2aterdag is mei 1957 WAPENSCHOUW BOYMANS Douglas Woodruff 60 jaar en de beeldhouwkunst School voor open doekjes Journalist van wereldformaat ...„Daar komen komedianten" gpSSgi V rouwenfiguren Maar wij moeten dit overzicht besluiten al is het ook nog lang niet volledig niet eens wat de verschillen in stijlvorming betreft trie deze expositie des te boeien der maken. Het is nog een hele andere wereld die men met b.v. Wezelaar of Esser of Carasso bin- nentreedt, dan die welke men in gaat met b.v. Lotti van der Gaag, Couzijn of Guntenaar. En dan is er nog het terrein der lassers ge bleven, dat van Rooyakkers b.v. of de echt-Japans gebleven Ame rikaan Tajiri die zich in Amster dam wonderlijk en naar het ons voorkomt zeer veelzeggend aan het ontplooien is. K. S. Arnhem bouwt aan een toneelcultuur ^lijt ooitJri. Veniekenis van nieuwsgierig obser- p bleep OP de wereld instellen en n ba,e haar kunst dan naar de zicht- ïuUr .Verschijningsvorm van de na- m school, die, onder leiding van haar h0 omzien Van vrywe] eike beeld- n energieke directeur, een belangrijke ^affe?-1-! *n Nederland is een voor- g bijdrage levert in deze lijn van ont ucht geslaagd portretstuk te ver- fg wikkeling. Een ontwikkeling, die snel he^n rï°or Tedere opdrachtgever. vordert en binnen niet al te lange .tijd ist Valt piet moeilijk een lange n de aandacht van het gehele land zal k°rtrnt?n méér dan voortreffelijke trekken, inzoverre dit nog niet heeft San-pten 0p deze tentoonstelling n plaats gevonden. Portretten minuut De Arnhemse Toneelschool bloeit. Alles wordt in het werk gesteld om een hoog onderwijs niveau te bereiken. De leiding is ervan doordrongen dat in ons land een groot tekort bestaat aan goede spelers, talentvolle regis seurs en bezielde nieuwlichters. Steeds grotere eisen worden aan de maatschappelijke functie van de toneelspelers gesteld. Er dient gestreden te worden tegen de vele misvattingen, die er bestaan over de toneelspeler. En tegen de mis prijzing van zijn beroep. Want het is nog niet lang geleden dat de aankomst van een groep toneel spelers aangekondigd werd met „Jongens, haal de was binnen, daar komen de komedianten aan." Uil HET RIJ Baseballspeler door prof. V. Esser. OTTERDAM kan het blijkbaar goed vinden met de beeld houwkunst. Voortdurend verrijzen er> zo niet altijd grootse dan toch ?eer grote sculpturale tekenen in j*et indrukwekkend groeiend stads- ®cld. Nog maar net zijn Andries- 'eUs monument voor de gevallenen j® Gabo's enorme constructie aan e Coolsingel geplaatst. En zie, aar opent het Museum Boymans eeU uitgebreide wapenschouw van ongeveer de gehele hedendaagse Nederlandse beeldhouwkunst, een 0vetzicht zoals wij er nog geen te ^len hebben gekregen, ook niet in g °nsbeek omdat daar de exposities 1 eteeds internationaal waren ge- g Cotlcipieerd, zodat het Nederlandse g 4®ndeel steeds ondergeschikt moest jg njven. heb? willen het aanstonds gezegd j Wi deze wapenschouw der g leenhouwers is vele malen geniete- den dun die welke ons van de Ne- n dei-M nse schilderkunst zo herhaal- gj ten» worden voorgezet in „Contou- n sten- en wat dies zij. Wij hebben de n bun e indruk dat onze beeldhouw- ad» er zeer Sezon(i bijstaat. Ze frissere lucht dan onze huidi- n In ,.Schilderkunst, die aan stoflongen g Seh i En ze steunt over vrijwel de g sch ünie op uitstekend vakman- g Viin?' Geboren nog ternauwernood g oy» Is ïaar gelnden uit vrijwel niets n on> t ze nu in belangrijkheid m itj e „nationale" kunst, haar zuster <3itj de schitterende traditie een tra- g die naar het schijnt een te g «ar verplichtende noblesse is. portret dat Wessel Couzijn in 1952 van zijn collega Reyers maakt; het portret waarmee professor Esser het gelaat van de oude Else Mauhs voor altijd levend hield en haarzelf haar hart en haar ziel voor onze ogen van dichtbij sprekend en ont roerd; van Fri Heil het portret Je anne van Hal; van d'Hont het portret „Toos" van H. D. Jansen het por tret W. van Hub. van Lith het vrou wenkopje „Douairière", van Char lotte van Pallandt het portret van prof. Wenckebach en dat van mevr. van Heemstra; van André Schalier het beste portret naar Vincent