Vrouwenbladen industrie Gospelsongs, Latijnse muziek, „Satc-hmo", Franse en Weense melodieën, Balletmuziek Kookkast stelt uw maaltijd ook samên Een veelzijdige gootsteen-machinerie ZATERDAG 8 JUNI 1957 Vorige week hebben we de Amerikaanse wonderkeuken via deze kolommen bezocht. Maar we hadden nog steeds niet de eerste kasteneenheid afgewerkt en al leen de bovenrij gezien. Nu be ginnen we beneden. Helemaal links zit een elektrische borden wasser, waarvan later enige fan tastische details zullen worden verteld. Daarnaast sluit een kast aan waarin zich de serviezen be vinden. Hiernaast sluit een lade aan, die alweer door de hand op het paneel ervan te leggen, naar buiten en omhoog gegleden komt en waarin verse groenten koel worden bewaard. Dan volgt daar naast een kastlade met een instal latie waarin de groenten worden schoongemaakt. D.w.z. er bevindt zich een diepe, beweegbare goot steen-voor-groenten in deze kast. Achter die gootsteen, op het aan recht, ziet men nu weer een apar te rij knoppen zitten. Drukt men op een van die knoppen, dan be gint de gootsteen-machinerie hetzij aardappels té schillen, het zij groenten in blokken te snijden, of in plakken, precies zoals ge wenst wordt en al naar gelang de groenten die men gebruikt. Afval verwijdert deze groenten-goot steen automatisch. Het is een van de meest ingenieuze vindingen, nog in geen wonderkeuken ver toond! Snelkokerij In de vierde eenheid rechts, welke de keuken va.n de eetruimte afscheidt, zit een van de grootste wonderen in deze keuken. In een van de bovenkasten be vindt zich n.l. de z.g. provisiekast met al of niet bevroren maaltijden en vers voedsel dat gereedgemaakt moet wor den. Men wenst b.v. varkens-carbo- naatjes, aardappelpuree en groenten. Met een druk op de knop van het con De klok zetten Gospelsongs, Latijnse mu ziek, „Satchmo", Franse en Weense melodieën, Ballet muziek. Wie Mahalia Jackson hoort zin gen, zal zich even verbaasd afvra gen hoe die kolossale vrouw een zo kinderlijk geloof weet te leg gen in haar extatische „Gospel Songs", zoals men haar liederen, geestelijke blues zou men ze kun nen noemen, meestal aanduidt. Sister Mahalia heeft zich tot roe ping gesteld om het evangelie uit te dragen, maar zij doet dit met een ritmische metriek, die het pri- Wassende serveertafel Hij wast, hij veegt, hij zuigt... mitieve van de jungle vasthoudt en overbrengt op de toehoorder. Men mag primitief niet vereen zelvigen met wreed, ruw en im moreel. Integendeel. Mahalia Jackson heeft van niemand min der dan de Empress van de Blues, Bessie Smith, geleerd hoe zij moest zingen. Rita Streich en Jacqueline Frangois Lichte muziek Mahalia Jackson Balletmuziek ,Het Zwunenmeer". Onsterfelijke muziek van Tschaikowski. SCOTHECARIA De Amerikaanse droomkeuken Pas nu kunnen we ons met de tweede kasteneenheid bezighouden. Deze staat tegen de achterwand. We beginnen weer bij de bovenlaatjes, die, zoals, men nu begrijpt, altijd diepe hoge kasten blijken te zijn wanneer ze neergedaald komen, doch waarvan men de ruststand alleen de onderkant kan zien. Déze bovenlaat- jes blijken allemaal aparte ijskasten te zijn. In een achterpaneel van deze een heid bevindt zich nog een tweede te levisie een muurtoestel en in de staande kasten zijn weer diepvries- en koelkasten aanwezig. Er is een apar te lade om salade fris te houden. Deze hele eenheid blijkt dus een gecombi neerde ijs-vrieskast te zijn, doch elke afdeling heeft eigen temperaturen. Nu de derde eenheid. Deze bevindt zich opzij rechts tegen de achterwand en in de eeiruimte. Zij herbergt de nieuw ste wasmachine-combinatie. Vuile kle ren worden hierin wei mèt, maar niet in water gewassen. Dezelfde machine maakt ze ook droog. Er is dus geen aparte droogmachinc meer nodig. En men kan ze zo droog of vochtig drogen in de machine als men wil. In deze een heid bevinden zich nog kasten voor berg ruimte. trolebord kan men nu het voedsel, dat men wenst, door de kast laten sorteren en het automatisch een aansluitende bo venkast laten toevoeren. In die kast be vinden zich verschillende afdelingen, welke