. Het was in wit
papier gewikkeld en geadresseerd aan de
prefect, André-Marie Tremeaud, die van
januari 1952 tot juli 1955 prefect van Al
giers is geweest.
Horizontaal; 1 deel van een kasteel
muur, 6 titel van r.-k. geestelijke, 11 ar-
beidsschuw, 12 gravin van Holland, 13
drank, 14 guit, 17 uniformversiersel, 20
dus (Engels), 22 plaats in Drente, 24 wa
terstand (afk.), 25 projectiel, 28 ziout water
31 drank, 32 familielid, 33 ik (Lat.), 34
sprookjesfiguur, 37 land in Azië, 39 soort
emmertje, 40 vloerbedekking, 41 wereld
deel, 42 koker, 44 tijdperk, 46 kleding
stuk, 43 kloostervoogd, 49 krantenjongen,
51 godin, 54 schoeisel, 56 titel (afk.), 58
flinke man, 61 familielid, 63 Franse ha
venplaats, 65 plaats in Drente, 68 bijbelse
naam, 70 Duits lidwoord, 71 liefkozing,
73 technicus, 74 schenking.
Verticaal: 1 spoel, 2 uitroep, 3 holte in
de muur, 4 meisjesnaam, 5 traag, 6 edel-
knaap, 7 dun, 8 voorzetsel, 9 reeds, 10
verhoging, 15 bijwoord, 16 soort vis, 18
persbureau (afk.), 19 alsmede, 21 in orde,
23 deel van het jaar, 24 klein plantje, 26
deel van de dag, 27 boom, 29 aanzien, 30
alleen, 35 Europeaan, 36 sportartikel, 37
meisjesnaam, 38 bloeiwijze, 43 soort vaas,
45 drank, 47 nakomelingschap, 50 Neder
landse scheepvaartmij. (afk.), 52 deel van
de dag, 53 grote bijl, 54 luchtvaartmaat
schappij (afk.), 55 vreemde munt, 56 hout
pulver, 59 gast, 60 watervogel, 62 jon
gensnaam, 63 kerkelijke straf, 64 aanzien,
66 insekt, 67 vochtig, 69 en omgekeerd
(afk.), 72 tandeloos zoogdier.
Horizontaal: 1 Coba, 5 Ohio, 9 stoep,
10 basis, 12 r.d., 14 ai, 15 federalisme, 20
at, 21 are, 22 et, 23 aard, 24 naad, 25 eg,
26 iet, 28 je, 30 meteoroloog, 35 an, 36 ar,
37 egaal, 40 email, 42 elke, 43 pand.
Verticaal: 1 ct, 2 oord, 3 bede, 4 a.p.,
5 ob, 6 haai, 7 isis, 8 o.i., 9 sofa, 11 smet,
13 dar, 16 etage, 17 radio, 18 lente, 19
medio, 25 emoe, 27 erg, 29 egel, 31 taal,
32 enak, 33 lama, 34 oran, 38 ge, 39 le,
40 e.p., 41 id.
-v^vwi; y, ywyyy - -
au
No. 3061. 18 mei 1957.
Redacteur: G. J. A. VAN DAM,
Vossiusstraat 18, Amsterdam-Z.
Alle correspondentie aan dit adres.
Bij vragen om inlichtingen s.v.p. post
zegel voor antwoord insluiten.
DE EERSTE
„ZELFMAT"- COMPO SITIE
IN DE DAM-PROBLEMATIEK
In de schaak-problematiek kent men
een probleemsoort onder de naam „zelf-
mat". De opgave van een zodanig
schaakprobleem is, wit zódanige zetten
te laten spelen, dat zwart gedwongen is,
om zelf een nederlaag te voorkomen,
wit te overwinnen, dus „mat" te zetten.
Wijlen de vermaarde schaakprobleem
kenner H. Weenink schreef in zijn stan
daardboek „Het schaakprobleem" over
„zelf-mats" o.m.: .Meestal, wan
neer in een tijdschrift of rubriek een
zelfmat geplaatst wordt, gaat dit verge
zeld van aanbevelende beschouwingen
en betogen, dat zelf-mats toch ook zo
interessant zijn. Men wil er nu eenmaal
niet zo vlot aan. Zij hebben voor de par
tijspeler (en dat is ieder problemist
tóch óók af en toe en zelfs dikwijls) iets
onnatuurlijks, maar zij bezitten de be
koring der logicaTot zover Wee
nink.
