aan Vlaardingse NERTSFOKKERIJ VOOR DE ROMAN LE BALLON ROUGE", film van 1951 Op de PLANKEN PERSOONLIJKHEID door creatieve arbeid Handschoenen, viskoppen, opoffering en tenslotte deviezen JACHT OP DE „BESTSELLER" IS FUNEST Ontplooiing van Eerste eis: Dierenvriend Italië procentsgegrootste leverancier van goede films Rijp en groen Nieuwe herdrukken Hans Roest Levensbeschouwing en persoonlijkheids- ontwikkeling Hans van Bergen ".UiïïJt'yJ'' »V ZATERDAG 28 DECEMBER 19= PAGINA 5 Heeft u wel eens de pelsdiertjes gezien, die liet bont leveren voor zo uiterst kostbare nertsmantels? De nertsen of minks, die in wilde staat een zeldzame verschijning zijn en slechts voorkomen in het hoge noorden van debewoonbare wereld? Bewoners van laar- dingen behoeven daarvoor niet ver te gaan. Op de volkstuinencom plex Zuidbuurt, pal achter boerderij Verkade, houdt de heer A. v. d. Vaart uit de Prins Hendriklaan er een netsfokkerij op na. Bij velen In Vlaardingen nog welbekend als de winnaar van de auto, de eerste hoofdprijs van de tiende Altijd Prijs-actie. Het is een lust voor het °og, deze aalvlugge diertjes gade te slaan. Hun prachtige pelzen zijn nu op zijn mooist. Niet minder bekoort bun gracieuze, ranke bouw. Het zijn schattige diertjes om naar te kijken, gelijk welpen van heren, leeuwen of tijgers. Maar het zijn bepaald geen lieverds, om «onder handschoenen aan te pakken, al wegen de grootste exem plaren nog geen vier pond. Hun even bevallige als nietige ver- Schijning is uiterst bedrieglijk. Ze zijn bloeddorstig en moordlustig, ^ant zij behoren tot de marterachtigen. ALS EEN BLIKSEM SCHICHT Ook in Nederland Het Piper Verlag, een der grootste uit geverijen van West-Duitsland heeft naar aanleiding van de jongste Frank furter Buchmesse de noodklok voor de roman geluid door de vraag te stellen: hoe komt het toch, dat tegenwoordig de roman een zo kort leven beschoren is? Het verschijnsel is internationaal en het verontrustende is, aldus Piper, dat ook de romans „von Rang und Qualitat", zelfs van wereldvermaarde schrijvers, het niet lang uithouden en vaak al na een jaar weinig of geen belangstelling meer wekken. Piper stelt de vraag, maar geeft geen ant woord. Alleen meent de directie, dat zij door de allergrootste kieskeurigheid aan de dag te leggen en slechts de beste boeken van de beste bekende of debuterende auteurs te publiceren, een roman fonds van zo hoge kwaliteit kan vormen, dat eigenlijk geen enkele lezer er aan voorbij kan gaan. Natuurlijk slaan ook de schrijvers de ontwikkeling met zorg gade, doch merkwaardigerwijs staan zij wèl met een antwoord op Pipers vraag klaar. Zij geloven, dat de internationale jacht op de bestseller funest is voor de bestaansduur van de roman. Dat is juist waarnaar wij streven: onze vrije tijd dienstbaar te maken aan onze persoonlijkheidsontwikkeling. Onze dagelijks ver plichte taak biedt ons hiertoe maar al te dikwijls bijna geen enkele mogelijkheid. Dan staan we in dienst van de produktie. Vandaar dat wij onze vrije tijd moeten benutten, om meer mens te worden, om een persoonlijkheid te worden. Dit bereikt men niet door zich vol te pompen met allerlei wetenswaardigheidjes, waarmee men anderen soms overbluffen kan, maar door creatieve arbeid! Door zelf te denken en zijn gedachten naar buiten te drukken in woorden of op het papier, in spel en dans, of met het penseèl of op een muziek instrument. Er