'n gesprek met aalmoezenier en directeur DE VRIJHEID wereld van het programma Dansen, rond de vrijheidsboom 4,r°LE0G™ - -i: sterft niet EEN INDRUK MISSAAL biedt plaats voor èf - jgSgpr I Nogmaals Blllt ■m Z^M£AG_i9 OKTOBER 1957 PAGINA m" Het spreekt van zelf dat we na ons bezoek aan de Levens- Scho°l in druk gesprek raken met degenen die er'de leiding hebben en zo komt het dat we °od een tafel met directeur en ^moezenier van zo'n school, e§eleid door het getik-tak van eeh typemachine van alles ho- Pen 0Ver een school die geen school is. vr*r u he levensschool typeren?" gen we de directeur. Vandaa°gP de *5?h6t te"Maar om enssch°01"- We°P d'® vorming terecht 0 denken" ten niet aan een «ilk mmmm? Sde'n. ï?lgan 00k de d iscussieme- i arakter 'neorielessen moeten het l/dgens an, een gesprek dragen. De Aptlï°f- met vragen aan ko- voor" eiten 2aan dan ook al- ^CLens„ moeten met problemen Ver WvDat doen ze ook, want bhartigheid hebben we te- Geestelijke verrijking Adem van het leven Het is nu bijna een jaar ge leden dat de mensheid zich diep schaamde, door zo on menselijk te zijn. Wat op 23 oktober in Hon garije gebeurde raakt ons allen. Aller zondigheid bouw de zich een monument van bloed. Verloren paradijs m ■;V:* z4k aalmoezenier typeert de nood- ken 500r te zeggen: „Op de fabrie- gan„ aat het bord Verboden Toe- Satiz' betekent verboden toe- oua.» Voor onbevoegden, dat zijn hem s, €n .Priesters". We begrijpen 'haar 1S ge®n concreet verwijt ZoV6e,een aanduiding hoe losgelaten v°elen •°ng,® mensen zijn en zich ook het b h*- volwassen wereld van die t)f. De levensschool is er om VerlopenPaSSing Seleidelijk te doen om miClemt te meer waar het gaat naar v^iS€n' die ook nog °P weS zijn hiding assenheid en dus weer de ^6®n 5ov^an opvoeder behoeven. r« ka J^noolmeester, maar een oude- eraad die verwijzen kan. EdAGogische begeleiding s"he bea^^sobool is een pedagogi- ^assenhf-!ilding op weg naar de vol- van <je ld- Daarbij gaan we uit ■hens 'evenssituatie van de jonge 2i3ti n]aafr ,het om gaat en dat is du c S-in ^et bedrijfsleven. U vakken^ denken aan een school "Maar k°cl1 kunn moeiiyhheden moeten gezin?"" worden opgevangen in gezh?.®en verwijt zijn aan oat lijkt me onjuist". Is ^ah een'+^i ke* zo dat er sprake th n> alh eten 'in vele ge- aan o 1 niemand iets kan at 'n hef6!1 ontwikkeling die zich sPeeit>. karakter van net gezin h vankeI?,t^Ii dat we uit moeten C<w! eenmaal°^Crete situatie en die 6 maat=iu dat de gecompli- lïm^PHceerde PPb met zi;in even din83^ eisen moeilijkheden on- gezfnmilieu dat S aan bet opvoe- andere aar> de h,plaats "in er kelijk k pv°edin„Jag waardevolle J 1 b.v. de T ^'milieus noodza- »»Oc 2ei wlUj''e eh we ?-S gaJn uit van een km,llngen aan tÏÏ er niet om nieu- difff te vorrna leren> maar om de niet v°lwassen no tot een zelfstan" li.. - ^^SOOnliik-ViAirl r\\0 biet /0lWassen nö een zelfstan- Woa„°mver gphi p rso°nlijkheid, die in de aZCn kan worden en de d°en We i?a,ssa- Alles wat we vj? a.n het hete6 aalmoezen'er ra- u dit: °Sen. We noteerden Sen moet geconfronteerd *Wr* Ook de denksport is ingeschakeld bij de ontplooiing van de jonge arbeiders genwoordig niet te klagen, gelukkig maar!". Met allerlei papieren toont de di recteur ons wat er allemaal aan de markt is. Elders vindt de lezer er meer over. Dan vragen we nog naar de do centen. Ons blijkt hoeveel idealisme er voor gevraagd wordt, nu de fi nanciering van dit belangrijke werk nog lang niet