E
Vil
erste dag huur debat: stellingen
worden verkend
e partijen, behalve P.v.dA.,
aan het woord geweest
Overeenstemming tussen de
apothekers en ziekenfondsen
Achtergronden van
scneurmg
Socialisatie landbouwgrond een
weldaad voor agrarische wereld
vb
VERSLAG TWEEDE KAMER
KAB en ARKA
Minister Mansholt in Eerste Kamer
Motie tegen regeringsbeleid inzake
blokkering der eigenaarslasten
Overzicht
Eerste Kamer
4^5 he
De moordzaak te
Heer (L.)
AMSTEL
De hulp aan Hongaarse
vluchtelingen in
in Oostenrijk
Bestaansrecht departement Zaken
Overzee betwist
Sanering ook langs niet-
vrijwillige weg
WOENSDAG 5 JUNI 1957
PAGINA 5
Noodwoningen
Deel der K.V.P. niet ge-
h bonden aan compromis
4, k heer Andrlessen (KVP) besprak
(ta. estie der blokkering. Hij herinnerde
hier 9teeds een
SJÏ?' dat de P.v.d.A.
Enthousiast tegen
Liever huurverhoging van
I2V2 procent
Kleine huurverhogingen
i.p.v. één grote
A.R. heeft grote besnaren
A vondvergaderi ng
Politiek geknutsel
Afwijzend standpunt
Alle vier veroordeelden in
hoger beroep
JU -pad%ioJlve> Vcrt*
Vier mogelijkheden
Specialités te duur?
DE POSTDIENST OP DE
PINKSTERDAGEN
V
Positie van landbouw
Blokkering
Melkprijs
Motie
Bestaansrecht departement
Zaken Oversee
Tienjarenplan
Uitwijzing journalist
e ^"eede Kamer Is na de maandcn-
j0n e v°orberelding gistermiddag be-
,ltenen Wet de debatten ovef de veel om-
huurwetten.
PCVpw sPi"ekc
Wt», Hij ving
r was de heer Van Vliet
1 aan met te wijzen op de
%ïr7niS van woning en zeide, dat
'tela erecht hoge eisen aan worden ge-
''ikei 00r het woongenot moet een rede
4» (."Purprijs worden betaald, maar sinds
t>rijsh Vrijding wordt de eigenlijke kost
je ?Uur niet betaald. De gevolgen van
''lwUurPri.isachterstand, die vaak tien-
?'chth Proccnten bedraagt zijn duidelijk
5tÜso ar' Een spoedige algemene huur-
ttrijs?ptr9kking tot het peil van de fcost-
v°lk»KUr is uit een oogpunt van
SehuaUtsvesting dringend nodig. Er zit
?an j °°k oen sociaal-economische kant
ttti-n-Ze kwestie. Compensatie van de
re»ei?r'isverhoging is noodzakelijk. De
'atu l^g heeft dan ook terecht compen-
iti ^sluiten genomen, die tegelijk
'9tepe,rking zullen treden. Spr. zou deze
ïjjs kritisch bezien.
OoM.kerinnerde eraan, dat de S.E.R. van
ItttUr WaS| dat een gedifferentieerde
naar verseh'.'ende ge-
de htiurvér-
rfering deze
Nn tM.VoginS naar versclr
en no^ig was. Bi.1 i
van 1953 heeft de m
erentiatie ten dele gevolgd. Thans
echte. ---
Verv®r - wordt een niet gedifferentieerde
tjr Pging voorgesteld. De door de min.s-
t5irtaangevoerde argumenten bestrijdend
teren sPr. van oordeel te zijn, dat dif-
'iatie moet worden toegepast
'to?'jens si>r- zou he* gewenst zijn de
te - de regering voorgestelde verhoging
Hij Brvangen door een gedlfferentieer 3c
'ton» dat kunnen trachten te bereiken
te aWendering, maar hij z„-ide begrip
tij, dphben voor de moeilijkheden, die
tp,,„. 0nr ontstaan. Wel vroeg hti de toe-
üs' dat bij volgende huurverhogingen
tn de noodzaak van differentiatie meer
™digcr aandacht zal worden gegeven.
Was overigens van oordeel, dat een
aln7> woningen niet voor verhoging in
lp !mcrking komen. Dat loodwoningcn er
tl, ^rokken worden leek hem biet juist.
Whister moet dit z.l. nog eens bezien.
4e Bt voldoening had hij vernomen, dat
Wt^'hlster de onderhoudsnormen voor
k n8wetwóniiigen zal verhogen, doch
tispl'06? de bewindsman een nadere pre-
jj S têr zake.
£t,A} is thans niet mogelijk, data en per-
vs, aSes voor volgende huurverhogingen
tij „'ie stellen. De beleidslijn zal moeten
t), de verhogingen in te voeren telkens als
iW s°ciaal-economische omstandigheden
ljc,B öiet al te bezwaarlijk doen zijn. Wcl-
hip zouden ze kunnen worden toegepast
tJa^Sernene maatregel van bestuur en
h onder bepaalde voorwaarden,
lii,7. minister neme een dergelijke rege-
k in studie.
C® heer Van Vliet, zich kerend tegen
kipphotiveerd ópdrijven der stichtings-
'r.f n vroeg de minister tenslotte wat er
b^^gulering van de bouwkosten zal ge-
;"a»K 110 aer Oiülklkei J
e8B1r.helasting en stichting van een huur-
4si/iSatiefonds heeft bepleit. Het was dui-
ANDRIESSEN
bi-.
Ieder
voor zich
oog bindend
dat na de verkiezingen van 1956
een oplossing
moest worden
gevonden voor
het vastgelo
pen huurbe
leid.
Over de ge
dachte der
blokkering
heeft men bij
de kabinets
formatie ln
beginsel over
eenstemming
bereikt.