zijn vele mogelijkheden. De beoefening van het toneel is er één van. Zó zag Stefan Andres het Italiaanse stadje Positano i In gevangen staat zij- ze allerminst echuw. Integendeel, bijzonder nieuwsgierig zeer agressief. Als een bliksemschicht Kchieten zij toe op de vinger die men J^aagt tegen de tralies te houden. Dan somen hun tandjes bloot, die hun ver bogen onthullen, dood en verderf te baien onder veel grotere dieren. Het kleine puntige bekje is gewapend met vi®r lange vlijmscherpe hoektanden, met punten als naalden. Tam zijn ze niet te hijgen. Ook de fokker die ze met liefde rijke verzorging heeft grootgebracht, bijft angstvallig uit de buurt van hun kaken. In de zeldzame gevallen, dat hij moet grijpen, wapent hij zich met sbeciale handschoenen en ook dan nog ®rijpt hij ze liefst alleen achter de hals °f bij de punt van hun sierlijke lange staarten. Toch houdt een nertsfokker van zijn gieren. Want wie geen dierenvriend is, pehoeft niet aan een nertsfokkerij te beginnen. Van een succesvolle nerts fokker wordt, behalve groot vakman schap, grote toewijding en liefderijke Verzorging geëist. Hij moet 365 dagen Van het jaar voor zijn dieren in de weer iiin. Hij moet hen tweemaal per dag Voederen en hen voortdurend op selec te observeren, met in een bepaalde pe riode van het jaar ook op hun pelsrijp- ooid. Zorgvuldig zoekt hij zijn fokdieren bit en brengt in de paartijd bepaalde teven en reuen samen. Dat vereist veel Vakkennis. De pelzen moeten gewaar deerd worden op hun kwaliteit, op hun kleur, grootte, elasticiteit, dichtheid, zij deachtigheid, diepte en volume. Het 'gaat hierbij zowel om de bovenbeharingen, de lange haren, begranning genaamd, als om de onderbeharing, de onderwol, alsmede de verhouding tussen begran ning en onderwol. Bovendien bestaan er •een groot aantal variëteiten, in de loop jaren gefokt. Geen koopje L de natuur is de pels geschakeerd j,?h lichtbruin tot zwart; de standaard- '®Uren Al stammen de beste wilde Artsen 'uit Canada, het zijn de Amerika an geweest, die de stoot tot de nerts- b'kkerij hebben gegeven. Deze heeft zich 'd Amerika snel en op grote schaal ont wikkeld. Met thans bedrijven, die tien duizenden dieren tellen. In 1932 begon b^h daar met het fokken van varie- 'tem en thans onderscheidt men ruim vpertig typen. Om maar enkele te noe- bpn: de grijze platinum, de bruine pas- jb, de antracietkleurige Aleution, de do- b-nant (wit met zwarte vlekjes), de spier- yVl'tte hedlunck, de helblauwe safier, de blauwgrijze winterblue, de Siamese kat- "peurige pearl, de goudbruine topaas, pen nertsmantel vergt zestig tot tachtig dllen van gelijke kleur. De prijzen van deze warme en toch vederlichte bont mantels lopen sterk uiteen. Voor 13.000 kan men zich een Sa- 'er-nertsmantel aanschaffen. De meeste 'Sgen echter veel hoger dn prijs en voor vlekkeloos witte nertsmantel wordt 120.000 en meer betaald. Alleen het Sabelbont is nog kostbaarder, omdat sab©ldieren nog zeldzamer zijn en de Ruis- deze niet uitvoeren. In ons land heeft de nertsfokkerij na laatste wereldoorlog een grote vlucht gnomen. Er zijn thans 500 tot 600 nerts- akkers verenigd in de Ned, Vereniging b°r fokkers van zilvervossen en andere bandieren. Per 1 januari of 1 februari zai deze naam worden omgezet in J®d. Vereniging voor fokkers van edel- Pclsdieren. De nertsfokkerij heeft die van Zilvervossen steeds meer op de achter mond