Is de wereld zo slecht? WEEKhartig Contact met Nederlandse studenten laat veel te wensen over mm Mensen ven morgen heden Aziaten en Afrikanen Nederland 1 m M Een gelukkig initiatief in K w De heer femheddïwdr rdderd siada DAGjesmens ZATERDAG 5 APRIL 1958 PAG UNA 11 ff nen krijgen Lh£ep te kun" ste weken conta^ wlj de laat" aantal van d™ °Pgenomen met een een tiental d= studenten, en aan voorgelegd. Alvorens m vraSenli.ist gaan tot het wel™ chter over te «en en dp L! ?ven van de vra- u'ij eerst rtP 2°r daarop, willen fel. 6erst de ondervraagden voorstel- |fe/isn mtnMaeiayadedrrpratakgden' de heer moefeeliike natie 'isda! *?alaya een tmni-t eden ontstonrinV, er wat te mn IaAde heer Peris dVer het Pas" mocht hij toch het lanH^?ar ienslot- Nauwelijks contact. V IN HET WESTEN hebt te lang leiding gehad! Geen socialisme en geen kapitalisme AA-STUDENTEN ONTMOETEN EUROPA IV (Slot) Ons nationalisme is positif. - WMim DIT SOORT GELEGENHEDEN zijn helaas zeldzaam Christelijke levenshouding Hoe in leven te blijven Waarvoor studeren wij hier MAANDAG DINSDAG WOENSDAG DONDERDAG VRIJDAG ZATERDAG voelen ons geen vreemdelingen 'Fl Unrtll antlere Westeuropese vele injf »r«en ook in ons ,and Eij zullen i, lkanen en Aziaten, deel hebben hi a een belangrijk aan- keline van bn ?6 ?pbouw en ontwik- varinlen 'and' Wa' hun er- ^ederlanfl' Vnri° hnn verblijf in deling? Zijn iH {l. zich.hier vreem- verwachtingen 'r \Urgeste,d in hun sociale en maüfJüi! betrekking tot de en maatschappelijke contacten? oo°km ehenr°Ieereeh Zij het foHmoh^medeaaneuitRipli'- 28"ia^- internation^le cursus die de de in Delft volgt de h»! ?.uUwkun" fnationalistisch China lo - Chow, uit zelfde cursus in Delft 'aar' die de- Htwe Myint, uit de heer eens de cursus w??\28 jaar even- Delft volgend- me^?f erbouwkunde te souna, 28 ia;i'r ti u UW Dorra Has- ?gypte, econnm;<?10?a!rrnedaanse> uit International Institute fr|nd aan het in Den Haar- v Social Studies een 23-jariRe kath^r 6,er Carlos Flores, studefrt aan betkTUlttde PhiliPP«" *JaaS economised i Instltute in Den Peris, 27 iaav cke Planning; de heer Studeert evenp\Ji *ek' Malaya, Den Haag en wei tf31 het Institute in Pen; (je heer m© bestuurswetenschap- 5-us uit India i n 26-jarige chemi- boratorium in a werkt op een ]a- Abdoelrachmi, Amsterdam; de heer studeert ;n ndonesiër, 25 jaar oud meiuffrou r Delft elektrotechniek, beiden uit t ik en de heer Elliot, den hoe een a bestuderen in Lei- worden. De» museum beheerd moet 5p nrotestant jlge mejuffrouw Carr methodist d!n de 22-iarise Elliot is Fahmi is beer Hosnj Salama "clQen uit t en de heer Elliot, den hoe eej I" bestuderen e 2; ntHan de 22-iarise Elliot is L- ""'Ui is 4,o heer Hosnj *Rit van Cairo af956» aan de universi- ,fe 'ondbouwino ge erde' 29-jari- b,oratorium dl !ur' die in het te- - Jandbouwhosesd et,omologie van de E™ assistenfschan° t m ^ageningen bon een SbeCrsVahltd®ze studenten heb- mS, het7ii21J van bun eigen re- Het'118 dR V.N6 N0derlandse re- El? z>chPnhieeuAaP deze studenten zei elass ie reken" la^d tot de middle evenwel hoa Men moet hierbii Aefll-i,ke structuur"' d?! de maatsehap- Uj. 