IMS j%: r^-s.r^y 1 Meer eenheid in de Missie-actie De grote stad is als een olievlek... SEKSUELE VOORLICHTING EN OPVOEDING Nijmegens oudste verleden gaf geheim prijs CURACAO HEEFT LUXE TOERISTENHOTEL V 2 ilIËlllii - 'ïv* lil De uitsluiting van een parlementair correspondent D Dr. R. Fijsink: Planologen zijn slechts adviseurs in een democratisch bestel' met een lening ■1SEIlS'Sïr/,: D' Sarcofaag na 1600 jaar geopend Voortijdige publikaties uit Troonrede Dr. Drees antwoordt op vragen van Tweede-Kamerlid Politiek verhaal mnunSS hs^£iör,ltwo««i®d5yS3 Uitgangspunt moet zijn normaal gezinsleven Romeins-F rankisch en Bataafs VR DINSDAG 15 OKTOBER 1957 PAGINA 7 ^tsdPC V «Mi ilisl!ɧ 1 "f kV vffdne Brabants toekomst Verzilting T uingronden Vernielde ivegen Speciaal voor'tfyMZ ■ifew* Lijk van een kind TORPEDOBOOTJAGERS WORDEN FREGATTEN «.fö-ö:-V-.. v buitr 1'S rnls!(lt' Hotel Intercontinentaal „El Curaqao" geopend in tegenwoordigheid van een groot aantal binnen- en en andse genodigden. Foto: Het nieuwe hotel, dat is gebouwd tussen de muren van het oude Waterfort. Links is een deel van de schipbrug zichtbaar, die de twee delen van Willemstad verbindt. De minister-president, dr. W. Drees, heeft geantwoord op de door het Twee de-Kamerlid de heer Vrolijk (P.v.d.A.) schriftelijk gestelde vragen' over het tijdelijk (voor een jaar) uitsluiten van de parlementaire correspondent van „De Volkskrant'', van het verstrekken van inlichtingen van regeringswege. De betrokken journalist, zo deelt de ministerpresident mee, heeft voortijdig de belangrijkste zakelijke mededelin gen uit de Troonrede en daarnaast en kele gegevens uit de Miljoenennota gepubliceerd. Ter vergelijking citeert hij eenige passages uit de Troonrede enerzijds en het betrokken blad. Enkele kleine verschillen zijn, voor wie de voorgeschiedenis kent, ten min ste even merkwaardig als de punten van overeenstemming. Zo is b.v. in de Troonrede gesproken van 40.000 wo ningwetwoningen; de journalist van 30 tot 40.000. In het kabinet is beraad slaagd over de vraag, of het aantal te als A t Wj^ lk huiverig, wanneer ik de voorlichting, die planologen geleffliv^ Cn 3311 over'le'dsoreanen uitbrengen, den volke zie voor- planV n m?et z*c^ daardoor niet van de kaart laten brengen. Een v°orli °iS1.ScRe dienst geeft met rapporten van zijn studie alleen deskundige nieT jtlng' maar dan komen de democratische organen voor de vraag, liere r C]'C p'annen Seen inbreuk wordt gemaakt op algemene of particu- niet ec'ht°n. en mogelijkheden. Velen menen, dat, wat aan tekeningen "edaohte m.g wordt gepresenteerd, zo worden zal als het is Maar raaar in hot algemeen ziet men daarna tal van wijzigingen volgen. aldus ?1Ct atval.is zi?h een planologische angst aan het ontwikkelen", v°or d/i IJ8lnU lid van de Prov. Staten van Zuid.Holland gisteren oe kieskring Rotterdam van de K. V. P. 6^^nd|aCurnoWalificaoe plaatste de i, korte van g dezer boven r\n het beslnu ng naar aanleiding om LvaS eilandsraad van ïPor een dnn j Nederlandse garantie arletiin,c af de.Antlillen te sluiten dol- "Wif 0 WlJzen- Het blad schrijft: ddhand nu' gel°ven wij, onder- ?eldlenerji 1 z° ver, dat wij die hele kwalijk fa^ Nederland als een zeer aerst honti1"06 kunnen beschouwen, de t men minister Helders in ïw 0ritwern Yan Toelichting op het ?®t Verieri p houdende machtiging tot 6l%ad -.li- v?n de garantie Verlenen houdende machtiging e^eria H n van de garantie ^WiiiPn ?0r de door de Nederland- n?errieh sluiten leningen cijfers P^iertlt (het v &iR'e men uit Aruba ver- de lu miljoenen?