Opslag atoomwapens enbouw lanceerplaatsen lri Europa onderwerp op NATO-topconferentie Doelmatig personeelsbeleid Die Harmonie der Welt" Nog geen zekerheid over „Straatje van Vermeer het Frankrijk in Kan griffie teruggave van liet rijbewijs weigeren? Prins Bernhard beveelt cursus „openbaar kunstbezit" aan Deltawet en Grondwet Verklaringen van Dulles Hemel- of hellevaart van „,'AKINGSROES beroemde geneesmiddelen in I tablet doen wonderen! PAUS VERLEENT AFLAAT BIJ LOURDES-JUBILEE van Hindemith? Chefarine „4' meenden tot het laatst, dat Fransen Zelf wapens zouden leveren aan Tunesië Sinds januari 8000 vakbondsleden minder Overzicht van een belangrijke ontwikkeling „Mastreecliter Staar naar Rome? v^Rale troepen vertrekken uit Zes jonge schilders krijgen koninklijke subsidie Principieel geding voor Haags Gerechtshof Bejaarden vragen verhoging A. O. W. DISCO'S VAN DE LICHTE MUZE ik £L*elr G t C.,e "J" I' WOENSDAG 20 NOVEMBER 1957 PAGINA C LUIT-GEN. H. TER POORTEN ,w De wapenzendingen aan Tunesië Von Brentano eerst Quiies naar Washington DELFTSE JOURNALIST ZET ONDERZOEKINGEN VOORT uV (Am? fed EITTLE ROCK Eenheid en evenwicht Te uitvoerig RECHTERLIJKE macht voorzitter van het zijn naam dra gende fonds met een persoonlijk woord tot het Nederlandse volk gericht naar aanleiding van de tweede radiocursus van de stich- tine „Openbaar Kunstbezit", die op 17 januari a.s. begint. 4 miljoen reprodukties? Woord en beeld Johann Strauss-kliinge aroie «Si ge0pent «ter Si»' v ^ert v»n i- 1 J.0' lieeft'n- ^oster Dulles, de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken, de lf §lstereu op zijn persconferentie medegedeeld te verwachten, dat op ops]a°men^e NATO-topconferentie in Parijs zal worden gesproken over iele' f V3n atoomwapens en aanleg van bases voor bet lanceren van ej,!1, e Projectielen in Europa. De Verenigde Staten zullen echter geen atoo Europees NATO-land dwingen in te stemmen met de opslag van j^mwaPens of de bouw van lanceerterreinen op hun gebied, zo zeide hij. door 0Dderbandelingen hierover zouden vermoedelijk in de eerste plaats ^ord ®etieraa' Norstad, de NATO-opperbevelhebber in Europa, gevoerd Gedacllt wordt aan overeenkomsten gelijkend op het akkoord van h«b] 1 c'e Verenigde Staten in maart met Groot-Brittannië gesloten Dulles merkte in dit verband op, dat de in Groot-Brittannië z')n tr aj^en a'oomladingen bet „technisch bezit" van de Verenigde Staten landse zaken van Frankrijk en Groot- Brittannië zullen worden gehouden. Op andere vragen verklaarde Foster Dulles nog, dat de verplichtingen der Verenigde Staten, als in het NATO-ver- drag vastgelegd, zo sterk ztjn, als zij on der de huidige omstandigheden kunnen worden gemaakt. Hij zei geen algemeen antwoord te kun nen geven op de vraag, of op de komen de NATO-„topcohferentie" definitieve be slissingen zullen worden genomen over de ontwikkeling der NATO-taak, of dat het afsluitende werk op een latere bijeen komst zou moeten worden verricht. „Ik ben er wel van overtuigd, dat over een aantal vraagstukken nog na de con ferentie overeenstemming zal moeten worden bereikt. Vermoedelijk zal dit dan geschieden door bemiddeling van secreta ris-generaal Spaak", aldus Foster Dulles.. Volgens opgave van het C.B.S. had het N.V.V. op 1 juli 1957 491.410 leden, tegen 496.040 op 1 april en 500.332 op 1 januari; de K.A.B. resp. 411.441, 410.572 en 411.991; het C.N.V. resp. 217382, 217145 en 215.950 en de N.V.C. respectievelijk 12.501, 12.560 12.471. Op 1 juli 1956 had het N.V.V 489.041 leden, de K.A.B. 407.010 en het C. N.V 212024 leden De gezamenlijke vakbonden geven per 1 juli 1957 in vergelijking met 1 januari 1957 een daling van het aantal leden te zien van ongeveer 8000. In vergelijking met 1 juli 1956 is het totale ledenaantal echter ongeveer 12000 groter. In de op gave van het C.B.S. ontbreekt de E.V.C.. waarvan geen gegevens bekend zijn. Luitenant-generaal (b. d.) H. ter Poorten, de gewezen opperbevelhebber van het voormalige Koninklijke Neder- landsch Indische leger, die in 1942 de strijd leidde tegen de Japanse invallers, wordt morgen 70 jaar. De heer Ter Poor ten is de dertiende Nederlander, aan wie op 29 augustus 1911 na een vlucht op een endekker Deperdussin het vliegbrevet van de F. A. I. (Federation Aeronauti- que Internationale) werd uitgereikt. dit caenhf il dat de Verenigde Staten op 'hiddelba* nog ge®n projectielen voor tationeei afstanden (2400 km) voor ope- dat («at gebruik gereed hebben, maar ja?r wél hl" h«t eind van het volgend Be piLvet geval zal zijn- tOand waar op het Europese vas- ^apens u Slagplaatsen voor atoom- 0PPerbpVo?men- zullen door het NATO- °ver]e a' moeten worden vastgesteld, in Öullec de betrokken landen, raad aanVerklaarde dat de NATO-voor- omv=fatoomwaPens verschillende ty- der beha die zich reeds,in Europa on zachter, lr van de Amerikaanse strijd- De 06° bevinden, danig rt°,rverdeling dezer wapens