commentaar
PLATLAND
BOLLAND...
Hel raadsel van de dimensies
WINTER
DE
WIELEN
Van
IN NAPELS
TUSSEN
Appèl
naar
Zetel
Bonafide
ZATERDAG 11 JANUARI 1958
Merkwaardig boek ais leidraad bij
reis-in-gedachten door de ruimte
STEL U VOOR, een uitgestrekt plat vlak, waarin zich platte
meetkundige figuren in alle richtingen kunnen bewegen, onge
veer als schaduwen, maar hard en met lichtende randen. Dit is
Platland met zijn bewoners. Men kent er alleen lengte en breed
te. Elke zinspeling op „hoogte" brengt hier een wereld van on
begrip met zich mee: de bewoners zijn leergierig en intelligent,
maar het begrip „derde dimensie" gaat ver uit boven hun „plat
te" bevattingsvermogen.
Gekroonde ruimte
Ongelukkige schepsels
De Platlanders volgen deze
theorie en merken op, dat een
overbol, een vier-dimensionaal
overlichaam dus, door een
drie-dimensionaal lichaam
wordt begrensd.
Dat zal wel zo zijn, zegt de
Bol dan, maar dat kan ik mij
natuurlijk niet voorstellen, zo
als u zich dat bohoppervlak
niet kunt voorstellen.
RUST ONDER DE
WARME ZON
NAPELS, december 1957
UET heeft hier gesneeuwd.
En dat is sinds de dagen
van de Bourbons niet meer
voorgekomen. Dit laatste is
van belang, want voor de Na-
politaan is alles terug te voe
ren tot de regering, van' de
werkloosheid en de bittere ar
moede tot en met het slechte
weer.
ooooooqooooooqoooqgooooooooooooooooooqoooooQ,
„PORTRET" VAN NEDERLANDSE
AUTO VERDWENEN
GAS GEVEN VÓÓR HET
SLAPEN GAAN?
KREDIETBRIEF BIEDT MEER
ZEKERHEID
De Europese Economische Gemeenschap en
Euratom komen thans op gang. De langdurig
voorbereide verdragen tussen de zes landen, die al
eerder de Kolen- en Staalgemeenschap aangingen,
zijn op 1 januari in werking getreden en in de
afgelopen week zijn, zoals bekend, de commissies
gevormd, welke deze gemeenschappen moeten lei
den en tot ontplooiing brengen.
Het is een beproefde gouvernementele gewoonte
in Europese aangelegenheden om nooit een stap
te zetten zonder eerst voor de een of andere moei
lijkheid halt te houden. Nu men het eens was ge
worden over de voorzitters en leden der onder
scheiden Europese instellingen en bovendien over
de wenselijkheid om deze instellingen op één
plaats te vestigen, heeft men in ieder geval nog
enige besluiteloosheid willen reserveren inzake de
vraag, waar dit Europese centrum zou komen te
liggen.
Hieruit onmiddellijk weer tot een gebrek aan
Europese geest bij de respectieve regeringen te be
sluiten, zoals hier en daar gedaan is, gaat ons wat
ver. Zó on-europees is 'het nu ook weer niet om
nog eens extra om deze zetel te willen dringen,
ook al zou dat niet louter uit gastvrijheid gebeuren.
Wat daarvan zij, de jacht is nog volkomen open.
Er is even de indruk gewekt als zou de heer Bech,
die voor het verder verblijf van de K.S.G. in
Luxemburg heeft gevochten, zich tenslotte hebben
laten „uitkopen", maar gisteren heeft hij doen blij
ken, dat hij nog volledig als kanshebber wenst te
worden aangemerkt.
