XI i "'J> n aar meer openheid en differentiatie in Brabantse samenleving e groeiende niet-katholieke minderheid integreren? tty. Rotterdamse Graanmarkt P I HI IB Woningbouwproject niet langer de individuele schepping Grote steden raken verstopt! De Regering overweegt vaste termijnen voor terugbetaling y zij» I :fH i e1>' 'Sé ey Toenemende verkeersdruk roept om voorzieningen t4 <ren: SS" c - ssv fje- hi0* ies BRABANT IN BEWEGING „St.-Christoffel" behoudt zijn bestaans recht '\J Een internationale opliehter gepakt Klemtoon op steclebouwkiindige conceptie Blokkering van de huurverhoging i! ZATERDAG 25 MEI 1957 s* /a'v f oef ■tte J cnr iy '«etl liltff'1 '■ic f V\t>, teloorgaan der tefri- hf, 1(>ri<de binding Fundamenteel verschil van inzicht Mogelijkheden van sociale integratie Aan het strand in Knokke NEDERLANDS MEISJE UIT ZEE GERED MOTORRIJDER DOOR TREIN GEGREPEN Nu X?» 18 x Op Schiphol: Voorbereiding industriële woningbouw !C!". K de g"oteri Uitbetaling in schuldbe wijzen niet gewenst Selectie onder de aannemers Overheidssteun voor parti culiere bouwers GEEN NIEUW STATION IN LETDEN-ZUID Ruimte voor openbaar vervoer Kopje-onder Voorrang Parkeren Vaste lijnen pCU N. p^' t'. pie* d! ieP' «9 3«de aei>< ge vel ■i i$ W'ct. H da4 di"V ard ieelUf; ld>r> iaaa V ,eteKy vfy nf de,, lef. c( jeest' l •e*- iis p f V- 0N'2p, J ?esch«fe.erste beschouwing hebben fclkken ,'10e de maatschappelijke W«er ep-v® 1" Brabant tendeert naar Al,"11'. "erentieerde samenlevings- X„. een 1e^e"he de mondlijnen van deze Hj^Silde Zagen 3Vij het proces van de tVi;1e'ijki> fecu,ar'sering van de maat- kC W!*e 'evr - - ensverbanden. ^th "let a ook in positieve zin aan- ij»'t'chap ,Vaststelling, dat godsdienst l(lj tr'i*tie bezig zijn in hun onder- 'e een benaalde eieenstandig- ^•Herd,erVen- 1% """htebT8 gesProken worden van een Jt °ok Vr,e sl*uctuurwijziging, ditzelfde Jls^Ues een ander verschijnsel, nl. iHp g"vpi territoriale binding, dat V "n van de toenemende geogra- %ji"»d °ciale mobiliteit kan worden •"aat ®ven wezenlijk is voor de i J,., Sc"appelijke situatie in Bra- Mj tt "erste deel van dit artikel v terwio ,en een analyse hiervan te Soitte Wi-i in tiet tweede deel nader Vlkhert gaa" °P de consequenties en "oorev' die de geschetste ontwlk- Ni'"1W nieuwe Brabant heeft. l"en S?s daarbij bepalen tot de '#M i l"gp'p i® de kern van onze be- Nat "tetp "ebben uitgemaakt. Uiter- Ht"llért dit een zekere willekeur, t%h6"" v,.ei a"dere problemen, die wei- No °t> a» ere Sraad van urgentie be- 7?» wijze niet aan de orde het 1 beloven echter, dat wij ons NINi'kir,68*6^ van dit artikel een wijze V het m°eten opleggen, omdat Vil Hrat ®td van de problematiek te V8st- Znoi6n zii" contouren volledig 1v°rBp ,s het in onze beschouwingen I \b "teliiuv °mt' mist dit heeld toch al hn eid van de exacte waarne- h fle -\s daarvoor teveel getekend Ho "'iiko recte ervaring van de maat- "t AXi*- Werkelijkheid. Deze is zozeer 0^1 fotn' dat z« zich niet laat fixeren «C epi„„grafisch model. >1» "ceepj mate recht te doen aan het recnt te heeld hebben wij ons bijge- Ke»p b?P3len tot enkele structuur zijn echter, naar wij geloven, Sl8char,at,e wezenlijk belang, dat de V hjw Üke situatie in Brabant in aan hen kan worden afgele- hp"'«vu.°nERNE wereld heeft de sa- ^Ura^s territoriale basis van gemeenschapsleven sterk fla **^1 I i"Seboet. De moderne mens. *W p ,oaSeraakt van de gebonden- «n i6n hepaald nauw omschreven V«it leefmilieu. De territoriale basis io?ij'k '"li is verdwenen of tot een Hi, "gr> bin1*1 gereduceerd, dat zij Sh^d i ala tekenend kan worden be- Hfl-'1 On wö' vroeger door het samen- ,V'"Sen zlphzelf al een hele reeks van VeHlp" «ntstond, is dit in de moderne etvars Het Of in veel mindere mate V>e Men behoeft maar naar de Nl hiit! onze steden te zien om HtN vaststellen. In het meren- Vs"h ,Ze wijken leven de bewoners iHtN" a vreemden voor elkaar. "ijh.hil v,,Q® naaste buren zijn de relaties V "ooi, jvat intiemer, maar zij komen V/ ?efpp hoven een minimumgrens van ?"thi char. I'Ceerd contact. Een eigen ge- V"tolB^Jeven weet zich evenmin te "hrt„"iep m deze wijken. Kunstmatig ^ValNvi^ins een tijd' lang een binding ken en ook hun concentrlciteit kan niet langer als geldend worden beschouwd. Men moet zich goed realiseren, dat dit een zeer essentiële verandering betekent. Globaal gezien heeft dit twee gevolgen gehad. In de eerste plaats voor de indi viduele mens, welke zjjn plaats in een vaste levensstructuur is kwqt geraakt, waardoor zich het probleem van de aan passing gesteld heeft. In de tweede plaats voor de samenleving zelf en In het bij zonder voor de vormen, waarin deze sa menleving zich zelf geordend heeft. Deze zjjn in de huidige situatie niet meer toe reikend, zij geven geen aansluiting meer op de onderliggende structuur. Deze heeft zijn monoiitisch karakter verloren en zich gedifferentieerd in een oneindig aan tal substructuren. De