in
het
mensen
morgen
M
LAND VAN
MAAS EN WAAL
I#
1?
wording
Vraag van de week
Liever burger dan soldaat?
Valt er nog
te pionieren?
li'fEüD
ra
<L
m
C>n
Kankeraar of kritisch mens
Apostolaat
en contemplatie
AG 9 NOVEMBER 1957
tr?"'- /■HlfflliiiliS
-
freekverbetering
EX
onze vriend Theo van Steen,
e directeur van het boeren-
Centrum „Ons Erf" hebben we
jan 0or kort een bezoek gebracht
Va- ctleden-Leeuwen in het land
Cn WaaL
die n onvermoede ervaringen op
Met°ntl moeten we iets kwi3t-
kieijj ^Hoen krioelen we op een
het hStUk grond- Daarvan moeten we
beru fbben- Dirk de derde met zijn
a°g C £e tel aan de Merwede zag er
Aa£ tei in dat natte land hier.
Per A* de ruimte. Arme schip-
kejz 16 aanSehouden werd. Eer de
öirkh-ets te weten was gekomen was
W. nen- Hij kon het zich zelfs
l^fteren ergens builen in de grond
pancn graven om er de zware ge
len Serde ridders in te laten tuime-
derne Iïl°et nu eens docn' iets on~
van A15111 waar ze in Den Haag niets
kuile Weten komen of simpelweg
nieten graven. We wedden dat het
In 6enS mag in de aoktertuin.
sprie °ns aUer belang mag er geen
0ver gekreokt En we beklagen er ons
bretl 3 s n'et ieder stukje grond op-
gebn^- Wat het °P kan brengen of
gek !kt Wordt zoals het op zijn best
lkt kan worden.
k:Av>
In
ons
aller belang mag er geen
in Levolkingsgroep achterblijven
tsn 6 VVelvaart. Vergeten land, venge-
groepen, die dulden we niet meer.
•aal Was er het land van Maas en
tijd tessen de rivieren geklemd, al-
en vaa^ overstroomd.
Ver tendsheren (Duitsers) leefden
bij dg g en hadden alleen interesse
°°rl0o magere opbrengst. Na de
aan f kwam de gelegenheid er iets
bied g€Li©d werd ontwikkelingsge-
t®n Verklaard. Nu op deze avond zit-
eiha 6 Loeren uit de streek weer bij
kup A 611 teisterën naar wat de des-
rol^ !Sen te zeggen hebben, in een
nMAg zaaltje bij de kerk van Be-
^n;Leeuwen.
&br1S een ruilverkaveling tot stand
ten en drie voorlichtingsdiens
ten v eetl agrarische, een sociale en
'kpd uLhoudelijke vragen onop-
Vaaj.j1'^ °m aandacht om de wel
en d Aa° de bewoners in hun belang
van bet hele volk op te voeren.
boreti Vra,gen ons af waf er in de ge-
ga^ en getogen bewoners is omge-
Wgj-611 n°g omgaat nu zovele be-
«tn^-A Leden leiding geven aan een
Van A^khgsproces waar velen niet
t0en ®bben durven en kunnen dro-
interes 6 zi£ten hier en luisteren ge-
gend Sseerd- Hun vragen zijn indrin-
fleslo 611 belangrijk. De antwoorden
Ab ig'
°ga v Anj£t bier op wederzijdse
c £ing en begrip. Het volle ge-
Een economische keukeninrichting. Geen voettocht naar Lourdes meer
afgelegd in een boerinnenleven van aanrecht naar fornuis en pomp.
fïrl
tekgfi Van het platteland, boeren-
et )(l arheider.sjeugdOver haar
i 'lf,ar worden heden belang-
v o -
Hij praat over het grasland en de
verbetering van de veestapel, over de
kippens-tand en de percelen met
vruchtbomen.
Er is een premieregeling in het le
ven geroepen. „Die is er niet", zo
zegt hij en dat wordt weieens
verkeerd begrepen om u over te
halen nog meer kosten te maken. Ik
weet heel goed wat een financiële of
fers u de streekverbetering kost. (Al
leen al de dure bemesting, bijv.). Je
moet die regeling zien als een voor
lichtingsmiddel. Je krijgt 30 pet. van
de kosten op afrasteringen in de wei-
landen om het grasland intensiever te
laten begrazen. En dat we graag heb
ben dat je geteerde palen gebruikt is
in jullie belang, ze gaan veel langer
mee dan gewoon wilgenhout".
