IMS
j%: r^-s.r^y
1
Meer eenheid in de
Missie-actie
De grote stad is als een olievlek...
SEKSUELE VOORLICHTING
EN OPVOEDING
Nijmegens oudste verleden gaf geheim prijs
CURACAO HEEFT LUXE
TOERISTENHOTEL
V
2
ilIËlllii
- 'ïv*
lil
De uitsluiting van een parlementair
correspondent
D
Dr. R. Fijsink: Planologen zijn slechts
adviseurs in een democratisch bestel'
met een lening
■1SEIlS'Sïr/,:
D'
Sarcofaag na 1600 jaar geopend
Voortijdige publikaties uit Troonrede
Dr. Drees antwoordt op vragen van
Tweede-Kamerlid
Politiek verhaal
mnunSS
hs^£iör,ltwo««i®d5yS3
Uitgangspunt moet zijn normaal gezinsleven
Romeins-F rankisch
en Bataafs
VR
DINSDAG 15 OKTOBER 1957
PAGINA 7
^tsdPC V
«Mi
ilisl!ɧ 1 "f kV
vffdne
Brabants toekomst
Verzilting
T uingronden
Vernielde ivegen
Speciaal voor'tfyMZ ■ifew*
Lijk van een kind
TORPEDOBOOTJAGERS
WORDEN FREGATTEN
«.fö-ö:-V-.. v
buitr 1'S rnls!(lt' Hotel Intercontinentaal „El Curaqao" geopend in tegenwoordigheid van een groot aantal binnen- en
en andse genodigden. Foto: Het nieuwe hotel, dat is gebouwd tussen de muren van het oude Waterfort. Links is een deel van
de schipbrug zichtbaar, die de twee delen van Willemstad verbindt.
De minister-president, dr. W. Drees,
heeft geantwoord op de door het Twee
de-Kamerlid de heer Vrolijk (P.v.d.A.)
schriftelijk gestelde vragen' over het
tijdelijk (voor een jaar) uitsluiten van
de parlementaire correspondent van
„De Volkskrant'', van het verstrekken
van inlichtingen van regeringswege.
De betrokken journalist, zo deelt de
ministerpresident mee, heeft voortijdig
de belangrijkste zakelijke mededelin
gen uit de Troonrede en daarnaast en
kele gegevens uit de Miljoenennota
gepubliceerd. Ter vergelijking citeert
hij eenige passages uit de Troonrede
enerzijds en het betrokken blad.
Enkele kleine verschillen zijn, voor
wie de voorgeschiedenis kent, ten min
ste even merkwaardig als de punten
van overeenstemming. Zo is b.v. in de
Troonrede gesproken van 40.000 wo
ningwetwoningen; de journalist van
30 tot 40.000. In het kabinet is beraad
slaagd over de vraag, of het aantal te
als A t Wj^ lk huiverig, wanneer ik de voorlichting, die planologen
geleffliv^ Cn 3311 over'le'dsoreanen uitbrengen, den volke zie voor-
planV n m?et z*c^ daardoor niet van de kaart laten brengen. Een
v°orli °iS1.ScRe dienst geeft met rapporten van zijn studie alleen deskundige
nieT jtlng' maar dan komen de democratische organen voor de vraag,
liere r C]'C p'annen Seen inbreuk wordt gemaakt op algemene of particu-
niet ec'ht°n. en mogelijkheden. Velen menen, dat, wat aan tekeningen
"edaohte m.g wordt gepresenteerd, zo worden zal als het is
Maar raaar in hot algemeen ziet men daarna tal van wijzigingen volgen.
aldus ?1Ct atval.is zi?h een planologische angst aan het ontwikkelen",
v°or d/i IJ8lnU lid van de Prov. Staten van Zuid.Holland gisteren
oe kieskring Rotterdam van de K. V. P.
6^^nd|aCurnoWalificaoe plaatste de
i, korte van g dezer boven
r\n het beslnu ng naar aanleiding
om LvaS eilandsraad van
ïPor een dnn j Nederlandse garantie
arletiin,c af de.Antlillen te sluiten dol-
"Wif 0 WlJzen- Het blad schrijft:
ddhand nu' gel°ven wij, onder-
?eldlenerji 1 z° ver, dat wij die hele
kwalijk fa^ Nederland als een zeer
aerst honti1"06 kunnen beschouwen,
de t men minister Helders in
ïw 0ritwern Yan Toelichting op het
?®t Verieri p houdende machtiging tot
6l%ad -.li- v?n de garantie
Verlenen houdende machtiging
e^eria H n van de garantie
^WiiiPn ?0r de door de Nederland-
n?errieh sluiten leningen cijfers
P^iertlt (het v &iR'e men uit Aruba ver-
de lu miljoenen?^11 bedraagt slechts
^swan<israad Va en thans komt dan
van curacao met het
ken da=e bulP Ep?0r Land en Eiland
deN^ AJ?en vgan^gebruik te ma-
t?ljp een W-len- zelf 2%is.datm
Raad nam te simt op korte ter"
f6t het d™a^erib°ven zal ziln- De
iandse karSt de we„ een motie aan
^achté besnaalmarkt ri^ar de Neder
keren. Ult niet vorf'°I dit onver
Als men - altild te blok-
uit ^riJft men zaken kennis
leninHaffaagt men ziel ,Wel de ogen
maande e> w«ar«S af' of heel deze
legertif11 gePraat is al maanden en
AtubaanVa to&üS £ie een klein
in NerW?6 a'Utoriteftp Curaeaose en
beid gehuld werdeif p geheimzinnig.
