witte doek Derde Kunstenaarscongres te Amsterdam mm op maat vb George Stevens deed sfeer op voor verfilming van „Dagboek van Anne Frank" NATIONALE WEDSTRIJD VOOR FILM-AMATEURS Documentaire van Haanstra bij opening Intern, Filmweek Den Haag Monumentale Philipsfontein op Eindhovens bevrijdingsdag voltooid ER IS WEER GRASHOTER I 2Jr ZATERDAG 1 JUNI 1957 PAGINA 5 Scenario moet nog geschreven worden NOV A-congres in Rotterdam CONVENTIONELE ENGELSEN Anna Gay lor zweeg „Rembrandt, schilder van de mens" Anton Huisman bij Vlaamse Opera Walter Gropius ont vangt Goethe-prijs Verloren gewaand toneelspel van Eugene O'Neill Stenen bloem van Hubert van Lith Expositie in Amsterdam Arthur Miller schuldig bevonden Zorg van de overheid moet grondwettelijk worden vastgelegd Ksêi Ja%Ü SA'-è W M>èblÊh\k v Pil® B.N.A. werd Koninklijk Daar we zojuist het splinternieuwe spel van Jan de Koek „Post onvoorzienbesproken hebben, zullen tvij maar meteen zijn tweede spel „Moord op Maatter bespreking aangrijpen, dat eveneens zojuist van de pers verschenen is. Wij weten niet, wat ons het meeste boeit in de spelen van Jan de Koek. Is het zijn kernachtige stijl, of zijn zakelijke dialoog, zijn strakke opbouw of gijn karaktertekening van de personen? Wij weten het niet precies. Al deze dingen boeien ons zeer. Maar zijn originaliteit wint het toch van alles. Hoewel al zijn televisie-spelen ongeveer van hetzelfde genre zijn thrillers in optima forma met veelal zelfde karakters, zelfde persoonlijkheden weet Jan de Koek ons steeds tocli weer voor nieuwe verrassingen te plaatsen. En het zijn juist deze verrassingen, die zijn spelen zo spannend en waardevol maken. n" Gaylor spreekt een klein beetje Engels en Stephen Boyd helemaal Seen F rans. Maar ze doen hun best en maken snelle vorderingen. De „Jena"-symfonie niet van Beethoven J ,De wilde trek" Historische roman over Zuid-Afrika Hans van Bengen NA TEKENEN BOETSEREN WERELDNIEUWS Krijgt Amsterdam wereldpremière? (Van een bijzondere medewerker) g Amerikaanse filmregisseur George ovens is een paar dagen in Amsterdam y ^®est om sfeer op te doen voor zijn ^ra k"'nB Van Dagboek van Anne tAUdens ztin verbiijf heeft hij in het Am- x.e' Hotel de' vertegenwoordigers van de ederiandse pers ontvangen, maar erg eeI kon hjj niet meedelen, omdat er eerst °K minstens zes maanden hard zal moe- worden gewerkt aan de voorbereidin- van de film. Het scenario is zelfs nog Iet geschreven, hoewel de opdracht daar- °e reeds is verstrekt en wel aan Albert Hackett, die samen met Frances Goodrich toneelstuk maakte naar het dagboek. De geruchten, dat Audrey Hepburn °0r de titelrol zou zijn geëngageerd, werden door Stevens tegen gesproken. Van ®en rolverdeling *s nog geen sPrake. Eerst »noet het scena- "o klaar zijn. George Ste vens praat wat noekig en stroef thaar als hij hver 't dagboek hegint, wordt hij enthousiast. De- regisseur, die hlms als „Alice Adams", „Gunga Din", „I remember Ma- „A Place in the sun", „Shane" en ■•Giant" op zijn naam heeft staan, kent de oorlog van nabij. Hij was in actieve dienst bij het Amerikaanse leger en heeft GEORGE STEVENS de vuurdoop ondergaan. Als regisseur -eft hij bewezen, vooral oog te hebben voor de omgeving, waarin hij zijn figuren Ptaatst. Zijn opmerking, dat hij bij de to neelvoorstellingen van „Het Dagboek van Anne Frank" bijna niets zag van de stad, waarin Anne ondergedoken is geweest, is yperend voor hem. In zijn film zal dat h®e' anders zijn, maar daarover zal hij hiededelingen doen, wanneer hij in Ne derland terugkomt. Stevens is niet van plan het toneelstuk -onder meer te verfilmen. Het scenario j*a' het dagboek „vertellen" in een voor d® film geëigende beeldenreeks, waarbij ®teeds on de voorgrond zal blijven de pië- eit voor het meisje, dat zo jong was en dat in haar dagboek dingen schreef, die j en nu nog met ontroering en medeleven eest. De psychologie dus van een op roeiend kind in de beslotenheid van een achterhuis tussen metgezellen, die allen door de angst worden beheerst in hun felle reacties en hun ondraaglijke gelaten heid. Een tot stikkens toe geladen atmo sfeer, verteld door een meisje, dat is hef, wat in de film tot uitdrukking zal moeten worden gebracht. De omgeving zal in overeenstemming zijn met de werkelijkheid. Dat wil intus sen nog niet zeggen, dat er ook opnamen in 't Amsterdamse achterhuis zullen wor den gemaakt. Daaromtrent kon Stevens geen