Uit de aard der zaak is het onnatuur
lijk, dat een speler zijn tegenstander
dwingt hem te overwinnen. Dit is in
strijd met het doel: zélf de overwinning
te behalen.
Nu heeft de schaak-problematiek toch
reeds iets onnatuurlijks in zich, althans
voor de partijspeler, omdat de overwin
nende kleur (volgens de gewoonte:
„wit") meestal een stelling bezit, welke
door het materiaal-overwicht van wit
toch altijd tot winst zou voeren. Het
gaat echter in de sohaakproblematiek er
om één bepaalde winstgang (idee, thema
motief of dergelijke) te verwezenlijken
binnen een nauwkeurig vooraf vastge
steld aantal zetten.
In de dam-problematiek daarentegen
geldt (behalve bij de zogenaamde
„scherts-problemen" of voorlopige con
structies), dat de krachtsverhoudingen
tussen de twee kleuren ongeveer gelijk
waardig dienen te zijn.
Wanneer we dus het „zelfmat-genre"
in de damproblematiek zouden willen
construeren, (én 't onnatuurlijke daarin
vermijden), dan zou wits aanvangsposi-
tie strikt genomen reeds zó slecht moeten
zijn dat praktisch genomen wit 'n neder
laag niet kan ontgaan. Dat wit dan, in
zo'n situatie, besluit een eervolle dood
te sterven op een door hem zelf geko-
zen, waardige manier, overeenkomstig
de doelstelling der compositieleer en de
constructienormen, bewijst volkomen het
bestaansrecht van deze probleemsoort.
Maar het blijkt (gezien de eis, die we
dus voor de damproblematiek stellen,
dat een „zelfmat-probleem" qua aan-
vangsstand gerechtvaardigd dient te
zijn) dat dit de componist voor zware,
constructieve moeilijkheden stelt. Dit
volgt trouwens reeds uit het feit, dat
in het normale damprobleem, het slaan,
de hoofdschotel vormt. En zou men de
eis van „een voor wit verloren begin-
stand" niet handhaven, dan zou ieder
willekeurig damprobleem automatisch
een zelfmat zijn, omdat wit eenvoudig
al zijn stukken zou kunnen offeren op
grond van de spelregel, dat slaan ver
plicht is. In tegenstelling tot het scha
ken waar het slaan niet reglementair
verplicht is.
Jarenlang hebben B. Springer en ik
getracht een damprobleem samen te
stellen, dat aan de voorwaarden voor
een „zelfmat", aangepast aan de opvat
tingen van de damspeler, beantwoordt.
Tot dusver bestaat een dergelijke com-
positie in de damproblematiek niet, wij
hebben er ondanks al onze nasporin
gen althans geen kunnen ontdekken.
Enige weken geleden echter zag Sprin
ger een mogelijkheid om een dwangstu-
die te construeren, die aan het „zeiimat
-principe der schakers beantwoordde,
namelijk: wit dwingt zwart hem (wit)
te overwinnen, teneinde te voorkomen,
dat hijzelf (zwart) zou worden over
wonnen.
Omstreeks dezelfde tijd slaagde ik er
in een compositie te construeren, die als
„slag-probleem'' geheel aan de voor
waarden van een zelfmat voldoet.
In Springers compositie wordt zwart
dus gedwongen om op één bepaalde ma
nier te „schuiven" en in de mijne moet
zwart op één bepaalde manier „slaan"
om zelf een nederlaag te ontgaan, waar
door wit op eervolle wijze ten onder
gaat.
Ter verduidelijking van het zelfmat-
systeem volgt hieronder thans eerst het
door mij geconstrueerde vraagstuk.
ZELFMAT
Stand no. 3500.
wm
'PM
Zw. 3, 10—14, 17, 20, 21, 24, 27, 30.
(12 sch.).
Wit 23, 28, 29, 32, 36—38, 43—45. (10
sch).
Wit staat verloren en dwingt zwart
hem (wit) te overwinnen. (Geo van
Dam, 1ste publikatie).