die aan het Sgduril3^ in d« da-
en aantal Antm- ge bezoek var,
aaaa Nederlan^voÖSne aUtoriteiten
de heren rbwefv de
ren - 'os te kriieen drljw.el geen
gebied® discussies^ in de Raal^j
Uat Üj'1 i'e" thans gewroken.
zeer ten aan®tonds bij zeeeen-
Kamer d! beg,rijpen. dat de Tweede
V°or bVoelririontaf de Sarantiewet
Z°U nemm j leningen in behandeling
eerst &S Va5 af§ezien en
nemen rP.JY H'hS ^€r Staten wil ver-
va! ltoU?\00k de normale
meUen dai T' Nioehten de Staten
Van Ciirao, ondanks het terugtrekken
de Arni en de verwarring omtrent
beho0rt^n^anse cijfers de lening toch
Kameft- te+ gaan' dan krijgt de
- haar Vi»tn minste weer grond onder
Antillor, j Alhoewel de Nederlandse
zuUen rp„ 7 toch nog wel duidelijk
lenina jfiootan maken, waarvoor de
- r^-ÜJLZal worden gebruikt!"
Wat men nu ten aanzien van het ge
bied binnen het Deltaplan naar buiten
tracht te brengen, is 'n politiek verhaal.
Door publikaties naar buiten wil men de
gedachten der planologen aan de ketting
gelegd zien. Er staat echter nog niets
vast en allerminst leven we in een staat,
die dictatoriaal door planologen wordt
geregeerd, vervolgde dr. Eüsink, die als
voorbeeld het rumoer om Yerseke aan
haalde, waar nu reeds de gedachte aan
een afsluiting van de Oosterschelde
wordt losgelaten
In een hierop volgende discussie
kwam de gedachte naar voren, dat het
van een wijs beleid zou getuigen, zich
deskundigen van geschakeerden huize te
assumeren, om een verantwoord advies
te krijgen.
Er is een sterke drang, 'aldus dr.
E ij sink, om de industriële gebieden zo
veel mogelijk aan de kust te „plannen".
Maar wat gebeurt er dan met het ach
terland? Wat gebeurt, met name, in de
noordwesthoek van Noordbrabant? Het
zou tot een ongezonde toestand leiden,
wanneer de planologie van Zuid-
Holland haar eigen weg ging, waardoor
de ontwikkeling in aangrenzende pro
vincies. zou worden geschaad. Daarom
is het het streven van de K.V.P.-fractie
in de Staten van Zuid-Holland, aan
sluiting te verzekeren van de planolo-
gieën van Zuiid-Holland en Noordbra
bant.
Wanneer industrie- en woongebied
zich aan de kust concentreren, wat moet
het dan met het recreatiegebied in de
duinstrook? En men moet zich vooral
realiseren, dat de hele Delta-planologie
niet de laatste zal zijn; er moeten reser
ves blijven voor de toekomst.
Ridderkerk gewezen gebruikt te wor
den voor te zwaar vervoer, waardoor
zij voortdurend onbruikbaar waren en
de agrarische bedrijven voor zware las
ten brachten. De K.V.P. Rotterdam be
sloot als suggestie voor het program
der kath. Statenleden het overnemen
van deze wegen in overweging te geven.
Het tegengaan van verzilting ten be
hoeve van land- en tuinbouw en het
daarna gebruiken van deze gronden voor
een ander doel als industrievestiging en
woningbouw werd door dr. Eijsink niet
met elkaar in strijd geacht.
Het keren van de verzilting houdt
weer verband met een ander gevaar: de
uitdroging. Door het totstandbrengen
van zoetwaterbekkens is het mogelijk,
enigszins het uitdrogingsgevaar te be
zweren; deze uitdroging dreigt zelfs diep
in Noordbrabant. Het bezweren van ver
zilting en uitdroging is niet van bete
kenis uitsluitend van de landbouw: het
vormt een factor In de totale ontwikke
ling van het betrokken gebied.
