oeste manier om een beroemd acteur te- worden Sir John Gielgud en Richard Widmark maakten kennis Interessant initiatief van Frédérie Heldt MEESTERS VAN DEZE TIJD LEER DOOR TE VERGELIJKEN „Het kind van de rekening" f M\ f fi s Filmscènes van grote Franse acteurs Herinneringen, anekdotes en kletspraat m mü Film week Den Haag 1957 Clark Gable: kampjes aan Het Philips- j ubileummonument Over de positie van de kunstenaar Amusant en teleur stellend In blijde Verwachting Hans Roest Vrolijk seizoenslot bij Rotterdams Toneel Openluchtspelen in Den Bosch ZATERDAG 25 MEI 1957 PAGINA 5 Selectiecommissie vrijwel gereed T odd-Ao-demonstraties Voorlopig geen films meer Een Onvergetelijk si. i TONY CURTIS MET BAARD Kracht naast zwakheid Alnek^cboekkhier.en idiote g€Echiedenis Hans van Bergen ei* an'8 if ir><* ?,e te' V ei> Wereldnieuws Deèia beste manier om een beroemde to- moe' bekennen, dat ik bezwaren had te stier- '®ur te worden is optreden in één §en baar optreden in deze film, toen ik drie f?, en dat te laten volgen door hoorde, dat ze nog nooit geacteerd had. Maar ik kwam echt onder de indruk, toen ik haar ontmoette. Ze leek me een voudig, eerlijk en ernstig". Widmark grinsde: „Well- in elk geval zal ze haar eigen persoonlijkheid gebrui ken en niet die van iemand anders. Ik ken heel wat jonge acteurs in Hollywood, die een slecht afgietsel lijken van Marlon Brando of een andere beroemde ster, Ze schijnen dol te zijn op die stijl-mode, die gepreekt wordt door de New York Actor's Studio". (Van onze filmredacteur) roemdheid ook haar nadelen heeft. Ik VVe'die'1SluIc ®en' Het Publiek zal je ge nitief viac*en in het successtuk en de de m,- gullen zeggen, dat je enorm was in hieer Vikingen. Daarna kan je niets Tor sebeuren". daa deze wonderlijk klinkende, maar e,1kel nie* zo er® dwaze uitspraak kwam Wanden geleden Sir John Gielgud, lijden. J 8 mees' elegante toneelridder, ■tyidrn ziin eerste ontmoeting met Richard guy" u' H°llywoods stoerste „tough iv0n: «et was overigens wei de meest dels kennismaking sinds de inmid- lverk. Wereldberoemd geworden samen- Ma'ng tussen Sir Laurence Olivier en en dyn Monroe. De glans van Gielgud "titist gri'ins van Widmark leken aller- Hntie geschikt voor een gelukkige combi- opt_ ln een film. Samen zouden ze gaan de den in de film „Saint Joan" van tyaa;merikaanse regisseur Otto Preminger, tferpMan °nlangs in de Parijse Opéra de •j. dpremière heeft plaats gevonden. ste waren de journalisten, die die eer- stud. ,tm°eting in de Britse Shepperton- lo0p s hebben meegemaakt, er na af- ili(ie-iang niet 20 zeker meer van, dat er tpSSpdaad zulk een grote tegenstelling .de beide acteurs bestaat. A. r John de hand te hebben gedrukt, za j.j'dmark: „Ik heb de kans om in de- gi-gi te spelen met beide handen aange- Voor'n' omdat het zo iets heel anders va„ me was. Mijn laatste film was één ten Westerns in de ruime wijde vlak- van de Cinemascope." ppj? ziin beurt toonde Sir John zich Yfest r'g: "I't zou dolgraag eens in een als rn optreden", verzuchtte hij. „Maar Waiter ben ik hopeloos. Toen ik in Hol- was om op te treden in de film zadp,Us. Caesar" plantten ze me op een slecht 'n een Processle-scane- Ik moest Wa„ s een paar meter rijden, maar ik Paa <j0 afs°huwelijk slecht, dat ze mijn „Methoden!" brak Gielgud los. „Ik heb meer dan genoeg van jonge acteurs, die daaraan meedoen en houd ze steeds voor dat er geen gegarandeerde acteermethode bestaat. Gewoonlijk komt het neer op een slaafse imitatie van een andere acteur. Ik kan er over meepraten, want ik heb verschillende afschuwelijke imitaties van mezelf moeten aanzien". Toen Gielgud afscheid had genomen zei Widmark: „Daar gaat een man met een roeping. Ik denk, dat dat het verschil is tussen hem en mij. Zijn soort talent komt maar eenmaal, hoogstens tweemaal in een generatie voor, maar het betekent ook, dat hij er zijn hele leven aan