sociale bindingen, welke vroeger langs vaste en eenvoudige wegen tot stand kwamen, groeien nu op een geheel andere en meer ingewikkelde wjjze. In de sociale werkelijkheid begin nen zich geleidelijk nieuwe vormen van sociaal contact te ontwikkelen. Deze nienwe media vinden hun oorsprong bij voorkeur niet in de traditionele verban den. Zü ontstaan juist daar, waar de or ganische materie van de samenleving zich verdicht tot structurele vorm. Hun spontane onstaan is oorzaak, dat zij veelvuldig in botsing komen met de or ganisatorische elementen van de bestaan de maatschappelijke structuur. Dit soort conflicten is aan de orde van de dag. Men behoeft alleen maar te den ken aan het instuifwerk voor de jeugd, dat het verzet van bestaande jeugdorganisa ties ontketent, en het buurthuiswerk voor de volwassenen, waartegen oppositie be staat van de zijde der maatschappelijke organisaties. Een frappant voorbeeld van dit laatste is de strijd, die momenteel in het ontwik kelingsgebied Zuidwest-Brabant gevoerd wordt rond het sociaal-cultureel vor mingswerk in dit gebied. Van de zijde der standsorganisaties worden nogal scher pe bezwaren gemaakt tegen de wijze, waarop dit werk in de praktijk wordt uit gevoerd. Dit geschiedt nl. door plaatselijke stich tingen voor maatschappelijk opbouwwerk Deze stichtingen zijn samenwerkingsorga nen, welke krachtens hun doelstellingen geloven wij, Inderdaad achterhaald en daarmee het Instrument van de organisa tie ook aanmerkelijk verzwakt. Men heeft dit alleen nog niet weten te aanvaarden en te integreren in een nieuw verband door de botsing die ontstaat met de nieu we maatschappelijke organisatievorm. MAG MEN NU verwachten, dat het mogelijk zal zijn de tendensen, die wij in het voorgaande beschreven hebben, te leiden in de richting van een harmonische maatschappelijke ontwikke ling? Nog scherper geformuleerd, kunnen door systematische beïnvloeding de gevol gen van de optredende structuurverande ringen worden opgevangen en omgezet tn een vernieuwd levenspatroon, zonder dat de wezenlijke waarden, die in de samen leving aanwezig zijn, verloren gaan? Zal het sociale plan, aan de vormgeving waarvan momenteel gewerkt wordt, in staat zijn om hier de richting aan te geven? Dit zijn evenzovcle vragen, waarop het bijzonder moeilijk is een antwoord te ge ven. Dit antwoord is enerzijds namelijk afhankelijk van de omvang en de inten siteit van de problematiek en anderzijds van de kracht van de oplossing, welke ten aanzien van deze problematiek gegeven kan worden. Wanneer wij de problematiek overzien, kunnen wij inderdaad stellen, dat deze zeer diepgaand is en direct aan de fun damenten van de samenleving raakt. ïn zekere zin is hij daardoor ook moei lijk tastbaar en slechts bij benadering in concrete data vast te leggen. Dit heeft vanzelfsprekend consequenties voor de andere zijde van het antwoord, namelijk de oplossing, welke op de analyse van de problematiek zal moeten volgen. Wan neer de analyse slechts een tastende bena dering is, dan zal de oplossing dit in dub bele mate zijn en behoudens in een aan tal concrete vraagstukken niet meer dan algemene richtlijnen kunnen verschaffen. Het pessimisme, dat in deze gedachte ligt ongesloten, kan voor degenen, die met het feitelijk sociaal beleid belast zijn, wellicht de waarde van sociologisch on derzoek en sociale planning twijfelachtig maken. Tot op zekere hoogte is deze twijfel, ge loven wij, ook gerechtvaardigd. Pasklare toepassingen, waaraan men in de praktijk behoefte heeft, kan het sociale plan niet geven. Het kan hoogstens de structuur- lijnen van de ontwikkeling^trachten aan te duiden. Dit is in de huidige situatie al Wij vervolgen vandaag onze serie artikelen over Noord-Brabant met nevenstaande bijdrage, waarin mr. P. Ku ij pers. adjunct-directeur van het Provinciaal Onbouworgaan en secretaris van de Provinciale Com missie Sociaal Plan Noord-Brabant, nader ingaat op de maatschappelijke situatie in zijn gewest. De voorgaande artikelen in deze serie verschenen in ons blad van 26 april, 2 mei en H mei j.l. de maatschappelijke opbouw van de ~lo- bijzonder belangrijk. Belangrijker overi- '»a'«es>Men' "laar na verloop van tijd !n Htn dez" meestal tot een zuiver X nfl!che structuur, tas„""tbr erne verstedelijkte samenle- Sit blijkbaar de basis voor een HpNiAai- Ppelijk wijkbesef en is de kA» 'ndi"g als substraat voor ge- minS niet meer aanwezig. v6 i hot Hen het zo formuleert, stelt V"tiov,rt Uu>"lijk te scherp. Gemeten aan .Van het maatschappelijk ge- ■Im Niri gf deze uitspraak van een ab- itin ""ia"?elke aan de menselijke wer- N is. S jleippo ,i"beid is geschakeerder dan W,n, ik "'"egt te denken. Terwijl iH si»- "bken van de samenleving >1 u 'ijvclJCl'Uren tot ontwikkeling ko- O- h in bet achterland de vormen laan levenspatroon ongehinderd Pische meer-dimensionaiiteit >th6t i Vr> kale samenleving beogen. Hoewel de zelfstandigheid van