gedrongen. De gezamenlijke stapel de Nederlandse nertsfokkers kan tha rond 80.000 dieren worden geraamd, fokkerij Renard in Eist was de eerste en ,s de grootste met rond 9000 nertsen Tot bekende nertsfokkers behoort Klaas chenk, de coach van onze toprijders op °kker Van der Vaart voedert op i'.i'1 fokkerij een van zijn fokdieren, een zwarte standaardreu. kocht. De pelsen worden verhandeld op de veilingen van Londen, New. York, Stockholm en Kopenhagen enz. jéi. Ook de Vlaardingse nertsfokker Van der - e" Vaart heeft zijn dieren thans geselec- teerd. In zijn hokken huizen nog slechts X de dieren, waarmee hij door wil fokken. ■HMHR' Hij heeft zijn dieren niet zelf gepelsd, WËÊÊ!ÊÊ!ÊSsiÈ%£* éSf 'i maar ze daarvoor naar een bontverede- "SSl, f ■lingsbedrijf gezonden. Zijn pelsen zullen in Londen worden geveild. aBp***Jb|||HMBII Hij begon in 1954 met zijn fokkerij. Met vier dieren, waarvoor hij 175,- per stuk betaalde. Hij fokt met groot succes. Want vóór de pelstijd enkele maanden terug, bevolkten rond, 130 nert- sen zijn hokken. Vrijwel alle eigen fokpro- dukten. Maar het eist al zijn vrije tijd p. Als hij 's morgens achter zijn bureau bij Wilton Feijenoord plaats neemt, heeft hij er reeds een tocht met zijn brommer ■•■4H|P|M|||B||M naar zijn fokkerij opzitten, 's Morgens en 's Avonds tussen half zeven en zeven I uur. iedere dag van het jaar, kan men hem daar zijn dieren zien voederen. Voer, dat bestaat uit gemalen, vlees- en visaf- ]7en aantal uertsen, 'eereed voor ver vat vermengd met tarwekiemen, lever- biergist, beendermeel minerale zouten, zending naar een bontveredehngs- levertraan en vitaminen. Hij betrekt zijn bedrijf voor het pelzenn der dieren. trr»r van het Sehiedamse abbattoir en - NOODKLOK de schaats. De nertsfokkerijen zijn over ■ons gehele land verspreid, maar komen het meest voor in Brabant, Limburg rond Nijmegen en in Zd. en Nd. Holland. De fokkerij neemt nog steeds toe. Er is on langs een nieuwe kring Friesland de drie noordelijke provincies omvattend opgericht. De produ'ktie van de Neder landse nertsfokkerijen gaat een belangrijke deviezenbron voor ons land betekenen. November en december zijn de pelsmaan den. Dan worden de nertsen gepelsd, voorzover zij niet voor eigen fok worden bewaard of als fokdieren worden ver- Vaart behoort reeds enige tijd tot het voer van het Sehiedamse abbattoir en de Vlaardingse viszaken. In een vries kast wordt het voer opgeslagen. In februari-maart valt de paartijd. De drachttijd duurt 52 dagen en in de eerste week van mei valt de werptijd. Twee tot tien per worp. De gemiddelde fofcproduktie ■is drie per nest. Die was dit jaar bij fokker Van der Vaart 3,90. De fokker ■heeft het meest te stellen met de vraat zucht der nertsen, waaraan soms zelfs de jongen bij de geboorte naakt, blind en zo groot als een sigaret niet ontko men. Ook de paring geschiedt onder fik se vechtpartijen, waaronder de pels niet zelden heeft te lijden. De nertsfokkerij van de heer Van der bedrijf voor het pelzen der dieren, worden geveild. volkstuinencomplex Zuidbuurt, wat in houdt, dat hij daar moet verdwijnen. Officieel aa-n het eind van deze maand reeds. Hij zoekt naarstig naar een uitwijk mogelijkheid. Een nertsfokkerij vereist een flink perceel grond in de buitenlucht met aansluiting op het elektriciteitsnet voor de vries- of koelkast. Waarschijnlijk zal hij in Maassluis of Maasland belanden, omdat