De op problematieke ideeën geba
seerde afwikkeling, welke wit voor zijn
ondergang kiest, is als volgt:
Wit 1. 2822 („plakker"), zwart moet
meerslag nemen met 24x31 en blokkeert
daardoor tegelijk het veld 31, zodat de
schijf op 22 niet kan slaan maar „geplakt"
blijft en wit met een ander stuk verder
kan spelen. Wit 2. 2319! (een tweede
plakker), weer moet zwart meerslag ne
men. Had zwart na wits éérste zet keus
uit 3 slagmogelijkheden, doch moest de
meeste stukken slaan, thans heeft zwart,
na wits tweede zet, zelfs keus uit vijf
slagmogelijkheden, maar wederom is hij
tot meerslag verplicht, nl. met 27x40.
Nu kan wit op 3 manieren slaan, maar
hij moet op zijn beurt de meeste stuk
ken slaan en wel: wit 3. 36x9, waardoor
de schijven 22 en 19 nog steeds tegen de
zwarte tegenstanders staan geplakt.
Hier begint het moment van het zelf-
mat-principe! Zwart kan op twee ma
nieren slaan. Eén daarvan brengt zwart
echter de nederlaag, zodat hij wel ge-
dwongen is het op de andere manier te
doen endaardoor te overwinnen.
Slaat zwart nu namelijk 14x23 dan zou
wit winnen door 4. 45x5, 17x28 (de bes-
te op 3x14 wint wit direct door 5x37,
17x28 en 37x5). 5. 9—4 en zwart ver
liest.
Dus moet zwart wel slaan 3. 17x28,
wit 4. 45x25, 14x23, 5. 25x5 en thans
overwint zwart door: 3x14. 6. 5x19 en
23x14!!
Ten overvloede moet hier nog geat
tendeerd worden op het feit, dat wit op
géén enkele wijze zwart (op grond van
de keuze tussen winst of verlies) tot
een overwinning kan dwingen. Bijvoor
beeld' Wit: 1. 23—19, 24x31, 2. 19x8,
27x40, 3. 36x18 3x32, 4. 45x25. Hier
komt er voor zwart geen keuze bij te
pas en wit verliest eenvoudig door of
feren en slaan op grond van de spel
regel (slaan is verplicht), zoals dat m
elk probleem zou kunnen worden toe
gepast. Hetzelfde geldt voor: 1. 28—22,
24x31 2. 22—18. 27x40, 3. 26x7 (A),
12x1 (ook 13x22). 4. 45x25, 13x22! Ook
voor i. 28—22, 2. 22—18. 3. (Dit w var.
A> 18x27, 31x22, 4, 45x25 en wit ver
liest zonder zwart te hebben kunnen
dwingen op de door wit bepaalde ma-
nier te winnen. Voorts. 1. 282-, 24xoi,
2 2318, 27x40, 3. 36x7 (B). 12x1 (of
12x23 of 17x28, zwart wint altijd ge-
makkeliik op zijn eigen manier). 4 45x
25 enz. En op B. wit 3. 18x27 door 17x28
4. 45x25, 31x22 en weer wint zwart orn-
dat wit gewoon alles heeft opgeofferd,
zonder zwart ergens dn gevaar voor een
nederlaag te hebben gebracht. Evenmin
komt in aanmerking bijv. 1. 4339, 24x
31, 2. 2822, 27x29, 3. 36x9, want zwart
is weer niet gedwongen tot één bepaalde
zet, hij kan op verschillende manieren
winnen, bijv. 2024 of 2025, of 30
34, 39x30, en dan 2025.
Dan hebben we nog: wit 1. 4540,
24x31. 2. 4035, 27x40, 36x9, maar ook
nu kan zwart op meer manieren (dus
niet één bepaalde manier) winnen, bijv.