de aan gesloten organisaties is gewaarborgd en op principieel katholieke basis wordt ge werkt, heeft men desondanks van de zijde der organisaties grote bezwaren tegen deze stichtingen. Wanneer men de argu menten, waarmede men deze bezwaren tracht te staven, op hand weegt, verwaai en zij praktisch als stof in de wind. Bij nader toezien, blijkt de grondoorzaak van de moeilijkheden veel dieper te lig gen dan men uiterlijk wel zou vermoeden, ïn wezen gaat het namelijk om een fun damenteel verschil van inzicht ten aan zien van de vormgeving van de gemeen schap. De standsorganisaties willen dit volgens de lijnen van een groepsgewijze benadering, d.w.z. exclusief gescheiden aan standen. De opbouwstichtingen daar entegen richten zich primair op de totali teit van de samenleving en trachten van daaruit de verschillende groepen te berei ken. Hiermede doorbreken zij het stands- organisatorische uitgangspunt, dat de sa menleving niet meer dan het geheel van drie of vier standsgroeperingen zou zijn De werkelijkheid heeft dit uitgangspunt. gens dan men veelal denkt, omdat het mogelijk is vanuit deze algemene lijnen telkens het concrete handelen te bepalen. Wanneer men zich nu afvraagt in welke richting deze lijnen zullen lopen, moet men vooropstellen, dat zij in ieder geval tenderen in de richting van meer open heid en grotere differentiatie in het sa menlevingspatroon. Wat de verhouding Kerk en maatschap- Dij betreft, zal de Kerk in de nieuwe ver houdingen een beweging naar binnen moeten maken om een deel van het door haar tot heden bezette gebied ter bewerk, tuiging aan de gemeenschap te kunnen overlaten. Men versta ons goed. Wij bedoelen hier mee geen „koude" secularisatie maar een nieuw evenwicht, waar'n de beïnvloe ding van de samenlevingsverbanden niet meer op institutionele basis, maar vanuit de individuele, mens zal moeten plaats vinden. Om het aan een van de meest actuele punten te adstrueren: parochiële jeugd- en gemeenschapshuizen behoren tot het verleden. Hun plaats zal worden ingenomen door r.-k. jeugd- en gemeen schapshuizen en zelfs dat zal in vele plaat sen niet langer wenselijk zijn. Men staat namelijk ook in Brabant voor de vraag, op welke wijze de groeiende niet-katho lieke minderheid haar plaats in de samen, leving zal kunnen vinden. In de huidige structuur ontbreken hiervoor dikwijls nog de mogelijkheden. Dit geldt in het bijzon der voor de institutionele verbanden. In het informele vlak zijn de betrekkingen tussen de van buiten Brabant komenden en de oorspronkelijke bevolking meestal «onder spanningen en veel zeer positief gekleurd. De moeilijkheden komen pas, wanneer men formeel naar buiten treedt in het gemeenschapsleven. Men vindt dan een milieu, waar vanuit de eigen levensbeschouwing gezien nogal wat borden met verboden toegang voor komen. Voor een niet-katholiek is de Brabantse samenleving in zijn uitwendige vormen dikwijls een ontoegangelijk mas sief, waarin hij moeilijk een weg kan vin den. ïn de grote steden en met name in Eindhoven is dit natuurlijk niet in die mate het geval als in de dorpen en de kleinere steden. In deze laatste, vooral waar industrievestigingen van elders plaats vinden, heeft het probleem zijn scherpste vormen. Om te voorkomen, dat de minderheids groepen in Brabant als „Fremdkörper" in de samenleving blijven vastzitten, is het een onontkoombare voorwaarde, dat de ruimte van het samenleven wordt ver breed en gewijzigd in haar interne be trekkingen. In het kader van de wijzigin gen in de verhouding tussen godsdienst en maatschappü liiken ons de mogelijkheden hiertoe aanwezig. Wat ten aanzien van de gemeenschapshuizen ai even gesteld is, een algemene opzet, kan ook voor andere sectoren gelden. In termen van oorlogs strategie zon men misschien kunnen spre ken van een geneutraliseerde zone, waar uit. de levensbeschouwing zich als geïnsti tutionaliseerd verband heeft teruggetrok ken om een bredere basis mogelijk te ma ken. Voor de Kerk betekent dit natuur lijk in vergelijking met vroeger een zeker functieverlies. Wij geloven echter, dat dit verlies tenslotte in winst zal worden om gezet. Het handhaven a ontrance van de verworvenheden van een traditionele structuur leidt onvermijdelijk tot diep gaande en onherstelbare kortsluitingen. Dit gcld< niet alleen voor het eerste punt. dat hier besproken is, maar ook voor hot tweede. nemelHk reduetie van de territoriale binding. De verschuivingen, welke hiervan het gevolg zijn, zal men in een dynamisch beleid moeten volgen. De nieuwe vormen, welke sponjaan in de sa menleving opkomen, dienen hun kansen te krijgen en moeten zelfs, waar mogelijk, tot verdere uitgroei worden gestimnleerd. Ilier ligt een taak voor de verschillende beleidsorganen in de provincie. Deze taak Is niet eenvoudigr omdat zij zich telkens in de wisselende sitnatie zal moeten her oriënteren om haar koers te kunnen be palen. Dit vraagt niet alleen voortdurend be zinning. maar een naar bescheidenheid neigende bereidheid om het eigen inzicht te laten wijken voor de regenererende kracht van de natuurlijke ontwikkeling. Mr. P. KUIJPERS. (Van onze Utrechte redacteur) In de heden te Utrecht gehouden alge mene vergadering van de Ned. Kath. Ver eniging van handelsvertegenwoordigers, handelsagenten en verzekeringsinspec teurs „St.