aan Vlaardingse
NERTSFOKKERIJ
VOOR DE ROMAN
LE BALLON ROUGE", film van 1951
Op de PLANKEN
PERSOONLIJKHEID
door creatieve arbeid
Handschoenen, viskoppen, opoffering en tenslotte deviezen
JACHT OP DE „BESTSELLER" IS FUNEST
Ontplooiing van
Eerste eis: Dierenvriend
Italië procentsgegrootste
leverancier van goede films
Rijp en groen
Nieuwe herdrukken
Hans Roest
Levensbeschouwing en
persoonlijkheids-
ontwikkeling
Hans van Bergen
".UiïïJt'yJ'' »V
ZATERDAG 28 DECEMBER 19=
PAGINA 5
Heeft u wel eens de pelsdiertjes gezien, die liet bont leveren voor
zo uiterst kostbare nertsmantels? De nertsen of minks, die in wilde
staat een zeldzame verschijning zijn en slechts voorkomen in het
hoge noorden van debewoonbare wereld? Bewoners van laar-
dingen behoeven daarvoor niet ver te gaan. Op de volkstuinencom
plex Zuidbuurt, pal achter boerderij Verkade, houdt de heer A. v. d.
Vaart uit de Prins Hendriklaan er een netsfokkerij op na. Bij velen
In Vlaardingen nog welbekend als de winnaar van de auto, de eerste
hoofdprijs van de tiende Altijd Prijs-actie. Het is een lust voor het
°og, deze aalvlugge diertjes gade te slaan. Hun prachtige pelzen zijn
nu op zijn mooist. Niet minder bekoort bun gracieuze, ranke bouw.
Het zijn schattige diertjes om naar te kijken, gelijk welpen van
heren, leeuwen of tijgers. Maar het zijn bepaald geen lieverds, om
«onder handschoenen aan te pakken, al wegen de grootste exem
plaren nog geen vier pond. Hun even bevallige als nietige ver-
Schijning is uiterst bedrieglijk. Ze zijn bloeddorstig en moordlustig,
^ant zij behoren tot de marterachtigen.
ALS EEN BLIKSEM
SCHICHT
Ook in Nederland
Het Piper Verlag, een der grootste uit
geverijen van West-Duitsland heeft
naar aanleiding van de jongste Frank
furter Buchmesse de noodklok voor de
roman geluid door de vraag te stellen:
hoe komt het toch, dat tegenwoordig
de roman een zo kort leven beschoren
is? Het verschijnsel is internationaal
en het verontrustende is, aldus Piper,
dat ook de romans „von Rang und
Qualitat", zelfs van wereldvermaarde
schrijvers, het niet lang uithouden en
vaak al na een jaar weinig of geen
belangstelling meer wekken. Piper
stelt de vraag, maar geeft geen ant
woord. Alleen meent de directie, dat
zij door de allergrootste kieskeurigheid
aan de dag te leggen en slechts de
beste boeken van de beste bekende of
debuterende auteurs te publiceren, een roman fonds van zo hoge kwaliteit kan vormen, dat eigenlijk
geen enkele lezer er aan voorbij kan gaan.
Natuurlijk slaan ook de schrijvers de ontwikkeling met zorg gade, doch merkwaardigerwijs staan zij
wèl met een antwoord op Pipers vraag klaar. Zij geloven, dat de internationale jacht op de
bestseller funest is voor de bestaansduur van de roman.
Dat is juist waarnaar wij streven: onze vrije tijd dienstbaar te
maken aan onze persoonlijkheidsontwikkeling. Onze dagelijks ver
plichte taak biedt ons hiertoe maar al te dikwijls bijna geen enkele
mogelijkheid. Dan staan we in dienst van de produktie. Vandaar dat
wij onze vrije tijd moeten benutten, om meer mens te worden, om
een persoonlijkheid te worden. Dit bereikt men niet door zich vol
te pompen met allerlei wetenswaardigheidjes, waarmee men anderen
soms overbluffen kan, maar door creatieve arbeid! Door zelf te
denken en zijn gedachten naar buiten te drukken in woorden of op
het papier, in spel en dans, of met het penseèl of op een muziek
instrument. Er zijn vele mogelijkheden. De beoefening van het
toneel is er één van.