20—24, 9x29 en 40—44. Of 10—15, 35x
24, 20x18 enz. Of zelfs door overmacht
met 10—15, 35x44, 20—25, 9x20, 15x24
enz. In wezen tast ook: wit 1. 4440,
zwart 24x31 en dan bv. 2. 2319, 27x
49. 3. 36x9, 14x32, 4. 9—4, 49x35, 5. 4x12
het beginsel van het „zelfmat-idee" niet
aan, omdat zwart niet gedwongen is wit
te overwinnen door 3034, 12x40, 35x
49. want hem (zwart) dreigt geen ne
derlaag, dus kan hij het spel ook remise
laten lopen.Dit is ook niet het geval als
wit zou spelen 1- 4540, 24x31, 2. 23
19, 27x49, 3. 36x9, 14x32, 4. 40—35 (op
94 ontstaat een zelfde situatie als in
de laatst behandelde afwikkeling, omdat
zwart vrij blijft in dé keuze van remise
maken of winnen door 2024, 4x12, en
b.v. 30—34 enz.) zw. 4. 49x40, 5. 35x4,
3x14 en zwart wint door overmacht of
laat het spel vrijwillig remise lopen.
Ook hier was zwart dus weer niet ge
dwongen tot één bepaalde voortzetting
om een nederlaag te voorkomen.
Resumerende zou men al deze andere
mogelijkheden dan de specifieke „zelf-
mat-afwikkeling", waarbij zwart wel
degelijk gedwongen spel heeft om zelf
verlies te ontgaan, kunnen beschouwen
als: „schijn-oplossingen".
Hieruit blijkt echter tevens hoe moei
lijk het construeren van een zelf-mat-
tlamprobleem is. want indien zwart op
een of meer andere manieren zou kun
nen worden gedwongen tot bepaalde
zetten, omdat hij anders zelf verliest het
vraagstuk bij-oplosbaar is geworden en
zijn bestaansrecht zou verliezen. Evenals
in een normaal probleem mag er dus
slechts één afwikkeling zijn, die aan de
voorwaarde voldoet, luidende: „Wit for
ceert zwart te winnen om hem zelf
(zwart dus) verlies te laten voorko
men.''
Ook de oplossers zullen echter dit
principe steeds nauwkeurig in gedachte
moeten houden, omdat zij anders onher
roepelijk op de dwaalwegen der schijn
oplossingen terecht komen.
Tot besluit nog een frapperende op
merking: Indien men in de gegeven dia
gramstand de witte schijf op 45 terug
plaatst naar 50 ontstaat het eigenaardige
verschijnsel dat wit, ondanks dat hij nu
'n tempo achter staat wél kan winnen,
n.l. door: 1. 50—45, 24x31, 2. 23—19,
27x40, 3. 36x9, 14x32, 4. 45x5, 3x14, 5.
5x37. Maar deze afwikkeling mist de
verrassende zetten van die in de „zelf
mat" bewerking, welke dus de voorkeur
verdient. Hetzelfde geldt als men in de
diagramstand schijf 28 terug plaatst
naar 33 en dan speelt: 1. 3328, 2. 23
19, 3. 36x9, 4. 45x5, en 5. 5x37 wint.
In tegenstelling tot vele gewone slag
problemen plaatsen ,,zelfmat"-dampro-
blemen de componisten zowel als de op
lossers voor zeer grote moeilijkheden.
Het construeren zowel als het ontleden
wordt veel zwaarder en dit opent dus
een nieuw perspectief.
De „zelfmaf'-dwangstudie van oud
wereldkampioen B. Springer is eveneens
bijzonder fraai en interessant. In de vol
gende rubriek zal ik die uitvoerig be
spreken. Men zal er echter goed aan
doen deze uiteenzetting uit te knippen
en te bewaren, want ruimte-gebrek ver
hindert de toelichtingen te herhalen.
(Schaakredacteur P. A. KOETSHEID,
Huize St.-Bernardus, Sassenheim).
(Zaterdag 18 mei)
DE PROBLEMEN VAN DEZE WEEK.
Van de gebroeders Le Grand hebben
we het genoegen andermaal een eerste
prijs te plaatsen. In korte tijd hebben
zij zich als componisten een zeer goede
naam verworven en er is alle reden
voor de toekomst nog vele successen te
verwachten. Naar onze mening is deze
driezet echt iets voor Duitse smaak.
Ook wij hebben er alle waardering
voor.
De oplossing van no. 7552 zal onze le
zers wel bevallen. De problemen van
Jac. Haring stellen hierin nooit teleur.
