oeste manier om een beroemd acteur te- worden
Sir John Gielgud en Richard
Widmark maakten kennis
Interessant initiatief van
Frédérie Heldt
MEESTERS VAN DEZE TIJD
LEER DOOR TE VERGELIJKEN
„Het kind van de rekening"
f
M\
f
fi
s
Filmscènes van grote Franse acteurs
Herinneringen, anekdotes en
kletspraat
m
mü
Film week Den Haag
1957
Clark Gable: kampjes
aan
Het Philips-
j ubileummonument
Over de positie van de
kunstenaar
Amusant en teleur
stellend
In blijde Verwachting
Hans Roest
Vrolijk seizoenslot bij Rotterdams Toneel
Openluchtspelen in
Den Bosch
ZATERDAG 25 MEI 1957
PAGINA 5
Selectiecommissie vrijwel gereed
T odd-Ao-demonstraties
Voorlopig geen films meer
Een
Onvergetelijk
si. i
TONY CURTIS MET BAARD
Kracht naast zwakheid Alnek^cboekkhier.en idiote g€Echiedenis
Hans van Bergen
ei*
an'8
if
ir><*
?,e
te'
V
ei>
Wereldnieuws
Deèia beste manier om een beroemde to- moe' bekennen, dat ik bezwaren had te
stier- '®ur te worden is optreden in één §en baar optreden in deze film, toen ik
drie f?, en dat te laten volgen door hoorde, dat ze nog nooit geacteerd had.
Maar ik kwam echt onder de indruk,
toen ik haar ontmoette. Ze leek me een
voudig, eerlijk en ernstig".
Widmark grinsde: „Well- in elk geval
zal ze haar eigen persoonlijkheid gebrui
ken en niet die van iemand anders. Ik ken
heel wat jonge acteurs in Hollywood, die
een slecht afgietsel lijken van Marlon
Brando of een andere beroemde ster, Ze
schijnen dol te zijn op die stijl-mode, die
gepreekt wordt door de New York Actor's
Studio".
(Van onze filmredacteur)
roemdheid ook haar nadelen heeft. Ik
VVe'die'1SluIc ®en' Het Publiek zal je ge
nitief viac*en in het successtuk en de
de m,- gullen zeggen, dat je enorm was in
hieer Vikingen. Daarna kan je niets
Tor sebeuren".
daa deze wonderlijk klinkende, maar
e,1kel nie* zo er® dwaze uitspraak kwam
Wanden geleden Sir John Gielgud,
lijden. J 8 mees' elegante toneelridder,
■tyidrn ziin eerste ontmoeting met Richard
guy" u' H°llywoods stoerste „tough
iv0n: «et was overigens wei de meest
dels kennismaking sinds de inmid-
lverk. Wereldberoemd geworden samen-
Ma'ng tussen Sir Laurence Olivier en
en dyn Monroe. De glans van Gielgud
"titist gri'ins van Widmark leken aller-
Hntie geschikt voor een gelukkige combi-
opt_ ln een film. Samen zouden ze gaan
de den in de film „Saint Joan" van
tyaa;merikaanse regisseur Otto Preminger,
tferpMan °nlangs in de Parijse Opéra de
•j. dpremière heeft plaats gevonden.
ste waren de journalisten, die die eer-
stud. ,tm°eting in de Britse Shepperton-
lo0p s hebben meegemaakt, er na af-
ili(ie-iang niet 20 zeker meer van, dat er
tpSSpdaad zulk een grote tegenstelling
.de beide acteurs bestaat.
A. r John de hand te hebben gedrukt,
za j.j'dmark: „Ik heb de kans om in de-
gi-gi te spelen met beide handen aange-
Voor'n' omdat het zo iets heel anders
va„ me was. Mijn laatste film was één
ten Westerns in de ruime wijde vlak-
van de Cinemascope."
ppj? ziin beurt toonde Sir John zich
Yfest r'g: "I't zou dolgraag eens in een
als rn optreden", verzuchtte hij. „Maar
Waiter ben ik hopeloos. Toen ik in Hol-
was om op te treden in de film
zadp,Us. Caesar" plantten ze me op een
slecht 'n een Processle-scane- Ik moest
Wa„ s een paar meter rijden, maar ik
Paa <j0 afs°huwelijk slecht, dat ze mijn
„Methoden!" brak Gielgud los. „Ik heb
meer dan genoeg van jonge acteurs, die
daaraan meedoen en houd ze steeds voor
dat er geen gegarandeerde acteermethode
bestaat. Gewoonlijk komt het neer op een
slaafse imitatie van een andere acteur.
Ik kan er over meepraten, want ik heb
verschillende afschuwelijke imitaties van
mezelf moeten aanzien".
