Het Britse Theater De volledige Couperus LE CORBUSIER zeventig jaar in het afgelopen en het komende seizoen mr-rrt mm?* «rnrri EEN MONUMENT VOLTOOID ACTUALITEITEN Smakelijk menu Inventieve geest van een sterke persoonlijkheid m m mm Serie voorstellingen JUf Illtt'U 1 ZATERDAG 5 OKTOBER 1957 TONEEL-FESTIVAL IN DE SCHOTSE HEUVELS Historische Thriller Toneelfestival Provinciaal Theater «Mm Laatste ronde Old Vic Stratford Morgen wordt de kunste naar, die na allerlei soorten artistieke prestaties als niet- katholiek zijn bijdrage mocht leveren aan de kerkenbouw in Frankrijk, 70 jaar. Le Corbu- sier stoutmoedig avonturier in elementaire ideeën vertoont in zijn carrière alle trekken van een blijvende avant-gardist van een grootmeester in artis tieke inventie, die telkens een situatie overziet en oplost. 1HTFHI t §rpr* m f UJ>U«M t IfT'T TI I Mens en arties %&w&k ^=3== L IS HET moeilijk in Groot-Brittannië en zeker in Londen te spre ken van een theaterseizoen omdat de gezelschappen als regel samen gesteld worden voor één bepaald toneelstuk en niet voor een seizoen met afwisselend repertoire, toch is deze maand een geschikt tijdstip voor een appreciatie van het afgelopen toneeljaar en voor een blik op het komende repertoire. Het afgelopen jaar heeft geen spectaculaire hoogtepunten laten zien wat het toneel-oeuvre betreft, maar wel een algemene stijging in spel- niveau vooral in de provincie en op de festivals, naast enige experimen ten, zoals de Hidden King" in Edinburgh en de „Macbeth" in modern kostuum ill Londen, die niei zeer geslaagd kunnen worden genoemd. Een nieuwe „Hamlet" bij de Old Vic opende het seizoen in Waterloo Road, en Sir Ralph Richardson en Celia Johnson bekend uit T. S. Eliot's „Cocktail Party" zullen de hoofdrollen vervullen in een nieuw stuk van Robert Bolt, „The Flowering Cherry". Voor de Londense schouwburgbezoe kers is waarschijnlijk de adembene mende opvoering van „Titus Androni- cus" met Laurence Olivier en Vivien Leigh het hoogtepunt van het afgelo pen seizoen geweest. In feite dateert deze opvoering van dit uitermate gruwe lijke Shakespeare-stuk uit het Stratford repertoire van 1956, en is vanwege het overweldigende succes daarna op tour nee gegaan naar Frankrijk en Joego slavië om tenslotte met een kort sei zoen in Londen te eindigen. Neen, het afgelopen seizoen heeft in Londen geen frappante climax ver toond. Sommige successtukken van vo rige jaren doen het nog steeds best. Af gelopen week dronk de bekende detecti ve-schrijfster Agatha Christie de ere- wijn met het toneelgezelschap van het Ambassadors-theater dat voor de 2000e maal haar thriller „The Mousetrap" in een ononderbroken serie voorstellingen heeft opgevoerd. Hiermede zijn alle re cords op één na gebroken, met inbe grip van revues en operettes. Alleen het bekende successtuk van 1916 „Chu Chin Chow" wint 't nog van de „Mouse trap" met een continue reeks van 2238 voorstellingen. Zelfs het populaire „Blithe Spirit" heeft de 2000 net niet gehaald en internationale kas-stukken als „The Beggar's Opera" en „Annie Get Your Gun" bleven onder de 1500. Boven het middelmatige van het to neelrepertoire steken enige prachtige individuele creaties uit van Laurence Olivier en Paul Scofield die ook in het komende seizoen nog volle zalen zul len trekken. In een dramatisch diep ontroerende uitbeelding heeft Laurence Olivier de Clown getekend in John Os borne's laatste stuk „The Entertainer" Heel de navrante tragiek van deze mis lukte variété-artiest, die het niet goed genoeg is om een succes te worden