Is de wereld zo slecht?
WEEKhartig
Contact met Nederlandse studenten
laat veel te wensen over
mm
Mensen ven
morgen
heden
Aziaten
en
Afrikanen
Nederland
1
m
M
Een gelukkig initiatief
in
K w De heer
femheddïwdr rdderd siada
DAGjesmens
ZATERDAG 5 APRIL 1958
PAG UNA 11
ff
nen krijgen Lh£ep te kun"
ste weken conta^ wlj de laat"
aantal van d™ °Pgenomen met een
een tiental d= studenten, en aan
voorgelegd. Alvorens m vraSenli.ist
gaan tot het wel™ chter over te
«en en dp L! ?ven van de vra-
u'ij eerst rtP 2°r daarop, willen
fel. 6erst de ondervraagden voorstel-
|fe/isn mtnMaeiayadedrrpratakgden' de heer
moefeeliike natie 'isda! *?alaya een
tmni-t eden ontstonrinV, er wat
te mn IaAde heer Peris dVer het Pas"
mocht hij toch het lanH^?ar ienslot-
Nauwelijks contact.
V IN HET WESTEN hebt te lang leiding gehad!
Geen socialisme
en geen kapitalisme
AA-STUDENTEN
ONTMOETEN
EUROPA IV (Slot)
Ons nationalisme
is positif.
-
WMim
DIT SOORT GELEGENHEDEN zijn helaas zeldzaam
Christelijke
levenshouding
Hoe in leven te blijven
Waarvoor studeren wij hier
MAANDAG
DINSDAG
WOENSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
ZATERDAG
voelen ons geen vreemdelingen
'Fl Unrtll antlere Westeuropese
vele injf »r«en ook in ons ,and
Eij zullen i, lkanen en Aziaten,
deel hebben hi a een belangrijk aan-
keline van bn ?6 ?pbouw en ontwik-
varinlen 'and' Wa' hun er-
^ederlanfl' Vnri° hnn verblijf in
deling? Zijn iH {l. zich.hier vreem-
verwachtingen 'r \Urgeste,d in hun
sociale en maüfJüi! betrekking tot de
en maatschappelijke contacten?
oo°km ehenr°Ieereeh Zij het
foHmoh^medeaaneuitRipli'- 28"ia^-
internation^le cursus die de
de in Delft volgt de h»! ?.uUwkun"
fnationalistisch China lo - Chow, uit
zelfde cursus in Delft 'aar' die de-
Htwe Myint, uit de heer
eens de cursus w??\28 jaar even-
Delft volgend- me^?f erbouwkunde te
souna, 28 ia;i'r ti u UW Dorra Has-
?gypte, econnm;<?10?a!rrnedaanse> uit
International Institute fr|nd aan het
in Den Haar- v Social Studies
een 23-jariRe kath^r 6,er Carlos Flores,
studefrt aan betkTUlttde PhiliPP«"
*JaaS economised i Instltute in Den
Peris, 27 iaav cke Planning; de heer
Studeert evenp\Ji *ek' Malaya,
Den Haag en wei tf31 het Institute in
Pen; (je heer m© bestuurswetenschap-
5-us uit India i n 26-jarige chemi-
boratorium in a werkt op een ]a-
Abdoelrachmi, Amsterdam; de heer
studeert ;n ndonesiër, 25 jaar oud
meiuffrou r Delft elektrotechniek,
beiden uit t ik en de heer Elliot,
den hoe een a bestuderen in Lei-
worden. De» museum beheerd moet
5p nrotestant jlge mejuffrouw Carr
methodist d!n de 22-iarise Elliot is
Fahmi is beer Hosnj Salama
"clQen uit t en de heer Elliot,
den hoe eej I" bestuderen
e 2;
ntHan de 22-iarise Elliot is
L- ""'Ui is 4,o heer Hosnj
*Rit van Cairo af956» aan de universi-
,fe 'ondbouwino ge erde' 29-jari-
b,oratorium dl !ur' die in het te-
- Jandbouwhosesd et,omologie van de
E™ assistenfschan° t m ^ageningen
bon een SbeCrsVahltd®ze studenten heb-
mS, het7ii21J van bun eigen re-
Het'118 dR V.N6 N0derlandse re-
El? z>chPnhieeuAaP deze studenten zei
elass ie reken" la^d tot de middle
evenwel hoa Men moet hierbii
Aefll-i,ke structuur"' d?! de maatsehap-
Uj. 'ltaanse landr Aziatische en
oie wii iL 'enden een andere is dar,
to°nmst m Nederianrf datÜm van afm"
7 varieert I,I d van deze studen-
ideoember 1957 sePtember 1956 tot
algernene 0pinfe deelt t 00k deze
on! ,hli alleen bii vertelde ons,
had ,d een minder or ,,aank°mst in
Cdgehad- Dg beamvn ervaring
onlfh" Vlijkbaar met dfT SchiPhol
HaaaP°nthoud had hij rie h n' D°°r
gemist en moest ^Us "aar Den
zo'n reizen. „Nop nrm!aa, ^een nu
die V-reemdeling gevoeC' l?eb ik me
■ie. Dat8-, gemand bem./eldl ^dehs
Ik het! ve 'n het oosten ^el 'anH^61
Ie dan el gereisd, maar =t„ ders'
Zo vdtemntact met andere had
eraantdlda de heer Peris HH nS6n"
IInlanders' IZ™ opinie óver de°Nee
bield uneo .geweest. Toen uf en keer
\Varn niet van de Lirn ^aar was
We t" "itgenodigd do?r rtan^ers' WÜ
Iscbapn1?cbten een cfuTvan d^"
:°P onsLDe Engelsen kwaden A3at:
ten a ,t°e. maar de Holl-mn direct
I taberd lifigen- En WÜ waren nie"
1 dezelfripgasten. Onze hele groeif
e mening als ik". p had
yraa
Iandse%®ebteu? contact met Neder-
Minder on
poerden vaf"! uidend waren de ant-
of er veel studenten op de vraag
1 Se student»"!?ntact was met Nederland-
I ,Vrienclen onf.' Een enkeling heeft veel
n- maar n de Nederlandse studen-
?at er gopn^ meesten betreuren het,
I act bestond °i hoegenaamd "een con-
pngetwiifoi2' ven belemmering vormt
landse X,£nfet f.eit- dat de buiten-
?°als in hit' t 'n enkele gevallen,
f'ï de intonn^Institute in Den Haag en
^rbnuwkunrio t cursus voor wa-
b Den Haas if f j bi' r''-aar zitten.
