Het Nederland.se amusementslied onderwerp van veel kritiek A jpjm IA VODROOriG VfOUO i: GEMOTIVEERD BOD? CIJFERPUZZEL No. 19 m m h WA, SCHAKEN Wlfito iülïï ii om 12 juni 1815: Naar het laatste carré m 'i^m m I ftfw Het GrohheJtonnetje Bridqerubriek Het juiste lied op de juiste plaats Ben H. Jongejian §r% 1 I I 8 -M. m sus JfP m m. HH lüi m, 3 Wie geeft het j11^ antwoord? Nog even: de G^\ Draeck WK 1008 2 2H 810 8 2835 336 288 8 ZATERDAG 8 JUNI 1957 WÊ ,/m 'WM i 9 mm mm Oplossing 6S, O 35 103Z 92/60 280 17280 270 315 360 11520 2 7 1 3 9 1 1 9 5 1 9 8 0 7 5 9 5 9 3 00 1 H 1 9 8 eze jW*!', Jules de Corte, subliem pianospel Onlangs hebben wij op een bruiloft het meest wanstaltige welkomstlied gezongen, dat ooit aan het papier is toevertrouwd- Het diende gezongen te worden op de wijs van „Hoe wapp'ren de kleuren van Nederlands vlag", het geen wij persoonlijk als een belediging van die vlag hebben opgevat. De uit vinder van de drukkunst wie het dan ook geweest mag zijn heeft zich waarschijnlijk bij iedere regel in zijn graf omgedraaid, wat overigens voor hem onaangename gevolgen heeft, want het vers had een oneven aantal regels. Sindsdien vragen wij ons nog verbe- tener dan voorheen af, wat nu toch eigenlijk bepaalt, wanneer een .liedje' goed, of zo u wilt, mooi is. Wat stelt „de 'grote men" als criterium bij de beoordeling van een cabaret- of amuse mentsliedje. Het lijkt ons dienstig enige facetten, die hiermee in verband staan te belich ten. Wij gaan niet verklaren hoe het komt, dat het ene lied een tophit wordt en het andere niet. Hierbij spelen tien tallen factoren een rol. Zelfs al zou men al deze factoren kunnen kristalli seren, dan weet men nog niet, waaraan het succes te danken is. Wel hopen wij te bereiken, dat de produkten op dit gebied, enerzijds met wat meer, anderzijds met wat minder kritiek ontvangen zullen worden, zodat u en wij in het vervolg voor beleve nissen als bovenomschreven worden gespaard, terwijl wij aan de andere kant geen eisen moeten stellen, die de opzet van het lied voorbijstreven. Laten wij de Nederlandse liedjes om te beginnen verdelen in twee grond vormen: Het cabaretlied en het zo nu maar te noemen Pretlied. Laten we vervolgens de tekstschrijver als va der en de componist als moeder be schouwen en even buiten beschouwing laten, dat men dus op dit gebied va der en moeder tegelijk kan zijn. Wij zien dan, dat de cabaretliedjes vooral de eigenschappen van de vader in zich verenigen m.a.w. dat die eigenschap pen het meest naar voren komen. De tekst is verhalend ofwel betogend en dikwijls hebben ze een al of niet uit gesproken moraal. Meestal zijn deze liedjes ook aardig om te lezen en ze kunnen zijn cynisch, satirisch, karika- turisch of kolderachtig enz. enz. Van veel belang is natuurlijk ook de uitvoering, die het liedje op zijn voor deligst moet laten uitkomen. Wanneer een lied cynisch is bedoeld en het wordt kolderachtig voorgedragen dan is de kracht er voor een groot gedeelte af en zo zijn er tientallen wancombina- ties te maken. Een liedtekst is dan goed (of sterk), wanneer de componist en de uitvoerende direct de bedoeling van de schrijver er aan kunnen aan passen. Bij deze categorie echter is de muziek ondergeschikt en zeker niet es sentieel. Zij dient slecht ter onder steuning van de voordracht, ter ac centuering van de stemming en ter onderstreping van de bedoeling van de schrijver. Dit wil echter niet zeggen, dat er geen produkten bij zijn met bui tengewoon knappe muziek dat er in deze materie geen grenzen te trekken zijn. Zij vallen pas op, wanneer er fou ten begaan zijn. Om de ondergeschiktheid van de mu ziek te illustreren, is het misschien aardig om enige voorbeelden te noe men. Over