E Vil erste dag huur debat: stellingen worden verkend e partijen, behalve P.v.dA., aan het woord geweest Overeenstemming tussen de apothekers en ziekenfondsen Achtergronden van scneurmg Socialisatie landbouwgrond een weldaad voor agrarische wereld vb VERSLAG TWEEDE KAMER KAB en ARKA Minister Mansholt in Eerste Kamer Motie tegen regeringsbeleid inzake blokkering der eigenaarslasten Overzicht Eerste Kamer 4^5 he De moordzaak te Heer (L.) AMSTEL De hulp aan Hongaarse vluchtelingen in in Oostenrijk Bestaansrecht departement Zaken Overzee betwist Sanering ook langs niet- vrijwillige weg WOENSDAG 5 JUNI 1957 PAGINA 5 Noodwoningen Deel der K.V.P. niet ge- h bonden aan compromis 4, k heer Andrlessen (KVP) besprak (ta. estie der blokkering. Hij herinnerde hier 9teeds een SJÏ?' dat de P.v.d.A. Enthousiast tegen Liever huurverhoging van I2V2 procent Kleine huurverhogingen i.p.v. één grote A.R. heeft grote besnaren A vondvergaderi ng Politiek geknutsel Afwijzend standpunt Alle vier veroordeelden in hoger beroep JU -pad%ioJlve> Vcrt* Vier mogelijkheden Specialités te duur? DE POSTDIENST OP DE PINKSTERDAGEN V Positie van landbouw Blokkering Melkprijs Motie Bestaansrecht departement Zaken Oversee Tienjarenplan Uitwijzing journalist e ^"eede Kamer Is na de maandcn- j0n e v°orberelding gistermiddag be- ,ltenen Wet de debatten ovef de veel om- huurwetten. PCVpw sPi"ekc Wt», Hij ving r was de heer Van Vliet 1 aan met te wijzen op de %ïr7niS van woning en zeide, dat 'tela erecht hoge eisen aan worden ge- ''ikei 00r het woongenot moet een rede 4» (."Purprijs worden betaald, maar sinds t>rijsh Vrijding wordt de eigenlijke kost je ?Uur niet betaald. De gevolgen van ''lwUurPri.isachterstand, die vaak tien- ?'chth Proccnten bedraagt zijn duidelijk 5tÜso ar' Een spoedige algemene huur- ttrijs?ptr9kking tot het peil van de fcost- v°lk»KUr is uit een oogpunt van SehuaUtsvesting dringend nodig. Er zit ?an j °°k oen sociaal-economische kant ttti-n-Ze kwestie. Compensatie van de re»ei?r'isverhoging is noodzakelijk. De 'atu l^g heeft dan ook terecht compen- iti ^sluiten genomen, die tegelijk '9tepe,rking zullen treden. Spr. zou deze ïjjs kritisch bezien. OoM.kerinnerde eraan, dat de S.E.R. van ItttUr WaS| dat een gedifferentieerde naar verseh'.'ende ge- de htiurvér- rfering deze Nn tM.VoginS naar versclr en no^ig was. Bi.1 i van 1953 heeft de m erentiatie ten dele gevolgd. Thans echte. --- Verv®r - wordt een niet gedifferentieerde tjr Pging voorgesteld. De door de min.s- t5irtaangevoerde argumenten bestrijdend teren sPr. van oordeel te zijn, dat dif- 'iatie moet worden toegepast 'to?'jens si>r- zou he* gewenst zijn de te - de regering voorgestelde verhoging Hij Brvangen door een gedlfferentieer 3c 'ton» dat kunnen trachten te bereiken te aWendering, maar hij z„-ide begrip tij, dphben voor de moeilijkheden, die tp,,„. 0nr ontstaan. Wel vroeg hti de toe- üs' dat bij volgende huurverhogingen tn de noodzaak van differentiatie meer ™digcr aandacht zal worden gegeven. Was overigens van oordeel, dat een aln7> woningen niet voor verhoging in lp !mcrking komen. Dat loodwoningcn er tl, ^rokken worden leek hem biet juist. Whister moet dit z.l. nog eens bezien. 4e Bt voldoening had hij vernomen, dat Wt^'hlster de onderhoudsnormen voor k n8wetwóniiigen zal verhogen, doch tispl'06? de bewindsman een nadere pre- jj S têr zake. £t,A} is thans niet mogelijk, data en per- vs, aSes voor volgende huurverhogingen tij „'ie stellen. De beleidslijn zal moeten t), de verhogingen in te voeren telkens als iW s°ciaal-economische omstandigheden ljc,B öiet al te bezwaarlijk doen zijn. Wcl- hip zouden ze kunnen worden toegepast tJa^Sernene maatregel van bestuur en h onder bepaalde voorwaarden, lii,7. minister neme een dergelijke rege- k in studie. C® heer Van Vliet, zich kerend tegen kipphotiveerd ópdrijven der stichtings- 'r.f n vroeg de minister tenslotte wat er b^^gulering van de bouwkosten zal ge- ;"a»K 110 aer Oiülklkei J e8B1r.helasting en stichting van een huur- 4si/iSatiefonds heeft bepleit. Het was dui- ANDRIESSEN bi-. Ieder voor zich oog bindend dat na de verkiezingen van 1956 een oplossing moest worden gevonden voor het vastgelo pen huurbe leid. Over de ge dachte der blokkering heeft men bij de kabinets formatie ln beginsel over eenstemming bereikt. Men kan de vraag stellen of het toen gevonden com- -.1, is nu er sprake is •""n 70 extra-parlementair kabinet, da: 'h. ^°mpromis heeft overgenomen van &9tleüees' hij wiens pogingen om een °bt&-5npntair kabinet te vormen, het is Ïm \v0() r moet voor zich die vraag beant- i>tt 'den, meende spr. Voor hem staat 'eKaVast> dat degenen, die zich vrij er Vp0"®1, "tellen en In zijn fractie 4,h *n'ge leden dat niet mogen wor- Gehuldigd van woordbreuk, zoals tadiospreker heeft