enkele toezegging doen. Eveneens is het nog een open vraag, of er Nederlandse confronteren met datgene, waaraan men thans nog met diep respect voor het lij den van het joodse volksdeel denkt. Op het New Yorkse toneel heeft Susan Strassbourg, bekend uit de film „Picnic", de rol van Anne gespeeld. Misschien zal zij het ook in de film doen. maar het is even goed mogelijk, dat een volkomen on bekende actrice de rol zal vertolken. Enige vrees voor vals sentiment in de film over dit delicate gegeven koestert men niet, als men George Stevens hoort praten. Rustig zit hij naast zijn zoon, die „óók in het vak" zit. Hij vertelt, dat hij vader Frank persoonlijk heeft ontmoet en gesproken. Hij ziet de film in zwart-wit, niet in kleuren. En steeds weer is het dagboek zelf het uitgangspunt voor de beantwoording van vragen en de oplossing acteurs en actrices in de rolbezetting zul- va2? Problemen, len worden opgenomen. L De suggestie om de premiere van dc Het doel van Stevens is om het Dagboek 1 fl1™ ta e,ven in s,tad: Ya55 An?e zat van Anne Frank zo goed mogelijk weer te geven, waarbij hij zoveel mogelijk men sen met zijn film wil bereiken om ze te ondergedoken, werd door hem niet ver- vorpen. Misschien zal Amsterdam dus de nieuwe film van George Stevens in we reldpremière krijgen. r,Toen de vrolijke Parijse actrice Anna Gsylor met Tony Wright en Stephen Boyd P de Pinewood-studio's optrad voor de „Seven Thunders", plaagde ze de f^itse filmgroep vaak met spottende op merkingen als „Jullie Engelsen dragen u!ke sombere, conventionele kleren". Nauwelijks was de groep spelers echter «?0r het maken van buitenopnamen in iarseille gearriveerd, of de door-en-door Pgelse technici begonnen zich uit te dos- j,11 met veelkleurige hemden en broeken. v aarentegen bleken de Marseillanen de j °°rkeur te geven aan „sombere conven abele kleren", met name aan de meest Pgelse van alle uitrustingen: wollen pull- kleuS met lange Pantai°n van gedekte j. Arma Gaylor, die toch al niet zo best Pgels spreekt, deed er verder maar lie er het zwijgen toe Zoals sinds de oorlog gebruikelijk is, houdt de Ned. Vereniging van Amateur filmclubs (NOVA) ieder jaar een con gres, waar de ruim 1200 leden der 40 aan gesloten clubs elkaar ontmoeten, hun ideeën en ervaringen uitwisselen, over hun belangen raadslagen en de uitslag vernemen van de jaarlijkse wedstrijd, waaraan iedere Nederlandse filmamateur kan deelnemen. Dit jaar was de Rotterdamse Smalfilm» liga de recipiërende club, die de 460 con gressisten uit alle delen van het land in de zalen van het „Twaalf Provinciën" huis ontving en bezig hield. Tijdens de jaarvergadering werd o.a. geconstateerd, dat het getal der bij een club aangesloten filmamateurs in verheu gende mate toeneemt, hetgeen de club geest bijzonder ten goede komt. Dit wijst, aldus de voorzitter, de heer V. van Eldik, op een tendens van beter en diep begrip van de mogelijkheden en waarde van de amateurfilmerij, die niet meer wordt be schouwd als een in het wilde weg op-de knop-drukken, een bewegende-plaatjes- makerij, maar als een serieuze beoefening van een schoon ambacht, dat men mqet leren en dat kunde, artisticiteit en toe wijding vraagt. De vertoning van 9 werkstukken uit de collectie van 68 inzendingen, die aan de nationale wedstrijd deelnamen, be- weeq dit overigens wél. De meest opval lende prestaties waren: „Chantage" van Ir. W. Brusse, die een simpele, maar aar dige vondst vermakelijk wist te vertel len in met zorg gekozen beeld-geluid combinaties, voorts „Vanrhiddag 5 uur" van Jaap Zaatman en zijn groep, die een serieus onderwerp in soms verbazend knappe formuleringen behandelde en een film van R. Muller over Spanje, die nog weer eens als duidelijke tegenstelling een volkomen onfilmische reeks gekleurde lichtbeelden ten beste gaf, waarvan voor al de duur en het in clichézinnen gelever de, belerende commentaar hinderlijk aan deden. De uitslag van de strijd werd bij monde van de voorzitter bekend gemaakt. In de selectieklasse waren, naast 9 eer volle vermeldingen, een zestal derde prij zen toegekend en wel aan J. G. Brink uit Amsterdam voor „Het laatste uur", aan J. Schotman van de Gooise Smalfilm amateurs voor „De gulden", aan J. van Hillo en J. Keunen, beiden van de Haag se Amateurfilmclub, respectievelijk voor „Bladgoud" en „De spiegel" en verder aan de heren J. Zaatman, H. Kroemer en J. Piel van de Haagse Amateurfilmclub voor „Vanmiddag 5 uur" en aan de Rot terdamse combinatie: W. van Eldik, F. J. v. d. Hout, F. Niericker en J. C. Schild- huizen voor hun „Lof der zotheid", waar in zij op komische wijze onthullen, welk boek de aandacht van Erasmus op de (Van onze ffilmredacteur) Coolsingel zo intens gevangen houdt. Een tweede prijs in deze categorie wonnen de heren L. Frederiks, H. Bot en het echt paar Wolters met hun gezamenlijk werk stuk: „De zakagenda". In de hoofdklasse ging een derde prijs naar de J-H.