XI
i
"'J>
n
aar meer openheid en differentiatie in
Brabantse samenleving
e groeiende niet-katholieke
minderheid integreren?
tty.
Rotterdamse Graanmarkt
P
I HI IB
Woningbouwproject niet langer
de individuele schepping
Grote steden raken verstopt!
De Regering overweegt vaste
termijnen voor terugbetaling
y
zij»
I
:fH i
e1>'
'Sé
ey
Toenemende verkeersdruk roept om voorzieningen
t4 <ren:
SS" c -
ssv
fje-
hi0*
ies
BRABANT IN
BEWEGING
„St.-Christoffel"
behoudt zijn bestaans
recht
'\J
Een internationale
opliehter gepakt
Klemtoon op steclebouwkiindige conceptie
Blokkering van de huurverhoging
i!
ZATERDAG 25 MEI 1957
s*
/a'v
f oef
■tte
J
cnr iy
'«etl
liltff'1
'■ic f
V\t>,
teloorgaan der tefri-
hf, 1(>ri<de binding
Fundamenteel verschil van
inzicht
Mogelijkheden van sociale
integratie
Aan het strand in Knokke
NEDERLANDS MEISJE UIT
ZEE GERED
MOTORRIJDER DOOR TREIN
GEGREPEN
Nu
X?»
18
x
Op Schiphol:
Voorbereiding industriële
woningbouw
!C!".
K de g"oteri
Uitbetaling in schuldbe
wijzen niet gewenst
Selectie onder de aannemers
Overheidssteun voor parti
culiere bouwers
GEEN NIEUW STATION
IN LETDEN-ZUID
Ruimte voor openbaar
vervoer
Kopje-onder
Voorrang
Parkeren
Vaste lijnen
pCU
N.
p^'
t'.
pie*
d!
ieP' «9
3«de
aei><
ge
vel
■i i$
W'ct. H
da4
di"V
ard
ieelUf;
ld>r>
iaaa V
,eteKy
vfy
nf de,,
lef. c(
jeest'
l
•e*-
iis p f
V- 0N'2p,
J ?esch«fe.erste beschouwing hebben
fclkken ,'10e de maatschappelijke
W«er ep-v® 1" Brabant tendeert naar
Al,"11'. "erentieerde samenlevings-
X„. een
1e^e"he de mondlijnen van deze
Hj^Silde Zagen 3Vij het proces van de
tVi;1e'ijki> fecu,ar'sering van de maat-
kC W!*e 'evr - -
ensverbanden.
^th "let a ook in positieve zin aan-
ij»'t'chap ,Vaststelling, dat godsdienst
l(lj tr'i*tie bezig zijn in hun onder-
'e een benaalde eieenstandig-
^•Herd,erVen-
1% """htebT8 gesProken worden van een
Jt °ok Vr,e sl*uctuurwijziging, ditzelfde
Jls^Ues een ander verschijnsel, nl.
iHp g"vpi territoriale binding, dat
V "n van de toenemende geogra-
%ji"»d °ciale mobiliteit kan worden
•"aat ®ven wezenlijk is voor de
i J,., Sc"appelijke situatie in Bra-
Mj tt "erste deel van dit artikel
v terwio ,en een analyse hiervan te
Soitte Wi-i in tiet tweede deel nader
Vlkhert gaa" °P de consequenties en
"oorev' die de geschetste ontwlk-
Ni'"1W nieuwe Brabant heeft.
l"en S?s daarbij bepalen tot de
'#M i l"gp'p i® de kern van onze be-
Nat "tetp "ebben uitgemaakt. Uiter-
Ht"llért dit een zekere willekeur,
t%h6"" v,.ei a"dere problemen, die wei-
No °t> a» ere Sraad van urgentie be-
7?» wijze niet aan de orde
het 1 beloven echter, dat wij ons
NINi'kir,68*6^ van dit artikel een wijze
V het m°eten opleggen, omdat
Vil Hrat ®td van de problematiek te
V8st- Znoi6n zii" contouren volledig
1v°rBp ,s het in onze beschouwingen
I \b "teliiuv °mt' mist dit heeld toch al
hn eid van de exacte waarne-
h fle -\s daarvoor teveel getekend
Ho "'iiko recte ervaring van de maat-
"t AXi*- Werkelijkheid. Deze is zozeer
0^1 fotn' dat z« zich niet laat fixeren
«C epi„„grafisch model.
>1» "ceepj mate recht te doen aan het
recnt te
heeld hebben wij ons bijge-
Ke»p b?P3len tot enkele structuur
zijn echter, naar wij geloven,
Sl8char,at,e wezenlijk belang, dat de
V hjw Üke situatie in Brabant in
aan hen kan worden afgele-
hp"'«vu.°nERNE wereld heeft de sa-
^Ura^s territoriale basis van
gemeenschapsleven sterk
fla **^1 I i"Seboet. De moderne mens.
*W p ,oaSeraakt van de gebonden-
«n i6n hepaald nauw omschreven
V«it leefmilieu. De territoriale basis
io?ij'k '"li is verdwenen of tot een
Hi, "gr> bin1*1 gereduceerd, dat zij
Sh^d i ala tekenend kan worden be-
Hfl-'1 On wö' vroeger door het samen-
,V'"Sen zlphzelf al een hele reeks van
VeHlp" «ntstond, is dit in de moderne
etvars Het Of in veel mindere mate
V>e Men behoeft maar naar de
Nl hiit! onze steden te zien om
HtN vaststellen. In het meren-
Vs"h ,Ze wijken leven de bewoners
iHtN" a vreemden voor elkaar.
"ijh.hil v,,Q® naaste buren zijn de relaties
V "ooi, jvat intiemer, maar zij komen
V/ ?efpp hoven een minimumgrens van
?"thi char. I'Ceerd contact. Een eigen ge-
V"tolB^Jeven weet zich evenmin te
"hrt„"iep m deze wijken. Kunstmatig
^ValNvi^ins een tijd' lang een binding
ken en ook hun concentrlciteit kan niet
langer als geldend worden beschouwd.