Nooit in ons leven hebben we bij
zulke vraagstukken stilgestaan. We
amuseren ons geweldig bij deze ont
moeting met een plattelandscultuur.
Wat is het toch belangrijk om zo
eens met een ander wereldje gecon
fronteerd te worden. Alleen maar
meer begrip en meer waardering kan
er uit groeien.
De ingenieur die lang aan het
woord blijft zonder de aandacht van
zijn gehoor te verliezen praat over
nog veel meer dingen.
Over het belang je eens bezig te
houden met één onderdeel van het
agrarisch bedrijf. Je kunt veel ge
noegen beleven aan een specialistisch
bedrijf dat zich bijvoorbeeld alleen
toelegt op gras of op fruit.
Hij praat over het belang om boe
renzoons naar de middelbare land
bouwscholen te sturen.
En ook hoe kan het anders
over de beperking in de opvolging.
„Heus, willen we de welvaart be
houden, dan mogen we geen kleinere
percelen maken. Maar één zoon zou
kunnen opvolgen".
Een allerinnemendste juffrouw van
de huishoudelijke voorlichtingsdienst
onderstreept dit en roept op om ge
bruik te maken van de beroepenvoor-
lichtingsmogelijkheden en de be
roepskeuzebureaus. Men streeft er
naar in de streek elk kind van de
hoogste klas lagere school te testen.
Deze zelfde juffrouw maakt het
plan bekend een modelkeuken in te
richten en een modelwasgelegenheid.
Zeer charmant wijst ze de aanwezige
mannen er op hoe vriendelijk het voor
de boerin is mee te gaan kijken „U
mag er best belangstelling voor heb
ben".
Theo van Steen maakt later In zijn
sociale voorlichting met een plastisch
voorbeeld duidelijk hoe noodzakelijk
een meer economische inrichting van
het huishouden nodig is. „Iedere boe'
rin heeft in haar leven al een bede
vaart naar Lourdes afgelegd als ik
optel welke afstanden ze heeft afge'
legd van het fornuis naar de aan
recht en naar de pomp, die wel goed
opgesteld is voor het voederen van
de dieren maar niet voor het gemak
van de mensen".
Zijn laatste woord op deze verga
dering is heel belangrijk. „Uiteinde
lijk heeft de pedagoog het laatste
woord. Het heeft werkelijk geen zin
een technische vooruitgang te creëren
als de mensen in hun gemeenschaps
leven van gezin en stand niet mee
gaan.
Hij spreekt over de opvoeding van
de kinderen en beklemtoont de groei
naar vrijheid. Als onze kinderen da
delijk elders hun eigen leven moeten
gaan beginnen ver van de vertrouwde
boerderij en de vertrouwde grond
moeten ze zelfstandig zijn en waar
lijk volwassen. Maak uw kinderen
inaarmate ze ouder worden meer
deelgenoot van uw bedrijfsvoering,
laat ze meespelen in het geheel. Voor
kom dat ellendige langs elkaar heen
leven of die situatie waarin kinderen
weinig vertrouwen genieten en te veel
dwingend gezag ondervinden.
Het is al laat als we in het aarde
donker de aftocht blazen. De boeren,
die de wegen kennen naar hun boer
derijen in het land en wij tastend
naar ons wagentje, terug naar de
cultuur van de grote stad.