-Christoffel", heeft de voor zitter, de heer P- de Graaf enige woor den gewijd aan de eventuele wijziging van fle structuur der katholieke sociale organisaties. Enige opmerkingen het laat ste jaar daarover geuit op verschillende bijeenkomsten van bevriende organisa ties, gaven hem daartoe aanleiding, waar bij het hem er natuurlijk vooral om ging, hoe de positie van „St.-Christoffel" zal zijn ten opzichte van de bedrijfstaks- gewijze organisatie. De heer De Graaf herinnerde eraan, dat „St.-Christoffel" zich in 1953 heeft uit gesproken voor een sterke concentratie van de beambtengroeperingen, zoals ook de Kath. Bond van Administratief perso neel etc. (H.K.W.), de Kath. Bond van Werkmeesters en de Kath. Bond van tech nici, die zich tegen de vorming van be-, drijfsbonden verklaardap. voorstonden. Er is, zo zei de heer De 'Graaf, de afge lopen jaren geen aanleiding geweest van deze gedragslijn af te wijken. Wel geeft de ontwikkeling van het laat ste jaar hem aanleiding te zeggen, dat een eventuele sterke concentratie van de vier katholieke bonden van beambten voorshands niet zover mag gaan, dat dit de opheffing van „St.-Christoffel" zou be tekenen. De heer De Graaf sprak er zijn vol doening over uit. dat de affaire rondom de actie van de K.A.B. in Amsterdam inzake onrechtmatige prijsverhogin gen in nader overleg met de afdeling van de Kath. Middenstandsbond op be vredigende wijze is opgelost. Verkregen is een verhoging van 6 pet. van de bedragen, genoemd in de Mini mum-Garantie-Regeling voor Handelsrei zigers, ingaande 1 mei 1957. Als middel om de rechtspositie van de beroepsgenoten verbeterd te krijgen, zag de heer De Graaf veel heil in een regeling per bedrijfstak, zoals voor de Groothandel textiel geldt. Het verheug de hem te kunnen meedelen, dat met het Sociaal Comité voor de groothandel in levensmiddelen overeenstemming is be reikt inzake het opnemen van de handels reizigers in de reeds jaren bestaande re- geiing voor het kantoorpersoneel, voor wat betreft een bovenwettelijke uitke ring bij ziekte en ongeval, verzuim met behoud van loon, vakantie en vakantie toeslag. Van de 20.000 handelsreizigers en han delsagenten in Nederland is 40 pet georga niseerd en wel: 2700 bij „St.-Christoffel", 2000 bij „Mercurius", 1500 bij de Ned. Handelsreizigersvereniging. 900 bij de Ned. Chr. Handelsreizigersvereniging en 750 bij de Chr. Beambtenbond. (Bericht van A. Bosman N.V. Graanmakelaars, Rotterdam), De druk der exportmarkten duurde de ze week onverminderd voort en vooral de verkoopdruk van Z. Afr. mais viel op. Door de invoerrechten op gerst, haver en sorghum is het prijspeil dezer graansoor ten vrijwel gestabiliseerd, daar verdere importzaken tegen de transitoprijzen nog steeds niet lonend zijn. Alleen van Russische zijde werd gerst tegen dergelij ke transitoprijzen aangeboden, dat diver se belanghebbenden moed hebben gevat en hiervan kochten, ofschoon het gelden de invoerrecht de prijs dezer gerst toch nog boven onze pariteit do-et komen. MAIS. In loco platamais is vrij wat om gegaan, terwijl de eerste posities nieuwe oogst de aandacht blijven trekken Op af lading moest echter weer lager worden afgedaan. Yellow mais stomend bracht bevredigende prijzen op, terwijl ook o aflading het prijspeil zich kon handhaven Zoals reeds gezegd, kon men Z. Afr mais op aflading lager kopen, zodat deze soort een grote concurrent voor de Am. yeliow mais wordt. Ook zijn er zaken in Kongomais op aflading tegen attractieve prijzen te vermelden. GERST goede consumptievraag, waar bij voor loco Plata-gerst en stomende i barley wat meer kon worden bedongen. Deze soorten blijven op transito-basis nog te duur voor de import. Russ. gerst, zoals (Van onze Brusselse correspondent) Twee arbeiders, dit uit een hoteivensrer iemand in zee zagen drijven en daarop naar het strano snelden, hebben in Knokke de 21-jarige mejuffrouw J. M uit Waalwijk uit zee gered. Het meisle was reeds bewusteloos doch men slaagde erin de levensgeesten op te wekken, waarna zij naar een ziekenhuis is overgebracht Haar toestand is nog zorgelijk. Een van de snufjes, waarop de nieuwe en verbouwde wagens van de Trans- Europa-Express trots gaan, is de telefo nische verbinding tussen restauratie wagen en keuken. De kok neemt, zoals u hier ziet, de bestellingen direct op, zo dat het heen en weer rennen van de kelners overbodig wordt. gezegd, op aflading transito laag verhan deld. HAVER vond een betere markt voor stomende haver, die momenteel vrij schaars wordt aangeboden, waarbij komt