g!b °k levens in hetzelfde ^°h bÖ'
Sebuisvest wrzeitde gebouw zijn
can° beer Rizvi noemde het een handi
derio 7 h i Seen contact had mS
Vau e studenten, in het hïïf!
we htkKten' "0nze cursus is aoar? en
I Veet bb?n het bovendien erg druk Ik
I brRngc?etvh0e hfr verfndering in
pmgek^- J13 weten niets °Jer °ns en
Mejuff rd wij niets over hen".
Nederlr°Uw Carr merkte op, dat de
dig h'fndse studenten zich wat afzij.
Elliot C n van de vreemdeling,
maken niet te weten hoe contact te
Se Vrièr!ïant hij had geen Nederland-
Er be?
tenlandset Yeel contact tussen de bui-
studenten onderling via de
Foreign Student Service. Mejuffrouw
Carr vertelde, dat het. was voorge
komen, dat de P3S een Samentref
fen organiseerde met Nederlandse stu
denten, maar het liep op. een teleur
stelling uit, omdat de Nederlanders
verstek lieten gaan.
De heer Menon vond ook, dat het een
zijdig cpntact via het .FSS moest door
broken worden. Misschien zou dit kun
nen gebeuren door middel van de (Ne
derlandse studentenorganisaties. Ove
rigens had Menon zelf wel cpntact met
Nederlandse studenten, maar dat kwam
omdat hij aangesloten was bij enke
le wetenschappelijke en politieke stu
denten-organisaties. Geen van de on
dervraagde studenten heeft ooit kennis
gemaakt met de typisch Nederland
se studentensfeer.
Vraag: Hoe denkt n over de Neder
landse samenleving?
Hoe denkt u over de Nederlandse
samenleving? Dit is een veel omvat
tende vraag. Uit de antwoorden ne
men we een greep.
Rizvi: „Ik vind hier een normaal
gezinsleven. De huizen zijn gezellig,
met smaak ingericht" Als waterbouw
kundige voegde hij eraantoe: ..We
zijn zeer onder de indruk van wat uw
land op dit gebied heeft tot standge-
bracht".
De Egyptenaar Fahmi zei: „De be-
ginmoeilijkheden waren zeer groot
maar nu wij gewend zijn, staan we
niet meer voor grotere problemen dan
de andere studenten. Maar er zijn
wel remmen die het de buitenlanders
moeilijk maken zich in te leven in de
Nederlandse samenleving. Op de eer-
ste plaats is daar het feit, dat wij
nauwelijks de kans krijgen Nederlands
te leren spreken. Overal waar wij ko
men, is wel iemand, die Engels of
Frans spreekt, zodat voor ons de dwang
ontbreekt ons op het Nederlands toe te
leggen. Een andere factor die het voor
de vreemdelingen moeilijk maakt de
Nederlandse samenleving beter te le
ren kennen, is volgens de heer Fah
mi „de beslotenheid van het Neder
landse gezin". De Nederlandse gezin-
ben nemen niet gemakkelijk vreem
delingen in hun kring op en hij hééft
°°k de indruk, dat de Nederlanders
onder elkaar niet gemakkelijk in con
tact komen „They like to sit down
by the fire and to play cards", zegt
hij lachend. Vrienden of kennissen ont
vangen zij alleen wanneer er een
"gelegenheid" is. Zelfs goede buren
komen dikwijls niet verder dan een
vluchtige groet, wanneer men elkaar
toevallig ontmoet, zo zegt hij en wij
voelen, dat de heer Fahmi dat erg
lammer vindt.