'ltaanse landr Aziatische en oie wii iL 'enden een andere is dar, to°nmst m Nederianrf datÜm van afm" 7 varieert I,I d van deze studen- ideoember 1957 sePtember 1956 tot algernene 0pinfe deelt t 00k deze on! ,hli alleen bii vertelde ons, had ,d een minder or ,,aank°mst in Cdgehad- Dg beamvn ervaring onlfh" Vlijkbaar met dfT SchiPhol HaaaP°nthoud had hij rie h n' D°°r gemist en moest ^Us "aar Den zo'n reizen. „Nop nrm!aa, ^een nu die V-reemdeling gevoeC' l?eb ik me ■ie. Dat8-, gemand bem./eldl ^dehs Ik het! ve 'n het oosten ^el 'anH^61 Ie dan el gereisd, maar =t„ ders' Zo vdtemntact met andere had eraantdlda de heer Peris HH nS6n" IInlanders' IZ™ opinie óver de°Nee bield uneo .geweest. Toen uf en keer \Varn niet van de Lirn ^aar was We t" "itgenodigd do?r rtan^ers' WÜ Iscbapn1?cbten een cfuTvan d^" :°P onsLDe Engelsen kwaden A3at: ten a ,t°e. maar de Holl-mn direct I taberd lifigen- En WÜ waren nie" 1 dezelfripgasten. Onze hele groeif e mening als ik". p had yraa Iandse%®ebteu? contact met Neder- Minder on poerden vaf"! uidend waren de ant- of er veel studenten op de vraag 1 Se student»"!?ntact was met Nederland- I ,Vrienclen onf.' Een enkeling heeft veel n- maar n de Nederlandse studen- ?at er gopn^ meesten betreuren het, I act bestond °i hoegenaamd "een con- pngetwiifoi2' ven belemmering vormt landse X,£nfet f.eit- dat de buiten- ?°als in hit' t 'n enkele gevallen, f'ï de intonn^Institute in Den Haag en ^rbnuwkunrio t cursus voor wa- b Den Haas if f j bi' r''-aar zitten. g!b °k levens in hetzelfde ^°h bÖ' Sebuisvest wrzeitde gebouw zijn can° beer Rizvi noemde het een handi derio 7 h i Seen contact had mS Vau e studenten, in het hïïf! we htkKten' "0nze cursus is aoar? en I Veet bb?n het bovendien erg druk Ik I brRngc?etvh0e hfr verfndering in pmgek^- J13 weten niets °Jer °ns en Mejuff rd wij niets over hen". Nederlr°Uw Carr merkte op, dat de dig h'fndse studenten zich wat afzij. Elliot C n van de vreemdeling, maken niet te weten hoe contact te Se Vrièr!ïant hij had geen Nederland- Er be? tenlandset Yeel contact tussen de bui- studenten onderling via de Foreign Student Service. Mejuffrouw Carr vertelde, dat het. was voorge komen, dat de P3S een Samentref fen organiseerde met Nederlandse stu denten, maar het liep op. een teleur stelling uit, omdat de Nederlanders verstek lieten gaan. De heer Menon vond ook, dat het een zijdig cpntact via het .FSS moest door broken worden. Misschien zou dit kun nen gebeuren door middel van de (Ne derlandse studentenorganisaties. Ove rigens had Menon zelf wel cpntact met Nederlandse studenten, maar dat kwam omdat hij aangesloten was bij enke le wetenschappelijke en politieke stu denten-organisaties. Geen van de on dervraagde studenten heeft ooit kennis gemaakt met de typisch Nederland se studentensfeer. Vraag: Hoe denkt n over de Neder landse samenleving? Hoe denkt u over de Nederlandse samenleving? Dit is een veel omvat tende vraag. Uit de antwoorden ne men we een greep. Rizvi: „Ik vind hier een normaal gezinsleven. De huizen zijn gezellig, met smaak ingericht" Als waterbouw kundige voegde hij eraantoe: ..We zijn zeer onder de indruk van wat uw land op dit gebied heeft tot standge- bracht". De Egyptenaar Fahmi zei: „De be- ginmoeilijkheden waren zeer groot maar nu wij gewend zijn, staan we niet meer voor grotere problemen dan de andere studenten. Maar er zijn wel remmen die het de buitenlanders moeilijk maken zich in te leven in de Nederlandse samenleving. Op de eer- ste plaats is daar het feit, dat wij nauwelijks de kans krijgen Nederlands te leren spreken. Overal waar wij ko men, is wel iemand, die Engels of Frans spreekt, zodat voor ons de dwang ontbreekt ons op het Nederlands toe te leggen. Een andere factor die het voor de vreemdelingen moeilijk maakt de Nederlandse samenleving beter te le ren kennen, is volgens de heer Fah mi „de beslotenheid van het Neder landse gezin". De Nederlandse gezin- ben nemen niet gemakkelijk vreem delingen