Men kan de
vraag stellen
of het toen
gevonden com-
-.1, is nu er sprake is
•""n 70 extra-parlementair kabinet, da:
'h. ^°mpromis heeft overgenomen van
&9tleüees' hij wiens pogingen om een
°bt&-5npntair kabinet te vormen, het is
Ïm
\v0() r moet voor zich die vraag beant-
i>tt 'den, meende spr. Voor hem staat
'eKaVast> dat degenen, die zich vrij er
Vp0"®1, "tellen en In zijn fractie
4,h *n'ge leden dat niet mogen wor-
Gehuldigd van woordbreuk, zoals
tadiospreker heeft gedaan.
K? hir^er Andriessen verklaarde, dat in
hkp - e constellatie het beginsel der
v alch ng hij hem geen bezwaar ontmoet
kHmk ls de blokkering z.l. niet onaan-
n'lStlar' Tussen huurbelasting en blok-
7 vrl hestaat een fundamenteel verschil.
Pep aag of er onrecht wordt gepleegd als
^ct besrinsol der hlnklecrine aeeep-
beginsel der blokkering accep-
"Antwoordde hij ontkennend.
flfHpg zhn oordeel wordt door de blok-
v'^Ssd, °p de huiseigenaar geen beste
en bp ng uitgeoefend, wel is er sprake
striirttedtnBsdrang, maar deze is niet
b/hgaa met de strikte rechtvaardigheid.
pi°hkA?de °P het wetsontwerp inzake de
5a ®r Rp'ng' vroeg de heer Andriessen o.m.
,7 de vergoeding zal worden gegeven
S>hpdgetneenten voor de controlewerk-
h. en .welke haar worden opgedra-
Ber Andriessen zei, volgende huur-
?'iiile* nRen van blokkering te willen nit-
k 'kIen moet z'cb bepalen tot blok-
Van de helft der nü aanhangige
NC.!8!"*- Wat er later zou moeten
l>at T1*11 kan naderhand worden bezien.
fprt, het ontwerp verdedigde, bete-
n,et.
ffi,«ccu ucfiw.reii ptuucii
^ebr4c, Cn* De in het ontwerp nader
i^^ït 6 verbeteringen accepteerde hjj.
Voor het doel van het ontwerp
jPntp^'Ük zijn. Ten aanzien van enige
B hei,.Zei de heer Andriessen nog wensen
°ben.
dat aan de altvoering der
geen bezwaren zonden sjjn
aan-
t}5®Vpg ueer Andriessen kwam de VVD-
Wps dlShe Toxopeus aan het woord.
V'e te,, n oordeel, dat niemand in den
C5e hAr?den is. Hij was he; eens met
CojPgfl ®er Tilanus op zijn congres had
t>>levnl- dat -*
lJaL hij een referendum het
ontwerpen zou worden verwor-
heer Toxopeus verklaarde, iat zijn fractie
enthousiast tegen de voorste Ier is.
Wat het bereikte compromis betreft,
zegt de heer Toxopeus, dat men gepoogd
heeft twee onverzoenlijken te verzoenen
Dat doet nu pijn. Hij betoogt, dat er twee
groeperingen tegenover elkaar staan.
I)c blokkering is een diep ingrijpen in
dc rechten van de eigenaar, ze is voor
spr. onaanvaardbaar. Wanneer mCn eerder
met kleine percentages de huren had ver
hoogd, dan zou men nu dichter zijn bij de
rendabele huren, welke gewenst worden
De huren zijn te lang op een te laag peil
gehouden. Door te lang bevriezen heeft
dc regering de huiseigenaren onrecht
vaardig behandeld.
Een verhoging met 25 procent is op het
ogenblik noodzakelijk om te komen in de
richting van rendabele huren, maar zo'n
vérhoging en elke verhoging schreeuw'
om directe compensatie. Hij verklaar'
geen tegenstander van compensatie te zijn
Nu zal er een compensatie moeten
komen, waardoor meer geld vrij komt
voor besteding. Volgens de minister is
dat 70 miljoen. Er zijn namelijk men
sen, die huurcompensatie krijgen maai
geen huurverhoging. Spr. vraagt zich af
of het juist is die overcompensatie van
70 miljoen. Hij zou daarom liever gaan
tot een huurverhoging van 12% procent,
zoals een amendement van negen leden
der C.H.U. voorstelt en het verheugt hem,
dat het amendement van een regerings
partij is gekomen.
Zakelijke gronden voor het wetsontwerp
waren er z.i. niet. Er waren slechts poli
tieke gronden. Naar zijn oordeel is ook
de heer Andriessen eigenlijk niet gesteld
op dit wetsontwerp. Spr. betoogt, dat de
noodzaak tot blokkering er niet is en dat
dus het ontwerp onaanvaardbaar is. Hij
is van mening, dat in dit ontwerp noch
van bestedingsdwang, noch van be-
stedingsdrang sprake mag zijn.
Spr. geeft voorts te kennen, dat er vele
bezwaren aan het ontwerp zijn verbonden,
ook bezwaren op het punt der uitvoering,
welke veel geld zal vórderen.
De heer Van Eibergen (A.R.) merkt op.
dat er wel geen verschil van mening in
de Kamer bestaat over de noodzakelijk
heid der huurverhoging. Als argumenten
daarvoor voert hij aan het belang der
volkshuisvesting, het recht der huiseige
naren en het ontzaglijk verschil tussen de
huren van voor- en na-oorlogse woningen
Is er geen verschil van mening over de
noodzakelijkheid der huurverhoging, an
ders Is dat ten aanzien van het percentage
dier verhoging.