Men moet zich goed realiseren, dat dit
een zeer essentiële verandering betekent.
Globaal gezien heeft dit twee gevolgen
gehad. In de eerste plaats voor de indi
viduele mens, welke zjjn plaats in een
vaste levensstructuur is kwqt geraakt,
waardoor zich het probleem van de aan
passing gesteld heeft. In de tweede plaats
voor de samenleving zelf en In het bij
zonder voor de vormen, waarin deze sa
menleving zich zelf geordend heeft. Deze
zjjn in de huidige situatie niet meer toe
reikend, zij geven geen aansluiting meer
op de onderliggende structuur. Deze heeft
zijn monoiitisch karakter verloren en
zich gedifferentieerd in een oneindig aan
tal substructuren. De sociale bindingen,
welke vroeger langs vaste en eenvoudige
wegen tot stand kwamen, groeien nu op
een geheel andere en meer ingewikkelde
wjjze. In de sociale werkelijkheid begin
nen zich geleidelijk nieuwe vormen van
sociaal contact te ontwikkelen. Deze
nienwe media vinden hun oorsprong bij
voorkeur niet in de traditionele verban
den. Zü ontstaan juist daar, waar de or
ganische materie van de samenleving
zich verdicht tot structurele vorm.
Hun spontane onstaan is oorzaak, dat zij
veelvuldig in botsing komen met de or
ganisatorische elementen van de bestaan
de maatschappelijke structuur.
Dit soort conflicten is aan de orde van
de dag. Men behoeft alleen maar te den
ken aan het instuifwerk voor de jeugd, dat
het verzet van bestaande jeugdorganisa
ties ontketent, en het buurthuiswerk voor
de volwassenen, waartegen oppositie be
staat van de zijde der maatschappelijke
organisaties.
Een frappant voorbeeld van dit laatste
is de strijd, die momenteel in het ontwik
kelingsgebied Zuidwest-Brabant gevoerd
wordt rond het sociaal-cultureel vor
mingswerk in dit gebied. Van de zijde
der standsorganisaties worden nogal scher
pe bezwaren gemaakt tegen de wijze,
waarop dit werk in de praktijk wordt uit
gevoerd.
Dit geschiedt nl. door plaatselijke stich
tingen voor maatschappelijk opbouwwerk
Deze stichtingen zijn samenwerkingsorga
nen, welke krachtens hun doelstellingen
geloven wij, Inderdaad achterhaald en
daarmee het Instrument van de organisa
tie ook aanmerkelijk verzwakt. Men heeft
dit alleen nog niet weten te aanvaarden
en te integreren in een nieuw verband
door de botsing die ontstaat met de nieu
we maatschappelijke organisatievorm.
MAG MEN NU verwachten, dat het
mogelijk zal zijn de tendensen, die
wij in het voorgaande beschreven
hebben, te leiden in de richting van een
harmonische maatschappelijke ontwikke
ling?
Nog scherper geformuleerd, kunnen
door systematische beïnvloeding de gevol
gen van de optredende structuurverande
ringen worden opgevangen en omgezet tn
een vernieuwd levenspatroon, zonder dat
de wezenlijke waarden, die in de samen
leving aanwezig zijn, verloren gaan?
Zal het sociale plan, aan de vormgeving
waarvan momenteel gewerkt wordt, in
staat zijn om hier de richting aan te
geven?
Dit zijn evenzovcle vragen, waarop het
bijzonder moeilijk is een antwoord te ge
ven. Dit antwoord is enerzijds namelijk
afhankelijk van de omvang en de inten
siteit van de problematiek en anderzijds
van de kracht van de oplossing, welke ten
aanzien van deze problematiek gegeven
kan worden.
Wanneer wij de problematiek overzien,
kunnen wij inderdaad stellen, dat deze
zeer diepgaand is en direct aan de fun
damenten van de samenleving raakt.
ïn zekere zin is hij daardoor ook moei
lijk tastbaar en slechts bij benadering in
concrete data vast te leggen. Dit heeft
vanzelfsprekend consequenties voor de
andere zijde van het antwoord, namelijk
de oplossing, welke op de analyse van
de problematiek zal moeten volgen. Wan
neer de analyse slechts een tastende bena
dering is, dan zal de oplossing dit in dub
bele mate zijn en behoudens in een aan
tal concrete vraagstukken niet meer dan
algemene richtlijnen kunnen verschaffen.
Het pessimisme, dat in deze gedachte
ligt ongesloten, kan voor degenen, die met
het feitelijk sociaal beleid belast zijn,
wellicht de waarde van sociologisch on
derzoek en sociale planning twijfelachtig
maken.
Tot op zekere hoogte is deze twijfel, ge
loven wij, ook gerechtvaardigd. Pasklare
toepassingen, waaraan men in de praktijk
behoefte heeft, kan het sociale plan niet
geven. Het kan hoogstens de structuur-
lijnen van de ontwikkeling^trachten aan te
duiden. Dit is in de huidige situatie al
Wij vervolgen vandaag onze serie
artikelen over Noord-Brabant met
nevenstaande bijdrage, waarin mr.
P. Ku ij pers. adjunct-directeur van
het Provinciaal Onbouworgaan en
secretaris van de Provinciale Com
missie Sociaal Plan Noord-Brabant,
nader ingaat op de maatschappelijke
situatie in zijn gewest.
De voorgaande artikelen in deze
serie verschenen in ons blad van
26 april, 2 mei en H mei j.l.
de maatschappelijke opbouw van de ~lo- bijzonder belangrijk. Belangrijker overi-
'»a'«es>Men' "laar na verloop van tijd
!n Htn dez" meestal tot een zuiver
X nfl!che structuur,
tas„""tbr erne verstedelijkte samenle-
Sit blijkbaar de basis voor een
HpNiAai- Ppelijk wijkbesef en is de
kA» 'ndi"g als substraat voor ge-
minS niet meer aanwezig.
v6 i hot Hen het zo formuleert, stelt
V"tiov,rt Uu>"lijk te scherp. Gemeten aan
.Van het maatschappelijk ge-
■Im Niri gf deze uitspraak van een ab-
itin ""ia"?elke aan de menselijke wer-
N is.