gedaan. K? hir^er Andriessen verklaarde, dat in hkp - e constellatie het beginsel der v alch ng hij hem geen bezwaar ontmoet kHmk ls de blokkering z.l. niet onaan- n'lStlar' Tussen huurbelasting en blok- 7 vrl hestaat een fundamenteel verschil. Pep aag of er onrecht wordt gepleegd als ^ct besrinsol der hlnklecrine aeeep- beginsel der blokkering accep- "Antwoordde hij ontkennend. flfHpg zhn oordeel wordt door de blok- v'^Ssd, °p de huiseigenaar geen beste en bp ng uitgeoefend, wel is er sprake striirttedtnBsdrang, maar deze is niet b/hgaa met de strikte rechtvaardigheid. pi°hkA?de °P het wetsontwerp inzake de 5a ®r Rp'ng' vroeg de heer Andriessen o.m. ,7 de vergoeding zal worden gegeven S>hpdgetneenten voor de controlewerk- h. en .welke haar worden opgedra- Ber Andriessen zei, volgende huur- ?'iiile* nRen van blokkering te willen nit- k 'kIen moet z'cb bepalen tot blok- Van de helft der nü aanhangige NC.!8!"*- Wat er later zou moeten l>at T1*11 kan naderhand worden bezien. fprt, het ontwerp verdedigde, bete- n,et. ffi,«ccu ucfiw.reii ptuucii ^ebr4c, Cn* De in het ontwerp nader i^^ït 6 verbeteringen accepteerde hjj. Voor het doel van het ontwerp jPntp^'Ük zijn. Ten aanzien van enige B hei,.Zei de heer Andriessen nog wensen °ben. dat aan de altvoering der geen bezwaren zonden sjjn aan- t}5®Vpg ueer Andriessen kwam de VVD- Wps dlShe Toxopeus aan het woord. V'e te,, n oordeel, dat niemand in den C5e hAr?den is. Hij was he; eens met CojPgfl ®er Tilanus op zijn congres had t>>levnl- dat -* lJaL hij een referendum het ontwerpen zou worden verwor- heer Toxopeus verklaarde, iat zijn fractie enthousiast tegen de voorste Ier is. Wat het bereikte compromis betreft, zegt de heer Toxopeus, dat men gepoogd heeft twee onverzoenlijken te verzoenen Dat doet nu pijn. Hij betoogt, dat er twee groeperingen tegenover elkaar staan. I)c blokkering is een diep ingrijpen in dc rechten van de eigenaar, ze is voor spr. onaanvaardbaar. Wanneer mCn eerder met kleine percentages de huren had ver hoogd, dan zou men nu dichter zijn bij de rendabele huren, welke gewenst worden De huren zijn te lang op een te laag peil gehouden. Door te lang bevriezen heeft dc regering de huiseigenaren onrecht vaardig behandeld. Een verhoging met 25 procent is op het ogenblik noodzakelijk om te komen in de richting van rendabele huren, maar zo'n vérhoging en elke verhoging schreeuw' om directe compensatie. Hij verklaar' geen tegenstander van compensatie te zijn Nu zal er een compensatie moeten komen, waardoor meer geld vrij komt voor besteding. Volgens de minister is dat 70 miljoen. Er zijn namelijk men sen, die huurcompensatie krijgen maai geen huurverhoging. Spr. vraagt zich af of het juist is die overcompensatie van 70 miljoen. Hij zou daarom liever gaan tot een huurverhoging van 12% procent, zoals een amendement van negen leden der C.H.U. voorstelt en het verheugt hem, dat het amendement van een regerings partij is gekomen. Zakelijke gronden voor het wetsontwerp waren er z.i. niet. Er waren slechts poli tieke gronden. Naar zijn oordeel is ook de heer Andriessen eigenlijk niet gesteld op dit wetsontwerp. Spr. betoogt, dat de noodzaak tot blokkering er niet is en dat dus het ontwerp onaanvaardbaar is. Hij is van mening, dat in dit ontwerp noch van bestedingsdwang, noch van be- stedingsdrang sprake mag zijn. Spr. geeft voorts te kennen, dat er vele bezwaren aan het ontwerp zijn verbonden, ook bezwaren op het punt der uitvoering, welke veel geld zal vórderen. De heer Van Eibergen (A.R.) merkt op. dat er wel geen verschil van mening in de Kamer bestaat over de noodzakelijk heid der huurverhoging. Als argumenten daarvoor voert hij aan het belang der volkshuisvesting, het recht der huiseige naren en het ontzaglijk verschil tussen de huren van voor- en na-oorlogse woningen Is er geen verschil van mening over de noodzakelijkheid der huurverhoging, an ders Is dat ten aanzien van het percentage dier verhoging. Het eerste punt, dat zich z.l. voordoet is de vraag of een verhoging van 25 pet reëel is. Spr. heeft ernstige bedenkingen tegen een zodanige verhoging. Hjj herin nert eraan, dat door zijn fractie is aan gedrongen op kleine verhogingen in plaats van één grote verhoging. Zakelijk is een verhoging van 25 pet. wel verantwoord, maar uit beleidsoverwegingen is het z.l. niet gewenst deze in te voeren. De heer Van Eibergen merkt op, dat volgens het ontwerp het woongerief wordt verhoogd door het aanbrengen van een douche maar niet door vervanging van een gammele vloer, want dat is onder houd. Spr. vreest, dat de minister zich in een wespennest steekt bij de beoordeling van verhoging van woongerief en onder houdswerk. f Overigens betoogt hij, dat de huiseige naar dwingend wordt voorgeschreven door het aanbrengen van verbeteringen