het in de toekomst geheel volge bouwde Vlaardingen geen ruimte Iaat voor een nertsfokkerij, die, vanwege de „geur" niet nabij d« bebouwde kom kan zijn gelegen. (Van onze filmredacteur) De filmcriticus, die tegen het einde van het jaar plichtsgetrouw in zijn archieven duikt om het traditionele overzicht te gaan schrijven van de cinematografische produkten, die in de afgelopen twaalf maanden hier te lande in vertoning zijn gekomen, zal tot zijn schrik ontdekken, hoezeer de mens geneigd is tot generaliseren. Afgaande op de indrukken, die hele reeksen middelmatige en minder dan middelmatige films, slechts nu en dan afgewisseld door een film van formaat, bij hem hebben achtergelaten, heeft hij al bij voorbaat de 'conclusie getrokken, dat „het dit jaar weer niets met de film is geweest". Maar als hij de besprekingen nog eens doorbladert, die in de loop van 1957 zijn verschenen, ontdekt hij tot zijn verrassing en vreugde dat de kwantiteit van de kwaliteitsfilms toch eigenlijk wel meevalt. Daarbij blijkt Italië percentsgewijze de grootste leverancier van goede films te zijn geweest, maar de eer van de beste film van het jaar te hebben geleverd komt toe aan de Franse cineast Albert Lamorisse, die met „Le Ballon Rougeeen filmfantasie schiep, zoals er helaas maar uiterst zelden op liet witte doek wordt vertoond om de eenvoudig reden, dat geest en fantasie uit de mode zijn geraakt en verdrongen door hysterie en seksuali teit, misdaad en sadisme, sensatie en rock 'n' roll. bewonderenswaardige synthese is tussen het Italiaanse neorealisme en de poë tische romantiek. Indrukwekkend van opzet en uitwerking was ook Jules Dassin's „Hij. die sterven moet" een film, die ondanks enkele te kortkomingen alle aandacht verdient. Het aanstaande moederschap en de pijnloze bevalling werden op waardige wijze behandeld in „Het Wonder der Ge boorte" („De Pijnloze Bevalling"), en in de speelfilm .De Glorie van het Moe derschap" van Jean-Paul le Chanois. Stefan Andres met zijn kleindochter Maar laten we eerst eens de Nederland se filmprestaties van 1957 bekijken. Het hemd is tenslotte nader dan de rok al bleek dat hemd niet lelieblank te zijn, toen enkele filmcritici meenden door mid del van een open brief de vuile was buiten te moeien hangen. Deze open brief en de felle reacties, die erop volg den, zijn vrijwel de enige sensaties al thans op het gebied van de speelfilm, die We hier te lande in 1957 hebben beleefd. Films als „Kleren maken de man", „De Vliegende Hollander" en „Stranding" zijn niet bepaald produkten om trots op te zijn, al is de eerste volgens het filmbe drijf een commercieel succes en al wordt er aan de laatste waarmee Louis van Gasteren demonstreerde, dat hij heus wel weet wat film is, nog altijd druk gedok terd. Daarentegen kunnen we, afgezien van vele knappe reclamefilms, die we hier buiten beschouwing laten, al zo enkele do cumentaire films opsommen die de aandacht me dan waard zijn: „Rem brandt, schilder van de mens", een bij zonder knappe kleurenfilm van Bert Haanstra, die met zijn camera het oeuvré van de grote schilder aandachtig en mediterend aftast, „Een leger van gehouwen steen" ,een stijlvolle en mo numentale documentaire van de Amster damse cineast Theo van Haren Noman, „De Morgenster", een filmdicht van Char les Huguenot van der Linden over de vuilnisbakkenschuimer in het Amster damse straatbeeld en „last but not least" „De