en die naar de jeneverfles grijpt als enig verdovingsmiddel voor zijn mis lukkingen. is door Laurence Olivier tot de grootste toneelschepping van het sei zoen gemaakt. Het stuk zélf heeft, afge zien van het bijtende realisme, waar onze jonge generatie van toneelschrij vers blijkbaar zo'n sterke behoefte aan heeft, en afgezien ook van de negatie ve levensvisie van de auteur, enige zeer sterke dramatische vondsten, die de nog jeugdige toneelschrijver Osbor ne tot een yan de weinige „Coming men" van het Londense toneel stem pelen. Paul Scofield trekt nog steeds een groot publiek met zijn vertolking van de moordenaar Frederick Dyson m „Dead Secret" van Rodney Ackland. Na zi n uitstekende Hamlet-creatie die ook in Moskou is toegejuicht, heeft deze ver- satiele acteur een reeks moderne ro - len gespeeld die alle zonder uitzondering tot de topklasse behoren. Deze nieuwe vertolking van de in het nauw gebrach te moordenaar die zijn excentrieke commensaal vergiftigd heeft om haar geld te bemachtigen, heeft al de sub tiele nuances van de steeds meer op- aeiaagde mens' die zi5" arrestatie on vermijdelijk steeds dichter bij ziet ko men In dit beeld van de opgejaagde mens doet Scofield soms denken aan ziin creatie van de achtervolgde pnes- in de toneelversie van Graham Greene's „The Power and the Glory" van twee jaar geledem Hetjpe^van Sco. Dream". De opvoering van de „Tem pest" is het succes geworden van dit jaar en zal daarom dan ook na afloop van het seizoen in Stratford voor een zevental weken naar Londen verhuizen. Vanaf 5 december zal het stuk in de volledige bezetting van Stratford wor den opgevoerd op het grote toneel van Drury Lane's Theatre Royal dat bijna een kwarteeuw lang uitsluitend spec taculair gemonteerde Engelse en Ame rikaanse „Musicals" heeft opgevoerd. HET WAS ARTISTIEK en zakelij' een lumineus idee van de initia tiefnemers John Stewart on Ken neth Ireland een theater te bouwen in het prachtige Schotse heuvelland van Pitlochry met zijn vele hotels en pen sions die tezamen minstens. 4000 gas ten kunnen herbergen. De moeilijkhe den van de eerste tijd waren niettemin ontzaglijk, vooral door de problemen, die het oorspronkelijke tent-theater met zich bracht. John Stewart, een groot^ idealist, die bijna vijf ton van zijn privé-vermogen verloren zag gaan in dit project, hield echter vol. Het is daarom bijzonder tragisch dat juist in dit jaar, nu het succes van dit jaarlijkse toneelfestival verzekerd is, de stichter van dit cul tuurcentrum plotseling overleden is. is uitgegaan die nodig is om het fes tival financieel tot een succes te ma ken. In de samenstelling van program en toneelgezelschap is Kenneth Ireland dit jaar wei bijzonder gelukkig geweest. De wrange komedie van Synge „The Playboy of the Western World" Was met de première van Delderfield's „The Mayerling Affair" het hoogtepunt van het seizoen. De stukken worden ieder jaar met buitengewone zorg gekozen, 'zodat het repertoire aantrekkelijk is zo wel voor de „high-brows" als de „low brows". In één week kan de vakantie bezoeker van Pitlochry alle zes stuk-' ken zien die op het program van dit jaar staan. Het enorme brede en diepe toneel waar het publiek niet naar óp kijkt maar naar beneden inkijkt, heeft een bijzondere intimiteit. Men vraagt zich af of een dergelijk toneelfestival in een bekend Nederlands vakantiecentrum perspectieven zou bie den. Het is frappant hoe de kleine pro- vinciaje gezelschappen in uiteenlopen de steden als Reading in Berkshire en Perth in Schotland uitstekend toneel weten te