Uiteraard moeten bij de keuze van de zetel geen
nationalistische motieven meespelen. Iets anders
is of daarbij geen rekening mag worden gehouden
met de taaie kracht van deze gevoelens. Dit laatste
levert zeker een argument voor het standpunt om
de zetel niet in de hoofdstad van één der drie grote
partners onder dak te brengen. Er is gepleit voor de
combinatie Straatsburg—Kehl een door de Rijn
tevens de FransDuitse grens gescheiden ag
glomeratie, welke de FransDuitse verzoening zou
symboliseren en tevens de Europese traditie van
Straatsburg zou voortzetten. Het denkbeeld is zeer
sympathiek behalve wellicht voor degenen die
er moeten werken en die, evenals thans in Luxem
burg reeds het geval is, wel eens wat ruimere mo
gelijkheden willen hebben, dan een flinke provin
ciestad kan bieden.
De Belgen tenslotte hebben Brussel voorgesteld.
En misschien is dat nog de beste keuze. Nationa
listische tegenkrachten zijn van de kant der Be
nelux niet te duchten. Haar totale kwantitatieve
Invloed in de twee nieuwe parlementaire lichamen
weegt bovendien niet on tegen die van één der
grote broers. Het politieke klimaat in de lage lan
den kan er wellicht toe bijdragen, dat „de groten"
ongevoelig zullen blijven voor de verleiding om
hun nationale belang te laten prevaleren of om,
met elkaar, over de kleintjes heen te stappen. Zo
dat werkelijk het gemene Europese welzijn in de
nieuwe gemeenschappen tot hoogste richtsnoer
dient.
Toen enkele maanden geleden de Algemene R.-K.
Ambtenarenvereniging door de K.A.B. voor de
keuze gesteld werd, de bestaande solidariteitsbin-
ding om te zetten in een volledige binding of elke
band te verbreken, heeft de ARKA niet tot vol
ledige binding kunnen besluiten, met als conse
quentie een breuk. Onder het motto: één steike
katholieke organisatie van overheidspersoneel
heeft toen de wél volledig bij de K.A.B. aangeslo
ten Katholieke Bond van Overheidspersoneel (die
over het algemeen weekloners organiseerde en de
ARKA maandloners) ook de terreinafbakenings
afspraak met de ARKA per 1 januari 1958 opge
zegd. De KABO heeft dus vanaf 1 januari j.l. haar
poorten voor het gehele katholieke overheidsper
soneel opengezet. De ARKA van haar kant zal dit
ook gedaan hebben.
Hoezeer sommige deze gang van zaken wellicht
betreuren, onrustbarend zou zij op zich niet hoe
ven te zijn, ware het niet, dat van de zijde van
KAB en KABO destijds reeds uitlatingen kwa
men, die het geheel in een ander licht plaatsten.
Wij hebben daar in oktober uitvoerig bij stil ge
staan, omdat hier door de katholieke vakbeweging
wordt getracht de democratische vrijheid, die zij
voor zich zelf opeist, door machtspolitiek een
voudig aan anderen te ontnemen.
Geheel in deze lijn proclameert de KABO zich
in het jongste nummer van de „KABO-Posttot
„de enige bonafide organisatie van katholiek over
heidspersoneel". Hierover aangevallen, omdat dit
zou impliceren, dat de ARKA malafide is, repli
ceert de KABO, dat het zo niet bedoeld is; het is
nu eenmaal in haar kringen gewoonte geworden
over zichzelf als „bonafide" te spreken. Maar zo
als iemand, die onbehoorlijke taal uitslaat zichzelt
niet verontschuldigt door de verklaring, dat het
nu eenmaal zijn gewoonte is geworden, zo ook
doet de KABO met haar nadere uiteenzetting blij
ken, dat het kwaad nog dieper zit. Het is niet een
incidentele „slip of the pen", het is een ingewor
teld euvel.
Inderdaad, de arbeidersvakcentralcn hebben de
gewoonte aangenomen, zich zelf het epitheton
„bonafide" te geven, niet alleen ter positiebepa
ling tegenover het E.V.C. zoals het ongetwijfeld
begonnen is maar geleidelijk ook ten opzichte
van elke andere organisatie, die zich voor belan
genbehartiging of vertegenwoordiging aanmeldde
en die niet tot de eigen kring behoorde. Daarmee
werd zo'n organisatie dan tot „categoraal" bestem
peld, hetgeen eigenlijk wil zeggen „ondermijnend",
maar dan ondermijnend de macht van de centrale,
hetgeen niet iedereen direct door heeft.