Stoute Schoenen", een stom. niette min veelzeggend propagandafilmpje voor de Nederlandse Blindenbond van de Haag se filmer Piet van der Ham. Hollywood, kwantitatief nog altijd de grootste leverancier van belicht cellu loid, heeft dit jaar een nieuw onderwerp gevonden, dat tot vervelens toe kan - én zal - worden uitgemolken: dat van de verslaving aan verdovende middelen. Dit onderwerp was oorspronkelijk verboden volgens de „Code" waaraan alle grote Amerikaanse filmmaatschappijen zich vrijwillig onderwerpen. Een jaar geleden echter verbrak Otto Preminger met „The Man with the Golden Arm" de kluis ters en sindsdien zijn de bepalingen van de Code wat verzacht, waarna tal van andere films o.a .„Monkey on my back" volgden, maar al te diep durfde men nog niet op de zaken ingaan. Gedurende het afgelopen jaar heeft echter Fred Zinnemann, een der meest begaafde regisseurs, die Hollywood op het ogenblik telt, een nieuw hoofdstuk in de serie over de verslaafden aan ver dovende middelen ingeluid met zijn film „A Hatful of Rain" („Narcotica"), die uitmuntte door realiteit, een rake type ring en vermijding van alle melodrama tische affecten. Bijzonder knap verfilmd was ook het door Reginald Rose geschre ven verhaal „Twelve Angry Men" („De 12 Gezworenen"), waarin de voor- en na delen van de Amerikaanse jury-recht spraak worden behandeld. Buiten ver wachting geslaagd en getuigend van goe de smaak en beheersing was de ver filming van Irving Stone's „best-seller" „Lust for Life", die hier te lande werd vertoond onder de titel „Het leven van Vincent van Gogh" Verder herinneren we aan films als „Morgen zal ik huilen", „Anastasia", „Oorlog en Vrede", „The Spirit of St. Louis" en „De Hel der Ver lorenen" Een film, waarin het sociale arbeiders probleem en het recht tot staking door een onbekende regisseur. Herbert J Biberman, op verdienstelijke wijze wordt behandeld, is de film „Het zout der Aarde", die het niet verder bracht dan e«n Amsterdamse première, doch die onlangs op het televisiescherm werd ver toond, terwijl het rassenprobleem in de film „Eiland in de zon" door Robert Rossen aan de orde wordt gesteld. Van de komedies verdient de onlangs in vertoning gekomen film ,Full of Live meer dan gewone aandacht terwijl men „De trein van 10 over 3" tot het betere genre Westerns kan rekenen. Op het gebied van muziek- en show films is Hollywood nog steeds niet te overtreffen. We herinneren slechts aan „Oklahoma". „Theehuis voor Tobiki" de hier te lande fel omstreden „Guys and Dolls", „Pyama Parade" en Funny Face". Dat een Nederlander, Wim Son- neveld in een dergelijke film namelijk ,Silk Stockings" een belangrijke rol te vervullen heeft gekregen, is tot slot het vermelden wel waard. Naast een serie sentimentele of sen sationele melodrama's onthaalden de Ita lianen ons in het afgelopen jaar op „De machinist", waarmee regisseur Pietro Germi een nieuwe en fraaie bloem toe voegde aan de krans van veristische films, die de na-oorlogse Italiaanse film industrie siert. Belangrijk om de rake wijze, waarop feiten uit het alledaagse ]even op de filmband werden vastgelegd, waren ook „Boezemvrienden" van Franco Rossi, „II Tetto" van Vittorio de Sica en „Vaders en Zonen" van Mario Mo- nicelli. Herinneringen uit de oude (film)doos werden door Luigi Comencini opgehaald in „Het Dromenkoffertje". Frederico Fellini tenslotte maakte met „De Nach ten van