bieden. Opvallend is het ook dat het repertoire van deze gezel schappen zo ongeveer gelijk valt met Paul Scofield beschuldigd van moordsmeekt zijn advocaat, enthousiasme, en vertelde mij dat het voor hem op te nemen. (Dean theater dat 502 zitplaatsen biedt, ge- Serref) regeld boven de gemiddelde bezetting oewe de Engelse stukken, die in Nederland in het afgelopen seizoen zijn opge voerd. zoals „The Reluctant Debu tante", „Teahouse of the August Moon" en „Romanoff en Juliet" etc. Over het grote experiment van Edin burgh het vers-drama van Griffin, „The Hidden King" is reeds uitvoerig in deze kolommen geschreven. Het zou altijd nog te wensen zijn, dat dit stuk na een grondige herziening en in korting in Londen een nieuwe kans kreeg, maar welke theater-directie zal het nog aandurven na de controverse op het Edinburgh Festival? In Stratford atte Bow in Oost-Lon- den heeft Joan Littlewood geëxperi menteerd met een opvoering van „Macbeth" in modern kostuum. Lui tenant-kolonel Macbeth in een chic militair uniform en de moordenaars in lange zwarte winterjassen zijn ech ter geen succes geworden. De mis handeling van de Shakespeare-tekst was bovendien bijzonder irriterend. De lichte modernisering van „Hamlet" waarmede de Old Vic de laatste serie geopend heeft van de complete Shake- speare-cyclus, die zij in zes jaar voor het voetlicht heeft gebracht, heeft het meesterwerk van Shakespeare niet ge schaad. De regisseur Michael Benthall plaatst het stuk in Deense hofkringen van de vorige eeuw, waardoor de op voering een zekere frisheid krijgt zon der dat aan de voornaamheid van de tekst afbreuk wordt gedaan. John Ne ville die in deze cyclus van de Old Vic steeds meer naar voren is gekomen als een van de beste jongere Shakespea- re-acteurs speelt zijn eerste Hamlet-rol met groot bravoure, en prachtige dic tie; in sommige taferelen zoals in de ontmoeting met zijn moeder, stijgt zijn vertolking tot een diep ontroerende hoogte, wanneer hij tot haar „dolken spreekt maar niet gebruikt". Met Kerstmis komt A Midsummer Night's Dream op het repertoire met de bekende radio-acteur Frankie Ho ward in een gastrol als Bottom. Dit zal een tweede grote attractie worden naast de „Tempest" voor de vakantiegangers in Londen met Kerstmis. De schouwburgbezoekers in Londen zullen zich er ook over verheugen dat in het midden van november Sir Ralph Richardson weer in de hoofdstad te rugkeert met Celia Johnson in een stuk van Robert Bolt „The Flowering Cherry" in het theater op Hay Market waar het „The Chalk Garden" opvolgt dat dan een totaal van 658 opvoerin gen zal beleefd hebben. Intussen vocht Vivien Leigh nog steeds voor het behoud van het St.- James' Theatre. Het heeft niet mogen baten. Wel zal iedere toneelliefhebber zich verheugen over het feit dat het Mermaid Theatre wat een naam vol traditie, geladen met herinneringen aan de grote dagen van het Londense theater in de 16e en de 17e 'eeuw weer in Londen zal herrijzen. Ferdinand Richard Johnson), Pros- pero (Sir John Gielgud) en Miranda (Doreen Aris) in „The Tempest)'. Drs. Th. ZWARTKRUIS. Artistieke ZES SMAKELIJKE MENU'S vor men de oogst van een prijsvraag, wel ke onlangs door de Koninklijke Rot- terdamsehe Lloyd voor leerlingen van de Rotterdamse Academie voor Beel dende Kunsten werd uitgeschreven Smakelijk dan in artistieke zin, het gastronomische programma moet nog worden vastgesteld; waar het om ging was de omslag van de handlei dingen die straks, op zee, de honge rige passagiers zullen moeten aan spreken. Wel, dat laatste zal ongetwijfeld