Als dit streekontwikkelingsplan
gaaf en goed Wordt uitgevoerd dan
hebben de mensen in de beste mense
lijke verhoudingen iets groots tot
stand gebracht.
ten nj S^ss'ngen genomen. Hel Land
°ojt. i"s en Win/, hoe verbeterd
haar niet geheel bergen.
tan
V
lcht
bogj311 £ac£ *s noodzakelijk. Want
Feri m°eten het doen op hun
'1Un. boerderij. Maar de des-
0,^eri Lebben de visie, de strate-
°Ver de jaren heen stap voor
te
teiste
rukken, ze weten van de
e hulpmiddelen,
tehtgj. de voorzitter van het forum
ge°t>6AA groene tafel de zitting heeft
Sl. krijgt een landbouwinge-
w°ord. Hij gaat de geschie-
eens na en beklemtoont de
ten
d'e nog om aandacht vragen,
op °deni was hard en het water
'IsAA Weg. Een heel ander afwate-
ki
Steem moest er komen, een
Sep verkaveling en nieuwe we-
fA6 stenden bijna altijd blank in
In j te Jaargetijde.
93s nog, lachte men schouder-
Od over nieuwe verkaveling.
hetStaan er 96 nieuwe boerderijen
in dlatld- 3500 grondmonsters zijn
iuisfZe streek genomen om achter
6 bemesting te komen,
ie ie nu door hef land loopt zie
to,
ch
met
genoegen
ar bij staan."
hoe goed de
Hij doet een
i °ej)
'Olg^ °P de sportiviteit om eruit te
^at er uit te halen valt.
Is het u wel eens opgevallen hoe
veel termen we dagelijks gebruiken
waarvan de inhoud ons feitelijk niet
goed bekend ié?
Denk eens aan „vrijetijdsbeste
ding". We hebben er de mond vol
van. Maar wat behelst dat begrip
eigenlijk?
Zo stelde iemandin een lezing
verwerkt, een groep jonge mensen
de vraag:
„Wat is een godsdienstig mens?".
We geven die vraag gaarne eens
door
Moet\ je daarvoor veel naar de
kerk gaan? Moet je daar lid voor
zijn van allerlei godsdienstige ver
enigingen? Of veel rozenhoedjes
bidden of veel devoties onderhou
den? Of heeft het iets met het leven
te maken of met het sacramentele
leven?
Peins er eens over en ga
bijvoorbeeld eens van je zelf uit.
Dienst
is
dienst
Een rekruut en een van de parate hap wachtend op de trein terug naar de
kazerne
E CONSEQUENTIES van tot-het-
D mannelijk geslacht te behoren,
moeten al heel vroeg merkbaar
geweest zijn. De eerste keer dat we
ze zelf ervoeren, was op de kleuter
school, waar de jongens op gezette
tijden achter de laatste deur en de
meisjes achter de voorste deur moes
ten gaan. Er volgen nog een hele
reeks van dergelijke ervaringen om
tenslotte zo ongeveer hun hoogtepunt
te bereiken bij het ontvangen van de
oproep vopr de militaire dienst. Er is
immers geen mannelijker beroep dan
soldaat.
Je vertelt het je kennissen, colle
ga's en vrienden ietwat gelaten: „Ik
heb mijn oproep gehad". En dan haal
je er pas de echte sadisten uit.
„Ha, ha, hebben ze je ook eindelijk
aan je staart. Nee, maar nou zullen
ze wel even een man van je maken".
Ze kunnen natuurlijk niet weten, dat
je dat al sinds de kleuterschool bent.
„Zo, jongen, ook de klos. Nou daar
zullen ze je wel leren om een velletje
op je koffie te verdragen".
„Het werd tijd. En ze zullen je ge
lijk wel even leren om wat vroeger
op te staan, wacht maar".
Heerlijk toch, al die vriendelijke
mensen die menen je op het ergste
te moeten voorbereiden.
Iedereen schijnt er alles van af te
weten. Je wordt op de hoogte ge
bracht van starmbaanherinneringen,
van de kwaliteit van het eten. of van
de inenting tegen pokken.
Maar er is nou eens niemand die je
op de schouder klopt en zegt dat je
nu landsverdediger bent en een held
kunt worden. Dat je er bent om vrou
wen en kinderen te verdedigen, dat
daar moed voor nodig is, dat je dap
per moet zijn, enz. Het zou toch leuk
zijn als iemand zo eens tegen je deed
Er hangen immers toch al zoveel
waasjes rond die militaire dienst.