afdoende geregeld is. Bovendien leeft men nog in het stadium van de propaganda. „Feitelijk", zo betoogt de directeur, „moet ik mijn tjjd besteden om er op uit te trekken om overal contac ten te leggen met directie en sociale werksters en -werkers in de bedrij ven. Nog veel meer jongens moeten van de kansen gebruik maken. Maar de lessen en de organisatie maken mijn tyd op. Dan is er nog het werk van de vorming van de docenten. Daar is men ook zo een, twee, drie niet voor geschikt". Maar het mooie werk groeit, zo constateren we. „En als u tot slot nog iets in de krant wilt zetten, schrijf dan dit: Laat ouders en werknemers toch doordrongen raken van het belang van dit werk. Werknemers werkt mee, ouders vraagt erom. Laat steeds meer jongens deze broodnodige steun ondervinden". Vorige week spraken wij over de levensscholen. Maar er was zoveel en de zaak is zo belang rijk en interessant, dat we u nog eenmaal meenemen voor een verkenningstocht op dit terrein. We praatten met de leiding, openden het programma en be klemtonen nogmaals dat het een gemiste kans is voor elke jonge arbeider op die school niet geweest te zijn. Uit de vele papieren diepen we dit op: A. Er is een algemene theoretische vorming onder het motto „Dit moe ten wij weten". Daarin worden in ge spreksvorm behandeld onderwerpen als: „arbeid en arbeidsverhouding" en „eerlijkheid en kameraadschap", „loon - zakgeld", „vrije-tijdsbeste- ding", „verkering - huwelijk". B. Actualiteiten zijn regelmatig aan de orde. Motto: „Gezond en nuchter oordelen". We lezen: „Vra gen en kwesties die op dat moment in het middelpunt van de belangstel ling staan politieke gebeurtenis sen, berichten die zij gelezen hebben in de krant of gehoord hebben door de radio worden aangegrepen om hun oordeel te scherpen en hun te leren de dingen zelfstandig te be oordelen". C. Aan handvaardigheid wordt grote aandacht besteed onder het motto „De duizendkunstenaar". Dit geeft zelfvertrouwen en schept een wereld van mogelijkheden in het ge zin nu en in dat wat de jongen gaat stichten. Wat is een zeiler die niet van teren, knopen en reparatie weet? Er wordt gedaan aan hout- en metaalbewerking, reparatiewerk en vrije technieken zoals leerbewerking en boekbinden. De directeur toonde ons aan de hand van werkopdrach ten hoe vernuftig de jongen gecon fronteerd wordt met allerlei moei lijkheden, maar steeds blijft zo'n opdracht verwijzend. Zelf kan bij de zaak uitpluizen. Geen voorkau wen, zoals dat in onderwijstermen heet. D. Lichamelijke vorming. Motto: „Gezond, fit en weerbaar". De sport is geliefd. De lezers weten het al: vooral judo. Iedere jonge mens krijgt gelukkig heden royaal de kans zich lichamelijk te ontplooien. Met je lichaam moet je toch leven7 E. Het laatste onderdeel heet cul turele vorming. Motto: „Kunnen kie zen". We lezen: „Op moderne wijze en aangepast aan zijn mentaliteit, interesse en instelling, zal gepoogd worden de jóngen te brengen tot een kritisch en meer positief gerichte houding ten opzichte van film, dans, foneel, cabaret en andere vormen van vrije-tijdsbesteding. En dat is dan de Levensschool. Nog veel meer valt er te vertellen over de methode bijvoorbeeld, hoe de jongens in groepen werken, taken op zich nemen en in een schoolraad meespelen in wat er op deze school, die geen school is, gebeurt of ge beuren moet. Maar we laten het hierbij, met de plezierige overtuiging een stuk maatschappelijke en cultu rele arbeid gesignaleerd te hebben dat ons aller aandacht en warme be langstelling verdient. W v:* ®d stuk handwerk geeft vol- oening ook aan de maker en normen. Hij d tusJfïandig denkend ver- 'Me kunf unnen leggen". liat.