ANDRE ZAG DERTIG MAAL DE H. MAAGD Het gulden boek der genezingen POLEN nog onder zware druk! nieuwe Ago Khon en 49ste imam zondares, die een heilige werd u ■hbm In de schaduw van de hagedoorn Jaarlijks Een tweede Lourdes? Observator Hals over kop Ernstig aangelegd ZATERDAG 20 JULI 1957 PAGINA 3 S- v- itt* WOONWAGENBEWONER OP BEZOEK 8,J O. L. VROUW VAN BEAURAING eauraingHet is de naam van een 8 adje, die reeds tot velen onzer spreekt. Als y®n een pelgrimsoord, waar de H. Maagd ana bijzonder vereerd wordt, omdat ze er ^Tnaaldelijk aan een groepje kinderen ver benen is en er tot op de dag van heden ^°nderbaarlijke genezingen plaats vinden. ank zij de voorspraak van Notre Dame de ^eauraing. Notre Dame de Beauraing eze titel is voor talloze pelgrims tot een s°ort strijdkreet geworden. Hi un verering van Maria maakt hem tot een azuinstoot, die weerklinkt door het mooie e tocht, van een groep woonwagenbewoners naar Beauraing, waar- l,,n We hort geleden een verslag gaven, is voor het pelgrimsoord hijzonder gebeuren geweest. Niet alleen, omdat er een bijzonder ag mensen, le peuple qui voyage, het reizende volk, uit Neder- ^nd kwam, om de H. Maagd te vereren, maar wijl deze groep j ederlandse woonwagenbewoners de voorhoede was van een klein e&er, gevormd door allerlei vertegenwoordigers van le peuple qui v°yage tot zigeuners toe, die zwervers langs de wegen van oudsher, Cn dat voortaan elk jaar in Beauraing zal samenkomen. Het was er, l°e'i de twee Nederlandse autobussen het stadje binnenreden, heel rUstig, Er hing als het ware een gewijde stilte, van bedaarde, schier l"getogen mensen, die beseffen, dat het oord hunner inwoning v°oral rust behoeft, rust en stilte, zodat de echo's der gebeden lllde kunnen opklinken tot stichting van allen. berglandschap van de Ardennen, vanwaar naar alle kanten echo's weergalmen, ook naar onze lage landen aan de zee. Steeds groter wordt het aantal bedevaarten, het welk van ons land uit naar Beauraing onder nomen wordt. Op de lijst van pelgrimages, welke te Beauraing dit jaar verwacht wor den, prijken de namen van een aantal Ne derlandse steden, vanwaaruit stoeten pel grims zullen opgaan naar het genadeoord in het Waalse land, dat niet zo heel ver gelegen is van Bouillon, het stadje, welks Godfried eens de Kruisvaarders leidde naar het H. Land. EEN PAK KOST ZES WEKEN ARBEIDSLOON Terwijl zij denken dat wij hier in Nederland verhongeren Van een bijzondere medeiverker) Een paar flinke, stevige mannen, met goede ogen en een goed stel hersens in het hoofd, heeft een bezoek gebracht aan Polen en daar goede bekenden bezocht. Student van de Harvard Universiteit werd geestelijk opperhoofd van de Ismaëlieten „Een enigszins verlegen jongeman, charmant, intelligent, onze KarimDit deelde de professor in de Perzische taal en literatuur van de beroemde Harvard Universiteit mede, toen Amerikaanse reporters bij hem kwamen infor meren, wie en wat de nieuwe Aga Khan toch eigenlijk wel was. „Een rustige, gezellige vent, die niet met zijn belang rijkheid te koop loopt en er zich nooit op voor heeft laten staan, wie zijn grootvader isf', aldus één van zijn medestuden ten, met wie hij in het studentenhuis van de universiteit een kamer heeft gedeeld. „We zullen hem missen", zeiden andere studenten, met wie hij Oosterse geschiedenis studeerde. 1.95 METER..