Zó zag Stefan Andres het Italiaanse stadje Positano
i
In gevangen staat zij- ze allerminst
echuw. Integendeel, bijzonder nieuwsgierig
zeer agressief. Als een bliksemschicht
Kchieten zij toe op de vinger die men
J^aagt tegen de tralies te houden. Dan
somen hun tandjes bloot, die hun ver
bogen onthullen, dood en verderf te
baien onder veel grotere dieren. Het
kleine puntige bekje is gewapend met
vi®r lange vlijmscherpe hoektanden, met
punten als naalden. Tam zijn ze niet te
hijgen. Ook de fokker die ze met liefde
rijke verzorging heeft grootgebracht,
bijft angstvallig uit de buurt van hun
kaken. In de zeldzame gevallen, dat hij
moet grijpen, wapent hij zich met
sbeciale handschoenen en ook dan nog
®rijpt hij ze liefst alleen achter de hals
°f bij de punt van hun sierlijke lange
staarten.
Toch houdt een nertsfokker van zijn
gieren. Want wie geen dierenvriend is,
pehoeft niet aan een nertsfokkerij te
beginnen. Van een succesvolle nerts
fokker wordt, behalve groot vakman
schap, grote toewijding en liefderijke
Verzorging geëist. Hij moet 365 dagen
Van het jaar voor zijn dieren in de weer
iiin. Hij moet hen tweemaal per dag
Voederen en hen voortdurend op selec
te observeren, met in een bepaalde pe
riode van het jaar ook op hun pelsrijp-
ooid. Zorgvuldig zoekt hij zijn fokdieren
bit en brengt in de paartijd bepaalde
teven en reuen samen. Dat vereist veel
Vakkennis. De pelzen moeten gewaar
deerd worden op hun kwaliteit, op hun
kleur, grootte, elasticiteit, dichtheid, zij
deachtigheid, diepte en volume. Het
'gaat hierbij zowel om de bovenbeharingen,
de lange haren, begranning genaamd,
als om de onderbeharing, de onderwol,
alsmede de verhouding tussen begran
ning en onderwol. Bovendien bestaan er
•een groot aantal variëteiten, in de loop
jaren gefokt.
Geen koopje
L de natuur is de pels geschakeerd
j,?h lichtbruin tot zwart; de standaard-
'®Uren Al stammen de beste wilde
Artsen 'uit Canada, het zijn de Amerika
an geweest, die de stoot tot de nerts-
b'kkerij hebben gegeven. Deze heeft zich
'd Amerika snel en op grote schaal ont
wikkeld. Met thans bedrijven, die tien
duizenden dieren tellen. In 1932 begon
b^h daar met het fokken van varie-
'tem en thans onderscheidt men ruim
vpertig typen. Om maar enkele te noe-
bpn: de grijze platinum, de bruine pas-
jb, de antracietkleurige Aleution, de do-
b-nant (wit met zwarte vlekjes), de spier-
yVl'tte hedlunck, de helblauwe safier, de
blauwgrijze winterblue, de Siamese kat-
"peurige pearl, de goudbruine topaas,
pen nertsmantel vergt zestig tot tachtig
dllen van gelijke kleur. De prijzen van
deze warme en toch vederlichte bont
mantels lopen sterk uiteen.
Voor 13.000 kan men zich een Sa-
'er-nertsmantel aanschaffen. De meeste
'Sgen echter veel hoger dn prijs en voor
vlekkeloos witte nertsmantel wordt
120.000 en meer betaald. Alleen het
Sabelbont is nog kostbaarder, omdat
sab©ldieren nog zeldzamer zijn en de Ruis-
deze niet uitvoeren.