^11 bedraagt slechts ^swan<israad Va en thans komt dan van curacao met het ken da=e bulP Ep?0r Land en Eiland deN^ AJ?en vgan^gebruik te ma- t?ljp een W-len- zelf 2%is.datm Raad nam te simt op korte ter" f6t het d™a^erib°ven zal ziln- De iandse karSt de we„ een motie aan ^achté besnaalmarkt ri^ar de Neder keren. Ult niet vorf'°I dit onver Als men - altild te blok- uit ^riJft men zaken kennis leninHaffaagt men ziel ,Wel de ogen maande e> w«ar«S af' of heel deze legertif11 gePraat is al maanden en AtubaanVa to&üS £ie een klein in NerW?6 a'Utoriteftp Curaeaose en beid gehuld werdeif p geheimzinnig. die aan het Sgduril3^ in d« da- en aantal Antm- ge bezoek var, aaaa Nederlan^voÖSne aUtoriteiten de heren rbwefv de ren - 'os te kriieen drljw.el geen gebied® discussies^ in de Raal^j Uat Üj'1 i'e" thans gewroken. zeer ten aan®tonds bij zeeeen- Kamer d! beg,rijpen. dat de Tweede V°or bVoelririontaf de Sarantiewet Z°U nemm j leningen in behandeling eerst &S Va5 af§ezien en nemen rP.JY H'hS ^€r Staten wil ver- va! ltoU?\00k de normale meUen dai T' Nioehten de Staten Van Ciirao, ondanks het terugtrekken de Arni en de verwarring omtrent beho0rt^n^anse cijfers de lening toch Kameft- te+ gaan' dan krijgt de - haar Vi»tn minste weer grond onder Antillor, j Alhoewel de Nederlandse zuUen rp„ 7 toch nog wel duidelijk lenina jfiootan maken, waarvoor de - r^-ÜJLZal worden gebruikt!" Wat men nu ten aanzien van het ge bied binnen het Deltaplan naar buiten tracht te brengen, is 'n politiek verhaal. Door publikaties naar buiten wil men de gedachten der planologen aan de ketting gelegd zien. Er staat echter nog niets vast en allerminst leven we in een staat, die dictatoriaal door planologen wordt geregeerd, vervolgde dr. Eüsink, die als voorbeeld het rumoer om Yerseke aan haalde, waar nu reeds de gedachte aan een afsluiting van de Oosterschelde wordt losgelaten In een hierop volgende discussie kwam de gedachte naar voren, dat het van een wijs beleid zou getuigen, zich deskundigen van geschakeerden huize te assumeren, om een verantwoord advies te krijgen. Er is een sterke drang, 'aldus dr. E ij sink, om de industriële gebieden zo veel mogelijk aan de kust te „plannen". Maar wat gebeurt er dan met het ach terland? Wat gebeurt, met name, in de noordwesthoek van Noordbrabant? Het zou tot een ongezonde toestand leiden, wanneer de planologie van Zuid- Holland haar eigen weg ging, waardoor de ontwikkeling in aangrenzende pro vincies. zou worden geschaad. Daarom is het het streven van de K.V.P.-fractie in de Staten van Zuid-Holland, aan sluiting te verzekeren van de planolo- gieën van Zuiid-Holland en Noordbra bant. Wanneer industrie- en woongebied zich aan de kust concentreren, wat moet het dan met het recreatiegebied in de duinstrook? En men moet zich vooral realiseren, dat de hele Delta-planologie niet de laatste zal zijn; er moeten reser ves blijven voor de toekomst. Ridderkerk gewezen gebruikt te wor den voor te zwaar vervoer, waardoor zij voortdurend onbruikbaar waren en de agrarische bedrijven voor zware las ten brachten. De K.V.P. Rotterdam be sloot als suggestie voor het program der kath. Statenleden het overnemen van deze wegen in overweging te geven. Het tegengaan van verzilting ten be hoeve van land- en tuinbouw en het daarna gebruiken van deze gronden voor een ander doel als industrievestiging en woningbouw werd door dr. Eijsink niet met elkaar in strijd geacht. Het keren van de verzilting houdt weer verband met een ander gevaar: de uitdroging. Door het totstandbrengen van zoetwaterbekkens is het mogelijk, enigszins het uitdrogingsgevaar te be zweren; deze uitdroging dreigt zelfs diep in Noordbrabant. Het bezweren van ver zilting en uitdroging is niet van bete kenis uitsluitend van de landbouw: het vormt een factor In de totale ontwikke ling van het betrokken gebied. Dat de spreker het in het begin van zijn betoog aan het rechte eind had met het karakteriseren van de „planologi sche angst" bleek wel uit de ongerust heid. die naar voren werd gebracht ten aanzien van de tuinders in het gebied aan de oostzijde van Rotterdam, in Kra lingen. Jonge tuinders durven niets meer te ondernemen uit vrees, dat ze hier binnenkort het veld moeten ruimen voor woningbouw en recreatieterrein. Dit is geen ongegronde bedreiging, om dat, zoals dr. Eijsink zeide, men het nog zal beleven, dat de Kralingseplas wel binnen Rotterdams woongebied