is zo- 06 beschftkfk Arnerika's bondgenoten er In ring over kunnen krijgen. der v uVan °°rlog kan de president Pr°jectiei' epalen, dat de koppen dezer bevindt waarin de atoomlading zich minister Von Brentano volgende week Londen zullen bezoeken en dat z\j het nuttig achtten, dat tevoren in Washington van gedachten wordt gewisseld. De Ame rikaanse regering waardeert het West- duitse initiatief. Dulles zei het „zeer wenselijk" te ach ten, dat de komende NATO-.,topconfe rentie" wordt vooraf gegaan door me ningsuitwisselingen tussen de NATO- leden in persoonlijke gesprekken, be sprekingen met ambassadeurs en door contacten via de gebruikelijke diploma tieke kanalen. In antwoord op een vraag verklaarde Dulles nog niet te weten of er ook be sprekingen met de ministers van buiten- dehen teI beschikking van de verbon deden gesteld. sie Amerikaanse minister van defen- An'gn-, r°y' verklaarde gisteren in dent p; na een conferentie met presi- ten p sanhower, dat de Verenigde Sta- tiele'n dan verwacht was" projec- bun F, V00r middelbare afstanden aan veren Iopese bondgenoten kunnen le- hiet 7p veiligheidsredenen wilde hij Ping ggen, wanneer met de versche- Woraenan deze wapens begonnen kan de v"'|ter ^cElroy gaf te kennen, dat spron„ Van oordeel zijn, dat hun voor al mi6°r? de S°vjet-Unie wat raketten 0Pwee»t ,eIbare reikwijdte betreft ruim op het p I®.gen e'k Scvjetrussisch succes ^etielen d van Intercontinentale pro- van defensie voegde hier- ben 0 dat de V. S. zich verplicht heb- 'evewjc,in 1959 te beginnen met de af- feikwii van raketten met middelgrote ■"ate aan Groot-Brittannië. Vcrk>aatar Uu,les heeft gisteren voorts nMiiT' dat de v- s- tot het laatstc wa- seI°ofd hadden, dat de Fransen a 8 aan Tunesië zouden leveren. was zó sterk geweest, I® de i. cr'Iraanse vliegtuigen, die men ReiaSaS Wheelus in Libië met wapens -„"del-,, adcn, waren gelost en naar een i6,1 cv» stemming waren gedirigeerd. X ®ens Wel bleek, dat de Fransen geen in ,Wi,dan leveren, verkeerden de 'i gee„ enigszins moeilijke positie, dat ®e»s egtnieen gereed hadden om de '6 vervoeren, aldus de minister. penzènrt, zei- da' de kwestie van de wa- 'ngen een vraagstuk is, dat niet kan wnC,evrediSand voor alle partijen r'ttan r.?n opgelost. De V. S. en Groot- oihdat badden de wapens gezonden, pacht tp naai" hun oordeel, daar het ngdur 6 badden, nadat zij de kwestie jPrDben2 -et de Fransen hadden be- geerd6e Z°..°P hun actie hadden gerea- VerSeliik Zb hoopten, dat men tot een j'ane u ZOu kunnen komen om de ont- ?ergelni,ezorgdhe:d te verminderen en Is voorv0 moe'Iijkheden in de toekomst Iater 0n^^men- Hij zei. dat hij hierover heau dag met zijn Franse collega De a gedachten zou wisselen. La?.da?!rjkaanse minister herinnerde er jPfake j r In het handvest van de V. N. f,„ 'vidueiVan een recht op collectieve en v afhan].p,®.ze'fverdediging, dat voor alle recht 1 naties geldt en dat hun aPens Seeft een zekere hoeveelheid n hezit te hebben. h9' zijn u,eeft gisteren voorts verklaard, vrantan0 ,esWuitse ambtgenoot, dr. Von hez°ek p-111 bet komende weekend een kp^rekini1 Washington zal brengen ter v® op j 8 van enkele vraagstukken, wel- OMderi Na1 december a.s. te Parijs te zuliJtopconferentie" aan de -„Hst be„ komen. aprote- van Von Brentano is voort- "ost6r nu't een Westduits initiatief. ÏS' rtat i u"es zei, dat hem medegedeeld "bondskanselier dr. Adenauer en De Koninklijke Zangver. „Mastreecjiter Staar" is van plan om ter gelegenheid van haar 75-jarig bestaan in 1958 een concertreis naar Rome te maken. Dit heeft de heer B. Delemarre, ambtenaar van de gemeentelijke voorlichtingsdienst van Maastricht gistermiddag tijdens een koorrepetitie medegedeeld. Het Italiaanse genootschap voor „Public Relations", heeft in zijn nummer van 19 november dit bezoek, met een foto van de Staar, aangekondigd. Dit genootschap heeft de uitvoering van de plannen voor deze concertreis in de eerste helft van het volgend jaar op zich genomen. In afwachting van contact der aard bewoners met de maan of andere hemel lichamen heeft Hindemith een proefballon van tamelijke omvang opgelaten in de vorm van een symfonisch werk dat hjj naar analogie van zjjn opera, „Die Har monie der Welt" heeft genaamd. Want van deze voor kort in München gecreëerde opera is het, dat hij een sym fonie van rond 40 minuten tijdsduur heeft geconstrueerd waarmede hij naar eigen zeggen de gedaanten van hemellichamen benaderen wil „die naar door Keppler gezochte wetten van de harmonie der Kosmos, hun banen beschrijven". Dat er sinds jaar en dag; ja sinds mil lennia naar „harmonie der sferen" in de toonkunst gezocht wordt kan men over duidelijk lezen in de geschriften van de H.