*1®1 ma? Zeggen dit mag niet de ?a=i maar in de praktijk iu ^at anders, daar gaat het U k®t rw doen en hoe moet ,,°m j€ ®nMet een receptenboek h^d to4 f* ver" De .iongen moet ddele^» dan oordelen en dan 'd®aai var,°2k grote vormings- 0pmerken zoal3 de insider *®ssen»geldt ook voor de godsdienst- u" de aalmoezenier aan. menselijke noden Eigenlijk een beetje vreemde man, die pater Stallaert. Zo aristo cratisch, rustig en bezonken z'n neef mr. Stallaert spreekt in z'n radio-rubriek Peilingen van het Zonnebloem-programma, zo ruig en onstuimig praat pater Stallaert. 't Is maar heel toevallig als je hem een keer treft, want deze gebaarde missionaris is bijna al tijd op route, in binnen- en buitenland. Hij is reiziger in godsdienstige zaken. Niet in kaarsen, wierook of medailles, maar in inissaals, de z.g Stallaert- missaals. Op een bijzonder gelukkig mo ment in z'n leven heeft hij zich plot seling geworpen op de vertaling van het Romeins brevier. Talloze congregaties van kloosterzusters ge bruiken de door hem verzorgde en uitgegeven breviers. Maar daarna nam hij het missaal onder handen. Met een paar assistenten eerste klas vakmensen, heeft hij een to taal nieuwe vertaling geschreven van het Romeinse missaal. Wanneer Pater Stallaert zijn mis- saals ze heten officieel „Stal- laert-missaals gaat aan prijzen, voortdurend graaiend in een merk waardig vies valiesje, dan duizel je wel even. Hij spreekt uitsluitend in overtreffende trap. 't Is zo zegt hij eenvoudig de allerbeste vertaling, die er bestaat zonder de geringste twijfel. Hij leest je de meest uitbundige verklaringen voor van kardinalen, bisschoppen, uni versiteitsprofessoren, litteratoren en ga maar door. Hij legt recensies £P tafel van praktisch alle katholie ke kranten ook weer uit binnen- en buitenland. En daarin heet dit missaal het superieure werk van de laatste jaren, met de meest vloeien de vertaling, 't best bruikbaar en al- lervolledigst; 't wordt genoemd een klassiek werk, een volmaakt missaal met overstelpende rijkdom. Maar zo denk je dan, dit is de koopman in pater Stallaert. Je geeft je zo maar niet gewonnen en je zegt: mag ik 't meenemen om het eens te bekijken bij gelegenheid? Zeker, zeker antwoordt pater Stallaert, maar over z'n goedmoedige gezicht glijdt dan een trek van me delijden, alsof hij wil zeggen: „Wacht maar je gaat ook voor de bijl Inderdaad de vele aanwijzin gen blijken nergens overdreven. In een brief afgestempeld in Zuid- Frankrijk schreef hij: „Kun je je voorstellen, .dat het mijn vurigste verlangen is, dat dit missaal komt in de handen van vooral jonge katholie ken Is dit niet een concrete uitdruk king van wat er leeft in het hart van elke priester wanneer hij aan het al taar staat: dat hij niet alleen de mis viert vóór en namens de gelovigen maar ook samen met hen? En is een goed missaal eigenlijk niet de samenvatting van alles wat er in een jong hart aan verlangens kan leven, op de meest sublieme wijze, onder inspiratie van de H. Geest verwoord? Wie dit missaal hanteert vindt in elke mis weer een rustpunt een ontmoeting met Christus. „Een missaal is een geestelijke verrijking van de eerste orde en denk jij ook niet zo ging hij voort dat dit juist nu bijzonder nodig is?" Tot