dat de verlading der mei-contracten niet vlot verloopt. Op aflading is de tendens van N. Am. haveT zowel wit als Mixed echter aan de kalme kant. Enige posten loco Russ. haver en Platahaver moesten duurder worden betaald. ROGGE was bij kleine vraag lager te koop. Enige kooplust voor loco 3 Canada en 2 U.S.A. Rogge. Op aflading momen teel Am. rogge hoger genoteerd, doch van Argentijnse zijde verkoopdrang van 72-3 Platarogg-e op aflading. Duitsland ver kocht hier enige posten voerrogge uit de oude oogst. MILO en MILLET. Beide soorten zijn in spoedige posities zeer schaars en wor den met grote premies betaald. Daaren tegen zijn de afladingen zeer laag aan de markt en schijnt het prijspeil hiervan nog steeds te moeten afbrokkelen. DE KOEKENMARKT bleef zeer flauw. In het bijzonder lijnschilfers en zonnepit- schilfers en -schroot. De prijzen hiervan bewegen zich op zeer geschikt niveau vergeleken met de ander koeksoorten en men kocht er dan ook regelmatig van. De laatste dagen evenwel staakten de kopers hun activiteiten geheel, wat ook wel te begrijpen is. De sterke speculatie ve bewegingen der shippers vormen een zodanig verwrongen marktbeeld, dat men een enigszins verantwoorde opinie niet meer kan opbouwen. Voorlopig zijn het alleen de Argentijnse koeksoorten die on derwerp der speculaties zijn. De laatste dagen evenwel gaan hardnekkige geruch ten, dat ook Rusland met goedkoop ma teriaal aan de markt zou komen en dan nog wel lijnschilfers. Definitief aanbod is evenwel nog niet te voorschijn gekomen. De verkopers van sojaschroot en katoen- schroot doen ook wat water in hun wijn, kopers moeten echter nog gevonden wor den. Duits tarwe- en roggemeel werd da gelijks wat lager afgedaan, ofschoon hier in geen drukkend aanbod bestaat en er een behoorlijke kooplust voor is. Buiten landse zemelen schaars geofferd en voor prijzen welke maar weinig onder de Hollandse liggen. Nu en dan hoort men van een afdoening. De 24-jarige monteur B.W.Keindsen nit Doetinehem is gisteravond op een on bewaakte overweg te Gaanderen bv( Ter- borg door een trein gegrepen. Het slacht offer reed op een motorrijwiel, dat aan het achterwiel werd geschept. R. liep lichte verwondingen aan het hoofd op en zware kneuzingen aan de hals. Hij is in het Wilhelminaziekenhuis in Doetinehem opgenomen. De trein reed in de richting Terborgh en was al aan het afremmen om over honder meter te kun nen stoppen op het spoorstation aldaar. Het zicht is ter plaatse zeer goed. Het slachtoffer heeft zijn leven te danken aan het feit, dat hij op het allerla/tste moment vol gas heeft gegeven. ts.Vttw "ici-j °.r'sch gebeuren. Deze manifes- -1" het feit, dat structuren. tijd elkaar opvolgen, in de Zelf n met e,kaar k""nen voort ij S'0de wanneer een bepaalde cul- ii vpt-ils afgesloten is de werking 5? ihN so„: ,den niet verdwenen. 5V'M?"d v e belevingssituatie blijft het ,bs., HDal a" het nieuwe cultuurpatroon vVlWn' impliciet hebben wij dit "eeds gesignaleerd toen wij er het ambivalente karakter f."h BraK uec amDivaienie mihmci Ajj ntia Nostra-beweging, welke H k ""al ma"ifesteerde als roman- >iX»st"aT,rtn "nderzijds als reflexie van v'"(1?,"®er Werkelijkheid. gesteld wordt, dat dit ter- .-WAhav, functie als basis voor de ge- s in'Shi '"ucne ais basis voor ae ge- rn„ ,ft verloren, moet men er h~e h°uden, dat een dergelijke <Wsch6 „r "elaviteit ontleent aan de ti'1" ïi ""tekst, waarin zij geplaatst ni?en is de territoriale binding e-6 sw Wel aanwezig. In sommige llJ" rol zal zij ongetwijfeld ook J?t van sPelen. Zelfs in de wat oudere Nt tataar, gr°tere steden kan men zich t6 v,?""ia!,iVan een zekere wijkbinding A alA"n °"tveinzen. Ook in de nieu- Ap"1 is .zal zij niet helemaal ontbre- 8 s daar zeker heel sterk gere de, "r i?6 himpn de moderne samenleving, (Van onze Amsterdamse redactie) Door de marechaussee op Schiphol is een buitenlander gearresteerd, die er van wordt verdacht verscheidene antiquairs in ons land voor een totaalbedrag van 25 .mille te hebben opgelicht. De man, die van Israëlische nationaliteit is, doch in Lon den woont en ook een verblijf in Brussel heeft, stond op het punt ons land te verla ten. Hij had de afgelopen weken van anti- quars in Amsterdam boeken van oudheid kundige waarde gekocht „voor een op te richten Joodse bibliotheek in Brussel" en de aankopen met ongedekte chèques op een Londense bank betaald. De man was er zelfs in geslaagd van een handelaar geld toe te krijgen door een hogere chèque uit te schrijven dan de som die hij voor de boekwerken moest neerleggen. Van drie handelaars is reeds aangifte van oplichting binnen gekomen. Het is niet onwaarschijnlijk dat er echter nog meer slachtoffers zijn en dat de man soortge lijke zwendel in het buitenland heeft ge pleegd. Binnen het raam van de gegeven ver houdingen kan hij gelijkblijvende omstan digheden op korte termijn moeilijk aan een beduidende vergroting van de vvoning- produktie