van Gogh's zelfportretten dat ik ooit ge zien heb, een kop die al diens in transigent laat zien en die afstote lijkheid die opnieuw voelbaar maakt waarom men hem instinctief uit de weg ging: die naar achter geknakte schedel met de achterwaarts breed uitzettende slaapvlakken, die smeu lende te dicht bjjeenstaande kleine ogen in de holte tussen wenkbrauw en juk-bulten in het magere gezicht, de scherp ombuigende neus en de hatelijke kleine mond met de ver trokken onderlip; maar er is meer in die kop dan dat: ze maakt ook voel baar wat in deze mens sterk genoeg was om over de handicap, over het hartvretend isolement te triomferen het is een kop die aan sommige portretten van Michelangelo doet denken. Dan moet de portretkunst van Sondaar op de lijst vermeld wor den, het portret van baron van E. door Hans Verhulst, de portretten door Wertheim en door Wezelaar. MAAR de portretkunst is niet het enige waarin de beeldhou wers de grote traditie onzer schilderkunst hebben opgevangen. Het zijn ook de vrouwenfiguren, staande of zittende, genomen uit het dagelijks leven en andere genres die echt Nederlands waren: meisjes ten voeten uit die doen denken aan de meisjes van Vermeer. En is het stil leven te uitsluitend picturaal van aard om ook een beeldhouwer kan sen te geven, de aandacht van een d'Houdecoeter, een Feith, een Pot ter is sculptured herleefd in de dierfiguren van Thea van de Paudt, Hein Koreman en Gerrit Bolhuis; niet enkel herleefd maar in het ge val der eerstgenoemde twee zelfs verdiept, verbijzonderd en veredeld. Aan kinderen van Jan Steen deden mij de platenkijkstertjes van Hund denken. Maar bij dit al moet men niet menen dat onze beeldhouwkunst te schilderlijk, te weinig plastisch te werk gaat. Al deze genoemde auteurs gaan te werk op gedegen beeldhou wersmanier. Er Is maar een vervaarlijk schil der met was en klei bjj: professor Esser, zijn honkballers, zijn Christo- forus, zjjn watersnood-monumentont- werpen komen zeker aan plastieke kracht niets te kort. En toch, zij zjjn vooral geschilderd. Ontzagwekkend is het vermogen van deze man om zjjn beelden in hevige toetsen op te zetten, in brede, smijdige, breed- glanzige en druipende vegen van een pasteuze vettigheid. Niet enkel zijn schetsen deze zelfs niet eens op de eerste plaats hebben van die picturale virtuositeit het gebrek te lijden dat zij te weinig „beeld" te weinig „statue" worden, (zo'n honk balspeler is ook als volumen- en be wegingscompositie buitengewoon sterk), maar dat gebrek lijdt wel hel uiteindelijke Zeeland-beeld. Ook hie: zijn de volumina en de beweging zeer sterk gecomponeerd, maar de kracht daarvan gaat in dit beeld on der in de schilderlijke virtuositeit; het beeld handhaaft zich niet als beeld. Het worstelt maar rijst niet op. Daaraan zal overigens mede schuld zijn de draperie die pour bc- soin de Ia cause en die cause is hier het opvangen van de zwaarte in een derde „been" is neergc- frommeld op een wijze die de uit drukking van het „dragen" onher stelbaar schade doet. En toch: Esser is de beeldhouwer die ons met zijn vermogens het sterkst heeft geïmponeerd. Het is de vraag of er wel één beeldhouwer is, niet in Nederland maar in heel Europa, die op zijn verbluffend knappe en daar bij verbluffend treffende wijze die serie kleine Rembrandtportretten in penning zou kunnen maken, met ui terst gevoelige vingeren de vin gerafdrukken staan er nog in in een cirkelbestek van nauwelijks vier centimeter middellijn de sprekend ste herleving van Rembrandts zelf portretten die men zich denken kan; herleeft zijn ze, ze zijn niet gekopi eerd: al die portretjes zijn vertalin gen in profiel van wat Rembrandt zien liet van zijn eigen gelaat en face of en trois quarts; en niettemin herkent men meer dan het type: de onderscheiden portretten zelf. Portret van Van Gogh door André Schalier. Moeder en dochter", een beeld van prof. J. Bronner. ontstaat. Het hele onderricht laat ruimte aan een zo groot mogelijke werkzaamheid van de leerlingen. Gedurende het eerste jaar wordt vooral de nadruk gelegd op het theo retische gedeelte. Er wordt onder wijs gegeven in niet minder dan 14 