de liedjes van Coos Speen- hoff kan men op het ogenblik oorde len zo men wil, een feit is, dat deze man in zijn tijd een vare omwente ling in het Nederlandse lied heeft ge bracht. Wij komen daar nog op terug. Nu willen wij slechts aanduiden, dat de muziek, die hij componeerde, maar vooral de wijze, waarop hij deze uit voerde, ten hemel schreiend was. Alex de Haas, een kenner van het Neder landse (en het buitenlandse) lied bi] uitnemendheid, zegt dat Speenhoff van beslissende invloed op het Nederland se Cabaret is geweest, maar spot ook met „zijn valse gitaar waarop hij slechts twee of drie akkoorden aan sloeg en dan meestal nog de verkeer de". Het moet eens gebeurd zijn, dat Speenhoff op 'n avond weer verschrik kelijk met zijn gitaar stond te haspelen Er stapte toen een eer het podium op, ging achter de piano zitten en zei: „Zing maar op dichter ik zal je wel begeleiden". Hoewel deze pianist de muziek niet kende en het ook niet op papier voor zich had, ging het zó goed, dat Speenhoff zijn begeleider na afloop vroeg of hij voor vrije reis- en ver blijfkosten en tien gulden extra af en toe eens als begeleider op wilde tre den. „Dat zou ik wel willen, maar het zal niet gaan, omdat ik vast zit aan het Concertgebouworkest. Ik ben Willem Mengelberg", was het antwoord en Speenhoff sukkelde maar weer verder met zijn gitaar, wat inmiddels niet ver hinderde dat hij ov~~al volle zalen trok. Hiermee is maar bewezen, dat de tekst van deze liedjes doorslaggevend is en op de tweede plaats, dat de mu ziek, hoewel ondergeschikt, er als het ware in ligt opgesloten zodat kenners deze onmiddellijk ontdekken. De cabaretliedjes hebben dus een persoonlijk stempel, vooral van de „vader" en ook van de „moeder" en het hoeft geen betoog, dat kunstenaars die èn goede teksten schrijven èn goe de muziek en die bovendien nog een goed acteur zijn een streepje vóór heb ben op anderen, die slechts één onder deel beheersen. Want hoewel wij voor het gemak de verschillende onderdelen even gescheiden hebben; feitelijk be staat die onderscheiding niet. Wanneer u een boekje met „Door sneeliedjes" van Annie M. G. Schmidt doorleest, dan heeft u verrukkelijke lec tuur. Het gemis van de muziek voelt u nauwelijks, de muziek ligt in de tekst en het moet een genot zijn daar mu ziek op te maken. Jules de Corte is zo'n man, die een streepje vóór heeft. Hij is een voor treffelijk componist, maar heeft ook de gave. om „andersom" te werken, dat wil zeggen bij het horen van een stuk muziek weet hij onmiddellijk de ele menten eruit te halen, waarop hij een nieuw lied kan baseren. Soms is hier een nieuw arrangement van de muziek voor nodig Dit is een gave, die meestal wordt onderschat. Op iedere bruiloft en bij ieder jubi leum komen wel enige vrolijke broe ken naar voren, die op een bestaande „wijze" 'n lied hebben gemaakt. Hart verheffend zijn dezr liederen meestal niet en begrijp ons goed dat is ook helemaal niet zo erg. Iedereen weet echter, dat hij feitelijk „In het groene dal, in het stille dal" zit te zingen, waar met kunst- en vliegwerk een min of meer toepasselijke tekst bij is ge fabriceerd. Bij Jules de Corte echte: gebeurt het vaak, dat men de melodie kent maar haar niet thuis weet te brengen. Men heeft het meer gehoord, maar waar en wanneer? Pas na enig denken komt men er achter: Er is een nieuw lied geboren. Natuurlijk zijn er meer goede tekst schrijvers. Vooral de twee genoemde maken liedjes, die op zichzelf staande volkomen afgerond zijn. Er zijn n.l. ook cabaretliedjes die slechts passen in het raam van een bepaald programma. Zij vo: ren een schakel in de ketting. Als schakel op zichzelf hebben zij geen waarde, ofwel vermin deren sterk in waarde. Deze liedjes