zover pater Stallaert. En nie mand zal aarzelen dit alles te on derschrijven. Een missaal is dik wijls een moeilijk geval. Talloze men sen kunnen er nog altijd niet toe ko men om actief mee ts doen wanneer ze bij de mis tegenwoordig zijn. Een overigens niet doorslaggeven de reden is ook gelegen in het feit, dat de vertaling van de gebeden soms zo weinig aanspreekt. En dan dreigt de onderscheiding tussen ge loof en leven alleen maar groter te worden. Daarom is ook zo'n werk als hier nu voor me ligt zo goed. Ik kan dat nu allemaal wel schrij ven, maar allicht zeg je: laat er eens wat van horen. Goed achter in het missaal staan een aantal ge beden, bedoeld als een mogelijkheid om eens af te wisselen, voorname lijk bij het dagelijks gebruik van de vaste gedeelten van de H. Mis. Hier volgt èen omschrijving van het Gloria. Eer aan God in de hoge en vrede aan de goede disgenoten, die hun bruiloftskleed, de bruiloft van het Lam meevieren en Hem nederig vereren. Wij loven u, Wij prijzen U, Wij aanbidden U. W(j verheerlijken U. Wij danken U om de heerlijkheid waarmee U, Goddelijk Lam de he mel hebt bekleed en In ons hart een feest wilt stichten door Uw liefdevol le komst. U bent de Koning van de hemel. U bent God als Uw Vader: Zoon van de Heer, die U van eeuwig heid voortbrengt. U bereidt de he mel nu al vóór in ons. U bent het Lam, dat onze zondigheid vertrapt want U bent heilig, U bent alleen de Heer, de Allerhoogste, de vreugde U, die op U nam te sterven om ons te verblijden met een eeuwig geluk God, Man van Smarten, Koning van Liefde. U bent heerlijk in Uw ver rijzenis. Amen. Ieder ziet 't dit is taal. Hier gaat de adem van het grote leven over heen. Hier kan ieder mens zich aan optrekken. Zo'n missaal als dit is een koste lijk boek. Hef vat inderdaad alles samen wat aan verlangen en hun kering in een mens kan leven. En dat is niet weinig. Geen mens is te vreden met wat hij heeft, geen mens is voldaan over de situatie, waarin hij leeft. Ieder ziet vooruit, 't Ver langen drijft elke mens voort. Luis ter maar eens wat er leeft en hun kert in je eigen hart. En zie maar om je heen naar de aspiraties, die de volkeren in concurrentie met elkander voeden. En elk verlangen vindt z'n weerspiegeling in 't mis saal, waar de gelovige mens zich mee tot God richt. Vanaf de geboor te wanneer het kind wordt ingelijfd m de kerk Gods en de H. Geest dit kind van twee mensen heeft herscha pen tot kind van God, totdat de mens moe en gebroken neerligt aan 't eind van de weg En alles wat zich tussen deze twee beslissende momenten afspeelt Het hele ker- jaar, vierend al de mysteries van Christus leven —kan ik hierin jaar na jaar intenser benaderen. We worden herinnerd dag na dag aan hen die ons zijn voorgegaan, hun grootheid vind ik in dit mis saal weerspiegeld. Alle menselijke noden hebben hun plaats. We vinden er 't gebed om eenheid: „Wij vragen U, Heer, stort in Uw goedheid over het Christenvolk de genade uit van uw eenheid, op dat het wars van alle verdeeldheid en één met de ware Herder van Uw kerk, U passend moge dienen". En in tijden van oorlogsdreiging: „God Gij breekt de kracht der oorlogen en stelt de bestrijders van hen, die u vertrouwen, door uw machtige verdediging buiten gevecht; help uw dienaren opdat de woeste macht van hun vijanden worde bedwongen". Daar vind ik dat diepzinnige ge bed om vrede: God van U gaan uit alle heilige verlangens, alle goede voornemens en alle goede