Abdoelrachman uit Indonesië heeft
weinig contact met Nederlandse fa
milies. Hij heeft een .kamer in een stu
dentenbarak in Delft. Hij vindt het
„ontzettend leuk" om daar te wo
nen.
De heer Chow heeft nog geen gele
genheid gehad om de Nederlandse sa
menleving te leren kennen.
Mejuffrouw Carr ie van. mening, dat
ue Nederlanders zeer individualistisch
ziin, zelfs onder elkaar.
i?r E1,iot voegt eraantoe, dat
ippftvfj gesloten is en op zichzelf
gedragen zich tegenover el-
vreemdefingen. eerder als tegenover
Mejuffrouw Hassouna is het opge
vallen, dat in Nederland de familie
band zeer hecht schijnt te zijn en dat
de ouders in het gezin een sterke po
sitie hebben in vergelijking met an
dere Europese landen. De families
zijn volgens haar hier meer conserva
tief. Over onze maatschappij zegt zij,
dat ze die democratisch vindt. Er is
planning en toch wordt ter zelfdertijd
de.- individuele vrijheid gerespecteerd.
Het is geen socialisme en ook geen
kapitalisme. De upperclass heeft ge
leerd te geven en de lower class
heeft geduld weten op te brengen zo
meent zij.
Vraag; Is het verblijf hier u mee
gevallen?
Is het verblijf in Nederland u dus
meegevallen?, zo vroegen we. Zonder
uitzondering werd deze vraag beves
tigd. Mejuffrouw Carr zei, dat ze al
leen wat beter contact zou hebben als
ze de taal kende en de heer Elliot
vindt Nederland een prettig land, me
de omdat het er (in zijn ogen erg
goedkoop is. De heer Myint uit Birma
vindt het hier best, vooral nu de win
ter aan het verdwijnen is. Die kou is
toch maar niks.
Vraag: Kent u andere Europese lan
den?
Op enkele uitzonderingen na zijn
de door ons ondervraagden niet ge
durende een lange période in een an
der Europees land geweest. Men voel
de er in het algemeen dan ook niet
veel voor om te antwoorden op onze
andere vraag of .zij Nederland repre
sentatief vinden voor het westen. De
heer Rizvi die geruime tijd in Engeland
en Amerika is geweest en verder in
Europa heeft rondgereisd, had een be
sliste mening en vond, dat Nederland
een natie op zichzelf was, niet re
presentatief voor het westen. Mejuf
frouw Hassouna: „Ik houd er niet van
te generaliseren. Nederland zou mis
schien een neef van Engeland genoemd
kunnen worden"
Vraag: Hoe denkt u over de toe
komst van uw eigen land?
Met enthousiasme werd op deze vraag
geantwoord, omdat allen zeer optimis
tisch zijn over de toekomst van hun
land. De Egyptenaar Fahmi zei, dat
hij sterk gekant was tegen het kolo
nialisme. Dit moet verdwijnen om
dat het in de weg staat aan de broe
derschap tussen de volken. Wij wil
len met iedereen samenwerken, maar
in vrijheid en op gelijke voet en niet
als ondergeschikten. U in het westen
hebt te lang de leiding gehad. De
Egyptische regering doet grote moeite
een goede verstandhouding te schep
pen met het westen en een van de
middelen die zij daartoe gebruikt is het
zenden van groepen studenten naar
Westeuropese landen (z.g. missions)
Wij zijn geen politici maar studenten.
Omdat evenwel de Egyptische regering
weet, dat wij „informele ambassa
deurs" zijn, betaalt zij de helft van
onze kosten.
Vervolgens sprak hij over de struc
tuur van de Egyptische maatschappij
en zei: „Wij wensen geen communis
me, wij wensen geen nivellering. Wij
wensen verhoging van de levensstan
daard voor het gehele volk". Daartoe
acht de heer Fahmi het socialisme het
meest geeigend. Een ander bezwaar
van het communisme ziet hij in de
plotselinge veranderingen, die dit stel
sel met zich mee zou brengen voor de
Egyptische samenleving en deze ab
rupte wijziging acht de heer Fahmi
voor Egypte zeer gevaarlijk. „We
have time, time to make the best of
it", zegt hij enthousiast.
Ook de landgenote van de heer
Fahmi, mejuffrouw Hassouna is
zeer optimistisch. Er wordt hard aan
gepakt zegt zij. De massa moet wor
den opgevoed, het land gedistribu
eerd en geïndustrialiseerd. Ons na
tionalisme is positief. Het eerste doel is
EN ZOU HET wel zeggen.
Hoeveel keren worden we
niet gewaarschuwd tegen de
gevaren van de wereld en het aard
se? Misschien zo dikwijls, dat we er
langzamerhand tabak van kregen en
het niet meer namen. We konden
de ivereld niet zo slecht vinden. Het
was er integendeel erg -prettig. Maai
de verschillende aansporingen van
de H. Schrift dan? Daar wordt toch
voortdurend gewezen op de boos
heid van de wereld. Met name St.-
Johunn.es spreekt er werkelijk min
der prettig over: Alles immers in de
wereld is begeerlijkheid der ogen,
begeerlijkheid des vleses; hoovaar-
dij des levens. En dezelfde Evange
list verhaalt ons, hoe Christus zelfs
weigerde te bidden voor de wereld.