worden gedacht, tenzij, door verhoging van de produktiviteit. Zo ver klaarde gisteren het bestuurslid van de Nationale Woningraad, de heer A.Stein- metz, wethouder van Amsterdam, in een rede, waarmede hij de ledenvergadering van genoemde raad in Utrecht opende. In verband met zulk een verhoging van de produktiviteit besprak hij de hier en daar op vrij grote schaal getroffen voor bereidingen voor industriële woningbouw. Deze zullen volgens hem ongetwijfeld op een aantal punten ingrijpende verande ringen in de tot nu toe gevolgde praktijk teweegbrengen. Daarbij zal het onvermijdelijk zijn, dat het karakter van het werk van de ar- k®" men zich de mens en Vs.1" Kv?" een Oergegeven h' e>.2'Sheirt g voorstellen zonder de ..A ."en ,.,va" het territoriale? Altijd h -Wen e binding in het territo- dit een Oergegeven th "ven is. Het is misschien bin,/!" de moderne samenleving, At n6t. Vn„ sterk aan betekenis heelt bsS e bien voor een gewest als Bra- tkfHso 6 n, *en fundamenteel probleem, tl ,""ihC"ltm,„ a"dscultuur is de Bra- au. Seba'Jt111?1--® op het territoriale b't h ij- ?°"d hierin zijn plaats. Hij T»n vs /9a r>/n11 anti Tri luuuamenieei piuuieeni. tn.jttelandscuRuur is de Bra- n" /*y gph„ lm,"ers op het territoriale n" n 'id uSeerd. Het samenleven heeft <s Nhpd(Hv°Sen in kleine overzien- h h elf- Ci sbMSt"PrI1ffSCllu';1'ng va" de "ohectivi a C g"K rva" was hem vertrouwd "ti de .6enr"aal vastgelegd en ver- Jr^ditie, boden hem een vei- tVA betri V rit ihs u "wba Hs"8?"tie wndp,e"- ouwbaar richtsnoer voor A, a""inE de medemens kende niet ft,- "taaj, a" de persoonlijke verhou- I. Va." "0riPllo:rf„„ "tvNirt, *°t de individuele betrek- V dp e'" trCen kwam. Niet alleen de A"p Sampn,ns.ke"de zijn plaats, maar 'h, "r u" extf "g was bepaald in haar CN vbib"en ?ne """figuratie. Ni tp"" dp Was zij het kader voor het "ir van dit cultuurbeeld Is 01;"hheiiarne"ieving teloor gegaan van de cirkels is verbro- p "Hing een algemeen er- r'gheidsgevoel, dat niet al- -,ep van het gemeenschaps- aar gerneensehnp, naar buiten Ijl rt b„. *"ulere cirkels van streek en yoorstellen als een kleine concentrisch geplaatst De regering wil nader in overweging nemen om het wetsontwerp inzake de blokkering van de huurverhoging zoda nig te wijzigen, dat degenen, die verbe teringen aan woningen aanbrengen, bin nen een vaste termijn na goedkeuring van het gemeentebestuur voor deblokke ring in aanmerking komen, ongeacht het tijdstip waarop de verbeteringen werden voltooid. Deze toezegging heeft de minister van volkshuisvesting en bouwnijverheid ge daan n.a.v. opmerkingen tijdens het mon deling overleg over dit wetsontwerp tus sen de regering en de commissie van voorbereiding. Overigens zei de minister voorlopig al lerminst gesteld te zijn op een zeer grote activiteit bij verbetering van oude wo ningen, omdat de nieuwbouw vooralsnog voorrang heeft. De bewindsman achtte het echter niet onmogelijk, dat te zijner tijd voor verschillende streken van het land afzonderlijke data voor de ingang van de individuele deblokkering zullen worden vastgesteld. Over de vooruitzichten op de woning markt was de minister niet optimistisch gestemd. Als de woningmarkt eenmaal verzadigd is verwachtte hij, dat de over grote meerderheid van eigenaars van oude woningen de huurprijs zou verlagen en de woningen zopden laten voor wat ze dan zouden zijn. Zonder blokkering, aldus het regerings standpunt, is het gevaar groot, dat reser vering voor woningverbetering niet ge schiedt. Overigens is de regering geen voorstandster van een blokkering tot in lengte van dagen uitsluitend voor wo ningverbetering, omdat dan een eeuwig durende administratie zou ontstaan waar aan zij geen behoefte had. Er behoeft volgens de minister van Fi nanciën geen vrees te bestaan, dat de re gering bij de uitbetaling een te ruim ge bruik zou maken van de mogelijkheid om dit in de vorm van schuldbewijzen te doen gezien de onwenselijkheid de staats schuld te vergroten. Terzake van het in de wet vastleggen van tijdstippen van deblokkering noemde hij uit een oogpunt van huurbeleid het noemen van data niet mogelijk wegens de niet te voorspellen ontwikkeling van de bouwmarkt. Uit een oogpunt van mone tair beleid zou het opnemen van tijdstip pen in de wet thans eveneens een slag in de lucht zijn. Gevraagd of het de bedoeling is, dat de helft van de huurverhogingen die voor de overige woningen voor verbetering wordt gereserveerd voor gemeentewo- ningen zal worden gebruikt tot vermin dering van de rijksbijdragen zei de mi nister van wederopbouw en volkshuisves ting, dat de regering zich nog erover be raadt om de gemeentewoningen ook on der de werkingssfeer van de wet te bren gen. De minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid kwam voorts op de vraag of onderhoud, hetwelk juridisch niet ten laste van de verhuurder komt, b.v. het opknappen van het binnenwerk, met ge blokkeerd