We hebben eens iemand horen be
weren, dat soldaat zijn iets is, dat in
heel veel plastic-broodzakjes is ver
pakt, zodat je niet meer kunt zien
wat er tussen de boterhammen zit. Er
zijn zakjes-der-romantiek (het
vreemdelingenlegioen schijnt daar
van gretig gebruik te maken); er zijn
zakjes van hard realisme (graag ge
bruikt door Amerikaanse filmers);
zakjes van overdreven sterke verha
len (het meest in zwang bij degenen
die afgezwaaid zijn) enz. Het komt
eenvoudig hierop neer, dat de boter
ham wel vers móét blijven in zoveel
verpakking.
Wij willen nu wel eens door al die
zakjes heenprikken en het fijne er
van te weten zien te komen. Nou ja,
willen
Als u. dus een dezer dagen een be
richt hoort of leest, dat eigenlijk al
leen bestemd is voor óns, „dienst
plichtigen die voor de eerste oefening
onder de wapenen moeten komen",
dan kunt u dus weten dat wij er dit
keer bij zijn. De klos!
Al met al zal het wel mee vallen.
We zagen onze vrienden tenminste
geregeld en geenszins vermagerd
thuiskomen.
Met veel nieuwsgierigheid duiken
we tussen de boterhamzakjes.
U hoort er meer van.
Opgeroepene: T. K.
HET wordt onder de hand een
algemeen aanvaarde maat
schappij in de maatschappij: de
soldatenmaatschappij.
Na de oorlog hadden we zo
graag gewild dat het allemaal
voor een flinke poos over zou
zijn.
Liever burger dan soldaat.
Och, iedereen had er vrede mee ge
nomen wanneer een betrekkelijk
kleine groep jongemannen een korte
tijd had gediend als symbool van
weerbaarheid en onafhankelijkheids-
wil.
We kwamen spoedig bedrogen uit.
Nu goed dan laat het voor een paar
jaar zijn, tot de spanningen zijn ver
minderd.
Maar we zijn eraan gewend geraakt.
Meer dan 10 jaar na Wereldoorlog II.
Toen Willem I in 1830 bij het on
afhankelijk worden van België het
Nederlandse leger, feitelijk zonder
uitzicht op succes nog lang op de
been hield, kwam dat het land voor
ontzaglijke uitgaven te staan.
Is dit per se een religieus mens?
Tussen de papieren zwerven een
foldertje van de jubilerende Missie
school van de Graal te Ubbergen en
een keurig uitgevoerd overigens
particulier drukwerk waarin de
ceremoniën vermeld staan voor de
solemnele professie van een trappis-
tin. Een jong mens, zo bedachten we
die echt geraakt is door de liefde van
Christus en zich tot meer geroepen
voelt dan het normale kan toch
schitterende kanten uit.
In Ubbergen staat de missieschool
van de Graal.
Vandaar komt het foldertje „Als
leek naar de missie?". We hebben een
taak in de wereld, een taak in de
Kerk. Er zijn overal mogelijkheden
om mee te helpen. Het vertalen van
de Blijde Boodschap in de praktijk
van het dagelijkse leven is de taak
van de leek. Zij kunnen door hun
leven en werken, samen met de in
heemse bevolking, meehelpen aan de
opbouw van een christelijk leven en
in deze ontmoeting komen tot een
uitwisseling van cult uur rijkdommen.
En op de vraag: „Maar wat wordt
gevraagd?" staat geantwoord;
Idealisme en een gezond geestelijk
leven. Bovendien een bepaalde vak
bekwaamheid, een goede gezondheid
en enig gevoel voor humor (deze eis
deed ons weldadig aan, weg alle
irreële missiesentimentaliteit!
Vooral artsen, verpleegsters, vroed
vrouwen, sociale werksters en onder
wijskrachten worden gevraagd. Leef
tijd tussen 21 en 35 jaar.
De missieschool van de Graal in
Ubbergen geeft sinds 1947 cursussen
voor degenen die als leek naar de
missie gaan. Naast de geestelijke vor
ming wordt onderricht gegeven in de
taal van het toekomstig missiegebied,
in missiegeschiedenis en missiemetho
de, in tropenhygiëne en huwelijksmo
raal, in aardrijkskunde, geschiedenis,
psychologie, etnologie van het volk
waaronder men gaat werken.