Toen Gielgud afscheid had genomen
zei Widmark: „Daar gaat een man met
een roeping. Ik denk, dat dat het verschil
is tussen hem en mij. Zijn soort talent
komt maar eenmaal, hoogstens tweemaal
in een generatie voor, maar het betekent
ook, dat hij er zijn hele leven aan geeft."
,.Ik mis die toewijding. Of dat soort talent.
Maar ik vind het niet erg, omdat ik ook
andere dingen van het leven verlang en
ik ben gelukkig, omdat ik meen die ook
te hebben".
De selectiecommissie, die uit een to
taal van ongeveer 40 ingezonden
speelfilms en 50 documentaires een
keuze moet maken voor de films, wel
ke zullen worden vertoond gedurende
de „Internationale Filmweek Den
Haag 1957" in het Metropole-Tuschin-
ski-theater te Den Haag, is vrijwel
gereed gekomen met haar werkzaam
heden.
Op de navolgende films kon reeds
voor vertoning in de filmweek beslag
worden gelegd: „Saint Joan", regie en
produktie Otto Preminger, met Jean
Seberg, Richard Widmark, Sir John
Gielgud e.a.; „High Tide at Noon", re
gie Philip Leacock en „Celui qui doit
mourir", regie Jules Dassin.
Gedeèltelijk samenvallend met de
filmweek zullen in het Kurhaus-
cabaret te Scheveningen demonstratie
voorstellingen worden gegeven van
films, opgenomen en geprojecteerd
volgens het onlangs ontwikkelde Phi
lips Todd-AO-systeem.
Gelijk men zich zal herinneren, gaat
dit Amerikaanse systeem, waarvoor de
Nederlandse industrie de projectors
construeerde, uit van een filmbreedte
van 70 mm inplaats van de „klassieke"
35 mm.Het beeld wordt met een grote-
hoek-lens van 128 graden opgenomen
en in dezelfde verhouding geprojec
teerd op een gebogen doek, dat de toe
schouwer als het ware omspant en
hem daardoor in het gebeuren mee
neemt. Deze illusie wordt verder nog
versterkt door een zevenbands ge
luidsysteem.
va„,V' met een koord aan het voorgaande
Van °nden. Zelfs dat hielp niet en het slot
rahet liedje was, dat er allerlei figu-
voor me moesten invallen",
hl al grinnikte: ..Misschien was dat
lj;,ar goed ook. Anders zou je waarschijn-
pCjde rest van je leven in het zadel
is d vershjten. De fout van Hollywood
RICHARD WIDMARK SIR JOHN GIELGUD
minder grote tegenstelling dan men zou menen
moest doen. Ik werd er ziek
Vast""' een aeteur er voor zijn leven aan
't> als hij ééns iets goed doet. Tijdens
za„perste jaar in Hollywood moest ik in
jjS films optreden, waarin ik voortdurend
fnnerli" foiTcrVi" ort nncf ppn«
.,toügh.
van".
Jhelgud kon zich dat best indenken.
"™aar", veronderstelde hij, „dat
isschien de manier om een ster te ma-
!s n in Hollywood. De moeilijkheid hier
dat onze leidende actrices zoals Peg-
S Ashcroft en Celia Johnson veel meer
j/hien dan alleen maar een toneelloop-
a?an- Ze willen een volledig leven leiden
vrouw, echtgenote en moeder en daar-
m treden ze maar drie maanden per
w-op-
"idmark dacht even na over het prq-
Eco6m loopbaan-huiselijk leven: .,Ik heb
saiuk gehad. Ik had vrouw en gezin eer
d haar Hollywood ging. Bovendien had
ji tien jaar aan het toneel, voordat ik
Vjj de film kwam, me een professionele
r*lk op het succes gegeven. Maar ande-
.zbn niet zo gelukkig".
„Mercure-Film", een Franse maat
schappij, zal binnenkort onder de titel
„Les Etoiles ne meurent jamais" .Ster
ren sterven nooit") een film van nor
male vertoningsduur uitbrengen, bestaan
de uit een selectie van de beste filmscè
nes, gespeeld door grote Franse acteurs,
die in de loop van de laatste twintig jaar
zijn overleden.
Op die manier zullen de oudere bios
coopbezoekers in de gelegenheid zijn om
Max Dearly, Louis Salou, Jules Berry,
Victor Boucher, Harry Baur, André Le-
faur, Marguérite Moreno, Louis Jouvet
en Raimu terug te zien in fragmenten,
waarvan de meeste klassiek zijn gewor
den.
al lelgud knikte. „Ik geloof, dat het voor-
hioeilijk is voor jongelui, die plotseling I Tegelijk zal daarmee worden bewezen,
5worden. Ik veronderstel, dat Jean I dat het woord „overleden" tegenwoordig
w r®> die de titelrol speelt in onze film. j niet meer van toepassing is op personen,
el tot de ontdekking zal komen, dat be- i die hun talent en hun leven hebben gewijd
i aan het uitbeelden van figuren in films.