geld kan worden betaald. Hij achtte deze suggestie niet passend in de opzet van de ontwerpen, welke bij uit stek op woningverbetering gericht zijn. chitect bij de woningbouw verandert. Niet langer zal elk woningbouwproject tot in onderdelen de individuele schepping kunnen zijn, die het tot dusver, althans in principe, was. De relatie, die er reeds is tussen het stedebouwkundige werk en de architectuur, zal door de in dustriële bouw versterkt worden in die zin, dat de klemtoon meer dan tot dus ver op de stedebouwkundige conceptie moet worden gericht. De industriële ontwikkeling zal ver der automatisch leiden tot een vrjj strenge selectie onder de aannemers. Alleen de in bedrflfs-organisatorisch opzicht sterke ondernemingen zuilen, volgens spr. haar aandeel in die ont wikkeling kunnen nemen. De opdrachtgevers zullen deze en andere gevolgen ter dege moeten on derkennen, willen zij de voor de pro duktiviteit belangrijke ontwikkeling ook van- hun kant bevorderen. Daarnaast zal het toch wel enigszins aan oude vormen verkleefde bouwtoe zicht in ons land de nodige soepelheid moeten betrachten om nieuwe opvattin gen, werkmethoden en constructies hun kans te geven. Sprekende over de wens van de parti culiere bouwers dezelfde overheidssteun te genieten als die, welke de bouwvereni ging ontvangen, zeide de heer Steinmetz, dat tegen dit beginsel weinig bezwaar kan worden gemaakt. De bouwondernemers zullen dan ech ter, volgens hem, wel dienen te weten, dat inwilliging va.n hun verlangen naar gelijke behandeling o.m. het volgende betekent: verplichte afschrijving van de woning-en in vijftig jaar; onttrekking va$ vaste bedragen aan de exploitatie ten behoeve va.n onderhoud en algemeen be heer; het ontvangen van een gelimiteer de rente over het in de woningen beleg de kapitaal; het aanvaarden van ver gaande overheidscontröle op de gehele exploitatie. Het is voor mij de vraag, al dus de heer Steinmetz. of de bouwonder nemers weten wat zij vragen, als zij ge lijke behandeling m-et de bouwvereni ging verlangen. Tenslotte verdedigde spr. het goede recht van gemeenten en bouwverenigin gen om z.g. middenstandswoningen te bouwen en te exploiteren. (Van onze correspondent) Het plan van de Ned. Spoorwegen om in Leiden-Zuid een station te bouwen aan de lijn naar Utrecht is in verband met de noodzakelijke bestedingsbeperking ter zijde gelegd. De nieuwe woonwijken en sneciaa] de nieuwe industrieën worden door het versplinterde glas van de voor de bouw van het nieuwe station gepaard zou gaan met baanopheffing en viaduct- aanleg, waardoor enkele nijpende ver keersproblemen to worden gebracht. (Van onze verkeersredacteur) Steeds vollere straten, toenemen de opstoppingen, stijgend gebrek aan parkeerruimte, groeiend aan tal ongevallen.Men behoeft op een willekeurig tijdstip maar een kijkje te nemen in onze grote steden om te ervaren, dat bet geen loze geruchten zijn, die de verkeersdes- ku-ndigen alarm doen slaan. De hek senketel van het grote-stads-verkeer borrelt tot aan de rand. Het publiek, worstelend in de drukte, schreeuwt om voorzieningen. Open oog hebbend voor dit probleem heeft een commissie van het Nederlands Verkeers instituut een rapport opgesteld, waarin wordt getracht enkele richtsnoeren te geven voor het stedelijk verkeersbeleid. De rapporteurs hebben de kwestie gron dig onderzocht; zij signaleren het kwaad, formuleren de oorzaken en doen af en toe een suggestie, al komt er dan ook weinig revolutionairs uit de bus. De studiegroep bestond uit. mr. B. Mees (voorzitter), ir. A. de Gier, drs. A. de Groot, ir. H.D.E.M. Koopman, ir. M. Muller, A. J van Schaik en J. F. de Vries. Na een inleiding, waarin, als voor naamste oorzaken van de moeilijkheden; toeneming van bevolking, structuurver andering der steden, economische con centratie en gebrek aan ruimte worden opgegeven, komt men op de vraag, wel- ke voorzieningen dienen te worden ge troffen wat betreft het openbare perso nenvervoer. Door de grote populariteit van fiets en bromfiets is in de Nederlandse ste den het openbare vervoer slechts matig ontwikkeld in vergelijking niet buiten landse steden van dezelfde grootte. Be draagt b.v. in Engelse steden het aan tal ritten per inwoner per jaar 400 a 500 en in Zürich (ruim 410.000 inwoners) meer dan 400, in onze steden wordt ter nauwernood het getal 200 bereikt. Het is daarom de vraag, of het gebruik van de openbare vervoermiddelen relatief sterk zal toenemen, gezien de steeds groeiende inv' - -cl van de gemotori seerde particr" -orvoermiddelen. Een bijzonder moeilijkheid voor de openbare vervoerbedrijven is gelegen in het feit, dat bU slecht weer grote aan tallen fietsers en bromfietsers hun ver voermiddel thuis laten en zich per bus of tram verplaatsen. De druk wordt dan plotseling zwaar, hetgeen zowel economisch als bedrijfstechnisch tot gro te moeilijkheden leidt. Bovendien: de verkeerscongesties grotendeels