nieuwe investeringen te doen. De huur der moet meer gaan betalen voor een eventueel aan te brengen verbetering van het woongerief. Het is ook mogelijk, dal de huurder geen verbeteringen wenst Klopt dat allemaal wel met wat er in het burgerlijk wetboek staat? Spr. erkent, dat er na het mondeling overleg zeer grote verbeteringen in het ontwerp zijn aangebracht, maar hij vraagt zich af of de grond voor het indienen ervan daardoor niet is weggêgraven. Wanneer men de zaak beziet van de kant van de verhuurder, dan moet men zeggen, dat hem de volle 25 pet. ver hoging toekomt. Voor het doen reserveren van dê helft daarvan om verbeteringen aan te brengen is z.i. geen enkele goede grond aan te voeren. Het recht der huis eigenaren wordt naar zijn inzicht aan getast. Een belangrijke ról speelt ook wat er met de te reserveren gelden geschiedt. De minister heeft de commissie mededelingen doen toekomen, maar bevredigend zijn die niet. Het Grootboek zal 'veel werk meebrengen. Men za) van elke der 1 400 000 woningen, toebehorende aan 300000 eigenaren, moeten weten wat de huurprijs is. Men kan niet volstaan met steekproeven. Onoverkomeniijke bezwaren ontmoet het bjj sprekers fractie, dat voor een periode van tien jaren wordt vastgelegd, dat de helft der huurverhoging wordt gereser veerd. Vervolgens komt de heer Van Eibergen te spreken over de compensatie, welke de regering zich voorneemt. De compensatie is z.i. een zaak van billijkheid Het achter wege laten van compensatie voor huurders van nieuwe woningen zou naar zijn Oor deel als onbillijk door hen worden ge voeld. De compcnsalievoorstellcn acht hij niet onjuist, maar dat betekent niet, dat hjj met dc procedure kan instemmen. Dc regering wi] geen gedifferentieerde huurverhoging, maar wel een gediffe rentieerde compensatie. Als de Ioon- bijslag wordt verwerkt in dc c.a.o.'s, wordt de afstand der gemeentcklassen nog vergroot. Dat is voor hem niet aan vaardbaar. De heer Van Eibergen zegt, dat zijn fractie er uitermate groot bezwaar tegen heeft haar steun aan de wetsontwerpen te geven. Hij geeft te kennen, dat hij zich zou kunnen scharen achter het amendement, ingediend door de heer Beernink en acht andere leden der CH.U. om de huurver hoging te beperken tot 12% pet. Bij aan vaarding van het amendement zou de looncompensatie weer moeilijk worden. Door toepassing van een gedifferentieerde huurverhoging zou het te compenseren be drag worden teruggebracht van 320 mil joen tot 150 miljoen, zo becijfert hij. Hij zal na het antwoord der regering bepalen of hij zich achter het amendement zal stellen, dan wel of hij zelf met voor stellen zal komen. ln de avondvergadering, die door de heer Boosjen werd gepresideerd, kwam als eerste spreker de heer Van der Peyl (C.H.) aan het woord. Hij merkte op, dat de wetsontwerpen van de regering met weinig enthousiasme bij de Nederlandse samenleving zijn ontvangen en hij herin nert aan de opmerking van de voorzitter van zijn fractie, de heer Tilanus, dat als er een referendum zou worden gehouden over een huurverhoging van 25 pet. met blokkering van de helft daarvan, deze zou worden afgewezen. Spr. zegt, dat het huurbeleid geen sluit post mag zijn van de Nederlandse politiek en evenmin van het budget van de Neder landse burger. De lage huren passen niet meer ln de gestegen kosten van het levensonderhoud. Met het principe van de huurverhoging kan sprekers fractie zich zeer wel verenigen. Een aantal van zjjn fractiegenoten vraagt zich met hem af: waarom nu deze vrjj drastische verhoging van 25 pet. en waar-, om geen lager percentage met een glijden de schaal? De nationale economie zou dan geen geweld worden aangedaan. Een per centage van 12% ook voor bedrijfs gebouwen Hjkt hem voldoende. De looncompensatie zou dan ook niet boven de 2 pet. behoeven uit te gaan. Thans zal dat percentage zeker komen te liggen tussen 2% en 4 pet. Wanneer men komt tot een huurverhoging van 12% pet., dan krijgt men geen stijging van het prijs niveau en van de bouwkosten. Spr. verklaart verder, dat een groot deel van zijn fractiegenoten de blokkerins als een ongeoorloofd ingrijpen in het eigendomsrecht beschouwt. Dit deel van de fractie keurt deze inbreuk in het eigen domsrecht, een der meest fundamentele rechten, ten sterkste af. Dat in het ontwerp geen definitieve tijd stippen voor deblokkering worden ge noemd is z.i. zeer ongewenst. Evenzeet is dit het feit, dat de gelden rechtstreek.