Dat de spreker het in het begin van
zijn betoog aan het rechte eind had met
het karakteriseren van de „planologi
sche angst" bleek wel uit de ongerust
heid. die naar voren werd gebracht ten
aanzien van de tuinders in het gebied
aan de oostzijde van Rotterdam, in Kra
lingen. Jonge tuinders durven niets
meer te ondernemen uit vrees, dat ze
hier binnenkort het veld moeten ruimen
voor woningbouw en recreatieterrein.
Dit is geen ongegronde bedreiging, om
dat, zoals dr. Eijsink zeide, men het nog
zal beleven, dat de Kralingseplas wel
binnen Rotterdams woongebied zal ko
men te liggen, al kan de bebouwing van
de 's-Gravenweg nog jaren duren. Ook
in IJsselmonde voelt men zich bedreigd
door de brugplanmen, waardoor de Ko
ninginneweg deels zou worden afgebro
ken i,n verband met brugbouw.
Wat de tegenstellingen stad en plat
teland betreft, de agrarische bevolking
voelt zich bedreigd door de grote stad,
aldus dr. Eijsink, doch het is niet de
zaak, beider belangen' tegenover elkaar
te stellen. Beiden hebben ze raakvlak
ken als b.v. betere verkeerswegen
waarop men kan voortbouwen. Spr. er
kent de waarde van de autonomie der
kleine randgemeenten o.m. omdat bij
annexatie een stuk maatschappelijke
selectie uitgeschakeld wordt.
Zowel de kringvoorzitter, mr. F. Ni-
vard, als dr. Eijsink, wezen op de waar
de van een stevige actie voor de ver
kiezingen van Prov. Staten en gemeen
teraad volgend jaar. „Aan die activiteit
zal het liggen, of onze vrij gunstige
positie in de Staten gehandhaafd of
verbeterd zal worden."
Na in het algemeen de taak van de
Provinciale Staten te hebben belicht be
antwoordde dr. Eijsinik enikele vragen
betreffende details uit zijn betoog. In de
provincie Zuid-Holland blijken tal van
tertiaire wegén met name werd op
(Van onze correspondent).
Aan de seksuele voorlichting mogen wij
niet die overdreven waarde hechten,
welke sommige voorstanders van deze
voorlichting daaraan plegen te kennen.
Zij fcan, op verantwoorde wijze gegeven,
een waardevolle aanvulling zijn bij de
algemene opvoeding, waarvan de seksuele
opvoeding slechts een onderdeel vormt.
Pas wanneer de jonge mens lichamelijk
volwassen is, krijgen zijn seksuele ge
voelens kleur en leven; hoe hij dan
reageert is voor het grootste deel afhanke
lijk van de opvoeding in het algemeen,
die hij genoot.
Aldus luidde de conclusie van de voor
dracht, door dr. A. Hijmans gisteren te
Utrecht gehouden op de algemene ver
gadering van het Nationaal Comité voor
Zedelijke Volksgezondheid.
Spreker ving aan met erop te wijzen,
dat het onderhavige vraagstuk beslist niet
alleen medische aspecten heeft. Nog min
der, dat de dokter de aangewezen persoon
zou zijn om seksuele voorlichting te
geven omdat hij uit de aard van zijn be
roep hiermede zo goed op de hoogte is.
be taak en de plicht hiertoe beginnen
primair bij de ouders. Zij moet alleen
worden gegeven, wanneer het kind erom
vraagt. Het dient te geschieden op na
tuurlijke, onbevangen wijze, in grote
lijnen. Het kind verwerkt de niet ver
melde bijzonderheden op eigen wijze. De
voorlichting moet niet intellectualistisch
worden ingesteld, want dan gaat zij het
begrip van het kind te boven. Een intel
lectualistische voorlichting heeft voorts
het nadeel, dat zij de innerlijke gevoelens
van het kind kwetsen; bovendien geeft
zij niet een volledig beeld van de seksuali
teit omdat zij haar samenhang met de
liefde versluiert.
Spr. verwierp een voorlichting, uit
gaande van het leven van planten en
dieren, omdat dit niet te vergelijken valt
met het leven van de mens. Er is hier
een onoverbrugbare kloof. Het leven van
de mens leert men het beste uit de mens
zelf. Daarom zullen 'n goede voorlichting
en opvoeding uit moeten gaan van het
normale gezinsleven. Hoe beter de in
terne verhoudingen in het gezin zijn en
de verstandhouding tussen de ouders, des
te vruchtbaarder zijn de resultaten van
de opvoeding in het algemeen, dus ook
van de seksuele opvoeding.