Bovenstaande is nog maar een klein symptoom
van een situatie waarin de organisatievrijheid van
werknemers steeds meer wordt ingekrompen en
de vrijheid en verscheidenheid van meningsuiting
steeds minder kans krijgen.
Wij zijn bepaald niet tegen bundeling van krach
ten, maar bundeling hoeft niet opslokking te be
tekenen. Samenwerking in vrijheid is waardevol
ler te achten dan eenheid onder dwang.
Het beroep, dat dezer dagen vanuit het Hilver-
sumse raadhuis is uitgegaan naar het geweten van
het Nederlandse volk, kwam wel op een bijzonder
actueel tijdstip. De woningnood is nog steeds volks
vijand nummer 1 en dreigt die twijfelachtige eer
langer te houden nu de Indonesische landgenoten
in steeds groter getal uit de gordel van smaragd
wegtrekken, omdat zij uiteindelijk in hun officiële
vaderland meer een vaderland zien dan in het
officieuze.
En ook door geboorte groeit de bevolking bin
nen de Nederlandse grenspalen in steeds sneller
tempo, zodat het de vraag is of het voor de ko
mende jaren geplande aantal van 80.000 woningen
per jaar wel voldoende zal zijn om de achterstand
in te halen en tevens het huwelijksaccres op te
vangen. En nog steeds is niet overtuigend bewe
zen, dat bedoeld aantal woningen ook werkelijk
gerealiseerd zal worden. De subsidie-regeling, die
op meer bouw in de particuliere sector mikt moge
sympathiek zijn, zij laat een kans open, dat het
streef-aantal 80.000 niet zal worden gehaald.
Een appèl aan het Nederlandse volk om waar
mogelijk te helpen, in begrip en genegenheid de
nood op te vangen die de jongere generatie ont
moet is dus volkomen op zijn plaats. Docli ander
zijds willen wij niet enkel het ministerie voor
volkshuisvesting maar het gehele kabinet verzoe
ken moedig en met voorbijgaan van alle minder
belangrijke desiderata van het regeringsbeleid te
blijven streven naar een zo snel mogelijke oplos
sing van de nationale crisis, die woningnood ge
noemd wordt.
Aan dit Platland werd ongeveer
zeventig jaar geleden door de En
gelsman dr. Edwin A. Abbot, een
roman gewijd en thans heeft dr. D.
Burger uit Rotterdam een werk
samengesteld waarin hij op dit
gegeven heeft doorgeborduurd. De
opzet van Platland, zegt hij in zijn
inleiding, is een didactische vondst
van buitengewone waarde. In de
vorm van een roman worden door
een bewoner van Platland zelf,
een vierkant, de moeilijkheden uit
eengezet, die er voor hem bestaan,
om zich een derde dimensie lood
recht op zijn wereld voor te stellen.
Door analogie komt de lezer dan
tot het inzicht van een vierde af
meting, loodrecht op onze drie-di
mensionale ruimte. Platland voert
de lezer tot het begrip vierde di
mensie, maar brengt hem ook niets
verder. Hij geeft hem slechts een
inzicht, dat men zich een vierde
richting kan denken, loodrecht op
de drie richtingen, die in onze we
reld mogelijk zijn. In de tijd, dat
Abbot het schreef was dit zeker
voldoende, omdat de vierde dimen
sie ook toen niet meer dan een wis
kundige denkbaarheid was, aldus
dr. Burger. Hij had natuurlijk wel
verder kunnen gaan en in zijn ro
man de allereerste beginselen van
de niet-Eucli-dische meetkunde
verwerken, maar hij heeft zich wij
selijk weten te beperken en die
afwijkende meetkunden waren ook
nog niets anders dan een spel voor
onze wiskundigen.