Het eerste punt, dat zich z.l. voordoet
is de vraag of een verhoging van 25 pet
reëel is. Spr. heeft ernstige bedenkingen
tegen een zodanige verhoging. Hjj herin
nert eraan, dat door zijn fractie is aan
gedrongen op kleine verhogingen in plaats
van één grote verhoging. Zakelijk is een
verhoging van 25 pet. wel verantwoord,
maar uit beleidsoverwegingen is het z.l.
niet gewenst deze in te voeren.
De heer Van Eibergen merkt op, dat
volgens het ontwerp het woongerief wordt
verhoogd door het aanbrengen van een
douche maar niet door vervanging van
een gammele vloer, want dat is onder
houd. Spr. vreest, dat de minister zich in
een wespennest steekt bij de beoordeling
van verhoging van woongerief en onder
houdswerk. f
Overigens betoogt hij, dat de huiseige
naar dwingend wordt voorgeschreven
door het aanbrengen van verbeteringen
nieuwe investeringen te doen. De huur
der moet meer gaan betalen voor een
eventueel aan te brengen verbetering van
het woongerief. Het is ook mogelijk, dal
de huurder geen verbeteringen wenst
Klopt dat allemaal wel met wat er in het
burgerlijk wetboek staat?
Spr. erkent, dat er na het mondeling
overleg zeer grote verbeteringen in het
ontwerp zijn aangebracht, maar hij vraagt
zich af of de grond voor het indienen
ervan daardoor niet is weggêgraven.
Wanneer men de zaak beziet van de
kant van de verhuurder, dan moet men
zeggen, dat hem de volle 25 pet. ver
hoging toekomt. Voor het doen reserveren
van dê helft daarvan om verbeteringen
aan te brengen is z.i. geen enkele goede
grond aan te voeren. Het recht der huis
eigenaren wordt naar zijn inzicht aan
getast.
Een belangrijke ról speelt ook wat er
met de te reserveren gelden geschiedt. De
minister heeft de commissie mededelingen
doen toekomen, maar bevredigend zijn
die niet. Het Grootboek zal 'veel werk
meebrengen. Men za) van elke der
1 400 000 woningen, toebehorende aan
300000 eigenaren, moeten weten wat de
huurprijs is. Men kan niet volstaan met
steekproeven.
Onoverkomeniijke bezwaren ontmoet het
bjj sprekers fractie, dat voor een periode
van tien jaren wordt vastgelegd, dat de
helft der huurverhoging wordt gereser
veerd.
Vervolgens komt de heer Van Eibergen
te spreken over de compensatie, welke de
regering zich voorneemt. De compensatie
is z.i. een zaak van billijkheid Het achter
wege laten van compensatie voor huurders
van nieuwe woningen zou naar zijn Oor
deel als onbillijk door hen worden ge
voeld.
De compcnsalievoorstellcn acht hij
niet onjuist, maar dat betekent niet, dat
hjj met dc procedure kan instemmen.
Dc regering wi] geen gedifferentieerde
huurverhoging, maar wel een gediffe
rentieerde compensatie. Als de Ioon-
bijslag wordt verwerkt in dc c.a.o.'s,
wordt de afstand der gemeentcklassen
nog vergroot. Dat is voor hem niet aan
vaardbaar.
De heer Van Eibergen zegt, dat zijn
fractie er uitermate groot bezwaar tegen
heeft haar steun aan de wetsontwerpen
te geven.
Hij geeft te kennen, dat hij zich zou
kunnen scharen achter het amendement,
ingediend door de heer Beernink en acht
andere leden der CH.U. om de huurver
hoging te beperken tot 12% pet. Bij aan
vaarding van het amendement zou de
looncompensatie weer moeilijk worden.
Door toepassing van een gedifferentieerde
huurverhoging zou het te compenseren be
drag worden teruggebracht van 320 mil
joen tot 150 miljoen, zo becijfert hij.
Hij zal na het antwoord der regering
bepalen of hij zich achter het amendement
zal stellen, dan wel of hij zelf met voor
stellen zal komen.
ln de avondvergadering, die door de
heer Boosjen werd gepresideerd, kwam
als eerste spreker de heer Van der Peyl
(C.H.) aan het woord. Hij merkte op, dat
de wetsontwerpen van de regering met
weinig enthousiasme bij de Nederlandse
samenleving zijn ontvangen en hij herin
nert aan de opmerking van de voorzitter
van zijn fractie, de heer Tilanus, dat als
er een referendum zou worden gehouden
over een huurverhoging van 25 pet. met
blokkering van de helft daarvan, deze zou
worden afgewezen.
Spr. zegt, dat het huurbeleid geen sluit
post mag zijn van de Nederlandse politiek
en evenmin van het budget van de Neder
landse burger. De lage huren passen niet
meer ln de gestegen kosten van het
levensonderhoud. Met het principe van
de huurverhoging kan sprekers fractie
zich zeer wel verenigen.
Een aantal van zjjn fractiegenoten vraagt
zich met hem af: waarom nu deze vrjj
drastische verhoging van 25 pet. en waar-,
om geen lager percentage met een glijden
de schaal? De nationale economie zou dan
geen geweld worden aangedaan. Een per
centage van 12% ook voor bedrijfs
gebouwen Hjkt hem voldoende. De
looncompensatie zou dan ook niet boven
de 2 pet. behoeven uit te gaan. Thans zal
dat percentage zeker komen te liggen
tussen 2% en 4 pet. Wanneer men komt
tot een huurverhoging van 12% pet., dan
krijgt men geen stijging van het prijs
niveau en van de bouwkosten.
Spr. verklaart verder, dat een groot
deel van zijn fractiegenoten de blokkerins
als een ongeoorloofd ingrijpen in het
eigendomsrecht beschouwt. Dit deel van
de fractie keurt deze inbreuk in het eigen
domsrecht, een der meest fundamentele
rechten, ten sterkste af.