in hun kring op en hij hééft °°k de indruk, dat de Nederlanders onder elkaar niet gemakkelijk in con tact komen „They like to sit down by the fire and to play cards", zegt hij lachend. Vrienden of kennissen ont vangen zij alleen wanneer er een "gelegenheid" is. Zelfs goede buren komen dikwijls niet verder dan een vluchtige groet, wanneer men elkaar toevallig ontmoet, zo zegt hij en wij voelen, dat de heer Fahmi dat erg lammer vindt. Abdoelrachman uit Indonesië heeft weinig contact met Nederlandse fa milies. Hij heeft een .kamer in een stu dentenbarak in Delft. Hij vindt het „ontzettend leuk" om daar te wo nen. De heer Chow heeft nog geen gele genheid gehad om de Nederlandse sa menleving te leren kennen. Mejuffrouw Carr ie van. mening, dat ue Nederlanders zeer individualistisch ziin, zelfs onder elkaar. i?r E1,iot voegt eraantoe, dat ippftvfj gesloten is en op zichzelf gedragen zich tegenover el- vreemdefingen. eerder als tegenover Mejuffrouw Hassouna is het opge vallen, dat in Nederland de familie band zeer hecht schijnt te zijn en dat de ouders in het gezin een sterke po sitie hebben in vergelijking met an dere Europese landen. De families zijn volgens haar hier meer conserva tief. Over onze maatschappij zegt zij, dat ze die democratisch vindt. Er is planning en toch wordt ter zelfdertijd de.- individuele vrijheid gerespecteerd. Het is geen socialisme en ook geen kapitalisme. De upperclass heeft ge leerd te geven en de lower class heeft geduld weten op te brengen zo meent zij. Vraag; Is het verblijf hier u mee gevallen? Is het verblijf in Nederland u dus meegevallen?, zo vroegen we. Zonder uitzondering werd deze vraag beves tigd. Mejuffrouw Carr zei, dat ze al leen wat beter contact zou hebben als ze de taal kende en de heer Elliot vindt Nederland een prettig land, me de omdat het er (in zijn ogen erg goedkoop is. De heer Myint uit Birma vindt het hier best, vooral nu de win ter aan het verdwijnen is. Die kou is toch maar niks. Vraag: Kent u andere Europese lan den? Op enkele uitzonderingen na zijn de door ons ondervraagden niet ge durende een lange période in een an der Europees land geweest. Men voel de er in het algemeen dan ook niet veel voor om te antwoorden op onze andere vraag of .zij Nederland repre sentatief vinden voor het westen. De heer Rizvi die geruime tijd in Engeland en Amerika is geweest en verder in Europa heeft rondgereisd, had een be sliste mening en vond, dat Nederland een natie op zichzelf was, niet re presentatief voor het westen. Mejuf frouw Hassouna: „Ik houd er niet van te generaliseren. Nederland zou mis schien een neef van Engeland genoemd kunnen worden" Vraag: Hoe denkt u over de toe komst van uw eigen land? Met enthousiasme werd op deze vraag geantwoord, omdat allen zeer optimis tisch zijn over de toekomst van hun land. De Egyptenaar Fahmi zei, dat hij sterk gekant was tegen het kolo nialisme. Dit moet verdwijnen om dat het in de weg staat aan de broe derschap tussen de volken. Wij wil len met iedereen samenwerken, maar in vrijheid en op gelijke voet en niet als ondergeschikten. U in het westen hebt te lang de leiding gehad. De Egyptische regering doet grote moeite een goede verstandhouding te schep pen met het westen en een van de middelen die zij daartoe gebruikt is het zenden van groepen studenten naar Westeuropese landen (z.g. missions) Wij zijn geen politici maar studenten. Omdat evenwel de Egyptische regering weet, dat wij „informele ambassa deurs" zijn, betaalt zij de helft van onze kosten. Vervolgens sprak hij over