Jongeren ontmoetten elkaar
blauwdruk voor de toekomst
^oe was het
°ok alweer
DE INLEIDINGEN:
Overvol Casino in Den Bosch
Afloop van een
§rootse bijeenkomst
„Te iveinig
innerlijke kracht
Op weg naar een persoonlijk beleefd Christendom
8?-
KOOS DE VALK UIT
ROTTERDAM:
BK'-V
v paar weken lang kaartjes
u n 1.— bestellen bij Jan Mus'e-
b rs van de actieve Tilburgse
j °eP- Jan Takkenberg uit dezel'f-
Sj. stad en Jos Franssen uit Am-
v hebben de organisatie in
Aden. Ze wagen het persoonlijk
(j rant te staan voor de mogelijke
^Aciële gevolgen.
2o^alf twaalf is de zaal vol met
^ersgeklede jonge mensen.
an t,
KAPELAAN A. COPPEP
UIT AMERSFOORT:
Geen sociëteit
Het lijkt soms wel een godsdien
stige vereniging, met een sociëteit
alleen zondagmorgen geopend.
Naastenliefde
Dank aan
zevenhonderd
jonge mensen
Ongeduld
V olwassenheid
De ander meet vrij blijven
Pater P. Wesseling, C s.s.R.,
Amsterdam „Vraag een op
dracht".
gr^6 sPrekers zijn gedoemd achter een
®ehe tafel te zitten op het ..toneel",
jj etl spontaan applaus voor mgr.
Ijkers die de eerste spreker (kape-
v..n Coppes) volgt
°ord
en dan het
neemt. Onze bisschop wordt hij
^n°enad, omdat hij meer dan eens ge-
'Sd heeft en dat ook nu weer doet
a 2ijn begrijpend staan temidden
Jonge
mensen.
«tl
■w ov
®der van ons is hem daarom innig
'oprecht dankbaar,
uoe hoffelijk is hij tegenover ons in
J11 gezaghebbende positie; wanneer
tot de zaal zegt een zekere ruwheid
Ijj 0Qg«nuanceerdheid van menings-
^lrig onder jonge mensen voorbij te
jhien zien omwille van" de oprecht-
nVan die mening en tot kapelaan
°&Pes: Over enkele dingen zou ik
U wel willen discussiëren. Hij
6ett deze herderlijke zinnen met
jtie in zijn betoog, dat één grote
«boring is voort te gaan op de
Oaar een geloof dat leeft en per-
is en echt gemeend.
Senav=°m was hij er ook. om te getui
de n Zijn vertrouwen in een jeugd,
loofs? f'gèn tijd tot een eigentijds ge-
'®ven wil komen.
«born^s ki.i gekomen is, zo gaat hij,
gr0„ aan groetend, inzonderheid de
t6plaPatUit St.-Oedenrode, zijn geboor-
■jvjkh op voor zo'n bisschop.
Van ®ehiaal pauzeren we, éénmaa.
microfoon wit. Op de groene
ksj,. VaU een glas water om. De spre
ke Wissen zich het voorhoofd onder
Ziel, ,eie gloeiende lampen. Er is mu-
Vfa er afwisseling. Pater Wesseling
tpa, de zaal even het tekort goed te
j*etl. Het lukt ineens, natuurlijk!
(WJ Franssen trekt op het einde de
He .Usie en kapelaan Coppes bidt een
V Van dankbaarheid, dat allen ge-
^aa? mee bidden. -En dan naar huis.
b>icl wacht de herinnering en de ar-
We Voobbeeld hebben we. Een Bilt-
kits baar wordt door Pater Wesseling
°digd te vertellen wat ze daar
lil ^bomen hebben voor een pastoor
H,e diaspora, die alleen maar zor-
tfa- eeft, jjjj jjatj er veel meer kunnen
ivpb om te vertellen van hun acties,
«s °lar dat doen we de volgende keer,
6 weer bij elkaar komen en el
's tnP+Zu^en vertellen hoe het gegaan
k'p de opdrachten. Dan discussiëren
T0,°k over wat ons bezig houdt,
be volgende keer dus.