-Auigustinus die heel zijn muzikale grammatica op het getal baseert. Maar ook Bach, Beethoven en wie ook der muziekscheppers uit het verleden zochten onbewust naar kristallisatie van samen klanken die tot dusver in de reine Drie- Heeft het huis met de trapgevel, dat Johannes Vermeer afbeeldde op zijn be kende schilderij ,-Het Straatje" (Rijksmu seum te Amsterdam), zich op de Vlaming straat te Delft bevonden op de plaats, waar thans het pand no. 22 staat, dat be woond wordt door de accountant W. N. de Vries? Er zijn in de loop der jaren reeds di verse veronderstellingen geuit. Het huis is gezocht op het Achterom en op de hoek van de Oude Langendijk en de Molen poort (het huis waarin Vermeer heeft ge woond), terwijl de jongste hypothese die is van de Delftse journalist Jan H. Oos- terloo, die in zijn in 1948 verschenen boek „De meesters van Delft" een pand op de hoek van de Spieringstraat en het Kloos ter aanwees als de plaats, waar Vermeer zijn „Straatje" zou kunnen hebben ge schilderd. Nadat de schrijver van laatstgenoemd boek kort geleden, ter gelegenheid van het feit dat Vermeer 325 jaar geleden werd geboren, een artikel over de schil der had geschreven in het plaatselijk dagblad, stelde de heer De Vries zich met hem in verbinding. De mededeling in het artikel, dat Vermeers moeder Dyna Baltens, weduwe van Reynier Vermeer, in de Vlamingstraat" was overleden' had hij gezien als een versterking van zijn mening, dat het door hem bewoonde huis wel eens zou kunnen staan op de plaats waar het huis van „het straatje" heeft gestaan. omstreeks tweehonderd jaar oude ta baksdoos. Na zich van punten van overeenstem ming op de hoogte te hebben gesteld, heeft de heer Oosterloo verbinding ge zocht met de stadsarchivaris dr. D. P. Oosterbaan. Een onderzoek op het ar chief heeft echter geen nadere precise ring kunnen geven van de plaats op de Vlamingstraat, waar Vermeers moeder heeft gewoond. Vermoedelijk is zij geen eigenares van het pand geweest, zodat zij niet in de desbetreffende stukken is ver meld. Vo!,en heeUf?rs.staking der Franse ambte- -. rkep» gisteren het hnreerluchtvaart- sti,~eer 1 gisteren het burgerluchtvaart- «CeStand epK6" frankrijk bijna geheel tot gp.s in stil. acht. Daar ook de onderwij- 6e ®er i,e„ warcn gegaan, moest on- W Eeslote ntig Procent der scholen wor- h aahtai V.000'' slechts een vijfde van Na.? vlieai -T-T--ambtenaren staakte, hu ®«n. die normaal in Nice en V^i haar z°uden moeten landen, werden T„ va n^t Zuidfranse militaire vlieg- ^aw^ariis fes gedirigeerd. °hdo au staakten zowel de vuilnisop- Ir- detniv, personeel van begrafenis- aan ar heerste in Parijs een te- «tajfPheei ater, omdat de helft van het Cl»,"1® n het waterleidingbedrijf in gegaan. vërm aevenduizend stakers, onder tr>0fi>*!lTaters, P.T.T.-beambten en v„_an. de reinigingsdienst, be- Oude afbeelding De heer De Vries is in het bezit van een afbeelding van het huis, dat in de vorige eeuw werd afgebroken en op de plaats waarvan zijn woning werd ge bouwd. Dat huis was de herberg „Het Hof van Holland" en de afbeelding er van is gegraveerd in het deksel van een Advertentie Bij pijn, griep ol „landerig" gevoel zorgt een enkel labiet dat U weer met plezier Uw werk kunt doenl het ministerie van Finan ce °hzo de leaze aanhieven; „Ver- ?at frahs« lon«n Iw.'htyjlj. autoriteiten hebb ah "rt dor --van de eisen tot loonsver- oy. Min autoriteiten hebben verklaard <lav. der n§- van de eisen tot loonsver- fle jq. ambtenaren ...eer zou vergen 00 miljoen frank, waarmede tgen dt>0r het heffen van nieuwe de schatkist wil versterken. besrtlsasi 6 troePen. die in Little Rock Igjo.h va' de orde bewaren sinds het "liiln118 Van ongeregeldheden naar aan- 5? g Op .n de opheffing der rassenschei- dovgJ®. middelbare school, zullen op htiWe-r geheel worden vervangen fp-i i ren van de staat Arkansas ueraal gezag. eenmaal de ontwikkeling verder is voortgeschreden en het CCO bij tal van bedrijfslichamen is ingeschakeld als consumentenvertegenwoordiger, zal het bijzonder moeilijk zijn, daar nog wijziging in te brengen. Het is nu dus de hoogste tijd, om ten aanzien van de consumentenadviesorganen bij de PBO een standpunt te bepalen en wij drin gen er dan ook bij minister en staats secretaris op aan, terstond die stappen te ondernemen, die kunnen leiden tot een duidelijke, zowel voor PBO als consument bevredigende oplossing. Toegegeven moet worden, dat de oprichting van het CCO een derge lijke oplossing moeilijkheden in de weg legt. Met de Consumentenbond nog als zelfstandige organisatie zou het gemakkelijker geweest zijn advies commissies samen te stellen, waarin eventueel ook een zij het beschei den plaats voor coöperatie en vak beweging kon worden ingeruimd. Dit neemt niet weg, dat, nu van onderaf een beweging is ontstaan, die tot be zorgdheid aanleiding geeft, van boven af leiding gegeven zou kunnen wor den, waardoor een en ander nog in jgoeda banen kan worden geleid. Op voordracht van de jury voor de Koninklijke subsidie voor vrije schilder kunst heeft Hare Majesteit de Koningin een studiebeurs toegekend aan de vol gende jonge schilders: J. Hillenius, Am sterdam; mej. Han Mes, Koog a. d. Zaan; J. W. Oosterkerk, Doetinchem; A. F. Orth, Rotterdam; W. den Ouden, Amsterdam; A. J. Veldhoen, Amsterdam. klank triumfeerde en naar de geest, in een deemoed of eenvoud des harten t.o.v. het hen omringende mysterie. Hindemith ging de kosmos minder bedeesd te lijf en gebruikte daartoe een arsenaal van or kestrale middelen die doorgaans als don derbussen razen. Zou men menen dat in Strauss' „Alpensymphonie" het maximum van orkestraal volume wordt ontketend, dan vindt men hier de overtreffende trap. Naar oer-Germaans gebruik vangt al deze geweldigheid aan met een straffe, uni forme marsritmiek, waarbij naar Pruisi sche usance de grote trom een soort contihuo-bas vormt. In de programma toelichting wordt dit als- „een heftig, onge- breideld-onstuimig klinkende orkestpas sage" betiteld. Geheel dit luchtvaardig gevaarte is als een so'ort drietrapsraket geconstrueerd: I. Musica Instrumentalis II. Musica Humana. III. Musica Mundana, respectievelijk als symbolen bedoeld van het met de zintuigen waarneembare rijk der tonen; der „'wezenseenheid van ziel en lichaam in een bepaalde ordening", en van de „harmonische ordening van het heelal". De verklaring „in een bepaalde orde ning" t.o.v. wezenseenheid van ziel en lichaam is hier bepaald niet mis te ver staan Het laatste deel poogt met een cente- naarslast van een loodzwaar passacaglia- thema en 21 varianten daarop, de iono- sfeer te bereiken. Ondanks herhaalde pogingen om door het wolkendek van dit ondermaanse door te dringen, blijft Hindemiths sferenmuziek echter dicht bij de oppervlakte rondcirkelen, materialis tisch als zijn denken is, Is ook zijn mu ziek, die sterk met R. Strauss, Reger en Brahms verwant, haar heil zoekt in het etaleren van zijn componeerkunde; zijn orkestratiekunde en tal van kundigheden meer die vanzelf de vaardigheid van het métier verraden, do'ch zelden ot nimmer de geest over deze materie doét triuro- feren. Ondanks alle bijna bovenmenselijke po gingen van Van Otterloo om deze muzi kale constructie vaart te verlenen en bijna doorlopend tumult te ordenen, en ondanks de krachttoer van het Residentie orkest (waarvan de slagwerksectie tot zes man-sterk was opgevoerd) om het werk partituurgetrouw weer te geven, kon deze „Harmonie der Welt" niet verder overtuigen dan' een ambachtelijk-resper- tabel werkstuk dat haar fosforschittering spoedig in de nacht der vergetelheid zal zien doven. MARIUS MONNIKENDAM. Op het gebied van de menselijkever-1 houdingen in onderneming en organisatie heeft zich-'na de oorlog een stormachtige ontwikkeling voltrokken. Een ontwikke ling, die men kan samenvatten in het be grip: modern personeelsbeleid. Wat vroe ger niet vee) meer was dan personeelsbe heer, administratie, is sindsdien uitge groeid tot een belangrijk onderdeel van het bedrijfsbeleid. In de Verenigde Sta ten van Amerika is deze nieuwe ontwikke ling het verst voortgeschreden, maar ook in Europa krijgt het moderne personeels beleid en alles, wat hiermede samenhangt. een groeiende betekenis. Het moderne personeelsbeleid is een veelomvattende, zeer complexe realiteit met sociologische, psychologische, juridi sche en economische aspecten. En het is daarom een hele onderneming een samen vattend overzicht te geven van alles, wat er op dit gebied tot ontwikkeling is ge komen. Dr. Ilerold. psycholoog van pro fessie. heeft de moed gehad een dergelijk werk tot stand te brengen Onder de titel: „Doelmatig pcrsoneelshe"- is het on langs verschenen bij G. 3 Ruys Uitge versmaatschappij te Bussum. Het is een kloek boekwerk van 578 blad zijden, waarin de schrijver op heldere wij ze de velerlei aspecten van het moderne personeelsbeleid belicht. Het boek valt uiteen in twee delen. In het eerste deel wordt de ontwikkeling van betere menselijke verhoudingen onder do loep genomen. De schrijver begint dit ge deelte met een beschouwing over het be grip „vitale onderneming". Een begrip, dat o.i. zeer vruchtbaar is als uitgangs punt en maatstaf van het personeelsbe leid. Hierna volgen instructieve hoofdstukken over wetenschappelijke onderzoekingen t.a.v. de werker in de industrie, de auto ritair en democratisch geleide onderns- min|, de ondernemer en ziin problemen de verheffing van de arbeid en de wit op de ondernemingsraden. niet nader ingaan. Wel moeten we een kri tische opmerking maken. De schrijver heeft er teveel bijgesleept, op tal van plaatsen is hij te uitvoerig in zijn mede delingen. Zo deelt hij b.v„ wanneer hij de verheffing van de arbeid behandelt, mede. welke de voornaamste politieke partijen in ons land zijn. De kennis hiervan mocht hij toch we! bij de lezers, tot wie hij zich richt, veronderstellen. In deze opsom ming voegt hij dan nog toe, dat de V.V.D. in haar oorspronkelijk strikt liberale sa menstelling stellig de stoot heeft gegeven aan de arbeidersontwikkeling door de in diening