Voor de jongere generatie filmliefhebbers
zullen in hun beeld en hun stem de over-
weldigende persoonlijkheid van Raimu en
Harry Baur. de spottende ironie van Louis
t\v
Laroche, Jean Aurence, Pierre Bost en
vele anderen. Twee van de hier genoemde
schrijvers, namelijk Henri Jeanson en
Pierre Laroche, hebben voor de film, die
wordt geregisseerd door Max de Vaucor-
beil. een speciale tekst samengesteld, die
door Francois Périer zal worden gespro
ken.
Bij de keuze van de filmfragmenten en
bij het bepalen van de manier van hun
montage hebben de makers zich op de
eerste plaats door twee gedachten laten
leiden: de fragmenten zoveel mogelijk
ontlenen aan klassieke werken, vervaar
digd door beroemde regisseurs en aan
films, waarin de bewuste acteur een van
zijn beste prestaties leverde.
Wat Louis Jouvet betreft is de keuze
gevallen op de film „Entrée des Artis
tes" van Mare Allégret, omdat Jouvet
daarin een echt door hemzelf getekend
portret van zichzelf geeft. Raimu zal j
men zien in „La Femme du Boulanger'
Het jubileummonument, bij de viering
van het 60-jarig bestaan der N.V. Philips
door het personeel aan het bedrijf aange
boden, nadert zijn voltooiing. Verwacht
mag worden, dat het tegen 18 september,
de dag van de Eindhovense bevrijdingsher
denking gereed zal zijn. De beeldhouwer
Hubert van Lith heeft thans de drie beel
den gereed, welke 'straks het bovenstuk
zullen vormen van het monument, waar
van sokkel, reliefwerk en zuilen al enige
jaren geleden voor het gebouw der jon
gens-nijverheidsopleiding aan de Frede-
riklaan werden geplaatst. Voor de ver
vaardiging van het geheel heeft de beeld
houwer 160 ton Franse kalksteen nodig
gehad.
De drie beelden zullen gedurende de
maand juni te bezichtigen zijn in het ste
delijk museum te Amsterdam op een
tentoonstelling waarin ook de schetsen en
voorstudies in klei zijn opgenomen. Deze
expositie zal zaterdag 1 juni des middags
om 5 uur geopend worden door dr. J.
Hulsker, hoofd van de afdeling kunsten
van het ministerie van O., K. en W.
Minister Cals bezoekt congres
Op vrijdag 31 mei en zaterdag 1 juni
wordt te Amsterdam een congres gehou
den door de Ned. Federatie van beroeps
verenigingen van kunstenaars. De minis
ter van O. K. en W„ mr. J. L. M. Th.
Cals, zal een gedeelte van het congres
dat in het Instituut voor de Tropen wordt
gehouden, bijwonen. In de inleidingen die
worden gehouden manifesteren zich alle
belangrijke onderwerpen, die op het ge
bied van het kunstbeleid een rol spelen,
zoals .,De kunstenaar in loondienst",
„Kunstonderwijs", „De kunstenaar in het
nevenberoep", „De bestedingsbeperking",
„De positie van de zelfstandige kunste
naar" en „Cultuurspreiding". Het con
gres wordt zaterdag 1 juni besloten met
een concert.
Het goed vertellen van kunstenaarsanekdotes is een zeer aparte
en moeilijke kunst. Het gaat immers niet om de komische inhoud
oj pointe op zich, doch deze moet op de een of andere manier
karakteristiek zijn voor een bepaalde kunstenaar. Indien een koste
lijke zet, toegeschreven aan Renoir en Monet, met evenveel effect
en even weinig betekenis kan worden verteld als gepresteerd
door onze welbekende heren Jansen en Pietersen, dan hebben wij
niet te doen met een kunstenaarsanekdote doch met een doodgewoon
mopje. Ten onzent floreert het genre hoofdzakelijk mondeling. Er
is een onnoemelijk aantal goede anekdotes over Nederlandse en
l laamse kunstenaars in omloop, maar pogingen om ze op schrift
te stellen zijn slechts een enkele maal gelukt. Annie Salomons heeft
in haar herinneringen bewezem de kunst uitstekend te verstaan. En
m Vlaanderen is het Raymond Brulez, die anekdotes even smakelijk
en raak kan noteren als vertellen.