-R-groep (de heren J. Jansen, v. d. Heuvel en Roorda) van de Gooise smalfilmamateurs voor „Het landhuis"; eveneens een derde prijs naar ir. W. Brus se van „De Kern" in Amsterdam voor „Brussel, lichtstad". Een tweede prijs ver wierf R. Muller van de Haagse Smalfilm liga voor „Corrida's en Castagnetten". Een eerste prijs won ir. W. Brusse van „De Kern" met: „Chantage". Tenslotte legde ook een groep Rotterdammers be slag op de eerste prijs in de hoofdklasse, te weten de heren A. de Besten, S. Buitelaar, W. Cleton en C. Sluy- terR met hun film: „Het gebeurde in Oberndorf", waarin zij in een verzorgde reconstructie de geboorte van het kerstlied „Stille nacht" behandelen. Deze film, die het hoogst aantal punten van de wedstrijd behaalde, verwierf daar mee tevens de NOVA-wisselprijs en de makers werden derhalve winnaars van de nationale wedstrijd voor filmamateurs 1957. Daar deze film op 8 mm. was ver vaardigd, won zij ook de Brusse-wissel- prijs voor de beste prestatie op dit for maat. Verder werden nog toegekend: een wisselprijs voor de beste clubprestatie aan de Gooise Smalfilmamateurs en een geld prijs van een reisbureau voor de heer R. Muller's Spanje-film. De bariton Anton Huisman, leerling van de operaklas van het Amsterdamse Con servatorium en zangleerling van Henk Angenent, is met ingang van 1 september a.s. benoemd aan de Koninklijke Vlaamse opera te Antwerpen. De tenor Harry France, die zijn zanglessen ontving van Jan Keizer, heeft e enbenoeming aanvaard bij het operagezelschap „Forum" te En schede. Op 5 juni heeft te Hamburg de uitreiking plaats van de Goethe- prijs van de Han ze 1956 aan de grote Duitse ar chitect Watter Gropius. Deze Goeihe- prijs inoet men niet verwarren met die van Frankfurt, die vóór de oorlog jaarlijks, en sinds de laatste wereld oorlog om de drie jaar wordt uitgereikt voor belangrijke literaire prestaties Walter Gropius werd op 18 mei 1833 te Berlijn geboren. Zijn gebouwen hebben door het samengaan van het gebruik van uitsluitend moderne bouwmaterialen met een uiterst strenge doelmatigheid een bij zondere bekoring. Zijn meest bekende schepping in het Bauhaus in Dessau. Het Bauhaus werd door Gropius ,n 1919 te Weimar gesticht en in 1926 naar Dessau verplaatst, waar Gropius tot 1928 direc teur bleef. In navolging van de voormalige Groothertogelijke Kunstschool te Weimar had deze „Hogeschool voor de vormge ving" tot doel de opleiding van kunstzin nig begaafde mensen en de ontwikkeling van modeltypen voor de industrie en handwerk, zodat men tot de economisch en esthetisch verantwoorde produkten kon komen. Leraren aan het Bauhaus waren o.m. Kandinsky, Paul Klee, Fe.niger, Schlemmer en Mies van der Rohe, die na Gropius en. Hannes Meyer in 1930 direc teur werd. In 1933 werd het Baunaus op geheven maar in 1937 als New Bauhaus te Chicago (nu: Institute of Design) herop gericht. Een toneelspel in vier bedrijven, dat niet door O'Neill werd gepubliceerd en waarvan men dacht dat het door de schrijver vernietigd was, is dc - dagen door zijn weduwe ter beschikking ge steld van de Koninklijke Schouwburg in Stockholm voor eventuele opvoering. Het draagt tot titel „More Stately Mansions" en is het vierde uit een reeks van ne gen spelen, waaraan O'Neill de laatste jaren van zijn leven heeft gewijd. De cyclus draagt de naam „A Tale of Pos sessors self-dispossessed". Daarin wordt een familie-geschiedenis verhaald, die teruggaat tot de vroegste Amerikaanse historie. De rode draad die door al deze geschiedenissen loopt, is de boosaardige invloed die bezit op de bezitters uit oefent. Het eerste van de reeks, „A Touch of the poet", is onlangs in Stock holm opgevoerd en zal ook tijdens het festival in Salzburg vertoond worden. (Van onze Amsterdamse redactie) TOT 1 JULI herbergt het Stedelqk Mu seum te Amsterdam foto's (van Cas Oorthuys), studies en gipsen van de beeldengroep voor het Philipsmonument, dat