van de eerste sociale wetten. Wij dachten, dat de eerste stoot aan de arbe"- derontwikkeling gegeven is door de ar beidersorganisaties zelf. Maar hoe dit zij, deze opmerking en heel de opsomming van de voornaamste politieke partijen had rus tig terzijde gelaten kunnen worden. En zo is net met tal van andere mededelingen. De behandeling van deze op zich toch al zo uitgebreide stof had beslist niet zo uit voerig en gedetailleerd behoeven te zijn. Dit zou aan de bruikbaarheid van het boek zeker ten goede gekomen zijn. De schrijver had wat dit betreft ook wat. meer rekening moeten houden met de overbelasting van degenen, tot wie bij zich richt. Deze kritiek neemt echter niet weg, dat we dit boek van harte kunnen aanbe velen aan allen, die dagelijks te maken hebben met het personeelsbeleid en zijn problemen. Zij vinden hierin een schat van gegevens en tal van waardevolle ge dachten en aanwijzingen, waarmee zij hun voordeel kunnen doen. Het boek is helder en zeer overzichtelijk geschreven en werd door de uitgever in een fraaie band uit gegeven. In het tweede deel gaat de schrijver na der in op het praktische personeelsbeleid waarbij hij terecht het grote belang van eenheid en evenwicht in het personeelsbe leid vooropstelt. In dit tweede deel komen vele belangrijke problemen aan .de ord° zoals de selectie-procedure, de zorg voor veiligheid en gezondheid, de vraagstukken rond de opleiding, het streven naar een objectieve loonvorming, de problemen van informatie en communicatie, de positie van de vrouwen en de ouderen in het be drijf. de opbouw en inrichting van de per soneelsdienst enz. Al deze beschouwingen zijn met elkaar verbonden door één gemeenschappelijke gedachte, nl. dat er geen beleid denkbaar is zonder personeelsbeleid en geen per soneelsbeleid zonder wezenlijke belang stelling en achting voor de morele waarde van de medemens en van de positie, waai- in deze in maatschappelijk verband ver keert. Een gedachte, waarmee wij van harte instemmen. «vij kunnen op de rijke inhoud van dit boek in het kader van een boekbespreking (Van onze verkeersredacteur) Wanneer een chauffeur zijn rijbewijs laat verlopen, kan hij nog gedurende een tijd van drie jaar (binnenkort wordt dat één jaar) een nieuw rijbewijs aanvragen zonder dat hij daarbij verplicht is, op nieuw examen af te leggen. Maar indien aan een chauffeur voor een bepaalde tijd de bevoegdheid tot het besturen van een motorrijtuig wordt ontzegd, moet hij dan indien de geldoigheidsduur van zijn rij bewijs intussen is verlopen opnieuw examen doen? Ja. zegt de commissaris van de Koningin in Zuid-Holland Nee. zei onlangs de president van de Haagse rechtbank in een kort geding, dat op in stigatie van de A.N.W.B. was ingespannen door de Haagse importeur S. De commissaris van de Koningin in Zuid-Hollar.d heeft, naar aanleiding hier van, een appèl ingesteld tegen de uit spraak van de Haagse president. Gisteren werden voor het Haagse gerechtshof in deze appèlzaak de pleidooien gehouden. Mr. C. N. Telders betoogde, dat de wet in feite geen andere mogelijkheden open laat, dan die welke door de commissaris van de Koningin in Zuid-Holland in prak tijk waren gebracht. Mr. J. E. Hes ant woordde op dit gelaten betoog, dat hij ge laden was, omdat de rechterlijke macht hier het plechtanker is voor de burger in het kader van de rechtsbescherming, tegenover de overheid. De onbeholpen cofistructie van de wet stelt ons voor een impasse, aldus pleiter: vandaar dat hij een aanval wilde doen op het „bolwerk" als zou de rechter in dezen geen bevoégdheid hebben. 1 Diep werd ingegaan op de interpretatie kort geding recht sprekend bevoegd is een bevel aan de overheid te gefcen tot het verrichten resp. zich te onthouden van een bestuurshandeling. Immers, tegenover het voortdurend uitblijven van een rege ling van de administratieve rechtspraak wordt het streven naar een uitbreiding van de bevoegdheden op dit punt steeds sterker, zoals blijkt uit een aantal recente vonnissen van presidenten van rechtban ken en verscheiden*, publikaties. De president van het Haags gerechtshof zal op 18 december arrest wijzen in deze zaak. die met bijzonder veel belangstelling wordt gevolgd Een duidelijke uitspraak zal voor velen in een gemis voorzien op bet ogenblik is hef zo. dat in voor noemde gevallen van aflopende geldigheid na een periode van in beslag nemen van het riibewiis. zes van de elf griffies in Nederland geen nieuw examen verlangen. D O De in het Centraal Orgaan samenwer kende bonden van ouden van dagen en gepensioneerden hebben zich tot de mi nister van Sociale Zaken gewend met het verzoek, de uitkering van de Algemene Ouderdomswet te verhogen, omdat de kos ten voor het levensmiddelenpakket zijn gestegen. Gevraagd wordt, of de minister er bij eventuele verhoging van de A.O.W. bij de gemeentebesturen op zou willen aan dringen, de verhoogde uitkering niet af te