daden; geef uw dienaren die vrede, die de wereld niet geven kan". De zieken hebben er hun plaats, de bedroefden, de eenzamen. We bid den voor onze vijanden en vervol gers. Vóór alles leert dit boek ons vragen om 't éne, waar het in dit leven op aankomt: God voor u ligt ieder hart open en heeft elke wil zijn eigen taal en geen geheim is voor u verborgen; zuiver door de Instorting van de H. Geest onze ge dachten, opdat wij u volmaakt be minnen." ander, op een hoger niveau liggen. g En dan treft het buitengewoon goed, gj dat ik een missaal kan aankondigen g van werkelijk grootse allure. Je ontslaat me wel van de techni- g sche gegevens als prijs en formaat en g de verschillende uitvoeringen. Het m Stallaert-missaal is uitgegeven bij g Brepols in Turnhout, natuurlijk in g elke Kath. boekhandel te krijgen, g Wil je eerst een folder, dan kun je g die bestellen, lijkt me, bij pater Stal- g laert, Roermond. g Dat je er werkelijk rijker van g mag worden en dat het meest funda- g mentele en allesomvattende verlan- g gen van je leven er door mag groei- g en, dat is de enige bedoeling van g de samenstellers. g R. Wesseling C.ss.R. 1§ Als wij hier dus aandacht be steden aan het smoren van de gerechtvaardigde Hongaarse re volutie betekent dat niet een herdenking van een tragisch feit uit de recente geschiedenis van een ander volk, dat ver weg woont, maar een stilstaan bij een gruwelijke manifestatie van het kwaad. En als het zo is dat in het kwaad het goede groeit, dan zijn wij verplicht ons te bezinnen op wat in dat ongelukkige land ge beurde, opdat we tenminste iets zullen ondernemen om het goede te doen opbloeien om zodoende een kans te scheppen dat zoiets als toen gebeurde niet weer ge beurt. De uitvoerders van het kwaad waren ongetwijfeld de Russen. God oordele over hun persoonlij ke schuld. De verdedigers van het goede waren de Hongaren. Ook het oordeel over de heldhaftigheid van deze deugdbeoefening ont gaat ons. Het is van onschatbare waar de dat miljoenen mensen deze misdaad niet hebben genomen. En dat staat helemaal los van de mogelijkheid in te grijpen. Daaraan zaten zulke verschrik kelijke risico's vast dat we ons kunnen voorstellen dat geen in gezag gesteld mens de verant woordelijkheid er op af te gaan heeft durven nemen. We herdenken ook geen gemis te kans, we herdenken ook niet met wroeging onze onmacht We herdenken het kwaad, de kruisweg, de moord op Christus, die hier gestalte kreeg en waar we allen deel aan hebben. Maar het protest was er God dank. En dat moet blijven. We mogen het niet vergeten, er geen vrede mee hebben. Het mag ons niet met rust la ten. Stellen wij ons de situatie scherp voor. Overmacht en ge weld tegen gerechtvaardigde menselijke verlangens: vrijheid en verantwoordelijkheid. Het brutaalste geweld gepaard met verraad. En na het smoren in bloed de volledige liquidatie in de stilte in het donker. De misdaad ver draagt geen daglicht. Hoever moeten de mensen ge komen zijn die zich tot dit beuls werk onder dekking van macht lenen. Ondertussen een feitelijk mach teloze wereld, die wil helpen maar niet kan, maar die toch sa mendromt om te getuigen of te bidden, die vluchtelingen ont vangt en hulp stuurt om enige nood te lenigen. Wat is de misdaad? De moord op de vrijheid. Vrijheid, levensvoorwaarde voor de mens. Zonder vrijheid is de wereld onbewoonbaar en hef leven niet leefbaar. Vrijheidsberoving is een aan slag op de Schepping, regelrecht