De lezers kennen hem van zijn
korte meditaties over de zondags
evangeliën die regelmatig op deze
pagina verschijnen met de kleine
opgaven die hfl er bij doet: „Peins
er eens over", kleine mogelijkhe
den voor de opbouw van een gods
dienstig leyen waar lijn en diep
gang in zitvoor wie werkelijk
enige moeite tot dit peinzen neemt.
In Amersfoort is h\j de priester
temidden van een grote en actieve
groep jonge mensen die ernstig
pogen de weg te gaan naar een
bewust en persoonlijk Christendom.
Hij vertrekt in zijn scherp gesteld
betoog bij deze vraag: „Gebeurt er
werkelijk te veel voor jonge men
sen?".
Rondziende en zich bezinnend op
de Kerk zoals deze zich ten onzent
manifesteert kunnen wij niet zonder
huiver en een gevoel van beklem
ming constateren dat er grote, heel
grote leemten zijn.
Wij hebben alles, meer dan welk
ander land ook. Een voortreffelijke
reeks organisaties op allerlei gebied,
een rijk gesorteerde katholieke pers,
een Katholieke politieke partij, ka
tholiek onderwijs en zelfs welk
een weelde een katholieke radio-
omroep.
Organisatorisch vertoont de Kerk
een riik beeld. Er is comfort, er is
alles. Maar met dat alles is het in-
nerliik blijkbaar niet meegegroeid.
Zo rijk van buiten, zo arm vaak van
binnen.
En dan stelt hij de vraag naar ons
Kerkbesef, naar ons nersoonliik
Christendom en wijst de kankers
aan die het hele prachtige huis soms
zo verwoestend aantasten.
Houden van de Kerk, houden van
Christus moet tot heel andere daden
leiden dan een sleurlidmaatschap dat
door ons net binnen de grenzen van
het minimaal noodzakelijke (de
„plichten") wordt onderhouden.
Het is meer, het is anders.
Ik heb nooit priester willen wor
den van deze Kerk, maar van de
echte Kerk, het Mystieke Lichaam
van Christus, waarbuiten ik niet
meer leven kan. Ik heb me er aan
gegeven totaal en wil noch kan meer
terug, wat er ook gebeure. Geldt dit
niet voor allen?
Onze overgave moet totaal zijn,
dat is werkelijk houden van.
En zie dan hoe wij de mis vieren.
In de week staan we alleen aan het
altaar, van het sacrament van de
Biecht wordt zo bitter weinig ge
maakt en ons gebedsleven, het is
arm. Dit kan nooit voor mensen die
werkelijk katholiek zijn.
Gaat dit over de persoonlijke ver
houding tussen ons en Christus,
naar buiten tredend op het terrein
waar iedere christen herkenbaar
moet zijn, het terrein van de naas
tenliefde, dan schieten we ook daar
ernstig tekort.
Kijk maar om u heen in uw on
middellijke omgeving.
Honderden jongens zeggen tegen
een meisje dat ze van haar houden
en het is doodgewoon niet waar. Op
alle plaatsen in dit land komen
moeders krachten tekort om de klei
ne wereld van het huisgezin in
stand te houden en we laten ze zitten
zonder hulp. Aan eenzaamheid
wordt overal geleden en de eenza
men laten we eenzaam.
Tot tienmaal toe laten we mensen
die ook jong en katholiek zijn net
als wij toe op onze feesten en bij
eenkomsten, tot ze wegblijven omdat
niemand de moeite nam het contact
te leggen waar deze mensen naar
verlangden. Dit kan niet de houding
zijn van echte christenen.
En nu komend tot zijn opschrift
Zegt kapelaan Coppes.