geeft." ,.Ik mis die toewijding. Of dat soort talent. Maar ik vind het niet erg, omdat ik ook andere dingen van het leven verlang en ik ben gelukkig, omdat ik meen die ook te hebben". De selectiecommissie, die uit een to taal van ongeveer 40 ingezonden speelfilms en 50 documentaires een keuze moet maken voor de films, wel ke zullen worden vertoond gedurende de „Internationale Filmweek Den Haag 1957" in het Metropole-Tuschin- ski-theater te Den Haag, is vrijwel gereed gekomen met haar werkzaam heden. Op de navolgende films kon reeds voor vertoning in de filmweek beslag worden gelegd: „Saint Joan", regie en produktie Otto Preminger, met Jean Seberg, Richard Widmark, Sir John Gielgud e.a.; „High Tide at Noon", re gie Philip Leacock en „Celui qui doit mourir", regie Jules Dassin. Gedeèltelijk samenvallend met de filmweek zullen in het Kurhaus- cabaret te Scheveningen demonstratie voorstellingen worden gegeven van films, opgenomen en geprojecteerd volgens het onlangs ontwikkelde Phi lips Todd-AO-systeem. Gelijk men zich zal herinneren, gaat dit Amerikaanse systeem, waarvoor de Nederlandse industrie de projectors construeerde, uit van een filmbreedte van 70 mm inplaats van de „klassieke" 35 mm.Het beeld wordt met een grote- hoek-lens van 128 graden opgenomen en in dezelfde verhouding geprojec teerd op een gebogen doek, dat de toe schouwer als het ware omspant en hem daardoor in het gebeuren mee neemt. Deze illusie wordt verder nog versterkt door een zevenbands ge luidsysteem. va„,V' met een koord aan het voorgaande Van °nden. Zelfs dat hielp niet en het slot rahet liedje was, dat er allerlei figu- voor me moesten invallen", hl al grinnikte: ..Misschien was dat lj;,ar goed ook. Anders zou je waarschijn- pCjde rest van je leven in het zadel is d vershjten. De fout van Hollywood RICHARD WIDMARK SIR JOHN GIELGUD minder grote tegenstelling dan men zou menen moest doen. Ik werd er ziek Vast""' een aeteur er voor zijn leven aan 't> als hij ééns iets goed doet. Tijdens za„perste jaar in Hollywood moest ik in jjS films optreden, waarin ik voortdurend fnnerli" foiTcrVi" ort nncf ppn« .,toügh. van". Jhelgud kon zich dat best indenken. "™aar", veronderstelde hij, „dat isschien de manier om een ster te ma- !s n in Hollywood. De moeilijkheid hier dat onze leidende actrices zoals Peg- S Ashcroft en Celia Johnson veel meer j/hien dan alleen maar een toneelloop- a?an- Ze willen een volledig leven leiden vrouw, echtgenote en moeder en daar- m treden ze maar drie maanden per w-op- "idmark dacht even na over het prq- Eco6m loopbaan-huiselijk leven: .,Ik heb saiuk gehad. Ik had vrouw en gezin eer d haar Hollywood ging. Bovendien had ji tien jaar aan het toneel, voordat ik Vjj de film kwam, me een professionele r*lk op het succes gegeven. Maar ande- .zbn niet zo gelukkig". „Mercure-Film", een Franse maat schappij, zal binnenkort onder de titel „Les Etoiles ne meurent jamais" .Ster ren sterven nooit") een film van nor male vertoningsduur uitbrengen, bestaan de uit een selectie van de beste filmscè nes, gespeeld door grote Franse acteurs, die in de loop van de laatste twintig jaar zijn overleden. Op die manier zullen de oudere bios coopbezoekers in de gelegenheid zijn om Max Dearly, Louis Salou, Jules Berry, Victor Boucher, Harry Baur, André Le- faur, Marguérite Moreno, Louis Jouvet en Raimu terug te zien in fragmenten, waarvan de meeste klassiek zijn gewor den. al lelgud knikte. „Ik geloof, dat het voor- hioeilijk is voor jongelui, die plotseling I Tegelijk zal daarmee worden bewezen, 5worden. Ik veronderstel, dat Jean I dat het woord „overleden" tegenwoordig w r®> die de titelrol speelt in onze film. j niet meer van toepassing is op personen, el tot de ontdekking zal komen, dat be- i die hun talent en hun leven hebben gewijd i aan het uitbeelden van figuren in films. Voor de jongere generatie filmliefhebbers zullen in