Verder maakt no. 7553 aan dit stel
een waardig slot.
No. 7553. A. Ahues. Eerste prijs
„Schach-Echo 1956", afdeling tweezetten
Wit: ,Kd8, Da7, Tel, Lf3—h4, Pd3—
e6; h5.
Zwart: Kf5, Ta4—gl, Lg8, Pd5—e3;
a6, h7.
PROBLEEMOPLOSSINGEN.
No. 7542. J. Scheel. Opl. 1. Dc7 dreigt
2. L£3t, Kf5: 3. Tf6; 1Te6 2. Dd7:!
dreigt 3. Td4:tt 2Td6: 3. Lf3»t
1. Pel (Pe5) 2. Tf4t, Kf4: 3. Td4:tt.
Op 1. Db3 speelt zwart Pel en wat
dan? Ook 1. Dbl levert niets op, wegens
g3g2, speelt wit nu 2. Dgl, dan 2
Pf2.
No. 7543. J. E. Driver. Opl. 1. Tg4
dreigt 2. £2f4+i. 1. Tf5 weerlegt zwart
door 1Pe4:!
No. 7544. Dr. H. L. Musante. Opl. 1.
De8 dreiging 2. De5; Hier falen 1. Ld6
door 1Tc6! en 1. Df5 door 1
Te6.
GOEDE OPLOSSINGEN.
Deze drie problemen werden goed op
gelost door:
F. Pijls, Maasbracht; Paul Raschdorf,
Hannover.
No. 7543 en 7544 door dr. mr. R.
Bromberg, Roermond; P. M. Dekker,
R'dam; J. Dickhaut. Nijmegen; Han. v.
Gaaien, Grave; dr. A. Hoijnck van Pa-
pendrecht, Bergeijck; H. Riemersma,
Maastricht.
No. 7543 door George en John
lAuBing, Joppe; mr. C, J, Goudsmit,
Scheveningen; W. H. Haring, Schiplui
den.
No. 7542 door L. F. Hendriks, Horn.
Nagekomen oplossing van no. 7541.
George Auping, Joppe.
CORRESPONDENTIE.
A. J. v. K. te R. Uw beide problemen
in dank ontvangen.
No. 7551.
H. en P. LE GRAND, Winschoten,
le prijs Schach Echo 1956.
Mat in 3 zetten.
No. 7552.
J. HARING, DEN HAAG.
Eerste plaatsing.
Mat in 2 zetten.
w'
Vorige zondag stapten we in ons autootje met bestemming Oude
water, het historische, schilderachtige stadje aan de Hollandse IJssel,
juist op de grens van Utrecht.
Het geboortehuis van de befaamde Arminius bleef er bewaard, wiens
vader messenmaker was, de afgevallen pastoor Theodoor Aemilius,
droeg er zorg voor zijn opvoeding. Wij herinneren ons Arminius'
naam uit de godsdiensttwisten met Gomarus, twisten, die hij nooit
had beoogd en partijvorming, die hij nimmer had bedoeld
kopje thee. Een portret g.Jir
de wand. Tot onze verba*
het onze geëerbiedigde^ heK°0u»
liana weer.staande op
de
eS'
Snellius, de vermaarde wiskundige,
heeft een grafteken in de Oude Kerk,
die de toren met het eigenaardige za
deldak een steuntje i"n de rug moet
geven, welke een tiental duwen niet
krom konden krijgen.
Er zijn schilderachtige grachten en
romantische huizen met alleraardig
ste trapgevels, die aan Brugge doen
denken. Ze zijn moe van al die insnij
dingen in hun daklijnen, de geveltjes;
enkele zouden er eigenlijk de brui
aan willen geven, doch houten stutbal
ken houden hen nog juist in toom.
Maar vóór alles is er de Heksen-
waag, vanouds befaamd, en waarop
personen» meestal vrouwen, werden
gewogen, die men ernstig verdacht
van omgang met de duivel en hekse
rij. Wie zich op een bezemsteel door
de lucht kunnen verplaatsen, moeten
wel een zeer laag lichaamsgewicht be
zitten, hoe zouden ze anders naar de
heksensabbat onder leiding van de hel
se vijand kunnen reizen? De heksen-
weegschaai wees uit, wier lichaamsge
wicht natuurlijk was., of niet. In het
eerste geval verstrekte de overheid
een officiële vrijbrief; in het tweede
geval, tja, dan moest het onverbid
delijke recht zijn noodlottige loop heb-
ben.