Toch moeten we dit alles m juist
perspectief zien. Dé wereld op zich
kan niet slecht zijn: God heeft hoar
geschapen met al de mogelijkheden,
welke we langzamerhand gaan ont
dekken. Christus heeft haar op een
speciale manier geheiligd door zijn
Menswording, door zijn sterven en
verrijzen; de Kerk heiligt haar door
haar sacramenteel leven. Wat is ei
dan voor slechts aan? De zaak zit
zo: deze wereld is pas goed en hei
lig in verband met God, met Chris
tus. Ze heeft op zich geen absolute
waarde: de gestalte van deze wereld
gaat voorbij. De moeilijkheid is, dat
de mens, wij evengoed, deze wereld
te veel op zich zienzonder haar
band met God Dan wordt de we
reld, het leven verafgood en tegen
over God gesteld. Dan wordt de we
reld onheilig, dan wordt zij het. rijk
van de zonde: dan neemt zij de ge
stalte van de zonde aan en wordt
ze een afstraling, een materialisatie
van een mens, die in zichzelf opge
sloten is, zonder God te erkennen,
hetzij theoretisch of praktisch. Dan
wo™t wereld LOUTER wereld,
If CUTS" wereld. En zo gezien
en beleefd is de wereld slecht oj
hoe je haar ook noemen wilt.
DE CHRISTEN IS een mens, die
gelooft, die in de geloofsbe-
slissing zich overgegeven heeft
aan Christus, zich ingezet heeft voor
Christus, zich engageert voor Zijn
Koninkrijk. Daar leeft hij van. Dat
wil m.a.w. zeggen, dat dit niet al
leen is een zioh keren naar Chris
tus, maar ook en tegelijkertijd een
afkeren van de wereld, juist als
„slechts" wereldUit die wereld
treedt hij uit. Daarom heeft de daad
van geloven twee termen: het is een
uittreden uit de wereld als wereld
op zich en tegelijkertijd een keren
naar Christus: het is bekeren uit de
zondigheid, uit de onheiligheid, uit
het louter mundane. Dat wil zeggen,
dat de christen de wereld waardeert
en blijft waarderen, maar haar nooit
ziet, haar nooit een gestalte geeft
los en onafhankelijk van Christus.
Wie zich keert naar Christus, ver
brandt in zekere zin zijn schepen
achter zich: hij steunt niet meer op
de wereld, op het gezond verstand,
op louter aardse, maar gesloten lo
gica, maar neemt de wereld altijd
als betrekkelijk, als iets wat voor
bijgaat. De christen, die immers ge
looft aan Christus pleegt geen afgo
derij van de aarde, de techniek, van
het lichaam, van de vreugde, van
het huwelijk. Hij waardeert dit alles
maar overschat het niet. De grote
zonde van de christen is daarom ook
het kiezen van de wereld, van het
mundane, van de gesloten kosmos
tegenover en boven Christus. Gelo
ven is als het ware met een ruk
zich van deze „loutere" wereld af
keren en zich keren naar Christus
en dan zich weer keren naar deze
wereld, maar met geheel andere
ogen en een geheel andere waarde
ring. Men mag als christen nooit de
wereld zo maar minachten, maar
moet haar betrekkelijkheid zien in
verband met Christus.
H. B.
de ontwikkeling van het land en le
vensmogelijkheden scheppen voor de
massa. Terzelfdertijd betekent ons na
tionalisme niet onderworpen willen
zijn aan een vreemde mogendheid.
De Liberiaan Elliot zegt, dat zijn
land nog in het jeugdstadium verkeert.
Het sterk onder invloed van de Ame
rikaanse manier van leven staande
land heeft een grote toekomst. De
natuurlijke rijkdom is groot. Wij heb
ben vooral technici nodig.
Over het communisme in Afrika zei
de heer Elliot, dat als de communis
ten voet krijgen in Afrika de Europe
anen de verliezers zijn en niet de Afri
kanen. Overigens was er voor zover
hij wist in Liberia geen communisme.
De heer Menon ziet de toekomst
van India met groot optimisme te
gemoet. „Ik heb er een rol in te ver
vullen. Mijn generatie heeft een grote
verantwoordelijkheid. We hebben in
korte tijd te overbruggen, wat in Euro
pa in 150 jaar is gebeurd. Het is een
race met de tijd". Hij is voorstander
van de huidige regeringspolitiek, die
men socialistisch kan noemen. Ten
aanzien van buitenlandse investerin
gen moet geen fanatieke houding wor
den aangenomen, dat zou een domme
politiek zijn, zo meent de heer Me
non. De levensstandaard in India is
veel te laag Samenwerking met het
buitenland is noodzakelijk. Het groot
ste probleem van het volk is hoe in
het leven te blijven. Dit is een econo
misch vraagstuk en geen politiek. In
dit verband zei de heer Menon, dat
voor het eenvoudige volk het commu
nisme een alternatief kan zijn. „Neemt
u bv. Kerala, 't gebied waar ilc van
daan kom. Het volk hier weet niets
af van wat er in Hongarije gebeurd
is, het weet alleen wat er in eigen ge
bied gebeurt. In de afgelopen jaren zijn
er enkele regeringen geweest, maar
er werd niet veel bereikt. Dit gaf het
eenvoudige volk aanleiding om de
communisten te kiezen en hun een
kans te geven"
Malaya en Birma hebben nog steeds
te kampen met communistische re
bellen. Dit werkt ongetwijfeld rem
mend op de ontwikkeling van de lan
den. Malaya besteedt dagelijks '/s
miljoen gulden aan de bestrijding
van de terroristen. Er wordt hard ge
werkt aan de industrialisatie van de
tot nu toe voornamelijk agrarische
staten. Zowel Peris uit Malaya als
Myint uit Birma waren hoopvol ge
stemd met betrekking tot de toekomst
van hun land.