hun beeld en hun stem de over- weldigende persoonlijkheid van Raimu en Harry Baur. de spottende ironie van Louis t\v Laroche, Jean Aurence, Pierre Bost en vele anderen. Twee van de hier genoemde schrijvers, namelijk Henri Jeanson en Pierre Laroche, hebben voor de film, die wordt geregisseerd door Max de Vaucor- beil. een speciale tekst samengesteld, die door Francois Périer zal worden gespro ken. Bij de keuze van de filmfragmenten en bij het bepalen van de manier van hun montage hebben de makers zich op de eerste plaats door twee gedachten laten leiden: de fragmenten zoveel mogelijk ontlenen aan klassieke werken, vervaar digd door beroemde regisseurs en aan films, waarin de bewuste acteur een van zijn beste prestaties leverde. Wat Louis Jouvet betreft is de keuze gevallen op de film „Entrée des Artis tes" van Mare Allégret, omdat Jouvet daarin een echt door hemzelf getekend portret van zichzelf geeft. Raimu zal j men zien in „La Femme du Boulanger' Het jubileummonument, bij de viering van het 60-jarig bestaan der N.V. Philips door het personeel aan het bedrijf aange boden, nadert zijn voltooiing. Verwacht mag worden, dat het tegen 18 september, de dag van de Eindhovense bevrijdingsher denking gereed zal zijn. De beeldhouwer Hubert van Lith heeft thans de drie beel den gereed, welke 'straks het bovenstuk zullen vormen van het monument, waar van sokkel, reliefwerk en zuilen al enige jaren geleden voor het gebouw der jon gens-nijverheidsopleiding aan de Frede- riklaan werden geplaatst. Voor de ver vaardiging van het geheel heeft de beeld houwer 160 ton Franse kalksteen nodig gehad. De drie beelden zullen gedurende de maand juni te bezichtigen zijn in het ste delijk museum te Amsterdam op een tentoonstelling waarin ook de schetsen en voorstudies in klei zijn opgenomen. Deze expositie zal zaterdag 1 juni des middags om 5 uur geopend worden door dr. J. Hulsker, hoofd van de afdeling kunsten van het ministerie van O., K. en W. Minister Cals bezoekt congres Op vrijdag 31 mei en zaterdag 1 juni wordt te Amsterdam een congres gehou den door de Ned. Federatie van beroeps verenigingen van kunstenaars. De minis ter van O. K. en W„ mr. J. L. M. Th. Cals, zal een gedeelte van het congres dat in het Instituut voor de Tropen wordt gehouden, bijwonen. In de inleidingen die worden gehouden manifesteren zich alle belangrijke onderwerpen, die op het ge bied van het kunstbeleid een rol spelen, zoals .,De kunstenaar in loondienst", „Kunstonderwijs", „De kunstenaar in het nevenberoep", „De bestedingsbeperking", „De positie van de zelfstandige kunste naar" en „Cultuurspreiding". Het con gres wordt zaterdag 1 juni besloten met een concert. Het goed vertellen van kunstenaarsanekdotes is een zeer aparte en moeilijke kunst. Het gaat immers niet om de komische inhoud oj pointe op zich, doch deze moet op de een of andere manier karakteristiek zijn voor een bepaalde kunstenaar. Indien een koste lijke zet, toegeschreven aan Renoir en Monet, met evenveel effect en even weinig betekenis kan worden verteld als gepresteerd door onze welbekende heren Jansen en Pietersen, dan hebben wij niet te doen met een kunstenaarsanekdote doch met een doodgewoon mopje. Ten onzent floreert het genre hoofdzakelijk mondeling. Er is een onnoemelijk aantal goede anekdotes over Nederlandse en l laamse kunstenaars in omloop, maar pogingen om ze op schrift te stellen zijn slechts een enkele maal gelukt. Annie Salomons heeft in haar herinneringen bewezem de kunst uitstekend te verstaan. En m Vlaanderen is het Raymond Brulez, die anekdotes even smakelijk en raak kan noteren als vertellen. Advertentie» half dozijn negro-spirituals en ee oude zeemansliedjes zijn opgeno- gn op de geluidsband van de film 'to an<^. Angels" een woelige liefdeshik o„rie 'n de tijd van de Amerikaanse bui croorlog, waarin Clark Gable en Yvoi tjj, 4e Carlo de hoofdrollen