door de beeldhouwer Hubert van Lith in opdracht van het „Comité Jubileumge schenk" vervaardigd is ter gelegenheid van het 60-jarig jubileum in 1951 van de Eindhovense onderneming. Zoals bekend heeft Van Lith een monumentale fontein ontworpen, een groot bassin waarin een voetstuk met bekken geplaatst is waar boven zich 24 figuren in haut-reiiëf ver heffen, voorstellende de verbondenheid i van het personeel in al zjjn geledingen De 41-jarige Amerikaanse toneelschrij ver Arthur Miller, echtgenoot van de Amerikaanse filmster Marilyn Monroe, is vrijdag door de Washingtonse rechter McLaughlin schuldig bevonden aan „min achting van het congres". Er waren tegen Miller twee aanklachten ingediend en hij is aan beide schuldig bevonden. Dit betekent, dat hij in beide gevallen minimaal tot een maand hech tenis of honderd dollar boete, en maxi maal tot een jaar gevangenisstraf of dui zend dollar boete kan worden veroor deeld. De rechter kan ook gevangenisstraf en boete opleggen. De rechter heeft schriftelijk uitspraak gedaan; Miller was hierbij niet aanwezig. Verwacht wordt, dat hij hoger beroep zal aantekenen. Dit houdt in, dat zijn zaak eerst door de verschillende hoven van beroep zal worden behandeld, om uitein delijk eventueel voor het Amerikaanse opperste gerechtshof te dienen. Arthur Miller blijft, tegen borgstelling, op vrije voeten. .Miller heeft geweigerd tegenover een ondercommissie van het huis van afge vaardigden voor het tegengaan van on Amerikaanse handelingen de namen te roemen van de aanwezigen op een in 1947 gehouden en door hem bijgewoonde bij eenkomst van Amerikaanse communisti sche schrijvers. Ook wilde hij niet zeggen of een bij name genoemde persoon toen als voorzitter was opgetreden. Rechfer McLaughlin heeft in zijn oor deel verklaard, dat het er uiteindelijk om ging of de vragen, die Miller niet wenste te beantwoorden, betrekking hadden op het onderwerp, waarmede de congres- sionele ondercommissie zich bezig hield. Dit onderwerp was „Het vervalsen en misbruiken van Amerikaanse paspoorten door personen, die de communistische sa menzwering in de V. S. willen bevorde„ ren". McLaughlin verklaart nu dat be antwoording van de vragen inderdaad van belang ws voor het door de ondercom missie ingestelde onderzoek. dp T de „Saint Joan", waarmee jg-Ihternationale Filmweek Den Haag tf0I ?al worden geopend, „High Tide at baa en "Gelui qui doit mourir" zullen, ge r selectiecommissie heeft bekend Pro aalct' de volSende speelfilms in het hüig5arnma worden opgenomen: „Cala- onE een Italiaans-Spaanse co-productie ^clm r regie van Lu's Garcia Berlanga met Êah Vnd Gwen, Valentina Cortese, Franco <j;e rizzi en Juan Calvo in de hoofdrollen, 0nrï°P Biënnale te Venetië in 1956 werd In». scI?eiden door het Office Catholique rational du Cinéma; „Rose Bernd", Sta„??,uitse film onder regie van Wolfgang ip T"te met Maria Schell en Raf Vallone ste"e hoofdrollen; en „De Eén-en-veertig- Cjrieen Russische film onder regie va' tern Tchoukrai, die op het jongste In ationale Filmfestival te Cannes werd onderscheiden met een speciale prijs voor het scenario. Verder staat het vrijwel vast, dat ook „Le Notti di Cabiria", een Italiaanse film onder regie van Frederico Fellini met Giulietta Massina, Francois Perier en Amadeo Nazzari, die op het Filmfestival in Cannes werd bekroond met de prijs voor de beste vrouwenrol en die boven dien een bijzondere vermelding kreeg van het Office Catholique International du Cinéma, tijdens de Filmweek zal worden vertoond. Uit de ingezonden documentaire films zijn gekozen: „Rembrandt, schilder van de mens" van Bert Haanstra, die zal wor den opgenomen in het galaprogramma, waarmee de Filmweek wordt geopend. Verder is de film „Song of the Clouds" "in de Shell Film Unit onder regie van rhn rmstrong vastgelegd voor verto- üng in één der avondvoorstellingen. (Van onze Amsterdamse redactie) Met ingang van het komende parlemen taire jaar zal de directe verantwoorde lijkheid voor het kunstbeleid van het de partement van O., K. en W. door de mi nister worden overgedragen aan zijn staatssecretaris mr. Höppener. Ditheeft Z. Exc. mr. J. Cals gisteren meege deeld in een toespraak, welke hij hield op het 3e kunstenaarscongres van de Ned. Federatie van Beroepsverenigingen van Kunstenaars, die gisteren en vandaag in het Amsterdamse Tropeninstituut wordt gehouden. De bewindsman meent, dat op deze wijze de