De heer Chow gaf uitdrukking aan de
wens van de vrije Chinezen om te
rug te kunnen keren naar het vaste
land van China. „Intussen werken wij
voort. Wij willen de moderne provin
cie van China zijn", zo merkte hij
op.
Sinds de onafhankelijkheid is er grote
verandering gekomen in de structuur
van Pakistan. De landbouw-staat
wordt omgeschakeld tot industrie
staat. Vanzelfsprekend blijft de land
bouw een zeer voorname rol spelen.
„We willen autarkisch worden in elk
opzicht", zo zei de heer Rizvi „Wij
zijn niet orthodox en willen met onze
tijd meegaan. Daarom maken we
ook gebruik van de vooruitgang der
techniek b.v. bij de irrigatiewerken'"
Vraag: Hoe ziet u de toekomst in
Azic en Afrika?
De heer Flores van de Philippijnen
haalde de woorden aan van de vorig
jaar verongelukte president van zijn
land, Magsaysay: „There can be no
neutrality". Meer wilde hij er niet aan
toevoegen.
Myint antwoordde op deze vraag, dat
hij niet kon generaliseren. Birma is
neutraal. „Ze noemen het actieve neu
traliteit, maar ik weet niet wat dat
inhoudt".
Mejuffrouw Hassouna uit Egypte
zeic „Ik hoop werkelijk dat de Azia
tische en Afrikaanse volken eens kun
nen staan als één blok tussen oost en
west. We hebben een derde macht no
dig als een soort balans".
„De mensen over de gehele wereld
zijn hetzelfde. Dat de Aziaten en Afri
kanen nog achter zijn is aan omstan
digheden te wijten. Zij hebben evenwel
dezelfde mogelijkheden als de an>
deren en het zou me niet verwonderen
als binnen korte tijd grote vooruit
gang te zien is. Daarvoor studeren wij
ook hier", dit was de mening van de
Indonesiër Abdoelrachman.
De heer Menon haalde de uitspraak
aan van de Britse Nobel-prijswinnaar
prof. Blackett, gedaan tijdens de bij
eenkomst in sept. 1957 van „The Bri
tish Association for the Advancement
of Science". „In het belang van een
beter begrip tussen de Aziaten en Afri
kanen enerzijds en het westen ander-
zijde in het noodzakelijk, dat de Azia
ten het verleden een beetje verge
ten en de westerlingen daarentegen
wat meer aan het verleden denken".
Vraag: Gelooft u In de V.N.?
De heer Myint: „De V.N. heeft veel
goed gedaan voor de zaak van de vre
de. De volken zouden alleen hier moe
ten spreken en niet in afzonderlijke or
ganisaties."
„Een vriend zei me eens, dat hij
de V.N. een mislukking vond", zo zei
de heer Elliot. „Hij verwees hierbij
naar Zuid-Afrika en de Mau Mau. Ik
ben het in bepaalde opzichten echter
niet met hem eens. De UNESCO doet
goed werk en de overige hulp die ver
strekt wordt is belangrijk. Kortom, ik
vind het geen mislukking".
Mejuffrouw Carr vond dat de V.N.
ook binnenlandse kwesties zoals b.v.
Algerije zou moeten kunnen oplossen.
Hammarskjoeld is nu naar Moskou in
verband met een topconferentie. Hij
zou zich ook bezig moeten houden met
binnenlandse aangelegenheden die dat
nodig maken.
„Ik geloof, dat de V.N. een basis
heeft voor een constructieve ontwik
keling", zo meende de heer Flores.
„Gelooft u in de V.N.?", vroegen wij
mejuffrouw Hassouna. „I hope so", ant
woordde zij. En zij vervolgde: „Ik
moet erin geloven. We hebben de V.N.
nodig en het is het enige wat we heb
ben. Ik hoop dat de V.N. sterker wor
den".
Volgens de heer Abdoelrachman is
de V.N. een van de grootste middelen
waarmee iets kan worden bereikt.
„Men moet er evenwel allemaal van
overtuigd zijn, dat dit de plaats is
waar men de belangen en moeilijkhe
den kan bespreken".
Vraag: Wat denkt u van de kwestie
Nieuw-Guinea?
De heer Menon en mejuffrouw Carr
waren zeer beslist in hun mening, dat
Nieuw-Guinea bij Indonesië behoort.