S jleippo ,i"beid is geschakeerder dan
W,n, ik "'"egt te denken. Terwijl
iH si»- "bken van de samenleving
>1 u 'ijvclJCl'Uren tot ontwikkeling ko-
O- h in bet achterland de vormen
laan levenspatroon ongehinderd
Pische meer-dimensionaiiteit
>th6t
i Vr>
kale samenleving beogen.
Hoewel de zelfstandigheid van de aan
gesloten organisaties is gewaarborgd en
op principieel katholieke basis wordt ge
werkt, heeft men desondanks van de zijde
der organisaties grote bezwaren tegen
deze stichtingen. Wanneer men de argu
menten, waarmede men deze bezwaren
tracht te staven, op hand weegt, verwaai
en zij praktisch als stof in de wind.
Bij nader toezien, blijkt de grondoorzaak
van de moeilijkheden veel dieper te lig
gen dan men uiterlijk wel zou vermoeden,
ïn wezen gaat het namelijk om een fun
damenteel verschil van inzicht ten aan
zien van de vormgeving van de gemeen
schap. De standsorganisaties willen dit
volgens de lijnen van een groepsgewijze
benadering, d.w.z. exclusief gescheiden
aan standen. De opbouwstichtingen daar
entegen richten zich primair op de totali
teit van de samenleving en trachten van
daaruit de verschillende groepen te berei
ken. Hiermede doorbreken zij het stands-
organisatorische uitgangspunt, dat de sa
menleving niet meer dan het geheel van
drie of vier standsgroeperingen zou zijn
De werkelijkheid heeft dit uitgangspunt.
gens dan men veelal denkt, omdat het
mogelijk is vanuit deze algemene lijnen
telkens het concrete handelen te bepalen.
Wanneer men zich nu afvraagt in welke
richting deze lijnen zullen lopen, moet
men vooropstellen, dat zij in ieder geval
tenderen in de richting van meer open
heid en grotere differentiatie in het sa
menlevingspatroon.
Wat de verhouding Kerk en maatschap-
Dij betreft, zal de Kerk in de nieuwe ver
houdingen een beweging naar binnen
moeten maken om een deel van het door
haar tot heden bezette gebied ter bewerk,
tuiging aan de gemeenschap te kunnen
overlaten.
Men versta ons goed. Wij bedoelen hier
mee geen „koude" secularisatie maar een
nieuw evenwicht, waar'n de beïnvloe
ding van de samenlevingsverbanden niet
meer op institutionele basis, maar vanuit
de individuele, mens zal moeten plaats
vinden. Om het aan een van de meest
actuele punten te adstrueren: parochiële
jeugd- en gemeenschapshuizen behoren
tot het verleden. Hun plaats zal worden
ingenomen door r.-k. jeugd- en gemeen
schapshuizen en zelfs dat zal in vele plaat
sen niet langer wenselijk zijn. Men staat
namelijk ook in Brabant voor de vraag,
op welke wijze de groeiende niet-katho
lieke minderheid haar plaats in de samen,
leving zal kunnen vinden. In de huidige
structuur ontbreken hiervoor dikwijls nog
de mogelijkheden. Dit geldt in het bijzon
der voor de institutionele verbanden. In
het informele vlak zijn de betrekkingen
tussen de van buiten Brabant komenden
en de oorspronkelijke bevolking meestal
«onder spanningen en veel zeer positief
gekleurd. De moeilijkheden komen pas,
wanneer men formeel naar buiten treedt
in het gemeenschapsleven.
Men vindt dan een milieu, waar vanuit
de eigen levensbeschouwing gezien nogal
wat borden met verboden toegang voor
komen. Voor een niet-katholiek is de
Brabantse samenleving in zijn uitwendige
vormen dikwijls een ontoegangelijk mas
sief, waarin hij moeilijk een weg kan vin
den. ïn de grote steden en met name in
Eindhoven is dit natuurlijk niet in die
mate het geval als in de dorpen en de
kleinere steden. In deze laatste, vooral
waar industrievestigingen van elders
plaats vinden, heeft het probleem zijn
scherpste vormen.
Om te voorkomen, dat de minderheids
groepen in Brabant als „Fremdkörper" in
de samenleving blijven vastzitten, is het
een onontkoombare voorwaarde, dat de
ruimte van het samenleven wordt ver
breed en gewijzigd in haar interne be
trekkingen. In het kader van de wijzigin
gen in de verhouding tussen godsdienst en
maatschappü liiken ons de mogelijkheden
hiertoe aanwezig. Wat ten aanzien van de
gemeenschapshuizen ai even gesteld is,
een algemene opzet, kan ook voor andere
sectoren gelden. In termen van oorlogs
strategie zon men misschien kunnen spre
ken van een geneutraliseerde zone, waar
uit. de levensbeschouwing zich als geïnsti
tutionaliseerd verband heeft teruggetrok
ken om een bredere basis mogelijk te ma
ken. Voor de Kerk betekent dit natuur
lijk in vergelijking met vroeger een zeker
functieverlies. Wij geloven echter, dat dit
verlies tenslotte in winst zal worden om
gezet. Het handhaven a ontrance van de
verworvenheden van een traditionele
structuur leidt onvermijdelijk tot diep
gaande en onherstelbare kortsluitingen.
Dit gcld< niet alleen voor het eerste
punt. dat hier besproken is, maar ook
voor hot tweede. nemelHk reduetie van
de territoriale binding. De verschuivingen,
welke hiervan het gevolg zijn, zal men in
een dynamisch beleid moeten volgen. De
nieuwe vormen, welke sponjaan in de sa
menleving opkomen, dienen hun kansen te
krijgen en moeten zelfs, waar mogelijk,
tot verdere uitgroei worden gestimnleerd.