behartiging van de kunst- belangen door de overheid op de beste wijze gediend is. Hii verzekerde, dat de eenheid van beleid door deze nieuwe fnctieverdeling niet gebroken zal worden en hij vertrouwde dat de staatssecretaris zijn beleid in dezelfde geest zal voortzet ten. Mr. Cals meende, dat er op kunstge bied nog zeer veel te doen is in Neder land. Om dit te bereiken citeerde hij de aanhef van een artikel uit een honorabel politiek weekblad van 24 mei. waarin zeer apodictisch beweerd werd: „Alle kunst is een vorm van luxe. soms waardevol, soms leeg, soms verwerpelijk". Als enig ant woord daarop zei de minister het nodig te oordelen, dat bij de eerstkomende grondwetswijziging de zorg van de over heid voor de kunsten grondwettelijk zal worden vastgelegd. De bewindsman sprak ook over de juis te waardering voor de kunstuitingen. Een verder doorgezette esthetische vorming van de ieugd zag hij als oplossing op de lange duur voor dit probleem. Het congres, dat door ongeveer 400 kun stenaars en tal van autoriteiten, onder wie de secretaris-generaal van de kunst en de voorzitter van de Raad voor de Kunst, werd bijgewoond, was geopend door de voorzitter, de heer Ben Groenier. Hii herinnerde eraan, dat sinds het vorig congres in 1949 belangrijke dingen ge beurd waren o.a. de instelling van de Raad voor de Kunst en de oprichting van andere adviescolleges, stappen waarvoor de Federatie de overheid zeer erkentelijk is. Met name dankte hij de minister die in de afgelopen zeven jaren. dat. hij het departement van O., K. en W. beheert, de kans heeft aangegrepen een bepaald beleid te voeren. De heer J. Cassies, directeur van de Federatie, hield vervolgens een algemene inleiding, waarin hij als doel van het con gres omschreef de bespreking van een aantal vraagstukken tegen de achtergrond van een reeks maatschappelijke verande ringen, die ook bij de cultuurpolitiek hun uitwerking niet zullen missen. Hij be sloot zijn toespraak met de waarschuwing tot de kunstenaars, dat zij moeten oppas sen geen „heren van stand" te worden, want dat leidt maar tot verbrijzeling. „Laten wij liever nederige en ijdele per sonen blijven." Zich tot de overheid rich tend hoopte hij voor haar, dat zij het ge vaar mag ontlopen in het nog onbetreden gebied van de cultuurzorg het kind met het badwater en de cultuur met de subsi dies weg te gooien. „Laten zij de kunst politiek ernstig nemen en de kunst zelf niet él te ernstig opvatten. En laten zij de kunstenaar zien niet als een kunstlie vend, maar als een werkend lid van de samenleving. Kortom, zij handele in een nieuwe liberaliteit van laisser faire, lais ser passer." Nadat de congressisten de Nederlandse documentaires „Een leger van gehouwen steen" van Theo v. Haren Loman en „Rembrandt" van Bert Haanstra, twee films, die naar het filmfestival in Cannes geweest zijn, gezien hadden, zetten zij zich des middags aan de sectievergaderingen. Preadviezen waren uitgebracht over: kunstinstellingen en kunstenaar in loon dienst. kunstenaar in nevenberoep, kunst onderwijs. zelfstandige kunstenaar en cul tuurspreiding. Gisteravond ontvingen B. en W. de con gressisten in het Stedelijk Museum, Van morgen werden de sectievergaderingen voortgezet terwijl vanmiddag een ple naire zitting werd gehouden. Het congres wordt vanavond beslo ten met een concert door het Concertge bouworkest en een gezellig samenzijn in het Minervapaviljoen. De directeur van de federatie, de heer J. Kassies, hield een algemene inleiding, waarin hij o.a. klaagde over de geringe plaats die de cultuur org in het over heidsbeleid inneemt. „Het groeiend besef omtrent de over heidstaak t.a.v. het kunstleven dient vorm te krijgen in de formele struc tuur van ons staatkundig bestel: elke gedachte aan charitas moet worden uit gebannen," aldus de her Kassies. „In de komende jaren zal de kunst politiek zich vooral op het doorbreken van de barrière van cultureel analfabe tisme moeten richten. Het gaat in de cultuur, en zeker in de kunst om de persoonlijke relatie van de mens tot de waarden die de kunst vertegenwoordigt, een bezitsvorming waarvan men mag hopen, dat over deze een nationale over eenstemming -zal bestaan," zo zei de heer Kassier nog. In sectievergaderingen kwamen ver volgens aan de orde: kunstinstellingen en kunstenaars in loondienst, kunste naar in nevenberoep, kunstonderwijs, zelfstandige kunstenaar en cultuursprei ding. De