het geval zijn. Jan van der Voo, de 19- jarige Rotterdamse schilder-tekenaar die door de jury als beste der inzen ders werd bekroond, heeft er een le vendige, humoristische serie van ge maakt, welke zowel eetlust als respect afdwingt. Hoofdfiguur op de tekeningen is een lieftallige zee-meermin. Bij het schetsen van haar staart heeft de jeugdige artiest zich laten inspireren door de visjes uit zijn aquarium, zijn trots. Doel van deze prijsvraag was; de leerlingen kennis te laten maken met, de eisen, welke het bedrijfsleven stelt. Van der Voo heeft deze eisen goed verstaan, zoals hij trouwens ook be grip toont voor de eisen, welke een krantenredactie aan een illustrator stelt. Al vaker heeft hij in dit blad de verhalen van onze reportage-re dacteur met boeiende tekeningen ver lucht: voor onze lezers is hij dus geen onbekende. Een driedubbele been breuk „wierp" hem voor vele weken te bed, zoals dat heet, maar volgens de laatste berichten komt er weer wat meer beweging in de jeugdige prijswinnaar hoewel hij voorlopig nog heel wat strammer zal blijven dan de vlotte elegante figuren, die hij op de zes bekroonde menu's aan de Koninklijke Rotterdamsche Lloyd heeft voorgeschoteld. field wordt ook sterk gesteund door Megs Jenkins als zijn vrouw *n meesterlijke uitbeelding van de advo- meesieiujive aar van Dy- caat en broeder-vrijmetselaar van Dy- son Sir Arthur LovecraR.^or Lald en" dBer0^nweedrde "onschuld van zijn re7hl"^^„l°C„h„nh^lntivespel en geeft schappen van een detectivespel het bovendien in toneelbouw en k°s tumering een prachtig _«n»»tMhappel 3 g tijdsbeeld van de jaren eerste wereldoorlog. Ruiten Londen kan Stratford terug- nn -een serie Shakespeare-op voerm an die dit seizoen, dat nog tot in no vember' voortduurt. op een hoger m- heeft geplaatst dan dat van ver- 7e/ien iaar Dit is voor een niet geringe mate te danken aan de ontdekking van „ieiiwe Shakespeare-acteur van for- een t Richard Johnson, die een boeien- de^Mark Anthony in „Julius Caesar v Gecreëerd en een zeer charman- ï1 A in As you like it". De laat- te Orlan sejzoerj, „Tem- ste premie e^ bekroning geworden. Tnhn Gielgud koos ditmaal voor Sir Johnva de tovenaar Pros zijn vertolking t.epe geheimziimige pe.r0 a met de lange baard, maar gnJSfr?Or,rw00n levenskrachtige jonge een bulte^!„or de hele rol veel genuan- figuur wfar^°° den. De regie van Pe- ceerder is gew meesterstuk op zich. De weer een meesterstuk op ter Brook wa^ h€t begin was mis- Jlistisch, zonder toch over- schien te realist^ Egn echte storm tuigend te kunnen nu eenmaal op het toneel Brook even moeilijk zelfs voor P'etf op het toneel bren- als €en echte van de Atheense Midsummer Night's Dit te constateren betekent be paald niet met al zijn visies en wat daaruit voortkwam in te stem men: integendeel, de sterke per soonlijkheid kiest niet zonder intu- itie, heeft zijn voorkeuren meestal in het irrationele verankerd en naderhand verantwoord. De spon taneïteit van Le Corbusiers reac ties, de felheid ook bij wijlen van zijn taal, prikkelt tot conflict en tegenspraak, maar nimmer tot «en blijvende kritiek van het peuterige soort. Want daarvoor is zqn aanpak te groots zowel aan de goede als aan de kwade kanten. Pionier als hij via zijn samenwerking met P* Behrens te Berlijn en J. Hoffman te Wenen geworden is, vechter voor zijn consequente ideeën van uit het architectenbureau, dat hj in 1922 te Parijs oprichtte samen met zijn neef Pierre Jeanneret, heeft hij de mogelijkheden van het gewapend beton in een bepaalde richting scherp gesteld; Een vrije