- in 's rijks kas zullen vloeien, zodat hei karakter van een gedwongen staatslening onder ongunstige voorwaarden ontstaat Tenslotte vraagt de heer Van der Peijl de regering de blokkering over boord te werpen. De heer Gortzak (C.P.N.) betoogt o.a dat een compensatie van 2 pet. in vele gevallen onvoldoende zal zijn. Dit besluit, zo meent hij, lijkt een poging om ver deeldheid onder de arbeiders te zaaien en hij wenst de regering niet te volgen op de weg van voortdurende huurver hoging en afschaffing van de subsidies op de volkshuisvesting. Zijn fractie is tegen huurverhoging, maar zal zich aansluiten bij beperking van het percentage Ds. Zandt (S.G.) zegt verhoging van de. huren alleszins gerechtvaardigd te ach ten. De regering is z.i. ten deze nalatig geweest. De huiseigenaren is onrecht aangedaan. De voorgestelde huurverhoging is het produkt van politiek geknutsel, betoogt de heer Zandt, die o.m. zegt, dat de K.V.P. zich voor de socialistische wagen heeft laten spannen. Hij betoogt, dat bezuiniging dringend noodzakelijk is. De achtereenvolgende ka binetten hebben daar niets aan gedaan. Nu krijgt de regering nog een gedwongen, van de huiseigenaren afgeperste lening van f 700 miljoen tegen een abnormaal lage rente. De blokkering zal z.i. uitbreiding van ambtenarij meebrengen. Nog afgezien van de kosten gaat men daarmee de verkeer de kant op, de socialistische kant. De compensatie, welke toegezegd is, ontmoet bij sprekers fractie eveneens be zwaren. Tenslotte verklaart hjj, dat de voor stellen voor hem onoverkomeniijke be zwaren bevatten. Hjj zal zijn steun geven aan het amendement, dat voorstelt de verhoging te bepalen op 12% pet. De heer Weiter (KVP) zegt, dat zjjn standpunt afwjjkt van dat der meerder heid van zijn fractie. Tegen de 25 pet. huurverhoging op zich zelf heeft hij geen bezwaar, maar omdat hij niet houdt van regeren met schokken zou hij de voorkeur hebben gegeven aan een gematigder verhoging, bijvoorbeeld van 10 pet., gevolgd door latere verhogin gen. Onovcrkomenljjk bezwaar heeft hjj tegen de aan de huurverhoging verbon den blokkering. Wie deze blokkering aanvaardt, kan er geen bezwaar tegen hebben als te enigertijd bijvoorbeeld voor het monetair evenwicht ander be zit wordt geblokkeerd. Zo worden de lasten niet door de gemeenschap ge dragen, maar door partiele Ingrepen wordt nu clan hier, dan daar bezit uit gehold. Tegen zodanige eigendomsaan tasting verzet hjj zich. De consequentie van zijn op-totting i«. dat hij tegen compensatie voor de huur verhoging in beginsel geen bezwaar beeft. De grnnds'ag van he; om werp inzake de huurblokke- ring is z.i. n.et aanvaardbaar en bovendien in tegenspraak met de toelich ting op het ontwerp no pens f'scale voorzieningen. Spr. vraagt o.m. of het juist is, dat in zeer vele ge vallen de ge blokkeerde be dragen te ge ring zullen zijn om verbetering van het huis te kunnen bekostigen. Indien dit het geval is, wat is dan de ratio van het ont werp inzake de blokkering? Onoverkomeniijke bezwaren heeft hij, evenals de heren Andriessen en Van Eibergen, tegen continuering van een blokkering voor volgende verhogingen. De heer Weiter meent, dat het de ad vocaten zullen zijn, die het meest gebaat zijn met de huurblokkering, want er zul len tal van processen volgen. Spr. ziet ln het grootboek een monsterorganisatie, die zich zal uitstrekken over anderhalf miljoen huizen- Te half twaalf werd de vergadering verdaagd tot hedenmiddag één uur. CH. WELTER Grootboek wordt monsterorganisatie De drie mannen en de vrouw, die op 21 mei j.l. door de Maastrichtse recht bank schuldig werden bevonden aan moord en uitlokking van moord op de 50-jarige motorhandelaar Mohncn te Heer bij Maastricht in de avond van 25 augus tus van het vorige jaar, hebben hoger be roep aangetekend tegen hun veroordeling. De rechtbank had de 19-jarige hand langer J. van G. en diens 23-jarige vriend M. J. S. M. beiden uit Maastricht, ieder veroordeeld tot vijftien jaar gevangenis straf wegens moord. De vrouw van het slachtoffer, de 45-jarige Katharina G, die met de 20-jarige monteur H. J. N., de twee moordenaars tot hun daad had aan gezet onder belofte van een grote som gelds en de revolver had verschaft waar mee de misdaad gepleegd werd, waren wegens uitlokking van moord veroordeeld tot resp. vijftien jaar en twaalf jaar. (Van onze correspondent). Tijdens dc dinsdag te Enschede ge houden 102de jaarvergadering van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der Pharmacie is meegedeeld, dat met de ziekenfondsen overeenstem ming is bereikt over de kosten welke in 1957 ten laste van deze fondsen zullen worden gebracht. Over dit Jaar zal geen honorariumver hoging aan de apothekers worden ge geven. Wel zullen de kosten van het pensioenfonds voor apothekers-assistenten, voorzover zij op de ziekenfondspraktijk drukken, worden doorberekend aan de fondsen. Over de pensionering is overeen stemming bereikt met de bonden van apothekers-assistenten. Hiervoor zal een verbindendverklaring worden gevraagd aan het ministerie vara sociale zaken en volksgezondheid. Het hoofdbestuur is ge- machtigd ten aanzien van de