spelen. Som- d ge van de spirituals zijn bekend, an- 2on Worden maar zelden gespeeld en ge- geh en' De 'vee zeemansliedjes worden jOruld door Torin Thatcher als zeeka ak?1,11 tijdens een vrolijke ontmoeting met i, aale. Het zijn „What shall we do with Jouvet, de sarcastische ongedwongenheid nlet alleen omdat hij de Raimu it de van Jules Berry, de tedere humor van 1 1 Marguérite Moréno, de elegance van Louis Salou, de fantasie van Max Dear- beroemde trilogie is, maar omdat zijn spel in deze film een uitstekende indruk geeft th en „Blow the man dr® drunken sailor? uowp'. d^lark Gable, die men ook kan zien in ij) Pas hier te lande in vertoning geko- hepf film »The Kine and four queens", jaalt. intussen verklaard, dat het na 39 de show business „tijd voor hem doen' om het kalmpjes aan te gaan hij Dit jaar noch het volgende jaar verder nog in films optreden. b v' ken kü zich voor goed zal terugtrek- 0 p. hoeft men niet te vrezen. Wat die j, P~gedienden ook mogen zeggen, ze kun- 6-P n°oit de verleiding weerstaan, nog as terug te komen. J«dens een bezoek aan Hollywood, ö0£ zü °Ptrad in de film „Boy on a to-Pain" die hier te lande wordt ver- lijn" °nder de titel „Cupido op een dol- ip T.' verklaarde Sophia Loren: „Bij ons biet ontmoeten de filmsterren elkaar tiir) buiten de studio. We willen niet al- B over films praten". v0n°Pbia Loren heeft Gina Lollobrigida v0r,r bet eerst ontmoet r vijf minuten". „in Londen ly en de geestigheid van Victor Boucher j van het geweldige talent van deze grote herleven" acteur. Bovendien zal deze film, tot welker sa- i •oenstelling Frédérie Heldt het initiatief i - icft genomen, fragmenten bevatten uit e beste films van regisseurs als Marcel irné, Claude Autant-Lara. Christian- Jaque, Marcel Pagnol en Mare Allégret, die daarbij samenwerkten met de auteurs Henri Jeanson, Jacques Deval, Pierre Zo heet het Doktersboek met alle raad voor Moeder en Baby. Oralis bij de Babyderm Super-Babyset, waarin poe der - zalt - olie - zeep - shampoo, f 5.90. Weten is gerust ziin. WAT MijnhaPOT Maakt is GOED Een grote verzameling persoonlijke her inneringen aan de Parijse meesters van de eerste helft dezer eeuw is natuurlijk iets om van te watertanden. Het is dan ook begrijpelijk, dat de vraag naar een boek als „From Renoir to Picasso, artists I have known", geschreven door Michel Georges-Michel, direct enorm was. Of de ze hausse heeft aangehouden nadat het boek eenmaal het onderwerp van gesprek was geworden, waag ik te betwijfelen. Ik vermoed, dat velen het erg interessant en amusant, en tenslotte toch nogal teleur stellend hebben gevonden. Zij hadden dus geen reden om het anderen aan te beve len. De heer Georges-Michel heeft inderdaad vele grote meesters van de laatste halve eeuw gekend, doch sommigen veel min der goed dan hij zou willen doen geloven. Het begint al met Degas: een zeer kort eerste bezoek, gevolgd door een latere toe vallige ontmoeting, dat is de aanvang van het boek. Gelukkig is lang niet alles zo mager tjes; over bepaalde figuren vertelt de schrijver alleraardigste herinneringen en kostelijke gebeurtenissen, die hij zelf heeft meegemaakt.... of van anderen heeft vernomen. Zo passeren Toulouse-Lautrec. Monet, Renoir en vele anderen de revue! Maar het is op den duur nogal verve lend dat de schrijver niet graag de figu ren overslaat, die hij ternauwernood ge zien heeft. Over de grote Vlaminck bijvoor beeld schrijft hij iets totaal onbelangrijks, alleen maar zo krijgt men de indruk om de lezer toch vooral te doen weten dat hij hem heeft ontmoet. Hetzelfde geldt on ze landgenoot Kees van Dongen, over wie hij in veel woorden weinig interessants en niets persoonlijks mededeelt. Vee] beter is wat Georges-Miohel over de merkwaardige meester Marc Chagall vertelt, en over Picasso. Men voelt, dat hij hier op vertrouwd terrein is. Maar ronduit onvergetelijk is het hoofd stuk, dat