Dat in het ontwerp geen definitieve tijd
stippen voor deblokkering worden ge
noemd is z.i. zeer ongewenst. Evenzeet
is dit het feit, dat de gelden rechtstreek.-
in 's rijks kas zullen vloeien, zodat hei
karakter van een gedwongen staatslening
onder ongunstige voorwaarden ontstaat
Tenslotte vraagt de heer Van der Peijl
de regering de blokkering over boord te
werpen.
De heer Gortzak (C.P.N.) betoogt o.a
dat een compensatie van 2 pet. in vele
gevallen onvoldoende zal zijn. Dit besluit,
zo meent hij, lijkt een poging om ver
deeldheid onder de arbeiders te zaaien
en hij wenst de regering niet te volgen
op de weg van voortdurende huurver
hoging en afschaffing van de subsidies op
de volkshuisvesting. Zijn fractie is tegen
huurverhoging, maar zal zich aansluiten
bij beperking van het percentage
Ds. Zandt (S.G.) zegt verhoging van
de. huren alleszins gerechtvaardigd te ach
ten. De regering is z.i. ten deze nalatig
geweest. De huiseigenaren is onrecht
aangedaan.
De voorgestelde huurverhoging is het
produkt van politiek geknutsel, betoogt de
heer Zandt, die o.m. zegt, dat de K.V.P.
zich voor de socialistische wagen heeft
laten spannen.
Hij betoogt, dat bezuiniging dringend
noodzakelijk is. De achtereenvolgende ka
binetten hebben daar niets aan gedaan.
Nu krijgt de regering nog een gedwongen,
van de huiseigenaren afgeperste lening
van f 700 miljoen tegen een abnormaal
lage rente.
De blokkering zal z.i. uitbreiding van
ambtenarij meebrengen. Nog afgezien van
de kosten gaat men daarmee de verkeer
de kant op, de socialistische kant.
De compensatie, welke toegezegd is,
ontmoet bij sprekers fractie eveneens be
zwaren.
Tenslotte verklaart hjj, dat de voor
stellen voor hem onoverkomeniijke be
zwaren bevatten. Hjj zal zijn steun geven
aan het amendement, dat voorstelt de
verhoging te bepalen op 12% pet.
De heer Weiter (KVP) zegt, dat zjjn
standpunt afwjjkt van dat der meerder
heid van zijn fractie.
Tegen de 25 pet. huurverhoging op zich
zelf heeft hij geen bezwaar, maar omdat
hij niet houdt van regeren met schokken
zou hij de voorkeur hebben gegeven aan
een gematigder verhoging, bijvoorbeeld
van 10 pet., gevolgd door latere verhogin
gen.
Onovcrkomenljjk bezwaar heeft hjj
tegen de aan de huurverhoging verbon
den blokkering. Wie deze blokkering
aanvaardt, kan er geen bezwaar tegen
hebben als te enigertijd bijvoorbeeld
voor het monetair evenwicht ander be
zit wordt geblokkeerd. Zo worden de
lasten niet door de gemeenschap ge
dragen, maar door partiele Ingrepen
wordt nu clan hier, dan daar bezit uit
gehold. Tegen zodanige eigendomsaan
tasting verzet hjj zich.
De consequentie van zijn op-totting i«.
dat hij tegen compensatie voor de huur
verhoging in beginsel geen bezwaar beeft.
De grnnds'ag
van he; om
werp inzake de
huurblokke-
ring is z.i. n.et
aanvaardbaar
en bovendien
in tegenspraak
met de toelich
ting op het
ontwerp no
pens f'scale
voorzieningen.
Spr. vraagt
o.m. of het
juist is, dat in
zeer vele ge
vallen de ge
blokkeerde be
dragen te ge
ring zullen zijn om verbetering van het
huis te kunnen bekostigen. Indien dit het
geval is, wat is dan de ratio van het ont
werp inzake de blokkering?
Onoverkomeniijke bezwaren heeft hij,
evenals de heren Andriessen en Van
Eibergen, tegen continuering van een
blokkering voor volgende verhogingen.
De heer Weiter meent, dat het de ad
vocaten zullen zijn, die het meest gebaat
zijn met de huurblokkering, want er zul
len tal van processen volgen. Spr. ziet ln
het grootboek een monsterorganisatie,
die zich zal uitstrekken over anderhalf
miljoen huizen-
Te half twaalf werd de vergadering
verdaagd tot hedenmiddag één uur.
CH. WELTER
Grootboek wordt
monsterorganisatie
De drie mannen en de vrouw, die op
21 mei j.l. door de Maastrichtse recht
bank schuldig werden bevonden aan
moord en uitlokking van moord op de
50-jarige motorhandelaar Mohncn te Heer
bij Maastricht in de avond van 25 augus
tus van het vorige jaar, hebben hoger be
roep aangetekend tegen hun veroordeling.
De rechtbank had de 19-jarige hand
langer J. van G. en diens 23-jarige vriend
M. J. S. M. beiden uit Maastricht, ieder
veroordeeld tot vijftien jaar gevangenis
straf wegens moord. De vrouw van het
slachtoffer, de 45-jarige Katharina G, die
met de 20-jarige monteur H. J. N., de
twee moordenaars tot hun daad had aan
gezet onder belofte van een grote som
gelds en de revolver had verschaft waar
mee de misdaad gepleegd werd, waren
wegens uitlokking van moord veroordeeld
tot resp. vijftien jaar en twaalf jaar.
(Van onze correspondent).
Tijdens dc dinsdag te Enschede ge
houden 102de jaarvergadering van de
Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot
Bevordering der Pharmacie is meegedeeld,
dat met de ziekenfondsen overeenstem
ming is bereikt over de kosten welke in
1957 ten laste van deze fondsen zullen
worden gebracht.