tuin onder woonblokken op poten, verdieping-indelingen louter be paald door behoefte en niet dooi de constructie, doorlopende glaswan den en gevels zonder dragende functie, die los op overstekende vloeren kunnen worden opgetrok ken zijn de voornaamste punten uit Le Corbusiers tot beton en glas geworden prediking. Zijn zucht om telkens opnieuw positie te kiezen ten aanzien van een bouwkunstige opgave vond in de door hem beleden vrijheden de ruimte, waarom zijn op inventie ingestelde geest voortdurend vocht. Langs die weg ook ontwikkelde hij zich van de meester die massali teit tegenover bijna van alle ma terie ontdane blokken stelde tol de vormgever van de kapel in Ron- champs. Een constructie van ui terste bewogenheid, waar massa en ruimte een dramatisch spel van onderlinge verwevenheid opvoeren. Alleen een groot strijder in het ge geven, desnoods met een papieren rapier ten strijde te mogen gaan. IJe massa van Ronchamps muren zijn geen massa, maar hol-gegotcn wan den, omdat de middelen ter vol komen realisatie van Le Corbu siers opzet ontbraken. Het is vrijwel ondoenlijk binnen het bestek van een kranteartikel 'n ook maar enigszins bevredigende inventaris te geven van 't werk van deze grote stede-bouwkundige en architect die zelfs in Japan zijn forse signatuur gaat aanbrengen. Zijn jongste prestatie staaf in Ber lijn in het Hansa-viertel waar nu de tentoonstelling „Interbau" wordt gehouden. Een flatgebouw van ho ge plastische waarde, maar wel licht meer een manifestatie dan een uitvloeisel van Le Corbusiers gedachte, dat de woning tot in de kleinste onderdelen doordacht moet zijn en dienstbaar aan het doel, waarvoor zij bestemd is. Zelfs Charles Edouard Jeanneret, die als artiest achter de naam Le Corbu- sier schuilgaat is op dit punt be slist niet ontkomen aan de neiging om architectuur van buitenaf te gaan bedrijven. Maar vergissingen zijn soms even vruchtbaar als suc cessen en deze kunstenaar bezit voldoende flexibele grootheid om zelfs na zijn zeventigste verjaardag nog voortreffelijke stappen te zet ten. «MS De lioojdfa^ade van het Palais de Justice te Chandigarh. ONLANGS is in alle stilte zou meu zeggen liet twaalfde en laatste deel van het Verzameld Werk van Louis Couperus van de pers gekomen. Merkwaardig hoe weinig aandacht dit artistieke feit in het openhaar heeft getrokken! Hiermee toch werd een monii. ment voltooid, dat wel niet zo spectaculair als de Afsluitdijk of de Velser Tunnel tot het aanzien der natie bijdraagt, maar dat op het geestelijk plan van niet ge ringer betekenis mag worden ge acht. Louis Couperus is een groot schrij ver, de grootste romancier wellicht in onze taal, die zich zonder preten ties en met benijdenswaardig gemak bewoog op dat fameuze Europese peil waarover latere polemisten zich hebben opgewonden. Natuurlijk zijn de circa tienduizend bladzijden die ons thans,dank zij de zorgen van De samenwerkende Uitgevers (Amster- dam-Antwerpen) en de nauwgezette toewijding van prof. Garmt Stuive ling, in een keurige dundruk-editie worden aangeboden,niet van gelijke waarde. Het ware dwaasheid dit te verwachten. Vanzelfsprekend had Couperus, zoals alle auteurs van een omvangrijke voorbbrengst, ook de au teurs van formaat, zijn inzinkingen, en niemand was daar beter van doordrongen dan hijzelf. Maar de ge middelde Couperus die tevens de es sentiële is. kan toch als een waardig vertegenwoordiger van onze letteren op het Europese forum gelden. Zelf heeft hij daar waarschijnlijk nooit aan gedacht; met al zijn kosmopoli tisme, zijn voorliefde