Ilier ligt een taak voor de verschillende
beleidsorganen in de provincie. Deze taak
Is niet eenvoudigr omdat zij zich telkens
in de wisselende sitnatie zal moeten her
oriënteren om haar koers te kunnen be
palen.
Dit vraagt niet alleen voortdurend be
zinning. maar een naar bescheidenheid
neigende bereidheid om het eigen inzicht
te laten wijken voor de regenererende
kracht van de natuurlijke ontwikkeling.
Mr. P. KUIJPERS.
(Van onze Utrechte redacteur)
In de heden te Utrecht gehouden alge
mene vergadering van de Ned. Kath. Ver
eniging van handelsvertegenwoordigers,
handelsagenten en verzekeringsinspec
teurs „St.-Christoffel", heeft de voor
zitter, de heer P- de Graaf enige woor
den gewijd aan de eventuele wijziging
van fle structuur der katholieke sociale
organisaties. Enige opmerkingen het laat
ste jaar daarover geuit op verschillende
bijeenkomsten van bevriende organisa
ties, gaven hem daartoe aanleiding, waar
bij het hem er natuurlijk vooral om ging,
hoe de positie van „St.-Christoffel" zal
zijn ten opzichte van de bedrijfstaks-
gewijze organisatie.
De heer De Graaf herinnerde eraan,
dat „St.-Christoffel" zich in 1953 heeft uit
gesproken voor een sterke concentratie
van de beambtengroeperingen, zoals ook
de Kath. Bond van Administratief perso
neel etc. (H.K.W.), de Kath. Bond van
Werkmeesters en de Kath. Bond van tech
nici, die zich tegen de vorming van be-,
drijfsbonden verklaardap. voorstonden.
Er is, zo zei de heer De 'Graaf, de afge
lopen jaren geen aanleiding geweest van
deze gedragslijn af te wijken.
Wel geeft de ontwikkeling van het laat
ste jaar hem aanleiding te zeggen, dat
een eventuele sterke concentratie van de
vier katholieke bonden van beambten
voorshands niet zover mag gaan, dat dit
de opheffing van „St.-Christoffel" zou be
tekenen.
De heer De Graaf sprak er zijn vol
doening over uit. dat de affaire rondom
de actie van de K.A.B. in Amsterdam
inzake onrechtmatige prijsverhogin
gen in nader overleg met de afdeling
van de Kath. Middenstandsbond op be
vredigende wijze is opgelost.
Verkregen is een verhoging van 6 pet.
van de bedragen, genoemd in de Mini
mum-Garantie-Regeling voor Handelsrei
zigers, ingaande 1 mei 1957.
Als middel om de rechtspositie van
de beroepsgenoten verbeterd te krijgen,
zag de heer De Graaf veel heil in een
regeling per bedrijfstak, zoals voor de
Groothandel textiel geldt. Het verheug
de hem te kunnen meedelen, dat met het
Sociaal Comité voor de groothandel in
levensmiddelen overeenstemming is be
reikt inzake het opnemen van de handels
reizigers in de reeds jaren bestaande re-
geiing voor het kantoorpersoneel, voor
wat betreft een bovenwettelijke uitke
ring bij ziekte en ongeval, verzuim met
behoud van loon, vakantie en vakantie
toeslag.
Van de 20.000 handelsreizigers en han
delsagenten in Nederland is 40 pet georga
niseerd en wel: 2700 bij „St.-Christoffel",
2000 bij „Mercurius", 1500 bij de Ned.
Handelsreizigersvereniging. 900 bij de
Ned. Chr. Handelsreizigersvereniging en
750 bij de Chr. Beambtenbond.
(Bericht van A. Bosman N.V.
Graanmakelaars, Rotterdam),
De druk der exportmarkten duurde de
ze week onverminderd voort en vooral de
verkoopdruk van Z. Afr. mais viel op.
Door de invoerrechten op gerst, haver en
sorghum is het prijspeil dezer graansoor
ten vrijwel gestabiliseerd, daar verdere
importzaken tegen de transitoprijzen
nog steeds niet lonend zijn. Alleen van
Russische zijde werd gerst tegen dergelij
ke transitoprijzen aangeboden, dat diver
se belanghebbenden moed hebben gevat
en hiervan kochten, ofschoon het gelden
de invoerrecht de prijs dezer gerst toch
nog boven onze pariteit do-et komen.
MAIS. In loco platamais is vrij wat om
gegaan, terwijl de eerste posities nieuwe
oogst de aandacht blijven trekken Op af
lading moest echter weer lager worden
afgedaan. Yellow mais stomend bracht
bevredigende prijzen op, terwijl ook o
aflading het prijspeil zich kon handhaven
Zoals reeds gezegd, kon men Z. Afr
mais op aflading lager kopen, zodat deze
soort een grote concurrent voor de Am.
yeliow mais wordt. Ook zijn er zaken in
Kongomais op aflading tegen attractieve
prijzen te vermelden.
GERST goede consumptievraag, waar
bij voor loco Plata-gerst en stomende i
barley wat meer kon worden bedongen.
Deze soorten blijven op transito-basis nog
te duur voor de import. Russ. gerst, zoals
(Van onze Brusselse correspondent)
Twee arbeiders, dit uit een hoteivensrer
iemand in zee zagen drijven en daarop
naar het strano snelden, hebben in
Knokke de 21-jarige mejuffrouw J. M uit
Waalwijk uit zee gered. Het meisle was
reeds bewusteloos doch men slaagde erin
de levensgeesten op te wekken, waarna
zij naar een ziekenhuis is overgebracht
Haar toestand is nog zorgelijk.