-. - - 8.30 efl Be" n d« de - ee\ t f vf° n ;lh£de ee"j nP. vi-oiiug vau ïTidiia maaivL nciii lui y,3jln Nederlands sprekende priester ver se mde de kleine groep, welke ter plaat- ty Was aangevuld door woonwagenbe- tva S' met een ei®en vervoermiddel her- zeif gekomen. Hele gezinnen, waarvan °ok de 3°n§ste niet thuis gelaten was en gen naar Plaats der verschijningen mee- hetI01611 werd- De volgende ochtend kwam hu ger ket stadje binnenrollen. In auto- ten docl1 voornamelijk in allerlei soor- vehikels, van keurige glanzende li- hlpaSines tot gemotoriseerde karren, waar- {,jpe gewoonlijk kennelijk oude metalen Jeengezameld worden. Woonwagenbewo- Jlpf in hoofdzaak, slechts enkele zigeu- r•"families, wier bonte kleren exotische ehrengamma's opleverden in het toch 1 kleurige gewemel van de grote massa ah le peuple qui voyage, het volk der 'Pervers langs de wegen. Het was het unieke feit van het deel- aehien der Nederlanders aan deze merk waardige bijeenkomst, dat ons naar Beau raing voerde, om er verslag van te geven Aalmoezenier Schouten uit Delft, die het ^aderlandse groepje aanvoerde, kon qr van overtuigen, hoezeer de oproep tot Peuple qui voyage in België en Noord- v ankrijk weerklank had gevonden. Hij ja "°ort tot hen, voor wie de zwervers -j.hgs de wegen een soort uitverkorenen Jih. een soort gelovigen op wielen en aarlijk geen Rooomsen-op-wieletjes, wier b?.'svaste geloof hen tot gelovigen maakt, -.v wie een priester de eenvoud en de vu- 'Sheid van de eerste Christenen terug b'hdt en tot wie hij spreken kan, in het jnSef van een ontvankelijkheid, welke hij v de misschien beter ontwikkelde maar 2?ak sceptische stadsmensen menigmaal v node mist. Het is misschien, omdat ®le zwervers langs de wegen als zwer- rs vaak geen geregelde kerkgang kennen hun godsvrucht zoveel dieper is, ze et een bijzonder grote belangstellling kpAr een Predikatie luisteren en de spre- "de priester als het ware in hun midden Piemen. Het geloof der eerste Christe- zoals het leeft in de harten en zielen het *Wervers uit innerlijke drang, hij vindt lang niet allerwegen.... Als er in de naaste toekomst dankzij woonwagenwerk en de missie onder de zigeuners 'n behoorlijke burgerlijke stand geschapen zal zijn wordt het misschien anders. Dan kan de familie die en die eventueel gewaarschuwd worden een an dere keer op te gaan naar Beauraing.... Dat aalmoezenier Schouten niet overdreef, bewees een korte, maar hevige ruzie tus sen een tweetal zigeunervrouwen, in de schaduw van de hagedoorn, tussen welks takken indertijd de H. Maagd aan 'n 5-tal kinderen van Beauraing verscheen. De ene een trotse verschijning, weigerde de hand te aanvaarden van een oude vrouw, die voor zover een buitenstaander dit kan be oordelen, wellicht tot „het volk" behoorde of tot een „vijandelijke" familie. Wie zigeuners zou hebben verstaan, had wel licht wijs kunnen worden uit de ratelende woordenstroom, welke losbarste, maar tot een abrupt einde kwam, toen de be ledigde door haar verwanten werd mee getroond, snel, omdat ze toch wel be grepen, dat dit geen plaats was voor een scheldpartij Ondanks de felle hitte van de eerste da gen van juli hebben de zwervers langs de wegen de plechtigheden in „L'Enclos" het genadeoord met grote eerbied bijge woond, van het begin tot het eind. On getwijfeld zullen de meesten hunner nu Hie waren alle aalmoezeniers w-iermede <je;°°*»den aan de kampen, waaruit de blpineiners afkomstig waren, het volko- en eens. Ook zij zagen in de dag van eerip®uPle qui voyage het voorspel van jaarlijkse grootse pelgrimage, zulks ZjjjP®' omdat er voorbereidingen gaande Hea' °m ook Westduitse pelgrims naar all!Uraing te trekken, dat voor vrijwel lanri Pervers langs de wegen in Neder- bu,„' België en Noord-Frankrijk, Luxem- Plaat En West-Duitsland en de bedevaart' de Jc.b'j uitstek moet worden, nademaal ^ats^ Vie„Saints Maries de la Mer aan de Ri- ger£a.te ver liggen, al zijn zij nog zo goed 'lotoriseerd. Zo p aantal echte Zigeuners was nog niet Zo gr°°t in Beauraing. Maar het is