In ons land heeft de nertsfokkerij na
laatste wereldoorlog een grote vlucht
gnomen. Er zijn thans 500 tot 600 nerts-
akkers verenigd in de Ned, Vereniging
b°r fokkers van zilvervossen en andere
bandieren. Per 1 januari of 1 februari
zai deze naam worden omgezet in
J®d. Vereniging voor fokkers van edel-
Pclsdieren. De nertsfokkerij heeft die van
Zilvervossen steeds meer op de achter
mond gedrongen. De gezamenlijke stapel
de Nederlandse nertsfokkers kan tha
rond 80.000 dieren worden geraamd,
fokkerij Renard in Eist was de eerste en
,s de grootste met rond 9000 nertsen Tot
bekende nertsfokkers behoort Klaas
chenk, de coach van onze toprijders op
°kker Van der Vaart voedert op
i'.i'1 fokkerij een van zijn fokdieren,
een zwarte standaardreu.
kocht. De pelsen worden verhandeld op
de veilingen van Londen, New. York,
Stockholm en Kopenhagen enz. jéi.
Ook de Vlaardingse nertsfokker Van der - e"
Vaart heeft zijn dieren thans geselec-
teerd. In zijn hokken huizen nog slechts X
de dieren, waarmee hij door wil fokken. ■HMHR'
Hij heeft zijn dieren niet zelf gepelsd, WËÊÊ!ÊÊ!ÊSsiÈ%£* éSf 'i
maar ze daarvoor naar een bontverede- "SSl, f
■lingsbedrijf gezonden. Zijn pelsen zullen
in Londen worden geveild. aBp***Jb|||HMBII
Hij begon in 1954 met zijn fokkerij.
Met vier dieren, waarvoor hij 175,-
per stuk betaalde. Hij fokt met groot
succes. Want vóór de pelstijd enkele
maanden terug, bevolkten rond, 130 nert-
sen zijn hokken. Vrijwel alle eigen fokpro-
dukten. Maar het eist al zijn vrije tijd
p. Als hij 's morgens achter zijn bureau
bij Wilton Feijenoord plaats neemt, heeft
hij er reeds een tocht met zijn brommer ■•■4H|P|M|||B||M
naar zijn fokkerij opzitten, 's Morgens
en 's Avonds tussen half zeven en zeven I
uur. iedere dag van het jaar, kan men
hem daar zijn dieren zien voederen. Voer,
dat bestaat uit gemalen, vlees- en visaf- ]7en aantal uertsen, 'eereed voor ver
vat vermengd met tarwekiemen, lever-
biergist, beendermeel minerale zouten, zending naar een bontveredehngs-
levertraan en vitaminen. Hij betrekt zijn bedrijf voor het pelzenn der dieren.
trr»r van het Sehiedamse abbattoir en -
NOODKLOK
de schaats. De nertsfokkerijen zijn over
■ons gehele land verspreid, maar komen
het meest voor in Brabant, Limburg rond
Nijmegen en in Zd. en Nd. Holland. De
fokkerij neemt nog steeds toe. Er is on
langs een nieuwe kring Friesland
de drie noordelijke provincies omvattend
opgericht. De produ'ktie van de Neder
landse nertsfokkerijen gaat een belangrijke
deviezenbron voor ons land betekenen.
November en december zijn de pelsmaan
den. Dan worden de nertsen gepelsd,
voorzover zij niet voor eigen fok worden
bewaard of als fokdieren worden ver- Vaart behoort reeds enige tijd tot het
voer van het Sehiedamse abbattoir en
de Vlaardingse viszaken. In een vries
kast wordt het voer opgeslagen.
In februari-maart valt de paartijd. De
drachttijd duurt 52 dagen en in de eerste
week van mei valt de werptijd. Twee tot
tien per worp. De gemiddelde fofcproduktie
■is drie per nest. Die was dit jaar bij
fokker Van der Vaart 3,90. De fokker
■heeft het meest te stellen met de vraat
zucht der nertsen, waaraan soms zelfs
de jongen bij de geboorte naakt, blind
en zo groot als een sigaret niet ontko
men. Ook de paring geschiedt onder fik
se vechtpartijen, waaronder de pels niet
zelden heeft te lijden.
De nertsfokkerij van de heer Van der
bedrijf voor het pelzen der dieren,
worden geveild.
volkstuinencomplex Zuidbuurt, wat in
houdt, dat hij daar moet verdwijnen.