Over dit Jaar zal geen honorariumver
hoging aan de apothekers worden ge
geven. Wel zullen de kosten van het
pensioenfonds voor apothekers-assistenten,
voorzover zij op de ziekenfondspraktijk
drukken, worden doorberekend aan de
fondsen. Over de pensionering is overeen
stemming bereikt met de bonden van
apothekers-assistenten. Hiervoor zal een
verbindendverklaring worden gevraagd
aan het ministerie vara sociale zaken en
volksgezondheid. Het hoofdbestuur is ge-
machtigd ten aanzien van de pensionering
op dezelfde weg voort te gaan.
In zijn openingstoespraak wees de voor
zitter, de heer J. v. d. Berg, op de ont
wikkelingen van de laatste weken, welke
'tot een vertraging hebben geleid in de
behandeling in de Tweede Kamer van het
ontwerp van wet op de geneesmiddelen
voorziening. Op de agenda van de Twee
de Kamer staat een debat over de vraag
of het ontwerp thans rijp is voor be
handeling.
(Advertentie)
(Van onze Haagse redactie)
Zoals gisteren in ons blad te lezen viel,
heeft de K.A.B. dc overeenkomst met de
A.R.K.A., die van 1 juli 1949 dateert en
die de binding van ARKA cn KAB re
gelt, per 1 oktober a.s. opgezegd. Zo
wel de heer Middelhuis als dc heer Boot
hebben hun standpunt aangaande deze
beslissing tjjdcns de tc Utrecht gehouden
bijeenkomst uiteengezet. Beiden betreur
den deze stap, zjj het vanuit een ander
gezichtspunt.
Het is wellicht goed iets dieper in te
gaan op de status, die de ARKA innam,
ten aanzien van de KAB, aangezien dit
tevens de reden aangeeft waarom men
er in ARKA-kringen weinig voor voelt
de jaarlijkse contributieafdracht aan de
KAB te verhogen tot een bedrag dat naar
schatting 55.000 zou bedragen tegen
f 15.000 op het ogenblik.
Het ARKA-hoofdbestuur staat op het
standpunt dat. ér slechtR sprake is van
een „solidariteitsbinding", die in 1949
werd aangegaan en die een voorlopig ka
rakter had. Tot een definitieve status is
het dus tot op heden niet gekomen. De
ARKA heeft geen normale bindingen met
de KAB zoals de andere vakbonden die
bezitten. Zo betaalde de ARKA als amb-
tenarenorganisatle de afdracht en niet
elk ARKA-lid individueel, zoals dit bij
de vakbonden het geval Is. Destijds werd
het bedrag op f 5000 vastgesteld en dit
werd ook door de KAB geaccepteerd; la
ter werd dit op 7500 gesteld en per 1
januari 1955 op 15.000.
Het is wel duidelijk, dat de in de ARKA
georganiseerde middelbare en hogere
ambtenaren weinig voelen voor een aan
sluiting bij de KAB. Slechts een zeer
klein deel acht het wenselijk, dat de ARKA
zich geheel bij de KAB aansluit en er
dus een onderdeel van vormt. Mr. Boot
heeft tijdens de Utrechtse bijeenkomst een
viertal mogelijkheden opgesomd, die voor
de ARKA openstaan; volledige aansluiting
maar deze wordt maar door een zeer
klein aantal leden gewenst; een geleide
lijke aanpassing, die echter slechts geba
seerd kan zijn op een structurele wijzi
ging in de KAB die meer ruimte biedt
voor de niet-handarbeiders; vervolgens
de handhaving van de status quo, die dus
door de KAB niet gewenst wordt of een
volledig losmaken van de binding met de
KAB.
De ARKA-leden zullen zich op hun con
gres in september nader over deze moge
lijkheden kunnen beraden, maar naar mr,
Boot al meedeelde, is er weinig hoop,
dat het KAB-standpunt m.b.t. een ver
hoogde afdracht gedeeld zal worden.
Mr. Boot zeide tevens, dat er nog steeds
een uitspraak van het Episcopaat ligt. die
nog niet gewijzigd is en waarin het een
afwachtende houding aanneemt ten aan
zien van een volledige aansluiting van de
ARKA bij de KAB. Het ARKA-bestuur
zelf is van mening, dat de tijd nog niet
rijp is voor een dergelijke aansluiting op
gronden die wij hierboven reeds weer
gaven.
Behalve het financiële bezwaar, voelt
de ARKA de door de KAB geuite wensen
dan ook als een essentiële aantasting van
de in de overeenkomst van 1949 vastge
legde verhouding tussen ARKA en KAB.
De verbreking van het akkoord tussen
KAB cn ARKA wijs* erop, dat dc struc
tuur van de KAB naar de mening van het
overgrote deel der ARKA-leden niet ge
schikt is om thans een nauwe binding tot
stand te brengen.
Uitvoerige aandacht besteedde de heer
Van den Berg aan de vaak opgeworpen
vraag of de verpakte geneesmiddelen, de
zgn. specialités niet veel te duur zijn.
Als tegenwerping hierop hoort men vaak
beweren, dat dit noodzakelijk is om de
industriële research te kunnen bekostigen.
In zijn algemeenheid waagt spr. het echter
deze stelling te betwijfelen. Er zijn alleen
al in Nederland ruim 150 fabrikanten van
verpakte geneesmiddelen en de bond zou
graag willen worden ingelicht over de
vraag, hoevelen van hen het begrip
research anders kennen dan alleen maar
als loze strijdkreet.