de struc tuur van de Egyptische maatschappij en zei: „Wij wensen geen communis me, wij wensen geen nivellering. Wij wensen verhoging van de levensstan daard voor het gehele volk". Daartoe acht de heer Fahmi het socialisme het meest geeigend. Een ander bezwaar van het communisme ziet hij in de plotselinge veranderingen, die dit stel sel met zich mee zou brengen voor de Egyptische samenleving en deze ab rupte wijziging acht de heer Fahmi voor Egypte zeer gevaarlijk. „We have time, time to make the best of it", zegt hij enthousiast. Ook de landgenote van de heer Fahmi, mejuffrouw Hassouna is zeer optimistisch. Er wordt hard aan gepakt zegt zij. De massa moet wor den opgevoed, het land gedistribu eerd en geïndustrialiseerd. Ons na tionalisme is positief. Het eerste doel is EN ZOU HET wel zeggen. Hoeveel keren worden we niet gewaarschuwd tegen de gevaren van de wereld en het aard se? Misschien zo dikwijls, dat we er langzamerhand tabak van kregen en het niet meer namen. We konden de ivereld niet zo slecht vinden. Het was er integendeel erg -prettig. Maai de verschillende aansporingen van de H. Schrift dan? Daar wordt toch voortdurend gewezen op de boos heid van de wereld. Met name St.- Johunn.es spreekt er werkelijk min der prettig over: Alles immers in de wereld is begeerlijkheid der ogen, begeerlijkheid des vleses; hoovaar- dij des levens. En dezelfde Evange list verhaalt ons, hoe Christus zelfs weigerde te bidden voor de wereld. Toch moeten we dit alles m juist perspectief zien. Dé wereld op zich kan niet slecht zijn: God heeft hoar geschapen met al de mogelijkheden, welke we langzamerhand gaan ont dekken. Christus heeft haar op een speciale manier geheiligd door zijn Menswording, door zijn sterven en verrijzen; de Kerk heiligt haar door haar sacramenteel leven. Wat is ei dan voor slechts aan? De zaak zit zo: deze wereld is pas goed en hei lig in verband met God, met Chris tus. Ze heeft op zich geen absolute waarde: de gestalte van deze wereld gaat voorbij. De moeilijkheid is, dat de mens, wij evengoed, deze wereld te veel op zich zienzonder haar band met God Dan wordt de we reld, het leven verafgood en tegen over God gesteld. Dan wordt de we reld onheilig, dan wordt zij het. rijk van de zonde: dan neemt zij de ge stalte van de zonde aan en wordt ze een afstraling, een materialisatie van een mens, die in zichzelf opge sloten is, zonder God te erkennen, hetzij theoretisch of praktisch. Dan wo™t wereld LOUTER wereld, If CUTS" wereld. En zo gezien en beleefd is de wereld slecht oj hoe je haar ook noemen wilt. DE CHRISTEN IS een mens, die gelooft, die in de geloofsbe- slissing zich overgegeven heeft aan Christus, zich ingezet heeft voor Christus, zich engageert voor Zijn Koninkrijk. Daar leeft hij van. Dat wil m.a.w. zeggen, dat dit niet al leen is een zioh keren naar Chris tus, maar ook en tegelijkertijd een afkeren van de wereld, juist als „slechts" wereldUit die wereld treedt hij uit. Daarom heeft de daad van geloven twee termen: het is een uittreden uit de wereld als wereld op zich en tegelijkertijd een keren naar Christus: het is bekeren uit de zondigheid, uit de onheiligheid, uit het louter mundane. Dat wil zeggen, dat de christen de wereld waardeert en blijft waarderen, maar haar nooit ziet, haar nooit een gestalte geeft los en onafhankelijk van Christus. Wie zich keert naar Christus, ver brandt in zekere zin zijn schepen achter zich: hij steunt niet meer op de wereld, op het gezond verstand, op louter aardse, maar gesloten lo gica, maar neemt de wereld