Officieel aa-n het eind van deze maand
reeds. Hij zoekt naarstig naar een uitwijk
mogelijkheid. Een nertsfokkerij vereist een
flink perceel grond in de buitenlucht
met aansluiting op het elektriciteitsnet
voor de vries- of koelkast. Waarschijnlijk
zal hij in Maassluis of Maasland belanden,
omdat het in de toekomst geheel volge
bouwde Vlaardingen geen ruimte Iaat voor
een nertsfokkerij, die, vanwege de „geur"
niet nabij d« bebouwde kom kan zijn
gelegen.
(Van onze filmredacteur)
De filmcriticus, die tegen het einde van het jaar plichtsgetrouw in zijn
archieven duikt om het traditionele overzicht te gaan schrijven van de
cinematografische produkten, die in de afgelopen twaalf maanden hier te
lande in vertoning zijn gekomen, zal tot zijn schrik ontdekken, hoezeer de
mens geneigd is tot generaliseren.
Afgaande op de indrukken, die hele reeksen middelmatige en minder
dan middelmatige films, slechts nu en dan afgewisseld door een film van
formaat, bij hem hebben achtergelaten, heeft hij al bij voorbaat de
'conclusie getrokken, dat „het dit jaar weer niets met de film is geweest".
Maar als hij de besprekingen nog eens doorbladert, die in de loop van
1957 zijn verschenen, ontdekt hij tot zijn verrassing en vreugde dat de
kwantiteit van de kwaliteitsfilms toch eigenlijk wel meevalt.
Daarbij blijkt Italië percentsgewijze de grootste leverancier van goede
films te zijn geweest, maar de eer van de beste film van het jaar te hebben
geleverd komt toe aan de Franse cineast Albert Lamorisse, die met „Le
Ballon Rougeeen filmfantasie schiep, zoals er helaas maar uiterst zelden
op liet witte doek wordt vertoond om de eenvoudig reden, dat geest en
fantasie uit de mode zijn geraakt en verdrongen door hysterie en seksuali
teit, misdaad en sadisme, sensatie en rock 'n' roll.
bewonderenswaardige synthese is tussen
het Italiaanse neorealisme en de poë
tische romantiek.
Indrukwekkend van opzet en uitwerking
was ook Jules Dassin's „Hij. die sterven
moet" een film, die ondanks enkele te
kortkomingen alle aandacht verdient.
Het aanstaande moederschap en de
pijnloze bevalling werden op waardige
wijze behandeld in „Het Wonder der Ge
boorte" („De Pijnloze Bevalling"), en
in de speelfilm .De Glorie van het Moe
derschap" van Jean-Paul le Chanois.
Stefan Andres met zijn kleindochter
Maar laten we eerst eens de Nederland
se filmprestaties van 1957 bekijken.
Het hemd is tenslotte nader dan de rok
al bleek dat hemd niet lelieblank te zijn,
toen enkele filmcritici meenden door mid
del van een open brief de vuile was
buiten te moeien hangen. Deze open
brief en de felle reacties, die erop volg
den, zijn vrijwel de enige sensaties al
thans op het gebied van de speelfilm, die
We hier te lande in 1957 hebben beleefd.
Films als „Kleren maken de man", „De
Vliegende Hollander" en „Stranding" zijn
niet bepaald produkten om trots op te
zijn, al is de eerste volgens het filmbe
drijf een commercieel succes en al wordt
er aan de laatste waarmee Louis van
Gasteren demonstreerde, dat hij heus wel
weet wat film is, nog altijd druk gedok
terd.
Daarentegen kunnen we, afgezien van
vele knappe reclamefilms, die we hier
buiten beschouwing laten, al zo enkele do
cumentaire films opsommen die de
aandacht me dan waard zijn: „Rem
brandt, schilder van de mens", een bij
zonder knappe kleurenfilm van Bert
Haanstra, die met zijn camera het
oeuvré van de grote schilder aandachtig
en mediterend aftast, „Een leger van
gehouwen steen" ,een stijlvolle en mo
numentale documentaire van de Amster
damse cineast Theo van Haren Noman,
„De Morgenster", een filmdicht van Char
les Huguenot van der Linden over de
vuilnisbakkenschuimer in het Amster
damse straatbeeld en „last but not least"
„De Stoute Schoenen", een stom. niette
min veelzeggend propagandafilmpje voor
de Nederlandse Blindenbond van de Haag
se filmer Piet van der Ham.