Voor alles zullen wij moeten blijven
Stellen, aldus de heer Van den Berg, dat
de apotheker, als de enige daartoe be
voegde, het recht heeft op vrije toegang
tot alle grondstoffen. Als deze grondstof
fen door een octrooi zijn beschermd, dan
maakt dit alleen een verschil in prijs,
doch het verandert niets aan het principe.
Spreker zeide, dat hier een probleem ligt,
dat in de komende jaren zal moeten wor
den bestudeerd.
Tot slot besteedde spreker aandacht aan
de wettelijke basis, die het apothekers-
beroep en de geneesmiddelenvoorziening
in Nederland in de nabije toekomst zullen
moeten vinden. Hij betreurt het, dat de
voorbereiding voor dit bijzondere wets
ontwerp, dat toch bij uitstek het terrein
der volksgezondheid raakt, in handen is
gegeven van een commissie van voorberei
ding, waarin de middenstandsdeskundigen
de meerderheid vormen en slechts enkele
deskundigen op het terrein der volks
gezondheid zitting hebben. Een facet is
wel uitermate scherp naar voren getreden
en wel, dat de moeilijkheden die de mid
denstandsdeskundigen als een reden tot
uitstel naar voren brengen, geen moeilijk
heden zijn tussen drogisten en apothekers,
maar alleen en uitsluitend tussen drogis
ten en andere groepen van middenstan
ders als kruideniers, kappers, enz.
Wanneer men stelt, dat de verkoop van
populaire geneesmiddelen moet worden
beperkt tot degenen, die het diploma van
drogist hebben verworven, dan zou men
hier meteen aan moeten toevoegen, dat
deze stelling in feite betekent, dat men
driekwart van de groep, waarvoor men
optreedt, binnen afzienbare tijd het recht
wenst te ontnemen populaire geneesmid
delen te verkopen, zo zei de heer Van den
Berg, nadat hij had meegedeeld, dat het
aantal drogisten, die de vakopleiding
hebben voltooid, nauwelijks 1800 bedraagt.
Het dagelijkse bestuur van de UNREF
de organisatie van de V.N. die gelden
voor de hulp aan vluchtelingen beschik
baar stelt heeft gisteren te Genève
met algemene stemmen een voorstel van
Amerikaanse zijde aangenomen, waardoor
het oorspronkelijk door de hoge commis
saris van de vluchtelingen, Auguste Lindtj
gevraagde bedrag voor de uitvoering ran
het hulpprogramma voor de Hongaarse
vluchtelingen in Oostenrijk van 4% tot
3% miljoen dollar wordt teruggebracht.
Dp Amerikaanse afgevaardigde zei, dat
het geschatte aantal vluchtelingen, dat
waarschijnlijk aan het einde van dit jaar
nog in Oostenrijk zal zijn, wellicht aan
de hoge kant zal blijken te zijn.
Lindt ging akkoord met de besnoeiing
op voorwaarde, dat de kwestie, indien dit
noodzakelijk mocht zijn, op de volgende
bijeenkomst van het dagelijks bestuur
herzien zal kunnen worden. Hij verklaar
de voorts, dat „een kamp voor de vluch
telingen dezelfde verschrikkelijke aan
trekkelijkheden heeft als een slop".
En daarom zal zijn bureau de opheffing
van de kampen blijven beschouwen als
basis voor zijn werk, zo zeide Lindt.
Evenals reeds tal van jaren gebruike
lijk Is, zal de postdienst op beide Pink
sterdagen worden uitgevoerd als op zon
dagen. Op die dagen lopen de nachtpost
treinen niet.
De verzending op zaterdag 8 juni a.s.
is als op andere zaterdagen. De bestelling
verschuift van maandag naar dinsdag
11 juni.
B Woi Vr°sg zich af. waarom de Kamer
'p-. etsmpo,-,1-
^maatregelen zou nemen als alle
e„r tegen zijn. De huur-'ers zijn er
ela t verhuurders ook Van een
stiag wil men ook niet weten. De
DEN HAAG, 4 juni
Dat de P.v.d.A. welbewust streeft nakr socialisatie zowel van het woning-
bezit als van de landbouwgrond, is dezer dagen weer duidelijk naar voren
getreden. De voorzitter der P.v.d.A., de heer Vermeer, onderstreepte in een
vorige week gehouden rede nog eens uitdrukkelijk de wenselijkheid van
socialisatie van het woningbezit, terwijl minister Mansholt zich vandaag in
de Eerste Kamer onomwonden uitsprak voor socialisatie van de landbouw
grond. Hij deed dit in aansluiting aan het betoog, dat zijn partijgenoot prof.
Schermerhorn vorige week te dezer zake had gehouden bij de behandeling
van de begroting van landbouw, visserij en voedselvoorziening in de Eerste
Kamer. Ook prof. Schermerhorn had zich toen voor
stander getoond van een socialisatie van de land
bouwgrond.
Het zou, aldus minister Mansholt, een weldaad zijn
voor de agrarische wereld en voor het Nederlandse
volk, als de grond gemeenschapsgoed zou zijn, welke
door de gemeenschap aan de boer ter beschikking
wordt gesteld. De structurele ontwikkeling in de
landbouw (met name de sanering in deze sector van
onze volkshuishouding-, de bestaanszekerheid van de
boer en de continuïteit in het landbouwbedrijf zouden
bierdoor in hoge mate zijn gediend.
De bewindsman merkte hierbij uitdrukkelijk op, dat
dit zyn persoonlijke mening was, en dat hij dus te
dezer zake niet sprak als lid van het kabinet. Als
minister verklaarde hij. dat het thans gevoerde
agrarische prijsbeleid van de regering de beste kansen biedt voor de sociaal
en economisch goed-geleide bedrijven.
worden gesticht of dat bestaande bedrij
ven worden gesplitst. Ook moet worden
voorkomen, dat bij het ontbreken van kin
deren bedrijfjes van 34 ha door derden
worden voortgezet.