Nu evenwel is men tot het besef
gekomen, dat onze ruimte niet van
een zo eenvoudige constructie is,
al£ men door de eeuwen had ge
dacht. Onze ruimte is gekromd in
een voor ons niet waarneembare
richting en, nog vreemder, deze
ruimte is bezig uit te zetten. Een
lezer, die een boekje over de ruim
te in handen krijgt, wenst van de
ze dingen natuurlijk ook op de
hoogte gebracht te worden. Daar
om kan Platland thans niet meer
bevredigen.
In plaats van een geheel nieuwe
samenleving in een platte wereld
uit te denken, heeft de auteur het
juister geoordeeld zijn verhaal een
vervolg te doen zjjn op Platland,
de roman, die in Nederlandse ver
taling in onze eeuw niet meer Is
herdrukt, maar in verscheidene
grote bibliotheken aanwezig is.
Zijn boek heet Bolland en aan do
lezer van deze nieuwe fantasie
wordt een inzicht gegeven in de
mogelijkheid, dat een ruimte gebo
gen kan zijn en dat die ruimte kan
uitdijen. De schrijver heeft zich
voor de gebogen wereld tot een
bolvormige ruimte beperkt, van
daar, dat men in het hoek kennis
maakt met de Bol.
De beschrijving van het leven der
Platlanders is ongetwijfeld inte
ressant. Er heerst in dit land een
zwakke zwaartekracht in een rich
ting die men zuid noemt. Die aan
trekkingskracht stelt de bewoners
:n staat, zich te oriënteren. De v^1-
wassen bewoners zijn ongeveer 90
cm lang. De vrouwen hebben de
vorm van een rechte lijn, waar
aan haast geen breedte is te be
speuren, de mannen zijn driehoe
ken of veelhoeken. De minst ont
wikkelden hebben de vorm van
zeer puntige, gelijkbenige driehoe
ken met een basis van nog geen
centimeter en opstaande zijden van
ongeveer dertig centimeter. Hun
tophoek is dus zeer klein en omdat
die de hersenen bevat (en daarom
ook wel „breinhoek" wordt ge
noemd) is het duidelijk, dat zij de
minst begaafden zijn. Naarmate het
geslacht vooruit gaat, wordt de
tophoek groter, zodat er meer
plaats komt voor de hersenen. Bi)
behoorlijk gedrag heeft elk volgend
geslacht, een tophoek, die een halve
graad groter is: door misdragingen
of erger kan men evenwel een of
meer trappen langs de maatschap
pelijke ladder terugglijden. Als ein
delijk een tophoek van zestig gra
den is bereikt, wordt dit door de
daarvoor ingestelde Gezondheids-
en Kastenraad geverifieerd. Nu
gaat de ontwikkeling snel. Als het
aantal zijden van een wezen zo
groot wordt, dat het op een cirkel
gaat lijken, wordt het opgenomen
in de hoogste stand, de priester
stand, waartoe alle hoogwaardig
heidsbekleders behoren. Aan hel
hoofd daarvan staat de Opper-cir-
kel-
De vrouwen in Platland zijn ovc
het algemeen ongelukkige schep
'els. Haar uiterst dunne top maak)
dat zij weinig hersens hebben. Da a
zij naaldscherp zijn, is een botsin'
met haar op slag dodelijk. Er zijr
dan ook wettelijke bepalingen ge
maakt, waaraan zij zich hebben t,
onderwerpen. Elk huis heeft eer
brede mannendeur en een kleinr
vrouwendeur. Op straat moeten dt
dames voortdurende een bepaalde
waarschuwingskreet laten horen
Dames die verkouden zijn, lijden
aan St.-Vitusdans of stuipen, wor
den terstond ter dood gebracht. Zij
vormen, in Platland, een voortdu
rend gevaar voor de mannen.
In dit platte vlak dus, waar her
kenning van de wezens onderling
geschiedt door middel van betas
ting van elkanders hoeken, maakt
men kennis met de Bol. De ver
schijning hiervan is al een sensa
tie, want de Bol arriveert als een
klein cirkeltje, dat steeds groter
wordt, tot de grootste doorsnee van
de Bol in het vlak van Platland ligt.
Bol legt de Platlanders uit, dat zij
niet leven op een recht vlak, maar
op een gebogen vlak.