De overigen wensten zich hier niet
over uit te spreken. Sommigen ver
klaarden dat zij van dit vraagstuk niets
afwisten, terwijl anderen zich om be
paalde motieven over deze kwestie
niet wilden uitlaten.
Er is een veelbelovend en lofwaardig initiatief genomen om de
buitenlandse studenten in Nederland een helpende hand te
bieden, indien zij dit wensen, om in ons land tot een grotere
geestelijke ontwikkeling te komen. In het officiële orgaan van de
St.-Adelbertvereniging ,,St.-Adelbert" van deze maand wordt
melding gemaakt van een nieuwe stichting, die in het le.v®p. 's
geroepen en het boven omschreven doel beoogt. Deze stichting
is tot stand gekomen uit overleg en samenwerking tussen Smt-
Adelbert, ALMA, Melania en de St.-Vincentiusvereniging.
De nieuwe stichting zal allereerst een beroep doen op een plaats
in onze katholieke gezinnen voor de buitenlandse studenten, voor
hen, die straks onder hun volk de mensen van betekenis zijn. De
nieuwe stichting zal zich niet willen beperken tot degenen, die
ons land reeds hebben gekozen als een informatie- en stud'iebron,
maar zij zal de bisschoppen in de vreemde landen graag in de
gelegenheid stellen hun beste katholieken een bredere ervaring
te laten opdoen. In het artikel in „St.-Adelbert, waarin over deze
nieuwe stichting wordt geschreven, wordt gezegd, dat het moge
lijk moet zijn, dat het katholieke bedrijfs- en onderwijsleven in
Nederland plaatsen inruimt voor hen, die de katholieke invloeds
sfeer in het buitenland kunnen vergroten.
Met het lanceren van al die kunstma
nen zouden wij haast vergeten, dat er
nog een zon bestaat. Alleen daarom al
is het maar goed, dat zij zich de laat-
te dagen weer eens heeft laten zien,
zodat wij met Pasen in het vooruitzicht
nog eens met nadruk vast kunnen stel
len, wat precies wél en wat precies niet
van vergankelijke aard is. Wij worden in
het leven geregeerd door bollen. Knap
pe bollen, tulpenbollen, knipperbollen,
de zon, de maan, de planeten en ga
zo nog maar even door. Is het wonder
dat wij straks in juni met extra veel
plezier naar de knoppen gaan en naar
de bottende bloesem? In dit heerlijke
vooruitzicht gaan wij over tot de
waaraan ditmaal weer eens een volledig
bevoetbalde zondag is voorafgegaan. La
zen dan ook in een sportverslag, dat het
degradatiewater tot de roodwitte lippen
is gestegen en begrepen wel, wat er be
doeld werd. Toen wij het echter zo zwart
op wit zagen staan gingen wij met spoed
over tot in minder hartbrekende beeld
spraak gestelde berichten en werden al
lereerst getroffen door het bericht, dat
een amateur-cineast een onderaardse
grot in Klimmen ontdekt heeft. Waar
schijnlijk is het een vluchtuitgang uit de
middeleeuwen en hiermee valt ons zo
maar ineens een stukje middeleeuwse
romantiek voor de voeten, als was het
een keisteen, afgeschoten met een goe
dendag. Een goedendag was, zoals u
wel weten zult, een wapen, waarmee
men zijn tegenstander kon beletten om
voortaan goedendag te zeggen en waar
mee men tevens kon bewerken, dat zijn
tegenstander het leven eens en voor
goed goedendag zegde. Het leeggieten
van pek op andermans hoofd gaf ook
wel een zekere bevrediging, maar over
het algemeen werd het jammer gevon
den, dat men daar zo moeilijk beleefd
bij kon blijven.
Overigens waren de slotheren van
geen van beide manieren erg gediend,
zodat zij zonodig in een slotgang kro
pen, omdat het bloed en wat het om
hult altijd nog liever kruipt, dan voor
goed te gaan. Als er dan een koerier
kwam met de boodschap: „Papa kom
naar huis, alles is goed, ook met de
zaken" kropen ze weer monter onder
de aardkorst uit, om te zien wat er al
zo goedendag te zeggen viel.
De meubelkoopman-ijsbereider-oplich-
ter uit Zwijndrecht kreeg ook een bood
schap van deze inhoud en wel d.m.v.
een advertentie, ondertekend met „Si-
nie". „Wie is Sinie?" vraagt nu de po
litie zich af en de koopman, die zich
inmiddels gemeld heeft, antwoordt: „ik
sie, ik sie, wat jij nie sie".
Knappe bollen hebben uitgerekend dat
de mensen in Nederland gemiddeld het
langst leven. De meisjes worden 73,9 en
de jongens 71 jaar. Wat er niet bijstaat
is, dat de jongens en meisjes op die
leeftijd al lang geen jongens en meis
jes meer zijn, althans niet In de bete
kenis die wij er gewoonlijk aan hech
ten. Ook stond er niet bij en ook
hebben wij niet in de krant gelezen, dat
de mensen eerder grijs zijn dan vroeger.