In verband hiermede ging de minister
nader in op de kwestie van de vestigings
eisen voor landbouwbedrijven, ten aan
zien waarvan de K.V.P.-woordvoerder, de
heer Mertens. zich vorige week zeer ge
reserveerd had uitgelaten.
MINISTER MANSHOLT
Weldaad
Wat het vraagstuk van de sanering be
treft, met name de opheffing van kleine,
niet-rendabele landbouwbedrijven, vrees
de de bewindsman, dat langs vrijwillige
weg alleen geen oplossing te bereiken is
Ook langs niet-vrijwillige weg zal naar
een zekere sanering gestreefd moeten
worden. Zo zal voorkomen moeten wor
den, dat nieuwe onrendabele bedrijven
Het gaat hierbp, aldus dr. Mansholt,
om tact stellen van een minimum-grens,
die in de toekomst wellicht successieve
lijk kan worden verhoogd. Zo zullen er
vestigingseisen gesteld moeten worden
ten aanzien van de minimum-omvang
van het bedrijf, met name een regionaal
gedifferentieerde minimum-oppervlakte
en een bepaafd minimum-arbeidsuren.
Er zal hierbij overigens, zo voegde de
bewindsman er geruststellend aan toe,
met de nodige soepelheid te werk wor
den gegaan. Wat de uitvoering van deze
sanering betreft, dacht de bewindsman
aan inschakeling van het landbouw
schap en de grondkamers. Wetsontwer
pen zijn te dezer zake in voorbereiding
en zullen waarschijnlijk nog in deze
parlementaire periode gereed komen.
Kan de Nederlandse landbouw zich
handhaven bij een eventuele daling van
de prijzen op de wereldmarkt en een
snelle industriële ontwikkeling?
Dit vraagstuk, vorige week door prof.
Schermerhorn aan de orde gesteld, is In
nationaal verband niet op te lossen, zo
antwoordde de minister. Dit kan slechts
geschieden binnen het kader van grotere
verbanden, waarbij de heer Mansholt na
tuurlijk in de eerste plaats dacht aan de
totstandkoming van de Euromarkt.
De bewindsman was het eens met de
heer Louwes (V.V.D.) ,dat het landbouw
beleid een normaal onderdeel dient te zijn
van het algemene sociaal-economische
beleid en dat over de noodzaak hiervan
veel wanbegrip bestaat. Het thans ge
voerde landbouwbeleid wijkt echter, zo
meende de minister, niet af van het alge
mene beleid op sociaal-economisch ge
bied. Tn dit beleid past het beschermen
van de markt tegen ontwrichting van
buiten en eventueel van binnen uit. Het
is echter zeker niet zo, dat het landbouw
beleid volmaakt en evenwichtig is. Zon
der te willen streven naar perfectionisme
moet worden gezegd, aldus spr., dat er
onvoldoende ontwikkeling is in het land
bouwbeleid.
Het is een feit, dat het prijsniveau voor
een aantal produkten belangrijke ver
liezen oplevert. De ervaring van de laat
ste 20 jaar heeft geleerd, dat de Neder
landse staat de landbouw niet in de steek
laat. De staat zal dit echter niet doen tot
elke prijs. Het is waar, dat de Neder
landse landbouwers hun bedrijven goed
beheren. Maar er mankeert nog het een
en ander aan de produktie-methoden. Dit
verhoogt de kostprijs en vermindert de
welvaart van de boeren. Het begrip van
het Nederlandse volk voor de toestand
in de agrarische wereld moet gepaard
gaan met de bereidheid van de landbouw
de hand in eigen boezem te steken.
Er zijn twee wegen om de levensstan
daard in de landbouw te verhogen tot het
niveau in andere sectoren van het be
drijfsleven. De eerste is het aanwenden
van arbeidbesparende methoden ter ver
hoging van de produktiviteit en de tweede
is het kunstmatig optrekken van het wel
vaartsniveau in de agrarische sector ten
koste van de gemeenschap, aldus de mi
nister.
De bewindsman erkende, dat de blok
kering van de vergoeding der eigenaars-
lasten in de landbouw, waarop ook vorige
week weer veel kritiek was geleverd, een
onaangename maatregel is. Als de nodige
gelden beschikbaar waren geweest, dan
was zij zeker achterwege gelaten. Maar
gezien de financiële situatie was deze
maatregel onvermijdelijk. De minister was
nog niet in staat zekerheid te verschaf
fen ten aanzien van het moment van
deblokkering. Wel is het zeker, dat dit
niet za) gebeuren vóór 1 januari 1959.
De uitbetaling van deze geiden heeft
in dit geval een hoge urgentie In het
regeringsbeleid.
De verhogingen van de melkprijs per
1 juli is al evenzeer een onvermijdelijke
maatregel, zo verklaarde de heer Mans
holt verder. Van de subsidie zal 4 cent
gehandhaafd blijven. De prijs voor con-
sumptiemelk zal dan op een niveau ko
men, dat nog gunstig afsteekt bij het bui
tenland.
Wat de arbitrage in het geschil met
België over de invoer van tomaten be
treft, deelde de minister mede, dat de
Nederlandse leden van de arbitragecom
missie zijn aangewezen. De Nederlandse
permanente vertegenwoordiger in deze
commissie is prof. C. H. F. Polak uit Lei
den als opvolger van prof. Samkalden.
Ten aanzien van de kwestie van de
oesterteelt in de Oosterschelde verklaar
de dr. Mansholt, dat niets zal worden
nagelaten om een oplossing te vinden. In
laatste instantie zal de uitvoering daarvan
afhangen van de daaraan verbonden kos
ten.