Advertentie»
half dozijn negro-spirituals en
ee oude zeemansliedjes zijn opgeno-
gn op de geluidsband van de film
'to an<^. Angels" een woelige liefdeshik
o„rie 'n de tijd van de Amerikaanse bui
croorlog, waarin Clark Gable en Yvoi
tjj, 4e Carlo de hoofdrollen spelen. Som-
d ge van de spirituals zijn bekend, an-
2on Worden maar zelden gespeeld en ge-
geh en' De 'vee zeemansliedjes worden
jOruld door Torin Thatcher als zeeka
ak?1,11 tijdens een vrolijke ontmoeting met
i, aale. Het zijn „What shall we do with
Jouvet, de sarcastische ongedwongenheid nlet alleen omdat hij de Raimu it de
van Jules Berry, de tedere humor van 1 1
Marguérite Moréno, de elegance van
Louis Salou, de fantasie van Max Dear-
beroemde trilogie is, maar omdat zijn spel
in deze film een uitstekende indruk geeft
th
en „Blow the man
dr® drunken sailor?
uowp'.
d^lark Gable, die men ook kan zien in
ij) Pas hier te lande in vertoning geko-
hepf film »The Kine and four queens",
jaalt. intussen verklaard, dat het na 39
de show business „tijd voor hem
doen'
om het kalmpjes aan te gaan
hij
Dit jaar noch het volgende jaar
verder nog in films optreden.
b v'
ken kü zich voor goed zal terugtrek-
0 p. hoeft men niet te vrezen. Wat die
j, P~gedienden ook mogen zeggen, ze kun-
6-P n°oit de verleiding weerstaan, nog
as terug te komen.
J«dens een bezoek aan Hollywood,
ö0£ zü °Ptrad in de film „Boy on a
to-Pain" die hier te lande wordt ver-
lijn" °nder de titel „Cupido op een dol-
ip T.' verklaarde Sophia Loren: „Bij ons
biet ontmoeten de filmsterren elkaar
tiir) buiten de studio. We willen niet al-
B over films praten".
v0n°Pbia Loren heeft Gina Lollobrigida
v0r,r bet eerst ontmoet
r vijf minuten".
„in Londen
ly en de geestigheid van Victor Boucher j van het geweldige talent van deze grote
herleven" acteur.
Bovendien zal deze film, tot welker sa- i
•oenstelling Frédérie Heldt het initiatief i -
icft genomen, fragmenten bevatten uit
e beste films van regisseurs als Marcel
irné, Claude Autant-Lara. Christian-
Jaque, Marcel Pagnol en Mare Allégret,
die daarbij samenwerkten met de auteurs
Henri Jeanson, Jacques Deval, Pierre
Zo heet het Doktersboek met alle raad
voor Moeder en Baby. Oralis bij de
Babyderm Super-Babyset, waarin poe
der - zalt - olie - zeep - shampoo, f 5.90.
Weten is gerust ziin.
WAT MijnhaPOT Maakt is GOED
Een grote verzameling persoonlijke her
inneringen aan de Parijse meesters van
de eerste helft dezer eeuw is natuurlijk
iets om van te watertanden. Het is dan
ook begrijpelijk, dat de vraag naar een
boek als „From Renoir to Picasso, artists
I have known", geschreven door Michel
Georges-Michel, direct enorm was. Of de
ze hausse heeft aangehouden nadat het
boek eenmaal het onderwerp van gesprek
was geworden, waag ik te betwijfelen. Ik
vermoed, dat velen het erg interessant en
amusant, en tenslotte toch nogal teleur
stellend hebben gevonden. Zij hadden dus
geen reden om het anderen aan te beve
len.
De heer Georges-Michel heeft inderdaad
vele grote meesters van de laatste halve
eeuw gekend, doch sommigen veel min
der goed dan hij zou willen doen geloven.
Het begint al met Degas: een zeer kort
eerste bezoek, gevolgd door een latere toe
vallige ontmoeting, dat is de aanvang van
het boek.
Gelukkig is lang niet alles zo mager
tjes; over bepaalde figuren vertelt de
schrijver alleraardigste herinneringen en
kostelijke gebeurtenissen, die hij zelf heeft
meegemaakt.... of van anderen heeft
vernomen. Zo passeren Toulouse-Lautrec.
Monet, Renoir en vele anderen de revue!
Maar het is op den duur nogal verve
lend dat de schrijver niet graag de figu
ren overslaat, die hij ternauwernood ge
zien heeft.
Over de grote Vlaminck bijvoor
beeld schrijft hij iets totaal onbelangrijks,
alleen maar zo krijgt men de indruk
om de lezer toch vooral te doen weten dat
hij hem heeft ontmoet. Hetzelfde geldt on
ze landgenoot Kees van Dongen, over wie
hij in veel woorden weinig interessants
en niets persoonlijks mededeelt.