voor zuidelijke landen, zijn ongewone kennis van oude en vreemde culturen, was en bleef hij in de grond een eenvoudig Nederlander, diep gehecht aan zijn taal die hij „boven alle talen" liefhad met geen andere ambities dan zijn lezerskring in het vaderland trouw te blijven, te diverteren met zijn grote en kleine romans, zijn fantastische of realistische verhalen en verrukke lijke feuilletons. Couperus' kunst heeft talrijke fa cetten, die de wezenlijke een voud van zijn karakter schijn baar tegenspreken. Die kunst is inder daad niet eenvoudig, maar veeleer luisterrijk, gedragen als zij wordt door een weelderige verbeelding, een dartel levensgevoel ook, vertolk; in een stijl die alle schitteringen van de taal vertoont, waartoe een vol slagen en prachtlievend meester schap in staat stelt. Overigens is dit niet de enige paradox, welke dit oeuvre kenmerkt. De voorkeur voor het gezellige, het verfijnde en kleu rige, zoals die b.-v. uit de Haagse ro mans blijkt, sluit de grote visie op het geheel der levensbewegingen niet uit, een visie die de ontbindende factoren, de neergang van vermoeide geslachten, met grote scherpte waar neemt. Het noodlotsmotief herhaalt zich bijna zonder uitzondering in al le grotere scheppingen van Coupe rus; na de waarneming uit de wer kelijkheid van zijn eigen patricische omgeving, volgen de op historische gegevens geconstrueerde verbeel dingen der ondergangsfiguren van de minder geslaagde koningsromans (Majesteit e.d.). Daarna vindt hij zijn tragische modellen in de antieke geschiedenis en ontwerpt machtige fresco's van het leven van Helegaba- lus, Xerxes, Alexander. Die fatalis tische strekking komt echter nergens zo sterk op de voorgrond dan dat men van pessimisme zou kunnen spreken- Couperus was geen pes simist, zwartgalligheid lag hem ver re. Maar zijn visie op de ondergang van families, koninkrijken, culturen, wordt te pregnanter door de onge mene levendigheid der voorstelling. Zijn volmaakte kennis van de stof, dienstbaar aan de suggestiefste ver teltrant, stelt hem in staat om maar iets te noemen de wandeling van een Romein door het voorchris telijke Rome te beschrijven als gold het een flaneerpartij in het Den Haag van zijn dagen. Onvergetelijk zijn dan ook de hoogtepunten uit die grandioos gerealiseerde verbeeldin gen: het volksoproer en de dood van Helegabalus, de terugtocht van Xer xes over de Hellespont, het in een vechtpartij ontaarde vriendenmaal en het einde van Alexander. Die grote levendigheid, welke on middellijk boeit en vasthoudt, heeft Couperus alleen in de steek gelaten, wanneer hij ging „baden in symbo liek". Ik althans beken dat zijn sym bolische romans en verhalen mij iet wat te machtig zijn. Maar daarnaast en daarboven is er zo veel te waar deren, zoveel goeds en moois, dat men de symboliek als „un défaut de ses qualités" gaarne op de koop toe neemt. Couperus was, en dit vindt zelfs in zijn symbolisch werk eer be vestiging dan tegenspraak, een grote ziel. Men aarzelt deze wel zeer on gebruikelijke termen te bezigen, doch er zijn er geen betere om hem naar waarde te kenschetsen. Wat hij met zijn geest vermocht te omvatten en dat was ontzaglijk veel werd doorstraald van een menselijke warmte, een diepe genegenheid voor de mens in zijn menigmaal deernis wekkend lot. Dat schier alzijdige begrip voor menselijke handelingen, gebreken, inconsequenties, dat de aandachtige lezer telkens weer treft, wordt dunkt mij verklaard door die grote gemoedsruimte en milde klankbodem, waarin de zuivere be doelingen zoveel duidelijker