Cabiria" een gave en boeiende film, die door het Katholiek Filmbureau om haar waardevolle strekking werd on derscheiden. De Fransen hebben het dit jaar, overi gens zonder veel artistiek succes, weer gezocht aan de zelfkant van het leven met films als „La Rue des bouches pein- tes" („De Straat der Geverfde Lippen") „Marchands de filles" („Handelaren in Meisjes") en ,La Loi des Rues" De wet van de Straat") Een cinegrafisch meesterwerk leverde daarentegen Robert Bresson met .Een terdoodveroordeelde pntsnopt". een ge dramatiseerd relaas van de historische vlucht van een Franse luitenant uit de gevangenis van Montluc. De oude René Clair vond men terug in de film „jPorte des Lilas", die een De Britse filmindustrie die vooral haar heil zocht in films als „De Hemelbestor mer", „De Ondergang van de Graf Spee" „Vuur over de Jang Tse" en „I'll met by moonlight"', die episodes uit de laatste wereldoorlog in beeld brachten, is in het afgelopen jaar niet erg geluk kig geweest. Groots opgezette films als „The Prince and the Showgirl" van Sir Laurence Olivier en „Saint Joan" van Otto Preminger beantwoordden niet aan de verwachtingen. Alleen een komedie, nog afkomstig uit de helaas gesloten Ealing-studio's en geregisseerd door bet fameuze duo Sidney Gilliat en Frank Launder alsmede „De Fatale Brug", naar een verhaal van Graham Greene, kwamen boven de middelmaat uit. De Duitsers hebben het voornamelijk gezocht in een vlucht van de harde wer kelijkheid naar een operettewereld van zang, muziek en romantiek, waarvan ti tels als „Kaisermanöver", „Sissi de jonge keizerin", - „Tiroler Blut", „Rosen aus dem Süden", „Königswalzer'',, „Du bist Musik", „Kaizerball", „Der Bettelstu- dent", „Don Kozakkenlied" en „Schwarz- waldmelodie" getuigen Uit Spanje kregen we twee films te zien, maar die waren dan ook allebei van zeldzaam goede kwaliteit: „Pepote kind van de straat" van Ladislao Vaj- da en „Calabuig", een verrukkelijke en levensblije komedie van Luis G, Berlanga. Van de overige landen, waaruit slechts een zeer beperkt aantal films in het af gelopen jaar ons land bereikte, noemen we Japan met „D® Poort van de Hel", Rusland met „De Eenenveertigste" Zweden met ,De Spullebaas" en ,De Zevende Hemel" en Joego-Slavië met „Twaalf uur angst" De verschillende Engelse en Duitse schrij vers, die ik over het probleem sprak, waren het hierover eigenlijk wel met el kaar eens. Verscheidene uitgevers in Europa hebben het Amerikaanse systeem overgenomen om veel Tomans te publi ceren. in de hoop dat er een bestseller onder zou zitten die met één slag enorme winsten (ook van de film) oplevert. Niemand kan van te voren berekenen of een boek een bestseller zal worden of niet; de gekste en meest onlogische en onverwachte factoren tellen er bij mee. Het inferieure boek maakt even goed kans als een serieus werk vaak zelfs een betere. Daarom zal zo'n uitgever rijp en groen publiceren. Slaat het boek niet in, dan verliest hij er direct alle belangstelling voor en begint een nieuwe reeks, in de hoop dat daar een hoge troef bij zit. Zo verdwijnt het kunstwerk nog voordat het een redelijke kans heeft gehad. Ingewij den in de V.S. hebben zelfs gesproken van „onderwerreld-praktijken" in de Amerikaanse uitgeverswereld. Gelukkig is het systeem in ons land nog nieuw en wordt slechts door enkelen toegepast. Onze serieuze uitgeverijen ste-1 ken gunstig bij buitenlandse voorbeelden