zijn daarom niet altijd minder goed; het is een factor, waarmei bij de beoorde ling rekening gehouden moet worden. Veel meer factoren zijn er nog, en wij hopen daar in =>en nadere beschou wing op terug te komen. Na deze en kele losse gedachten willen wij eerst echter naar een ander uiterste over gaan: het zo nu m ar te noemen „Pret lied". Deze liedjes moeten op de eerste plaats de eigenschappen van de „moe der" bezitten. De muziek moet in staat zijn om tot meezingen ',e dwingen; de tekst kan geheel ondergeschikt zijn. Als er maar voldoende linkers in voorko men, om de vreugde te uiten. Het suc ces van buitenlandse teksten is voor een groot deel hieraan te wijten. Nie mand vrijwel weet, wat hij zingt, slechts de klanken zijn van belang. De waarde van deze liedjes moeten we ook al weer niet onderschatten. Mensen, die altijd maar met het woord Cultuur schermen zij de felste tegen standers van liederen aL „Van je hela hola houdt er de moed maar in" (telt u de klinkers maar eens). Is het nu echter zo erg, dat mevrouw Jansen, als ze een week lang hard gewerkt heeft, met meneer Pietersen in de po lonaise lopend al haar spanningen in dit lied uitzingt. En mag meneer Bak ker, die een stem heeft die alleen nog maar geschikt is, om er notemuskaat op te raspen ook eens zingen, zo maar met de enige pretentie om wat te zin gen? Een sprekend be wij.dat de men sen daar nu en dan nu eenmaal be hoefte aan hebben is het succes van een man als Lou Bandy. Zijn liedjes zijn moeilijk te lezen en hoogstens onder te brengen onder het hoofd „Badkamerpoëzie". De couplet ten hangen als los zand aan elkaar en het tweede heeft dikwijls niets meer met hei eerste te maken. Maar steeds weer komt er een ref-ein.. „Allemaal' en dan zongen zalen vol allemaal Gezellig en het refrein was nog niet uit of de schorre stem van Lou Bandy vulde (of vult soms log) weer de he le zaal tot de uiterste hoekenEn daarom houd ik zo van beesten., bruin gebraaien op mijn bord gesel- lig". Weinig subtiel allemaal en hele maal geen „cultuur", maar in staat om Jansen zijn eksteroog en van Zoe- len zijn managerziekte te doen verge ten. Daarom dus waardevol, maa: waardevol op een andere manier en om een andere reden dan een cabaret liedje. Wanneer deze onderscheiding wat meer in het oog gehouden werd, dan zou „het grote publiek" wat meer waar dering op kunnen brengen voor het ca baretlied; de „cultuurmensen" zouden het „Lied van de kantine" minder gaan verfoeien. In een volgend artikel hopen wij de verschillende onderdelen van ieder van de twee genoemde soorten liedjes na der te specificeren Coos Speenhoff, sukkelde met gitaar. m i v No. 3064. 8 juni 1951 Redacteur: G. J. A. VAN DAM, Vossiusstraat 18, Amsterdam-Zuid Alle correspondentie aan dit adres. Bij vragen om inlichtingen s.v.p. posizegel voor antwoord insluiten. INTERESSANTE PARTIJ- MOGELIJKHEDEN De vorige week, tijdens het prominen- tentoernooi te Amsterdam, georganiseerd door de damvereniging „Gezellig Samen zijn" ter gelegenheid van haar 50-jar!g jubileum, logeerde oud-wereldkampioen B- Springer bij mij. In een vriendschappelijk partijtje hadden de onderstaande standen kunnen voorkomen: No. 3506 B. Springer m 9 9 V//7/ VM&. gOt '■"vfd SR ■■•iaa 'Mfr tjjjgL WK, Geo van Dam Zwart: 2, 4, 69, 1218, 20 21, 24. Wit: 26—29, 32—35, 38, 39, 4145, 50. Zwart aan zet. In deze stelling zou zwart „één om één hebben kunnen ruilen, welke ruil hem, bij verkeerd slaan van wit, de gelegenheid zou hebben gegeven tot het uitvoeren van een fraaie combinatie, namelijk: Zwart 1 17—22! Nu is wit gedwongen tot 26 v 17 en zwart tot 22X11. Maar zou wit geslagen hebben: 28X17 dan vervolgt zwart met 2. 18—23. Wit 3. 29X18, 13X11. 