Er wordt teveel gedaan aan het
scheppen van perfecte huizen voor
de jeugd Wij, priesters, worden
overladen met organisatiewerk. Het
gaat er dan om: als je ze maar hebt,
het geeft niet waarmee. Er is van
alles in elkaar georganiseerd voor'
jullie waarin voorzichtig geprobeerd
wordt iets godsdienstigs of cultureels
onder te schuiven. Jullie accepteren
dat spel en ik begrijp dat niet. Laat
toch minder voor je doen en doe
meer zelf. Waarom moet er list ge
bruikt worden om jonge mensen te
benaderen: iets godsdienstigs, gelar
deerd met dansen.
Ik wil pleiten voor priester die on
der de jeugd werken en dit begrij
pen:
Er is een teveel aan organisatie,
aan uiterlijk, en een te weinig aan
innerlijke kracht en overtuiging. Zij
zullen aan de jeugd alleen maar
moeten vragen naar de „heart of the
matter", haar daarop vast leggen. Al
het andere is bijkomstig,
voerd, zo deelde de heer Kuillaars te
En dan keert hij de zaken om.
Ga dan zelf aan de slag, ieder in
de plaats waar hij*woont. Steek de
koppen bij elkaar, samen ben je
sterk en machtig zelfs als er idealis
me achter zit en pak eenvoudig aan
wat er gedaan moet worden.
Moeten er gezinnen geholpen
worden, doe het.
Wil je met elkaar over het geloof
praten maak een Bijbel- of een dis
cussiegroep.
Komt men in jullie plaats feest
en ontspanning tekort. Zorg dan
voor aanvulling.
En tenslotte. Laat ons priesters
niet zo hopeloos alleen en eenzaam
staan. Aan het altaar door de week
helemaal alleen, op zondag met zo
ontzettend veel verveling achter je
rug. In de biechtstoel met het af
gezaagde lijstje, biechteling na
biechteling. Verlang je dan van ons
dat we anders dan moe en mat met
een algemeen praatje reageren?
Laat ons niet alleen. Vraag naar
ons, naar onze beste krachten, naar
ons priesterschap, naar juist dat
gene waarom we ons als priesters
aan de kerk gegeven hebben.
F. Braklee uit Rotterdam:
„Eerste zwaluwen
Bij de lezers bekend onder de
initialen F. B. onder stukken op
deze pagina, die soms niet nala
ten protest of adhesie op te roe
pen. Beroepshalve voor een groot
deel verkerend onder jonge men
sen met een onderwijsopdracht tot
culturele en maatschappelijke
vorming van a.s. onderwijzers en
onderwijzeressen.
Na het kritisch betoog van kape
laan Coppes, die scherp de zwakke
plekken aanwees in het persoonlijk
beleven van het geloof, laat deze
spreker toch een hoopvol geluid
horen in een nogal schilderachtige
en volgehouden vergelijking met de
eerste zwaluwen die hij aan de gees
telijke hemel meende te zieji. Wel
iswaar maken deze nog- geen lente
maar het zijn toch de'voorboden, van,
een nieuw geestelijk klimaat.
Hij ziet een duidelijke ontwikke
ling, ook en vooral onder jonge
mensen al geldt dat nog lang niet
welbewust voor de grote massa
in de richting van meer echtheid,
meer natuurlijkheid in bijna alle
levensuitingen, niet in het minst in
het geloofsleven. Vormelijkheid en
traditie zonder inhoud worden ver
foeid en vervangen door nieuwe ge
meende vormen. Uitgeholde vormen
worden opnieuw gevuld.
Over de verhouding jongen-meis
je zijn uitstekende publikaties ver
schenen die voor meer natuurlijk
heid pleiten en het is ook te zien
hoe langzaam aan de krampachtig
heid en de angst voor zonde die deze
verhouding zo lang gekenmerkt
en bedorven heeft, wijkt voor een
positieve liefdesverhouding in vrij
heid en spontaniëteit en verant
woordelijkheidsbesef.