Een van de snufjes, waarop de nieuwe
en verbouwde wagens van de Trans-
Europa-Express trots gaan, is de telefo
nische verbinding tussen restauratie
wagen en keuken. De kok neemt, zoals
u hier ziet, de bestellingen direct op, zo
dat het heen en weer rennen van de
kelners overbodig wordt.
gezegd, op aflading transito laag verhan
deld.
HAVER vond een betere markt voor
stomende haver, die momenteel vrij
schaars wordt aangeboden, waarbij komt
dat de verlading der mei-contracten niet
vlot verloopt. Op aflading is de tendens
van N. Am. haveT zowel wit als Mixed
echter aan de kalme kant. Enige posten
loco Russ. haver en Platahaver moesten
duurder worden betaald.
ROGGE was bij kleine vraag lager te
koop. Enige kooplust voor loco 3 Canada
en 2 U.S.A. Rogge. Op aflading momen
teel Am. rogge hoger genoteerd, doch van
Argentijnse zijde verkoopdrang van 72-3
Platarogg-e op aflading. Duitsland ver
kocht hier enige posten voerrogge uit de
oude oogst.
MILO en MILLET. Beide soorten zijn
in spoedige posities zeer schaars en wor
den met grote premies betaald. Daaren
tegen zijn de afladingen zeer laag aan de
markt en schijnt het prijspeil hiervan nog
steeds te moeten afbrokkelen.
DE KOEKENMARKT bleef zeer flauw.
In het bijzonder lijnschilfers en zonnepit-
schilfers en -schroot. De prijzen hiervan
bewegen zich op zeer geschikt niveau
vergeleken met de ander koeksoorten en
men kocht er dan ook regelmatig van.
De laatste dagen evenwel staakten de
kopers hun activiteiten geheel, wat ook
wel te begrijpen is. De sterke speculatie
ve bewegingen der shippers vormen een
zodanig verwrongen marktbeeld, dat men
een enigszins verantwoorde opinie niet
meer kan opbouwen. Voorlopig zijn het
alleen de Argentijnse koeksoorten die on
derwerp der speculaties zijn. De laatste
dagen evenwel gaan hardnekkige geruch
ten, dat ook Rusland met goedkoop ma
teriaal aan de markt zou komen en dan
nog wel lijnschilfers. Definitief aanbod is
evenwel nog niet te voorschijn gekomen.
De verkopers van sojaschroot en katoen-
schroot doen ook wat water in hun wijn,
kopers moeten echter nog gevonden wor
den. Duits tarwe- en roggemeel werd da
gelijks wat lager afgedaan, ofschoon hier
in geen drukkend aanbod bestaat en er
een behoorlijke kooplust voor is. Buiten
landse zemelen schaars geofferd en
voor prijzen welke maar weinig onder de
Hollandse liggen. Nu en dan hoort men
van een afdoening.
De 24-jarige monteur B.W.Keindsen
nit Doetinehem is gisteravond op een on
bewaakte overweg te Gaanderen bv( Ter-
borg door een trein gegrepen. Het slacht
offer reed op een motorrijwiel, dat aan
het achterwiel werd geschept.
R. liep lichte verwondingen aan het
hoofd op en zware kneuzingen aan de
hals. Hij is in het Wilhelminaziekenhuis
in Doetinehem opgenomen. De trein reed
in de richting Terborgh en was al aan het
afremmen om over honder meter te kun
nen stoppen op het spoorstation aldaar.
Het zicht is ter plaatse zeer goed. Het
slachtoffer heeft zijn leven te danken
aan het feit, dat hij op het allerla/tste
moment vol gas heeft gegeven.
ts.Vttw
"ici-j °.r'sch gebeuren. Deze manifes-
-1" het feit, dat structuren.
tijd elkaar opvolgen, in de
Zelf n met e,kaar k""nen voort
ij S'0de
wanneer een bepaalde cul-
ii vpt-ils afgesloten is de werking
5? ihN so„: ,den niet verdwenen.
5V'M?"d v e belevingssituatie blijft het
,bs., HDal a" het nieuwe cultuurpatroon
vVlWn' impliciet hebben wij dit
"eeds gesignaleerd toen wij
er het ambivalente karakter
f."h BraK uec amDivaienie mihmci
Ajj ntia Nostra-beweging, welke
H k ""al ma"ifesteerde als roman-
>iX»st"aT,rtn "nderzijds als reflexie van
v'"(1?,"®er Werkelijkheid.
gesteld wordt, dat dit ter-
.-WAhav, functie als basis voor de ge-
s
in'Shi '"ucne ais basis voor ae ge-
rn„ ,ft verloren, moet men er
h~e h°uden, dat een dergelijke
<Wsch6 „r "elaviteit ontleent aan de
ti'1" ïi ""tekst, waarin zij geplaatst
ni?en is de territoriale binding
e-6 sw Wel aanwezig. In sommige
llJ" rol zal zij ongetwijfeld ook
J?t van sPelen. Zelfs in de wat oudere
Nt tataar, gr°tere steden kan men zich
t6 v,?""ia!,iVan een zekere wijkbinding
A alA"n °"tveinzen. Ook in de nieu-
Ap"1 is .zal zij niet helemaal ontbre-
8 s daar zeker heel sterk gere
de,
"r
i?6 himpn de moderne samenleving,
(Van onze Amsterdamse redactie)
Door de marechaussee op Schiphol is
een buitenlander gearresteerd, die er van
wordt verdacht verscheidene antiquairs in
ons land voor een totaalbedrag van 25
.mille te hebben opgelicht. De man, die van
Israëlische nationaliteit is, doch in Lon
den woont en ook een verblijf in Brussel
heeft, stond op het punt ons land te verla
ten. Hij had de afgelopen weken van anti-
quars in Amsterdam boeken van oudheid
kundige waarde gekocht „voor een op te
richten Joodse bibliotheek in Brussel" en
de aankopen met ongedekte chèques op
een Londense bank betaald. De man was
er zelfs in geslaagd van een handelaar
geld toe te krijgen door een hogere
chèque uit te schrijven dan de som die
hij voor de boekwerken moest neerleggen.
