commentaar PLATLAND BOLLAND... Hel raadsel van de dimensies WINTER DE WIELEN Van IN NAPELS TUSSEN Appèl naar Zetel Bonafide ZATERDAG 11 JANUARI 1958 Merkwaardig boek ais leidraad bij reis-in-gedachten door de ruimte STEL U VOOR, een uitgestrekt plat vlak, waarin zich platte meetkundige figuren in alle richtingen kunnen bewegen, onge veer als schaduwen, maar hard en met lichtende randen. Dit is Platland met zijn bewoners. Men kent er alleen lengte en breed te. Elke zinspeling op „hoogte" brengt hier een wereld van on begrip met zich mee: de bewoners zijn leergierig en intelligent, maar het begrip „derde dimensie" gaat ver uit boven hun „plat te" bevattingsvermogen. Gekroonde ruimte Ongelukkige schepsels De Platlanders volgen deze theorie en merken op, dat een overbol, een vier-dimensionaal overlichaam dus, door een drie-dimensionaal lichaam wordt begrensd. Dat zal wel zo zijn, zegt de Bol dan, maar dat kan ik mij natuurlijk niet voorstellen, zo als u zich dat bohoppervlak niet kunt voorstellen. RUST ONDER DE WARME ZON NAPELS, december 1957 UET heeft hier gesneeuwd. En dat is sinds de dagen van de Bourbons niet meer voorgekomen. Dit laatste is van belang, want voor de Na- politaan is alles terug te voe ren tot de regering, van' de werkloosheid en de bittere ar moede tot en met het slechte weer. ooooooqooooooqoooqgooooooooooooooooooqoooooQ, „PORTRET" VAN NEDERLANDSE AUTO VERDWENEN GAS GEVEN VÓÓR HET SLAPEN GAAN? KREDIETBRIEF BIEDT MEER ZEKERHEID De Europese Economische Gemeenschap en Euratom komen thans op gang. De langdurig voorbereide verdragen tussen de zes landen, die al eerder de Kolen- en Staalgemeenschap aangingen, zijn op 1 januari in werking getreden en in de afgelopen week zijn, zoals bekend, de commissies gevormd, welke deze gemeenschappen moeten lei den en tot ontplooiing brengen. Het is een beproefde gouvernementele gewoonte in Europese aangelegenheden om nooit een stap te zetten zonder eerst voor de een of andere moei lijkheid halt te houden. Nu men het eens was ge worden over de voorzitters en leden der onder scheiden Europese instellingen en bovendien over de wenselijkheid om deze instellingen op één plaats te vestigen, heeft men in ieder geval nog enige besluiteloosheid willen reserveren inzake de vraag, waar dit Europese centrum zou komen te liggen. Hieruit onmiddellijk weer tot een gebrek aan Europese geest bij de respectieve regeringen te be sluiten, zoals hier en daar gedaan is, gaat ons wat ver. Zó on-europees is 'het nu ook weer niet om nog eens extra om deze zetel te willen dringen, ook al zou dat niet louter uit gastvrijheid gebeuren. Wat daarvan zij, de jacht is nog volkomen open. Er is even de indruk gewekt als zou de heer Bech, die voor het verder verblijf van de K.S.G. in Luxemburg heeft gevochten, zich tenslotte hebben laten „uitkopen", maar gisteren heeft hij doen blij ken, dat hij nog volledig als kanshebber wenst te worden aangemerkt. Uiteraard moeten bij de keuze van de zetel geen nationalistische motieven meespelen. Iets anders is of daarbij geen rekening mag worden gehouden met de taaie kracht van deze gevoelens. Dit laatste levert zeker een argument voor het standpunt om de zetel niet in de hoofdstad van één der drie grote partners onder dak te brengen. Er is gepleit voor de combinatie Straatsburg—Kehl een door de Rijn tevens de FransDuitse grens gescheiden ag glomeratie, welke de FransDuitse verzoening zou symboliseren en tevens de Europese traditie van Straatsburg zou voortzetten. Het denkbeeld is zeer sympathiek behalve wellicht voor degenen die er moeten werken en die, evenals thans in Luxem burg reeds het geval is, wel eens wat ruimere mo gelijkheden willen hebben, dan een flinke provin ciestad kan bieden. De Belgen tenslotte hebben Brussel voorgesteld. En misschien is dat nog de beste keuze. Nationa listische tegenkrachten zijn van de kant der Be nelux niet te duchten. Haar totale kwantitatieve Invloed in de twee nieuwe parlementaire lichamen weegt bovendien niet on tegen die van één der grote broers. Het politieke klimaat in de lage lan den kan er wellicht toe bijdragen, dat „de groten" ongevoelig zullen blijven voor de verleiding om hun nationale belang te laten prevaleren of om, met elkaar, over de kleintjes heen te stappen. Zo dat werkelijk het gemene Europese welzijn in de nieuwe gemeenschappen tot hoogste richtsnoer dient. Toen enkele maanden geleden de Algemene R.