j af. In Duitsland bijvoorbeeld is, naar men mij heeft aangetoond, de Amerl-1 kaanse tendens al bespeurbaar. Of an- ders gezegd; zijn de gevolgen voor de schrijvers terdege voelbaar. Auteurs van naam halen met voortreffelijk werk somsi niet meer dan één enkele druk en j dan nog niet eens een grote, vooral niet j als men 'het taalgebied in aanmerking j neemt. De uitgeverij Piper, die dus niet mee- doet. beantwoordt de door haarzelf ge- stelde vraag zoals gezegd niet met woor-! den, doch met daden. Zo heeft zij zojuist een bundel verhalen van de grote katho lieke schrijver Stefan Andres uitgegeven. „Positano" verhalen uit een stad aan de zee. Andres heeft lange tijd in Po sitano gewoond en deze herinneringen aan eenvoudige mensen 'in een door zon overgoten paradijselijk oord, zijn vol leven en kleur. Het boek is voer bewonderaars van Ste fan Andres een te aantrekkelijker be zit aangezien het zestien tekeningen van de hand van de schrijver bevat. Deze te keningen hebben groter waarde dan al leen maar die van een curiositeit; zij ver raden een meer dan gewoon talent. Als men de Nederlandse herdrukken van het afgelopen jaar overziet, dan schijnt er wel reden te zijn voor een vrij opti mistisch geluid over de toekomst van de roman in ons land. Zo lang Em. Que- ■rido's Uitgeversmij. te Amsterdam om een sprekend voorbeeld te noemen de Salamanderserie voortdurend aanvult en uitbreidt met goede, verantwoorde titels, moet er toch wel belangstelling voor bestaan. Er zijn zojuist weer vijf nieuwe deel tjes verschenen. „De winterkraaien" is een knappe raamvertelling van Aar van der Werfhorst. Dit boek vol sfeer, waar in boeiende gebeurtenissen de levens van zeven lotgenoten ontvouwen, is deze herdruk zeker waard. „Orkaan bij nacht" ongetwijfeld een va-n Albert Helman's beste romans, beleeft thans zijn vijfde druk dat zegt toch wel iets. En dat ook van Clement Rich ters verrukkelijke roman „Ti-Coyo en zijn haai", voortreffelijk vertaald door Hel man, een herdruk nodig was. geeft ook al reden tot voldoening. Een boek vol verrassingen dat is „Avontuur met Titia", de roman in brie ven van Henriëtte van Eyk en S. Vest dijk. Het is een der bestgeslaagde boe ken, door twee verschillende (en in dit geval: hoe verschillende!) auteurs ge schreven. Als decor geldt het Rijksmuseum en tegenover vele bespiegelingen staan zonderlinge fantasieën daar heeft Hen riëtte van Eyk wel voor gezorgd, en Vestdijk heeft het spel kennelijk met plezier meegespeeld. Ja. deze herdrukken geven de burger moed. Wij weten hier blijkbaar toch nog wel goede romans te lezen, ook al zijn die niet direct gloednieuw. Er zijn uitge vers, die goede romans durven herdruk ken en daar dan ook nog een zeer be langrijke nieuwe verschijning (Kafka's no. vellenbundel „Beschreibung eines Kam pfes", onder de titel „De Chinese muur en andere verhalen") aan toe voegen. Zij verdienen succes, want 'het gaat om ernstige dingen. Zelf doen. Iets van zichzelf trachten te geven. We menen "-vel, dat wij hiermee het begrip van creatieve arbeid het meest benaderd hebben. Zijn gedachten en ge voelens uitdrukken naar buiten in de stof, in een bepaalde stof. Bijvoorbeeld in het woord. Dus eenvoudig in een gesprek. En hiermee bedoelen wij niet een gesprek over de buurvrouw, die vandaag weer ru zie heeft gehad met de slager over een onsje vlees dat zij besteld had. maar dat naar haar mening