trekken van de aanvullende steun van gemeentewege. Tenslotte wordt aange- vanTet'^nderT d7n" "in artikel'Ïl4 "van drongen op verhoging van de huurcom- Bij K. B. is aan mr. T. de Jong op zijn verzoek met ingang van 1 januari 1958 eervol ontslag verleend uit zijn ambt van raadsheer in het gerechtshof te Amster dam. het Wegenverkeersreglement. Achtergrond van de diepgaande graverij in deze inge wikkelde juridische matérie vormde het geschil over de vraag, of de president in pensatie voor be.iaarden, omdat blijkt dat veel gevallen de huurverhoging de daar voor gegeven compensatie niet onaanzien. lijk overtreft. Prins Bernhard heeft zich als] begrijpen, in hoge mate verheugd. Maar nog meer het feit, dat uit deze massale deelpeming gebleken is, dat de belang stelling van het Nederlandse volk voor zijn cultuurschatten groter is dan wij hadden durven hopen. De prins schrijft: „Het is een jaar ge leden, dat mijn oudste dochter u door de radio heeft toegesproken en u heeft op gewekt deel te nemen aan de toen op gerichte stichting openbaar kunstbezit. Aan deze oproep hebt u in een zo over weldigende mate gehoor gegeven, dat de stichting thans niet minder dan 78.000 abonnees telt, die wekelijks gedurende 10 minuten genieten bij het aanschouwen van de kieurenreprodukties en bij het beluisteren door de radio van de toelich tingen der deskundige sprekers. Deze reactie heeft ons, zoals u zult HET ontwerp-Deltawet is, zoals men zich herinneren zal, in de Tweede Kamer met 8 stemmen tegen aangenomen. Deze tegenstem mers waren alle leden van de katho lieke fractie en onder hen bevond zich de voorzitter van deze fractie, de heer Romme. Deze heren waren tot de conclusie gekomen, dat een bepaalde regeling uit het wetsont werp, zoals die bij de eindstemming was komen te luiden, in strijd kwam met een grondwetsbepaling. Het laatste lid van artikel 4 van het 'ontwerp Deltawet gaf aan de regering de macht om een hoogwaterkering, welke in beheer was bij een waterschap en welke overeenkomstig andere voorzieningen van datzelfde artikel 4 gedurende uitvoering van werken krach tens de Deltawet in beheer was genomen van het Rijk, in beheer bij het Rijk te houden na de uitvoering van die wer ken. De Regering zou zulks blijkens het wetsontwerp kunnen doen na het horen van Provinciale Staten indien het alge meen belang nodig of wenselijk maakt, dat de betrokken hoogwaterkering in beheer van het Rijk blijft. Aanvankelijk had in het wetsontwerp gestaan, dat Gedeputeerde Staten moes ten w.orden gehoord; Gedeputeerde Staten werden echter ingevolge het amendement, dat staat op naam van de heer Biewenga, vervangen door Prov. Staten, zodat dus nu een openbare ver gadering over deze zaak nodig is van de hoogste provinciale autoriteit. De Grondwet (art. 206, lid 2) brengt mee, dat een taakwijziging van een water schap (bijv. het in beheer overnemen van een hoogwaterkering door een andere instantie) kan worden tot stand gebracht door Prov. Staten, hetzelfde college dus, dat thans volgens de tekst van het wetsontwerp moet worden ge hoord over de vraag of het algemeen belang meebrengt, dat de betrokken hoogwaterkering in beheer van het Ri.lk blijft. De Grondwet zegt nadrukkelijk, dat de Prov, Staten behoudens goed keuring van de Kroon over de wijzi ging 'van de inrichting van een water schap zullen kunnen beslissen. Ingevolge het wetsontwerp echter zou den Prov. Staten slechts kunnen advi seren over de wijziging van de inrich ting van een waterschap. De vraag welke hiermee rees kan dus als volgt worden samengevat: Sluit de Grondwet (art. 206, tweede lid) elke andere weg van wijziging van de taak van een waterschap uit, behalve die welke in die bepaling wordt genoemd en volgens welke de beslissing ligt bij Provinciale Staten? Mag derhalve de Deltawet bepalen, dat de Kroon, Provinciale Staten ge hoord, de inrichting van een water schap duurzaam kan veranderen? NAAR onze mening dient men arti kel 206, lid 2, van de Grondwet in dier voege te verstaan, dat het als algemeen beginsel en als normaal, geval aan Provinciale Staten waar borgt, dat zij ter zake van de inrich ting en de reglementen van de water schappen het bevoegde gezag zijn. In strijd met deze bepaling zou zijn een regeling, waarbij zonder duidelijke noodzaak en rechtvaardiging een ander gezag dan Provinciale Staten een definitieve wijziging zou bren gen in de. taak (inrichting) van een waterschap. Nu is het met artikel 4, lid 4, van het ontwerp-Deltawet zó gesteld, dat hier een algemene machtiging voor de Kroon wordt gevraagd, om te zijner tijd een definitieve wijziging te brengen in de taak van een waterschap. Een bijzondere reden, waarom de wetgever thans nood zakelijkerwijs op de toekomstige beslis sing zou moeten vooruitlopen, kunnen wij met de beste wil ter wereld niet ontwaren. Als te zijner tijd de onver mijdelijkheid zou blijken het beheer van een hoogwaterkering