niet het p 1??akkelijk, dit volk, afkomstig uit bar gnis verleden en dus zonder aanwijs- te .afkomst, onder één banier verenigd de jfdgen, zelfs al is het de banier van liogp' Maagd. Oude, soms grote tegenstcl- geu-p leven nog fel onder hen. De Zi ften bestaan uit Tziganen, de aristo- lage en Gitans, 't gewone volk. In beide staah Y.an het bruine zwerversvolk be- 8egint epe veten> die als het wilde bloed SW e hruisen, zelfs tot moord en dood- leq hn"3611 kunnen leiden. Aalm. Schou- erge geprobeerd, een zigeunersfamilie gep iLln ons land zwervend, mee te krij- i.Zo» ,ar men had hem gewaarschuwd •e fam'i- s vertrouwde het hoofd van de- "dlie ri- e bem toe, „Leden van de fa- Sië ro„\e en die, welke thans in Bel- ^Uden ^zwerft, de onzen in Beauraing deliji, ontmoeten, dan wordt er onverbid- Daa gevochten" r°m bleven de Zigeuners maar thuis Dit is de tijd van de bedevaar ten. Geregeld kan men lezen van stoeten pelgrims, die opgaan naar een bedevaartplaats. Enkele pelgrimsoorden zijn heel oud, waarheen reeds honderden ja ren geleden onze voorouders trokken. Andere zijn betrek kelijk nieuw. Enkele namen zijn een ieder vertrouwd. We noemen hier speciaal Kevelaer en Beau raing. Zulks, omdat we dit jaar in de gelegenheid waren, er ter pelgrimage te gaan. Van hetgeen we er hoorden en zagen, willen we hier in enkele artikelen, welke we in de loop van deze twee maanden zullen publice ren, het een en ander vertellen. Ook over Syracuse, de stad van de Madonna der Tranen, ofwel de Wenende Madonna, waarheen een lange reis naar Sicilië ons voerde. Dit Syracuse heeft zopas bijzondere belangstelling getrok ken vanwege de hypermoderne kerk, welke men er wil bouwen, ter ere van de Madonna delle Lacrime. We zullen er, na Keve laer, ons derde artikel aan wij den. Hierneven enkele impres sies van Beauraing, het genade oord in de Ardennen. de roem van Notre Dame de Beauraing overal verbreiden, waar een woonwagen schaduw zoekt onder wat bomen. Zo was het althans het geval met de Nederlandse woonwagenbewoners ten aanzien van wie we intussen beslist moeten aanstippen, dat het geen zigeuners zijn,, alleen men sen, die niet kunnen wennen aan de ban den van onze, zozeer gereglementeerde, monotone samenleving en die willen trek ken, trekken, van de ene gezichtseinder naar de andere Het volgende jaar zullen de zwervers langs de wegen wellicht bij duizenden ko men Inmiddels, ook het aantal gewone bedevaarten stijgt elk jaar in getal en aantal. Omdat ook in ons land de naam Beauraing een steeds vertrouwder klank gaat krijgen, leek 't ons wel dienstig even een overzicht te geven van het gebeuren dat al sinds jaren tot zovelen spreekt en waardoor Beauraing een tweede Lourdes lijkt te worden. Daar is dan ten eerste de plaats waar de verschijningen van de H. Maagd plaats vonden. Dat is de tuin van de kostschool het „Pensionnat des Soeurs de la Doc trine Chrétienne", waarlangs het via duct van de spoorlijn Houyet-Bertrix loopt. Het pensionaat ligt aan de rand van het stadje, omgeven door veel ge boomte, daar, waar de heuvels een aan vang nemen. Het is hier, van 29 novem ber 1932 tot 3 januari 1935, dat de ver schijningen plaats vonden, ongeveer ter hoogte van de Lourdesgrot, die de zusters in de tuin, in de schaduw van een grote hagedoorn hadden laten aanleggen. Het waren vijf kinderen uit twee gezinnen, aan wie de H. Maagd zich vertoonde, De drie kinderen Voisin, Fernande, toenter tijd vijftien en een half jaar, Gilberte, der tien en Albert, elf jaar kwamen uit een eenvoudig gezin. De vader werkte bij de spoorwegen, op het station van Beauraing de moeder dreef een klein zaakje, om er wat bij te verdienen, Zij wilde haar kin deren