altijd als betrekkelijk, als iets wat voor bijgaat. De christen, die immers ge looft aan Christus pleegt geen afgo derij van de aarde, de techniek, van het lichaam, van de vreugde, van het huwelijk. Hij waardeert dit alles maar overschat het niet. De grote zonde van de christen is daarom ook het kiezen van de wereld, van het mundane, van de gesloten kosmos tegenover en boven Christus. Gelo ven is als het ware met een ruk zich van deze „loutere" wereld af keren en zich keren naar Christus en dan zich weer keren naar deze wereld, maar met geheel andere ogen en een geheel andere waarde ring. Men mag als christen nooit de wereld zo maar minachten, maar moet haar betrekkelijkheid zien in verband met Christus. H. B. de ontwikkeling van het land en le vensmogelijkheden scheppen voor de massa. Terzelfdertijd betekent ons na tionalisme niet onderworpen willen zijn aan een vreemde mogendheid. De Liberiaan Elliot zegt, dat zijn land nog in het jeugdstadium verkeert. Het sterk onder invloed van de Ame rikaanse manier van leven staande land heeft een grote toekomst. De natuurlijke rijkdom is groot. Wij heb ben vooral technici nodig. Over het communisme in Afrika zei de heer Elliot, dat als de communis ten voet krijgen in Afrika de Europe anen de verliezers zijn en niet de Afri kanen. Overigens was er voor zover hij wist in Liberia geen communisme. De heer Menon ziet de toekomst van India met groot optimisme te gemoet. „Ik heb er een rol in te ver vullen. Mijn generatie heeft een grote verantwoordelijkheid. We hebben in korte tijd te overbruggen, wat in Euro pa in 150 jaar is gebeurd. Het is een race met de tijd". Hij is voorstander van de huidige regeringspolitiek, die men socialistisch kan noemen. Ten aanzien van buitenlandse investerin gen moet geen fanatieke houding wor den aangenomen, dat zou een domme politiek zijn, zo meent de heer Me non. De levensstandaard in India is veel te laag Samenwerking met het buitenland is noodzakelijk. Het groot ste probleem van het volk is hoe in het leven te blijven. Dit is een econo misch vraagstuk en geen politiek. In dit verband zei de heer Menon, dat voor het eenvoudige volk het commu nisme een alternatief kan zijn. „Neemt u bv. Kerala, 't gebied waar ilc van daan kom. Het volk hier weet niets af van wat er in Hongarije gebeurd is, het weet alleen wat er in eigen ge bied gebeurt. In de afgelopen jaren zijn er enkele regeringen geweest, maar er werd niet veel bereikt. Dit gaf het eenvoudige volk aanleiding om de communisten te kiezen en hun een kans te geven" Malaya en Birma hebben nog steeds te kampen met communistische re bellen. Dit werkt ongetwijfeld rem mend op de ontwikkeling van de lan den. Malaya besteedt dagelijks '/s miljoen gulden aan de bestrijding van de terroristen. Er wordt hard ge werkt aan de industrialisatie van de tot nu toe voornamelijk agrarische staten. Zowel Peris uit Malaya als Myint uit Birma waren hoopvol ge stemd met betrekking tot de toekomst van hun land. De heer Chow gaf uitdrukking aan de wens van de vrije Chinezen om te rug te kunnen keren naar het vaste land van China. „Intussen werken wij voort. Wij willen de moderne provin cie van China zijn", zo merkte hij op. Sinds de onafhankelijkheid is er grote verandering gekomen in de structuur van Pakistan. De landbouw-staat wordt omgeschakeld tot industrie staat. Vanzelfsprekend blijft de land bouw een zeer voorname rol spelen. „We willen autarkisch worden in elk opzicht", zo zei de heer Rizvi „Wij zijn niet orthodox en willen met onze tijd meegaan. Daarom