Door het gemeenschapsleven wor
den teamgeest en wederzijds respect
gekweekt. Deze voorbereiding duurt
een jaar waarvan het eerste halfjaar
in weekends gegeven wordt, en de
laatste zes maanden volledig op de
missieschool worden doorgebracht.
En daarna? Dan volgt de uitzending
in equipes van de Graal met een
dienstverband van 3, 4 of 5 jaar. Ge
zorgd wordt voor overtocht, tegemoet
koming in de uitrustingskosten, een
behoorlijke salariëring (met moge
lijkheid tot pensioenregeling).
Men zegt weieens: NU is het uur
van de leek. Op deze gezonde basis
kan hij hier zijn idealisme vorm
geven.
De contemplatie
EN NA HET actieve apostolaatsle-
ven een andere weg; die van de
contemplatie. Onlangs heeft een
lieve jonge vriendin van ons haar so
lemnele geloften afgelegd in de Abdij
O. L. Vrouw van Koningsoord te Ber-
kel-Enschot. De geprofeste zusters
hebben haar blijde opgenomen en de
nog niet geprofeste zusters hebben
verlangd naar het moment waarop ze
deze zuster zullen volgen.
Het klinkt vreemd, er mag een ge
brek aan roepingen geconstateerd zijn,
voor de strenge orden bestaat er een
grote en diepe belangstelling onder
veel jonge mensen.
Zij is nu trappistin, leeft verstor
ven van de wereld, gebruikt allereen
voudigst voedsel, zwijgt en verdeelt
haar tijd over het gebed, geestelijke
lezingen en handenarbeid.
„Een onmogelijk streng leven" zegt
de leek die er geen begrip van heeft
wat toch zo goed te begrijpen is.
Maar misschien veel blijmoediger dan
wij brengt zij haar dagen door. Nooit
schieten de zusters tekort in belang
stelling voor de wereld. Want de nood
van de wereld is hun nood, waarvoor
ze niet aflatend bidden
De vele familieleden en bekenden
nemen afgezonderd rlo*H in de ka
pel. De zusters blijven tezamen in het
teruggetrokken zijn uit de wereld,
consequent mogelijk.
Na het Evangelie van de Hoogmis
vraagt moeder priorin aan de zuster
„Wat vraagt gij?". En zij antwoordt:
„De barmhartigheid van God en van
de orde".
Zo beginnen de plechtigheden.
Na het Veni Creator zingt de zuster
de professieakte.
„Ik zuster Maria N.tijdelijk ge
profeste koorzuster, beloof vast ver
blijf onder altijddurend slot, verbete
ring van zeden en gehoorzaamheid
volgens de Regel van de H. Abt Be-
nedictus, tot aan de dood. voor God
en voor de heiligen, wier relieken hier
rusten, in dit klooster genaamd „O. L.
Vrouw van Koningsoord", van de
Orde der Cisterciënsers van de Stren
ge Observantie, gebouwd ter ere van
de H. Maria, Moeder van God en al
tijd Maagd, in tegenwoordigheid van
de eerwaarde vader N. en van de
eerwaarde moeder N. Abdis van dit
klooster".
Na het Miserere ontvangt ze van
alle zusters de vredeskus. Een schit
terende reeks gebeden begeleidt de
plechtigheid waarvan nog een hoog
tepunt is de oplegging van de gewijde
sluier als een bruiloftskleed, die bo
vendien nog getooid wordt met een
krans van bloemen door de Abdis.
Dan zingt het koor:
„Kom, o bruid van Christus, ont
vang de kroon, die de Heer u voor
eeuwig bereid heeft".
Na het Te Deum wordt de mis
voortgezet en beëindigd.
Dan verzamelen zich de gasten in de
gas tenkwartieren.
Een korte tijd later zien ze de jonge
zuster, achter het traliewerk. Ze is
stralender en blijer dan ooit, hoewel
moe van de geestelijke en lichamelijke
inspanning.
Diezelfde dag nog na veel met haar
door het luik gepraat te hebben keren
de gasten terug in de wereld, ieder
naar zijn werk.
Zij, de trappistin, vangt voor altijd
haar Opus Dei aan.