Vee] beter is wat Georges-Miohel over
de merkwaardige meester Marc Chagall
vertelt, en over Picasso. Men voelt, dat
hij hier op vertrouwd terrein is.
Maar ronduit onvergetelijk is het hoofd
stuk, dat de schrijver aan zijn vriend Mau
rice Utrillo heeft gewijd. Deze tragische
mens en merkwaardige schilder heeft hij
werkelijk heel goed gekend. Er bestond
tussen hen meer dan vriendschap alleen,
namelijk begrip. Begrip jegens de eenza
me, die geplaatst was tegenover een har
de nuchtere wereld, een goedbedoelende
maar bedilzieke vrouw, die een ware ti
rannie over hem uitoefende, en een onstil
bare drankzucht.
Alleen al dit hoofdstuk over Utrillo is,
naast verscheidene goede bladzijden over
andere meesters, het bezit van dit boek
tenvolle waard. Het is getiteld „In the
shadow of Utrillo's tragic drunkenness"
een ietwat pathetisch klinkende titel, die
in werkelijkheid echter niets overdrevens
heeft. Er zijn verscheidene boeken over
de meester van Montmartre geschreven'
i maar geen enkel ervan heeft mij de tra-
giek van dit kunstenaarsleven zo diep
i doen voelen als deze tien bladzijden uit
1 Michels geschrift.
Toen ik Utrillo kort voor zijn dood zelf
ontmoette en hem over de aan hem gewij
de studies sprak, viel Lucie, zijn bazige
vrouw, mij direct in de rede: er deugde
niets van deze geschriften; zij zelf zou wel
een beter boek over de meester schrijven.
En Utrillo, slaafs, knikte van ja.
Had ik toen dit hoofdstuk van Georges
Michel gekend, dan zou mij veel duidelijk
zijn geweest. Utrillo, die verleden jaar is
overleden, was verslaafd aan de drank.
„Ik ben niet gek, doch alleen maar een
drankzuchtige", zei hij als hij dronken
wos. Op latere leeftijd trouwde de kinder
lijke, willoze man met Lucie, een welge
stelde. zakelijke vrouw, die hem letterlijk
aanbad en hem tegelijk terroriseerde.
Utrillo leefde in welstand, maar hij mocht
zichzelf niet meer zijn. Hij zat gevangen
in een gouden kooi. Zijn enige troost vond
hij in het gebed.
Met weemoed sprak hij. als Lucie er niej
bij was, over de grote dagen van Mont
martre. Over het uur, waarop hij die an
dere grootmeester, Modigliani, ontmoette,
ze waren zo ontroerd elkander te zien,
dat zij om elkaar toch maar iets te
schenken spontaan van (totaal versle
ten) jas verwisselden. Ze noemden elkaar
„de grootste schilder van deze tijd", kre
gen daar ruzie over, vochten, gaven el
kander woedend de jas terug, verzoenden
zich en verwisselden weer van jas. Dit
herhaalde zich vele malen en ondertussen
werd er stevig gedronken. De volgende
morgen werden ze op straat wakker, zon-
de rekening"
De filmacteur Tony Curtis, die trots
met een begin van een baard rondliep,
is onlangs met zijn vrouw, de actrice
Janet Leigh, aan boord van de „Ile de
France" uit New York vertrokken om in
Noorwegen een film te gaan maken.
De baard-in-aanbouw is voor zijn rol
in de film getiteld „The Vikings" waar
in ook Kirk Douglas een hoofdrol zal spe
len.
Curtis en zijn vrouw bevinden zich op
het ogenblik in Londen, waar ze drie we
ken verblijven voor het voorbereidende
werk aan de film. Daarna gaan ze naar
Hardangerfjo-rd in Noorwegen, waar da
buitenopnamen voor „The Vikings" wor
den gemaakt.
De Amerikaanse advocaten klagen:
„De films moeten ophouden ons voor te
stellen als dubieuze figuren".
Hum bond heeft een commissie vam tien
leden benoemd om zich met de filmpro
ducenten over deze aangelegenheid te
verstaan.
w?
Gregson, Belinda Lee en Cyril Cusack maken gezamenlijk een
elingetje rond de rood-studio's tijdens de opnamen voor de film
Miracle in Soho".
Indien we geen domme krachten willen blijven in onze vereniging,
maar werkelijk iets willen leren, iets willen bereiken, op de duur een
stuwende kracht willen worden, dan moeten wij op de eerste plaats bij
onszelf onderscheidingsvermogen aankweken. Dit bereiken wij het beste
door te vergelijken, door het naast elkaar leggen van verschillende teksten-
De tekst van een goedkope draak en de tekst van een sterk geschreven stuk.