te vet was. maar een gesprek over opvattingen, over ideeën, waarin eigen gefundeerde meningen naar voren komen. We weten wel: dergelijke gesprekken komen er niet veel voor in de huiskamers, want om dergelijke gesprekken te kunnen voeren moet men wel degelijk over eigen gefundeerde meningen beschikken. En hierin schuilt de waarde van de creatieve arbeid. Er heeft een wisselwerking plaats. Om te creëren, om te scheppen, moet men eerst zelf Iets zijn. En terwijl men tracht te creëren, wordt men iets. Terwijl men zijn meningen, zijn opvat tingen tracht te geven, vormt men zijn mening en opvatting. Men gaat dus na denken! Zelf iets meer worden! Men tracht zich meningen eigen te maken, om deze te kunnen uiten. Dus door creatieve arbeid, of laten we ons liever nog voorzichtiger uitdrukken: Door het trachten van creatieve arbeid te leveren werkt men bewust of onbewust aan zichzelf. Want m»n kan niet geven wat men niet heeft en daarom tracht men bewust of onbewust Iets te worden, om te kunnen geven. Wij zouden bedoelde creatieve arbeid kunnen bereiken door het vormen van ge. sprek-clubjes. De een of ander houdt dan eerst een inleiding, waarop een debat volgt. Vele zijn de mogelijkheden. De beoefe ning van he\ toneel is er één van. Want ook hier zijn wij zelf werkzaam, al ge schiedt het geheel dan onder leiding van een regisseur. Maar de personen die wij moeten uitbeelden, moeten creëren, moe ten onze eigen creaties zijn! Wij geven ze, zoals wij ze zien, na ons in hun persoon en omstandigheden te hebben ingeleefd en over hun woorden te hebben nagedacht. Die uitbeeldingen zijn iets van onszelf. En terwijl wij ons in die personen, die wij moesten uitbeelden, hebben verdiept, heb ben wij onszelf verrijkt. "VSÜj hebben zijn opvattingen en zijn karakter en zijn om standigheden eerst tot de onze moeten maken. Niet voorgoed, gelukkig in heel heel veel gevallen niet voorgoed, maar voor enkele momenten, doch voldoende, om er ons zelf door te verrijken, om ons zelf een bredere kijk te geven, ons zelf open te stellen voor anderen. Dus steeds werk aan onszelf. Door het trachten van creatieve arbeid te leveren. Wij werken dus aan de ontplooiing van onze persoonlijkheid door onze beoefening van de toneelkunst. Maar komt hierbij dan ook niet onmil- dellijk de lerensbeschouwing aan het woord, waar het gaat om persoonlijkheids vorming? Zijn deze twee wel ooit te schei den? Als katholieken diensn wij deze vrije- tijds-besteding dus als katholieken te be oefenen. En we zijn de tijd toch wel lang voorbij, dat we hieronder verstaan, dat we dus alleen maar Heiligen-spelen voor het voetlicht mogen brengen. Toe kom, we we ten best, wat we er onder verstaan: de toneelkunst beoefenen als katholieken. Het katholiek zijn is nu eenmaal 't voornaam ste van heel onze persoonlijkheid. Het doordringt deze helemaal. We kunnen nu eenmaal niet anders dan in al onze uitin gen katholiek zijn. Als wij de kunst beoe fenen, beoefenen wij deze op de eerste plaats als katholieken. Toch vragen wij ons dikwijls af, wat dat r.-k. voor de naam van de vereniging de meeste leden van die vereniging te zeggen heeft. Laten wij ons dit eens eerlijk afvragen, nu wij bijna het einde van bet jaar be reikt hebben en voor een nieuw jaar staan. Wat heeft dat r.-k. het afgelopen jaar voor ons te betekenen gehad?

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1957 | | pagina 5