4 26X17- 11X31. Wit is nu een schijf achter en ge dwongen tot 4136. Nu komt zwart met de verrassende zet 2429! Wit 6. 34X23 gedw-, zw. 2024 of 25. 7. 36X27, 24 of 25—30. 8. 35 X 24, 15—20. 9. 24X15, 4—9. 10. 15X13 en 8X48 met winst. Enige zetten later zou de stand, na een kleine wijziging, hebben kunnen zijn a.s hieronder is weergegeven. No. 3507 r^// wRi "wwi /tws Zwart: 2, 6. 8—19, .21, 25. Wit: 26—29, 32, 33, 35, 36, 38 -40, 42—45, 46. Hier blijken wit's speelbare zettpn klei ner in aantal dan het schijnt. Bijvoor beeld: Op wit 1. 29—24, 19X30, 2. 35X24 volgt 28—23!. 3. 28X19 en 14X23- Thans dre,gt zwart met een damzet door 13—13, 24X4, 1218, 4X22, en 17X48. Uitruilen met 3329 baat hiertegen niet. Ook 33 28 faalt door 1319, 1218 enz. Gedwongen is dus 42—37, maar dan volgt 23-28 enz. En offeren door 32—28, 23X32 geeft even eens schijfverlies, omdat op bijv. 3329 zwart vervolgt met 3237. 42X31, 21X32, 38 X 27, 17—21, 26X17, 32X12. Op wit 1. 4237 komt direct 1722 enz. Op wit 1. 3934 vervolgt zwart met de verrassende zet 1520!! Dit is van zwait zowel een lokzet als een oersterke nositie- zet. Er volgt nu op 2 42—37, 1722! En op 2. 36—31 of 46—41, 25-30! 3. 35X4, 19—23 4 28X10, 9—14! 5. 10X19, 13X24. b 29X20, 2—7. 8. 4X22. 17X50. 9. 26X17, 12X43. 10 33—29 gedw., 50—28 en zw wint. Op 2 3530 volgt schijfwinst door (eerst) 26—24 3. 29 X 20 en dan 19—23 met 13x35 enz. Op 2. 29—23, 18 X 29 3 34 X 23 volgt ver nietigend 17—22- 4. 27X7, 10—15. 5. 26X17, 11X22 en zw. wint. Neemt wit de damzet door 2. 29—?3, 18X29. 3. 33X4, dan krijgt zwart een ovei- machtwinst dodr 19—23. 4. 28X10, 13—18. 5. 4X22, 17X50. 6. 26X17 en 12X13. Er zijn nu nog twee zetten, die wit kan spelen, namelijk: 44 of 4339. (Var. A. en B Op 2. 4439 zou volgen 1923. 3 28X19 en 13—24!! Reeds thans merk ik op. dat zwart hier slagkeuze heeft, maar dat hij na 2 44 - 39 alleen winnen kan door 13X24 te slaan en zoals straks zal blijken en na wit's 2. 4339 alleen wint door juist andersom, naar het centrum, te slaan met 14X23! Dus op A. 39—34. 15—20. 2. 43—39, 19—23. (Schaakredacteur P. A. KOETSHEID. Huize St.-Bemardus, Sassenheim). (Zaterdag 8 Juni). DE PROBLEMEN VAN DEZE WEEK Onder no. 7560 brengen wij een driezet met een verrassende variant in de oplos sing. Of deze vlug gezien zal zijn? De rest van de ontleding is van weinig ^be lang. Onder no. 7561 brengen we een twee- zet van ons zelf. Het oordeel laten we daarom liever aarf de lezer over. Het is immers moeilijk van eigen werk een juis te maatstaf aan te leggen. Een lichte op gave is no. 7562. Beide tweezetten beho ren tot de groep van de Merediths. PROBLEEMOPLOSSINGEN No. 7551 H. en P. Ie Grand. Opl. 1. Ta4 dreigt 2. Pc2f enz. 1Dc5, 2. Pd3t enz. 1Le5, 2. Pa2f enz. No. 7552. Jac. Haring. Opl. 1. Pe8 dreigt 2. Ld6tf. Zowel 1. Da3 als 1. Lb4 weer legt zwart door 1Td5. No. 7553. A. Ahues. Opl. 1. Dd4 dreigt 2. De5tt. Niet 1. Dg7, wegens 1Te4! GOEDE OPLOSSINGEN Deze drie problemen werden goed op gelost door: A. C. Diepstraten, Breda; L. F. Hendriks, Horn; dr. A. Hoynck van Papendrecht, Bergeijck; F. Pijls, Maas- bracht; L. v. Riel, Rotterdam. Nos. 7551 en 7553 door L. M. v. D., Maassluis; J. Dickhaut, Nijmegen. Nos. 7552 en 7553 door mr. dr. R. Brom berg, Roermond. No. 7552 John Aupdng, Joppe; W. H. Haring, Schipluiden. No. 7553 B. Kouwenhoven, Rotterdam. Van de nos. 7548, 7549 en 7550 verzuim den wij in onze vorige rubriek te ver melden F. Pijls, Maasbracht. No. 7562. K. Junker, tweede prijs „Züri- cher Woche" 1956. Mat in twee zetten. Wit: Kc7, Da3, Th4, Le6, Pf7—g2;. Zwart: Kd4, Lal—h3, Eg4—g8; e4. Oplossingen over drie weken. Mogen we nog eens op tijdige inzending aandringen? No. 7560 F. METSENAUER, IJsland 2e prijs Arbejder Skak 1956-1 Mat in drie zetten. No. 7561 P. A. KOETSHEID Eerste plaatsing Mat in twee zetten WM 3. 