zal ko men te liggen, al kan de bebouwing van de 's-Gravenweg nog jaren duren. Ook in IJsselmonde voelt men zich bedreigd door de brugplanmen, waardoor de Ko ninginneweg deels zou worden afgebro ken i,n verband met brugbouw. Wat de tegenstellingen stad en plat teland betreft, de agrarische bevolking voelt zich bedreigd door de grote stad, aldus dr. Eijsink, doch het is niet de zaak, beider belangen' tegenover elkaar te stellen. Beiden hebben ze raakvlak ken als b.v. betere verkeerswegen waarop men kan voortbouwen. Spr. er kent de waarde van de autonomie der kleine randgemeenten o.m. omdat bij annexatie een stuk maatschappelijke selectie uitgeschakeld wordt. Zowel de kringvoorzitter, mr. F. Ni- vard, als dr. Eijsink, wezen op de waar de van een stevige actie voor de ver kiezingen van Prov. Staten en gemeen teraad volgend jaar. „Aan die activiteit zal het liggen, of onze vrij gunstige positie in de Staten gehandhaafd of verbeterd zal worden." Na in het algemeen de taak van de Provinciale Staten te hebben belicht be antwoordde dr. Eijsinik enikele vragen betreffende details uit zijn betoog. In de provincie Zuid-Holland blijken tal van tertiaire wegén met name werd op (Van onze correspondent). Aan de seksuele voorlichting mogen wij niet die overdreven waarde hechten, welke sommige voorstanders van deze voorlichting daaraan plegen te kennen. Zij fcan, op verantwoorde wijze gegeven, een waardevolle aanvulling zijn bij de algemene opvoeding, waarvan de seksuele opvoeding slechts een onderdeel vormt. Pas wanneer de jonge mens lichamelijk volwassen is, krijgen zijn seksuele ge voelens kleur en leven; hoe hij dan reageert is voor het grootste deel afhanke lijk van de opvoeding in het algemeen, die hij genoot. Aldus luidde de conclusie van de voor dracht, door dr. A. Hijmans gisteren te Utrecht gehouden op de algemene ver gadering van het Nationaal Comité voor Zedelijke Volksgezondheid. Spreker ving aan met erop te wijzen, dat het onderhavige vraagstuk beslist niet alleen medische aspecten heeft. Nog min der, dat de dokter de aangewezen persoon zou zijn om seksuele voorlichting te geven omdat hij uit de aard van zijn be roep hiermede zo goed op de hoogte is. be taak en de plicht hiertoe beginnen primair bij de ouders. Zij moet alleen worden gegeven, wanneer het kind erom vraagt. Het dient te geschieden op na tuurlijke, onbevangen wijze, in grote lijnen. Het kind verwerkt de niet ver melde bijzonderheden op eigen wijze. De voorlichting moet niet intellectualistisch worden ingesteld, want dan gaat zij het begrip van het kind te boven. Een intel lectualistische voorlichting heeft voorts het nadeel, dat zij de innerlijke gevoelens van het kind kwetsen; bovendien geeft zij niet een volledig beeld van de seksuali teit omdat zij haar samenhang met de liefde versluiert. Spr. verwierp een voorlichting, uit gaande van het leven van planten en dieren, omdat dit niet te vergelijken valt met het leven van de mens. Er is hier een onoverbrugbare kloof. Het leven van de mens leert men het beste uit de mens zelf. Daarom zullen 'n goede voorlichting en opvoeding uit moeten gaan van het normale gezinsleven. Hoe beter de in terne verhoudingen in het gezin zijn en de verstandhouding tussen de ouders, des te vruchtbaarder zijn de resultaten van de opvoeding in het algemeen, dus ook van de seksuele opvoeding. In zijn openingsrede had de voorzitter van het comité, mr H. Sark, o.m. zijn vol doening uitgesproken over het feit, dat hoe langer hoe meer beschaafde naties zich hadden aangesloten bij de conventie van Genève tot bestrijding van de prosti tutie. Medegedeeld werd, dat in de plaats van mr. A. Bouwman, die met ingang van 1 januari 1956 zijn functie als secre taris had neergelegd, benoemd was mr. P. R. Peters te Amsterdam. Het secre tariaat blijft gevestigd Amstel 169, Am sterdam. bouwen woningwetwoningen 35.000 zou moeten zijn dan wel 40.000. Wat de Miljoenennota betreft, werd o.a. mededeling gedaan van het plan