-K. Ambtenarenvereniging door de K.A.B. voor de keuze gesteld werd, de bestaande solidariteitsbin- ding om te zetten in een volledige binding of elke band te verbreken, heeft de ARKA niet tot vol ledige binding kunnen besluiten, met als conse quentie een breuk. Onder het motto: één steike katholieke organisatie van overheidspersoneel heeft toen de wél volledig bij de K.A.B. aangeslo ten Katholieke Bond van Overheidspersoneel (die over het algemeen weekloners organiseerde en de ARKA maandloners) ook de terreinafbakenings afspraak met de ARKA per 1 januari 1958 opge zegd. De KABO heeft dus vanaf 1 januari j.l. haar poorten voor het gehele katholieke overheidsper soneel opengezet. De ARKA van haar kant zal dit ook gedaan hebben. Hoezeer sommige deze gang van zaken wellicht betreuren, onrustbarend zou zij op zich niet hoe ven te zijn, ware het niet, dat van de zijde van KAB en KABO destijds reeds uitlatingen kwa men, die het geheel in een ander licht plaatsten. Wij hebben daar in oktober uitvoerig bij stil ge staan, omdat hier door de katholieke vakbeweging wordt getracht de democratische vrijheid, die zij voor zich zelf opeist, door machtspolitiek een voudig aan anderen te ontnemen. Geheel in deze lijn proclameert de KABO zich in het jongste nummer van de „KABO-Posttot „de enige bonafide organisatie van katholiek over heidspersoneel". Hierover aangevallen, omdat dit zou impliceren, dat de ARKA malafide is, repli ceert de KABO, dat het zo niet bedoeld is; het is nu eenmaal in haar kringen gewoonte geworden over zichzelf als „bonafide" te spreken. Maar zo als iemand, die onbehoorlijke taal uitslaat zichzelt niet verontschuldigt door de verklaring, dat het nu eenmaal zijn gewoonte is geworden, zo ook doet de KABO met haar nadere uiteenzetting blij ken, dat het kwaad nog dieper zit. Het is niet een incidentele „slip of the pen", het is een ingewor teld euvel. Inderdaad, de arbeidersvakcentralcn hebben de gewoonte aangenomen, zich zelf het epitheton „bonafide" te geven, niet alleen ter positiebepa ling tegenover het E.V.C. zoals het ongetwijfeld begonnen is maar geleidelijk ook ten opzichte van elke andere organisatie, die zich voor belan genbehartiging of vertegenwoordiging aanmeldde en die niet tot de eigen kring behoorde. Daarmee werd zo'n organisatie dan tot „categoraal" bestem peld, hetgeen eigenlijk wil zeggen „ondermijnend", maar dan ondermijnend de macht van de centrale, hetgeen niet iedereen direct door heeft. Bovenstaande is nog maar een klein symptoom van een situatie waarin de organisatievrijheid van werknemers steeds meer wordt ingekrompen en de vrijheid en verscheidenheid van meningsuiting steeds minder kans krijgen. Wij zijn bepaald niet tegen bundeling van krach ten, maar bundeling hoeft niet opslokking te be tekenen. Samenwerking in vrijheid is waardevol ler te achten dan eenheid onder dwang. Het beroep, dat dezer dagen vanuit het Hilver- sumse raadhuis is uitgegaan naar het geweten van het Nederlandse volk, kwam wel op een bijzonder actueel tijdstip. De woningnood is nog steeds volks vijand nummer 1 en dreigt die twijfelachtige eer langer te houden nu de Indonesische landgenoten in steeds groter getal uit de gordel van smaragd wegtrekken, omdat zij uiteindelijk in hun officiële vaderland meer een vaderland zien dan in het officieuze. En ook door geboorte groeit de bevolking bin nen de Nederlandse grenspalen in steeds sneller tempo, zodat het de vraag is of het voor de ko mende jaren geplande aantal van 80.000 woningen per jaar wel voldoende zal zijn om de achterstand in te halen en