28X19, 14X23! Er dreigt thans 23-28, 32 X 23 gedw., 21 X32, 38X27. 20—24 met 29X20 :n 18X47. Op wit 3 3530 volgt de hiervoor ge noemde damzet met overmachtswinst. Op wit 3. 29—24, 20X29. 4, 33X24, 23—23! Op wit 3. 4641 komt weer de damzet 23—28, 32 X 23 gedw.. 21X32, 38X27, 20 24 29X20, en nu met 18 naar 47, 20—15 gedw.' 1014 wint Blijft over wit 3 4237 maar dan volgt weer 2328 en, hoe wit ook slaat, zwart wint ten minste een schijf. Dus is ge dwongen: Wit 3. 33—28 nu zwart 914!, 28X19 13X33, 39X28 (gedw., op 38X29 volg' di rect 25—30, 1420! enz.), 25 —30 35 X4 14—19, 4 X 22, 19-23 28X19 2 -7 4X22! 17X48, 26X17. en nu niet 48X31, 36x27 wegens remise, maar: 12X43, 1914 4349 enz. wint. Laten we thans eens kijken wat het Ge volgd is van 1. 39—34, 15—20- En b'? 44-39, 19-23. 3. 28X19 en dan 13X24.' Er dreigt nu. 24—30, 17X48. Speelt Wit thans 29—23 dan volgt 18X29 5. .34X23, 10—15! enz- Speelt wit 4. 42—37 (gedw.), dan zwart ook 1015. 5. 3631 (gedw., op 3731, 913 en wit heeft tegen de 24—30, 13—19 enz geen weerlegging), 9—13, 6. 46—41 gedw! 13—19. 7. 4136 gedw., 27 en wit moet altijd verliezen. In de A. variant wint zwart dus door „slagspel", in de B. variant door „positie spel". Neemt zwart na wit's tweede zet (respectievelijk 43—39 of 4439) ,-Je uitruil door 19—23 verkeerd dan verspeelt hij daarmede de winst- In de diagramstand ;s wit 1. 29—24; of wit 1. 39-34; of 40- 34, dus positief verliezend. Blijven over de zetten 36—31; 4641 of 29—23 Men bestudere nu zelf eens wat daarvan de resultaten zouden zijn. EEN DAMBOEKJE VOOR DE JEUGD Bij G. B. van Goor Zonen's Uitgevers maatschappij te Den Haag is verschenen het boekje „Oom Jan leert zfln neefje dammen" door Alb. Loon en B. Springer. Het keurig uitgevoerde boekske is met aardige tekeningen geïllustreerd en geeft in beknopte vorm de hoofdprincipes van het damspel. De prettig geschreven tekst voert de jongelui, figuurlijk en letterlijk, „al spelende" in de tovertuin met de 100 velden. Het wijst hen de weg tussen de vele dwaalwegen en klippen waarop zij kunnen vastlopen. En, wat het voornaam ste ishun ogen worden geopend voor de schoonheid en logica van het dammen Terecht zeggen de schrijvers op pagina 71, na een mooi partij-fragmeni: „Dit is dus al weer een voorbeeld, dat dammen héél wat meer is dan alleen schuiven en slaan. Draai je vriendje die speigangen maar eens onder zijn neusje, dan zul je hem stellig wel kunnen overtuigen!" Het boekje is uitermate geschikt om de jeugdige dammers meer en beter inzicht te geven tn de „ernst van het spel". Het kan er hen wellicht toe brengen eens 1e gaan deelnemen aan de verschillende school- en jeugdwedstrijden, waarmede dan de eerste, werkelijke schreden zijn gezet op de weg naar een serieuze beoefe ning van deze tak van denksport. Een vrijetijdbesteding waarvan men zijn leven lang plezier kan hebben- De prijs van het boekje? Slechts 2,90. Iedere boekhandelaar kan het leveren. De twaalfde juni 1815 verliet Napoleon, aan liet hoofd van zijn merendeels ongeoefende soldaten, de Franse hoofdstad. Het begin van het einde! 