Maatschappij tot bevordering der bouwkunst. Bond van Nederlandss Ar chitecten, heeft het predicaat „Koninklijk" verkregen. Dit is gistermiddag medege deeld door de burgemeester van Eindho ven. mr. dr. Ch. van Rooy, toen deze om vijf uur in het stedelijk Van Abbemu- seum de deelnemers aan het congres ont ving. dat de bond gisteren en vandaag in Eindhoven houdt. In de ochtendvergadering welke in de Philipsschouwburg werd gehouden, wer den hoofdzakelijk interne aangelegenheden behandeld. De voorgestelde wijzigingen in de bindende salarisregeling voor het architectenpersoneel werden in hoofd zaak goedgekeurd. Dr. M. P. van dar Lin den werd benoemd tot directeur var» het verenigingsgebouw te Amsterdam. MOORD Wij verwachten niet als we het doek zien opengaan en we zien daar twee ge lukkig getrouwde mensen voor ons, op wie tvij allen onmiddellijk jaloers wor den dat diezelfde mensen elkaar die zelfde avond nog zullen vermoorden. Het is Iets, dat ons met ontzetting ver vult en we vragen ons onmiddellijk af, hoe is dat in hemelsnaam mogelijk, maar als we rond om ons heen zien, hoe het dikwijls in het werkelijke leven gaat, dat alle geluk aan een zijden draad hangt en dat er maar een derde behoeft tussen te komen, om die draad definitief door te breken dan verbazen wij ons over niets meer. Geluk is nu eenmaal iets zeer subtiels. We mogen geen ogenblik van waakzaamheid uit het oog verliezen. Het is een hemel, maar een hemel, die als een ballon zich ieder ogenblik aaneen kinderhand tracht te ontrukken. En we zijn omringd door duizenden, die ons die ballon niet gunnen, omdat zij zelf zonder lopen. En die ballon streeft niet alleen op waarts, maar is ook zeer kwetsbaar. Bij de minste geringste aanraking met een scherp of heet voorwerp spat hij uit een. Zo is het geluk, dat wij in handen houden, als wij het eenmaal gevonden hebben. En als wij dit eenmaal weten, kunnen wij ons ook voorstellen, dat het niet tot de onmogelijkheden behoort, dat twee mensen, die elkaar 's middags nog overladen met geschenken, omdat zij zo veel van elkaar houden, elkaar diezelfde avond nog vermoorden. Maar wat is er in die kleine tussentijd dan gebeurd..? Een vriend van de man is binnengekomen. Let wel: een vriend! De vriend is in moeilijkheden geraakt en komt nu de financiële hulp inroepen van de man. Weigert deze. dan betekent dit het einde van de vriend. Maar wat de vriend vraagt, gaat alle perken en mogelijkhe den te buiten. De man kan hem onmoge lijk helpen. Onmiddellijk blijkt nu de wa re aard van de vriend. Hij snijdt de zijden draad, waaraan het, geluk van de man hangt, zohder enige aarzeling door. Hij begint te insinueren, dat zijn vrouw een zeer aantrekkelijk en levenslustig persoon tje onmogelijk genoegen kan nemen met zijn lange tijden van afwezigheid, al is hij hiertoe nog zo om zakelijke re denen genoodzaakt. „Zie je.. Voor een man gaat de tijd door. De man vliegt.hij zoekt een ho tel.. hij vergadert., hij besluit., hij vliegt terug en hij komt thuis. Bij een vrouw is dat anders. Een vrouw, die ge trouwd en dol op d'r man is telt alleen de uren, dat hij thuis is. En als hij ver trekt. staat de tijd stil tot hij weer terugkomt." „Onzin, jij hebt een volkomen ver keerd idee over mijn vrouw en ons hu welijk. „Begrijp me goed, ik ben geen stoker (hij is immers zijn VRIEND) maar een vreemde heeft meestal een objectieve re kijk. Als goede vriend wil ik je tegen jezelf beschermen." „Praat er niet omheen. Wat bedoel je? Wat weet je? Wat is er?" Het venijn is ingedruppeld. De man is al zover, dat hij vraagt, wat er is. Niets natuurlijk. Helemaal niets! Er is alleen maar dit, dat de vriend om een of andere duistere reden het geluk kapot wil hebben. En het toeval heeft gewild, dat de vrouw zojuist met een leugentje om bestwil het huis verlaten heeft. Zij is op gebeld door een vriendin, die haar over 't De man: „Dat lieg je". Hij kent zijn vrouw. Hij is zeker van haar. Maar de houding van zijn vriend brengt hem aan het twijfelen en hij belt Royal Garden op. om zijn vriend te overtuigen. Maar de twijfel geeft hem in, om zijn naam te verzwijgen. „Wilt u even kijken of mevrouw Hol- terman aanwezig is. Mijn naam? Dat doet er niet toe. Zeg haar, dat zij on middellijk aan de telefoon kom". Mevrouw Holterman is er inderdaad ja (dus niet naar de vergadering!), maar zij weigert voor een onbekende aan de telefoon te komen. De man is verslagen. En