tevens het huwelijksaccres op te vangen. En nog steeds is niet overtuigend bewe zen, dat bedoeld aantal woningen ook werkelijk gerealiseerd zal worden. De subsidie-regeling, die op meer bouw in de particuliere sector mikt moge sympathiek zijn, zij laat een kans open, dat het streef-aantal 80.000 niet zal worden gehaald. Een appèl aan het Nederlandse volk om waar mogelijk te helpen, in begrip en genegenheid de nood op te vangen die de jongere generatie ont moet is dus volkomen op zijn plaats. Docli ander zijds willen wij niet enkel het ministerie voor volkshuisvesting maar het gehele kabinet verzoe ken moedig en met voorbijgaan van alle minder belangrijke desiderata van het regeringsbeleid te blijven streven naar een zo snel mogelijke oplos sing van de nationale crisis, die woningnood ge noemd wordt. Aan dit Platland werd ongeveer zeventig jaar geleden door de En gelsman dr. Edwin A. Abbot, een roman gewijd en thans heeft dr. D. Burger uit Rotterdam een werk samengesteld waarin hij op dit gegeven heeft doorgeborduurd. De opzet van Platland, zegt hij in zijn inleiding, is een didactische vondst van buitengewone waarde. In de vorm van een roman worden door een bewoner van Platland zelf, een vierkant, de moeilijkheden uit eengezet, die er voor hem bestaan, om zich een derde dimensie lood recht op zijn wereld voor te stellen. Door analogie komt de lezer dan tot het inzicht van een vierde af meting, loodrecht op onze drie-di mensionale ruimte. Platland voert de lezer tot het begrip vierde di mensie, maar brengt hem ook niets verder. Hij geeft hem slechts een inzicht, dat men zich een vierde richting kan denken, loodrecht op de drie richtingen, die in onze we reld mogelijk zijn. In de tijd, dat Abbot het schreef was dit zeker voldoende, omdat de vierde dimen sie ook toen niet meer dan een wis kundige denkbaarheid was, aldus dr. Burger. Hij had natuurlijk wel verder kunnen gaan en in zijn ro man de allereerste beginselen van de niet-Eucli-dische meetkunde verwerken, maar hij heeft zich wij selijk weten te beperken en die afwijkende meetkunden waren ook nog niets anders dan een spel voor onze wiskundigen. Nu evenwel is men tot het besef gekomen, dat onze ruimte niet van een zo eenvoudige constructie is, al£ men door de eeuwen had ge dacht. Onze ruimte is gekromd in een voor ons niet waarneembare richting en, nog vreemder, deze ruimte is bezig uit te zetten. Een lezer, die een boekje over de ruim te in handen krijgt, wenst van de ze dingen natuurlijk ook op de hoogte gebracht te worden. Daar om kan Platland thans niet meer bevredigen. In plaats van een geheel nieuwe samenleving in een platte wereld uit te denken, heeft de auteur het juister geoordeeld zijn verhaal een vervolg te doen zjjn op Platland, de roman, die in Nederlandse ver taling in onze eeuw niet meer Is herdrukt, maar in verscheidene grote bibliotheken aanwezig is. Zijn boek heet Bolland en aan do lezer van deze nieuwe fantasie wordt een inzicht gegeven in de mogelijkheid, dat een ruimte gebo gen kan zijn en dat die ruimte kan uitdijen. De schrijver heeft zich voor de gebogen wereld tot een bolvormige ruimte beperkt, van daar, dat men in het hoek kennis maakt met de Bol. De beschrijving van het leven der Platlanders is ongetwijfeld inte ressant. Er heerst in dit land een zwakke zwaartekracht in een rich ting die men zuid noemt. Die aan trekkingskracht stelt de bewoners :n staat, zich te oriënteren. De v^1- wassen bewoners zijn ongeveer 90 cm lang. De vrouwen hebben de vorm van een rechte lijn, waar aan haast geen breedte is te be speuren, de mannen zijn driehoe ken of veelhoeken. De minst ont wikkelden hebben de vorm van zeer puntige, gelijkbenige driehoe ken met een basis van nog geen centimeter en opstaande zijden van ongeveer dertig centimeter. Hun tophoek is dus zeer klein en omdat die de hersenen bevat (en daarom ook wel „breinhoek" wordt ge noemd) is het duidelijk, dat zij de minst begaafden zijn. Naarmate het geslacht vooruit gaat, wordt de