der regering het percentage dat het rijk betaalt in de premie der werkloos heidsverzekering, te verminderen en de kasuitgaven voor defensiedoeleinden voor 1958 te verlagen met rond 50 mil joen gulden. Men vergt te veel van de goedge lovigheid der regering, indien men stelt, zoals geschied is, dat al deze mededelingen slechts gelukkig uitge komen veronderstellingen zijn geweest; niet alleen zijn de details te exact en te volledig om deze voorstelling aan nemelijk te doen zijn, maar zij is in strijd met de woorden der publikatie. Het is duidelijk, dat de journalist di rect of indirect is ingelicht door een of meer insiders. De regering acht het publiceren van deze, hoe ook verkregen informaties onoorbaar. Dit geldt in het bijzonder ten aanzien van de Troonrede. Uiteraard worden de stukken onder embargo verstrekt, d.w.z. dat publika tie niet geoorloofd is voordat de Troon rede is uitgesproken en de Miljoenen nota ter kennis van de Staten-Generaal is gebracht. Formeel strekt zij zich niet uit over gegevens, die een journalist zich op andere wijze weet te verschaf fen. De regering meent echter van de pers te mogen verlangen, dat zij, ook als zij door een indiscretie punten uit Troonrede en Miljoenennota verneemt dergelijke gegevens niet gebruikt op een wijze, die afbreuk doet aan de be tekenis van de ontmoeting tussen het Staatshoofd en de Staten-Generaal op de Derde Dinsdag in september, die het hoogtepunt vormt van het parlemen taire jaar. De heer Vrolijk had o.m. gevraagd of de minister-president niet van mening is dat een uitsluiting als de hier behan delde, ook wanneer zij wegens mis bruik van de persvrijheid als gerecht vaardigd zou kunnen worden be schouwd, een indruk van eenzijdig heid of zelfs van willekeur kan doen ontstaan, zo zij niet gebaseerd is op een rechterlijke uitspraak of op het oor deel van een college als de raad van tucht van de Federatie van Nederland se journalisten. De minister-president meent, dat het karakter van de maatregel van uitslui ting in deze vraag niet juist wordt ge' zien. De maatregel verhindert de des> betreffende journalist niet, zijn functie uit te oefenen, doch betreft slechts het ontnemen van een faciliteit. De regering kan de beslissing over de vraag, welke aanwijzingen zij in een bepaald geval aan haar ambtenaren zal geven ten aanzien van hun hou ding tegenover een journalist, niet overdragen aan de raad van tucht van de Federatie van Nederlandse Journa listen, aldus dr Drees. Dit is een interne verenigingsrechtspraak, aan welks oor deel de overheid zich niet bij voorbaat kan binden. De minister-president kan op de hier boven aangegeven gronden, niet toe zeggen het optreden van de betrokken journalist alsog ter beoordeling voor te leggen aan de raad van tucht. E huidige discussie rond het missie probleem die zoveel pennen in be weging brengt, is wellicht een goede aanleiding voor ons ook eens de wijze, waarop katholiek Nederland aan Missieactie doet, tot onderwerp van be zinning te maken. Grote collectie leesten hakhoogten In xwari iee xwert suède. beige leer en beige suède. Ook voor kinderen dit speciaal schoeisel INrttardMni Hoogst1 55 Boeth»tio»fir«« 68-70 ilr Zwel|»ilrMl 35-37 N»» BlMsnwsj 229 'Oroont MtllodIJk 218 ScWodomRo*l#ed«ms»dl|« 266 Hierna rijzen schijnbaar naïeve prea- labele vragen als: Wat betekenen de bei de termen „Missie" en „Missieactie", in wie zijn ze verpersoonlijkt, hbe is hun onderlinge verhouding en hoe kan van uit dit principieel standpunt een samen werkende katholieke organisatie worden opgebouwd? „De Missie" is geen werke lijkheid, die in Nederland bestaat. Zij bestaat alleen in de miss;elanden en omvat de gehele realiteit van de evan gelisatie, gezien niet slechts als geeste lijk bekeringswerk, doch ook als so ciaal-culturele vorming van het bekeer de volk. Het is juridisch evident, dat deze to tale evangelisatie of „de missie is toe vertrouwd aan de missiebisschop en aan hem alleen en volgens zijn inzichten