pensionering op dezelfde weg voort te gaan. In zijn openingstoespraak wees de voor zitter, de heer J. v. d. Berg, op de ont wikkelingen van de laatste weken, welke 'tot een vertraging hebben geleid in de behandeling in de Tweede Kamer van het ontwerp van wet op de geneesmiddelen voorziening. Op de agenda van de Twee de Kamer staat een debat over de vraag of het ontwerp thans rijp is voor be handeling. (Advertentie) (Van onze Haagse redactie) Zoals gisteren in ons blad te lezen viel, heeft de K.A.B. dc overeenkomst met de A.R.K.A., die van 1 juli 1949 dateert en die de binding van ARKA cn KAB re gelt, per 1 oktober a.s. opgezegd. Zo wel de heer Middelhuis als dc heer Boot hebben hun standpunt aangaande deze beslissing tjjdcns de tc Utrecht gehouden bijeenkomst uiteengezet. Beiden betreur den deze stap, zjj het vanuit een ander gezichtspunt. Het is wellicht goed iets dieper in te gaan op de status, die de ARKA innam, ten aanzien van de KAB, aangezien dit tevens de reden aangeeft waarom men er in ARKA-kringen weinig voor voelt de jaarlijkse contributieafdracht aan de KAB te verhogen tot een bedrag dat naar schatting 55.000 zou bedragen tegen f 15.000 op het ogenblik. Het ARKA-hoofdbestuur staat op het standpunt dat. ér slechtR sprake is van een „solidariteitsbinding", die in 1949 werd aangegaan en die een voorlopig ka rakter had. Tot een definitieve status is het dus tot op heden niet gekomen. De ARKA heeft geen normale bindingen met de KAB zoals de andere vakbonden die bezitten. Zo betaalde de ARKA als amb- tenarenorganisatle de afdracht en niet elk ARKA-lid individueel, zoals dit bij de vakbonden het geval Is. Destijds werd het bedrag op f 5000 vastgesteld en dit werd ook door de KAB geaccepteerd; la ter werd dit op 7500 gesteld en per 1 januari 1955 op 15.000. Het is wel duidelijk, dat de in de ARKA georganiseerde middelbare en hogere ambtenaren weinig voelen voor een aan sluiting bij de KAB. Slechts een zeer klein deel acht het wenselijk, dat de ARKA zich geheel bij de KAB aansluit en er dus een onderdeel van vormt. Mr. Boot heeft tijdens de Utrechtse bijeenkomst een viertal mogelijkheden opgesomd, die voor de ARKA openstaan; volledige aansluiting maar deze wordt maar door een zeer klein aantal leden gewenst; een geleide lijke aanpassing, die echter slechts geba seerd kan zijn op een structurele wijzi ging in de KAB die meer ruimte biedt voor de niet-handarbeiders; vervolgens de handhaving van de status quo, die dus door de KAB niet gewenst wordt of een volledig losmaken van de binding met de KAB. De ARKA-leden zullen zich op hun con gres in september nader over deze moge lijkheden kunnen beraden, maar naar mr, Boot al meedeelde, is er weinig hoop, dat het KAB-standpunt m.b.t. een ver hoogde afdracht gedeeld zal worden. Mr. Boot zeide tevens, dat er nog steeds een uitspraak van het Episcopaat ligt. die nog niet gewijzigd is en waarin het een afwachtende houding aanneemt ten aan zien van een volledige aansluiting van de ARKA bij de KAB. Het ARKA-bestuur zelf is van mening, dat de tijd nog niet rijp is voor een dergelijke aansluiting op gronden die wij hierboven reeds weer gaven. Behalve het financiële bezwaar, voelt de ARKA de door de KAB geuite wensen dan ook als een essentiële aantasting van de in de overeenkomst van 1949 vastge legde verhouding tussen ARKA en KAB. De verbreking van het akkoord tussen KAB cn ARKA wijs* erop, dat dc struc tuur van de KAB naar de mening van het overgrote deel der ARKA-leden niet ge schikt is om thans een nauwe binding tot stand te brengen. Uitvoerige aandacht besteedde de heer Van den Berg aan de vaak opgeworpen vraag of de verpakte geneesmiddelen, de zgn. specialités niet veel te duur zijn. Als tegenwerping hierop hoort men vaak beweren, dat dit noodzakelijk is om de industriële research te kunnen bekostigen. In zijn algemeenheid waagt spr. het echter deze stelling te betwijfelen. Er zijn alleen al in Nederland ruim 150 fabrikanten van verpakte geneesmiddelen en de bond zou graag willen worden ingelicht over de vraag, hoevelen van hen het begrip research anders kennen dan alleen maar als loze strijdkreet. Voor alles zullen wij moeten blijven Stellen, aldus de heer Van den Berg, dat de apotheker, als de enige daartoe be voegde, het recht heeft op vrije toegang tot alle grondstoffen. Als deze grondstof fen door een octrooi zijn beschermd, dan maakt dit alleen een verschil in prijs, doch het verandert niets aan het principe. Spreker zeide, dat hier een probleem ligt, dat in de komende jaren zal moeten wor den bestudeerd. Tot slot besteedde spreker aandacht aan de wettelijke basis, die het apothekers- beroep en de geneesmiddelenvoorziening in Nederland in de nabije toekomst zullen moeten vinden. Hij betreurt het, dat de voorbereiding voor