vakken, waarbij onder meer spraak- en stemontwikkeling, bewe gingsleer, moderne talen, letterkun de, kunstgeschiedenis, grimeren en zelfs ballroom-dansen. In het twee de studiejaar wordt het accent meer verschoven naar het toneelspel, waar op in het derde en tevens laatste jaar alle aandacht valt. We zjjn nog jong. Het gebouw aan de Parkstraat ver schilt in niets van de omliggende ge- bouwen. Maar zodra men binnen- „Waarom zou de toneelpotentie m het westen van komt valt direct de bijzondere aan- ons land samengebald moeten zijn?" dacht op, die aan het interieur werd „Van deze vraag en van dit standpunt zijn we uit- DeJMImJfr kleurem gegaan vertelt ons Ben Groenier, de directeur van smaakvol zijn de ruimten Ingericht. Nederlands jongste Toneelschool. „De medewerking, die aan ons J.l^,aar schijnt ze werkelijk te zwaar ^aardig! Het schijnt wel alsof Voorbouwers zich ernstig hebben li^fnomen, die uitvlucht letter- m fw_ logenstraffen. Zij zetten im- jg Löd 10 sculptuur niet weinig Neder- g raa] Se traditie voort die zich pictu- n ste ugev°rmd heeft. Daar is ten eer- §f r6tl .uun levendige, sterk karakterise- n ge ,fU daarin uit die voor het overi- de h u volstrekt niet realistisch in j= 'Je lezen: het portret van de n hag* E- van John Raedecker (wiens Grote toeloop uhtenis men sympathiek ge- De behoefte aan een eigen oplei- t)is heeft, evenals de nagedachte- g ding werd teeds dringender. Het vat) y^n Chr. J. Hassoldt, door ook g was opvallend, dat op de twee ande- werken in de expositie op te g re scholen zich nagenoeg geen leer lingen uit het noorden en het oosten bevonden. Was dit een teken dat er en realistische portretkunst, g Ook-* een Jan van Scorel munten Nu is het de Arnhemse Toneel- Andere overwegingen tot de oprichting waren de verleend wordt is formidabel. Van ui j Ja ar. Ja a'Ie kanten wordt niets dan tege- grote vraag naar jong bloed in de toneelwereld en de moetkomendheld getoond. De apar- behoefte aan een opleiding met een karakter, aan- te positie die wij innemen wordt repast aan de aard van de bevolking van de noord- overal erkend. Het is heel leuk dit oostelijke provincies. Verder de praktische over- te beseffen" •-« - weging dat men niet gauw geneigd is naar Amsterdam of naar Maastricht te gaan". Het is de stad Arnhem die, haar reputatie van cultuurcentrum van het oosten van ons land getrouw, het initiatief heeft genomen tot oprichting van de Toneelschool. Want in het noord-oosten van ons land bouwt men ijverig aan een eigen toneelcultuur. De grote bekendheid, die de Toneelgroep Theater in ons land geniet, is al een belangrijk facet. En terwijl hij de deur van de leeszaal opent maakt hjj ons nog attent op het prachtige ameu blement en het groot aantal binnen- en buitenlandse tijdschriften dat er ligt. Niet alle over toneel en literatuur maar ook over architectuur, de Ver- l'eer 6them w«rKen in ae exposiue up ie tiSf, behoort dan die lijst te ope- *1 moet gevolgd worden door Ma- g in deze contreien geen mensen met lessens bekende portretten g talent rondliepen? Of was hei een te- ^C^WÜk van Deyssel en van g ken dat men zich hier niet voor het ant- e Erens; Bronners portret van g toneel interesseert? Een vaag rah H- en het subtiele kinderportret s woord hierop werd reeds gevonden het Poëtische professorale hand; g door het grote aantal amateur-toneel- bbverbeterljjk karakteriserende verenigingen, dat hier floreert. Maar nog duidelijker antwoord kwam, na de bekendmaking van de oprichting der school. Niet minder dan 85 ge gadigden meldden zich aan. En voor het nieuwe cursusjaar, waarvoor de inschrijving nog niet officieel is ge opend zjjn reeds een groot aantal verzoeken binnengekomen. Voor de start in september 1956 werden 25 kandidaten getest om deel te nemen aan het toelatingsexamen. Hiervan overschreden slechts 12 de ze eerste drempel, en op dit ogen blik is het aantal weer gereduceerd tot 10 leerlingen. Bij vele gegadig den bestond de misvatting dat een succesje op de toneelavond van de voetbalclub reeds voldoende bewijs zou zijn van talent. Het betekende dan ook een ontgoocheling voor hen te bemerken dat er toch