en plannen moei uitgevoerd worden. De „Missieactie" in Nederland is een veelzijdige hulpverlening, om in de mis sie geldmiddelen, advies en personeel, leken en priesters, ter beschikking te stellen van de plaatselijke bisschop. Nu kan men in Nederland over de missiearbeid bepaalde opinies hebben, die niet overeenkomen met de inzichten van de missiebisschop. Men kan de vraag stellen: „Zal men de katholieke hulpverlening pas in dienst stellen van de missie, indien de missiebisschop be wijzen geeft met de Nederlandse mis siehulp ook de inzichten van de Neder landse missieactie of missiologie mede te aanvaarden?" Of gaat men er a priori vanuit, dat de missiebisschop, tezamen met zijn clerus en leken-missionarissen, wel weet welk soott missiewerk in zijn bisdom primair gedaan moet worden, wanneer hij hulp vraagt voor zijn mis sie? Dit is geen academische vraagstelling, maar een voorkomende geesteshouding, die de samenwerking van Missie en Missieactie kan beïnvloeden. In de discussies rond de Novib wordt uit de efficiency, waarmee op sociaal- cultureel gebied de missie haar onvol doende middelen benut, een bewijs ge trokken voor het noodzakelijk erken nen en inschakelen van Zending en Mis sie bij de uit te voeren projecten in de onderontwikkelde gebieden. Iedere missiebisschop zal met voldoening ken nis nemen van deze waardering voor zijn missiewerk en erop vertrouwen, dat dit meer is dan een argument „pour le besodn de la cause"! In zijn goed doordachte, helaas wat te felle Haagse rede van 17 september geeft prof. Zeegers zijn opinie weer over een soortgelijke samenwerking tussen de missieorganen en Novib, wanneer hij zegt: „Bovendien zou naar mijn mening de Novib daarbij op geen enkele wijze de autonomie der missionaire organen mogen aantasten, d.w.z. niet als subsi- die-gever optreden met een directe of indirecte-controlerende bevoegdheid ten aanzien van de opzet en de uitvoering der missieprojecten. De missieorganen zouden volkomen autonoom over de aanwending der procentuele hun toeko mende gelden dienen te beslissen." Wanneer wij ons realiseren, wie „de missionaire organen" met betrekking tot „missieprojecten" zijn, vinden we als gezaghebbende uitvoerende instantie slechts de missiebisschop. Wanneer wij dus in de woorden van prof. Zeegers de termen „Novib" en „missieorganen" vervangen door „missieactie" en „mis siebisschop", hebben wii een prachtige en praktische formule voor de samen werking van de missie en de Nederland se missieactde. Wij stellen dus als gegeven voorop, dat geen enkel orgaan van de Neder landse missdeactie de missiehulp afhan kelijk zal stellen van het medegegeven advies over het missiewerk. Men zal daarin het voorbeeld volgen van de Ro meinse Congregatie der Propaganda, welke haar subsidie aan de missiebis schop geeft zonder voorschriften over de besteding In het missiewerk. Een andere zaak is echter, dat de wijs heid ook aan de missiebisschop voor schrijft, zich In zijn taak te laten bij staan door welwillend advies, op de eer ste plaats van zijn missionarissen en op de tweede plaats van andere instanties, die üi-t de situaties van een gevestigde kerk ervaring hebben geput en vakkun dig advies en hulp kunnen aanbieden. Op dit terrein nu bestaan er in Neder land zeer vele organen, die elk met een eigen doelstelling advies en hulp kun nen geven. Wij geloven echter niet dat op dit ogenblik er één orgaan bestaat, De discussie over Missie en No- v.ib is voor de Provinciaal van de Missionarissen van Scheut aanlei ding geweest om nu ook de Katho lieke Missieactie in Nederland maar eens aan de orde te stellen. Pater Wilbers gaat er terecht van uit dat deze missieactie zelf op de eerste plaats zo effectief mogelijk moet zijn en meent dat er op dit punt verbeteringen mogelijk zijn. Het artikel staat dus eigenlijk geheel los van de thans op gang gekomen discussie, maar zonder twijfel heeft deze discussie ook de belangstelling voor de eigen mis sieactie verlevendigd. De door pater Wilbers aange sneden materie is al evenmin on gecompliceerd. Maar zij is al even zeer de moeite van nadere reflexie waard. Het komt ons voor, dat ook hier een intern beraad bijzonder vruchtbaar kan zijn. dat in zich kwantitatief en kwalitatief de gehele Nederlandse missiehulp voor stelt. Prof. dr. H. Brusting, leider van de opgravingen in Nijmegen en om geving heeft gistermiddag in het rijksmusenm Kam te Nijmegen officieel 6 r^.