Die vrijbrief luidde ongeveer aldus:
„Geertruyd Hendriks van Beek, we-
1 I Kor. 16,9 betekent: uit de eerste
brief van Sint-Paulus aan de inwoners
van Korinthe, hoofdstuk 16, vers 9.
2. Klaarblijkelijk behoort dit op
schrift bij een „gedoopte" kerkk.ok.
3. Het Russische kruis heeft drie
dwarsbalken; de bovenste verbeeldt'
de kruistitel, de onderste de voetsteun.
4. Het pauselijk kruis heeft even
eens drie dwarsbalken.
5. Een basilisk is een legendarisch
monsterdier en zou voortkomen uit het
ei van een haan! Wie zijn geur in-
ademt, moet sterven.
6. Eph. I, 21 wil zeggen: uit de
brief van Sint-Paulus aan die van
Ephese, hoofdstuk I, vers 21.
7. De koning van Saksen was (des
tijds) katholiek, ofschoon a"n konink
rijk nauwelijks drie procent katholie
ken telde.
8. Een Spinnekop is een watermo
len met kleine romp en piramidaal
onderstuk, een wipmolen.
9. Meiiers zijn koolhopen, waarbin
nen zich het verkolingsproces van hout
voltrekt, om» zodoende houtskool te
winnen.
10. Men kan onthutst staan te kij
ken, als men het in Keulen hoort don
deren.
11. Deze stad en Aken heten niet op
één dag gebouwd.
12. Veel adellijke namen hebben, in
Duitsland, von. Maar von duidt óók
wel „gewone" afkomst aan.
13. Hertog is hoger dan „Fürst"
(vorst).
14. Een Wiener Schnitzel is een ge
recht van kalfsvlees met enz.
15. Het Münchener Kindl heeft met
een „kindje" niets van do.n. Het is
een gemoderniseerde figuur van een
monnik (München; Mönch; monnik).
duwe tot Utregt, omtrent twee en se-
ventig jaren, lang van persoon, mager
van wesen, hoogblaauw van pi m en
grijs van haar, is blootshoofts, schoe
nen ende kousen uytgetoogen, alleen
met haar hemdt over ha blo' *e li
chaam, bedekt met een sluyer en ge-
nige gewigten off swaarte bij 'raar,
gewoogen (én woog) een hondert ende
twee ponden; voorszeide gewigte is
wel accorderende met de naturelijke
proportie haares lichaams" (C. Visser;
Van de heksenwaag te Oudewater).
Wat zal de oude ziel zich opgelucht
hebben gevoeld met dat certificaat
van Oudewater in haar tas. Want el
ders gooide de overheid er ooit met
de muts naar; de officiële ambtenaren
waren maar al te vaak beducht voor
de gevolgen» wanneer ze een vrijspre
kend oordeel zouden vellen en gaven
weinig of geen gewicht op. Niet al
dus te Oudewater. Daar werd de weeg-
proef eerlijk uitgevoerd, waa ioor de
„Stadswage zoo verre buyten onze
Provinciën authoriteyt (gezag) heeft".
Het heet, dat niemand minder dan
keizer Karei V de „stadt bij privile
gie daertoe zoude hebben uthori-
seert" maar zekerheid hierorr/rent be
staat niet.'
Wij parkeren ons wagentje aan het
kleine marktplein en gaan naar „de
Waag". Onder de luifel staan wat op
geschoten jongens.
„Komt u vc.r de heksenwaag?" Die
is 's zondags dicht, 's Zondags worden
er hier geen heksen geworen. Alleen
door de week. En, bij uitzondering,
gedurende de zondagen van de zomer
maanden."
Wij moeten onverrichterzake terug.
Ergens in een hotel gebruiken we een
waag, de handen aan ac 'agje
wen! Blijkbaar staat de üjk """.ris»
ter" naast de vorstin, m°f jssecre\fben
burgemeester en de st -e neb
Zou deze laatste een olT jjaj®aCn
uitgeschreven voor Hare •eke','fl«n?