We weten dat natuurlijk ook niet zeker,
maar als we zo eens om ons heen kij
ken menen we dit wel als vaststaand
te mogen aannemen. In onze nabije om
geving kennen wij een man, van huis uit
een vrolijke broek, maar de laatste ja
ren is het alles zilver wat er blinkt,
doodeenvoudig en alleen omdat hij niet
tegen de bollen opkan. De mensen wor
den niet alleen ouder, zij zijn ook eer
der oud, dachten wij zo en zelden wordt
er zo met de ouderdom gesold als in
deze tijd. Vroeger sprak men van de
(wijze) ouden en tegenwoordig van de
oudjes. Als wij het wel hebben, is er
ook door anderen over dit chapiter al
eens geschreven, maar de zaak lijkt
ons ernstig genoeg, om er onze gedach
ten aan toe te voegen. De oudjes wor
den in onze moderne tijd behandeld, als
of het gedeelte uit de heilige schrift, dat
zegt „als gij niet wordt als kinderen.,"
speciaal voor hun geschreven is. Welnu,
dat is niet waar. Het is voor ons alle
maal geschreven.
Er is een nieuw filmpje uitgekomen,
gewijd aan Gouda en zijn kaas. We heb
ben altijd al betoogd, dat de film een
belangrijk communikaasiemiddel is. De
jonge kaasfilm is veel beter dan de
oude kaasfilm en door de gaten heen is
er ook nog iets van Gouda zelf te zien.
Het Atomium in Brussel, dat ook maar
weer uit een aantal bollen bestaat, is
in tegenstelling tot vroegere berichten
niet verzakt. Voorts is het een moppige
dag vandaag. Zelfs in Madurodam zijn
knipperbollen geplaatst en na het voor
gaande gelezen te hebben, zal het u niet
verwonderen, dat wij dit betreuren. We
begrijpen en kunnen het waarderen, dat
Madurodam met de tijd meegaat en
dat de tijd of liever het tijdsgebrek de
ze bollen noodzakelijk maken. Knipper
bollen vinden wij jachtige indringers,
uitingen van onmacht, vurige uitroepte
kens achter de jagende jachtende tijd
van heden. Als wij het dan toch be
slist niet zonder bol kunnen stellen, zou
den wij een ballon verkiezen en dan zo'n
grote rooie of desnoods een kleine blau
we.
Zo'n ballon danst als een veer op de
wind mijn kind
En trekt een kleurig spoor als een lint
mijn kind,
Een haar huid krijgt duizend kleuren
in de zon,
Geef mij maar een luchtballon.
Dit gedeelte van een liedje, wat wij
ooit ergens gehoord hebben, zouden we
iedereen toe willen schreeuwen in deze
tijd. Aan kinderen, die het eigenlijk zelf
onbewust wel weten, aan ouderen en aan
de oudsten, en op dinsdag en op
en op alle andere dagen van de week.
Als de bollenobsessie ons teveel wordt,
gaan wij altijd naar de kapper, een man
die ons hart gestolen heeft, omdat hij
nooit naar de bollen gaat. „Ik zie al
bollen genoeg", zegt hij altijd. Overigens
is die kapper een man, die wij diep be
wonderen. Hij is van de grond af be
gonnen en heeft zich langzaam opge
werkt. Eerst was hij pedicure, toen ma
nicure en nu is hij kapper. Als we niet
naar de kapper kunnen, gaan we naar
kinderen wier enige zorg slechts is of
2 maal 2 wel 4 is en of je Hart met
een D schrijft of met een T. Woens
dag hebben we dat ook gedaan en on
middellijk kregen we enige schoolrapor-
ten te bewonderen. Nou één van die
kinderen was behoorlijk achteruitgedui-
keld in vergelijking met haar vorige cij
ferreeks. Voor schrijven had zij nu een
zesplus inplaats van een 6*/s de vorige
keer. En voor tekenen ook al zo'n enor
me teruggang. Vorige keer een 8, nu een
achtmin. Dat gaat verkeerd met jou,
meisje, hebben we gezegd. Jij gaat de
slechte kant op en groeit op voor galg
en rad. Jij zal later nooit een licht
worden, hoogstens een pitje.
Wel zouden wij de onderwijzeres van
dit kind eens willen zien. Het lijkt ons
een heel degelijke dame. Iemand ook
met een heldere kijk op het leven. Ie
mand, die precies kan zien, dat Ma-
rietje in dit trimester een fractie van
een punt minder geschreven heeft dan
het vorige en dat de tek-enaanleg van
Anneke beduidend minder is, dan aan
vankelijk werd gedacht. De juffrouw zelf
lijkt ons een tamelijk grote min, die waar
schijnlijk in het Lazarushuis thuishoort.
Dat moet er nu maar eens uit. Het kan
ons niets niemendal schelen, als wij
door deze uitlating een drie-plus voor
wellevendheid krijgen. Ondanks de ach
teruitgang hebben wij het kind een dub
beltje gegeven om een luchtballon te
kopen en daar is zij de gehele
zoet mee geweest, in afwachting van de
galg en het rad. Avonds sprong de bal
lon kapot en lag lellerig en slap in een
hoekje als een 1-april-mop, waarvan de
clou onthuld is. Die middeleeuwse gang
was ook een mopje; nou ja, we hebben
ons er even mee vermaakt. Ja, aan de
behandeling van kinderen en ouden van
dagen wil nog al eens iets ontbreken.