een goede opvoeding geven. Gil berte had ze daartoe op het pensionaat gedaan, als half-pensionaire. Deze ging er dus op school, maar kwam 's avonds thuis. Haar zuster en haar broertje kwa men haar vaak afhalen. Ze werden soms vergezeld door de twee kinderen Degeim- bre, Andrée en Gilberte en ook wel door Jeanne Degeimbre. Deze laatste heeft de H. Maagd nooit aanschouwt, ofschoon ze er herhaaldelijk bij Jegenwoordig was, als de andere kinderen de H. Maagd za gen. Jeanne was zeventien, Gilberte negen, Andrée Degeimbre was vijftien. Het wa ren kinderen uit een boerengezin, waar van de vader vroeg gestorven was, zo dat de moeder naar de stad trok, om daar het dagelijkse brood te verdienen. Dinsdag 29 november 1932 begaven Fer nande en Albert zich naar het pensionaat om naar gewoonte hun zusje Gilberte af te halen. Ze werden vergezeld door An drée en Gilberte Degeimbre. Na het bor des beklommen te hebben, belde Albert aan. Terwijl hij zich daarna naar de an deren omdraaide, riep hij opeens uit: Kijk de H. Maagd wandelt, helemaal in het wit, boven de grot. Zonder naar achteren te kijken, voegde zijn zusje Fernando hem toe: houd je mond, gekkerd. Het is het licht van een autolamp op de weg. Maar Albert hield vol, toen de kinderen zich omdraaiden, zagen ze eveneens de H. Maagd boven de grot. Inmiddels had de zuster-portierster opengedaan. De kinde ren vertelden haar, wat ze gezien hadden. Deze probeerde direct, het hun uit het hoofd te praten. Echter ziende, hoe diep onder de indruk de kinderen waren, stak zij het licht in de gang aan, maar kon niets gewaar worden. Ze beloofde de kin deren, het licht niet uit te zullen doen, voordat ze op hun terugweg naar huis het donker onder de bomen achter zich gelaten hadden. Ze zag hoe de kinderen, toen ze langs de grot liepen, hun han den voor hun gezicht hielden, doch tel kens tussen hun vingers door een ver schrikte blik naar de grot wierpen. Op de rijweg gekomen, kwam de kleine Gilberte te vallen. Terwijl ze haar hielpen op te staan, draaiden Andrée en Gil berte Voisin zich instinctmatig om en daar aanschouwden ze wederom de H. Maagd, ditmaal boven het viaduct, dat ter plaatse over de rijweg loopt. Ze zet ten het op een lopen. Aan iemand, die Het beeld van de H. Maagd onder de hagedoorn. Noire Dame de Beauraing. van de emotie waardoor ze bevangen blij ken, begeeft moeder Degeimbre zich met hen naar de deken Lambert. Deze ver maant haar, over het gebeurde te zwijgen Een aantal inwoners van Beauraing be geeft zich desondanks naar de tuin van het pensionaat. De moeder-overste heeft Gilberte Voisin vroeger naar huis gestuurd met het strikte bevel, zioh niet meer in de omgeving te laten zien en daarna de tuin laten afsluiten en de twee grote hon den er in losgelaten. Ze beschouwt het allemaal als een komedie. Maar er komen zieken bidden, de kinderen zien telkens weer de H. Maagd. Er valt aan hun waar- heisliefde niet te twijfelen. Men stelt een officieel onderzoek in. Ten slotte hecht de Kerk haar goedkeuring aan de bijzondere verering van de H. Maagd. En er wordt een gulden boek aangelegd van de gene zingen, welke er plaats vinden. Spoedig komen de gelovigen van alle kanten en is Beauraing een pelgrimsoord Met de officiële erkenning van Mgr. Cha- rue, bisschop van Namen, die hiertoe ech ter' pas op 2 februari 1943 overging. In Beauraing drijft André Degeimbre samen met haar man monsieur v. d. Steen genaamd, een winkel in devotiear tikelen. De andere kinderen zijn getrouwd en wonen elders. Andrée heeft eenender tig maal de H. Maagd gezien. Elke dag bidt zij bij de grot, onder de hagedoorn voor de pelgrims het rozenhoedje. de vluchtende kinderen verderop tegen