Dan heeft hij, naar oude cjarer
aanwijzen, 2»18 m°6eJLr0mtr
Maar* de foto laat ons hi®
het duister.
1. Welke meisjesnaam öe'e
genlijk: kleine berin? j te Ctf
2. En welke jongensnaam gen®
nen geven: Jahwe (God)
geweest?
3. Theodorus is: geschenk ^eSia0'
ke naam in het Nieuwe „enis»
heeft ongeveer dezelfde be
4. Vegetariërs gebruiken s
sel dat door het doden v orj 5
verkregen. Welk Latijns
in „vegetariër" een rol-
E TFr~<J tvi IS ee
cu'vf:
5. Een Cardiogram is jart
die de „roerselen" van n® £0r
gistreert. Moet het niet z'J 5
gram? Hart Is toch: ®°r'. str<>d
6. Hoe heet iemand die
maakt? „uis
7. Waarover mag in hei
de gehangene niet gesprok®
Waarom niet? n bi).
8. Het geta) zeven is ja'' „e'
stek „heilig getal". Hoe zLeiiig®
waar ontmoeten we dat ,»n
tal"? 3
9. Het ongeluksgetal is
hangt dat mee samen? je®
10. De bonnet der geestelij e o
drie „vleugels", lopend naar^ ^ai»
vier hoeken. Wie dragen
et-
met vier vleugels? tïi"-
11. In hel buitenland zagen
niken in witte pij, wit „g,
witte capuce. De beide „réba11; ,n'
het scapulier hadden dWars?
Wat waren dat v(»r monr vo^'
nen we hen hier ook tegen .0|jè'e
12. Hoe heet de vrek in .j
komedie „l'Avare?" ver
13. Welke predikant-sch»
de schuilnaam: Jonathan.
14. En welke predikant-dich
de zich: Piet Paaltjens?
15. In welk werelddeel
herkauwers „in wilde staat
Oplossing volgende keer.
Eens aldus staat het beschreven
in een heel oud boek zat de stad
Zwolle er erg slecht voor. Er was bij
na geen cent meer in de schatkist.
De burgemeester en zijn raadgevers
konden er echt niet van slapen. Maar
door dat wakker-liggen werd de vre
selijke toestand geen duit beter.
Op zekere dag kreeg de hoofdstad
van Overijssel bezoek van mensen uit
Kampen. Ze hoorden al gauw '.vat er
aan het handje was en stapten par
does op de Zwolse burgemeester af.
Burgemeester", zeiden ze, „in de
peperbus (zo heet een hoge toren te
Zwolle) hangt een prachtig klokken
spel. We hebben er me^»enoegen n*" r
geluisterd, ook al, omdat Kampen
geen klokkenspel rijk is. Als u dat
nu eens aan Kampen verkocht? De
mensen in de hoofdstad eten toch
wel hoe laat het is? Maar de Kam
penaren niet. Verkoop het carillon dus
aan ons, dqp zullen we u behoorlijk
betalen!"
In het eerst hadden de Zwollenaren
er helemaal geen oren naar. Maar ja,
wat heb je aan een klokkenspel als
de muizen voor de etenskast dood val
len? Liever het carillon verkocht en
centen in de schatkist, dan naa, al
het getingel te luisteren zonder een
duit op zak. Het klokkenspel werd aan
de stad Kampen verkocht voor een
som die veel en veel te hoog was.
Na enige tijd strooide het carillon
zijn bronzen klanken over t
stad. Maar wat was dat. p»'
een liedje! Een verstaai-o®
Een kind kon het horen:
IJsselstad, IJsselstad,
Zwolle heeft je béétgeha
„IJsselstad, IJsselstad, ,jj
Lelijk bij de neus Seba°ster"
Dat gaf me een hele c0 el''.
aan de oevers van de »»iC gr L.