tophoek groter, zodat er meer plaats komt voor de hersenen. Bi) behoorlijk gedrag heeft elk volgend geslacht, een tophoek, die een halve graad groter is: door misdragingen of erger kan men evenwel een of meer trappen langs de maatschap pelijke ladder terugglijden. Als ein delijk een tophoek van zestig gra den is bereikt, wordt dit door de daarvoor ingestelde Gezondheids- en Kastenraad geverifieerd. Nu gaat de ontwikkeling snel. Als het aantal zijden van een wezen zo groot wordt, dat het op een cirkel gaat lijken, wordt het opgenomen in de hoogste stand, de priester stand, waartoe alle hoogwaardig heidsbekleders behoren. Aan hel hoofd daarvan staat de Opper-cir- kel- De vrouwen in Platland zijn ovc het algemeen ongelukkige schep 'els. Haar uiterst dunne top maak) dat zij weinig hersens hebben. Da a zij naaldscherp zijn, is een botsin' met haar op slag dodelijk. Er zijr dan ook wettelijke bepalingen ge maakt, waaraan zij zich hebben t, onderwerpen. Elk huis heeft eer brede mannendeur en een kleinr vrouwendeur. Op straat moeten dt dames voortdurende een bepaalde waarschuwingskreet laten horen Dames die verkouden zijn, lijden aan St.-Vitusdans of stuipen, wor den terstond ter dood gebracht. Zij vormen, in Platland, een voortdu rend gevaar voor de mannen. In dit platte vlak dus, waar her kenning van de wezens onderling geschiedt door middel van betas ting van elkanders hoeken, maakt men kennis met de Bol. De ver schijning hiervan is al een sensa tie, want de Bol arriveert als een klein cirkeltje, dat steeds groter wordt, tot de grootste doorsnee van de Bol in het vlak van Platland ligt. Bol legt de Platlanders uit, dat zij niet leven op een recht vlak, maar op een gebogen vlak. „U weet," zegt de Bol, „dat een cirkel een oppervlak is van twee dimensies dat door een kromme lijn, een cirkellijn van een dimen sie wordt begrensd. En zo is in Ruimteland een bol een ding van drie dimensies, dat door een op pervlak, een boloppervlak van twee dimensies wordt begrensd. Het is, in dit boek, allemaal een kwestie van voorstellen en het prettige daarbij is, dat de schrijver erin slaagt, de lezer in dit land vol voorstellingen stevig bij de hand te nemen. De auteur heeft zich voor de ge bogen wereld tot een bolvorm be perkt en de mogelijkheid van alle andere krommingen buiten be schouwing gelaten. Hij heeft met geen woord willen reppen over po sitieve en negatieve krommingen en evenmin is ter sprake gekomen, hoe wij ons onze eigen ruimte nu wel moeten voorstellen. Ook de vraag ,of de problemen van de re lativiteitstheorie ook in roman vorm zouden kunnen worden be handeld, heeft de schrijver angst vallig buiten zijn gedachtensfeer gehouden. „Ik zal tevreden zijn, wanneer de lezer, bij hef kennisnemen van dit boek een klein gedeelte van het genoegen beleeft, dat ik bij het schrijven heb genoten," zegt dr. Burger in zijn inleiding en daarmee onthult hij, wat zijn intenties zijn geweest bij het creëren van zijn serie scherpzinnig uitgedachte voorstellingen. Voor wie zich voor de problemen van de dimensies interesseert, be tekent Bollahd een leerzame gids, waarin, tijdens een reis-in-gedach_ ten door de ruimte, op vele merk waardige punten wordt gewezen. Hjj zal het boek geboeid en met genoegen uitlezen. V. S. Bolland, door dr. D. Burger. Uitg. C. Blommendaal N.V., Den Haag. Nu schijnt de zon; de winterse, warme, ietwat ijle zon van Napels. Op de Lungomare de schier ein deloze boulevard langs de zee hangt de klare lucht van zout en vis. Capri is in de blauwe verte even vaag als de Vesuvius. En de kilometerslange visnetten hangen te drogen, zodat de glanzende zet» er vreemd doorheen glinstert. Napels is in de zomer een bijna- oosters gloeiende stad, waar alleen de avonden aan het water enige verkoeling brengen. In de winter is Napels de heerlijkste stad ter we reld: het is er fris, maar niet kou cl men kan er dagelijks uren in de zon zitten. En dat doen de Napoli- tanen dan ook. Met heel dat on vergelijkelijke vermogen om te ge