resone ren dan de valse en tegenstellingen zoveel betrekkelijker worden. Men zou geloven dat het doorzien van de menselijke dingen, van hun IJdelheid of, in elk geval, hun vergankelijk heid, Couperurs tot een aangenomen houding, een zekere pose dwong. Louis Couperus Zijn speelse aard bleek althans be reid de menselijke komedie tot op zekere hoogte mee te spelen, en gaarne liet hij zich doorgaan voor een ijdeltuit, een modieuze fat, een lichtzinnig causeur die bij voorkeur over de futiliteiten des levens ba dineert. Deze steeds geestig en goed moedig gehouden karikaturen heeft hij kwistig van zichzelf getekend in d^ honderden feuilletons welke hij destijds voor Het Vaderland schreef. En, natuurlijk, de legendevorming bleef, niet uit. Toen Couperus, vol heimwee, tijdens de eerste wereld oorlog naar Nederland terugkwam en daar voor het eerst lezingen be gon te houden, besteedden veel re censenten dan ook meer aandacht aan de snit "an zijn rok, zijn gesti leerde gebaren en eigenaardig hoge stem met Haagse uitspraak dan aan d_ inhoud van zijn voordracht. Hij, die nimmer parfum gebruikt heeft, kreeg de naam van een geparfu meerde dandy die op geaffecteerde wijze zijn geparfumeerd proza voor lasVreemd lotsbestel voor eer man die, ofschoon tot in hart en nie ren aristocraat, in werkelijkheid de eenvoud zelf was. Althans op zijn aristocratische manier. Degenen die deze eenvoud onder voorname vor men niet uit zijn werk hebben gele zen, omdat ze er nooit toe kwamen de hele Couperus te bestuderen, kunnen zich documenteren bij tijd en generatiegenoten, die hem van dichtbij en intiem soms hebben ge kend, zoals zijn vriend Cyriei Buysse, Top Naeff en Annie Salo mons. Kostelijk is de anekdote, di de laatste in haar prachtige Herin neringen uit den ouden tijd over een contrast vertelt tussen onze Haags aristocraat en de om zijn socialis ï- sche strijdliederen destijds beroemd Adama van Scheltema: „Eigenlij was hij, ondanks die kleine particu lariteiten, de eenvoud zelf, dank baar voor iedere attentie, blij me een hartelijk applaus, voorkomen en vriendelijk tegen wie hem tege moet kwam. Het is dan ook we. ver rassend, dat de zogenaamde volks dichter Carel Adama van Scheltema voordat hij in Diligentia optrad, ver langde dat hij op een statige Loui XIV armstoel zou zetelen en dat e een vaas met Rosetti-lelies °P tafeltje naast hem zou staan. Ma toen men Couperus vroeg, of hij spe ciale verlangens had, zei hij allee „Het is heel vriendelijk van u ja graag een glas water". Couperus was inderda. nemend en zeer beminnehjkmen en de aard van zijn schrjfkun- laat niet toe, de mens van de arties te scheiden. Zo bij iemand, dan vormen ze hem een onverbrekelijke eenhei Ook dit is een aspect van zijn gi heid. Zijn grillen, zW.n. "/f heden" en fouten, hij heeft ze a met een zelfironie die weinige nadoen, onder de loep genomen. zogenaamd „schaamteloos uitstal lend. Men leest hem niet zonder toen mende eerbied en,bewondrb"eldin°- zijn uitzonderlijke verbeelding kracht, zijn on"ltputte heerlijk van mensen en dingen, en macht over de taal. Maar ook g men onweerstaanbaar van den. Nu zijn werk in een nooi vormige uitgave, v1 beschik jaar na zijn dood, volledig baar is. bemerkt men pas hoe dig hij als kunstenaar nog ond®^ vertoeft. Ondanks de eigenaardigh den van zijn stijl, heeft J spreektoon die toetssteen beste schrijfkunst en,ho° L hi zijn stem. Dit is de waarbor^ zal voortleven, zolang er me - die luisteren, die lezen ku nen. J. ROELAND VERMEE

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 7