Spreker draagt nog meer voor
heelden aan. Er groeit een liturgi
sche vernieuwing (Paasliturgie
'ding tot de ander. Het terrein dus
waar het Christendom in de per
soonlijke daad moet blijken.
Het zijn twee specialistische on
derwerpen, waar we dagelijks mee
te maken krijgen.
Jan van Eykelenburg uit
Breda: „Omwille van de
mens"
Uit het Brabantse bedrijfsleven,
die dagelijks van nabij ™«t wat
menselijke verhoudingen in het
bedrijf zijn.
Spreker vangt zijn betoog aan met
een historische schets van de in
dustriële revolutie, die heden nog
niet geëindigd is.
Het beeld voert zonder omwegen
naar het beklemmend resultaat: een
onmenselijke toestand van de mens
in de wereld van de arbeid.
Het is gegaan om de produktie.
Daarom moest de mens tekort ko
men.
En het werd nog gevaarlijker toen
men inzag hoe produkie iets te ma
ken had met het geestelijk welzijn
van de arbeider.
Want betere menselijke verhou-
ringen omwille van de produktie
zullen ons nog verder voeren op de
weg naar de ondergang van de men
selijke waardigheid.
Betere menselijke verhoudingen
Mgr. Bekkers op het spreekgestoelte
Een zaal vol zomerse kleding en gespannen aandacht
liiw k&t programma staat de bedoe-
<hwVan deze dag: hoever zijn we nu
W y.eer? Het gaat om een situatie-
klaniln® en vervolgens öm een
J^druk van de verdere stappen
s<w.e Weg naar een bewust en per-
Uk christendom.
j c9_nclusies.
tigj Het schort allerwege op be-
Vtyi en^e en elementaire wijze aan
J er}4 persoonlijk christendom.
H,,„V.terlijk gaat voor en boven, het
»k.
de jeugd wordt te veel ge-
?«t de jeugd te weinig. En al
*6;
werk vertoont te veel uiterlijk-
ligt te. veel op neven-ter-
-eid en
ter °r de jeugd moet met de pries-
Vqj,.111 haar midden meer gedaan
dig .T°ch
^aw611 dat „the heart of the-matter"
Aej duiden op, een ontwikkeling in
^uJ^dsdienBtig leven haar meer na-
meer echtheid met op-
^ii >Jg van veel traditionalisme.
hel boeten
zijn er hoopvolle tekenen,
voortgaan op die weg
n als groep binnen de
Waarin we op verantwoorde
°hs. v uitdrukking moeten geven aan
Vah el gen naar een voortzetting
3 vernieuwing,
da an- Pieten onze verhouding tot
Sr* herzien.
dittg tn?8! belicht werd de verhou-
01 de ander in de wereld van
de arbeid. Het streven naar betere
menselijké verhoudingen betekent
daar de mens stellen boven de pro
duktie.
Aan zijn waardigheid alle eer ge
ven. Meer concrete goedheid voor
de kameraad. Meer belangstelling
voor zijn wel en wee. Speciaal Ook
werd belicht de verhouding tot de
niet-katholiek.
Meer getuigen dan overtuigen. Een
katholieke geloofsuiting is het beste
apostolaat. Voorbeelden (maar dan
vanzelfsprekend en niet als zodanig
bedoeld) trekken het meest.
In alles de ander vrijlaten te be
slissen en hem en zijn overtuiging
met het hoogste respect (dat je ook
voor jezelf' eist) behandelen.
4 Geloof is een persoonlijke over
gave aan Christus. Hopen is bran
dend van verlangen uitzien naar Zijn
komst en een op weg zijn naar Hem
toe- De liefde is de enige opdracht
voor de Christen.
PERSPECTIEF EN OPDRACHTEN.
1 Voortdurend arbeiden aan de
verwerving van een persoonlijk ge
loof door bezinning op hetgeen je
vandaag weer gehoord hebt.