Hollywood, kwantitatief nog altijd de
grootste leverancier van belicht cellu
loid, heeft dit jaar een nieuw onderwerp
gevonden, dat tot vervelens toe kan -
én zal - worden uitgemolken: dat van de
verslaving aan verdovende middelen. Dit
onderwerp was oorspronkelijk verboden
volgens de „Code" waaraan alle grote
Amerikaanse filmmaatschappijen zich
vrijwillig onderwerpen. Een jaar geleden
echter verbrak Otto Preminger met „The
Man with the Golden Arm" de kluis
ters en sindsdien zijn de bepalingen van
de Code wat verzacht, waarna tal van
andere films o.a .„Monkey on my back"
volgden, maar al te diep durfde men
nog niet op de zaken ingaan.
Gedurende het afgelopen jaar heeft
echter Fred Zinnemann, een der meest
begaafde regisseurs, die Hollywood op
het ogenblik telt, een nieuw hoofdstuk
in de serie over de verslaafden aan ver
dovende middelen ingeluid met zijn film
„A Hatful of Rain" („Narcotica"), die
uitmuntte door realiteit, een rake type
ring en vermijding van alle melodrama
tische affecten. Bijzonder knap verfilmd
was ook het door Reginald Rose geschre
ven verhaal „Twelve Angry Men" („De
12 Gezworenen"), waarin de voor- en na
delen van de Amerikaanse jury-recht
spraak worden behandeld. Buiten ver
wachting geslaagd en getuigend van goe
de smaak en beheersing was de ver
filming van Irving Stone's „best-seller"
„Lust for Life", die hier te lande werd
vertoond onder de titel „Het leven van
Vincent van Gogh" Verder herinneren
we aan films als „Morgen zal ik huilen",
„Anastasia", „Oorlog en Vrede", „The
Spirit of St. Louis" en „De Hel der Ver
lorenen"
Een film, waarin het sociale arbeiders
probleem en het recht tot staking
door een onbekende regisseur. Herbert
J Biberman, op verdienstelijke wijze
wordt behandeld, is de film „Het zout
der Aarde", die het niet verder bracht
dan e«n Amsterdamse première, doch die
onlangs op het televisiescherm werd ver
toond, terwijl het rassenprobleem in de
film „Eiland in de zon" door Robert
Rossen aan de orde wordt gesteld.
Van de komedies verdient de onlangs
in vertoning gekomen film ,Full of Live
meer dan gewone aandacht terwijl men
„De trein van 10 over 3" tot het betere
genre Westerns kan rekenen.
Op het gebied van muziek- en show
films is Hollywood nog steeds niet te
overtreffen. We herinneren slechts aan
„Oklahoma". „Theehuis voor Tobiki" de
hier te lande fel omstreden „Guys and
Dolls", „Pyama Parade" en Funny
Face". Dat een Nederlander, Wim Son-
neveld in een dergelijke film namelijk
,Silk Stockings" een belangrijke rol te
vervullen heeft gekregen, is tot slot het
vermelden wel waard.
Naast een serie sentimentele of sen
sationele melodrama's onthaalden de Ita
lianen ons in het afgelopen jaar op „De
machinist", waarmee regisseur Pietro
Germi een nieuwe en fraaie bloem toe
voegde aan de krans van veristische
films, die de na-oorlogse Italiaanse film
industrie siert. Belangrijk om de rake
wijze, waarop feiten uit het alledaagse
]even op de filmband werden vastgelegd,
waren ook „Boezemvrienden" van Franco
Rossi, „II Tetto" van Vittorio de Sica
en „Vaders en Zonen" van Mario Mo-
nicelli.
