Corrie Beversli Duitsland aanvaardde een nieuwe Modepolitiek De Parijse sfeer is voldoende Een handje van Maria.... glamour department WARIcTTE hoogland PORTRETGALERIJ Saterdag 24 augustus 1957 Krimpen van pijn ■f"** anS Gen therapie Voor Pwïènti zenuw en Tastend naar een barrière gratie en distinctie»,,^ Pedagogiek Economische consolidatie maakte 'n eind aan kleding- zuinigheid Modieuze wolletjes op een kille zomershow Sociale wetgeving en belastingrecht II ijbelse verwan tschappen Levend geworden schilderij De concertzangeres Corrie beversluis kwam onlangs ge. reed met een boek over zang- l'edagogiek. Naar aanleiding daarvan hadden wij met me vrouw Beversluis in Hilversum een onderhoud. Mensen, die regelmatig in het ?l'enbaar optreden, verliezen soms van hun argeloosheid. Zonder te weten of te willen, doen zij jat gemaniereerd aan, hoewel aannee vaak iets verborgen wordt ^an hun innerlijk leven. Aan de ai|,lere kant zijn er ook kunstenaars j"J Vvie de beschroomdheid juist in 'e' openbaar overwonnen wordt, °J®dat zij er behoefte aan hebben all V, wat in ben is mee te delen aari anderen. de^°t dezulken behoort ongetwijfeld sj concertzangeres Corrie Bever- keia' Zij is een lieve vrouw die met kjJ^hjk plezier vertelde over het eh 'rf6 meis-ie dat zij eenmaal was dat zo graag zong. Aangezien zij hetr daar talent opviel, ging zii naar UI conservatorium te Amsterdam, tj 1 stodeerde bij H. C. van Oort en arna bij Anna Stronk- Kappel qïv°lgens ontving zij onderwijs van vJ^elie van Zanten en deze studie haar einde te Parijs bij Marta ta^f spreekt vanzelf dat men eerst \V„®nde zijn plaats vindt in de zang- cen en dat de ene lerares wel topl *°taal andere elementen wakker Ue ®t dan de andere. Zo heeft Corrie ]je besluis veel te danken aan Corne- straYan Zanten, terwijl haar sterke, w atonde sopraan het meest tot ont- ,0ling is gekomen te Parijs onder jie'ding van Maria Freund. haaaar omgang met Franse kunste- h6. heeft ertoe bijgedragen dat ligt franse lied haar bij uitstek goed stallend is het dat zij tegenwoordig tiw-^ogpedagoge telkens dezelfde se Rijkheden ontmoet bij Nederland- is deerhngen. Men zingt niet vrij, men ,aor al te veel remmen gehinderd, in j,Zekere zin heeft Corrie Beversluis zy Jrankrijk haar carrière gemaakt Jql °ng daar onder andere in Bach's annespassion en in werken van en Mozart- Zij bracht er ook erlandse liederen in grote zowel fot Pic|ingsschool voor mannequin, en reclamemodel. Cursusen voor m ®r® vrouw in verbetering van nou- C\jrf' u»terlyk etc. Aanv. nieuwe Ussen 9 september. 'chtingen en inschrijving vanaf Narl 20 au8ustus. '"iersweg 88 D - Telefoon 128B83 - w Rotterdam als in kleine concertzalen. Eveneens in 't Franse land gaf zij concerten en in de opera in Nantes speelde zij de Euridice-rol in Gluck's Orpheus. Haar succes was zo groot dat zij het top punt van de roem leerde kennen en in Turijn werd uitgenodigd om de hoofdrol te spelen in Sakuntala. In die tijd maakte zij kennis met de componist Migot. Als een der eer sten bracht zij zijn werk in Frankrijk en elders. Migot, oorspronkelijk nog niet gewaardeerd, schijnt echter thans tot een der grootsten gerekend te worden. Zijn werk wordt veel in de concertzalen gehoord en bewonderd. Mevrouw Beversluis is van mening dat studie in de zangkunst van groot belang kan zijn voor zenuwpatiënten, omdat zij al zingend los van zich zelf kunnen komen en vaak hun angsten tegenover anderen en de we reld kwijtraken. Gedurende verscheidene jaren gaf mevrouw Beversluis aan zulke patiën ten les en meer dan eens mocht zij het geluk beleven, dat iemand genas cn het leven beter aan kon. In haar zeer binnenkort te versche nen werk over zangpedagogiek wordt dit onderwerp nader behandeld. Op onze vragen over de techniek van de zangkunst en op welke wijze zij haar ervaringen en kennis toepast bij haar leerlingen en in het bijzonder bij degenen die een minderwaardig heidscomplex hebben of verkrampt zijn in zichzelf, verwees mevrouw Be versluis naar hetgeen zij hierover schrijft in haar boek. Een van de belangrijkste punten waarop de zangeres het