elektronisch beginnen te koken, maar uiteraard op verschillende tempe raturen, juist zoals het specifieke voed sel dat vereist. Zonder dat de huisvrouw dus een kast opent of dichtdoet, kookt de maaltijd zichzelf en haalt ze die kant en klaar later uit de kast. Overigens is het niet zoveel „later" want het elek tronisch koken gaat ontzaglijk snel. Men bakt b.v. in drie minuten een hele cake. Het enige probleem met die elektroni sche kokerij tot dusver is, dat alles gaar wordt, maar zodra er van bakken en bruin worden sprake is, men dat moei lijk klaar krijgt. Spek bakken is haast onmogelijk, het spek wordt dadelijk gaar maar niet bruin, en zo is het met de cake en met gebraad, het wordt niet bruin! Het ligt minder aan de snelheid dan aan het eigenaardig kookproces zelf dat ,,van binnenuit" verwarmt, inplaats van van buiten naar binnen. Naast de wonderlijke maaltijdkast komt nu het tweede wonder. Als u op de knop drukt, komt een pracht van een gla zen oven neergedaald. Hier pleegt men zijn kippetjes en andere zaken te bak ken en braden, maar men moet de klok zetten wannéér ze in de oven gaan, omdat alles zo snel klaar is. In deze keuken is deze oven dus niet meer in de muur gebouwd, hetgeen op het ogenblik in de gangbare moderne keukens nog het geval is, maar komt uit een boven kast gegleden tot op de gewenste hoog te. Geen bukken meer. Naast deze oven in de vierde eenheid bevinden zich nog andere kookgelegenheden, .die eveneens naar beneden zinken. Onder in de kas ten zitten prachtige zware pannen. En er is geen sprake van dat men die pan nen zelf later schoon zal moeten krab- ben. Dat gebeurt automatisch terwijl het vuil (tot beenderen toe) zichzelf fijnmaalt en afvoert in een buis. Nu kunnen we nog eens gaan zien wat voor andere functies deze keuken verricht. B.v, die beroemde elektrische bordenwasmachine in de eerste eenheid. Dat is geen afwasmachine, zoals wij die kennen. Het is tegelijk een elektronische serveertafel, die op de wil van de knop aangerold komt en na een wuiven van de hand weer op zijn plaats terugrolt (het is een fantastisch gezicht om dat voor je ogen te zien gebeuren; hoeveel huisvrouwen hebben die droom van een uit zichzelf aanrijdende dientafel niet gedroomd)! In die dientafel zijn rekken gebouwd en die rekken kunnen zichzelf wisselen al naar gelang de knop waarop men drukt. M.a.w. wanneer men de tafel bij de keuken wil dekken, drukt men op de daarvoor bestemde knop van het con trolebord. Men krijgt echter gasten en wil dus niet zijn dagelijkse servies ge bruiken. Men dealt dit de kast via de knop mede en nu haalt deze afwaskast uit de aansluitende servies-kast de juis te rekken met het goede servies en wis selt ze voor de rekken met het schoon gewassen dagelijkse servies. Terwijl men bloemen in een vaas op tafel schikt, komt de kast na dit verrichte werk automatisch aangereden door de hele keuken, blijft vlak en zonder er ooit tegen aan te stoten bij de tafel staan, waar men het gerei uit de kast neemt, welke daarna weer terug rijdt. Is men klaar rrfet de maaltijd, dan laat men de kast weer komen, doet er het vuil servies in. stuurt de kast terug en deze begint nu het vuil van de borden te verzamelen, af te voeren, de borden schoon te schrapen en te wassen, spoe len en drogen. Nu zou een goede huisvrouw toch al tijd even de vloer moeten aanvegen na al die kokerij. Maar in de wonderkeuken hoeft dit niet. Want onder een van de eenheden bevindt zich een soort platte machine, die er als een moderne weeg schaal uitziet. Mevrouw drukt op een knopje en gaat dan verder met. haar gas ten praten. De platte machine komt. als voorheen de dientafel, tevoorschijn ge rold en begint de kruimels en het vuil zachtjes op te zuigen. Daarna begint de machine te wassen en te wrijven. Kris kras door de hele keuken heen, nooit tegen een meubel aanstotend, daar het door een elektronische „voelhoorn" ge waarschuwd wordt voor meubilair of muren. Het is een vreemd gezicht die machine daar zo vlijtig bezig te zien, terwijl geen mens er aan komt. Als de vioer smetteloos schoon is, glijdt