de schrijver aan zijn vriend Mau rice Utrillo heeft gewijd. Deze tragische mens en merkwaardige schilder heeft hij werkelijk heel goed gekend. Er bestond tussen hen meer dan vriendschap alleen, namelijk begrip. Begrip jegens de eenza me, die geplaatst was tegenover een har de nuchtere wereld, een goedbedoelende maar bedilzieke vrouw, die een ware ti rannie over hem uitoefende, en een onstil bare drankzucht. Alleen al dit hoofdstuk over Utrillo is, naast verscheidene goede bladzijden over andere meesters, het bezit van dit boek tenvolle waard. Het is getiteld „In the shadow of Utrillo's tragic drunkenness" een ietwat pathetisch klinkende titel, die in werkelijkheid echter niets overdrevens heeft. Er zijn verscheidene boeken over de meester van Montmartre geschreven' i maar geen enkel ervan heeft mij de tra- giek van dit kunstenaarsleven zo diep i doen voelen als deze tien bladzijden uit 1 Michels geschrift. Toen ik Utrillo kort voor zijn dood zelf ontmoette en hem over de aan hem gewij de studies sprak, viel Lucie, zijn bazige vrouw, mij direct in de rede: er deugde niets van deze geschriften; zij zelf zou wel een beter boek over de meester schrijven. En Utrillo, slaafs, knikte van ja. Had ik toen dit hoofdstuk van Georges Michel gekend, dan zou mij veel duidelijk zijn geweest. Utrillo, die verleden jaar is overleden, was verslaafd aan de drank. „Ik ben niet gek, doch alleen maar een drankzuchtige", zei hij als hij dronken wos. Op latere leeftijd trouwde de kinder lijke, willoze man met Lucie, een welge stelde. zakelijke vrouw, die hem letterlijk aanbad en hem tegelijk terroriseerde. Utrillo leefde in welstand, maar hij mocht zichzelf niet meer zijn. Hij zat gevangen in een gouden kooi. Zijn enige troost vond hij in het gebed. Met weemoed sprak hij. als Lucie er niej bij was, over de grote dagen van Mont martre. Over het uur, waarop hij die an dere grootmeester, Modigliani, ontmoette, ze waren zo ontroerd elkander te zien, dat zij om elkaar toch maar iets te schenken spontaan van (totaal versle ten) jas verwisselden. Ze noemden elkaar „de grootste schilder van deze tijd", kre gen daar ruzie over, vochten, gaven el kander woedend de jas terug, verzoenden zich en verwisselden weer van jas. Dit herhaalde zich vele malen en ondertussen werd er stevig gedronken. De volgende morgen werden ze op straat wakker, zon- de rekening" De filmacteur Tony Curtis, die trots met een begin van een baard rondliep, is onlangs met zijn vrouw, de actrice Janet Leigh, aan boord van de „Ile de France" uit New York vertrokken om in Noorwegen een film te gaan maken. De baard-in-aanbouw is voor zijn rol in de film getiteld „The Vikings" waar in ook Kirk Douglas een hoofdrol zal spe len. Curtis en zijn vrouw bevinden zich op het ogenblik in Londen, waar ze drie we ken verblijven voor het voorbereidende werk aan de film. Daarna gaan ze naar Hardangerfjo-rd in Noorwegen, waar da buitenopnamen voor „The Vikings" wor den gemaakt. De Amerikaanse advocaten klagen: „De films moeten ophouden ons voor te stellen als dubieuze figuren". Hum bond heeft een commissie vam tien leden benoemd om zich met de filmpro ducenten over deze aangelegenheid te verstaan. w? Gregson, Belinda Lee en Cyril Cusack maken gezamenlijk een elingetje rond de rood-studio's tijdens de opnamen voor de film Miracle in Soho". Indien we geen domme krachten willen blijven in onze vereniging, maar werkelijk iets willen leren, iets willen bereiken, op de duur een stuwende kracht willen worden, dan moeten wij op de eerste plaats bij onszelf onderscheidingsvermogen aankweken. Dit bereiken wij het beste door te vergelijken, door het naast elkaar leggen van verschillende teksten- De tekst van een goedkope draak en de tekst van een sterk geschreven stuk. We hebben achter elkaar „De Rani antwoordt niet" en „Post onvoorzien" besproken. Vraag heide stukken nu eens