Van drie handelaars is reeds aangifte van
oplichting binnen gekomen. Het is niet
onwaarschijnlijk dat er echter nog meer
slachtoffers zijn en dat de man soortge
lijke zwendel in het buitenland heeft ge
pleegd.
Binnen het raam van de gegeven ver
houdingen kan hij gelijkblijvende omstan
digheden op korte termijn moeilijk aan
een beduidende vergroting van de vvoning-
produktie worden gedacht, tenzij, door
verhoging van de produktiviteit. Zo ver
klaarde gisteren het bestuurslid van de
Nationale Woningraad, de heer A.Stein-
metz, wethouder van Amsterdam, in een
rede, waarmede hij de ledenvergadering
van genoemde raad in Utrecht opende.
In verband met zulk een verhoging van
de produktiviteit besprak hij de hier en
daar op vrij grote schaal getroffen voor
bereidingen voor industriële woningbouw.
Deze zullen volgens hem ongetwijfeld op
een aantal punten ingrijpende verande
ringen in de tot nu toe gevolgde praktijk
teweegbrengen.
Daarbij zal het onvermijdelijk zijn, dat
het karakter van het werk van de ar-
k®" men zich de mens en
Vs.1" Kv?"
een Oergegeven
h' e>.2'Sheirt g voorstellen zonder de
..A ."en ,.,va" het territoriale? Altijd
h -Wen e binding in het territo-
dit een Oergegeven
th "ven is. Het is misschien
bin,/!" de moderne samenleving,
At n6t. Vn„ sterk aan betekenis heelt
bsS e bien voor een gewest als Bra-
tkfHso 6 n, *en fundamenteel probleem,
tl ,""ihC"ltm,„ a"dscultuur is de Bra-
au. Seba'Jt111?1--® op het territoriale
b't h ij- ?°"d hierin zijn plaats. Hij
T»n vs /9a r>/n11 anti Tri
luuuamenieei piuuieeni.
tn.jttelandscuRuur is de Bra-
n" /*y gph„ lm,"ers op het territoriale
n" n 'id uSeerd. Het samenleven heeft
<s Nhpd(Hv°Sen in kleine overzien-
h h elf-
Ci sbMSt"PrI1ffSCllu';1'ng va" de "ohectivi
a C g"K rva" was hem vertrouwd
"ti de .6enr"aal vastgelegd en ver-
Jr^ditie, boden hem een vei-
tVA
betri
V rit ihs u "wba
Hs"8?"tie wndp,e"-
ouwbaar richtsnoer voor
A, a""inE de medemens kende niet
ft,- "taaj, a" de persoonlijke verhou-
I. Va." "0riPllo:rf„„
"tvNirt, *°t de individuele betrek-
V dp e'" trCen kwam. Niet alleen de
A"p Sampn,ns.ke"de zijn plaats, maar
'h, "r u" extf "g was bepaald in haar
CN vbib"en ?ne """figuratie.
Ni tp"" dp Was zij het kader voor het
"ir
van dit cultuurbeeld Is
01;"hheiiarne"ieving teloor gegaan
van de cirkels is verbro-
p "Hing
een algemeen er-
r'gheidsgevoel, dat niet al-
-,ep van het gemeenschaps-
aar gerneensehnp, naar buiten
Ijl rt b„. *"ulere cirkels van streek en
yoorstellen als een kleine
concentrisch geplaatst
De regering wil nader in overweging
nemen om het wetsontwerp inzake de
blokkering van de huurverhoging zoda
nig te wijzigen, dat degenen, die verbe
teringen aan woningen aanbrengen, bin
nen een vaste termijn na goedkeuring
van het gemeentebestuur voor deblokke
ring in aanmerking komen, ongeacht het
tijdstip waarop de verbeteringen werden
voltooid.
Deze toezegging heeft de minister van
volkshuisvesting en bouwnijverheid ge
daan n.a.v. opmerkingen tijdens het mon
deling overleg over dit wetsontwerp tus
sen de regering en de commissie van
voorbereiding.
Overigens zei de minister voorlopig al
lerminst gesteld te zijn op een zeer grote
activiteit bij verbetering van oude wo
ningen, omdat de nieuwbouw vooralsnog
voorrang heeft. De bewindsman achtte
het echter niet onmogelijk, dat te zijner
tijd voor verschillende streken van het
land afzonderlijke data voor de ingang
van de individuele deblokkering zullen
worden vastgesteld.
Over de vooruitzichten op de woning
markt was de minister niet optimistisch
gestemd. Als de woningmarkt eenmaal
verzadigd is verwachtte hij, dat de over
grote meerderheid van eigenaars van
oude woningen de huurprijs zou verlagen
en de woningen zopden laten voor wat ze
dan zouden zijn.
Zonder blokkering, aldus het regerings
standpunt, is het gevaar groot, dat reser
vering voor woningverbetering niet ge
schiedt. Overigens is de regering geen
voorstandster van een blokkering tot in
lengte van dagen uitsluitend voor wo
ningverbetering, omdat dan een eeuwig
durende administratie zou ontstaan waar
aan zij geen behoefte had.
Er behoeft volgens de minister van Fi
nanciën geen vrees te bestaan, dat de re
gering bij de uitbetaling een te ruim ge
bruik zou maken van de mogelijkheid om
dit in de vorm van schuldbewijzen te
doen gezien de onwenselijkheid de staats
schuld te vergroten.
Terzake van het in de wet vastleggen
van tijdstippen van deblokkering noemde
hij uit een oogpunt van huurbeleid het
noemen van data niet mogelijk wegens de
niet te voorspellen ontwikkeling van de
bouwmarkt. Uit een oogpunt van mone
tair beleid zou het opnemen van tijdstip
pen in de wet thans eveneens een slag in
de lucht zijn.