„U weet," zegt de Bol, „dat een
cirkel een oppervlak is van twee
dimensies dat door een kromme
lijn, een cirkellijn van een dimen
sie wordt begrensd. En zo is in
Ruimteland een bol een ding van
drie dimensies, dat door een op
pervlak, een boloppervlak van
twee dimensies wordt begrensd.
Het is, in dit boek, allemaal een
kwestie van voorstellen en het
prettige daarbij is, dat de schrijver
erin slaagt, de lezer in dit land vol
voorstellingen stevig bij de hand
te nemen.
De auteur heeft zich voor de ge
bogen wereld tot een bolvorm be
perkt en de mogelijkheid van alle
andere krommingen buiten be
schouwing gelaten. Hij heeft met
geen woord willen reppen over po
sitieve en negatieve krommingen
en evenmin is ter sprake gekomen,
hoe wij ons onze eigen ruimte nu
wel moeten voorstellen. Ook de
vraag ,of de problemen van de re
lativiteitstheorie ook in roman
vorm zouden kunnen worden be
handeld, heeft de schrijver angst
vallig buiten zijn gedachtensfeer
gehouden.
„Ik zal tevreden zijn, wanneer
de lezer, bij hef kennisnemen van
dit boek een klein gedeelte van het
genoegen beleeft, dat ik bij het
schrijven heb genoten," zegt dr.
Burger in zijn inleiding en daarmee
onthult hij, wat zijn intenties zijn
geweest bij het creëren van zijn
serie scherpzinnig uitgedachte
voorstellingen.
Voor wie zich voor de problemen
van de dimensies interesseert, be
tekent Bollahd een leerzame gids,
waarin, tijdens een reis-in-gedach_
ten door de ruimte, op vele merk
waardige punten wordt gewezen.
Hjj zal het boek geboeid en met
genoegen uitlezen. V. S.
Bolland, door dr. D. Burger. Uitg.
C. Blommendaal N.V., Den Haag.
Nu schijnt de zon; de winterse,
warme, ietwat ijle zon van Napels.
Op de Lungomare de schier ein
deloze boulevard langs de zee
hangt de klare lucht van zout en
vis. Capri is in de blauwe verte
even vaag als de Vesuvius. En de
kilometerslange visnetten hangen
te drogen, zodat de glanzende zet»
er vreemd doorheen glinstert.
Napels is in de zomer een bijna-
oosters gloeiende stad, waar alleen
de avonden aan het water enige
verkoeling brengen. In de winter is
Napels de heerlijkste stad ter we
reld: het is er fris, maar niet kou cl
men kan er dagelijks uren in de
zon zitten. En dat doen de Napoli-
tanen dan ook. Met heel dat on
vergelijkelijke vermogen om te ge
nieten van het ogenblik.
Toen het hier sneeuwde (en te
vens uitzonderlijk koud was), heb
ben de oude vrouwen voorspeld,
dat het een „barre winter" ging
worden. En die oude vrouwen heb
ben groot gezag; zij zijn de directs
nakomelingen van San Gennaro; zt.)
hebben een ereplaats in de Dom
als zich het jaarlijkse wonder vol
trekt; zij kennen het verleden en
de toekomst.
En dus hebben de ongetelde vis
sers hun bootjes op het strand ge
trokken, in lange rijen. De mannen
schuin achterover aan de dikke
touwen hangend, ritmisch: „Ajob
ajoó
En nu is het stil geworden. De
bedrijvigheid is voorbij. Men zit
op straat de netten te boeten; op
een trap-zit ergens een visventer
zilveren visjes open te snijden en
schoon te maken. In de late och
tend zal straks zijn stem door ne
volksbuurt schallen. Anderen rol
len de eindeloze touwen of zijn
begonnen hun bootjes te verven
en "te herstellen. Er heerst nu rus*
in Napels. Want het is winter.