ter inzage. Lees ze aandachtig en leg dan de beide teksten naast elkaar. Hiervan kunnen wij leren. Hierdoor kunnen wij onze smaak verbeteren. Want u zult onmiddellijk het grote verschil ontdekken en liefde opvatten voor de ene tekst en voor de andere alleen nog maar'uw schouders ophalen. De ene tekst doet ons waardering krijgen voor de andere en andersom. Onze musea moesten eigenlijk, willen zij leer-instituten zijn, naast elk werk van een groot meester een onbenullig werk hangen. De smaak van het volk zou heel gauw veranderen. Maar onze musea zijn geen leer- instituten. En wij kunnen ook geen schilderijen meeslepen naar de musea om te vergelijken. Maar iedere uitgever, zendt u zijn boekjes (uit reclame-oogpunt) gratis ter inzage. Maak hier gebruik van. En vergelijk! Tante: Welk boek? Alice: (toont haar boek) Dit. Tante: (geprikkeld) Hoe kem je daar aan? Alice: Het lag hier op tafel. Tante: Leg het dan daar weer neer. Het is mijn boek. Is de thee klaar? Alice: N°g even trekken, tante. Tante: Het is al drie uur geweest. Alice: Neem me niet kwalijk, tante, ik dacht Tante: Denken kun je aan mij overlaten. Ik vind het niet prettig als de thee te laat is (weer tot Emma) Zijn de bood schappen van de kruidenier bezorgd? Weinig woorden en drie personen staan bijna reeds geheel ten voeten uit voor ons getekend. De bazige alles over heersende tante, die geen tegenspraak duldt en eist met nauwgezetheid gediend te worden. De huishoudster en het nicht je, die zich er moeilijk bij neer kunnen leggen, maar er zich zo goed en kwaad als het kan in trachten te schikken. De schrijver heeft niet veel woorden nodig. Een enkel woord als „ik eis" of Sla beide boekjes open „De Rani ant woordt niet" begint met oen wijdlopige beschrijving van de personen, die zullen optreden in het stuk. „Post onvoorzien' begint onmiddellijk met het spel. „Post onvoorzien" behoeft geen be schrijving van de verschillende karakters te geven, zo gauw de personen optreden os met een paar korte kernachtige zin- ne het hele karakter reeds getekend. Luister u maar naar de eerste pagina. Als het doek opengaat, zit Emma met het huishoudboek voor zich en telt, terwijl tante bij haar staat en controleert. Alice zit in een hoek en leest een boek. Doek open. Emma: en 7 is 121827 34en 9 is 4350(ziet dan op) Het klopt WEL. mevrouw Collignon!" Tante: (onwillig) En heb je rekening ge houden met de apotheek en met de tuin man? Zie je wel, dat kan niet. Je bent slordig Emma. Ik eis van je Alice: Bah, wat een onzin! Tante: Wat bedoel je, Alice? zelfs maar een handgebaar spreken soms boekdelen. En leg daarnaast onmiddel lijk de tekst van „De Rani antwoordt niet"; de schrijver heeft ellenlange blad zijden nodig, om het publiek toch maar goed duidelijk te maken, wat voor soort mensen hij hun tracht voor te zetten. En omdat hij van de overtuigingskracht van zijn tekst zelf het allerminst verzekerd is, geeft hij er vooraf nog een wijdlopige beschrijving bij, opdat in ieder geval de spelers zijn figuren niet zullen misvat ten. En in deze persoonsbeschrijving is hij al evenmin kernachtig als in zijn gehele stuk. Een halve pagina heeft hij nodig voor één persoon. Luistert u maar naar de persoonsbeschrijving van reder van Royen „Van Roy-en is een goed zakenman, maar koud en gevoelloos. Hij dorst naar rijkdom en deinst voor niets terug om deze dorst te lessen. Langzaam be trekt hij de rederij in zaken, die zijn compagnon Van Maren tegen de borst stuiten. Van Maren heeft weinig erva ring en is daardoor geneigd toe te ge ven, alhoewel hij beseft op deze wijze van kwaad tot erger te komen. Een ex plosie kan dan ook niet uitblijven. Van Royen is in bepaalde omstandigheden een vriendelijk, prettig mens. Hij ca moufleert dan zijn innerlijk en doet zulks alleen om zijn doel te bereiken. Voor zijn beide kinderen echter koestert hij veel liefde, zij het op egoistische