In zijn openingsrede had de voorzitter
van het comité, mr H. Sark, o.m. zijn vol
doening uitgesproken over het feit, dat
hoe langer hoe meer beschaafde naties
zich hadden aangesloten bij de conventie
van Genève tot bestrijding van de prosti
tutie. Medegedeeld werd, dat in de plaats
van mr. A. Bouwman, die met ingang
van 1 januari 1956 zijn functie als secre
taris had neergelegd, benoemd was mr.
P. R. Peters te Amsterdam. Het secre
tariaat blijft gevestigd Amstel 169, Am
sterdam.
bouwen woningwetwoningen 35.000
zou moeten zijn dan wel 40.000.
Wat de Miljoenennota betreft, werd
o.a. mededeling gedaan van het plan
der regering het percentage dat het
rijk betaalt in de premie der werkloos
heidsverzekering, te verminderen en
de kasuitgaven voor defensiedoeleinden
voor 1958 te verlagen met rond 50 mil
joen gulden.
Men vergt te veel van de goedge
lovigheid der regering, indien men
stelt, zoals geschied is, dat al deze
mededelingen slechts gelukkig uitge
komen veronderstellingen zijn geweest;
niet alleen zijn de details te exact en
te volledig om deze voorstelling aan
nemelijk te doen zijn, maar zij is in
strijd met de woorden der publikatie.
Het is duidelijk, dat de journalist di
rect of indirect is ingelicht door een of
meer insiders.
De regering acht het publiceren van
deze, hoe ook verkregen informaties
onoorbaar. Dit geldt in het bijzonder
ten aanzien van de Troonrede.
Uiteraard worden de stukken onder
embargo verstrekt, d.w.z. dat publika
tie niet geoorloofd is voordat de Troon
rede is uitgesproken en de Miljoenen
nota ter kennis van de Staten-Generaal
is gebracht. Formeel strekt zij zich niet
uit over gegevens, die een journalist
zich op andere wijze weet te verschaf
fen. De regering meent echter van de
pers te mogen verlangen, dat zij, ook
als zij door een indiscretie punten uit
Troonrede en Miljoenennota verneemt
dergelijke gegevens niet gebruikt op
een wijze, die afbreuk doet aan de be
tekenis van de ontmoeting tussen het
Staatshoofd en de Staten-Generaal op
de Derde Dinsdag in september, die het
hoogtepunt vormt van het parlemen
taire jaar.
De heer Vrolijk had o.m. gevraagd of
de minister-president niet van mening
is dat een uitsluiting als de hier behan
delde, ook wanneer zij wegens mis
bruik van de persvrijheid als gerecht
vaardigd zou kunnen worden be
schouwd, een indruk van eenzijdig
heid of zelfs van willekeur kan doen
ontstaan, zo zij niet gebaseerd is op een
rechterlijke uitspraak of op het oor
deel van een college als de raad van
tucht van de Federatie van Nederland
se journalisten.
De minister-president meent, dat het
karakter van de maatregel van uitslui
ting in deze vraag niet juist wordt ge'
zien. De maatregel verhindert de des>
betreffende journalist niet, zijn functie
uit te oefenen, doch betreft slechts het
ontnemen van een faciliteit.
De regering kan de beslissing over
de vraag, welke aanwijzingen zij in
een bepaald geval aan haar ambtenaren
zal geven ten aanzien van hun hou
ding tegenover een journalist, niet
overdragen aan de raad van tucht van
de Federatie van Nederlandse Journa
listen, aldus dr Drees. Dit is een interne
verenigingsrechtspraak, aan welks oor
deel de overheid zich niet bij voorbaat
kan binden.
De minister-president kan op de hier
boven aangegeven gronden, niet toe
zeggen het optreden van de betrokken
journalist alsog ter beoordeling voor
te leggen aan de raad van tucht.
E huidige discussie rond het missie
probleem die zoveel pennen in be
weging brengt, is wellicht een
goede aanleiding voor ons ook eens de
wijze, waarop katholiek Nederland aan
Missieactie doet, tot onderwerp van be
zinning te maken.
Grote collectie leesten
hakhoogten In xwari iee
xwert suède. beige leer
en beige suède. Ook
voor kinderen dit
speciaal
schoeisel
INrttardMni Hoogst1 55 Boeth»tio»fir«« 68-70
ilr Zwel|»ilrMl 35-37 N»» BlMsnwsj 229
'Oroont MtllodIJk 218 ScWodomRo*l#ed«ms»dl|« 266
Hierna rijzen schijnbaar naïeve prea-
labele vragen als: Wat betekenen de bei
de termen „Missie" en „Missieactie", in
wie zijn ze verpersoonlijkt, hbe is hun
onderlinge verhouding en hoe kan van
uit dit principieel standpunt een samen
werkende katholieke organisatie worden
opgebouwd? „De Missie" is geen werke
lijkheid, die in Nederland bestaat. Zij
bestaat alleen in de miss;elanden en
omvat de gehele realiteit van de evan
gelisatie, gezien niet slechts als geeste
lijk bekeringswerk, doch ook als so
ciaal-culturele vorming van het bekeer
de volk.