duivelswerk. Zij, die in vrijheid leven mogen wel beseffen wat dit betekent en acht geven op wat wij met die vrijheid doen en misdoen, op wat wij zelf aan aanslagen daarop plegen. Vrijheid veronderstelt verant woordelijkheid. In verantwoordelijkheid komt een diep besef van menselijke solidariteit tot uiting. Maar ook andersom alleen in vrijheid kan de mens verant woordelijk zijn. En daartoe toch is hij geroepen. Wij menen, dat ware volwas senheid betekent de kwaliteit be zitten in vrijheid deel te hebben aan de gemeenschap van men sen, daarin de hem toekomende taak te vervullen van gezinsver band tot staatsverband +oe. Jeugd op weg naar volwassen heid mag in alles bekwaamd of opgeleid worden, een opvoeding die verzuimt deze handelingsbe kwaamheid uit verantwoordelijk heidsbesef en zonder dwang bij te brengen moet mislukt genoemd worden. Zo iemand komt aan menswaar dig bestaan niet toe. Daar wij christenen de opdracht hebben beluisterd, Koning van de Schep ping te zijn moeten wij alle dwang verwerpen. Wie de ander dwingt te han delen anders dan uit noodzaak, omdat anders destructie optreedt moet zelf beschouwd worden als destructief element in de samen leving. Men verwarre deze dwang .niet met wet en gebod die voortvloeien uit de ordening binnen een ge meenschap. Deze aanvaarden wij allen zelfs met meer begrip naar mate we meer begrip hebben van vrijheid. Het gaat om de dwang die er principieel op gericht is uit ver keerd idealisme of misdadigheid de menselijke persoon te ontluis teren en te degraderen tot horige van een systeem. Wij zijn nog vrij. We kunnen nog tezamen leven samen de -ver antwoordelijkheid dragend voor ons aller welzijn. Wij kunnen nog toestemmen. Wij kunnen nog de wonderlijke smaak genieten goed te zijn en goed te doen omdat we het zelf willen. We mogen ons leven nog in eigen handen dragen; we heb ben zelfs het lot van de ander nog in handen. We mogen nog verantwoording dragen. Dat alles is het Hongaarse volk bijna een jaar geleden ontnomen, toen het een ogenblik de kans scheen te hebben de al langer aangelegde slavenketenen te ver breken. Maar de vrijheid sterft niet. Met ontroering denken we aan het verzet van de jeugd. Het mocht toen niet baten. Maar wat in de menselijke na tuur ligt is niet te vermoorden. Het zal eens zover komen, dat de ketenen opnieuw verbroken zul len worden. Tot zolang zijn er martelaren. God helpe hen. F. B. We hebben allemaal een paradijs verloren. We verlangen er naar te rug. Ieder op zijn eigen wijze. De blinde wil zien, de bultenaar ver langt rechtschapenheid, de jichtlei- der wapent zich tegen de stuiptrek kingen van de algemene zotheid. De dove eist welluidendheid, de lelij kerd verzint een mooie wereld - zo vat prof. Van Duinkerken zijn boek je „De mensen hebben hun gebre ken" samen. De arme verlangt be zit, de rijke verlangt rust, de zieke genezing, de eenzame vriendschap, Ieder heeft zijn eigen vurige wen sen. Een priester verlangt te mogen bijdragen tot de ontmoeting tussen God en de mensen, de gelovige verlangt door God gegrepen te wor den. Al deze verlangens, die ons leven vaart geven en ons in onrust houden tot het laatste ogenblik ko men samen wanneer wij de heils daad van Christus vieren, wanneer wij opgaan tot Hem, die ons altijd jong houdt en onze jeugd verblijdt. Op dat moment ervaren we "de betrekkelijkheid van al onze klei ne verlangens, dan gaan ze op in een grote algemene verwachting, een brandend