Bij de replieken merkte de heer Geuze
(CHU) op, dat de van PvdA-zijde bepleite
socialisatie van landbouwgronden uitein
delijk zou uitlopen op de kolchoze, zoals
deze achter het TJzeren Gordijn bestaat.
Minister Mansholt antwoordde hierop,
dat een dergelijke vergelijking zonder
.uitleg beneden de maat was en niet meer
dan een frase.
Over bet antwoord van de minister in
zake dc blokkering van dc bedragen, ge
moeid met de verhoging van de normen
voor bedrijfsgebouwen in dc kostprijsbe
rekeningen voor garantieprijzen van land-
bouwproduktcn was de Kamer in meer
derheid niet tevreden- De heer Geuze
diende daarom een motie in, welke mede
is ondertekend door de heren Rlp (AR),
Thurlings (KVP), Mertens (KVP) cn Lon-
wes (VVD) en waarin de regering wordt
uitgenodigd alsnog middelen te beramen
om de betrokken bedragen zo spoedig
mogelijk tot uitkering te brengen volgens
thans vast te stellen betalingstermijnen.
Hierbij wordt overwogen, dat bij de blok
kering, welke naar haar wezen een uil-
stel van betaling vormt, geen enkele ze
kerheid is geboden omtrent het tijdstip
van beschikbaarstelling, terwijl toch
reeds onmiddellijk een herziening van de
pachtnormen en daarmede van de feite
lijke pachten zal intreden. Bij gebreke
van die zekerheid dient de voorgestelde
handelwijze volgens de ondertekenaars
om redenen van rechtvaardigheid en op
zakelijke gronden te worden afgewezen.
Minister Mansholt achtte deze motie
hier minder op haar plaats. Zij was meer
op haar plaats geweest bij de bespreking
van de bestedingsbeperkingsnota. Overi
gens zal de regering niet kunnen voldoen
aan de daarin vervatte uitnodiging om
meer klaarheid te verschaffen over de
data van uitbetaling. Dit zal geheel af
hangen van de vraag, hoe de financiële
toestand zich zal ontwikkelen. Deze
kwestie, zo herhaalde de bewindsman,
heeft een hoge urgentie ln het regerings
beleid. De Kamer zal moeten oerusten in
het vertrouwen, dat de bedragen zo spoe
dig mogelijk zullen worden uitgekeerd.
Op grond van deze overwegingen wees
de minister de motie van de hand.
De heer Geuze verzocht nadat voor
zitter Jonkman de beraadslagingen over
de begroting gesloten had. om hoofdelij
ke stemming over zijn motie. Deze stem
ming werd door de voorzitter iot morgen
uitgesteld.
Hierna begon de Kamer met de begro
ting van het Departement van Zaken
Overzee. Door verschillende sprekers
werd het bestaansrecht van dit departe
ment in het geding gebracht. De heer
Kraay vanger
(KVP) ver
klaarde moei
lijk ie kunnen
instemmen
met het
voortbestaan
van dit de
partement op
dit moment en
in de huidige
omvang. Met
de Antillen en
Suriname als
'e'.fstandiee
delen van het
Koninkrijk
moeten de
werkzaamne-
den ten depar-
IR. KRAAYVANGER
Geen bestaansrecht
partemente t-a.v. deze gebieden gering
zijn. Een afzonderlijk departement is op
zichzelf niet wenselijk. In ieder geval
hadden kosten en omvang al veel eerder
belangrijk moeten worden Ingekrompen.
Ook de heer De Vos van Steen wijk
(VVD) betwijfelde, of een afzonderlijk de
partement nodig is. Kan de arbeid, door
de minister verricht, ook niet worden ge
daan door een staatssecretaris, zo vroeg
hij de bewindsman.
De heer Tjalma (AR) had, zoals te ver
wachten was de ARP heeft zich bi) de
kabinetsformatie van begin af sterk ver
zet tegen handhaving van dit departe
ment ook ernstige bezwaren tegen dit
departement. Het verbindt ln zich, wat
niet bijeen hoort. Alleen de heer Reijers
(CHU) was de enige, die het opnam voor
het voortbestaan ervan, hetgeen wel zal
samenhangen met het feit, dat er dank
zij dit voortbestaan een tweede CHU-
figuur in het kabinet zitting heeft.
Over de gang van zaken t.a.v. het Tien
jarenplan in Suriname was men niet zo
tevreden. Oefent de Nederlandse missie
niet een remmende in plaats van een
stimulerende invloed uit, zo vroeg de heer
De Dreu (PvdA) zich af. Zij mengt zich
teveel in kwesties, waarin men gerust de
beslissing kan overlaten aan de Suri
naamse regering. De mede-financiering
van het plan mag er niet toe leiden, dat
alle beslissingen in Nederland komen te
liggen, aldus de PvdA-spreker.
Ook de heer Kraayvanger liet een der
gelijk geluid horen. Door het te uitge
breide controle-apparaat is veel van de
charme van spontane hulp verloren ge
gaan, zo meende hjj- Het beste zou zijn,
van onze kant een gemachtigde aan te
wjjzen, die zou kunnen samenwerken met
het Surinaamse planbureau.
Ook de door de Antilliaanse regering
voorgenomen uitwijzing van een Neder
landse journalist werd ter sprake ge
bracht. De heer Reijers vroeg te dezer
zake volledig te worden ingelicht. De
persvrijheid is immers een Koninkrijks
aangelegenheid. De uitwijzing zelf noem
de hij een betreurenswaardig besluit.
De heer Kraayvanger vroeg, of de wei
gering van de wnd. procureur-generaal
van de Antillen om gevolg te geven aan
de opdracht tot uitwijzing van de bewus
te journalist een gerechte grond was
voor zijn ontslag.
Minister Helders zal morgenvroeg ant
woorden. Ad Int.