dit bijzondere wets ontwerp, dat toch bij uitstek het terrein der volksgezondheid raakt, in handen is gegeven van een commissie van voorberei ding, waarin de middenstandsdeskundigen de meerderheid vormen en slechts enkele deskundigen op het terrein der volks gezondheid zitting hebben. Een facet is wel uitermate scherp naar voren getreden en wel, dat de moeilijkheden die de mid denstandsdeskundigen als een reden tot uitstel naar voren brengen, geen moeilijk heden zijn tussen drogisten en apothekers, maar alleen en uitsluitend tussen drogis ten en andere groepen van middenstan ders als kruideniers, kappers, enz. Wanneer men stelt, dat de verkoop van populaire geneesmiddelen moet worden beperkt tot degenen, die het diploma van drogist hebben verworven, dan zou men hier meteen aan moeten toevoegen, dat deze stelling in feite betekent, dat men driekwart van de groep, waarvoor men optreedt, binnen afzienbare tijd het recht wenst te ontnemen populaire geneesmid delen te verkopen, zo zei de heer Van den Berg, nadat hij had meegedeeld, dat het aantal drogisten, die de vakopleiding hebben voltooid, nauwelijks 1800 bedraagt. Het dagelijkse bestuur van de UNREF de organisatie van de V.N. die gelden voor de hulp aan vluchtelingen beschik baar stelt heeft gisteren te Genève met algemene stemmen een voorstel van Amerikaanse zijde aangenomen, waardoor het oorspronkelijk door de hoge commis saris van de vluchtelingen, Auguste Lindtj gevraagde bedrag voor de uitvoering ran het hulpprogramma voor de Hongaarse vluchtelingen in Oostenrijk van 4% tot 3% miljoen dollar wordt teruggebracht. Dp Amerikaanse afgevaardigde zei, dat het geschatte aantal vluchtelingen, dat waarschijnlijk aan het einde van dit jaar nog in Oostenrijk zal zijn, wellicht aan de hoge kant zal blijken te zijn. Lindt ging akkoord met de besnoeiing op voorwaarde, dat de kwestie, indien dit noodzakelijk mocht zijn, op de volgende bijeenkomst van het dagelijks bestuur herzien zal kunnen worden. Hij verklaar de voorts, dat „een kamp voor de vluch telingen dezelfde verschrikkelijke aan trekkelijkheden heeft als een slop". En daarom zal zijn bureau de opheffing van de kampen blijven beschouwen als basis voor zijn werk, zo zeide Lindt. Evenals reeds tal van jaren gebruike lijk Is, zal de postdienst op beide Pink sterdagen worden uitgevoerd als op zon dagen. Op die dagen lopen de nachtpost treinen niet. De verzending op zaterdag 8 juni a.s. is als op andere zaterdagen. De bestelling verschuift van maandag naar dinsdag 11 juni. B Woi Vr°sg zich af. waarom de Kamer 'p-. etsmpo,-,1- ^maatregelen zou nemen als alle e„r tegen zijn. De huur-'ers zijn er ela t verhuurders ook Van een stiag wil men ook niet weten. De DEN HAAG, 4 juni Dat de P.v.d.A. welbewust streeft nakr socialisatie zowel van het woning- bezit als van de landbouwgrond, is dezer dagen weer duidelijk naar voren getreden. De voorzitter der P.v.d.A., de heer Vermeer, onderstreepte in een vorige week gehouden rede nog eens uitdrukkelijk de wenselijkheid van socialisatie van het woningbezit, terwijl minister Mansholt zich vandaag in de Eerste Kamer onomwonden uitsprak voor socialisatie van de landbouw grond. Hij deed dit in aansluiting aan het betoog, dat zijn partijgenoot prof. Schermerhorn vorige week te dezer zake had gehouden bij de behandeling van de begroting van landbouw, visserij en voedselvoorziening in de Eerste Kamer. Ook prof. Schermerhorn had zich toen voor stander getoond van een socialisatie van de land bouwgrond. Het zou, aldus minister Mansholt, een weldaad zijn voor de agrarische wereld en voor het Nederlandse volk, als de grond gemeenschapsgoed zou zijn, welke door de gemeenschap aan de boer ter beschikking wordt gesteld. De structurele ontwikkeling in de landbouw (met name de sanering in deze sector van onze volkshuishouding-, de bestaanszekerheid van de boer en de continuïteit in het landbouwbedrijf zouden bierdoor in hoge mate zijn gediend. De bewindsman merkte hierbij uitdrukkelijk op, dat dit zyn persoonlijke mening was, en dat hij dus te dezer zake niet sprak als lid van het kabinet. Als minister verklaarde hij. dat het thans gevoerde agrarische prijsbeleid van de regering de beste kansen biedt voor de sociaal en economisch goed-geleide bedrijven. worden gesticht of dat bestaande bedrij ven worden gesplitst. Ook moet worden voorkomen, dat bij het ontbreken van kin deren bedrijfjes van 34 ha door derden worden voortgezet. In verband hiermede ging de minister nader in op de kwestie van de vestigings eisen voor landbouwbedrijven, ten aan zien waarvan de K.V.P.