wijze, die bij dergelijke naturen vaker wordt aangetroffen. Hij kleedt zich uiterst cor rect. niet fatterig, maar toch iets over dreven. Hij tracht zich jonger voor te doen dan hij als vijftigjarige is". Verdere persoonsbeschrijvingen zal ik u besparen. Maar ontleed bovengenoem de beschrijving nu eens goed. Van Royen is koud en gevoelloos en dorst en deinst voor niets terug en is een prettig mens, maar camoufleert dat, om zijn doel te bereiken en koestert veel liefde voor zijn lang genoeg van als wij ons door de per soonsbeschrijvingen heen gewerkt hebben Toch moet u het stuk lezen. Als studie materiaal. Om te vergelijken, „Post onvoorzien" schept onmiddellijk sfeer als het doek opengaat. Het verhaal is sterk en origineel. Maar een stuk krijgt pas zijn waarde door de stijl en dialoogvorm. De stijl is kernachtig. Drukt overal kracht uit. Met weinig woorden wordt er veel gezegd. De dialoogvorm is spits. Tekent onmiddellijk het karakter van de personen. Nergens holle frasen. Immer ter zake. De dialoogvorm van „De Rani" is wijd lopig. De schrijver heeft ontzettend veel woorden nodig, om bijna niets te zeggen. Ze is zwak. tekent niet, is niet ter zake. bedient zich herhaaldelijk van holle frasen, zoals: „U bent een liefdes-e-goist U strooit met levens als met confetti". Dergelijke zinnen moeten het doen. moe ten alle zwakheid camoufleren, maar op dg keper beschouwd, zijn dergelijke zin nen de grootste onzin. U moet ook eens vergelijken wat er in de tekst tussen haakjes staat. In „Post onvoorzien" bijna niets. En als er wel iets tussen haakjes staat, dan een enke le aanwijzing als „tante staat op en drukt op de kamerbei". Slechts zakelijke aan wijzingen dus, die onmogelijk gemist kun nen worden. Zie nu eens naar „De Rani". Weer het onvermogen van de schrijver, om zijn tekst sterk genoeg te maken en voor zich zelf te laten spreken. Vandaar het steeds te hulp komen met teksten tussen haak jes, om de gemoedstoestanden van de verschillende spelers aan te duiden. „Ang stig". „Met van haat gloeiende stem", „Zenuwachtig", „Met teneer geslagen ogen". „Met matte stem". „Spontaan". „Beheerst", allemaal volkomen overbo dige aanwijzingen indien de tekst sterk genoeg zou zijn. Maar de schrijver vindt het nodig, om precies aan te geven, wan neer zijn personen iets schreeuwen of iets ijzig kalm of lachend moeten zeggen. Stel je °.°k voor, dat waar iemand hels drif tig is zijn woorden ijzig kalm zou fluis teren, of zou lachen, waar de tekst ernst bedoelt. En bleef het nu maar bij der gelijke opmerkingen hier en daar, maar iedere bladzijde staat er vol mee. Waar iemand „overstuur" moet zijn. wordt er tussen haakjes bij gezegd etcetera. Op één bladzijde lees ik achtereenvolgens tus sen haakjes: „zuchtend", „haastig", „uit barstend", „ongerust", „spontaan", „fier". Vergelijk hiermee één bladzijde van „Post onvoorzien", waarop de schr. zich eveneens genoodzaakt ziet veel tus sen haakjes te zetten en we lezen daar achtereenvolgens: „Verdwijnt en pas toneelliteratuur in één enkele klucht heeft onder gebracht en er, voor wie het frivole zelfs in zulk een overmatige dosis niet beu wordt, nog een zekere vaart in houdt ook. Daarmee is dan Feydeau genoegzaam geprezen, een uiterst handige benutter van alle geestige of pikante situaties die de ontrouw of het vermoeden daarvan kan teweegbrengen. Zijn materiaal is de pikanterie, maar hij maakt de omstandig heden zo ridicuul dat „Het kind van de rekening" drie bedrijven lang gelegen heid biedt tot regelrechte clownerie. In dit allerlichtste aller genres moe® men Parijse acteurs hebben zien spelen or% de kwaliteit te erkennen van onze eigen meest clowneske acteur Bob de Lange. Zijn gekke gebaartjes en zijn hulpeloze grimas maken de Vatelin-figuur tot een van die over-dwaze creaties waarvan De Lange in ons land het patent heeft. Mi miek en gesticulatie zijn zo absurd dat