kwam, zeiden ze slechts, wat Bernardette zei, nadat ze de H. Maagd voor de eer ste maal aanschouwd had „Wij hebben iets in het wit gezien Hals over kop vielen de kinderen bij madame Degeimbre het huis binnen, hui lend, ontdaan. Toch, als echte kinderen verzekerden ze om strijd dat ze best had den willen blijven, om de verschijning be ter te kunnen zien, zo mooi was ze.. In de beide gezinnen werd het verhaal van kinderen evenwel met de nodige twijfel aangehoord. De kinderen gingen ten slotte huilend naar bed, omdat men hen niet wilde geloven. Woensdag, 30 november overtuiigd, dat hun kinderen het slachtoffer van gezichts bedrog waren geweest, lieten de ouders hen de volgende avond weder naar het pensionaat gaan. En wederom zagen de kinderen de H. Maagd en renden naar Madame Degeimbre, die hun beloofde, de volgende avond mee te zullen gaan. Op vrijdag 1 december ging niet alleen ma dame Degeimbre mede, maar ook enkele andere ouderen voegen zich bij de kin deren. Opnieuw verschijnt de H. Maagd, maar de volwassenen zien haar niet. De kinderen aanschouwen haar intussen kort daarna en voor de vierde maal. Madame Degeimbre besloot nu, des avonds om half negen met Andrée Degeimbre en Fernande en Albert Voisin nog eens te gaan. om de kinderen voorgoed hun waanbeelden uit het hoofd te praten. Wederom gaan enkele ouderen mede en opnieuw zien de kinderen de H. Maagd. Onder de indruk Van hun ervaringen vertellen we hieronder: De reis verliep vlot en goed tot aan Berlijn en verder eigenlijk ook wel. Bahnhof I en II werden in de oude hoofdstad gepasseerd en men kwam achter het ijzeren gordijn aan het der de Berlijnse station. Daar heerste een drukte van belang. Vlaggen en vaan dels waren niet te tellen. Bergen van bloemen en groen en vooral machi negeweren en soldaten namen alle ruimte in beslag. Onze reizigers on derdrukten hun nieuwsgierigheid, liepen zoals bijna allen die drukte achteloos voorbij en vroegen geen woord. Spoedig begon de trein zijn lan ge weg op oostelijk terrein en na een paar minuten kwam een conductrice de kaartjes controleren. Ah so, uit Holland, en naar Po len? Ja. En hoe gaat het dan in Holland? Is het nog steeds zo arm en ellendig? Een der twee reizigers kreeg een beetje vertrouwen in de conductrice en vroeg: Wat is daar in Berlijn op dat sta tion aan de hand? Daar kijk ik niet naar en daar vraag ik niet naar. Maar waarschijn lijk wordt er wel weer een bons ver wacht. Maar wie, dat laat hier ieder een koud. Na het weerzien kwamen de gesprek ken op gang, doch al spoedig werd er eten gehaald, want de gast zou wel in Holland honger hebben geleden. Reeds op een der eerste werkdagen ging de man naar de mis in de lande lijke kerk. Na enkele honderden meters lopen trof hij een oude buurman aan vóór diens woning. Op het dak van die woning zat een metselaar wat te repa reren. Hij schreeuwde later naar be- KARIM, ËPiHifflvaltop: Er zijn mensen, die drie maanden alle hemelse zegeningen verwachten, omdat ze een keer een gulden op de collecte-schaal hebben gedeponeerd. Anderen zijn er, die van mening zijn op hoog zedelijk peil te leven, omdat zij misschien geen directe aanvallen te gen de H. Deugd te verduren hebben. Noch de ene noch de andere groep komt zondet meer in aanmerking voor een eerste prijs met lof in het rijk van de liefde. Een gezond geestelijk leven leiden is niet zo'n eenvoudige zaak. We probe ren er niet al te ver naast te zijn en dan is het voor de meesten gebeurd met het proces der groeiende heilig heid. Van enige vooruitgang is soms in geen jaren sprake. Immers we zijn nu eenmaal zo. We mogen dan morgen wel weer goed op het officie der Kerk letten, want dat gaat juist over oorzaak, doel en weg van ons zieleleven. In een stuk Romeinse brief van St.