-woordvoerder, de heer Mertens. zich vorige week zeer ge reserveerd had uitgelaten. MINISTER MANSHOLT Weldaad Wat het vraagstuk van de sanering be treft, met name de opheffing van kleine, niet-rendabele landbouwbedrijven, vrees de de bewindsman, dat langs vrijwillige weg alleen geen oplossing te bereiken is Ook langs niet-vrijwillige weg zal naar een zekere sanering gestreefd moeten worden. Zo zal voorkomen moeten wor den, dat nieuwe onrendabele bedrijven Het gaat hierbp, aldus dr. Mansholt, om tact stellen van een minimum-grens, die in de toekomst wellicht successieve lijk kan worden verhoogd. Zo zullen er vestigingseisen gesteld moeten worden ten aanzien van de minimum-omvang van het bedrijf, met name een regionaal gedifferentieerde minimum-oppervlakte en een bepaafd minimum-arbeidsuren. Er zal hierbij overigens, zo voegde de bewindsman er geruststellend aan toe, met de nodige soepelheid te werk wor den gegaan. Wat de uitvoering van deze sanering betreft, dacht de bewindsman aan inschakeling van het landbouw schap en de grondkamers. Wetsontwer pen zijn te dezer zake in voorbereiding en zullen waarschijnlijk nog in deze parlementaire periode gereed komen. Kan de Nederlandse landbouw zich handhaven bij een eventuele daling van de prijzen op de wereldmarkt en een snelle industriële ontwikkeling? Dit vraagstuk, vorige week door prof. Schermerhorn aan de orde gesteld, is In nationaal verband niet op te lossen, zo antwoordde de minister. Dit kan slechts geschieden binnen het kader van grotere verbanden, waarbij de heer Mansholt na tuurlijk in de eerste plaats dacht aan de totstandkoming van de Euromarkt. De bewindsman was het eens met de heer Louwes (V.V.D.) ,dat het landbouw beleid een normaal onderdeel dient te zijn van het algemene sociaal-economische beleid en dat over de noodzaak hiervan veel wanbegrip bestaat. Het thans ge voerde landbouwbeleid wijkt echter, zo meende de minister, niet af van het alge mene beleid op sociaal-economisch ge bied. Tn dit beleid past het beschermen van de markt tegen ontwrichting van buiten en eventueel van binnen uit. Het is echter zeker niet zo, dat het landbouw beleid volmaakt en evenwichtig is. Zon der te willen streven naar perfectionisme moet worden gezegd, aldus spr., dat er onvoldoende ontwikkeling is in het land bouwbeleid. Het is een feit, dat het prijsniveau voor een aantal produkten belangrijke ver liezen oplevert. De ervaring van de laat ste 20 jaar heeft geleerd, dat de Neder landse staat de landbouw niet in de steek laat. De staat zal dit echter niet doen tot elke prijs. Het is waar, dat de Neder landse landbouwers hun bedrijven goed beheren. Maar er mankeert nog het een en ander aan de produktie-methoden. Dit verhoogt de kostprijs en vermindert de welvaart van de boeren. Het begrip van het Nederlandse volk voor de toestand in de agrarische wereld moet gepaard gaan met de bereidheid van de landbouw de hand in eigen boezem te steken. Er zijn twee wegen om de levensstan daard in de landbouw te verhogen tot het niveau in andere sectoren van het be drijfsleven. De eerste is het aanwenden van arbeidbesparende methoden ter ver hoging van de produktiviteit en de tweede is het kunstmatig optrekken van het wel vaartsniveau in de agrarische sector ten koste van de gemeenschap, aldus de mi nister. De bewindsman erkende, dat de blok kering van de vergoeding der eigenaars- lasten in de landbouw, waarop ook vorige week weer veel kritiek was geleverd, een onaangename maatregel is. Als de nodige gelden beschikbaar waren geweest, dan was zij zeker achterwege gelaten. Maar gezien de financiële situatie was deze maatregel onvermijdelijk. De minister was nog niet in staat zekerheid te verschaf fen ten aanzien van het moment van deblokkering. Wel is het zeker, dat dit niet za) gebeuren vóór 1 januari 1959. De uitbetaling van deze geiden heeft in dit geval een hoge urgentie In het regeringsbeleid. De verhogingen van de melkprijs per 1 juli is al evenzeer een onvermijdelijke maatregel, zo verklaarde de heer Mans holt verder. Van de subsidie zal 4 cent gehandhaafd blijven. De prijs voor con- sumptiemelk zal dan op een niveau ko men, dat nog gunstig afsteekt bij het bui tenland. Wat de arbitrage in het geschil met België over de invoer van tomaten be treft, deelde de minister mede, dat de Nederlandse leden van de arbitragecom missie zijn aangewezen. De Nederlandse permanente vertegenwoordiger in deze commissie is prof. C. H. F. Polak uit Lei den als opvolger van prof. Samkalden. Ten aanzien van de kwestie van de oesterteelt in de Oosterschelde verklaar de dr. Mansholt, dat niets zal worden nagelaten om een oplossing te vinden. In laatste instantie zal de uitvoering daarvan afhangen van de daaraan verbonden kos ten. Bij de replieken merkte de heer Geuze (CHU) op, dat de van PvdA-zijde bepleite socialisatie van landbouwgronden uitein delijk zou uitlopen op de kolchoze, zoals deze achter het TJzeren Gordijn bestaat. Minister Mansholt