over te doen gaan van een waterschap naar het Rijk, dan zou men altijd nog. ingeval Prov. Staten weigerachtig zouden zijn, een wet in deze geest kunnen tot stand brengen. Vandaar dat wij artikel 4, lid 4, inder daad inconstitutioneel achten, ook al zouden wij dus menen dat in een bij zonder geval een wet. de inrichting van een waterschap kan wijzigen-, een macht welke in een normaal geval ingevolge de Grondwet toekomt aan Prov. Staten. Het lijkt ons onontkoombaar, in de betrokken bepaling van het ontwerp- Deltawet een blijk te zien van een centralistische houding. Het is volstrekt niet zó gesteld, dat bij schrapping van artikel 4, lid 4, aan de Regering zou worden onthouden een der middelen welke nodig zijn opdat de Regering „de eenheid en samenhang van de uit voering" der Deltaplannen kan ver zekeren, zoals de heer Algera scheen te menen; deze wetsbepaling immers ziet op de toestand als die uitvoering achter de rug is 1 En als de minister van mening is, dat hij, minister, „tenslotte eea grote verantwoordelijkheid moet dragen voor de veiligheid van ons volk", dan kan hij hiermee niet scheppen een grondslag om bevoegdheden, welke eventueel aan de wetgever zouden toekomen, bij voorbaat te steken in de zak van de Regering. OVER omstreden grondwetsinter pretaties wordt in de praktijk vaak beslist door precedenten. In een geval als het onderhavige dringt de betekenis van het grondwettelijk beschermde principe van decentrali satie op de voorgrond. De vraag, welke in het licht van de totstandkoming van de betrokken grondwettekst de juiste uitleg is, be hoeft niet altijd voor 100 procent te beslissen over de vraag, welke de in houd is Van de rechtsgebondenheid, welke uit de Grondwet voor de wet gever voortvloeit. In het onderhavige geval laat de geschiedenis van de tot standkoming van artikel 206, tweede lid, ons in het duister; de vraag, of de Grondwet elke andere bevoegdheid dan die van Prov. Staten in absolute zin zou verbieden, is onvoldoende tot haar recht gekomen bij de totstandkoming. Het is niet nodig een absoluut verbod aan de wetgever in artikel 206, tweede lid, te lezen. Wél nodig is het, dat aan de wetgever strenge eisen worden gesteld, alvorens hij gerechtigd kan worden geacht op het principe van de zeggen schap van Prov. Staten in deze materie een inbreuk te maken. Naar onze mening had de heer Romme gelijk toen hij uitsprak, dat schrapping van artikel 4, lid 4. uit het ontwerp verreweg de beste oplossing zou zijn. In het algemeen is naar onze mening het wetsontwerp wat misbruikt om en kele geenszins noodzakelijke bevoegd heden voor de Regering binnen te halen als aanhangselen van een alleszins sym pathieke beginsel-uitspraak van de wet gever over het Deltaplan. Dit is dubbel ernstig nu zonder vol doende rechtvaardiging principiële in breuken op het eigen recht van de lagere lichamen zijn gemaakt. En deze ernst wordt dan nog extra vergroot, als de Grondwet die staatsrechtelijke de centralisatie op een bepaald punt na drukkelijk versterkt en waarborgt: als de Grondwet aan Prov. Staten opdraagt de reglementen van de waterschappen te wijzigen e.d. Het is ie hopen, dat menigeen in de toekomst het eigen recht der lagere lichamen op zo felle manier in bescherming zal nemen als de acht tegenstemmers ditmaal deden, en dat zij dan meer succes zullen hebben F. D. Toch is uit de voorlopige statistiek van een door het Prins Bernhard Fonds in gestelde enquête gebleken, dat er niet tegenstaande dit succes nog grote groepen der bevolking zijn die onvoldoende wer den bereikt en die vaak door gebrek aan voorlichting te weinig openstaan voor de schoonheid van de kunstwerken die onze musea zo rijkelijk bevatten. Vandaar dat ik, nu het begin van de tweede jaargang der cursus in zicht is, als voorzitter van het Prins Bernhard Fonds, dat ook zijn deel aan de voorbereiding van dit be langrijke werk heeft bijgedragen, u graag opnieuw opwek om u als deelnemers voor het nieuwe jaar aan te melden. De vreug de die u op deze wijze aan ons openbaar kunstbezit zult beleven zal u ongetwij feld ook dit keer niet teleurstellen; in tegendeel". zo besloot Z.K.H. zijn woord ter aanbeveling. Op deze tweede radiocursus van 6e stichting hebben nu reeds ruim 45 000 personen ingetekend. De verwachting is, dat men de 100 000 zal' halen en tenminste 90 pet. van de 78.000 abonnees op de eer ste cursus ook voor de tweede zullen in schrijven. Indien inderdaad dit enorme aantal zal worden bereikt betekent dit, dat vier miljoen reprodukties van kunst werken over ons land zullen worden ver spreid, zo deelde de voorzitter der stich ting, prof. dr. J. G. van Gelder, op een persconferentie mede. over wordt overwogen of men iets dergelijks tot stand kan brengen. De combinatie van \tfbord (toelichting) en beeld (reproduktie) is uniek en uit de grote belangstelling voor de eerste en de intekening op de tweede cursus is