Herinneringen uit de oude (film)doos
werden door Luigi Comencini opgehaald
in „Het Dromenkoffertje". Frederico
Fellini tenslotte maakte met „De Nach
ten van Cabiria" een gave en boeiende
film, die door het Katholiek Filmbureau
om haar waardevolle strekking werd on
derscheiden.
De Fransen hebben het dit jaar, overi
gens zonder veel artistiek succes, weer
gezocht aan de zelfkant van het leven
met films als „La Rue des bouches pein-
tes" („De Straat der Geverfde Lippen")
„Marchands de filles" („Handelaren in
Meisjes") en ,La Loi des Rues" De
wet van de Straat")
Een cinegrafisch meesterwerk leverde
daarentegen Robert Bresson met .Een
terdoodveroordeelde pntsnopt". een ge
dramatiseerd relaas van de historische
vlucht van een Franse luitenant uit de
gevangenis van Montluc.
De oude René Clair vond men terug
in de film „jPorte des Lilas", die een
De Britse filmindustrie die vooral haar
heil zocht in films als „De Hemelbestor
mer", „De Ondergang van de Graf Spee"
„Vuur over de Jang Tse" en „I'll met
by moonlight"', die episodes uit de
laatste wereldoorlog in beeld brachten,
is in het afgelopen jaar niet erg geluk
kig geweest. Groots opgezette films als
„The Prince and the Showgirl" van Sir
Laurence Olivier en „Saint Joan" van
Otto Preminger beantwoordden niet aan
de verwachtingen. Alleen een komedie,
nog afkomstig uit de helaas gesloten
Ealing-studio's en geregisseerd door bet
fameuze duo Sidney Gilliat en Frank
Launder alsmede „De Fatale Brug", naar
een verhaal van Graham Greene, kwamen
boven de middelmaat uit.
De Duitsers hebben het voornamelijk
gezocht in een vlucht van de harde wer
kelijkheid naar een operettewereld van
zang, muziek en romantiek, waarvan ti
tels als „Kaisermanöver", „Sissi de jonge
keizerin", - „Tiroler Blut", „Rosen aus
dem Süden", „Königswalzer'',, „Du bist
Musik", „Kaizerball", „Der Bettelstu-
dent", „Don Kozakkenlied" en „Schwarz-
waldmelodie" getuigen
Uit Spanje kregen we twee films te
zien, maar die waren dan ook allebei
van zeldzaam goede kwaliteit: „Pepote
kind van de straat" van Ladislao Vaj-
da en „Calabuig", een verrukkelijke en
levensblije komedie van Luis G, Berlanga.
Van de overige landen, waaruit slechts
een zeer beperkt aantal films in het af
gelopen jaar ons land bereikte, noemen
we Japan met „D® Poort van de Hel",
Rusland met „De Eenenveertigste"
Zweden met ,De Spullebaas" en ,De
Zevende Hemel" en Joego-Slavië met
„Twaalf uur angst"
De verschillende Engelse en Duitse schrij
vers, die ik over het probleem sprak,
waren het hierover eigenlijk wel met el
kaar eens. Verscheidene uitgevers in
Europa hebben het Amerikaanse systeem
overgenomen om veel Tomans te publi
ceren. in de hoop dat er een bestseller
onder zou zitten die met één slag enorme
winsten (ook van de film) oplevert.
Niemand kan van te voren berekenen
of een boek een bestseller zal worden of
niet; de gekste en meest onlogische en
onverwachte factoren tellen er bij mee.
Het inferieure boek maakt even goed
kans als een serieus werk vaak zelfs
een betere.
Daarom zal zo'n uitgever rijp en groen
publiceren. Slaat het boek niet in, dan
verliest hij er direct alle belangstelling
voor en begint een nieuwe reeks, in de
hoop dat daar een hoge troef bij zit. Zo
verdwijnt het kunstwerk nog voordat het
een redelijke kans heeft gehad. Ingewij
den in de V.S. hebben zelfs gesproken
van „onderwerreld-praktijken" in de
Amerikaanse uitgeverswereld.