2 In je verhouding tot Christus en
Zijn Kerk, het misoffer een centrale
bewuste plaats geven in je godsdien
stig leven. De biecht verheffen tot
een waardig beleefd sacrament nood
zakelijk voor de opbouw van het
christelijk leven. Komen tot een ge
bedsleven dat inhoud heeft.
3 Meehelpen op verantwoorde
wijze de vernieuwing in het kerke
lijk leven in de richting van meer
echtheid, meer bezinning op de in
houd en het doorbreken van tradi
tionele vormen waarvan de inhoud
verloren is gegaan bevorderen, door
je verlangens steeds in liefde voor
die Kerk kenbaar te maken.
4 Onmiddellijk een begin maken
met de beoefening van de concrete
naastenliefde hier en nu door een
opdracht te vragen alleen, maar lie
ver gezamenlijk aan de priesters in
de plaats waar je woont en deze
stipt uitvoeren.
5 In je omgeving signaleren wie
er jong zijn en katholiek zijn net als
jij en samen beraadslagen waar
jullie jonge katholieken behoefte aan
hebben, aan ontspanning of gesprek
of wat dan ook. Vanuit deze groep
is het mogelijk ook de opdrachten
onder 4 uit te voeren.
6 Een goed contact onder elkaar
onderhouden. Denk aan de mogelijk
heden, die er zijn: De jongerenpagina
in dit blad, het radiocontact van pa
ter Wesseling. En bij elkaar komen
over enige maanden om te zien hoe
de zaken dan staan.
Contactadres: Jos Franssen
Barentzplein 3 hs, Amsterdam
Er zijn vijf mensen die zich
dankbaar voelen, Dat zijn de
sprekers. Ze zijn dankbaar voor
jullie komst en inspannend luis
teren.
Er was ifnmers niets te halen,
integendeel, er was alleen maar
reden om weg te blijven of weg
te gaan, de natuur in op die stra
lend warme vrije dag.
Om één motief zijn jullie bij el
kaar gekomen en bij elkaar ge
bleven: omdat je het ernstig
neettnt met je geloof. Daarom het
offer van je vrije tijd en het geld
om naar Den Bosch te reizen.
Daarom het inspannende luiste
ren.
Wilt alleen dit van ons aanne
men, wij menen dit heel ernstig-
een eresaluut met respect en
hoogachting voor jullie allen die
deze gedenkwaardige zondag naar
Den Bosch bent, gekomen.
En een speciale dankbetuiging
voor hen die de niet geringe orga
nisatie in handen hadden.
De sprekers.
huwelijksmis). Ons gebedsleven is
in discussie, frasen worden vervan
gen door het spontane persoonlijk
gebed („Zonder wierook" het gebe
denboek van Michel Quoist beleefde
zijn 10e druk).
Er is meer belangstelling voor de
Bijbel in Bijbel- en Ecclesiagroepen.
Zo is er meer.
Wij dienen ongeduldig te blijven
streven naar een doorzetting van dit
klimaat, door er op aan te dringen
Dat gaat in houding en vraag.
Zij die God ons zond om leiding
te geven zullen zeker bereid zijn te
geven waar het gelovig volk om
vraagt.
Ongeduld hoort bij jonge men
sen. Elke oudere, elke leider kan
niet anders dan verheugd zijn om
een jeugd die ongeduldig streeft
naar een puurder geloofsleven, naar
een geloofsleven dat echt bij haar
en bij haar tijd hoort in plaats van
heit zonder interesse te blijven stel
len met overgeleverde vormen.