°faag SeoPen(1i die op 24 juli j.l. op de Gruitberg in het hartje van oucUNijTnegen js gevonden in een gravenveld uit de Romeins-Frankische »D ln de viei'de eeuw na Christus. dr P RleC,ltiSheïd werd bijgewoond door vele deskundigen, onder wie ondr' azema' directeur van de rijksdienst voor het oudheidkundig hodem- profrZj*e *n -^persfoort, prof. dr. F. J. de Waele, prof. dr. L. J. Rogier, r- J. Lammen en B. en W. van Nijmegen. RcspLj10 laatste weken op Curasao het een fp-, Van de daK was *s zaterdagavond hotel geworflen: het nieuwe toeristen- bentai V Waterfort- hotel Interconti- in 1 c,,raSao" Is officieel geopend genwoordigheid van bijna 700 gasten, 's m Un van de eilandelijke overheid Verrii" scs,aaR<1 een hotel te doen ka ^en' dat 125 gasten accommodatie liiU- n op een wfjze, die een verge- "vg met hotels in andere toeristencen- a kan doorstaan. Hrontlwu11 in de v- s- Bn in Venezuela een ter jl? pse reclamecampagne gevoerd en f 'eSenheid van de officiële opening het t?a1rrPede is bereikt, dat niet alleen he„ft als z°danig grote bekendheid land - gekre'gen, doch ook, dat de Neder- HiviJt,. tillen weer eens voor het voet. ■"ent znn Pronkstuk aan de kerstboom Rond dit nieuwe hotel zal nog wel het een en ander moeten komen om Curacao in alle opzichten aantrekkelijk te maken voor gasten uit de Verenigde Staten er het Zuidamerikaanse vasteland. „De kerstboom moet nog worden opge. sierd" zoals de heer Steensma, diree teur van het Caraibische bedrijf van de K.L.M. het uitdrukte. Maar een van de pronkstukken van deze kerstboom is er toch al, namelijk de rechtstreekse ver binding van de K.L.M. tussen New York en Curacao, waarvan de openingsvlucht vjljdag is gehouden. De gasten van de K.L.M. uit de Verenigde Staten onder wie de Nederlandse consul-generaal in Vl(1?°vendien staat al vast dat.de eerst- f.®™ Y°rk H' van RÜckevorsel en dr. P. Westinrii.<u\hp pnnfprpntif» var» Ho' Eiieitirlck, Olld-lTlinister van finanpiört thans lid van de directie van de. to f. .nationale Bank. alsmede verscheidene Amerikaanse autoriteiten behoorden cce-gasten op de feestelijke ope ningsavond van „El Curacao". Carn-vJ"". JVestindische conferentie van de vtmk e commissie van 1 tot 23 no- honrufr 111 Curacao" zal worden ge- toei/r!™ zo is er meer, dat in de naaste Bebeur ln en ronci bet nieuwe hotel zal Dr. H. J. H. van Buchem, directeur van het museum Kam leidde de met spanning verwachte opening van de sar cofaag in met een korte beschouwing over de oudste geschiedenis van Nijme gen. In de toekomst zal men meer moe ten spreken van Romeins Nijmegen dan van Bataafs Nijmegen, betoogde hij. Eerst kwamen hier Kelten en Germa nen, waartoe de Batavieren behoorden, daarna volgden de Romeinen. Nauwge zette onderzoekingen deden tegenstellin gen rijzen met betrekking tot de vesti ging van de oudste bewoners van Nij megen. Men kan uit de voorwerpen, die in de bodem van stad en omgeving wor den gevonden, niet direct afleiden of deze sieraden en gebruiksvoorwerpen in derdaad gemaakt werden door de in heemse bevolking. Ze kunnen ook inge voerd zijn door volkeren met hoger cul tuur. In de vierde eeuw zijn, aldus spreker, vele Batavieren uit deze streek vertrok ken naar Noord-Frankrijk. Anderen zul len zich vermengd hebben met de Ro meinse bevolking van Noviomagum Ulpia to west Nijmegen, gesticht door keizer Trajanus, een stad met eoh-t Romeins ka rakter. Spreker betoogde, dat de mening, dat de opgravingen zouden wijzen op Gallo- Romeinse nederzettingen in deze streek niet onjuist is. Hij dankte