We hebben achter elkaar „De Rani antwoordt niet" en „Post onvoorzien"
besproken. Vraag heide stukken nu eens ter inzage. Lees ze aandachtig en
leg dan de beide teksten naast elkaar. Hiervan kunnen wij leren. Hierdoor
kunnen wij onze smaak verbeteren. Want u zult onmiddellijk het grote
verschil ontdekken en liefde opvatten voor de ene tekst en voor de andere
alleen nog maar'uw schouders ophalen. De ene tekst doet ons waardering
krijgen voor de andere en andersom.
Onze musea moesten eigenlijk, willen zij leer-instituten zijn, naast elk
werk van een groot meester een onbenullig werk hangen. De smaak van
het volk zou heel gauw veranderen. Maar onze musea zijn geen leer-
instituten. En wij kunnen ook geen schilderijen meeslepen naar de musea
om te vergelijken.
Maar iedere uitgever, zendt u zijn boekjes (uit reclame-oogpunt) gratis
ter inzage. Maak hier gebruik van. En vergelijk!
Tante: Welk boek?
Alice: (toont haar boek) Dit.
Tante: (geprikkeld) Hoe kem je daar aan?
Alice: Het lag hier op tafel.
Tante: Leg het dan daar weer neer. Het
is mijn boek. Is de thee klaar?
Alice: N°g even trekken, tante.
Tante: Het is al drie uur geweest.
Alice: Neem me niet kwalijk, tante, ik
dacht
Tante: Denken kun je aan mij overlaten.
Ik vind het niet prettig als de thee te
laat is (weer tot Emma) Zijn de bood
schappen van de kruidenier bezorgd?
Weinig woorden en drie personen
staan bijna reeds geheel ten voeten uit
voor ons getekend. De bazige alles over
heersende tante, die geen tegenspraak
duldt en eist met nauwgezetheid gediend
te worden. De huishoudster en het nicht
je, die zich er moeilijk bij neer kunnen
leggen, maar er zich zo goed en kwaad
als het kan in trachten te schikken.
De schrijver heeft niet veel woorden
nodig. Een enkel woord als „ik eis" of
Sla beide boekjes open „De Rani ant
woordt niet" begint met oen wijdlopige
beschrijving van de personen, die zullen
optreden in het stuk. „Post onvoorzien'
begint onmiddellijk met het spel.
„Post onvoorzien" behoeft geen be
schrijving van de verschillende karakters
te geven, zo gauw de personen optreden
os met een paar korte kernachtige zin-
ne het hele karakter reeds getekend.
Luister u maar naar de eerste pagina.
Als het doek opengaat, zit Emma met het
huishoudboek voor zich en telt, terwijl
tante bij haar staat en controleert. Alice
zit in een hoek en leest een boek.
Doek open.
Emma: en 7 is 121827
34en 9 is 4350(ziet dan
op) Het klopt WEL. mevrouw Collignon!"
Tante: (onwillig) En heb je rekening ge
houden met de apotheek en met de tuin
man? Zie je wel, dat kan niet. Je bent
slordig Emma. Ik eis van je
Alice: Bah, wat een onzin!
Tante: Wat bedoel je, Alice?
zelfs maar een handgebaar spreken soms
boekdelen. En leg daarnaast onmiddel
lijk de tekst van „De Rani antwoordt
niet"; de schrijver heeft ellenlange blad
zijden nodig, om het publiek toch maar
goed duidelijk te maken, wat voor soort
mensen hij hun tracht voor te zetten. En
omdat hij van de overtuigingskracht van
zijn tekst zelf het allerminst verzekerd
is, geeft hij er vooraf nog een wijdlopige
beschrijving bij, opdat in ieder geval de
spelers zijn figuren niet zullen misvat
ten.
En in deze persoonsbeschrijving is hij
al evenmin kernachtig als in zijn gehele
stuk. Een halve pagina heeft hij nodig
voor één persoon. Luistert u maar naar
de persoonsbeschrijving van reder van
Royen
„Van Roy-en is een goed zakenman,
maar koud en gevoelloos. Hij dorst
naar rijkdom en deinst voor niets terug
om deze dorst te lessen. Langzaam be
trekt hij de rederij in zaken, die zijn
compagnon Van Maren tegen de borst
stuiten. Van Maren heeft weinig erva
ring en is daardoor geneigd toe te ge
ven, alhoewel hij beseft op deze wijze
van kwaad tot erger te komen. Een ex
plosie kan dan ook niet uitblijven. Van
Royen is in bepaalde omstandigheden
een vriendelijk, prettig mens. Hij ca
moufleert dan zijn innerlijk en doet zulks
alleen om zijn doel te bereiken. Voor
zijn beide kinderen echter koestert hij
veel liefde, zij het op egoistische wijze,
die bij dergelijke naturen vaker wordt
aangetroffen. Hij kleedt zich uiterst cor
rect. niet fatterig, maar toch iets over
dreven. Hij tracht zich jonger voor te
doen dan hij als vijftigjarige is".