Gevraagd of het de bedoeling is, dat de
helft van de huurverhogingen die voor
de overige woningen voor verbetering
wordt gereserveerd voor gemeentewo-
ningen zal worden gebruikt tot vermin
dering van de rijksbijdragen zei de mi
nister van wederopbouw en volkshuisves
ting, dat de regering zich nog erover be
raadt om de gemeentewoningen ook on
der de werkingssfeer van de wet te bren
gen.
De minister van Volkshuisvesting en
Bouwnijverheid kwam voorts op de vraag
of onderhoud, hetwelk juridisch niet ten
laste van de verhuurder komt, b.v. het
opknappen van het binnenwerk, met ge
blokkeerd geld kan worden betaald. Hij
achtte deze suggestie niet passend in de
opzet van de ontwerpen, welke bij uit
stek op woningverbetering gericht zijn.
chitect bij de woningbouw verandert. Niet
langer zal elk woningbouwproject tot
in onderdelen de individuele schepping
kunnen zijn, die het tot dusver, althans in
principe, was. De relatie, die er reeds
is tussen het stedebouwkundige werk
en de architectuur, zal door de in
dustriële bouw versterkt worden in die
zin, dat de klemtoon meer dan tot dus
ver op de stedebouwkundige conceptie
moet worden gericht.
De industriële ontwikkeling zal ver
der automatisch leiden tot een vrjj
strenge selectie onder de aannemers.
Alleen de in bedrflfs-organisatorisch
opzicht sterke ondernemingen zuilen,
volgens spr. haar aandeel in die ont
wikkeling kunnen nemen.
De opdrachtgevers zullen deze en
andere gevolgen ter dege moeten on
derkennen, willen zij de voor de pro
duktiviteit belangrijke ontwikkeling ook
van- hun kant bevorderen.
Daarnaast zal het toch wel enigszins
aan oude vormen verkleefde bouwtoe
zicht in ons land de nodige soepelheid
moeten betrachten om nieuwe opvattin
gen, werkmethoden en constructies hun
kans te geven.
Sprekende over de wens van de parti
culiere bouwers dezelfde overheidssteun
te genieten als die, welke de bouwvereni
ging ontvangen, zeide de heer Steinmetz,
dat tegen dit beginsel weinig bezwaar
kan worden gemaakt.
De bouwondernemers zullen dan ech
ter, volgens hem, wel dienen te weten,
dat inwilliging va.n hun verlangen naar
gelijke behandeling o.m. het volgende
betekent: verplichte afschrijving van de
woning-en in vijftig jaar; onttrekking va$
vaste bedragen aan de exploitatie ten
behoeve va.n onderhoud en algemeen be
heer; het ontvangen van een gelimiteer
de rente over het in de woningen beleg
de kapitaal; het aanvaarden van ver
gaande overheidscontröle op de gehele
exploitatie. Het is voor mij de vraag, al
dus de heer Steinmetz. of de bouwonder
nemers weten wat zij vragen, als zij ge
lijke behandeling m-et de bouwvereni
ging verlangen.
Tenslotte verdedigde spr. het goede
recht van gemeenten en bouwverenigin
gen om z.g. middenstandswoningen te
bouwen en te exploiteren.
(Van onze correspondent)
Het plan van de Ned. Spoorwegen om
in Leiden-Zuid een station te bouwen aan
de lijn naar Utrecht is in verband met
de noodzakelijke bestedingsbeperking ter
zijde gelegd. De nieuwe woonwijken en
sneciaa] de nieuwe industrieën worden
door het versplinterde glas van de voor
de bouw van het nieuwe station gepaard
zou gaan met baanopheffing en viaduct-
aanleg, waardoor enkele nijpende ver
keersproblemen to
worden gebracht.
(Van onze verkeersredacteur)
Steeds vollere straten, toenemen
de opstoppingen, stijgend gebrek
aan parkeerruimte, groeiend aan
tal ongevallen.Men behoeft op
een willekeurig tijdstip maar een
kijkje te nemen in onze grote steden
om te ervaren, dat bet geen loze
geruchten zijn, die de verkeersdes-
ku-ndigen alarm doen slaan. De hek
senketel van het grote-stads-verkeer
borrelt tot aan de rand.
Het publiek, worstelend in de drukte,
schreeuwt om voorzieningen. Open
oog hebbend voor dit probleem heeft een
commissie van het Nederlands Verkeers
instituut een rapport opgesteld, waarin
wordt getracht enkele richtsnoeren te
geven voor het stedelijk verkeersbeleid.
De rapporteurs hebben de kwestie gron
dig onderzocht; zij signaleren het kwaad,
formuleren de oorzaken en doen af en
toe een suggestie, al komt er dan ook
weinig revolutionairs uit de bus.
De studiegroep bestond uit. mr. B.
Mees (voorzitter), ir. A. de Gier, drs.
A. de Groot, ir. H.D.E.M. Koopman, ir.
M. Muller, A. J van Schaik en J. F. de
Vries. Na een inleiding, waarin, als voor
naamste oorzaken van de moeilijkheden;
toeneming van bevolking, structuurver
andering der steden, economische con
centratie en gebrek aan ruimte worden
opgegeven, komt men op de vraag, wel-
ke voorzieningen dienen te worden ge
troffen wat betreft het openbare perso
nenvervoer.
Door de grote populariteit van fiets
en bromfiets is in de Nederlandse ste
den het openbare vervoer slechts matig
ontwikkeld in vergelijking niet buiten
landse steden van dezelfde grootte. Be
draagt b.v. in Engelse steden het aan
tal ritten per inwoner per jaar 400 a
500 en in Zürich (ruim 410.000 inwoners)
meer dan 400, in onze steden wordt ter
nauwernood het getal 200 bereikt. Het is
daarom de vraag, of het gebruik van
de openbare vervoermiddelen relatief
sterk zal toenemen, gezien de steeds
groeiende inv' - -cl van de gemotori
seerde particr" -orvoermiddelen.