- Paulus als Epistel van de dag valt te lezen: Door de doop ten dode met Hem begraven om met de Christus door de heerlijkheid van de Vader te ver rijzen. Teneinde in een nieuw leven .vVS iV' -'VS- i - 8fot de hagedoorn te Beauraing waar de H. Maagd vele malen verscheen te wandelen. De oude mens moet ge kruisigd zijn. Met de slavernij der zonde dient het afgelopen te zijn. We moeten in Christus leven. Prachtig iedaal. Maar dat kost of fers van liefde en vooral van de eigen liefde. Vandaar ook weer die herhaalde smekingen in het officie om redding, zegen, liefde en vermeerdering van godsdienstzin. Daarnaast wordt de H. Eucharistie als de wonderbare steun aangeprezen in het Evangelie der broodvermenig vuldiging^ Het medelijden met ae schare werkt ook vandaag nog door. Met de H. Eucharistie als voortdu rende spijs kunnen we proberen vol te houden en ons te verbeteren. Woorden wekken, doch voorbeelden strekken. Maandag vieren we de feestdag van de heilige Maria Magdalena. Het Epistel van die dag is genomen uit het Boek der Wijsheid. En daarin lezen we: Langs wijken en straten zal ik zoe ken Hem, Die mijn hart bemint. Hebt ge Hem gezien, Die mijn ziel liefheeft. Ik heb Hem vastgegrepen en zal Hem niet loslaten. Sterk als de dood is de liefde. Hard als de hel de ijver. Hoe scherp wordt hier de liefdes- drang van de heilige Maria van Mag- dala getekend. Van zondares een hei lige geworden. Vele watervloeden, aldus nog het Boek der Wijsheid, kunnen de liefde niet uitdoven, en de stromen zullen haar niet blussen. Al geeft de mens ook al de goederen van zijn huis voor de liefde, hij zal dat alles voor niets achten. We kunnen gerust met de Kerk smeken om door de gebeden van Maria Magdalena geholpen te wor den. Zij kende het leven. En haar grootmoedige liefdedienst is door de Eniggeboren Zoon barmhartig aange nomen, gelijk in de Secreta staat te lezen. Groeiende liefde met een vaste wil tot stijgen. Dus niet op het gemak kelijke tegeltrottoir der gemakzucht blijven lopen. Trotseert de ruwe kas seien van het „pad naar omhoog". Al loopt dat pad zeer zeker over de berg Calvarië. Maar daarvoor zijn we Christus' navolgers. Het is wel zo goed als zeker, dat de twintig-jarige Karim, de kleinzoon van de Aga Khan, zijn studies te Harvard vaar wel zal moeten zeggen, al zou hij dol graag teruggaan. Maar Aga Khan te zijn, is een zware taak, zeker voor een jongeman. Gelegenheid, om een prettig en rustig studentenleven te leiden, zal er vermoedelijk niet meer voor hem zijn. Hij heeft in een voetbal elftal van de uni versiteit gespeeld en gedurende de laat ste jaren speelde hij hockey. Dit alles is nu voorbij. De nieuwe Aga Khan aan vaardt zijn taak ih een periode waarin de gehele Mohammedaanse wereld door het Arabische probleem in gisting ver keert en de Ismaëlieten menen een bijz. taak te vervullen te hebben, zowel in po litiek opzicht als ten aanzien van de mil joenen leden der sekte. De leidende fi guren, die zich thans achter Karim heb ben geschaard, willen een ideaal bereiken en wel, dat alle Ismaëlieten in hun eigen huis zullen wonen. Reeds de Aga Khan heeft veel gedaan, om hun economische positie te verbeteren en de rijken onder hen te bewegen, zich voor het lot der ar men te interesseren. Karim zal het werk van zijn grootvader moeten voleindigen. In tegenstelling met zijn vader, Aly ,die evenals grootvader Aga Khan heel erg van een goed leven houdt en diens eruditie en Mohammedaanse vroomheid mist is Karim ernstig aangelegd. Men heeft hem nooit in nachtclubs gezien. Hij zegt zelf, dat boeken zijn grote liefde hebben, wel aan sport te