nieten van het ogenblik. Toen het hier sneeuwde (en te vens uitzonderlijk koud was), heb ben de oude vrouwen voorspeld, dat het een „barre winter" ging worden. En die oude vrouwen heb ben groot gezag; zij zijn de directs nakomelingen van San Gennaro; zt.) hebben een ereplaats in de Dom als zich het jaarlijkse wonder vol trekt; zij kennen het verleden en de toekomst. En dus hebben de ongetelde vis sers hun bootjes op het strand ge trokken, in lange rijen. De mannen schuin achterover aan de dikke touwen hangend, ritmisch: „Ajob ajoó En nu is het stil geworden. De bedrijvigheid is voorbij. Men zit op straat de netten te boeten; op een trap-zit ergens een visventer zilveren visjes open te snijden en schoon te maken. In de late och tend zal straks zijn stem door ne volksbuurt schallen. Anderen rol len de eindeloze touwen of zijn begonnen hun bootjes te verven en "te herstellen. Er heerst nu rus* in Napels. Want het is winter. Langs de eindeloze boulevard rij den de auto's van de (weinige) Vreemdelingen en van de ontelbare Amerikanen van het NATO-hoofd- kwartier. In het grote park, dat de bebouwde heuvels, tot achtergrond en de eindeloze, glinsterende zee tot uitzicht heeft, staat de poppen kast, waar de eeuwenoude „Pulci- nella" zijn rake klappen uitdeelt. Hij is de voorvader van onze Jan Klaasen, maarwat een ver schil tussen onze eerbiedwaardige Dam met het grauwe paleis en deze stralende, ijle, winterochtend in Napels! Vissersboot jes op liet strand. -f Jr* 0£W- .A- De mannen schuin achter ,4-, over hangend aan de tonnen. In het pari; Ie poppenkast mei de zee In de verte.... (Van onze automobielredacteur). Er heerst, op het ogenblik, nog een waas van geheimzinnigheid rond de nieuwe Nederlandse auto. die zeer binnenkort op de markt zal worden gebracht. Men weet, dat het een wagentje zal wor den in de z.g. middenklasse, uitgerust met een twee-cilinder motor, maar erg veel meer is er over deze toekomstige spruit van de Eindhovense DAF-fabrieken niet onthuld. Uiteraard bestaat er grote belangstelling voor nadere gegevens, maar de DAF-fabrieken hebben, om begrijpelijke redenen, besloten foto-materiaal en technische gegevens eerst vlak voor de opening van de RAI-tentoon- stelling aan de openbaarheid prijs te geven. Wel werd enkele dagen geleden een foto van de nieuwe auto aan een blad te koop aangeboden, doch het blad is op dit „handeltje" niet ingegaan, omdat intussen van de persdienst van de DAF-fabrieken bericht was ontvangen, dat bedoelde foto uit de foto-studio van de DAF-fabrieken was gestolen. Naar wij verwachten, zal het grote nieuws over deze Nederlandse auto op 7 februari a.s. officieel worden vrijgegeven. Wij zijn benieuwd. Een doeltreffend middel voor een vlotte koude ochtendstart is: 's avonds gasgeven en daarna contact afzetten. Dit was de raad, die wij twee weken geleden in deze rubriek noteerden in een kleine serie: A.N.W.B.-klanken voor het winter seizoen. Er zijn, op deze raad. nogal wat reacties binnengekomen. In de meeste brieven werd de vraag gesteld: Is het nu wel zo nodig, voor het slapen gaan nog even gas te geven? Is het niet zo, dat deze handeling een averechts effect ver oorzaakt? De heer H. C. Scala uit Breda voorzag zijn schrijven van een technische uiteenzetting, waarin o.m. wordt gezegd: Gas geven voor het slapen gaan heeft een totaal andere uitwerking dan hetgeen de front chauffeur ervan verwachtte. Immers, daardoor vult zich de ruimte boven de zuigers met benzinedamp. (Zoals de kapper, die in de gummibal knijpt bij zijn friction) Wat doet die damp daar? Wachten op het starten voor morgen ochtend? Néén, hij slaat neer als een vloeistof en neemt de oliefilm langs de zuigerwand-cilinder, olieschraapveer en zuigerveer, welke wij daar met zorg gekweekt hebben, geheel mee en ver knoeit de smering van het carter. Daarbij komt nog, dat de menging van benzine met oiie een verdikking van de smering teweeg brengt, dus ook een vertraging bij het starten in de han'd werkt. En de inzender