de regering, de wetenschappelijke en archeologische instellingen, het gemeente-bestuur en vooral dr. Brusting voor d-e medewerking, verleend bij de opgravingen. Tenslotte gaf prof. dr. Brusting nog een beschouwing over de Romeinse en Ba taafse nederzettingen in Nijmegen, waar bij hij met nadruk stelde, dat hier wel degelijk Romeinen en Bataven eniige tijd hebben gewoond. Voorts vertelde hij. dait de Franken ln de vierde eeuw een bond genootschap sloten met de Romeinen en toen ook in Nijmegen geweest zijn. Om streeks 402 n. Chr. werden de Romeinse legers van de Rijn teruggeroepen en om streeks 440 n. Ohr. waren nog alleen Romeinen in Trier en Keulen. In Nijme gen vond men in de Romeinse-Frankische graven spitsbuikige urntjes, die volgens spreker vak Frankische oorsprong moe ten zijn. Na deze geschiedkundige inleidingen werd de sarcofaag, die met een zwaar hoog deksel was afgesloten voorzichtig geopend. Men stuitte aanvankelijk op een laag grauw zand met hier en daar een stukje geoxydeerd metaal. Tevens kon men een overblijfsel van een hoofd on derscheiden. Gedurende bijna twee uur maakten de archeologen de sarcofaag omzichtig schoon. Men vond gedeelten van een geraamte, ongeveer 1.10 meter lang, dat volgens prof. Lammers het overblijfsel moet zij" Tan een kind van acht tot negen jaar. Men kon ook de onderdelen van een stoeltje vrijmaken, vermoedelijk een stoeltje, waarmee de kinderen gespeeld hebben. Verder werd bij het hoofd een haarspeld gevonden en aan de linkerarm hing een armbandje, waaraan enige mun ten uit de vierde eeuw waren bevestigd. Tevens werden de tandjes uit d-e sarco faag geschept en verscheidene stukjes metaal, die moeilijk te definiëren waren. De schedel van het kind lag. als men rekening houdt met de positie waarin de sarcofaag werd gevonden, naar het wes ten gewend. Daaruit zou kunnen worden afgeleid, dat het'bier een heidens graf betreft. De bewoners, die In de vierde eeuw na Christus het christelijk geloof aanvaard hadden, lagen allen begraven met het hoofd naar het oosten. De sarcofaag blijft bewaard ln het rijksmuseum Kam. AAR echter de Nederlandse missie hulp, als georganiseerd geheel, een zeer urgente oplossing vraagt (Maasbode 8 okt. - „acht brandende vra gen"), stellen wij de vraag, of het dan niet mogelijk, is, al deze organen, met respect voor hun eigen doelstelling, fe deratief samen te doen gaan in het uit voeren van dringende mdssieprojecten op aanwijzing van de missiebisschoppen Het tot stand brengen van een Neder landse Missiefederatie tot hulpverlening aan de bisschoppen van Nederlandse missionarissen, is wel een moeilijke doch vruchtbare taak. to deze federatie zouden niet alleen alle missie-organen zitting moeten ne men. maar ook standsorganisaties, die de missiegeest kunnen stimuleren en het missiewerk steunen. De Novib is daarin wel geslaagd in neutraal ver band en aan dit voorbeeld kunnen wij ons spiegelen. In d-e missiefederatie zouden ook die katholieken moeten plaat-s nemen, die de verbinding kun nen vormen met de neutrale organen van technische hulpverlening aan de missielanden. Daarvoor moeten sommige te felle discussies edelmoedig worden vergeten en constructief worden voortgezet in ons federatief missie-parlement. Werd alleen dit goed bereikt, dan heeft een Nederlandse missiefederatde reeds een reden van bestaan. In de hulpverlening aan de missie zou men na een federa tief overleg een gelijk geruchte poli tiek volgen. Maar deze missiefederatie kan meer. Zij kan in eigen land b.v. rechtstreeks missiewerk stimuleren onder de leiding van het Nederlands Episcopaat, door hulp te verlenen voor de bekering van de kleurlingen, die in groten getale in Nederland hun opleiding ontvangen. Men kan de missiebisschoppen geen grotere dienst bewijzen, dan de toe komstige leiders van hun volk weer terug te sturen als katholieken of als sympathiserenden. Ook hier, zoals in de echte missie, werken enkele paters, maar de studentenverenigingen en pa rochiële