Gelukkig is het systeem in ons land
nog nieuw en wordt slechts door enkelen
toegepast. Onze serieuze uitgeverijen ste-1
ken gunstig bij buitenlandse voorbeelden j
af. In Duitsland bijvoorbeeld is, naar
men mij heeft aangetoond, de Amerl-1
kaanse tendens al bespeurbaar. Of an-
ders gezegd; zijn de gevolgen voor de
schrijvers terdege voelbaar. Auteurs van
naam halen met voortreffelijk werk somsi
niet meer dan één enkele druk en j
dan nog niet eens een grote, vooral niet j
als men 'het taalgebied in aanmerking j
neemt.
De uitgeverij Piper, die dus niet mee-
doet. beantwoordt de door haarzelf ge-
stelde vraag zoals gezegd niet met woor-!
den, doch met daden. Zo heeft zij zojuist
een bundel verhalen van de grote katho
lieke schrijver Stefan Andres uitgegeven.
„Positano" verhalen uit een stad aan
de zee. Andres heeft lange tijd in Po
sitano gewoond en deze herinneringen
aan eenvoudige mensen 'in een door zon
overgoten paradijselijk oord, zijn vol leven
en kleur.
Het boek is voer bewonderaars van Ste
fan Andres een te aantrekkelijker be
zit aangezien het zestien tekeningen van
de hand van de schrijver bevat. Deze te
keningen hebben groter waarde dan al
leen maar die van een curiositeit; zij ver
raden een meer dan gewoon talent.
Als men de Nederlandse herdrukken van
het afgelopen jaar overziet, dan schijnt
er wel reden te zijn voor een vrij opti
mistisch geluid over de toekomst van de
roman in ons land. Zo lang Em. Que-
■rido's Uitgeversmij. te Amsterdam
om een sprekend voorbeeld te noemen
de Salamanderserie voortdurend aanvult
en uitbreidt met goede, verantwoorde
titels, moet er toch wel belangstelling
voor bestaan.
Er zijn zojuist weer vijf nieuwe deel
tjes verschenen. „De winterkraaien" is
een knappe raamvertelling van Aar van
der Werfhorst. Dit boek vol sfeer, waar
in boeiende gebeurtenissen de levens
van zeven lotgenoten ontvouwen, is deze
herdruk zeker waard.
„Orkaan bij nacht" ongetwijfeld een va-n
Albert Helman's beste romans, beleeft
thans zijn vijfde druk dat zegt toch
wel iets. En dat ook van Clement Rich
ters verrukkelijke roman „Ti-Coyo en zijn
haai", voortreffelijk vertaald door Hel
man, een herdruk nodig was. geeft ook
al reden tot voldoening.
Een boek vol verrassingen dat is
„Avontuur met Titia", de roman in brie
ven van Henriëtte van Eyk en S. Vest
dijk. Het is een der bestgeslaagde boe
ken, door twee verschillende (en in dit
geval: hoe verschillende!) auteurs ge
schreven. Als decor geldt het Rijksmuseum
en tegenover vele bespiegelingen staan
zonderlinge fantasieën daar heeft Hen
riëtte van Eyk wel voor gezorgd, en
Vestdijk heeft het spel kennelijk met
plezier meegespeeld.
Ja. deze herdrukken geven de burger
moed. Wij weten hier blijkbaar toch nog
wel goede romans te lezen, ook al zijn
die niet direct gloednieuw. Er zijn uitge
vers, die goede romans durven herdruk
ken en daar dan ook nog een zeer be
langrijke nieuwe verschijning (Kafka's no.
vellenbundel „Beschreibung eines Kam
pfes", onder de titel „De Chinese muur
en andere verhalen") aan toe voegen.
Zij verdienen succes, want 'het gaat om
ernstige dingen.
Zelf doen. Iets van zichzelf trachten te
geven. We menen "-vel, dat wij hiermee
het begrip van creatieve arbeid het meest
benaderd hebben. Zijn gedachten en ge
voelens uitdrukken naar buiten in de stof,
in een bepaalde stof. Bijvoorbeeld in het
woord. Dus eenvoudig in een gesprek. En
hiermee bedoelen wij niet een gesprek
over de buurvrouw, die vandaag weer ru
zie heeft gehad met de slager over een
onsje vlees dat zij besteld had. maar dat
naar haar mening te vet was. maar een
gesprek over opvattingen, over ideeën,
waarin eigen gefundeerde meningen naar
voren komen.