Langs de eindeloze boulevard rij
den de auto's van de (weinige)
Vreemdelingen en van de ontelbare
Amerikanen van het NATO-hoofd-
kwartier. In het grote park, dat de
bebouwde heuvels, tot achtergrond
en de eindeloze, glinsterende zee
tot uitzicht heeft, staat de poppen
kast, waar de eeuwenoude „Pulci-
nella" zijn rake klappen uitdeelt.
Hij is de voorvader van onze Jan
Klaasen, maarwat een ver
schil tussen onze eerbiedwaardige
Dam met het grauwe paleis en deze
stralende, ijle, winterochtend in
Napels!
Vissersboot jes
op liet strand.
-f Jr* 0£W-
.A-
De mannen
schuin achter
,4-,
over hangend
aan de
tonnen.
In het pari;
Ie poppenkast
mei de zee
In de verte....
(Van onze automobielredacteur).
Er heerst, op het ogenblik, nog een waas van
geheimzinnigheid rond de nieuwe Nederlandse
auto. die zeer binnenkort op de markt zal worden
gebracht. Men weet, dat het een wagentje zal wor
den in de z.g. middenklasse, uitgerust met een
twee-cilinder motor, maar erg veel meer is er
over deze toekomstige spruit van de Eindhovense
DAF-fabrieken niet onthuld. Uiteraard bestaat er
grote belangstelling voor nadere gegevens, maar de
DAF-fabrieken hebben, om begrijpelijke redenen,
besloten foto-materiaal en technische gegevens
eerst vlak voor de opening van de RAI-tentoon-
stelling aan de openbaarheid prijs te geven. Wel
werd enkele dagen geleden een foto van de nieuwe
auto aan een blad te koop aangeboden, doch het
blad is op dit „handeltje" niet ingegaan, omdat
intussen van de persdienst van de DAF-fabrieken
bericht was ontvangen, dat bedoelde foto uit de
foto-studio van de DAF-fabrieken was gestolen.
Naar wij verwachten, zal het grote nieuws over
deze Nederlandse auto op 7 februari a.s. officieel
worden vrijgegeven. Wij zijn benieuwd.
Een doeltreffend middel voor een vlotte koude
ochtendstart is: 's avonds gasgeven en daarna
contact afzetten. Dit was de raad, die wij twee
weken geleden in deze rubriek noteerden in een
kleine serie: A.N.W.B.-klanken voor het winter
seizoen. Er zijn, op deze raad. nogal wat reacties
binnengekomen. In de meeste brieven werd de
vraag gesteld: Is het nu wel zo nodig, voor het
slapen gaan nog even gas te geven? Is het niet
zo, dat deze handeling een averechts effect ver
oorzaakt? De heer H. C. Scala uit Breda voorzag
zijn schrijven van een technische uiteenzetting,
waarin o.m. wordt gezegd:
Gas geven voor het slapen gaan heeft een
totaal andere uitwerking dan hetgeen de front
chauffeur ervan verwachtte. Immers, daardoor
vult zich de ruimte boven de zuigers met
benzinedamp. (Zoals de kapper, die in de
gummibal knijpt bij zijn friction) Wat doet die
damp daar? Wachten op het starten voor morgen
ochtend? Néén, hij slaat neer als een vloeistof en
neemt de oliefilm langs de zuigerwand-cilinder,
olieschraapveer en zuigerveer, welke wij daar
met zorg gekweekt hebben, geheel mee en ver
knoeit de smering van het carter. Daarbij komt
nog, dat de menging van benzine met oiie een
verdikking van de smering teweeg brengt, dus
ook een vertraging bij het starten in de han'd
werkt. En de inzender besluit met de vraag:
„Hoe motiveert u gas geven voor het slapen
gaan?
Het leek ons, gezien de vele vragen, wel de
moeite waard hier even dieper op in te gaan. De
voorstelling van de inzender, over hetgeen zich in
de verbrandingsruimte van de motor afspeelt, is
niet alleen sterk overdreven, doch bepaald onjuist.
Om ons tot de werkelijkheid te bepalen, nemen
wij als voorbeeld een 6-cilindermotor met een in
houd van 2Vs liter en een benzineverbruik van
110. Bij een snelheid van 120 km/uur draait deze
motor 4000 omw./min. Over een afstand van 120
km is dus het verbruik 12 liter en maakt de motor
60x4000 240.000 omwentelingen.