de boender-zuiger terug op zijn plaats. En de huisvrouw kan voldaan zuchten. Ge lukkig, dat is weer gedaan.. grootste wandtapijt, dat ooit in Ne erland is geweven, wordt thans ver* 'aardigd bij de handtcevery Edmond e Cneudt te Baarn, Het tapijt, dat in opdracht voor de K.L.M. wordt geknoopt, j® bestemd voor haar nieuwe lounge in et stationsgebouw te Idleivild by New *°rk. Wanneer het tapijt, dat een ont werp is van de heer li. de Vos uit Rot terdam, klaar is, zullen 4 meisjes 6000 d, 7000 werkuren hieraan besteed heb ben. Het meisje op de achtergrond zoekt aan de hand van een schetstekening de kleurenwol uit. Het tapijt wordt 2)4 m hoog en 8 meier lang. Die vraag blijkt heel Wat zoeken de lezeres sen in een vrouwenblad? moeilijk te beantwoorden; een hier in Parijs gehou den congres van „de da mespers en de industrie" ■is er in ieder geval niet geheel en al in geslaagd Daar dit congres eigen lijk door de industrie werd opgezet was het vanzelfsprekend dat haast alle aandacht gevestigd werd op de artikelen die deze industrie aan de huisvrouwen verkoopt. Dit bleek duidelijk uit de manier waarop de colle ga's die in damesbladen schrijven erop gewezen werden, dat haar taak grotendeels, zo niet ge heel, bestaan moet uit het aanraden van het gebruik van wasmachines, frigi- daires enz., die zoals ons gezegd werd nog lang niet genoeg verspreid zijn. „De prijzen zijn daar uit sluitend de schuld van", werd tegengeworpen. Maar dat was praten te gen dovemansoren en het werd resoluut van de hand gewezen. Het was al mooi dat de voor de vrouwen schrijvende pers daar niet de schuld van kreeg. Deze moetr zoals gezegd werd haar lezeres sen steeds weer uitleggen welke tijdsbesparing mo derne apparaten een huis vrouw geven, om van het gemak maar nog niet eens te spreken. Als de rol van de da mesbladen daartoe be perkt blijft zou het lezen ervan een saaie geschie denis worden! Degenen die het congres in elkaar hadden gezet begrepen dat toch eigenlijk ook wel en daarom waren journa listen uit Italië, België, Engeland en natuurlijk Frankrijk zelf uitgeno digd een overzicht te ge ven over de inhoud van de damesbladen die daar worden uitgegeven. De Italiaanse vertelde dat haar landgenoten nog meer waarde hechten aan de raad die een schoon heidsspecialiste geeft dan in Frankrijk het geval is Ook kunnen de bladen daar nooit genoeg coutu- refoto's' geven. De Belgi sche meende dat raad op praktisch gebied een van de voornaamste rubrieken moet vormen maar drong erop aan dat de meeste van dergelijke bladen meer werk moesten ma ken van literatuur, toneel en schilderkunst. De Frangaise bepleitte het nut van de zogenaamde „courrier du coeur", die zoals ze zei: „eigenlijk niet anders dan een on-, schuldige veiligheidsklep voor velen is, mits die ru briek met gezond ver stand behandeld wordt". Dat alles bracht niet veel nieuws, alleen lady Coleridge, een welgedane pientere Engelse, vertelde met humor dat de invloed van de vrouwenbladen niet onderschat moet wor den ook buiten de mode om. Om daar een bewijs van te geven vertelde ze hoe in Engeland het „doe het zelf systeem" dat eni ge jaren geleden uit Ame rika is overgewaaid nu 'n Engeland haast nog meer succes heeft dan in Frankrijk. „Nog niet zo lang geleden zaten onze vrouwen in haar vrije tijd aan een breiwerk te prie gelen. Waar of je ook kwam, overal werd met hartstocht gebreid. Daar is nu plotseling een eind aan gekomen. De Engel sen verven haar huis op, timmeren hun meubels in elkaar, behangen, kortom al wat er in huis aan kar weitjes voorkomt knap pen ze zelf op en dit om dat in de damesbladen is uitgeweid over al wat de vrouw zelf in huis kan doen. En welke werkjes ze dan ook ondernemen altijd ligt een opengesla gen damesblad binnen haar bereik waar ze in nakijkt hoe ze het „doe het zelf systeem" in toe passing kan brengen. Dit is het bewijs welke invloed de damesbladen op haar lezeressen uit oefenen. Het is nu maar de vraag of die invloed zich niet kan uitbreiden en de huisvrouw met wei nig tijd en die daardoor geneigd is zich in haar eigen wereldje op te slui ten, geen interesse kan bijbrengen voor zaken die daar buiten liggen. Hier op bleef men het ant woord schuldig. DINY K.