accent legt is het godsdienstige in de mens. Ook in de zangkunst moet men trachten de mensen tot God te brengen. Als kunstenaar moet men ook in de zang uitdragen wat men heeft ontvangen van Gods inspiratie. Men moet van binnen uit leren zin gen, als het ware de stem „rond" maken, maar hierover is beter te le zen wat mevrouw Beversluis schrijft, dan het enkel weer te geven na een gesprek. In laatste instantie gaat het om de eeuwige dingen en is de techniek van de zangkunst, zoals bij elke kunst slechts het middel om deze eeuwige dingen uit te zeggen. En hoe zui verder en groter dit middel is, des te beter zal ook de zingende mens doen wat God vraagt en wil Voor mevrouw Beversluis is als voor zoveel andere kunstenaars de oorlog fataal geweest. Zij had vele relaties gemaakt. Vele plannen wacht ten op uitvoering en toen ging alles kapot. De plannen werden nooit uit gevoerd, de relaties waren dood. Maar in mevrouw Beversluis leefde de kracht om opnieuw te beginnen. In haar huis aan de Da Costalaan geeft zij les en vindt ze in de begaafdheid van sommige leerlingen een nieuwe stimulans. Met geestdrift vertelde zij over een mooie stem die binnenkort in het concertgebouw zal zingen. In Te. Duitsland* couturiers voelen zich tegenwoordig hevig door de broodkruimels gestoken. En daar mee ging de eerste na-oorlogse zui nigheid nu wel heel radicaal over boord. Dat verschijnsel is te op vallender naarmate de couturiers in de overwinnaarslanden steeds meer belangstelling aan de dag leggen voor de confectrémarkt, doordat het met de dag moeilijker wordt om voldoende klanten te vin den die zich nog de hoge prijs voor een exclusief model kunnen veroorloven Tot nog toe leefden de Duitse mo dehuizen hun bestedingsbeperkende liefhebberijen uit in een soort tijdloze elegance, met kledingstukken die er bij voorbaat op berekend waren om bij zoveel mogelijk verschillende gelegenheden gedragen te kunnen worden. In hun nieuwe najaarscollec ties hebben de heren ontwerpers die zuinigheid vriendelijk goedendag ge wuifd .Hun nieuwe streven is nu: iets anders voor alle tijden van de dag. En laten wij dit voor alle zekerheid niet alleen de modehuizen verwijten. Het is een verschijnsel van deze tijd. Want naarmate het de Duitsers en andere Midden-Europezen economisch Paarlmoerkleurige mantel met een platina getinte nertskraag (Staebe-Seger). gesproken voor de wind ging, kregen zij ook de behoefte om hun vrouwen en dochters in duurdere kleren te steken. Voor de Fransen en de Engel sen die voortdurend liggen te tobben over de afzet van hun couture is dat natuurlijk een zure geschiedenis. Maar daarmee is het feit niet weggenomen, dat er in de Duitse couture salons door de kopende gemeente steeds hogere eisen worden gesteld. „Het gaat goe-oe_oed?", zeggen ze nu daar.. En omdat het zo goed gaat, is een reisensemble daar alleen nog maar voor op reis, en een middagjapon moet tegen het cocktail-uur in de kast han gen. Er worden weer speciale schouw- j burgjaponnen gemaakt, en zelfs de meer informele kleding moet bij de omstandigheden, waaronder zij ge dragen wordt, zijn aangepast. Daar naast is er een uitgesproken streven naar gemakkelijk zittende kleding. Ruime mantels bijvoorbeeld, met grote zakken en met enorme mouwen waarvan de lengte varieert. En mei Gekun^M Het lange rood met groen tweed tailleur- jasje met de bloesende ballonrug kreeg een opvallende kraag van koffiebruine oersia- ner (Gehringer Glupp). Jeugdig tweedelig ensemble, bestaande uit een mouwloze japon met een geplooide rok en een kort, rechtgesneden jasje met een nertskraag (Horn-Modell) veel aangerimpelde ruimte vanuit een breder geworden schouderlijn, ofwel vanuit in allerlei variaties bedachte schouderstukken. Mantels zonder meer zijn overigens geleidelijk aan de verliezende hand. In plaats daarvan wordt voor aller lei gelegenheden naar de opbouw van een ensemble gestreefd. En zelfs die genen onder de vrouwen, die voorlo pig nog willen vasthouden aan de non chalante rechtvallende topperstijl mantels, zullen zich moeten verzoenen met de gedachte, dat de lijn daarvan