Op iedere omwenteling van de krukas komen
bij een 6-cilindermotor 3 inlaatslagen voor, zodat
het totaal aantal cilindervullingen over deze af
stand 3 x 240.000 720 000 cilindervullingen be
draagt. De hoeveelheid benzine die dus per
cilindervulling wordt aangezogen is derhalve:
12.000 cm3
- 0,0166 cm3 of 0,73x0,0166 0,012 gr.
720.000
Wanneer men kort voordat men de motor afzet
gas geeft, om daarna het contact af te zetten, zal
in het ongunstigste geval één volledige vulling in
de cilinder achterblijven; het overige verdwijnt
via de uitlaat.
De uiterst geringe hoeveelheid benzine die deze
vulling bevat is bij een warme motor in zuivere
gasvorm en zal weliswaar bij afkoeling van de
motor condenseren, doch zich gelijkelijk verdelen
op de cilinderwanden, de top van de zuiger en de
wanden van de verbrandingskamer.
Aan de hand van dit voorbeeld zal het duidelijk
zijn, dat deze uiterst minieme hoeveelheid van
twaalfduizendste gram nimmer de oliefilm van de
cilinderwand kan aantasten, laat staan wegwassen
of spoelen.
In werkelijkheid levert dan ook de methode,
twee weken geleden in deze rubriek aanbevolen,
geen nadeel op, doch geeft wel het voordeel van
een belangrijk gemakkelijker starten.
De sinds verleden jaar bij de A.N.W.B. verkrijg
bare internationale kredietbrief, waarmee men
het risico kan dekken onvoldoende geld te hebben
bij pech of ongelukken tijdens het reizen naar of
in het buitenland per motorvoertuig, gaat nog
meer zekerheid bieden.
Houders van deze nieuwe internationale reis- en
kredietbrief, die sinds 1 januari bij de A.N.W.B.
verkrijgbaar is, kunnen naast de faciliteiten welke
de internationale kredietbrief reeds bood, profi
teren van een repatriëringsservice voor ernstig
beschadigde personenauto's, scooters of motor
rijwielen. Wanneer dus een onfortuinlijke toerist
in het buitenland strandt en de storing of schade
aan zijn voertuig is plaatselijk niet te verhelpen,
dan zorgt de A.N.W.B., dat het beschadigde voer
tuig kosteloos naar Nederland wordt gebracht.
Bovendien zal de A.N.W.B. vergoeding geven
voor een aantal andere onvoorziene kosten, die
door-Nederlandse toeristen in het buitenland wor
den gemaakt. Wanneer het voertuig door schade of
diefstal geheel verloren is gegaan, betaalt de
A.N.W.B. de verschuldigde invoerrechten tot een
bedrag van 8000, Andere onkosten, die door de
bond zullen worden vergoed, zijn: arbeidsloon bij
reparaties langs de weg (tot 50); de ver-
nieuwingskosten van verloren of gestolen docu
menten (tot f 100); de kosten van een advocaat bij
juridische bijstand (tot f 100) en van een expert
bij technische bijstand (tot 50).
Deze laatste (arbeidsloon, enz.) zullen natuurlijk
slechts worden vergoed als het diensten betreft
die niet. gratis door, of namens, een nationale
toeristenbond in het buitenland zijn verleend.
Een en ander is tot stand gekomen door het
besluit van de Alliance Internationale de Tourisme
(AIT), waarin Nederland door de A.N.W.B. wordt
vertegenwoordigd, om de thans geldende inter
nationale kredietservice uit te breiden tot een
„assistance touring internationale", In 1957 heeft
de A.N.W.B. reeds voor 5 miljoen gulden aan
krediet aan Nederlandse toeristen verstrekt. Dit
krediet is voor een bedrag van 370.000 aan
gesproken.
GöeOOOQOOQOOGOQOeOGC^GGGOOGQGQeQOOQOOOGOOOO0'