-W. Wie op de 45 toeren Philipsplaat 429240BE hoort wat zij b.v. in „Oh Lord is it I?" als een bekentenis vo caal weergeeft, zal wellicht nergens een pendent vinden van dit voortref felijke lied, waarin de ziel van deze oprecht gelovige vrouw met een fa buleuze stemtechniek afvraagt of zij het misschien is die vandaag nog God zal beledigen. Ook de andere 3 Gos pel Songs waarbij zij begeleid wordt door The Falls-Jones Ensemble, zijn van een artistieke wijding, die iedere jazz-liefhebber en ook iedereen, die vocale muziek apprecieert, een genot om te aanhoren zal vinden. Om nog even bij de negermusici te blijven, willen wij de aandacht ves tigen op het talent van Louis Arm strong en Ella Fitzgerald. Op de royale langspeelplaat Brunswick 87002LPBH „Sing, Satchmo" hoort men twaalf nummers waarin Louis Armstrong zingt en op de hem eigen, warme wijze, trompet speelt. De mu zikaliteit van Old Satchmo heeft nog onlangs haar erkenning gevonden, toen hij is opgetreden te Londen sa men met het Royal Philharmonic Or chestra. Op de plaat hoort men o.a. „Basin Street Blues", „When the Saints go marchin'in", „Moments to remember" en het geestige „Blue berry Hill". Maar ook „C'est si bon" en de Russische volksmelodie „Otchi Tchor Ni Ya". Armstrong vertaalt echter 't internationale repertoire in zijn eigen individuele stijl. Hij weet met zijn trompet wonderen te doen. Zijn vocale prestaties zijn eerder boeiend dan fraai. Daarom geven wij ook alle eer aan zijn prestaties op de andere Brunswickplaat 86006LPB waarop hij met Ella wat „gevoelige"- maar ook parodistische liederen zingt en speelt. „La vie en rose" in de Arm- strongstijl en „Can anyone explain?" zijn nergens traditioneel, maar de vrije bewerking van de ritmiek, waarbij Armstrong en Élla Fitzgerald van een andere „geaardheid" zijn. waardoor de afwisseling zo boeiend is, blijft geestig. De parodie van Ella in „The hot canary" is uniek. Zij weet vaak met een stemacrobatiek een vo cale „instrumentatie" te suggereren. Zij zingt orkestrale partijen, maar in die speudo-coloratuur waarin de ka narie moet zingen, weet Ella juist een functionele betekenis te geven aan haar techniek. Flamenco's Ook het „exotische" van de La tijnse muziek heeft gaandeweg zijn weg gevonden naar het continent. Was het aanvankelijk als dansmuziek, ook de vocalisten zijn bekend gewor den. Philips heeft met „Ole, Flamen co" P77302L een zestiental nummers bijeengebracht, die niet primair zijn afgestemd op het gemakkelijke amu sement. Wie de Spaanse dansers deze bravouredans heeft zien uitvoeren, waarbij zij worden begeleid door gi taarmuziek en flamencozangeressen of -zangers, heeft het beste van de zuivere volkskunst van de Latijnse landen, die onder Spaanse invloeds sfeer staan, gezien en gehoord. Jua- nito Valderrama, Lolita Caballero en Pedro Cortes hoort men met het or kest van Joachim Escolles Camps met Nino Ricardo. De muziek is identiek met de dans. In een klein bestek wordt het uiterste aan fantasie en spanning gevergd. De stemmen zijn ook uiterst flexibel. De intervallen typisch identiek, maar de muzikali teit wijkt geen seconde. Het is of men zich steeds weer even verpoost om krachten op te doen voor een nieuwe frase. Hele noten kent men niet. De geaardheid van het volk, dat deze kunstschat van de flamenco's als volkskunst behoedt, zou onmogelijk deze lange duur van een enkele noot kunnen horen zonder ongeduld naar hetgeen muzikaal moet volgen. Liever een pauze dan een traag tempo. De „Latin Melodies" van de mees- tergitarist Laurindo Almeida op Co- ral 94054 EPC is een 45 toerenplaatje voor liefhebbers onmisbaar voor de discotheek. Wellicht veelzijdiger dan Segovia bespeelt Almeida de Spaan se concertgitaar, de jazzgitaar, de ukelele en de hawaiiangitaar. In de West Coast -stijl heeft Almeida meegewerkt aan de bands van Bud Shank en Pete Rugoio, maar ook serenades van Schubert en Toselli speelt hij met een intense muzikali teit. Op deze