als straks zijn vrouw thuiskomt, zijn we getuigen van de ruzie, die er zich tussen de twee geliefden ontspint. Een ruzie, die nodeloos tot een climax groeit, omdat de vrouw niet kan hebben, dat de man haar niet vertrouwt en haar bespioneerd heeft. De man windt zich steeds meer op. Rr vallen twee schoten en aan beider leven is plotse ling een einde gekomen. De vriend, die in de aangrenzende ka mer met de kleermaker, die hem een nieuw kostuum past, getuige was van de ruzie, snelt op het horen van de schoten toe. Maar hulp kan niet meer baten. De vriend belt de politie op en de kleermaker wordt om een dokter gestuurd De man houdt de revolver, waarmee geschoten is, nog omklemd, als de politie binnenkomt. Toch twijfelt inspecteur Fedder aan het verhaal van de vriend en de kleermaker, hoewei de kleermaker boven alle verden king staat. Het spel neemt weer geheel nieuwe wendingen aan. Want Fedder voelt bij intuitie aan, dat de man de vrouw niet heeft doodgeschoten en daarna de hand aan zichzelf heeft geslagen, ofschoon we er allen getuigen van zijn geweest En wat iedereen voor bijna onmoge lijk heeft gehouden, dat toont nu inspec teur Fedder aan. dat namelijk de vriend beiden vermoord heeft, ofschoon hij zich op het moment, dat wij getuigen waren Boven deze figuren rqzen drie pylonei ten hemel, die zullen worden bekroom met grote beelden, de werkzaamheid vai Philips zinnebeeldend, nl. het Licht, he Schouwen en dc Roep. Het eigenlqke mo nument is sinds september 1954 reeds ge reed en opgetrokken in een plantsoen. He ligt in de bedoeling dat de drie beeldei op bevrijdingsdag, 18 september a.s., oi de monolieten zullen worden geplaatst Momenteel staan ze in Amsterdam opge steld in de Van Baeriestraat voor di nieuwe uitbouw van het Stedelijk Mu seum als onderdeel van de expositie. Hubert van Lith, wiens ontwerp „Pant; Rhei" in 1951 werd uitverkoren, nadal eerst een meervoudige opdracht was veri strekt aan een viertal kunstenaars waar toe ook hij behoorde, heeft nu al ruin zes jaar aan het monument gewerkt. D< laatste drie jaar heeft hij besteed aan di bekronende beelden. De beeldhouwe: heeft de fontein in héar totaliteit gehak uit 160 ton Franse Vaurion Roche colorée- kalksteen, die vaak wordt gebruikt voo: werken die met water te maken hebben zoals b.v. de laatste Seinebrug. De fon tein met het uitgebreide waterwerk en de fraaie verlichting wordt 9% meter hoog de beelden Schouwen en Licht zijn elk 1 meter en de Roep 3 meter. De tentoonstelling in Amsterdam be wijst welk een knap beeldhouwer Var Lith is. Prof. Bronner heeft het Philips monument al een „stenen bloem" ge noemd. Victor E. van Vriesland gaf in drie strofen de zin van het monument weer Zijn gedicht zal in steen bij de fonteir worden aangebracht. Het luidt: DE ROEP Liefde der werkers tot het samenwerken Wordt hier tot Roep en Roeping van de Sterken 't Geluid uitdragend, over ruimte en tijd Dat de eenheid van het menschdom zal bewerken: HET SCHOUWEN Wat de oogen zien, dat zal het hart versta a-n Beschouw de wereld: voor u zal 't be- staan Nu duister, dan doorzichtig zich ontvouwen Begrensd en eindeloos, werkelijkheid eri waan. HET LICHT Het Licht als scheiding van de duisternis Daaglijksche zegen en geheimenis Maakt voor den mensch de wijde wereld TIT. zichtbaar Wier schoonheid hem een glans en luister isJ De Amerikaanse musicoloog H. C. Rob-| bins Landon heeft na een onderzoek in het Goetweig-klooster in Oostenrijk de identiteit kunnen vaststellen van de com ponist van de ,,Jena" Symfonie, die door a sommigen aan Beethoven wordt toege- C schreven. Het is de 19de eeuwse Duitse r componist Friedrich Witt. De „Jena"- symfonie werd in 1909 in Jena ontdekt. se i yen het ongeluk, in de aangrenzende Va- een en ander spreken wil. Zij wil dit nlet mer door de kleermaker een nieuw kos- weten voor haar man. Het heeft niets om het lijf, maar zo zijn er nu eenmaal klei nigheden in het leven, die men nog graag even voor de ander geheim wil houden, niet vermoedend, dat dit aanleiding zou geven tot een catastrofe. Zij heeft met haar vriendin afgesproken, dat zij haar ontmoeten zou in hotel Royal Garden. De vriend heeft dit gehóórd. Maar tegen haar man zegt ze, dat ze nog even naar de vergadering moet van het vrouwengilde of zoiets dergelijks. De vriend: „Goed, als je dan geen goede raad wenst, dan nog één vraag: waar is je vrouw? De man: „Naar een vergadering