Een bewonderenswaardig mooi le
ven voor wie geroepen is en op Gods
vraag „Fiat" geantwoord heeft.
De rijkdommen uit de koloniën
hebben veel goed gemaakt toen.
En toch staat dat dure tijdperk als
heel duur in de geschiedenisboeken.
En nu, gigantische sommen betalen
we voor het onderhoud van een
steeds kostbaarder wordend leger
zonder koloniën. Onze economie is
er aan gaan wennen.
Maar belangrijker is dat het begrip
soldaat burgerrecht kreeg in ons den
ken, op heel wat gewichtiger wijze
dan vroeger, voor de oorlog. Een sol
daat was toen een tijdelijk verkleedde
burger. Het soldatenleven een grap
pig intermezzo. Nu is een soldaat een
scherp op vechten getraind en als het
moet gevaarlijk man. Op hem en aan
hem worden kosten noch moeite ge
spaard. Het is niet meer Jan de Sol
daat die de botjes mag kluiven van
de welvoorziene burgerdis. Hij heeft
voorrang nu. Hij en zijn peperduur
materiaal. En het soldatenleven is
een ontzettende hap uit je kostbare
jonge jaren.
De kerk kan niet meer volstaan met
een lichte zielzorg Er is een groot
apparaat legeranlrm ezeniers. Er is
een vormingscentrum.
Er zijn periodieken en goed inge
richte militaire tehuizen. En bovenal
wordt er nagedacht over al de gods
dienstige vraagstukken die ons dui
delijk aan het worden zijn sedert het
bestaan van die militaire maatschap
pij. Waalheuvel is voor het team dat
daar werkt onder de militairen en
zelfs voor heel de Nederlandse Kerk
een studiecentrum met dit grote cen
trale probleem dat r.og nooit zo sterk
de aandacht heeft kunnen vragen:
„Jeugd en Godsdienst".
De militaire dienst, op zijn huidige
schaal een triest maar noodzakelijk
verschijnsel in onze samenleving, te
vens proefterrein van waarde voor de
jonge mens en zfjn geloof. Is het ge
loof een levende werkelijkheid voor
je? Kun je iets waar maken van de
Christelijke liefde onder je kame
raden? Kun je het zo doen dat de
diensttijd geen verloren tijd is.
Wat was er echt en wat was er
franje? Wat heb ie alleen maar ge
leerd en nagezegd en wat ga je ervan
beleven? Hoe maak je de overgang
mee van het lopen aan de handen van
vader, moeder, parochiepriesters enz.
tot zelfstandig gaan op eigen kracht?
Wat gooi je weg, het badwater of met
dat water ook het kind?
Word je een kankeraar or een kri
tisch ingesteld mens?
Op een zondagmiddag zijn we eens
rond gaan kijken op een groot station
om het vertrek van de militairen te
zien. terug naar de kazerne.
Met de kraag dicht, onwennig en
onhandig wachten de rekruten. Het
afscheid van hun meisje had nog een
vleugje tragedie, iets van even de pil
van een week dienst slikken en dan
ben ik weer gauw bi, je, dan is alles
weer (eventjes) goed.
De parate hap hangt erbij als een
volk dat eraan gewend is: een paar
brutalen zonder hoofddeksel: de luid
ruchtigheid komt ook uit die hap. Het
afscheid van „de vrouw" wordt rou
tine. Sommigen staan er misselijk mee
te doen: vrijen voor een week.
Officieren doen net alsof ze niets
zien. Ze lopen vlug door. Onderoffi
cieren hebben het het moeilijkst Die
willen helemaal niets zien. De afstand
tot de soldaat is niet zo groot, dat is
verleidelijk voor grapjes.
Twee mannen van de M.P. benen
rustig heen en weer. Ze sta3r. boven
alle partijen. Hun aanwezigheid is
voldoende. Om elf uur is er geen mi
litair meer te zien.
„Lleb Vaterland kann ruhig sein".
De kracht is weer vertrokken.
Hoe zullen ze het van de week weer
rooien al die duizenden?
T.K. gaat het ook proberen. We
zullen regelmatig horen hoe hij
maakt.
F. B.
het