geweld wordt aangedaan door een los om de taille geknoopte ceintuur. Maar juist om die lijn was het begonnen.. Voor de stoffenfabrikanten is die nieuwe liefhebberij voor ensembles een hemels geschenk, al moeten we erkennen, dat de heren er knap op hebben ingehaakt. Twee, drie, zelfs vier verschillende dessins die toch weer allemaal iets gemeen hebben dezelfde stoffen in een lichte en in een zware uitvoering; ofwel een com binatie waarin de kleur de verbin dende factor wordt. Als voorbeeld noemen wij hier een groen met rode Shetland mantel, die gecombineerd wordt met een tailleur waarvan het rood uit het jasje en het groen in de rok overeenkomen met de kleuren van de mantel. Ook tailleurs ontwierpen de Duit sers voor elke gelegenheid een ander. Zij variëren nu tussen de klassieke ge klede modellen heel dikwijls met bontkraag) en sportieve reiskostuums naar elegante ensembles waarvan het jasje tot slechts 18 centimeter boven de knie valt. Vooral de modellen in deze laatste groep, waaraan Han Gehringer nog juist voor zijn plotseling overlijden zijn naam verbond, zijn de aandacht van de modewereld waard. De wei nig conventionele royaal gesneden lange jasjes hebben behalve een bloe sende ballonrug ronde, laag uitge knipte mouwen en kleine zij splitten. Daaram.der hoort dan een uiterst nauwe rok. Beige domineert Behalve zwart en wit- die vooral voor avondkleding niets van hun po pulariteit schijnen te verliezen, do mineren in de Duitse collecties voor al de beige tinten variërend tussen stopverf en champagne. Daarnaast waf donker glinsterend grijs, allerlei soorten bruin (van hazelnoot tot cho colade), olijf- en oleandergroen, diepe tinten blauw en kreeftrood. Op de middagjaponnen, die klokke één onherroepelijk uit de kast ge haald moeten zijn wordt boven dien een druk gebruik gemaakt van bont zelfs nerts en hermelijn als garnering van Kragen, zakken en manchetten. En in bepaalde geval len wordt die bontgarnenng nog eens op de mantel herhaald. ELSE DANAH. door reumatiek, spit, ischias, hoofd en zenuwpijnen is onnodig. Togal be vrijdt U snel en afdoende van die pij nen. Toga) baat waar andere middelen falen. Togal zuivert de nieren, is on schadelijk voor hart en maag. Bij apo theek en drogist f 0.95, f 2.40 f 8.88. De Parijse confectie, ook al komt ze later uit dan de Nederlandse, wordt toch altijd een maand of drie voor da haute couture getoond. Het is dus zaak aan te voelen welke richting de couture uitgaat en de modellen welke de con fectie lanceert mogen natuurlijk in geen gevaJ ingaan tegen de lijn die de couturiers brengen. Dit keer is dat gemak kelijk, want in de coutu- rehuizen is van alles te vinden. Grote veranda- ringen zijn er niet ge bracht. De confectionneurs mat flair zijn er dan ook won derlijk wel in geslaagd modellen te maken die zich heel goed bij de cou ture aanpassen. Mantels en rokken zijn wat langer maar het is nog helemaal niet gezegd, dat de korte rokken opgang zullen maken. Waren ze in het voorjaar gelanceerd dan zou dat mogelijk geweest zijn, maar nu de winter voor de deur staat zal er misschien niet veel animo voor bestaan. Ruim vallende mantels vinden we net zo veel als overjasmodellen en over al wordt werk gemaakt van de kragen, wat de couture ook doet. De con fectie brengt de cana- dienne niet alleen als mantel maar ook bij deux-pièces; ook de ge drapeerde japon ont breekt niet. Gattegno heeft er enige zeer goede modellen van en was zo wijs bij die japonnen het middel op zijn plaats te laten. Hij is een uit de velen, die in Parijs de mo- Model va>i een der succesnummers uit de collec tie van Gattegno. Deux-pièces in rode en zwarte Schotse ruit van Pierre Billet. de aanvoelen. Daarvoor zijn het Fransen, zou men menen, maar het is juist zo eigenaardig, dat een groot aantal van hen in het buitenland is geboren of de eerste van hun fa milie zijn die in Frank rijk het levenslicht zagen Maar ze ondergaan de Pa rijse sfeer en dat is nu eenmaal voldoende voor al wat mode betreft. Een van de bekende confectionneurs is de Hongaar Starkmann die een goede twintig jaar geleden