besluit met de vraag: „Hoe motiveert u gas geven voor het slapen gaan? Het leek ons, gezien de vele vragen, wel de moeite waard hier even dieper op in te gaan. De voorstelling van de inzender, over hetgeen zich in de verbrandingsruimte van de motor afspeelt, is niet alleen sterk overdreven, doch bepaald onjuist. Om ons tot de werkelijkheid te bepalen, nemen wij als voorbeeld een 6-cilindermotor met een in houd van 2Vs liter en een benzineverbruik van 110. Bij een snelheid van 120 km/uur draait deze motor 4000 omw./min. Over een afstand van 120 km is dus het verbruik 12 liter en maakt de motor 60x4000 240.000 omwentelingen. Op iedere omwenteling van de krukas komen bij een 6-cilindermotor 3 inlaatslagen voor, zodat het totaal aantal cilindervullingen over deze af stand 3 x 240.000 720 000 cilindervullingen be draagt. De hoeveelheid benzine die dus per cilindervulling wordt aangezogen is derhalve: 12.000 cm3 - 0,0166 cm3 of 0,73x0,0166 0,012 gr. 720.000 Wanneer men kort voordat men de motor afzet gas geeft, om daarna het contact af te zetten, zal in het ongunstigste geval één volledige vulling in de cilinder achterblijven; het overige verdwijnt via de uitlaat. De uiterst geringe hoeveelheid benzine die deze vulling bevat is bij een warme motor in zuivere gasvorm en zal weliswaar bij afkoeling van de motor condenseren, doch zich gelijkelijk verdelen op de cilinderwanden, de top van de zuiger en de wanden van de verbrandingskamer. Aan de hand van dit voorbeeld zal het duidelijk zijn, dat deze uiterst minieme hoeveelheid van twaalfduizendste gram nimmer de oliefilm van de cilinderwand kan aantasten, laat staan wegwassen of spoelen. In werkelijkheid levert dan ook de methode, twee weken geleden in deze rubriek aanbevolen, geen nadeel op, doch geeft wel het voordeel van een belangrijk gemakkelijker starten. De sinds verleden jaar bij de A.N.W.B. verkrijg bare internationale kredietbrief, waarmee men het risico kan dekken onvoldoende geld te hebben bij pech of ongelukken tijdens het reizen naar of in het buitenland per motorvoertuig, gaat nog meer zekerheid bieden. Houders van deze nieuwe internationale reis- en kredietbrief, die sinds 1 januari bij de A.N.W.B. verkrijgbaar is, kunnen naast de faciliteiten welke de internationale kredietbrief reeds bood, profi teren van een repatriëringsservice voor ernstig beschadigde personenauto's, scooters of motor rijwielen. Wanneer dus een onfortuinlijke toerist in het buitenland strandt en de storing of schade aan zijn voertuig is plaatselijk niet te verhelpen, dan zorgt de A.N.W.B., dat het beschadigde voer tuig kosteloos naar Nederland wordt gebracht. Bovendien zal de A.N.W.B. vergoeding geven voor een aantal andere onvoorziene kosten, die door-Nederlandse toeristen in het buitenland wor den gemaakt. Wanneer het voertuig door schade of diefstal geheel verloren is gegaan, betaalt de A.N.W.B. de verschuldigde invoerrechten tot een bedrag van 8000, Andere onkosten, die door de bond zullen worden vergoed, zijn: arbeidsloon bij reparaties langs de weg (tot 50); de ver- nieuwingskosten van verloren of gestolen docu menten (tot f 100); de kosten van een advocaat bij juridische bijstand (tot f 100) en van een expert bij technische bijstand (tot 50). Deze laatste (arbeidsloon, enz.) zullen natuurlijk slechts worden vergoed als het diensten betreft die niet. gratis door, of namens, een nationale toeristenbond in het buitenland zijn verleend. Een en ander is tot stand gekomen door het besluit van de Alliance Internationale de Tourisme (AIT), waarin Nederland door de A.N.W.B. wordt vertegenwoordigd, om de thans geldende inter nationale kredietservice uit te breiden tot een „assistance touring internationale", In 1957 heeft de A.N.W.B. reeds voor 5 miljoen gulden aan krediet aan Nederlandse toeristen verstrekt. Dit krediet is voor een bedrag van 370.000 aan gesproken. GöeOOOQOOQOOGOQOeOGC^GGGOOGQGQeQOOQOOOGOOOO0'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1958 | | pagina 8