1. De meeste vogels lusten h' rige rupsen, de koekoek Hem vergezelden mannen als Ney Grouchy, Bourmont. Michel Ney, prin ce de la Moskova, „Ie brave des bra ves" „de dapperste onder de dappe ren", maar nu een besluiteloze, lang zame. onzekere figuur. Emmanuel de Grouchy.... die de ontsnapping der Pruisen in de hand zou werken na hun nederlaag bij Ligny; zij konden zich toen verenigen met Engelsen. Louis de Bourmont. de verrader, die aan de vooravond van Ligny zich te Gmt bij de gevlnr-Vite knning. I.odewijk XVTTI, zou voegen. Tegenover hen Wellington, de „Trnn D"ke" Engelands IJzeren Hertog! En Bliicher „maar schalk Voorwaarts", gekwetst, vastge bonden op zijn paard, maar ongebro ken Zendag de achttiende juni vond de geweldigste veldslag der negentiende eeuw nlaats op het heuvelachtig ter rein bii Waterloo. Het had verschrik kelijk geregend. Zeshonderd vuurmon den. tweehonderdduizend soldaten, ku- rassie"s. cavalerie, muziekknrnsen die hef ..Veillons au salut de l'Emnire" speelden. „Waken i»p voor het heil van het keizerrijk!" Dit alles stond opge steld binnen e°n beperkte ruimte, be perkt, omdat de kanonnen van het veldgeschut niet verder droegen dan oen duizend meter: Napoleon en Wel lington stonden slechts een half uurtje gaans van elkander af. De Franse soldaten hadden patronen genoeg in hun tas. maar hun maag was leeg. terwijl dp Engelsen dubbele rant soenen kregen. De meedogenloos neerplenzende re gen maakte hen zo moe, dat ze in de modder omver vielen van de slaan! Maar toen om elf uur he* sein tot de aanval werd gegeven, bleek hun mo reel ongeschokt. Nanoleon schatte hun kans op negentig tegen tien. Zelf leed hij zulke hevjge niinen in het onderlijf, dai b„ de leid'ng van de veldslag gro- teodepls aan Nev moest overlaten. De Nederlanders, de man voorzien van tien patronen op z'n hoogst, moes ten de aanstormende infanterie met de baionet keren. De rode dragonders der Eng°l.sen zaaiden dood en verderf in •de franse gelederen, tot ze door ku rassiers werden teruggejaagd. Maarschalk Ney. over wie Napoleon oordeelde: „hii is zichzelf niet meer", gaf veel te vroeg het sein tot de nood lottige charge der cavalerie, terwijl Wellingtons carrés nog maar weinig hadden geleden. Zij waren schrijft Victor Hugo met 3500 man, reus achtige kerels op forse paarden. Zii hadden ijzeren kurassen aan en droe gen stalen helmen. Ernstig, dreigend, onverzettelijk, tussen geweervuur en kanongebulder hoorde men het gewel dige getrappel van honderden hoeven: een wirwar was het van helmen, van kreten, sabels, paardehnofden. Het leek. of een grote draak znr schubben schudde. „Vive l'empereur!" „Leve de Keizer!" Plotselinghet ravijn, door Ney, als naar gewoonte, onvoldoende ver kend, terwijl hij toch zelf als huzaar begonnen was. Een ravijn van vier meter dien. Ruiters en paarden stort ten er door elkander in. elkaar ver morzelend. niet anders dan één stamp pot en toen die droge gracht vol lag mei levende mensen, marcheerden de anderen erover heen. Driehonderd Franse kurassiers met driehonderd paarden vonden bij deze charge een wrede dood. „Doo- het gordijn van kruitdamp", aldus prof. J. Presser „door het ge bobde- honderden kanonnen heen het krampachtige, het afgrijselijke moorden en slachten van biina twee honderdduizend mensen on die onster felijk geworden dodenakker, met als hoogtepunten de bliksemende charges van Ney, ternauwernood door de En gelsen weerstaan, het moeizame op rukken der oude garde, die de over winning niet meer kon forceren en dan de donrhraak der Pruisen, de pa niek in het Franse leger, het redde- zieh-wie-kan! Duizenden doden, vijf- enzeventighonderd gevangenen heeft Nanoleon verloren. Het moet. een gru welijk schouwspel geweest zijn, als in d° late avond de laatste carrés zich in elkaar laten schieten, terwijl de grote horde der vluchtelingen al de weg tl"" Charleroi afjaagt. Napoleon liet de resten van zijn le germacht in de steek als tijdens de terugtocht uit Rusland en begaf zich naar Parijs, waar hij vier dagen later afstand deed ten behoeve van zijn znnn. d» Koning van Rome. Hii stierf aan maagkanker op Sint- FTelpna in 1821' zijn zoon overleed epn tiental jc-en later te Wenen aan de tering. Maarschalk Nev werd in 1815, tijdens „de, tweede