Verdere persoonsbeschrijvingen zal ik
u besparen. Maar ontleed bovengenoem
de beschrijving nu eens goed. Van Royen
is koud en gevoelloos en dorst en deinst
voor niets terug en is een prettig mens,
maar camoufleert dat, om zijn doel te
bereiken en koestert veel liefde voor zijn
lang genoeg van als wij ons door de per
soonsbeschrijvingen heen gewerkt hebben
Toch moet u het stuk lezen. Als studie
materiaal. Om te vergelijken,
„Post onvoorzien" schept onmiddellijk
sfeer als het doek opengaat. Het verhaal
is sterk en origineel. Maar een stuk
krijgt pas zijn waarde door de stijl en
dialoogvorm. De stijl is kernachtig. Drukt
overal kracht uit. Met weinig woorden
wordt er veel gezegd. De dialoogvorm is
spits. Tekent onmiddellijk het karakter
van de personen. Nergens holle frasen.
Immer ter zake.
De dialoogvorm van „De Rani" is wijd
lopig. De schrijver heeft ontzettend veel
woorden nodig, om bijna niets te zeggen.
Ze is zwak. tekent niet, is niet ter
zake. bedient zich herhaaldelijk van holle
frasen, zoals: „U bent een liefdes-e-goist
U strooit met levens als met confetti".
Dergelijke zinnen moeten het doen. moe
ten alle zwakheid camoufleren, maar op
dg keper beschouwd, zijn dergelijke zin
nen de grootste onzin.
U moet ook eens vergelijken wat er in
de tekst tussen haakjes staat. In „Post
onvoorzien" bijna niets. En als er wel
iets tussen haakjes staat, dan een enke
le aanwijzing als „tante staat op en drukt
op de kamerbei". Slechts zakelijke aan
wijzingen dus, die onmogelijk gemist kun
nen worden.
Zie nu eens naar „De Rani". Weer het
onvermogen van de schrijver, om zijn
tekst sterk genoeg te maken en voor zich
zelf te laten spreken. Vandaar het steeds
te hulp komen met teksten tussen haak
jes, om de gemoedstoestanden van de
verschillende spelers aan te duiden. „Ang
stig". „Met van haat gloeiende stem",
„Zenuwachtig", „Met teneer geslagen
ogen". „Met matte stem". „Spontaan".
„Beheerst", allemaal volkomen overbo
dige aanwijzingen indien de tekst sterk
genoeg zou zijn. Maar de schrijver vindt
het nodig, om precies aan te geven, wan
neer zijn personen iets schreeuwen of iets
ijzig kalm of lachend moeten zeggen. Stel
je °.°k voor, dat waar iemand hels drif
tig is zijn woorden ijzig kalm zou fluis
teren, of zou lachen, waar de tekst ernst
bedoelt. En bleef het nu maar bij der
gelijke opmerkingen hier en daar, maar
iedere bladzijde staat er vol mee. Waar
iemand „overstuur" moet zijn. wordt er
tussen haakjes bij gezegd etcetera. Op
één bladzijde lees ik achtereenvolgens tus
sen haakjes: „zuchtend", „haastig", „uit
barstend", „ongerust", „spontaan",
„fier". Vergelijk hiermee één bladzijde
van „Post onvoorzien", waarop de schr.
zich eveneens genoodzaakt ziet veel tus
sen haakjes te zetten en we lezen daar
achtereenvolgens: „Verdwijnt en pas
toneelliteratuur in één
enkele klucht heeft onder
gebracht en er, voor wie het frivole zelfs
in zulk een overmatige dosis niet beu
wordt, nog een zekere vaart in houdt ook.
Daarmee is dan Feydeau genoegzaam
geprezen, een uiterst handige benutter
van alle geestige of pikante situaties die
de ontrouw of het vermoeden daarvan
kan teweegbrengen. Zijn materiaal is de
pikanterie, maar hij maakt de omstandig
heden zo ridicuul dat „Het kind van de
rekening" drie bedrijven lang gelegen
heid biedt tot regelrechte clownerie.
In dit allerlichtste aller genres moe®
men Parijse acteurs hebben zien spelen or%
de kwaliteit te erkennen van onze eigen
meest clowneske acteur Bob de Lange.