maken we ook gebruik van de vooruitgang der techniek b.v. bij de irrigatiewerken'" Vraag: Hoe ziet u de toekomst in Azic en Afrika? De heer Flores van de Philippijnen haalde de woorden aan van de vorig jaar verongelukte president van zijn land, Magsaysay: „There can be no neutrality". Meer wilde hij er niet aan toevoegen. Myint antwoordde op deze vraag, dat hij niet kon generaliseren. Birma is neutraal. „Ze noemen het actieve neu traliteit, maar ik weet niet wat dat inhoudt". Mejuffrouw Hassouna uit Egypte zeic „Ik hoop werkelijk dat de Azia tische en Afrikaanse volken eens kun nen staan als één blok tussen oost en west. We hebben een derde macht no dig als een soort balans". „De mensen over de gehele wereld zijn hetzelfde. Dat de Aziaten en Afri kanen nog achter zijn is aan omstan digheden te wijten. Zij hebben evenwel dezelfde mogelijkheden als de an> deren en het zou me niet verwonderen als binnen korte tijd grote vooruit gang te zien is. Daarvoor studeren wij ook hier", dit was de mening van de Indonesiër Abdoelrachman. De heer Menon haalde de uitspraak aan van de Britse Nobel-prijswinnaar prof. Blackett, gedaan tijdens de bij eenkomst in sept. 1957 van „The Bri tish Association for the Advancement of Science". „In het belang van een beter begrip tussen de Aziaten en Afri kanen enerzijds en het westen ander- zijde in het noodzakelijk, dat de Azia ten het verleden een beetje verge ten en de westerlingen daarentegen wat meer aan het verleden denken". Vraag: Gelooft u In de V.N.? De heer Myint: „De V.N. heeft veel goed gedaan voor de zaak van de vre de. De volken zouden alleen hier moe ten spreken en niet in afzonderlijke or ganisaties." „Een vriend zei me eens, dat hij de V.N. een mislukking vond", zo zei de heer Elliot. „Hij verwees hierbij naar Zuid-Afrika en de Mau Mau. Ik ben het in bepaalde opzichten echter niet met hem eens. De UNESCO doet goed werk en de overige hulp die ver strekt wordt is belangrijk. Kortom, ik vind het geen mislukking". Mejuffrouw Carr vond dat de V.N. ook binnenlandse kwesties zoals b.v. Algerije zou moeten kunnen oplossen. Hammarskjoeld is nu naar Moskou in verband met een topconferentie. Hij zou zich ook bezig moeten houden met binnenlandse aangelegenheden die dat nodig maken. „Ik geloof, dat de V.N. een basis heeft voor een constructieve ontwik keling", zo meende de heer Flores. „Gelooft u in de V.N.?", vroegen wij mejuffrouw Hassouna. „I hope so", ant woordde zij. En zij vervolgde: „Ik moet erin geloven. We hebben de V.N. nodig en het is het enige wat we heb ben. Ik hoop dat de V.N. sterker wor den". Volgens de heer Abdoelrachman is de V.N. een van de grootste middelen waarmee iets kan worden bereikt. „Men moet er evenwel allemaal van overtuigd zijn, dat dit de plaats is waar men de belangen en moeilijkhe den kan bespreken". Vraag: Wat denkt u van de kwestie Nieuw-Guinea? De heer Menon en mejuffrouw Carr waren zeer beslist in hun mening, dat Nieuw-Guinea bij Indonesië behoort. De overigen wensten zich hier niet over uit te spreken. Sommigen ver klaarden dat zij van dit vraagstuk niets afwisten, terwijl anderen zich om be paalde motieven over deze kwestie niet wilden uitlaten. Er is een veelbelovend en lofwaardig initiatief genomen om de buitenlandse studenten in Nederland een helpende hand te bieden, indien zij dit wensen, om in ons land tot een grotere geestelijke ontwikkeling te komen. In het officiële orgaan van de St.-Adelbertvereniging ,,St.-Adelbert" van deze maand wordt melding gemaakt van een nieuwe stichting, die in het le.v®p. 