op een schoen en een slof Boedapest verliet en naar Amerika toog. Daar werd hem echter de toegang geweigerd. Radeloos besloot hij een poging te wagen clandes tien Amerika binnen te komen, 's Nachts pro beerde hij naar de wal te zwemmen maar hij werd niet alleen ontdekt en opgepikt maar verwond de zijn pols zodanig dat hij er een groot litteken van heeft overgehouden dat hij onder een breed armbandhorloge probeert te verbergen. Starkmann werd naar Europa teruggezonden waar het hem de eerst-» tijd maar niet lukte om aan de slag te komen tot hij eindelijk en ten leste in Parijs terecht kwam en bij een confectionneur een plaatsje, vond. Dat is nu ruim twintig jaar geleden en Stark mann staat nu aan het hoofd van een van de grootste confectiefabrie ken. Onder de naam Bas ta kan men zijn modellen in alle kleine goede zaken vinden. En hij is nog maar een uit velen DINY K.—W. L Qy-i t °yzonder aardig jasje met strepen, dat wordt Gedragen op een bijpassende wollen trui Tot dusverre hadden de gezamen lijke wolfabrikanten tijdens de tra ditionele Edese schapendag, collec tief een wol-show georganiseerd; verschil van inzicht over de waarde van dit samen-naar-buiten-optreden is er echter de oorzaak van ge weest, dat de show dit keer in haar geheel werd verzorgd door de Ko ninklijke Scheepjeswol-fabrieken. Het wollige arsenaal dat werd ge toond, was echter de moeite van het aanschouwen ten volle waard. Jumpers, japonnen, blazers en truien, alles passeerde in vaak mo derne kleuren de revue en een man nelijke mannequin zorgde ervoor, dat ook de heren een indruk kregen van de modieuze plaats, welke wol in hun leven kan innemen. De Nederlandse vrouw, zo vertel de men ons, breit op het ogenblik beslist niet minder dan vroeger: de mogelijkheid, zich op deze manier creatief te kunnen uitleven, wordt nog steeds ten volle benut. Van de bestedingsbeperking ondervinden de wolfabrikanten nog geen recht streekse invloed. Volgens gegevens van het Centraal Bureau van de Statistiek staan de wekelijkse om zetten van de textielwinkels gedu rende de afgelopen vier maanden niet ten achter bij die van dé over eenkomstige periode van het vorig jaar. V. Opvallend is daze gebreide wollen jurk beslist, alhoewel zij wellicht niet door iedereen met succes zal kunnen worden gedragen. In ieder geval een bewijs, dat men al breiende beslist exclusieve dingen kan maken. IN BRUGGE heb ik gewandeld met Onze Lieve Vrouw. Zij is klein, vriendelijk-bescheiden, donkerblond en mollig. En zij droeg een geblokte zomerjapon met grote schaakfiguren als versiering. De heer Blontrock, die de scepter zwaait bij de stedelijke Dienst voor Toerisme, had voor die ontmoeting eerst telefonisch belet ge vraagd. Hij draaide het nummer 32.3.24. Tien minuten later sprak ik met de jeugdige Maria Gevaert die de hoofdrol had in het spel van het Heilig Bloed. Voor de Bruggelingen die met tweeduizend personen de figu ratie hebben geleverd voor dit spel is zij door deze rol een populaire figuur. Een gemeenzame band ook tussen 't hemelse en 't aardse. Of 't Lief Vrduwke soms kan zorgen voor wat minder regen, vraagt er een. En kinderen komen op haar toe om een handje van Onze Lieve Vrouw. Straks, als de vakanties voorbij zijn, is dat alles alleen nog maar herinnering. Dan staat Maria Gevaert weer voor de klas. Als lerares aan de technische school voor hoteliersters, de enige school voor meisjes op dit gebied in België. Of zij dan, naar hemels voorbeeld, een toonbeeld is van huishoudelijke deugden7 „Niet in 't minst", zegt Maria Gevaert, die daar resoluut aan toevoegt: „Ik ben er niet voor om hele dagen in die beslommeringen te zitten!" Wat zij dan wel doet is lezen voor het be heersen van haar talen en van de letterkunde van andere landen. Zij tekent graag, en maakte onder meer kopieën van schilderijen van Pieter de Hoogh', die zij bewondert om de sfeer van zijn interieurs. Aan het conservatorium volgde zij uit liefhebberij de lessen in voordrachtskunst. En als 't Koninklijk Schouwtoneel in Brugge speelt, zal Maria Gevaert daar graag gaan leren van 't voorbeeld dat de