Zijn gekke gebaartjes en zijn hulpeloze
grimas maken de Vatelin-figuur tot een
van die over-dwaze creaties waarvan De
Lange in ons land het patent heeft. Mi
miek en gesticulatie zijn zo absurd dat
men aan befaamde buitenlandse komie
ken moet denken om zijns gelijke te vin
den. De Lange was ook de regisseur van
dit zeepbelachtige brokje frivoliteit en
dat was in meer dan eeli scène te bespeu
ren. Vooral de taferelen waarin de bedro
gen echtgenoten bij series te hoop lopen,
vielen op door zorgvuldig getimed ea
toch spontaan gebleven gebaartjes-spel.
Wat de afzonderlijke spelers en speel
sters betreft waren er weinigen die het
niveau een wat zwaarwichtige term bij
zo'n uitsmijter van Bob de Lange haal
den. Naar onze smaak was Ina van Faas-
sen als het Engelse vrouwtje een van de
best volgehouden karikaturen. Pim Dik
kers gaf de sierlijke vrouwenjager Pon-
tagnac juist te weinig van het burleske,
evenals Ann Hasekamp de toeschietelijke
Armandine. Daartegenover toonden Lia
Dorana (als mevrouw Lucienne) en Pieter
Lutz (als Rédillon) meer begrip voor de
zeer kleine trekjes die een banale claus
een burlesk accent kunnen geven. Henny
Orri, Leo de Hartogh, Manfred de Graaf,
Peter Holland en Jetty v. Dijk voldeden
in kleine rolletjes.
Er is luidruchtig gelachen bij de pre
mière, en al is het heus niet drie uur
lang leuk, wij willen niet de legendarische
„kniesoor" zijn die in zo'n stuk alleen het
luchtledig ziet en niet de kleurtjes van de
zeepbel. P.
MICHEL GEORGES-MICHEL
niemand vergeten!
der jas, want die was tijdens hun roes ge
stolen, met al hun povere bezittingen.
Aangrijpend is wat de schrijver vertelt
over zijn laatste ontmoeting met Utrillo.
Het was een afschuwelijke ervaring, zich
door de drankzucht geplaagde vriend ten
slotte in het openbaar als verrader"
te horen uitschelden, omdat de schil
der dacht, dat de schrijver hem drank had
onthouden. Een schokkend afscheid van
een goed vriend.. Maar men voelt in de
ze met deernis en genegenheid geschreven
bladzijden, dat de vriendschap onvermin
derd is voort blijven bestaan. Ja, het
hoofdstuk over Utrillo maakt veel onno
dige kletspraat in dit boek goed!
Rotterdams Toneel houdt
ervan zijn publick te
verrassen. Is het niet met
een wereldpremière of
een door Nicolaas Wijn
berg volgekleurd pro
grammaboek, dan, zoals
gisteravond, met een
tweemansstrijkje in eind
19e-eeuwse stijl, dat met
zijn amechtige walsjes al
bij de garderobe de sfeer
van de „naughty nineties"
tracht op te roepen. Nu,
dat was nauwelijks nodig,
want wat door de Franse
heer G. Feydeau wiens
naam evenals die der
imedespelende mevrou
wen, heren en jongeheren
in het handschrift onzer
grootmoeders het program
sierde wat in „Le Din-
don" door G. Feydeau aan
echtelijke ondeugendhe
den bijeenverzonnen is,
overtreft de stoutste
denkbeelden die men zich
van ondeugende „negen
tigers" had durven vor
men.
Het knappe van Fey-
deau's Parijse meester
stuk is, dat hij alle blij
speltrucs en mystificatie^
alle rendez-vous-vergisf
Lia Dorana en Pim Dikkers in „Het kind van Shig^ mf0"? °he*
JM'
kinderen, zij het op egoistische wijze, die Unnengelaten „tot Emma", „gaat af'
vaker bij dergelijke naturen voorkomt.
Verder kleedt hij zich overdreven en wil
voor jonger doorgaan, maar is niet fat
terig.
Zoek het maar eens uit, maar in ieder
geval hebben wij het verdere stuk niet
meer nodig, om kennis te maken met Van
Royen. Eerlijk gezegd hebben wij er al-
Op de dinsdagen 9, 16, 23 en 30 juli zul-
- len op de fraaie binnenplaats van het his-
htT' VaSn' torische Kruithuis in Den Bosch open-
„gaat zitten" „klop op deur" „Walijn en
Alice komen binnen", „tot Walijn". Alle
slechts zakelijke opmerkingen, die niet
gemist kunnen worden. Voor de rest
spreekt de tekst, de dialoogvorm zelf.
luchtspelen gegeven worden, o.a. „Elcker-
lyc". De rederijkerskamer „Moyses Bosch"
zal deze uitvoeringen verzorgen. Op de
dinsdagen 6, 13 en 20 augustus zal een
andere toneelgroep op de binnenplaats van
het Bossche stadhuis toneelwerken op
voeren van Gogolj en Tsjechow.