Gemeenteraad kwam bijeen- st^
den lange redevoeringen 3 t0v %i
Maar zelfs de wijste wan geH°.ii
ontkennen, dat het klokkensp jt.
was. En wat je koopt, woe
eenmaal betalen. j( zej
„Ik weet goedgemaakt!"
wethouder. ..Natuurlijk bet e be %i'
zijn geen dieven. Mèèr-- -j K,(
in koperen stuivers. AlleW»»le t>'
vers! En laat die van zw
maar tellen!" vv®rV
Zakken vol koperen s^u'Vej|n. L|js
op een tweewielige kar Sela vfa
stoere paarden trokken "e e v° t
tot vóór het Zwolse stadhuis» .jjié'
man zei tot de bode: >»<-'ot^jj
van Kampen en hier is het
het klokkenspel!" j
De Zwollenaars aan het^
zak scheurde nog open oo»<» -
echte Sinterklaasavond»
l
nacht telden ze door. Hun vir,^jie "'e-
den er blauw van. Zo sü® e(s
Zwol' aan de naam: BlaUWv 0
komen.
4'1
o~- O"
OO co
0 0
In ieder hokje moet één ya"
1 tot en met 9 worden mg o'»0
produkt van die cijfers, in e® irlj> j?'
broken rij in horizontale ri®" oVpi
gelijk zijn aan het getal, dat ric
rij staat aangegeven, in verti®» p
aan het getal dat er boven st h0KiêUf'
Staan er twee getallen 'n.e nD ie,p'
heeft het bovenste betrekking vêrl
zontale rij en het onderste op °ingei
Oplossingen kunnen worden p'
tot donderdagmiddag. Er zlSn v
van 2.50 beschikbaar. een
Over de puzzelrubriek kam e
wisseling worden gevoerd.
De oplossing van puzzel
«610
280
1800
8
WO
210
1575
«2
W32
l!6
120
15
fc
315
Een 1 jzonder fraaie speelwijze welke
in bridge kan voorkomen heet de Coup
Dcschapelles. Het is een vorm van tegen
spel, waarbij men een Heer offert om het
Aas van die kleur er in elk geval uit te
dwingen. Ziehier een voorbeeld uit een
groot Amerikaans toernooi:
9 8 7 6
O A H9
O B 3 2
B 6 4
H VB3
Q 3
O A 9 8
H 10 9 8 7
Dummy
4» A 10 5 4 2
(?V4
O V 7 4
V 5 3
B 10 8 7 6 5 2
O T- 10 6 5
A 2
Niemand kwetsbaar. Zuid opende 4 har
ten, west bood brutaal 4 schoppen, noord
5 harten en oost nei 5 schoppen, hie ten
slotte door noord werden gedoubleerd.
Noord begon hartenheer te maken en
speelde harten na, west troefde af. West
speelde nu 4 malen troef (gooide in eigen
hand 8 weg) en speelde toen vanuit
oost de 3, maakte Heer en trok toen
4" 10 na, noord een kleine en oost ook.
Zuid moest Aas nemen en de situatie
was:
-
-
O A 9
4. 9 8 7
Dummy
5
-
O V74
4. V
Deze week gaat een postwis® gI);
H. Pais, Floralaan 9, Wage"1™ ttz»/
M. Zeef, Grieksestraat 76a,
J. Beckers, Hoofdstraat 89, „gd®
H. T. van Dijk, Zaagmole"
Utrecht.
Zuid was dus aan slag ëe"^ g
4» Aas en daar NZ al 2 slag oi
hadden, was er nog één n° n ge J
down t. spelen. Vele zuids z°u ^8 J
s? Boer spelen west gooi'
troeft in oost met 4 5
4» Vrouw gespeeld, west k°^
met O Aas en maakt de res
Sommige zuids zouden W pi*
kleine O spelen, hopende da' ia«'
het Aas heeft. Als zuid dat d°e^i
de slag lopen naar de duW
O Vrouw en de rest Is kinder
De zuid die het spel in
speelde, trok de enige ka ^ect J,
west down gaat: O Heer_ - eV je
nemen, kon 4" Vrouw ma 0rii „1
nooit meer in zijn h A
noou meer in zijn r
van zijn 4 te incasseren, e» jefL'
Als v/est van het begin a ^,el t 11
Als v/est van het
speeld had, zou hij het sP uij, "vO1
kunnen maken maar n zUj0 A
deed, was de manier, wa®rpwie> V
hem geboden kans profitee 1
lelijk. J?