Restauratie", gefu silleerd. e gele snavelrand van rijst de voedsel breng gStWJ valk 4. De „biddende „torenvi het terrein af naar muizen, rlinftf 5. Er zijn 2 soorten „en* r i<im Die op de kleigrond zijn gr"l5t vétg on de zandgrond. Vandaar *jli vjc ftauutfi i/uu. vaji""- in grootte onder de meikef® 6. Ts 1951 een meikeverja^t voor de Betuwe, dan zal l"a geweest zijn. U- de 7. De colorado-kever >s sche Oceaan overgestoken- m 'ntef5 8. De lork verliest 's naalden. .A'. de 9. Op het droge kleven - nlanties der vissen aan e 'k-UUf5' dier stikt, bij gebrek aan z iiff 10 De paling kent huid-3 en sluit de kieuwholten af n water gevuld te hebben. (|cli jjj' 11. Het heet, dat gierzwa]^ .e]S, 's nachts, met uitgebreide v' ten ri^agen door hogere luC gen(?) v 12. Een vronwtjes-koekoeK twintig eitjes leggen. ttij; 13. Het wonderlijke faceA'.p libel bestaat uit 20.000 face facet.ie is op zichzelf een oog- 1 bef® "t 14. Op de „blinde vlek' jtl gezichtszenuw het oog, daar c-ft niets. De „gele vlek" veroo scherpste te zien. -(jgl1 15 Des zomers doet het v0of de huid vitamine D ontstaan ajt> in de botten. Levertraan is rU tamine D. Op w' Vorige week schreven plaats, dat Piet Heyn de "L, S1 veroverde aan boord van z y. de Amsterdam !f "iinsrpi-Qam «a-j Enige tijd later sneuvelde indèr sebin. ..De Groene ™,'f rmr dit laatste schip genc'^'Lf'L" Aan de zoom van het donkere bos had moeder patrijs twaalf gladde, lichtgroene eitjes gelegd Zij zat, tij dens het uitbroeden, gedurig op het nest. Haar man hield de wacht en waarschuwde haar voor ieder gevaar. Hoe groot was hun vreugde toen uit de eitjes de jonge vogeltje kwamen, donzen diertjes, die al aanstonds naar de wijze lessen van hun ouders luister den „Jullie grootste vijand, lieve kin deren. is de slimme vos! Zodra ik een seintje geef, dat hij in de buurt is. sluipt ieder kind naar ziin schuilhoek tussen de struiken. Wij kunnen de vos niet aan, daarvoor zijn we niet sterk ge noeg Maar we zullen proberen om ziin aandacht van jullie af te leiden, als jullie ondertussen maar stil blij ven zitten!" Aldus luidde moeders eer ste les! Een paar dagen later sloop de slim me vos naar het donkere bos toe. Niet rechttoe rechtaan! Dan zouden de vo gels hem gauw in de gafen krijgen. Maar sluipend, langs een omweg. Hij kon de patrijzen niet zien. Blaar zijn fijne neus vertelde hem. dat hij er hoe langer hoe dichter bii kwam Plotse ling maakte hij een domme fout. Hij trapte op een dode tak en die rien hard „Krak!" Dat hoorde vader patrijs. Hij liet aanstonds een waarschuwend: „Kirrik" horen, en gooide zich toen op z'n fladderende vleugels. Het bennetje waarschuwde baar kuikens De dier tjes renden naar bun schuilplaatsjes en bielden zich muisstil! Blaar nu begon moeder met de vos. Ze hobbelde voor het loze dier uit en deed net, of ze een lamme vleugel had. Telkens deed Reintje een sprong om de vogel tussen z'n felle klauwen te kriigen. Maar telkens was het dappere moedertje hem juist een slag voor. De kuikenties zaten intussen doodstil on hun vprbo"gen plekjes. Hoe zou dèt aflopen? Verder en verder lokte het dannere hennetje de dood van haar kindertics weg. Een gevaarlijk spel letje! Kijk. déér kromde de rode rover z'n rug voor een laatste sprong maar toen strekte de patrijs haar vleu gels en vloog over een korenveld naar e i veiliger plaats. De bedrogen vos keek lelijk on z'n spitse neus! tuig zal eerlang onze worden aangeboden namen? t- té: .Varend Nederland", s Een onze- lezers vroeg j 0' 'n de loop der.bistorip van amt D-aeck" geworden is? sji Wf, Voor de beantwoording 2, bpf-iipeliike vragen. wende^jSttt altijd tot: „Nederlandsch **•- stcbeeevanrt Museum". beer g. ACox, waar men reid is alle gewenste in1'0 nekken. Deze luiden jj1 Mfc f Omtrent het lot van °ehj't) V dam". Piet Heyn's verovering der Spaanse 7." 