veroorzaakt door het particu. liere verkeer, vormen een steeds ernsti ger (en kostbaarder) hinderpaal voor de exploitatie van tram en bus: meer personeel, lage snelheid, ongeregelde diensten en slechte service zijn er de consequenties van. Tenslotte: cityvor- ming leidde tot grote concentratie van werkgelegenheid in de binnenstad, het geen een zwaar spitsuurvervo-er tot ge volg heeft. Het eist veel personeel en materi eel, waarvoor op de overige uren van de dag weinig of geen emplooi is. Van daar, dat het openbare vervoer in onze steden steeds grotere moeilijkheden on dervindt en steeds minder in staat is zijn taak naar behoren te vervullen. Men weet het, de tram is een obsta kel. Lastig, maar onmisbaar. Het rap port beveelt daarom de volgende maat regelen aan. a) Exploitatie van modern, snel en groot materieel op alle lijnen, waarbij in het algemeen een hoge aanzetsnel- heid en remvertraging van meer belang zijn dan een hoge topsnelheid. b) Gebruik treinen, die niet al te groot zijn, zodat ze in het stadsverkeer han teerbaar blijven. Liever twee eenheden om de vijf minuten dan een vierwagen- stel om de tien minuten. c) Leg de trambaan zoveel mogelijk op de middenberm van hoofdverkeers wegen. d) Zorg vooor vrije kruisingen met het overige verkeer. e) Vergroot de halteafst-anden. Een ondergrondse is bijzonder duur, en zal dus voor de meeste Nederlandse steden wel een onderaards luchtkasteel blijven. Het rapport voelt echter vee) voor verlegging van de tram in tunnels, die onder de drukste straten lopen .Deze tunnels behoeven niet diep te liggen, en kunnen eenvoudig worden uitgevoerd. Het aanta! ondergrondse (en dus dure) kilometers kan door dit kopje-onder-sys teem tot het uiterste worden beperkt. De uitvoering van het werk kan geleidelijk geschieden en men behoeft geen speci aal materieel aan te schaffen. Aangezien het ideaal van voldoende verkeersruimte wel nooit zal worden be reikt, zo lezen we verder, dient de be schikbare ruimte zo economisch mogelijk te worden gebruikt, hetgeen te bereiken is door openbare vervoermiddelen. Ten slotte gaat het er om, de personen en niet de voertuigen op de snelste en meest economische wijze te verplaatsen. Voor rang voor het openbare vervoer door bijvoorbeeld bepaalde straten uitsluitend voor trams, bussen en taxies open te stellen acht het rapport dan ook alles zins gewenst en gerechtvaardigd. Ten aanzien van het goederenvervoer wordt opgemerkt, dat een oplossing kan worden gevonden in het vestigen van een of meer bodencentra aan radicale wegen, gemakkelijk bereikbaar uit alle delen van de stad en corresponderend met een organisatie van stadsbesteldiensten. Het rijden met zware wagens door de bin nenstad zou zodoende voor een groot deel kunnen worden beperkt. Ook het parkeervraagstuk heeft de aandacht. Het is van groot belang, dat bij de bouw van nieuwe gebouwen, welke veel verkeer trekken, eisen worden ge steld met betrekking tot de noodzakelijke parkeergelegenheid. Het zal meer en meer tot een goede service gaan beho ren, voor de clienten parkeerruimte ter beschikking te stellen. De ruimte hier voor kan worden verschaft door de be drijven zelf, of door de overheid, die daarvoor van de belanghebbenden een bijdrage in de kosten moet kunnen hef fen. Het parkeerbeleid in het algemeen, zo wordt gezegd, zal ertoe moeten leiden, dat men voor een kort bezoek aan de stad altijd in de onmiddellijke nabijheid van 't reisdoel parkeergelegenheid vindt en dat men voor een langer bezoek op iets verderweg gelegen stallingsplaatsen is aangewezen, Parkeergeldheffingen in welke vorm ook, zullen in de toekomst niet te vermijden zijn. In het rapport zijn ook een aantal ste debouwkundige richtlijnen opgenomen, welke opheffing van de extreme schei ding van woon- en werkgebieden en ont lasting van het binnenstadverkeer be ogen. O.m. wordt geadviseerd: beper king van het aantal verkeeraantrekken- de objecten, situering van instellingen, welke op verschillende uren van de dag verkeer trekken in eikaars nabijheid (b.v. kantoren en winkels naast een schouw burg), vermindering van de bebouwings dichtheid en aanleg van een ringweg met ruime parkeergelegenheid. De commissie heeft, bij het opstellen van het raPP°rt, geen bepaalèe stad op het oog gehad, men heeft slechts een al gemene beschouwing willen geven, wel ke als basis kan dienen voor meer ge centraliseerde plannen. Wel concludeert zij, dat bij verbetering van de verkeers situatie langs vaste lijnen te werk moet worden gegaan en dat het noodzakelijk is, vooral in de grote steden, te ko men tot de opstelling van een algemeen verkeersplan als integrerend onderdeel van de stedebouwkundige planning in de ruimste zin. Het rapport bestaat uit dertig getikte velletjes en heeft beslist deze verdienste, dat men zich nu tenminste goed georiën teerd.... in de drukte kan begeven.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 11