Het is juridisch evident, dat deze to
tale evangelisatie of „de missie is toe
vertrouwd aan de missiebisschop en aan
hem alleen en volgens zijn inzichten en
plannen moei uitgevoerd worden.
De „Missieactie" in Nederland is een
veelzijdige hulpverlening, om in de mis
sie geldmiddelen, advies en personeel,
leken en priesters, ter beschikking te
stellen van de plaatselijke bisschop.
Nu kan men in Nederland over de
missiearbeid bepaalde opinies hebben,
die niet overeenkomen met de inzichten
van de missiebisschop. Men kan de
vraag stellen: „Zal men de katholieke
hulpverlening pas in dienst stellen van
de missie, indien de missiebisschop be
wijzen geeft met de Nederlandse mis
siehulp ook de inzichten van de Neder
landse missieactie of missiologie mede
te aanvaarden?" Of gaat men er a priori
vanuit, dat de missiebisschop, tezamen
met zijn clerus en leken-missionarissen,
wel weet welk soott missiewerk in zijn
bisdom primair gedaan moet worden,
wanneer hij hulp vraagt voor zijn mis
sie?
Dit is geen academische vraagstelling,
maar een voorkomende geesteshouding,
die de samenwerking van Missie en
Missieactie kan beïnvloeden.
In de discussies rond de Novib wordt
uit de efficiency, waarmee op sociaal-
cultureel gebied de missie haar onvol
doende middelen benut, een bewijs ge
trokken voor het noodzakelijk erken
nen en inschakelen van Zending en Mis
sie bij de uit te voeren projecten in de
onderontwikkelde gebieden. Iedere
missiebisschop zal met voldoening ken
nis nemen van deze waardering voor
zijn missiewerk en erop vertrouwen,
dat dit meer is dan een argument „pour
le besodn de la cause"!
In zijn goed doordachte, helaas wat te
felle Haagse rede van 17 september geeft
prof. Zeegers zijn opinie weer over een
soortgelijke samenwerking tussen de
missieorganen en Novib, wanneer hij
zegt: „Bovendien zou naar mijn mening
de Novib daarbij op geen enkele wijze
de autonomie der missionaire organen
mogen aantasten, d.w.z. niet als subsi-
die-gever optreden met een directe of
indirecte-controlerende bevoegdheid ten
aanzien van de opzet en de uitvoering
der missieprojecten. De missieorganen
zouden volkomen autonoom over de
aanwending der procentuele hun toeko
mende gelden dienen te beslissen."
Wanneer wij ons realiseren, wie „de
missionaire organen" met betrekking tot
„missieprojecten" zijn, vinden we als
gezaghebbende uitvoerende instantie
slechts de missiebisschop. Wanneer wij
dus in de woorden van prof. Zeegers de
termen „Novib" en „missieorganen"
vervangen door „missieactie" en „mis
siebisschop", hebben wii een prachtige
en praktische formule voor de samen
werking van de missie en de Nederland
se missieactde.
Wij stellen dus als gegeven voorop,
dat geen enkel orgaan van de Neder
landse missdeactie de missiehulp afhan
kelijk zal stellen van het medegegeven
advies over het missiewerk. Men zal
daarin het voorbeeld volgen van de Ro
meinse Congregatie der Propaganda,
welke haar subsidie aan de missiebis
schop geeft zonder voorschriften over
de besteding In het missiewerk.
Een andere zaak is echter, dat de wijs
heid ook aan de missiebisschop voor
schrijft, zich In zijn taak te laten bij
staan door welwillend advies, op de eer
ste plaats van zijn missionarissen en op
de tweede plaats van andere instanties,
die üi-t de situaties van een gevestigde
kerk ervaring hebben geput en vakkun
dig advies en hulp kunnen aanbieden.
Op dit terrein nu bestaan er in Neder
land zeer vele organen, die elk met een
eigen doelstelling advies en hulp kun
nen geven. Wij geloven echter niet dat
op dit ogenblik er één orgaan bestaat,
De discussie over Missie en No-
v.ib is voor de Provinciaal van de
Missionarissen van Scheut aanlei
ding geweest om nu ook de Katho
lieke Missieactie in Nederland
maar eens aan de orde te stellen.
Pater Wilbers gaat er terecht van
uit dat deze missieactie zelf op de
eerste plaats zo effectief mogelijk
moet zijn en meent dat er op dit
punt verbeteringen mogelijk zijn.
Het artikel staat dus eigenlijk
geheel los van de thans op gang
gekomen discussie, maar zonder
twijfel heeft deze discussie ook de
belangstelling voor de eigen mis
sieactie verlevendigd.