men aan befaamde buitenlandse komie ken moet denken om zijns gelijke te vin den. De Lange was ook de regisseur van dit zeepbelachtige brokje frivoliteit en dat was in meer dan eeli scène te bespeu ren. Vooral de taferelen waarin de bedro gen echtgenoten bij series te hoop lopen, vielen op door zorgvuldig getimed ea toch spontaan gebleven gebaartjes-spel. Wat de afzonderlijke spelers en speel sters betreft waren er weinigen die het niveau een wat zwaarwichtige term bij zo'n uitsmijter van Bob de Lange haal den. Naar onze smaak was Ina van Faas- sen als het Engelse vrouwtje een van de best volgehouden karikaturen. Pim Dik kers gaf de sierlijke vrouwenjager Pon- tagnac juist te weinig van het burleske, evenals Ann Hasekamp de toeschietelijke Armandine. Daartegenover toonden Lia Dorana (als mevrouw Lucienne) en Pieter Lutz (als Rédillon) meer begrip voor de zeer kleine trekjes die een banale claus een burlesk accent kunnen geven. Henny Orri, Leo de Hartogh, Manfred de Graaf, Peter Holland en Jetty v. Dijk voldeden in kleine rolletjes. Er is luidruchtig gelachen bij de pre mière, en al is het heus niet drie uur lang leuk, wij willen niet de legendarische „kniesoor" zijn die in zo'n stuk alleen het luchtledig ziet en niet de kleurtjes van de zeepbel. P. MICHEL GEORGES-MICHEL niemand vergeten! der jas, want die was tijdens hun roes ge stolen, met al hun povere bezittingen. Aangrijpend is wat de schrijver vertelt over zijn laatste ontmoeting met Utrillo. Het was een afschuwelijke ervaring, zich door de drankzucht geplaagde vriend ten slotte in het openbaar als verrader" te horen uitschelden, omdat de schil der dacht, dat de schrijver hem drank had onthouden. Een schokkend afscheid van een goed vriend.. Maar men voelt in de ze met deernis en genegenheid geschreven bladzijden, dat de vriendschap onvermin derd is voort blijven bestaan. Ja, het hoofdstuk over Utrillo maakt veel onno dige kletspraat in dit boek goed! Rotterdams Toneel houdt ervan zijn publick te verrassen. Is het niet met een wereldpremière of een door Nicolaas Wijn berg volgekleurd pro grammaboek, dan, zoals gisteravond, met een tweemansstrijkje in eind 19e-eeuwse stijl, dat met zijn amechtige walsjes al bij de garderobe de sfeer van de „naughty nineties" tracht op te roepen. Nu, dat was nauwelijks nodig, want wat door de Franse heer G. Feydeau wiens naam evenals die der imedespelende mevrou wen, heren en jongeheren in het handschrift onzer grootmoeders het program sierde wat in „Le Din- don" door G. Feydeau aan echtelijke ondeugendhe den bijeenverzonnen is, overtreft de stoutste denkbeelden die men zich van ondeugende „negen tigers" had durven vor men. Het knappe van Fey- deau's Parijse meester stuk is, dat hij alle blij speltrucs en mystificatie^ alle rendez-vous-vergisf Lia Dorana en Pim Dikkers in „Het kind van Shig^ mf0"? °he* JM' kinderen, zij het op egoistische wijze, die Unnengelaten „tot Emma", „gaat af' vaker bij dergelijke naturen voorkomt. Verder kleedt hij zich overdreven en wil voor jonger doorgaan, maar is niet fat terig. Zoek het maar eens uit, maar in ieder geval hebben wij het verdere stuk niet meer nodig, om kennis te maken met Van Royen. Eerlijk gezegd hebben wij er al- Op de dinsdagen 9, 16, 23 en 30 juli zul- - len op de fraaie binnenplaats van het his- htT' VaSn' torische Kruithuis in Den Bosch open- „gaat zitten" „klop op deur" „Walijn en Alice komen binnen", „tot Walijn". Alle slechts zakelijke opmerkingen, die niet gemist kunnen worden. Voor de rest spreekt de tekst, de dialoogvorm zelf. luchtspelen gegeven worden, o.a. „Elcker- lyc". De rederijkerskamer „Moyses Bosch" zal deze uitvoeringen verzorgen. Op de dinsdagen 6, 13 en 20 augustus zal een andere toneelgroep op de binnenplaats van het Bossche stadhuis toneelwerken op voeren van Gogolj en Tsjechow.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 5