Een bijzonder moeilijkheid voor de
openbare vervoerbedrijven is gelegen in
het feit, dat bU slecht weer grote aan
tallen fietsers en bromfietsers hun ver
voermiddel thuis laten en zich per bus
of tram verplaatsen. De druk wordt
dan plotseling zwaar, hetgeen zowel
economisch als bedrijfstechnisch tot gro
te moeilijkheden leidt.
Bovendien: de verkeerscongesties
grotendeels veroorzaakt door het particu.
liere verkeer, vormen een steeds ernsti
ger (en kostbaarder) hinderpaal voor
de exploitatie van tram en bus: meer
personeel, lage snelheid, ongeregelde
diensten en slechte service zijn er de
consequenties van. Tenslotte: cityvor-
ming leidde tot grote concentratie van
werkgelegenheid in de binnenstad, het
geen een zwaar spitsuurvervo-er tot ge
volg heeft.
Het eist veel personeel en materi
eel, waarvoor op de overige uren van
de dag weinig of geen emplooi is. Van
daar, dat het openbare vervoer in onze
steden steeds grotere moeilijkheden on
dervindt en steeds minder in staat is
zijn taak naar behoren te vervullen.
Men weet het, de tram is een obsta
kel. Lastig, maar onmisbaar. Het rap
port beveelt daarom de volgende maat
regelen aan.
a) Exploitatie van modern, snel en
groot materieel op alle lijnen, waarbij
in het algemeen een hoge aanzetsnel-
heid en remvertraging van meer belang
zijn dan een hoge topsnelheid.
b) Gebruik treinen, die niet al te groot
zijn, zodat ze in het stadsverkeer han
teerbaar blijven. Liever twee eenheden
om de vijf minuten dan een vierwagen-
stel om de tien minuten.
c) Leg de trambaan zoveel mogelijk
op de middenberm van hoofdverkeers
wegen.
d) Zorg vooor vrije kruisingen met
het overige verkeer.
e) Vergroot de halteafst-anden.
Een ondergrondse is bijzonder duur,
en zal dus voor de meeste Nederlandse
steden wel een onderaards luchtkasteel
blijven. Het rapport voelt echter vee)
voor verlegging van de tram in tunnels,
die onder de drukste straten lopen .Deze
tunnels behoeven niet diep te liggen, en
kunnen eenvoudig worden uitgevoerd.
Het aanta! ondergrondse (en dus dure)
kilometers kan door dit kopje-onder-sys
teem tot het uiterste worden beperkt. De
uitvoering van het werk kan geleidelijk
geschieden en men behoeft geen speci
aal materieel aan te schaffen.
Aangezien het ideaal van voldoende
verkeersruimte wel nooit zal worden be
reikt, zo lezen we verder, dient de be
schikbare ruimte zo economisch mogelijk
te worden gebruikt, hetgeen te bereiken
is door openbare vervoermiddelen. Ten
slotte gaat het er om, de personen en
niet de voertuigen op de snelste en meest
economische wijze te verplaatsen. Voor
rang voor het openbare vervoer door
bijvoorbeeld bepaalde straten uitsluitend
voor trams, bussen en taxies open te
stellen acht het rapport dan ook alles
zins gewenst en gerechtvaardigd.
Ten aanzien van het goederenvervoer
wordt opgemerkt, dat een oplossing kan
worden gevonden in het vestigen van een
of meer bodencentra aan radicale wegen,
gemakkelijk bereikbaar uit alle delen
van de stad en corresponderend met een
organisatie van stadsbesteldiensten. Het
rijden met zware wagens door de bin
nenstad zou zodoende voor een groot
deel kunnen worden beperkt.
Ook het parkeervraagstuk heeft de
aandacht. Het is van groot belang, dat
bij de bouw van nieuwe gebouwen, welke
veel verkeer trekken, eisen worden ge
steld met betrekking tot de noodzakelijke
parkeergelegenheid. Het zal meer en
meer tot een goede service gaan beho
ren, voor de clienten parkeerruimte ter
beschikking te stellen. De ruimte hier
voor kan worden verschaft door de be
drijven zelf, of door de overheid, die
daarvoor van de belanghebbenden een
bijdrage in de kosten moet kunnen hef
fen.
Het parkeerbeleid in het algemeen, zo
wordt gezegd, zal ertoe moeten leiden,
dat men voor een kort bezoek aan de
stad altijd in de onmiddellijke nabijheid
van 't reisdoel parkeergelegenheid vindt
en dat men voor een langer bezoek op
iets verderweg gelegen stallingsplaatsen
is aangewezen, Parkeergeldheffingen in
welke vorm ook, zullen in de toekomst
niet te vermijden zijn.
In het rapport zijn ook een aantal ste
debouwkundige richtlijnen opgenomen,
welke opheffing van de extreme schei
ding van woon- en werkgebieden en ont
lasting van het binnenstadverkeer be
ogen. O.m. wordt geadviseerd: beper
king van het aantal verkeeraantrekken-
de objecten, situering van instellingen,
welke op verschillende uren van de dag
verkeer trekken in eikaars nabijheid (b.v.
kantoren en winkels naast een schouw
burg), vermindering van de bebouwings
dichtheid en aanleg van een ringweg
met ruime parkeergelegenheid.
De commissie heeft, bij het opstellen
van het raPP°rt, geen bepaalèe stad op
het oog gehad, men heeft slechts een al
gemene beschouwing willen geven, wel
ke als basis kan dienen voor meer ge
centraliseerde plannen. Wel concludeert
zij, dat bij verbetering van de verkeers
situatie langs vaste lijnen te werk moet
worden gegaan en dat het noodzakelijk
is, vooral in de grote steden, te ko
men tot de opstelling van een algemeen
verkeersplan als integrerend onderdeel
van de stedebouwkundige planning in de
ruimste zin.
Het rapport bestaat uit dertig getikte
velletjes en heeft beslist deze verdienste,
dat men zich nu tenminste goed georiën
teerd.... in de drukte kan begeven.