of weet wat." De vriend: „Er is geen vergadering, er is alleen maar een afspraak met iemand in Royal Garden". I tuum liet aanpassen. Om de zeer grote verrassing voor het publiek niet weg te nemen, zal ik u niet verder vertellen, hoe inspecteur Fedder er achter gekomen is en hoe de moord precies heeft plaats gevonden. Maar als u het hier boven geschrevene goed gele zen hebt, dan zal het u opgevallen zijn. dat 'k schreef: „Er vallen twee schoten" en Bij het Nederlandse Boekhuis te Til burg js een historische roman verschene aie de grote trek der Zuid-Afrikaans». Boeren tot onderwerp heeft. Het boek is verdeeld in drie delen, die tamelijk on gelijk van waarde zijn. Het eerste deel is vrij goed, ofschoon ook hierin wel saaie, vervelende gedeelten voorkomen. Dat deel begint met het vallen van dé oude neger Johannes, en dat stuk is prachtig. Een mooi gedeelte is dat van de vrouw Anna, die zit te peinzen in de1 avond aan de Oranjerivier. Al deze boe ren zijn verschrikkelijk eenzaam en ern stig. Zij zijn ook verschrikkelijk protes tants. En als zij komen bij een grafheu vel waaronder blanken begraven liggen, dan storten zij een ontroerend gebed voor deze landgenoten. Maar met Oudtesta mentische hardvochtigheid vragen zij de Heer ook dat Hij de kaffers zal straffen. Reeds hier schiet het' verhaal slecht op, wij blijven veel te lang treuzelen bij de wagens van de trekkers en hun maaltij den Het tweede gedeelte houdt zich bezig met de negers die in Afrika wonen. Wij zien dit gedeelte als het minst geslaagde, cn wij verdenken er de maker van, welke maker dan ook, het boek hebben willen rekken. In dit tweede gedeelte worden d« volken van Afrika behandeld en ook hier zijn we! goede stukken. Wij denken bij voorbeeld aan het doodslaan van een grote slang door een jongen, en vooral het „behandeld" worden van een vermeende heks door de medicijnmannen. Tuist in dit1 gedeelte zien wij goed dat de geheimzin-' nigheid van Afrika wel eens een ding is van suggestie. Maar wij geloven het niet. meer als ons verhaald wordt van die- idylle die er soms schijnt te bestaan tus sen sommige Afrikaanse mannen en hun- vrouwen. Wij wijlen het allemaal wel ge« j loven, maar dan had de auteur het ge loofwaardig moeten zeggen. En vooral hebben wij ons lichtelijk verveeld in som mige gedeelten die geen kop of staart heb. ben, en die eigenlijk helemaal niet bij het verhaal horen. Het derde en laatste deel van het boek. dat het kortste is, grijpt weer terug op de boeren in het eerste deel. De geschiede nis van de boeren loopt hier door het ver haal van de Afrikanen heen. Wij zijn er blij om. dat dit derde deel zo goed is én dat het ons terugbrengt tot 't eigenlijke IJ thema van het boek. Door dit 3e deel ge- 1 loven wij weer dat het boek inderdaad gaat over de trek van d- boeren, maar wij gelo-ven nog steeds niet dat de'auteur ook het tweede deel spontaan geschreven' heeft. Het is soms wel aardig, maar het! doet ons de boeren totaal vergeten. De uitgever zegt dat de auteur Peter Abra hams zelf een Afrikaan is. Wij geloven het wel. Maar de weinige citaten die ie- ft der nieuw stuk begeleiden zijn toch veel i dichterlijker en Afrikaanser dar een groot stuk van het verhaal. Alles bijeengenomen is dit boek een slordig geheel. De compositie is alleen iets van het uiterlijk en van de schijn. De drie delen waarin het geheel verdeeld :s. hebben niets te maken met een innerlijke noodzaak om het zo te doen. Er staan wel goede bladzijden in dit boek, maar hét ge heel is tamelijk vervelend. N.a.v. „De wilde Trek", door Peter Abrahams Uitgegeven bij het Nederland se Boekhuis te Tilburg. ten gelost zijn, omklemd, als zijn Vriend met de kleermaker de kamer komt bin nenstormen. Een interessante en vakkundig in el kaar getimmerde puzzel, deze „Moord op Maat'.' Reeds verscheidene kinderen hebben ir !)iet^,HV0St 'Te schoten'' Toah h°udt I de'bVnedêÈ^al vmiUetTlMnrisch'Museum de man de revolver, waarmee de scho-- - msioriscn museum te Rotterdam, waar ook honderd tekenin gen van de tekenwedstrijd tentoongesteld zijn, hun proeven van boetseerkunst ge geven. Er is op vrije middagen en ook op zondag nog gelegenheid in het zaaltje ean werkstukje te maken. Klei en instru menten zijn voor ieder aanwezig. De prijzen, welke op dinsdagmiddag 11 juni om 3 uur worden uitgereikt, zijn in de hal te bezichtigen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 5