1 1628. is verder niets bekc" waarschiinliik. dat dit, sctl,anie'L'Y a" de Westindische Como?®|j8K, Toen Piet Hevn tegen dp fl"st kaoers streed, was hfl in Staat. „De Groene Draeek <j in 1613 behoorde tot de f on de Bfaze. Het scbin i? G de i"ipiingen vergaan. bePfJe Wij kunnen alleen maar rle rrodeTie "nripck" een beschoren zal zijn. Als een bridgespeler een contract biedt, dat gemaakt wordt doordat de tegenpartij niet met de kleur uitkomt waarmee het spel down gespeeld had kunnen worden, heeft diie tegenpartij vaak de neiging de winnaar meesmuilend toe te voegen dat niet ziin bridgekunde, doch slechts geluk hem de gewonnen punten heeft bezorgd Een dergelijke opmerking vond b.v. ook na afloop van het onderstaande spel plaats: 6 5 3 a H 10 8 5 2 O B 7 4 •f. 10 7 V B 9 2 a 7 3 O H V 5 8 6 4 3 N W O Z A H 4 B 9 6 A 10 8 3 A H V 10 8 7 9AV4 O 9 6 2 B 9 5 2 Oost was de gever en begon te openen met 2 Sansatout; zuid paste en west maakte er 3 SA van, waarna iedereen paste. Zuid moest uitkomen en koos «$>2. Het zal u niet moeilijk vallen na te gaan. dat oost nu 11 slagen voor het oprapen had en dus zijn contract met 2 oversla gen maakte. Daarmede scoorden OW, kwetsbaar, 660 punten. Na afloop van het spel waren NZ vrij verbolgen, dat oost 2 Sans had durven openen met „niets in harten" en zij von den dat oost met zijn gokbodje maar een onrechtvaardige beloning had gekregen Noord verzuimde niet er nog op te wij zen. dat wanneer de NZ-spellen omge draaid hadden gezeten, zuid wél met har ten uitgekomen zou zijn en dat oost dan kansloos 1 down was gegaan. NZ waren het er dus gloeiend over eens, dat een uitkomst in harten voor zuid be paald niet in aanmerking kwam. Wie komt er nu van Aas-Vrouw-4 uit?! Nu geven wij gaarne toe. komst ongebruikeliik is mKei' ren, vastzittend aan de maag, braakt hij met die b weer uit. ff 2. De gels wijst de voedsel nremw-^gtM de weg in de vaak donker Jf 3. Ja, een jong vogelt?6 draaien in het ei. ma3' mi. ongebruikelijk is behoeft óaSj° vytJ verkeerd te ziin. Laten analyseren. Als zuid met *".vs "V hii daarin slechts iets reden) yï® als noord over tenminste Kee sterker beschikt. jgJ 1 ,(v' De uitkomst in Q echter is a i'f ;(j,: noord slechts 4 of 5 kaarten jjej heeft met de Boer of de Hec', jPjjt waarschijnlijk, dat de uitkoms c$oeVj' precies de 9e slag aan oost geven althans veel minde1" e^i' lijk dan de verwachting. óa W® komst in niets bereikt- za (IJ- ct V/ Krijgt zuid. na een uitkotn» jF-: een ontmoedigend „signaal ret> J1 altijd nog wat anders Pr2gj zou in dit geval natuurlijk G pv hebben, zuid had C? vervolg® y1 OW waren één down gegaa Zuid had dus hier niet tegenpartij, doch bij zichzelf ken. Iets wat bridgespelers doen vooral niet als er gebruikelijks van hen gevraa den. te i a'. In ieder hokje moet één NA 0 tot en met 9 worden ing®* o!jfpt i I dukt van die cijfers, in een ji ken rij in horizontale richt' zijn aan het getal, dat 'in riiF staat aangegeven, in vertica jei pf het getal dat boven staat. li® jtJ o.»-n„„ in eeoP r Staan er twee getallen i" g heeft het bovenste betrek^ 0p derste rlzontale rij en het on cale. o(Ii Cplossingen kunnen Xêef. tot donderdagmiddag. Er z'!n l' van 2,50 beschikbaar. Over de puzzelrubriek |S: gevoerd- t( n0' A :zd wisseling worden De oplossing van puz: 0 7 567 Ï080 168 81 1480 17920 160 180 32 HBO 9 260 W. J. Ponsen, Rijksweg De prijzen gingen deze Uijtewaal, Valckenboscr uiisen, xxijiaöw*-» f y Ph. J. A. Quanjer, R09,, A- Rotterdam-W.; A- 49a, Pironstraat Een postwisseltje wo 20, Tilburg ges1 iocoltip WOfO

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 10