We weten wel: dergelijke gesprekken
komen er niet veel voor in de huiskamers,
want om dergelijke gesprekken te kunnen
voeren moet men wel degelijk over eigen
gefundeerde meningen beschikken. En
hierin schuilt de waarde van de creatieve
arbeid. Er heeft een wisselwerking plaats.
Om te creëren, om te scheppen, moet
men eerst zelf Iets zijn. En terwijl men
tracht te creëren, wordt men iets.
Terwijl men zijn meningen, zijn opvat
tingen tracht te geven, vormt men zijn
mening en opvatting. Men gaat dus na
denken! Zelf iets meer worden! Men
tracht zich meningen eigen te maken, om
deze te kunnen uiten.
Dus door creatieve arbeid, of laten we
ons liever nog voorzichtiger uitdrukken:
Door het trachten van creatieve arbeid te
leveren werkt men bewust of onbewust
aan zichzelf. Want m»n kan niet geven
wat men niet heeft en daarom tracht men
bewust of onbewust Iets te worden, om te
kunnen geven.
Wij zouden bedoelde creatieve arbeid
kunnen bereiken door het vormen van ge.
sprek-clubjes. De een of ander houdt dan
eerst een inleiding, waarop een debat
volgt.
Vele zijn de mogelijkheden. De beoefe
ning van he\ toneel is er één van. Want
ook hier zijn wij zelf werkzaam, al ge
schiedt het geheel dan onder leiding van
een regisseur. Maar de personen die wij
moeten uitbeelden, moeten creëren, moe
ten onze eigen creaties zijn! Wij geven ze,
zoals wij ze zien, na ons in hun persoon
en omstandigheden te hebben ingeleefd en
over hun woorden te hebben nagedacht.
Die uitbeeldingen zijn iets van onszelf. En
terwijl wij ons in die personen, die wij
moesten uitbeelden, hebben verdiept, heb
ben wij onszelf verrijkt. "VSÜj hebben zijn
opvattingen en zijn karakter en zijn om
standigheden eerst tot de onze moeten
maken. Niet voorgoed, gelukkig in heel
heel veel gevallen niet voorgoed, maar
voor enkele momenten, doch voldoende,
om er ons zelf door te verrijken, om ons
zelf een bredere kijk te geven, ons zelf
open te stellen voor anderen.
Dus steeds werk aan onszelf. Door het
trachten van creatieve arbeid te leveren.
Wij werken dus aan de ontplooiing van
onze persoonlijkheid door onze beoefening
van de toneelkunst.
Maar komt hierbij dan ook niet onmil-
dellijk de lerensbeschouwing aan het
woord, waar het gaat om persoonlijkheids
vorming? Zijn deze twee wel ooit te schei
den?
Als katholieken diensn wij deze vrije-
tijds-besteding dus als katholieken te be
oefenen. En we zijn de tijd toch wel lang
voorbij, dat we hieronder verstaan, dat we
dus alleen maar Heiligen-spelen voor het
voetlicht mogen brengen. Toe kom, we we
ten best, wat we er onder verstaan: de
toneelkunst beoefenen als katholieken. Het
katholiek zijn is nu eenmaal 't voornaam
ste van heel onze persoonlijkheid. Het
doordringt deze helemaal. We kunnen nu
eenmaal niet anders dan in al onze uitin
gen katholiek zijn. Als wij de kunst beoe
fenen, beoefenen wij deze op de eerste
plaats als katholieken.
Toch vragen wij ons dikwijls af, wat dat
r.-k. voor de naam van de vereniging de
meeste leden van die vereniging te zeggen
heeft.
Laten wij ons dit eens eerlijk afvragen,
nu wij bijna het einde van bet jaar be
reikt hebben en voor een nieuw jaar staan.
Wat heeft dat r.-k. het afgelopen jaar
voor ons te betekenen gehad?