Maar laat dit ongeduld verant
woord zijn. Hervormingen, vernieu
wingen moeten groeien. Wie zegt:
„Schiet op, we hebben haast, we le
ven maar één keer", vergeet dat er
christenen zijn, die er ook bij horen,
die helemaal niet zo blij zijn met
vernieuwingen en zich goed voelen
bij het oude, vergeet ook dat de
Kerk niet voor één generatie is
maar in het verleden gebonden en
naar de toekomst gebonden. Geen
revolutiebouw in de Kerk! Er valt
bovendien nog in en aan ons zelf
zoveel te doen dat het terrein van
de openlijke verandering niet raakt
en toch één en al vernieuwing is.
Het gaat voor jou, voor ieder van
ons in. de eerste plaats om de vol
wassenwording van het geloof, van
een persoonlijk beleefd Christen
dom.
Persoonlijk en als deel van een
actieve vooruitstrevende gemeen
schap moeten we dan streven naar
vernieuwing in de richting die ik u
zei bijv. nieuwe luister schenken
aan de sacramentele bedieningen.
De mis moet meer en meer een
echt offergebeuren worden, waar je
aan deel kunt nemen. Vraag om zul
ke missen.
De biecht moet je meehelpen red
den uit zijn armmoedig sleurbe
staan.
Het Gebedsleven moet een taal
vinden die bij onze tijd. past. Pro
beer dat in kleine gemeenschappen al
te doen, wanneer er gebeden wordt.
En. bovenal ook proberen met een
nieuwe geest yan naastenliefde
waarover kap. Coppes u sprak, heen
te breken door de geëikte organisa
tieschema's. We behoeven er niet
buitenom te gaan, maar juist er in
moet die natuurlijkheid groeien, op
dat ook daar de zwaluwen een nieu
we lente verkondigen. Er is zoveel
als geen beweging meer, wat offi
cieel nog altijd beweging heet.
Laten we ongeduldig blijven. Het
is de moeite waard dat te zijn. want
er is schoon weer op komst.
Dan volgen twee voordrachten die
betrekking hebben op de verhou-
moeten we nastreven omwille van
de mens.
Dat de produktie daar mee gebaat
is, is heel begrijpelijk en waardevol,
maar dit staat hiërarchisch niet op
de le plaats.
Het gaat altijd om de mens.
Eenieder kan daar aan arbeiden
als hij maar vanuit een bewust
Christendom leeft. Dit staat of valt
immers met goedheid en naasten
liefde.
In het bedrijfsleven doen zich dui
zenden situaties voor waarin de
Christen kan kiezen tussen vijand
schap, hardheid, ruwheid, brutali
teit en goédheid, vriendschap, hulp
vaardigheid en kameraadschap.
Dan gaat het erom goed te kie
zen.
Ec. drs. lid van de Pleingroep te
Den Haag en redacteur van het
blad „Plein 1957" „waar iedereen,
iedereen vrijblijvend ontmoet.
Deze groep onderscheidt zich door
een bijzondere ijver op het terrein
van de oecumene en de menselijke
solidariteit. Ze schept een forum,
waar katholiek en niet-katholiek
elkaar in alle vrijheid kunnen ont
moeten en poogt een bijdrage te
leveren tot de verheffing van alle
gebreklijdendc mensen in de vele
onderontwikkelde gebieden van
onze wereld-
Hij vangt zijn betoog aan door het
verschil aan te tonen in de benade
ringswijze van de niet-katholiek,
van apologie naar getuigenis. Heeft
de vorige spreker het zoeklicht spe
ciaal gericht op de ander die we in
de wereld van de arbeid ontmoeten,
De Valk kiest de ontmoeting met de
andersgelovige tot thema om te
schetsen hoe wij ons in naastenliefde
tot deze moeten gedragen.
Het gaat er niet om te overtuigen
met bewijzen. Dat gaat toch niet, het
geloof is immers een genade. Bo
vendien wordt de naastenliefde ge
schaad omdat men de ander niet
accepteert op voet van gelijkheid,
maar als een mindere die ongelijk
heeft, terwijl zijn beginselen hem
toch even heilig zijn als onze be
ginselen voor ons.