instanties, zoals de katholieke actie, kunnen door een rechtstreekse inzet van lekenhulp medewerken, om deze kleurlingen te integreren in de katholieke gemeenschap. Iets. wat de zen zelf voor hun algemene vorming hartgrondig wensen, Deze mdssiefederatie zou voorts urgen te missieprojecten van de missiebisschop pen federatief leunnen steunen, door uit de eigen geldmiddelen en met de eigen lekenmissionarissen deel te nemen, in de lijn vafl hun eigen doelstelling. We zullen een voorbeeld noemen: De bis schoppen van Nieuw Guinea kunnen op alle gebied de hulp van alle mis sieverenigingen best gebruiken. Laten één jaar de Mi va en de Memisa hun specifieke missiehulp grotendeels op dit gebied concentreren, laten udtzendings- instituten hun lekenmissionarissen en specialisten in dienst stellen van de bisschoppen voor scholen, vormings centra, ziekenzorg, drukkerij en bouw werken, waarvoor wij allen in een na tionale actie het kapitaal bijeen bren gen. Met één dergelijke injectie kan de missie in Nieuw Guinea als georga niseerd missiewerk een reuze stap voor uit komen. Anders zeker nooit!! Wanneer wij met andere katholieke landen ons zouden verstaan over een gelijkgerichte missiehulp. zijn wij zelfs in staat, om in één jaar een katholieke universiteit in Afrika te beginnen. Zonder samenwerking komt ze er nooit tot grote schade van de jonge missie- kerken. die nu hun jonge bekeerlingen naar Londen of Parijs moeten sturen. Wij zijn overtuigd, dat geen enkele bestaande missie-organisatie in staat is alleen de projecten van dg missiebis schoppen in hun technische veelzijdig heid met. ervaren adaptatie te realise ren en daarvoor de hulp van het gehele katholieke volksdeel mobiel kan ma ken. Daarom moeten wij zonder dralen op andere wijze samenbundeling van de gehele Nederlandse hulpverlening bewerken, rekening houdend met be staande situaties. Dit gaat. als iedereen wil, in een vrijer federatief verband. Indien wij, zelfs met de bestaande hulp voor het directe bekeringswerk (vooral de opleiding van de inheemse clerus), te vermeerderen, erin slagen deze welwillendheid der katholieken te bundelen in grootse objecten van tech nische aard, zal dit ook onze katho lieken sterk aanspreken en in de mis sies tot thans onbereikbare resultaten leiden. De grote mdssienood eist nu andere daden dan plannen en woorden. En de eerste fundamentele daad is samenwer king van alle katholieken, eenzelfde samenwerking, die men meent in brede christelijke visie niet te mogen ont houden aan de neutrale- onganis-ai-ie voor internationale bijstand. Leidschendam. oktober 1957. H. WILBERS, Provinciaal Overste van de Congregatie van Scheut In het Rijksmuseum G. M. Kan te Nijmegen is maandag onder grote belangstelling van een gezelschap oudheidkundigen de stenen sarcofaag geopend welke op 24 juli 1.1. tijdens opgravingen op de Gruitberg in het centrum van Nijmegen werd gevonden. Dit bovenaan zicht toont het moment waarop de aanwezige geleerden zich over de juist geopende sarcofaag buigen om de inhoud te bestuderen. Het stoffelijk overschot, dat in de kist is begraven, was vrijwel geheel vergaan, hetgeen niet zal verwonderen als men bedenkt, dat de sarcofaag werd gevonden in een vierde eeuws grafveld. Aangezien thans bijna alle twaalf nieu we onderzeebootjagers door de Koninkl. Marine zijn, overgenomen, zijn Hr. Ms. Evertsen (D 802), Hr. Ms. Piet Hein (D 805) en Hr. Ms. Kortenaer (D 804), welke tot nog toe dienst deden als „torpedo- bootjagens" als zodanig uit de sterkte af gevoerd. Deze schepen zijn, omdat ze bij de vloot nog goed te gebruiken zijn, op 1 oktober naar de klasse „fregatten" over gebracht. Zij ondergaan een kleine ver bouwing en zullen zo spoedig mogelijk als fregat weer in de sterkte van de Kon. Marine worden opgenomen. De Evertsen, die een dergelijke ver bouwing reeds heeft ondergaan, wordt op 15 oktober in Den Helder als fregat (805) In jjienst gesteld.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 7