De kinderen wil men vroeg volwassen
zien en de ouden van dagen vroeg kinds
en de eerlijkheid gebiedt te zeggen, dat
vooral in dit laatste, de journalisten niet
helemaal vrijuit gaan. „Omaatje leest
nog dagelijks de krant en is nog ge
zond van geest." Tussen is en nog zou
den wij soms „desondanks" willen voe
gen als wij zo eens nagaan wat er bij
voorbeeld vandaag in de krant stond.
Allemaal nieuws, natuurlijk, maar of je
er gezond bij kunt blijven??? Bom ont
ploft op vliegbasis Deelen (één dode).
Ondanks knipperbollen eist hgt verkeer
nog 1500 doden per jaar. Is het won
der, dat de man in onze omgeving, van
huis uit een vrolijke broek, grijze ha
ren krijgt? Is het wonder, dat wij da
luchtballon verkiezen boven de knipper-
bol? Laten we vlug overgaan tot wat
lichtvoetiger berichten. Waarschijnlijk
krijgen wij nog voor Pasen goedkope
koelhuisboter. Zelfs ziet het er naar uit
dat we er na Pasen alweer genoeg van
hebben. De Linnaeushof in Bloemendaal
is de moeilijkheden te boven en een Brit
won twee miljoen in de voetbalpool. Die
man zal de Paasdagen wel rondkomen,
denken wij zo en bij wijze van voorproef
je zal hij ook de
niet ongemerkt voorbij laten gaan.
Met de paasdagen gaan we eieren eten,
alleen al, omdat wij het zo heerlijk vin
den, dat die nu eens niet bol zijn. Heer-
lijik vrij zullen wij die dagen zijn, kind
met de kinderen, genietend van alles,
wat niet ból is en van onze eigen privé
luchtballon-dagdroom.
De eerste tomaten, ook al bol, zijn van
de week geveild en hebben 68 cent per
stuk opgebracht. En ineens vragen wij
ons af, wat we tot nu toe helemaal ver
geten zijn, hoe „De Zonnebloem" er voor
zal staan. Zouden die al 68 cent ontvan
gen hebben als eerste bijdrage van onze
lezers voor een televisietoestel. We heb
ben u beloofd deze week niet meer te
vragen en dat doen we ook niet. We hel
pen u wel even aan ons actietje herin
neren, want met twee vrije paasdagen in
het verschiet, zou- het kunnen, dat u op
een. gegeven, moment, piet weet,, wat u
doen moet en-dan zoudt u even een giro-
boek kunnen pakken, om eenbedrag
over fce maken op no. 319082 tn.v. de
Kath. Nationale Stichting-, D,e Zonne
bloem te Breda; ondephet motto;
„Steunzender Zonzij".
Veel-overeenkomst met een luchtbal
lon vertoont een versierde palmpaas, die
afgelopen zondag weer door tientallen
welpjes en kabouters aan de zieken
zijn aangeboden. Laten wij met de paas
dagen .nu eens kind. met de kinderen
worden en ook'tets doen vo-or de 'zieken.
Dat televisietoestel moet er komen.
En laten wij dan hopen, dat die enige
andere bol, die de moeite van het be
kijken waard is; de- Zon, met de pasen
volopschijnt. ïïelemaal onvergankelijk
is die .bol natuurlijk niet, maar het kan
toch een symbool zijn van onverganke
lijkheid. Het feest van de vernieuwing
dienen wij gepast en in vreugde te vie
ren én de vreugde kan niet volmaakt
zijn, als we daarvan niet weten mee te
delen.
Laat U op deze feestelijke dagen niet
beïnvloeden door de bolden. Wees vrij
van alles, en begin opnieuw.
Onze „Weekhartigheden", die ditmaal
pok „Oubolligheden" genoemd zouden
kunnen worden willen wij niet besluiten,
zonder al onze lezers een „Zalig Pasen"
te wensen. Wij doen dit alvast maar van
daag, op vrijdag. Feitelijk zouden we
het pas op
moeten doen, maar natuurlijk- besteden
wij die ook deze week aan de weke
lijkse uitsmijter, die ditmaal komt op
draven in dé vorm van een molenpaard
onder het motto: „Nooit te,oud, pm men
selijk, te zijn (en behandeld te worden)"
Een molenpaard uit Heerjansdam
Zó oud dat hij de paardentram
Destijds nog heeft getrokken,
Loopt nu nog zonder stokken
En leest nog kranten zonder bril
Slaat men het schertsend op de bil,
Dan lacht hij kwasi joviaal,
Maar slaakt daarna in paardentaal
Een reeks onmenselijke vloeken..
En wanneer men dan gaat zoeken
De oorzaak van dit vloekmalheur.
Belandt men bfj de conducteur,
Die het beest in vroeger kwade tijden,
Over de hoge brug moest leiden.