Ons aanwezig zijn is de grote kracht
van ons apostolaat. Wij zijn er, doen
mee aan alles wat wij kunnen, we
verstoppen ons niet, maar dringen
ons ook niet op. Vraagt men naar
ons, wij zijn present om te antwoor
den. De ander behoeft niet te luiste
ren, hij kan blijven of doorlopen.
Wjj zijn zonder aflaten bereid hem
altijd tegemoet te treden, zoveel en
wanneer hij maar wil en danken
God als hij, zoals wij geloven, de
Kerk aanvaarden wil als de weg
naar het eeuwig geluk, de weg waar
aan wij geloven, die voor ons rots
vast DE weg is, maar wij voeren
geen enkele politiek om de ander
„binnen" te loodsen, omdat iedere
politiek in deze iets onoprechts heeft.
De ander moet vrijblijven en hoog
geacht in zijn beginselen.
Spreker leest een paar antwoorden
voor uit een enquête waarin aan
jonge mensen gevraagd werd hoe
zij zich gedragen tegenover de niet-
katholiek. Hij vindt nog veel te veel
antwoorden als:
„Je moet ze vastzetten".
„Zeg ze maar eens flink de waar
heid".
Dergelijke middelen falen omdat ze
niet op liefde en respect steunen.
Bovendien moeten we beter luiste
ren. Wie goed luistert kan meer en
beter eigen geloof leren kennen en
verdiepen. Juist uit de verschillen
die hij nu goed doorschouwen kan.
En "ook, het is heel goed mogelijk
dat we van een ander veel leren
kunnen en ons soms schamen over
de sdhamelheid van eigen geloof in
vergelijking met de geloofsbeleving
van die ander.
Merkwaardig is het toch dat we
meer doen naarmate de niet-katho
liek verder weg woont. Katholiek
Nederland getroost zich grote offers
voor' de Missie. Missie-ijver is ons
van kindsbeen af aangeleérd. Aan
de Internationale bidweek némen wij
deel. Wij beijveren ons voor het
apostolaat der hereniging. Maar ten
aanzien van onze niet-katholieke
buurman in eigen land verwaarlozen
we onze verantwoordelijkheid, zijn
vaak hard en ongevoelig en vol on-
begrip.
Ook daar ligt een geweldige taak van
naastenliefde voor ons jonge men
sen.
Bekend om zijn arbeid in woord
en geschrift onder jonge mensen,
de arbeid die er louter op gericht
is de jeugd te brengen tot een
persoonlijk beleefd geloof. „Free
lance" in de zielzorg ontmoet hij
jonge mensen overal in den lande.
Met het gesproken woord ook re
gelmatig, zü het maar in beperkte
mate via de KRO-microfoon en
met de pen o.a. op deze pagina.
Zijn vurig betoog, dat bovendien'on
miskenbaar het redenaarstalent ver
raadt en tot titel draagt: „Terugblik
en perspectief" vat feitelijk het
reeds naar voren gebrachte samen
en geeft er perspectief aan door er
concrete opdrachten voor eigen le
ven aan te verbinden.
Het spijt me bijzonder, zo betoogt
spreker, maar we moeten niet te
voorbarig afgaan op een handen uit
de mouwen steken. Alle theorie is
geen vaagheid. Natuurlijk we kun
nen niets eerst klaar komen met ons
geloof om dan' eens iets te gaan doen A
aan naastenliefde.Dat vloeit samen.
Er moet tegelijk op alle fronten ge
arbeid worden. Maar het is wel zo,
dat we ons op tijd en voor alles le
ren bezinnen op. het geloor. Daarom
is er zoveel tot jullie gésproken, om
dat zodoende de achtergrond duide
lijk moge worden van de arbeid die
we gaan ondernemen.
En opnieuw en weer in andere be
woordingen stelt de spreker dat ge
loof een persoonlijke overgave is aan
Christus. Christus, Die er nog altijd
heel reëel is onder de mensen
Er moet een vertrouwdheid groeien
tussen Hem en ons, zodat Hij niet
meer uit ons leven is weg te denken.