beroepsmensen haar geven. Toch is zij zelf al heel wat verder dan de gemiddelde amateur. Toen Anton van de Velde die als regisseur van het Brugse spel een twee uur durend visioen van kleuren heeft gemaakt voor de gesproken tekst bij een pop penspel een bandopname nodig had, leende hij daarvoor de stem van Maria Gevaert. Zij was het ook, die de titelrol kreeg in Elckerlyc, dat bij een andere gelegen heid door het Gezelschap van het Heilig Bloedspel werd opgevoerd. TEGENOVER ZOVEEL kleur en poëzie staat de nuch tere werkelijkheid van de vakken die Maria Gevaert de leerlingen van haar school doceert. Zij is daar regentes (wat ik eigenlijk een veel gezelliger titel vind dan ons „lerares m.o.") voor die in het gezin van Nazareth zeker niet beoefende vakken als boekhouden, sociale wetgeving en belastingrecht. Op Maria's lesrooster staat bovendien het vak publiciteit. Maar wanneer dat iets is waarvoor zij een onvoldoende verdient, dan is dal om de geringe publiciteit rond haar eigen persoon. Ik zei al: ze is bescheiden. Want zelfs de leerlingen van haar school wisten bij het ingaan van de vakantie nog niet welke onderscheiding er voor haar regentes was weggelegd. Doch hoe een gewoon aards sterveling zo snel naar zulke hoge hemelse regionen 'evolueert? Ach, in 1947 zat ook Maria Gevaert nog op een harde houten bank verloren in de menigte van toeschouwers. Met haar dertien jaar was zij toen te jong voor elke rol. In 1952 echter (het spel wordt om de vijf jaar herhaald) was ,?.ij engel, en haar jongere zusje is dat nog- Maar op de toneelavonden van de vaste spelerskern kreeg zij gelei delijk belangrijker rollen. En daarmee rangschikte zij zich automatisch onder de kandidaten voor de vrou welijke hoofdrol van dit jaar. Die uitverkiezing heeft intussen al aanleiding gegeven tol heel wat zinspelingen op bijbelse verwantschappen die volkomen contradictoir zijn aan de vriendschaps- en familieverhoudingen in de kleine wereld van deze stad. Mijnheer Blontrock had, toen hij onze ontmoeting arrangeerde, Maria al gewaarschuwd' en zeg nu niet dat ge de moeder zijt van Onze Lieve Heer...." Aan dat consigne heeft Maria zich braaf gehouden. Al kan ook zij het feit niet loochenen dat ook haér moeder Anna heet. En dat, als u een Bruggeling vraagt wie dan wel de heer Jozef Gevaert is, hij geen enkele waarheid geweld aandoet met te zeggen: „Jozef? De vader van Maria!" Van die vader erfde Maria ook de liefde voor haar stad. Een liefde waarin zij nog gesterkt werd door haar reizen in het buitenland: verleden jaar voor het eerst ook naar Amsterdam, dat haar niet is meegevallen; de sfeer van Delft waardeerde zij meer. En verder Duits land, Frankrijk met het voor deze Maria-in-het- kwadraat vanzelfsprekende bezoek aan Lourdes. Maar als u ooit in Brugge komt, en het is een dag dat de school voor hoteliersters haar vrij laat, dan is er een kans dat u Maria Gevaert bereid zult vinden om onder haar leiding de pelgrimage te maken „langs de stille wijding van de oude straten en reien" van haar stad, die met zijn kerken en kapellen één stenen theologie is. ZIJ VOLGDE, daarvoor, evenals vader Jozef, zelfs een uitgebreide cursus die haar parate kennis verste vigde van vreemde talen en van al wat een toerist maar weten wil en vragen kan. Doch over al die jaartallen en feiten domineert toch vooral haar eigen bewogen heid om wat haar stad. zijn getrouwen te zeggen heeft vanuit zijn geschiedenis en in de taal van zijn monu menten. Ik werd mij dat het meest bewust toen Maria Gevaert diezelfde avond als een levend geworden schilderij stond onder de kleurenbrand van het oude Belfort. Een zaam uitkijkend over de menigte van tienduizend toe schouwers van allerlei nationaliteit. Maar met een moederlijk gebaar waaruit goedheid openbloeide voor iedereen. En toen die heldere jonge stem met dat warm» omfloerste Vlaamse accent, die een belofte sprak over Maria's geliefde volk van Brugge „die Scone": ik zal als een kantwerk Gods genade over uw stede spannen in schóne witte draden van geluk. K&.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 9