's geroepen en het boven omschreven doel beoogt. Deze stichting is tot stand gekomen uit overleg en samenwerking tussen Smt- Adelbert, ALMA, Melania en de St.-Vincentiusvereniging. De nieuwe stichting zal allereerst een beroep doen op een plaats in onze katholieke gezinnen voor de buitenlandse studenten, voor hen, die straks onder hun volk de mensen van betekenis zijn. De nieuwe stichting zal zich niet willen beperken tot degenen, die ons land reeds hebben gekozen als een informatie- en stud'iebron, maar zij zal de bisschoppen in de vreemde landen graag in de gelegenheid stellen hun beste katholieken een bredere ervaring te laten opdoen. In het artikel in „St.-Adelbert, waarin over deze nieuwe stichting wordt geschreven, wordt gezegd, dat het moge lijk moet zijn, dat het katholieke bedrijfs- en onderwijsleven in Nederland plaatsen inruimt voor hen, die de katholieke invloeds sfeer in het buitenland kunnen vergroten. Met het lanceren van al die kunstma nen zouden wij haast vergeten, dat er nog een zon bestaat. Alleen daarom al is het maar goed, dat zij zich de laat- te dagen weer eens heeft laten zien, zodat wij met Pasen in het vooruitzicht nog eens met nadruk vast kunnen stel len, wat precies wél en wat precies niet van vergankelijke aard is. Wij worden in het leven geregeerd door bollen. Knap pe bollen, tulpenbollen, knipperbollen, de zon, de maan, de planeten en ga zo nog maar even door. Is het wonder dat wij straks in juni met extra veel plezier naar de knoppen gaan en naar de bottende bloesem? In dit heerlijke vooruitzicht gaan wij over tot de waaraan ditmaal weer eens een volledig bevoetbalde zondag is voorafgegaan. La zen dan ook in een sportverslag, dat het degradatiewater tot de roodwitte lippen is gestegen en begrepen wel, wat er be doeld werd. Toen wij het echter zo zwart op wit zagen staan gingen wij met spoed over tot in minder hartbrekende beeld spraak gestelde berichten en werden al lereerst getroffen door het bericht, dat een amateur-cineast een onderaardse grot in Klimmen ontdekt heeft. Waar schijnlijk is het een vluchtuitgang uit de middeleeuwen en hiermee valt ons zo maar ineens een stukje middeleeuwse romantiek voor de voeten, als was het een keisteen, afgeschoten met een goe dendag. Een goedendag was, zoals u wel weten zult, een wapen, waarmee men zijn tegenstander kon beletten om voortaan goedendag te zeggen en waar mee men tevens kon bewerken, dat zijn tegenstander het leven eens en voor goed goedendag zegde. Het leeggieten van pek op andermans hoofd gaf ook wel een zekere bevrediging, maar over het algemeen werd het jammer gevon den, dat men daar zo moeilijk beleefd bij kon blijven. Overigens waren de slotheren van geen van beide manieren erg gediend, zodat zij zonodig in een slotgang kro pen, omdat het bloed en wat het om hult altijd nog liever kruipt, dan voor goed te gaan. Als er dan een koerier kwam met de boodschap: „Papa kom naar huis, alles is goed, ook met de zaken" kropen ze weer monter onder de aardkorst uit, om te zien wat er al zo goedendag te zeggen viel. De meubelkoopman-ijsbereider-oplich- ter uit Zwijndrecht kreeg ook een bood schap van deze inhoud en wel d.m.v. een advertentie, ondertekend met „Si- nie". „Wie is Sinie?" vraagt nu de po litie zich af en de koopman, die zich inmiddels gemeld heeft, antwoordt: „ik sie, ik sie, wat jij nie sie". Knappe bollen hebben uitgerekend dat de mensen in Nederland gemiddeld het langst leven. De meisjes worden 73,9 en de jongens 71 jaar. Wat er niet bijstaat is, dat de