nog iets meer bij komt kijken. „We moeten de selectie zo streng mogelijk houden, willen we op het zelfde peil als Maastricht en Am sterdam staan", benadrukt directeui Groenier. Voor het toelatingsexamen wordt een algemene ontwikkeling vereist, die gelijk staat met die tot het afleggen van het eindexamen HBS met driejarige cursus. De as pirant-leerlingen moeten beschikken over een behoorlijk voorkomen, goe de stemmiddelen en uiteraard ovei een grote aanleg voor toneel. Eer, aparte commissie, door de Minister van O.K. en W. voor de drie Toneel scholen ingesteld beslist over de toe lating van de leerling op grond van zijn toneelcapaciteiten. Deze com missie bestaat uit de directeuren van de drie Toneelscholen en het hoofd van de afdeling Toneel van het bo vengenoemd ministerie. De opdracht die de commissie heeft is te zorgen voor een omschreven plan, betref fende toelating, leerprogramma en eindexamen, zodat een gelijke basis Wie dikwijls in de morgenuren in de buurt van de kathedraal van West minster in Londen rondwandelt zal zeker een van die ochtenden gefrap peerd worden door de brede, bijna Chestertoniaanse gestalte van Dou glas Woodruff, in gedachten verzon ken op weg van zijn flat naar de ka thedraal of naar zijn kantoor in Ash ley Place recht tegenover de ingang deze kerk. Van de vele katholieken die sinds de Tweede Wereldoorlog actief aan het internationale katho lieke leven deelnemen, zullen er wei nige zijn die de Woodruffs niet op een van de talrijke na-oorlogse in ternationale congressen hebben ont moet of in hun gastvrije flat zijn ont vangen. Evenals zijn onvermoeibare echtgenote, die een belangrijke rol speelt in de internationale katholieke vrouwenbeweging en bij de hulpver leningsacties in het door de oorlog of onderdrukking getroffen Europa is hij een van de meest Europees den kende leidende figuren in het En gelse katholieke leven. Al zal hij met zijn scherpe realiteitszin soms teleur gesteld zijn over het ontbreken van concrete praktische conclusies op der gelijke internationale bijeenkomsten, toch. blijft hij geloven in de noodza kelijkheid van dit ontmoetingsvlak van katholieken op politiek, weten schappelijk en cultureel terrein. Zijn typisch Engelse gereserveerd heid en onemotionele houding, karak teristiek voor de public school boy verbergt een grote hartelijkheid en loyaliteit tegenover zijn vele vrien den die hij en zijn vrouw in de loop van de jaren in bijna alle landen van Europa hebben gemaakt. Nederland heeft in het hart van de Woodruffs een bijzondere plaats. Zelf heeft hij in de Eerste Wereldoorlog in Amster dam gewoond, waar hij voor de re gering een bijzondere diplomatieke missie vervulde, terwijl zijn vrouw als dochter van Lord Acton, die at taché is geweest bij de Britse ambas sade, in Den Haag heeft gewoond. Bij een recent bezoek keek zij nog met weemoed op naar de gevelsteen in een van de huizen op de Kneuterdijk in Den Haag, die herinnert aan het huis van Jan de Witt waar zij als jong meisje heeft gewoond. Maar de grootste invloed heeft Douglas Woodruff uitgeoefend als hoofdredacteur van het gezaghebbend Londense weekblad „The Tablet", dat in 1840 dus ongeveer tien jaar voor de katholieke emancipatie door Frederick Lucas, de strijdlustige zoon van een Londense graanhandelaar werd opgericht. Vanaf 1936 heeft Woodruff dit blad geredigeerd en in deze twintig jaren heeft hij „The Ta blet" gemaakt tot een van die ty pische Engelse weekbladen als „The Spectator", „The Economist" en „The New Statesman and Nation", die een sterk opinievormende invloed hebben in heel het Britse rijk en ver daar buiten. Gevormd in de journalistieke school van „The Times", waaraan Woodruff eerst als redacteur verbonden was, en puttend uit een diepgaande histori sche kennis, weet hij in zijn compact geschreven artikelen de eigentijdse politiek vlijmscherp te analyseren en te plaatsen tegen het perspectief van verleden en toekomst. Conservatief van overtuiging is hij een veel te uit gesproken persoonlijkheid om niet van tijd tot tijd zeer sterk afwijken de meningen van het politieke beleid van de conservatieve partij te