hebben gedaan, maar er toch niet aan verslaafd te zijn. Voor paarden bezit hij hoegenaamd geen belangstelling. Wat hij met de stoeterijen en renpaarden van zijn grootvader moet doen, weet hij nog niet. Maar voorlopig heeft zijn vader' de zorg er voor van hem overgenomen. Intussen heeft Karim naar het schijnt nog geen recht op de nalatenschap van de Aga Khan. Volgens het zeggen zal deze on der diens zoons verdeeld worden. Ka rim zal eventueel erfgenaam worden van het deel, dat zijn vader zal worden toe gewezen Maar hij is niet bepaald arm deze twintigjarige jongeman. Zijn moeder was d€ dochter van Baron Churston, die voordat ze met Aly Khan trouwde, ge scheiden was van de bierbaron Guinness. Nadat ze weer van Aly Khan gescheiden was, zette ze een flink kapitaal vast op Karim en diens jongere broer Amyn. Het spreekt vanzelf, dat onder de ge schetste familieomstandigheden en al duur- het society-huwelijk van zijn moeder met Aly Khan dertien jaar, voor Karim nau welijks enig huiselijk en familie-leven was weggelegd. Het grootste gedeelte van zijn jonge leven heeft hij oP kostscholen door gebracht. Hij was o.a. leerling van de ex-i clusieve Le Rosey kostschool, tussen Ge neve en Lausanne gelegen, waar hij als studiegenoot o.m. de jonge hertog van Kent had. Toen deze nogal in opspraak kwam door een tamelijk lustig leventje en onvoorzichtigheden bij het autorijden, kon een leraar van de kostschool met zijn hand op het hart verklaren, dat Karim zulke dingen nooit zou uithalen, omdat hij er veel te serieus voor was. Karim ging uit eigen verkiezing verder studeren. In de vakanties maakte hij lange reizen door Azië. om dit nader te leren kennen. Hij leerde toen tamelijk goed Arabisch, be heerst het Perzisch volkomen - de familie van de Aga Khan was van Perzische afkomst en spreekt voortreffelijk Frans en Engels. Maar het Amerikaanse slang is hij niet meester kunnen worden alhoe wel hij ettelijke jaren in de Verenigde Staten vertoefde. Hij is daar o.a. gast ge weest van de Stevensons, doordat hij stu deerde met een zoon van Adlai Steven son en hij bracht een vakantie op het buitengoed van de democratische kan didaat voor het presidentschap door. Ofschoon men er zich in de omgeving van de nieuwe Aga Khan, die evenals zijn grootvader een soort hofstaat voert, niet over uitlaat, heeft de gestorven Aga Khan reeds sinds lang de jonge Karim tot zijn opvolger voorbestemd en hem terdege in de Mohammedaanse theologie doen onder wijzen. Hij moet zijn nogal genotzuchtige zoon Aly en ook zijn andere zoon, Sa- droeddin, niet geschikt voor het noge geestelijke ambt hebben geacht. Karim, de nieuwe Aga Khan, is een flinke jongeman, een meter vijfennegen tig lang. Het is hem aan te zien, dat er een aanzienlijk percentage blank bloed door de aderen vloeit. Hij is er na zijn verheffing tot Aga Khan niet toe overge daan, dit direct te verbloemen, door zich in een Oosters gewaad te steken. Op een persconferentie, welke hij in de villa Baka- rat bij Genevé nadat zijn benoeming be kend was gemaakt, gehouden heeft, ver scheen hij in een blauw kostuum. Alleen een zwarte das was het teken van rouw. Hij zette zich onder een zonnetent, welke gedurende de laatste jaren steeds door zijn grootvader was gebruikt, als deze over het -meer van Genevé en de bergen wilde schouwen en las een korte verklaring voor waarin hij mededeelde, dat zijn eerste werk zou zijn, nader in contact met zijn ge lovigen te komen. In opdracht van zijn ge storven grootvader zal hij een stad in het Nabije Oosten uitkiezen, om daar zijn ze tel te vestigen. Aga Khan. het betekent Eerwaardige Leider. Het is een titel, door de Engelsen indertijd aan zijn grootvader