het sprookje, dat het Nederlandse volk geen gevoel heeft voor kunst naar het rijk der fabelen verwezen, zo concludeerde de voorzitter. Bij de samenstelling van de eerste cursus heeft men zich beperkt tot het werk van Nederlandse kunstenaars Bij de nieuwe is ook werk van Vlaamse kunstenaars in Nederlandse musea opge nomen, en het ligt in de bedoeling, dit bij de derde cursus uit te breiden tot werk van Franse, Duitse en Italiaanse kunstenaars. Een enquête over de verspreiding der abonnees heeft uitgewezen, dat deze niet beperkt is gebleven tot de steden waar de grote musea zijn, maar juist ook daar waar er geen zijn; tot in de verste uit hoeken van ons land. Vijftig procent woont in gemeenten met minder dan 100.000 inwoners. Meer dan 500 scholen zijn geabonneerd op de cursus, waarvan 't grootste deel in Limburg en N-Brabant Ook honderden Nederlanders, in Australië en Canada, en verder buitenlandse musea zijn lid geworden van de stichting. De STICUSA overweegt ook de West in dit werk te betrekken en de voorbereidingen hiertoe zijn reeds in een ver gevorderd stadium. Ook in het buitenland heeft de cursus de aandacht getrokken, van België tot in het Midden-Oosten, en zo bleek uit de correspondentie der stichting daar- Om uit de hoeveelheid van zwarte schij ven oen keus te maken en enkele aanbe velingen te geven, richten wij uw aan- dachfop het. volgende. Allereerst voor degenen, dóe nooit en thousiasme zullen kunnen opbrengen voor het hypermoderne, enkele platen met de vertrouwde driekwartsmaat, waarin na tuurlijk de grootmeester Johann Strauss uitblonk. Prima van kwaliteit is de D.G.G. plaat 19035 „Johann Strauss-Klange" door het RIAS-orkest o.l.v. Férenc Fricsay. Saaiheid is niet te bespeuren. De vita liteit. van de Weense wals is overrom pelend. Men hoort allereerst de Fleder- maus-ouverture. Het is voor ons steeds weer een teleurstelling te moeten erva ren, dat deze verrukkelijke, operette niet integraal op de plaat is vastgelegd. Dit heimwee blijft vooral na de prestaties on der leiding van Fricsay op deze plaat. Verder staan de Annen Polka, Frühlings- stimmen-Walzer, Rosen aus dem Süden, Tritsch-Tratsch Polka en Morgenblatter op de royale langspeelplaat. Wie Strauss prefereert met vocale pres taties zal de Telefunken-plaat BLE 14012 moeten aanschaffen. Koor en orkest van het Deutschen Opernhaus te Berlijn onder leiding van Johannes Schüller, musiceren en presteren het om de hoogtepunten uit de operette te laten klinken met schwung en temperament. Ook hier een Querschnitt van de Fledermaus (met de Berliner Phil- harmoniker o.l.v. W. F. Reusz) en verder „Eine Nacht in Venedig". „der Zigeu nerbaron" (onder directie van Reusz) en de Waldmeister Ouverture (o.l.v. Walter Lutze). Bu Heden is de Apostolische Constitutie „Primo Exacto Saeculo" gepubliceerd, waarin Paus Pius XII de jubileum-aflaat afkondigt, welke wordt verleend aan de pelgrims, die zich gedurende het herden kingsjaar van de verschijningen van de H, Maagd te Lourdes naar het genade oord begeven. Deze aflaat kan gedurende het tijdperk tussen 11 februari 1958 en 11 februari 1959 verdien.d worden, doch slechts éénmaal en op voorwaarde .dat de pelgrim op de dag zijner keuze naar behoren boete doet,, ter H. Communie gaat en voor de inten ties van de Paus bidt: te weten voor de terugkeer van de dwalenden tot de waar heid des geloofs, voor de bekering van de zondaars voor "de verdere vooruitgang der goeden op de weg der christelijke vol maaktheid, ,voor het herstel en de beves tiging van de eensgezindheid en de vrede onder de mensen en de volkeren en ten slotte voor de vrijheid der Kerk In ue gehele wereld. In de Constitutie, die gedagtekend is 1 november 1957 het feest van Aller heiligen. geeft de H. Vader uitdrukking aan zijn verlangen, dat het Jtomende eeuwfeest op waardige wijze door de gelovigen over de gehele wereld wordt gevierd. Na gewezen te hebben op de verschillende plechtigheden die op het ogenblik ter opluistering van het eeuw feest in voorbereiding zijn, spoort Z.H. de Paus in het bijzonder aan tot veel vuldige boetedoening en H. Communie, benevens tot het bijwonen van de H.Mis als heilzaam voor de christenen en aan genaam aan de Moeder Gods. Omdat de H. Maagd bij gelegenheid van haar Verschijning niet alleen er op gewezen heeft te bidden, maar. ook boete te doen, vr ingt de Paus van alle gelovigen zich vrijwillig enkele verstervingen op te leggen met het doel God, Die door de schuld der mensen werd beledigd, een zoenoffer te brengen. De H. Vader noemt hier als voorbeelden de vrijwillige aan vaarding van de moeiten, het leed en de tegenslagen des levens. Dan volgt een opsomming van de gun sten en privileges, die de Paus in het bijzonder in het komend jubeljaar toestaat aan de gelovigen die zich in de loop daar van naar Lourdes begeven. Aldus meldt het K.N.P.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 3