De door pater Wilbers aange
sneden materie is al evenmin on
gecompliceerd. Maar zij is al even
zeer de moeite van nadere reflexie
waard. Het komt ons voor, dat ook
hier een intern beraad bijzonder
vruchtbaar kan zijn.
dat in zich kwantitatief en kwalitatief
de gehele Nederlandse missiehulp voor
stelt.
Prof. dr. H. Brusting, leider van de opgravingen in Nijmegen en om
geving heeft gistermiddag in het rijksmusenm Kam te Nijmegen officieel
6 r^.°faag SeoPen(1i die op 24 juli j.l. op de Gruitberg in het hartje van
oucUNijTnegen js gevonden in een gravenveld uit de Romeins-Frankische
»D ln de viei'de eeuw na Christus.
dr P RleC,ltiSheïd werd bijgewoond door vele deskundigen, onder wie
ondr' azema' directeur van de rijksdienst voor het oudheidkundig hodem-
profrZj*e *n -^persfoort, prof. dr. F. J. de Waele, prof. dr. L. J. Rogier,
r- J. Lammen en B. en W. van Nijmegen.
RcspLj10 laatste weken op Curasao het
een fp-, Van de daK was *s zaterdagavond
hotel geworflen: het nieuwe toeristen-
bentai V Waterfort- hotel Interconti-
in 1 c,,raSao" Is officieel geopend
genwoordigheid van bijna 700 gasten,
's m Un van de eilandelijke overheid
Verrii" scs,aaR<1 een hotel te doen
ka ^en' dat 125 gasten accommodatie
liiU- n op een wfjze, die een verge-
"vg met hotels in andere toeristencen-
a kan doorstaan.
Hrontlwu11 in de v- s- Bn in Venezuela een
ter jl? pse reclamecampagne gevoerd
en f 'eSenheid van de officiële opening
het t?a1rrPede is bereikt, dat niet alleen
he„ft als z°danig grote bekendheid
land - gekre'gen, doch ook, dat de Neder-
HiviJt,. tillen weer eens voor het voet.
■"ent znn
Pronkstuk aan de
kerstboom
Rond dit nieuwe hotel zal nog wel het
een en ander moeten komen om Curacao
in alle opzichten aantrekkelijk te maken
voor gasten uit de Verenigde Staten er
het Zuidamerikaanse vasteland.
„De kerstboom moet nog worden opge.
sierd" zoals de heer Steensma, diree
teur van het Caraibische bedrijf van de
K.L.M. het uitdrukte. Maar een van de
pronkstukken van deze kerstboom is er
toch al, namelijk de rechtstreekse ver
binding van de K.L.M. tussen New York
en Curacao, waarvan de openingsvlucht
vjljdag is gehouden. De gasten van de
K.L.M. uit de Verenigde Staten onder
wie de Nederlandse consul-generaal in
Vl(1?°vendien staat al vast dat.de eerst- f.®™ Y°rk H' van RÜckevorsel en dr. P.
Westinrii.<u\hp pnnfprpntif» var» Ho' Eiieitirlck, Olld-lTlinister van finanpiört
thans lid van de directie van de. to f.
.nationale Bank. alsmede verscheidene
Amerikaanse autoriteiten behoorden
cce-gasten op de feestelijke ope
ningsavond van „El Curacao".
Carn-vJ"". JVestindische conferentie van de
vtmk e commissie van 1 tot 23 no-
honrufr 111 Curacao" zal worden ge-
toei/r!™ zo is er meer, dat in de naaste
Bebeur ln en ronci bet nieuwe hotel zal
Dr. H. J. H. van Buchem, directeur
van het museum Kam leidde de met
spanning verwachte opening van de sar
cofaag in met een korte beschouwing
over de oudste geschiedenis van Nijme
gen. In de toekomst zal men meer moe
ten spreken van Romeins Nijmegen dan
van Bataafs Nijmegen, betoogde hij.
Eerst kwamen hier Kelten en Germa
nen, waartoe de Batavieren behoorden,
daarna volgden de Romeinen. Nauwge
zette onderzoekingen deden tegenstellin
gen rijzen met betrekking tot de vesti
ging van de oudste bewoners van Nij
megen. Men kan uit de voorwerpen, die
in de bodem van stad en omgeving wor
den gevonden, niet direct afleiden of
deze sieraden en gebruiksvoorwerpen in
derdaad gemaakt werden door de in
heemse bevolking. Ze kunnen ook inge
voerd zijn door volkeren met hoger cul
tuur.
In de vierde eeuw zijn, aldus spreker,
vele Batavieren uit deze streek vertrok
ken naar Noord-Frankrijk. Anderen zul
len zich vermengd hebben met de Ro
meinse bevolking van Noviomagum Ulpia
to west Nijmegen, gesticht door keizer
Trajanus, een stad met eoh-t Romeins ka
rakter.