verleend. Deze heeft zich hem, zeer zeker in de ogen van zijn volgelingen, alleszins waar dig betoond. Karim, de nieuwe Aga Khan heeft de zware taak op zich geladen, zijn voorbeeld te volgen K. H. neden: Wat was dat voor een sinjeur? Dat is een oude dorpsgenoot. Hij komt uit Holland en is op bezoek. Uit Holland? En op bezoek? Dan komt hij zeker zijn buik eens goed vol eten, want de mensen moeten daar straatarm zijn in dat miniatuurland je zo goed als overal in het Westen. De vraag of wij hier nog kreperen van de honger is de gast in Polen bij wijze van spreken wel 100 keren ge steld door allerlei personen. Men leest er niet anders en men hoort er niet anders. Men heeft geen radio, wel distributie. Ver uit de kom gelegen huizen mogen een radio hebben, maar mogen niet luisteren als er vreemden in huis zijn en buitenlandse zenders worden er hopeloos gestoord. Van het buitenland weet men nagenoeg niets. De man vertelde ons, dat de Poolse boeren al naargelang de grootte van hun bedrijf zoveel en zoveel kg vlees, rogge, aardappelen, melk, boter etc. moeten leveren. Zijn die dingen er niet, dan moet de boer toch zorgen dat ze er komen, al moet hij ze zelf gaan kopen of lenen. Een boer krijgt voor zijn bedrijf kunstmest toegewezen, doch niet meer dan 20 kg per bunder. De Nederlandse boer gebruikt naar ik me liet vertellen, zeven- of achtmaal zoveel. De mensen in de kleine dorpen heb ben wel genoeg te eten. Ook in de gro te steden wel, maar op grotere dorpen en in middelgrote stadjes is het met de mondbehoefte slecht gesteld. Een boer kan onmogelijk geld sparen uit zijn bedrijf en zware arbeid. Doen zich onvoorzien eens extra-gelduitgaven voor dan moet hij een koe of iets anders verkopen ten koste van zijn bedrijf en praktisch zonder kans later weer „in zijn ouwe doen" terug te komen. De arbeiders vinden werkgelegen heid genoeg en verdienen zo gezegd flink geld. Maar een man, die zich een nieuw kostuum wil aanschaffen, moet daarvoor het loon van zes volle ar beidsweken neertellen. De prijs van een paar schoenen kan hij in een week bijeenverdierfen, ten minste als hij een flink en volwaardig vakman is. Men kan zich dus voorstellen, dat de meeste mensen er sjofeltjes bijlopen. Op de vraag of de nieuwe koers in Polen een verbetering betekent ant woordden allen: „Onze soldaten mo gen nu naar de kerk gaan en de pries ters mogen godsdienstles geven op school. Dat gebeurt nu trouw. Voor de rest is er niets verbeterd en is er geen verbetering in zicht". Jullie in het Westen moogf alles wil len weten en alles beweren, maar we ten doet je niks, helemaal niks, zo min als wij. Wij zijn ontelbare malen belo gen en bedrogen en dat worden we nu ook weer ten spijt van alle westerse filosofen. Wij blijven de toekomst don ker en zorgeloos inzien. Maar de kop houden wij nog omhoog, want we heb ben nog hoop. Zonder hoop zou het geen leven zijn. Wij hopen en vertrou wen in deze pikdonkere tijden nog op God, die zetelt in een ondoorgrondelijk licht, wij hopen als altijd ook op de voorspraak van Gods Moeder, de geest driftig omjubelde Zwarte Lieve Vrouw van Czestochowa. Van alwat wij hier in Nederland ho ren en lezen van een verbeterde toe stand in Polen is volgens onze zegs man dit alleen maar waar: „De katho lieken bestormen er de kerken en be stormen er de goede God, die Polen al meer heeft gered." Zodra de men sen zich lang genoeg zien bedrogen door medemensen, al zijn dat diplomaten, dan klampen zij zich weer vast aan hun God, hun schild en hun betrouwen. Prins Karim begroet een Arabisch stamhoofd uit Oost-Afrika, dat hem ktvam huldigen als de vierde Aga Khan. V

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 3