Hij is overal.
Zeer persoonlijk ontmoeten wij Hem
iri de Eucharistie waarin Hij de ge
legenheid heeft Zich tot ons te rich
ten en ons Zijn Genade te schenken.
Kom niet met de opmerking „Hij
spreekt niet en antwoordt niet op
onze vragen". Wie openstaat voor
Hem en weet te luisteren zal in en
door allerlei situaties zien wat hem
te doen staat in de verhouding tot
de ander, in de verhouding tot de
geloofsgenoten, die ook deel zijn van
het Mystiek Lichaam.
Daar ontmoeten wij Christus op
nieuw.
Hij Is immers het Hoofd van de
Kerk- waarvan wij de ledematen
zijn. De Kerk zijn Hij en wij teza
men, één hechte gemeenschap van
Geloof, Hoop en Liefde. Zo moet het
althans zijn" Dat kerkbesef moeten
we ons eigen maken.
En na over het geloof gesproken te
hebben, lanceert spreker de hoop.
Een duidelijke voorstelling van de
hoop is de tochtgedachtei Christus
zal terugkeren. Nu is Hij er op ge
heimzinnige wijze alhoewel reëel,
eens zal Hij er weer zijn in levenden
lijve om Zich aan het hoofd van de
Schepping te stellen, die dan de
eeuwige heerlijkheid zal binnengaan.
Wij moeten ongeduldig zijn, vol
verwachting uitzien naar Zijn komst,
ons naar Hem op weg wetsj als
pelgrims in de wereld.
Neem niet teveel mee en hecht je
niet aan de plaatsen waar je ver
toeft, je moet telkens weer verder.
De tocht kent ontberingen, je moet
je trainen en je niet af laten leiden.
We zijn niet van deze wereld.
Tenslotte de liefde. Genoeg is hier
over gesproken. Gevraagd wordt de
daad hier en nu in de plaatsen waar
je leeft en werkt.
Denk er aan naar de daad worden
we geoordeeld en Christus vraagt
naar wat we voor Hem gedaan heb
ben. De ander is Christus zelf.
Dan komt de concrete opgave.
Op de eerste plaats: Maak je geloof
volwassen door je te bezinnen oo
wat je vandaag hoorde.
Op de tweede plaats: train je voor
de tocht. Dat betekent onthechting.
Concreter kan het niet.
Willig niet al je verlangens in naar
pretjes, fuifjes, sigaretten, drinken
en eten en snoepen. Het zijn kleine
dingen, maar ontzettend reëel.
Dit zijn grotere dingen: scheep da
collecteschaal niet af met een fooi
waar je geen zier van voelt. Dat is
geen offer. Geef eens onverantwoor
delijk, zodat je tekort komt in je
genoegens. En dan dit: wees niet
altijd op 'éucces uit, gun het een an
der en beteugel die altijd weer op
komende geldingsdrang, die alleen
maar uit is op eerste plaatsen voor
jezelf in het gesprek, op heffeest,
in je arbeid.
Op de derde plaats: de naastenliefde
hier en nu. En nu heel concreet: ga
naar de priesters in de plaats waar
je woont en vraag een opdracht voor
jou persoonlijk, maar beter nog voor
een groep. Samen ben je sterker en
meer en beter voor een taak in staat.
Houd vol als men zo ineens niet
weet wat er te doen valt. Kom dan
terug totdat je een taak hebt die
dienstbaarheid van je vraagt, waar
mee we niet bedoelen briefjes in de
bussen stoppen.
Voer dan die opdracht stipt en vol
ledig uit, wat het ook koste. Er is
genoeg te doen. Wij kunnen nu deze
dag besluiten. Er is stof genoeg om
over na te denken en arbeid genoeg
om te gaan verrichten.