pone- lllll enigde Naties en zelfs over de Over zeese gebiedsdelen. „Wat ons nog ontbreekt is een goede toneelbibliotheek. We zouden het zeer op prijs stellen als particu lieren uit hun bibliotheek toneellite ratuur voor ons beschikbaar stellen. Het is heel moeilijk aan andere dan de gangbare literatuur te komen". Als wij de kantine binnengaan komt een golf van muziek, zang en vrolijk heid ons tegemoet van een groep van zes meisjes en vier jongens die ons spontaan ontvangen. Het „laten we dus vrolijk zijn, want we zijn nog jong" kwam in volle glorie naar vo ren. In de korte tijd, dat we tussen hen zaten werd ons ondermeer dui delijk gemaakt, dat mannen goed thee kunnen zetten, dat (gratis) veelvuldig bezoek aan schouwburg en bioscoop heel vlug zijn glans ver liest en dat het beroep van toneel speler niet het meest lucratieve baan tje is. Maar ook werd ons duidelijk de aantrekkelijke waarde van de publiciteit, getuige de vraag van een der leerlingen, of we later ook haar toneelspel zullen komen recense ren. Pater van Meurs, leraar in de let terkunde, wiens les wij voor een deel gevolgd hebben, was bijzonder enthousiast over de aangename sfeer die bij de leerlingen heerst. „Het is prettiger lesgeven, dan op de Middel bare school. Je zit hier tegenover mensen, die zich interesseren voor het vak". In samenwerking met de ren, zoals onlangs nog is gebleken bij de Suez-kwestie. Met figuren als Churchill en Ches terton heeft hij gemeen dat hij zijn zwaar geladen artikelen, zonder enige aantekening voor zich, aan één stuk kan dicteren; en is het artikel getypt dan behoeft hij als regel alleen maar een paar leestekens te veran deren. Tussen zijn talrijke activiteiten op nationaal en internationaal terrein vindt hij altijd nog tijd voor het schrijven van boeken als „Charle magne", „The Story of the British Colonial Empire", voor de uitgave en introductie van essays van de grote Lord Acton, de grootvader van zijn vrouw en tijdens een vakantietocht op een olietanker heeft hij kort geleden een groot boek voltooid over de mys terieuze figuur van Tichborne, dat een dezer dagen zal verschijnen. Was Tichborne een bedrieger, of was hij werkelijk de doodgewaande erfge naam van de goederen van de Tich- bornes? Op deze vraag tracht Wood ruff een antwoord te geven. Geen enkele schrijver heeft meer het hart veroverd van deze knappe historicus dan Engelands eerste ge schiedschrijver de H. Beda. Bijna al tijd heeft hij een exemplaar van de Engelse Kerkgeschiedenis van deze heilige en geleerde monnik in een van zijn vele zakken. Kort na de oorlog door bandenpech gestrand op een koude winteravond in het Gelderse dorpje Brammen las Woodruff mij in de gelagkamer van het kleine dorps hotelletje met donderende stem een passage voor uit Beda. Naast hem stond een glas goede Hollandse ge- ncver; vanuit een hoek van de kamer staarde de hotelhouder met verbaas de blikken naar deze vreemde late gasten. Woodruff was alles om zich heen vergeten, ook de vrienden die op een halve kilometer afstand onder de auto lagen en ons maar hadden doorgestuurd. Meer dan twaalfhon derd jaar geleden werd in deze stre ken ook Beda voorgelezen door de Engelse geloofsverkondigers, die voort durend naar huis schrijven om teks ten van Beda. De H.-Bonifacius be looft zelfs aan Egbert, de aartsbis schop van York twee vaatjes wijn als dank voor een tekst van Beda. Wood ruff, zelf een leerling van de grote Benedictijner school van Downside, zet de traditie voort van de monnik Beda, die over zichzelf schreef: „I was delighted always to learn, to teach or to write". DRS TH. ZWARTKRUIS Werkgroep Katholiek Amateurtoneel en de Nederlandse Amateur Toneel Unie worden cursussen in het regis seren van het amateurtoneel gege ven. Het volgend jaar komt er een opleiding van „Lekentoneel en Crea- tiefspel". speciaal voor onderwijzers en jeugdleiders. De plannen voor de opleiding van acteurs voor radio en televisie beginnen ook vastere vorm te krijgen. Bekende acteurs worden aangetrokken als leraar. Sigi Wolf. Ook het. schminken moet met zorg gebeuren.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 7