Spreker betoogde, dat de mening, dat
de opgravingen zouden wijzen op Gallo-
Romeinse nederzettingen in deze streek
niet onjuist is. Hij dankte de regering,
de wetenschappelijke en archeologische
instellingen, het gemeente-bestuur en
vooral dr. Brusting voor d-e medewerking,
verleend bij de opgravingen.
Tenslotte gaf prof. dr. Brusting nog een
beschouwing over de Romeinse en Ba
taafse nederzettingen in Nijmegen, waar
bij hij met nadruk stelde, dat hier wel
degelijk Romeinen en Bataven eniige tijd
hebben gewoond. Voorts vertelde hij. dait
de Franken ln de vierde eeuw een bond
genootschap sloten met de Romeinen en
toen ook in Nijmegen geweest zijn. Om
streeks 402 n. Chr. werden de Romeinse
legers van de Rijn teruggeroepen en om
streeks 440 n. Ohr. waren nog alleen
Romeinen in Trier en Keulen. In Nijme
gen vond men in de Romeinse-Frankische
graven spitsbuikige urntjes, die volgens
spreker vak Frankische oorsprong moe
ten zijn.
Na deze geschiedkundige inleidingen
werd de sarcofaag, die met een zwaar
hoog deksel was afgesloten voorzichtig
geopend. Men stuitte aanvankelijk op een
laag grauw zand met hier en daar een
stukje geoxydeerd metaal. Tevens kon
men een overblijfsel van een hoofd on
derscheiden. Gedurende bijna twee uur
maakten de archeologen de sarcofaag
omzichtig schoon. Men vond gedeelten
van een geraamte, ongeveer 1.10 meter
lang, dat volgens prof. Lammers het
overblijfsel moet zij" Tan een kind van
acht tot negen jaar.
Men kon ook de onderdelen van een
stoeltje vrijmaken, vermoedelijk een
stoeltje, waarmee de kinderen gespeeld
hebben. Verder werd bij het hoofd een
haarspeld gevonden en aan de linkerarm
hing een armbandje, waaraan enige mun
ten uit de vierde eeuw waren bevestigd.
Tevens werden de tandjes uit d-e sarco
faag geschept en verscheidene stukjes
metaal, die moeilijk te definiëren waren.
De schedel van het kind lag. als men
rekening houdt met de positie waarin de
sarcofaag werd gevonden, naar het wes
ten gewend. Daaruit zou kunnen worden
afgeleid, dat het'bier een heidens graf
betreft. De bewoners, die In de vierde
eeuw na Christus het christelijk geloof
aanvaard hadden, lagen allen begraven
met het hoofd naar het oosten.
De sarcofaag blijft bewaard ln het
rijksmuseum Kam.
AAR echter de Nederlandse missie
hulp, als georganiseerd geheel, een
zeer urgente oplossing vraagt
(Maasbode 8 okt. - „acht brandende vra
gen"), stellen wij de vraag, of het dan
niet mogelijk, is, al deze organen, met
respect voor hun eigen doelstelling, fe
deratief samen te doen gaan in het uit
voeren van dringende mdssieprojecten
op aanwijzing van de missiebisschoppen
Het tot stand brengen van een Neder
landse Missiefederatie tot hulpverlening
aan de bisschoppen van Nederlandse
missionarissen, is wel een moeilijke
doch vruchtbare taak.
to deze federatie zouden niet alleen
alle missie-organen zitting moeten ne
men. maar ook standsorganisaties, die
de missiegeest kunnen stimuleren en
het missiewerk steunen. De Novib is
daarin wel geslaagd in neutraal ver
band en aan dit voorbeeld kunnen wij
ons spiegelen. In d-e missiefederatie
zouden ook die katholieken moeten
plaat-s nemen, die de verbinding kun
nen vormen met de neutrale organen
van technische hulpverlening aan de
missielanden.
Daarvoor moeten sommige te felle
discussies edelmoedig worden vergeten
en constructief worden voortgezet in
ons federatief missie-parlement. Werd
alleen dit goed bereikt, dan heeft een
Nederlandse missiefederatde reeds een
reden van bestaan. In de hulpverlening
aan de missie zou men na een federa
tief overleg een gelijk geruchte poli
tiek volgen.
Maar deze missiefederatie kan meer.
Zij kan in eigen land b.v. rechtstreeks
missiewerk stimuleren onder de leiding
van het Nederlands Episcopaat, door
hulp te verlenen voor de bekering van
de kleurlingen, die in groten getale in
Nederland hun opleiding ontvangen.