antwoordde hierop, dat een dergelijke vergelijking zonder .uitleg beneden de maat was en niet meer dan een frase. Over bet antwoord van de minister in zake dc blokkering van dc bedragen, ge moeid met de verhoging van de normen voor bedrijfsgebouwen in dc kostprijsbe rekeningen voor garantieprijzen van land- bouwproduktcn was de Kamer in meer derheid niet tevreden- De heer Geuze diende daarom een motie in, welke mede is ondertekend door de heren Rlp (AR), Thurlings (KVP), Mertens (KVP) cn Lon- wes (VVD) en waarin de regering wordt uitgenodigd alsnog middelen te beramen om de betrokken bedragen zo spoedig mogelijk tot uitkering te brengen volgens thans vast te stellen betalingstermijnen. Hierbij wordt overwogen, dat bij de blok kering, welke naar haar wezen een uil- stel van betaling vormt, geen enkele ze kerheid is geboden omtrent het tijdstip van beschikbaarstelling, terwijl toch reeds onmiddellijk een herziening van de pachtnormen en daarmede van de feite lijke pachten zal intreden. Bij gebreke van die zekerheid dient de voorgestelde handelwijze volgens de ondertekenaars om redenen van rechtvaardigheid en op zakelijke gronden te worden afgewezen. Minister Mansholt achtte deze motie hier minder op haar plaats. Zij was meer op haar plaats geweest bij de bespreking van de bestedingsbeperkingsnota. Overi gens zal de regering niet kunnen voldoen aan de daarin vervatte uitnodiging om meer klaarheid te verschaffen over de data van uitbetaling. Dit zal geheel af hangen van de vraag, hoe de financiële toestand zich zal ontwikkelen. Deze kwestie, zo herhaalde de bewindsman, heeft een hoge urgentie ln het regerings beleid. De Kamer zal moeten oerusten in het vertrouwen, dat de bedragen zo spoe dig mogelijk zullen worden uitgekeerd. Op grond van deze overwegingen wees de minister de motie van de hand. De heer Geuze verzocht nadat voor zitter Jonkman de beraadslagingen over de begroting gesloten had. om hoofdelij ke stemming over zijn motie. Deze stem ming werd door de voorzitter iot morgen uitgesteld. Hierna begon de Kamer met de begro ting van het Departement van Zaken Overzee. Door verschillende sprekers werd het bestaansrecht van dit departe ment in het geding gebracht. De heer Kraay vanger (KVP) ver klaarde moei lijk ie kunnen instemmen met het voortbestaan van dit de partement op dit moment en in de huidige omvang. Met de Antillen en Suriname als 'e'.fstandiee delen van het Koninkrijk moeten de werkzaamne- den ten depar- IR. KRAAYVANGER Geen bestaansrecht partemente t-a.v. deze gebieden gering zijn. Een afzonderlijk departement is op zichzelf niet wenselijk. In ieder geval hadden kosten en omvang al veel eerder belangrijk moeten worden Ingekrompen. Ook de heer De Vos van Steen wijk (VVD) betwijfelde, of een afzonderlijk de partement nodig is. Kan de arbeid, door de minister verricht, ook niet worden ge daan door een staatssecretaris, zo vroeg hij de bewindsman. De heer Tjalma (AR) had, zoals te ver wachten was de ARP heeft zich bi) de kabinetsformatie van begin af sterk ver zet tegen handhaving van dit departe ment ook ernstige bezwaren tegen dit departement. Het verbindt ln zich, wat niet bijeen hoort. Alleen de heer Reijers (CHU) was de enige, die het opnam voor het voortbestaan ervan, hetgeen wel zal samenhangen met het feit, dat er dank zij dit voortbestaan een tweede CHU- figuur in het kabinet zitting heeft. Over de gang van zaken t.a.v. het Tien jarenplan in Suriname was men niet zo tevreden. Oefent de Nederlandse missie niet een remmende in plaats van een stimulerende invloed uit, zo vroeg de heer De Dreu (PvdA) zich af. Zij mengt zich teveel in kwesties, waarin men gerust de beslissing kan overlaten aan de Suri naamse regering. De mede-financiering van het plan mag er niet toe leiden, dat alle beslissingen in Nederland komen te liggen, aldus de PvdA-spreker. Ook de heer Kraayvanger liet een der gelijk geluid horen. Door het te uitge breide controle-apparaat is veel van de charme van spontane hulp verloren ge gaan, zo meende hjj- Het beste zou zijn, van onze kant een gemachtigde aan te wjjzen, die zou kunnen samenwerken met het Surinaamse planbureau. Ook de door de Antilliaanse regering voorgenomen uitwijzing van een Neder landse journalist werd ter sprake ge bracht. De heer Reijers vroeg te dezer zake volledig te worden ingelicht. De persvrijheid is immers een Koninkrijks aangelegenheid. De uitwijzing zelf noem de hij een betreurenswaardig besluit. De heer Kraayvanger vroeg, of de wei gering van de wnd. procureur-generaal van de Antillen om gevolg te geven aan de opdracht tot uitwijzing van de bewus te journalist een gerechte grond was voor zijn ontslag. Minister Helders zal morgenvroeg ant woorden. Ad Int.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 5