uitzien naar zijn defi nitieve komst. Wij vieren telkens weer opnieuw de dood des Heren, zegt Sint Paulus, totdat Hij weer- komt. Juist nu in deze onrustige en onzekere tijd, juist nu, nu zoveel mensen ook jonge mensen de dagen doorrennen en de ene zenuwinzin king na de andere te doorworste len hebben - juist nu, nu de seinen van een kunstmaan, die rond de aarde suist de hele wereld een ver hoogde bloeddruk bezorgen - lijkt 't goed om ons te herinneren, dat de werkelijk belangrijke dingen op een De moeizame tocht naar de vrijheid, zoals die door honderdduizenden Hongaren nu bijna een jaar geleden werd gemaakt. VRIJHEID is zo'n lekker boombegrip. Je kunt er zo heerlijk talloze avonden over blijven bomen, zon der er nu eigenlijk achter gekomen te zijn, wat het is. Het aantal filosofen dat er over gepeinsd heeft, is eenvoudig niet meer te tellen. Daardoor is het misschien wel zo ver gekomen, dat je het in ieder willekeurig gezelschap en op iedere willekeurige avond, ter boming op tafel kan smijten; er klimmen er altijd nog wel ge noeg in. Zo zijn er nog wel enkele begrippen te vinden, waar mee we al menig avondje verleuterd hebben: ge meenschap, verantwoordelijkheid, samenleving, zelf standigheid en ga zo maar door. Ieder kan wel hele lijsten van dergelijke boombegrippen samenstellen. HET WOORD vrijheid komt deze week nogal eens op deze pagina voor en zodoende klimmen wij er ook maar in. Uiteindelijk is het ook wel een boom, die interessant en merkwaardig genoeg is, om beklommen te worden. Wat zou het leven voor ons immers betekenen zonder vrijheid; zoiets als een para dijs zonder boom van Kennis van Goed en Kwaad. Er zou niks meer te verprutsen vallen, want verantwoor delijkheid bestond eenvoudig niet meer. Maar je zou er ook geen plezier meer in hebben als je nu eens iets niet verprutst had; logisch, het gaat vanzelf zo. Verantwoordelijkheid en vrijheid schijnen dus moeilijk zonder elkaar te kunnen. Er moet per se vrijheid aan wezig zijn om je verantwoordelijkheid te kunnen schen den, om fout te gaan. Maar die vrijheid schenkt mij ook juist de genoegens als ik goed ga: „zie je, ik had het wel zó kunnen doen, maar dat deed ik niet; had je niet van mij verwacht, hè?" WAT MEENDE je een lol te hebben, als je op school eens even lekker de zaak op stelten kon zetten, doordat de onderwijzer of leraar even weg werd geroepen en wel verplicht was, je verantwoordelijkheid op de proef te stellen, door de teugels der vrijheid te laten vieren. Dan bleek dat je nog te weinig verant woordelijkheidsgevoel had, om je te realise^n, dat je fout ging. En als dan de meester onverwacht tSrugkwam, of een tussendeur ging open, dan schrok je toch wel even. Dan voelde je in die ijzige stilte die dan plot seling viel de eerste trillingen van een geschonden verantwoordelijkheid door je heen gaan. En heus je vond het wel een beetje jammer misbruik te hebben gemaakt van de onverwacht (en noodgedwongen) gegeven vrij heid. We herinneren ons een leraar, die na een dergelijk incident, door de ijzige stilte heen fluisterde: „jammer!", die man zou ons met straf niet zo bedroefd hebben, als door dit ene woordje. En als we nu, op dit moment, plotseling eens allemaal in eenzelfde klas zaten en de onderwijzer werd weg geroepen? Ja, wat dan? Misschien zouden we wel een boom op gaan zetten over vrijheid en verantwoordelijkheid. Waarom ook niet? U K.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 9