Men kan de missiebisschoppen geen
grotere dienst bewijzen, dan de toe
komstige leiders van hun volk weer
terug te sturen als katholieken of als
sympathiserenden. Ook hier, zoals in de
echte missie, werken enkele paters,
maar de studentenverenigingen en pa
rochiële instanties, zoals de katholieke
actie, kunnen door een rechtstreekse
inzet van lekenhulp medewerken, om
deze kleurlingen te integreren in de
katholieke gemeenschap. Iets. wat de
zen zelf voor hun algemene vorming
hartgrondig wensen,
Deze mdssiefederatie zou voorts urgen
te missieprojecten van de missiebisschop
pen federatief leunnen steunen, door uit
de eigen geldmiddelen en met de eigen
lekenmissionarissen deel te nemen, in
de lijn vafl hun eigen doelstelling. We
zullen een voorbeeld noemen: De bis
schoppen van Nieuw Guinea kunnen
op alle gebied de hulp van alle mis
sieverenigingen best gebruiken. Laten
één jaar de Mi va en de Memisa hun
specifieke missiehulp grotendeels op dit
gebied concentreren, laten udtzendings-
instituten hun lekenmissionarissen en
specialisten in dienst stellen van de
bisschoppen voor scholen, vormings
centra, ziekenzorg, drukkerij en bouw
werken, waarvoor wij allen in een na
tionale actie het kapitaal bijeen bren
gen. Met één dergelijke injectie kan
de missie in Nieuw Guinea als georga
niseerd missiewerk een reuze stap voor
uit komen. Anders zeker nooit!!
Wanneer wij met andere katholieke
landen ons zouden verstaan over een
gelijkgerichte missiehulp. zijn wij zelfs
in staat, om in één jaar een katholieke
universiteit in Afrika te beginnen.
Zonder samenwerking komt ze er nooit
tot grote schade van de jonge missie-
kerken. die nu hun jonge bekeerlingen
naar Londen of Parijs moeten sturen.
Wij zijn overtuigd, dat geen enkele
bestaande missie-organisatie in staat is
alleen de projecten van dg missiebis
schoppen in hun technische veelzijdig
heid met. ervaren adaptatie te realise
ren en daarvoor de hulp van het gehele
katholieke volksdeel mobiel kan ma
ken. Daarom moeten wij zonder dralen
op andere wijze samenbundeling van
de gehele Nederlandse hulpverlening
bewerken, rekening houdend met be
staande situaties. Dit gaat. als iedereen
wil, in een vrijer federatief verband.
Indien wij, zelfs met de bestaande
hulp voor het directe bekeringswerk
(vooral de opleiding van de inheemse
clerus), te vermeerderen, erin slagen
deze welwillendheid der katholieken te
bundelen in grootse objecten van tech
nische aard, zal dit ook onze katho
lieken sterk aanspreken en in de mis
sies tot thans onbereikbare resultaten
leiden.
De grote mdssienood eist nu andere
daden dan plannen en woorden. En de
eerste fundamentele daad is samenwer
king van alle katholieken, eenzelfde
samenwerking, die men meent in brede
christelijke visie niet te mogen ont
houden aan de neutrale- onganis-ai-ie
voor internationale bijstand.
Leidschendam. oktober 1957.
H. WILBERS,
Provinciaal Overste
van de Congregatie van Scheut
In het Rijksmuseum G. M. Kan te Nijmegen is maandag onder grote belangstelling van
een gezelschap oudheidkundigen de stenen sarcofaag geopend welke op 24 juli 1.1. tijdens
opgravingen op de Gruitberg in het centrum van Nijmegen werd gevonden. Dit bovenaan
zicht toont het moment waarop de aanwezige geleerden zich over de juist geopende
sarcofaag buigen om de inhoud te bestuderen. Het stoffelijk overschot, dat in de kist is
begraven, was vrijwel geheel vergaan, hetgeen niet zal verwonderen als men bedenkt,
dat de sarcofaag werd gevonden in een vierde eeuws grafveld.
Aangezien thans bijna alle twaalf nieu
we onderzeebootjagers door de Koninkl.
Marine zijn, overgenomen, zijn Hr. Ms.
Evertsen (D 802), Hr. Ms. Piet Hein (D
805) en Hr. Ms. Kortenaer (D 804), welke
tot nog toe dienst deden als „torpedo-
bootjagens" als zodanig uit de sterkte af
gevoerd.
Deze schepen zijn, omdat ze bij de
vloot nog goed te gebruiken zijn, op 1
oktober naar de klasse „fregatten" over
gebracht. Zij ondergaan een kleine ver
bouwing en zullen zo spoedig mogelijk
als fregat weer in de sterkte van de
Kon. Marine worden opgenomen.
De Evertsen, die een dergelijke ver
bouwing reeds heeft ondergaan, wordt op
15 oktober in Den Helder als fregat (805)
In jjienst gesteld.