Coralplaat hoort men „Siboney", „Veradero", „La Estrelli- ta" en „Samba Sud". Op de DGG plaat 17052 zingt Rita Streich enkele beroemde walsen, be- De Kaiserwalzeren ^'schich ten aus dem Wienerwald" van Jo- hann Strauss worden op de 17057 LPE plaat van de Deutsche Grammo- phon Gesellschaft door de Bamber ger Symphoniker o.l.v. Ferdinand Leitner gespeeld. Beide walsen geven het meesterschap van Strauss in dit genre goed weer. In 1868 ontstond het charmante G'schichten aus dem Wienerwald", waarin de lente in de omgeving van Wenen zo verrukkelijk wordt weergegeven. Deze idyllische pastorale is niet van een banaal Heu- rigengenre. Strauss heeft de verschil lende motieven meesterlijk verwerkt. De kwaliteit van deze DGG plaat is voortreffelijk. In het lichte genre zijn de Telefun- kenplaten „Von jedem et was" LA- 6013 en „Bunte Palette" LA6033 bij zonder gezellig. Een veelheid van be kende melodieën, gespeeld en gezon gen door goede musici en vocalisten zal ook degenen, die doorgaans niet hun voorkeur schenken aan de lichte muziek, veroveren. „Drunt in der Lo- bau", een rumbapotpouri, ,,Dreh dich noch einmal um", „Unter den tausend Laternen" en een Zigeuner-Tango geleid door het RIAS symfonie orkest o.l.v. Kurt Gaebel. De toonkwaliteit van deze E)GG plaat is in een woord voortreffelijk. Rita Streich heeft een zeer charmante stem. Men noemt haar wel de opvolgster van Maria Ivogün, hoewel deze laatste naar onze mening meer voordracht heeft dan Rita Streich. In ieder geval benadert zij met haar lyrische sopraan de kwa liteiten van Ivogün en Erna Berger. Men hoort de Strausswals „Dorf- schwalben aus Osterreich", het Rus sische volkslied „De nachtegaal", de noiero van Delibes „Les filles de Ca- dix". het Ierse volkslied „Last rose ot summer", „Villanelle", „Drauszen im Sievering" uit .Fanny Elssler" van Strauss en „II bacio". Een gevarieer de suite van volksmelodieën die warm en muzikaal worden vertolkt. De twaalf chansons van Jacqueline Frangois op Philips P77310 zijn ge varieerd van inhoud. Men hoort haar zowel „La Seine" (die maar steeds voortvloeit en alle mogelijke avontu ren beleeft op weg naar zee), het be roemde „L'ame des poètes" (die blijft voortleven lang nadat de dichters zelf gestorven zijn), „Mon faible coeur", haar glansnummer „Mélanco- lie", „La mer", „Les feuilles mortes" van Prévert-Kosma), maar ook „Je zebel", Padam, padam" en „La vie en rose" zingen. Met een sobere nuan cering zingt Jacqueline haar chansons, Geen grote tegenstellingen. In de uit bundigheid en in de melancholie be heerst om de totaliteit niet te door breken, brengt zij de chanchons, die soms van grote poëtische kracht zijn. Soms imiteert zij te veel Juliette Gréco. hoort men o.a. De kracht van deze platen ligt in de lichte toets en in de keuze van de opeenvolgende num mers. De danskunst heeft ons land ook min of meer veroverd. De balletten die men ziet, hebben een groot mu sisch element, dat men licht bagatelli. seert. Wie echter uit het grote bal letrepertoire de onvergetelijke mu ziek van de bloemenwals uit Tschai- kowski's „Notenkraker" (vooral nu het Ballet der Lage Landen een inte grale uitvoering van dit ballet heeft gegeven) wil beluisteren, of de „Spec tre de la Rose", de Pas de deux uit „Giselle", de wals uit „La belle au bois dormant", de klokkendans uit „La Gioconda", de wals uit het „Zwa- nemeer", „Le Cygne" van Saint Saens (waaraan steeds de naam van Anna Pavlova verbonden blijft hoe wel Yvette Chauviré een „reprise" ervan heeft gegeven, die te respecte ren is), de grote wals uit Gounod's „Faust", de dans van de komedian ten of de wals uit „Eugene Onegin" van Tschaikowski zal de Deccaplaat EK4161 moeten aanschaffen. Manto- vani speelt met zijn orkest op deze plaat met bravoure en allure deze rijk geschakeerde balletmuziek. De strij kers hebben zijn voorliefde, omdat Mantovani zelf violist van professie is. Zijn orkest maakt echter niet te zeer gebruik van technische trucs om de toonrijkdom in alle schakeringen recht te doen wedervaren. Bu.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 7