jongens en meisjes op die leeftijd al lang geen jongens en meis jes meer zijn, althans niet In de bete kenis die wij er gewoonlijk aan hech ten. Ook stond er niet bij en ook hebben wij niet in de krant gelezen, dat de mensen eerder grijs zijn dan vroeger. We weten dat natuurlijk ook niet zeker, maar als we zo eens om ons heen kij ken menen we dit wel als vaststaand te mogen aannemen. In onze nabije om geving kennen wij een man, van huis uit een vrolijke broek, maar de laatste ja ren is het alles zilver wat er blinkt, doodeenvoudig en alleen omdat hij niet tegen de bollen opkan. De mensen wor den niet alleen ouder, zij zijn ook eer der oud, dachten wij zo en zelden wordt er zo met de ouderdom gesold als in deze tijd. Vroeger sprak men van de (wijze) ouden en tegenwoordig van de oudjes. Als wij het wel hebben, is er ook door anderen over dit chapiter al eens geschreven, maar de zaak lijkt ons ernstig genoeg, om er onze gedach ten aan toe te voegen. De oudjes wor den in onze moderne tijd behandeld, als of het gedeelte uit de heilige schrift, dat zegt „als gij niet wordt als kinderen.," speciaal voor hun geschreven is. Welnu, dat is niet waar. Het is voor ons alle maal geschreven. Er is een nieuw filmpje uitgekomen, gewijd aan Gouda en zijn kaas. We heb ben altijd al betoogd, dat de film een belangrijk communikaasiemiddel is. De jonge kaasfilm is veel beter dan de oude kaasfilm en door de gaten heen is er ook nog iets van Gouda zelf te zien. Het Atomium in Brussel, dat ook maar weer uit een aantal bollen bestaat, is in tegenstelling tot vroegere berichten niet verzakt. Voorts is het een moppige dag vandaag. Zelfs in Madurodam zijn knipperbollen geplaatst en na het voor gaande gelezen te hebben, zal het u niet verwonderen, dat wij dit betreuren. We begrijpen en kunnen het waarderen, dat Madurodam met de tijd meegaat en dat de tijd of liever het tijdsgebrek de ze bollen noodzakelijk maken. Knipper bollen vinden wij jachtige indringers, uitingen van onmacht, vurige uitroepte kens achter de jagende jachtende tijd van heden. Als wij het dan toch be slist niet zonder bol kunnen stellen, zou den wij een ballon verkiezen en dan zo'n grote rooie of desnoods een kleine blau we. Zo'n ballon danst als een veer op de wind mijn kind En trekt een kleurig spoor als een lint mijn kind, Een haar huid krijgt duizend kleuren in de zon, Geef mij maar een luchtballon. Dit gedeelte van een liedje, wat wij ooit ergens gehoord hebben, zouden we iedereen toe willen schreeuwen in deze tijd. Aan kinderen, die het eigenlijk zelf onbewust wel weten, aan ouderen en aan de oudsten, en op dinsdag en op en op alle andere dagen van de week. Als de bollenobsessie ons teveel wordt, gaan wij altijd naar de kapper, een man die ons hart gestolen heeft, omdat hij nooit naar de bollen gaat. „Ik zie al bollen genoeg", zegt hij altijd. Overigens is die kapper een man, die wij diep be wonderen. Hij is van de grond af be gonnen en heeft zich langzaam opge werkt. Eerst was hij pedicure, toen ma nicure en nu is hij kapper. Als we niet naar de kapper kunnen, gaan we naar kinderen wier enige zorg slechts is of 2 maal 2 wel 4 is en of je Hart met een D schrijft of met een T. Woens dag hebben we dat ook gedaan en on middellijk kregen we enige schoolrapor- ten te bewonderen. Nou één van die kinderen was behoorlijk achteruitgedui- keld in vergelijking met haar vorige cij ferreeks. Voor schrijven had zij nu een zesplus inplaats van een 6*/s de vorige keer. En voor tekenen ook al zo'n enor me teruggang. Vorige keer een 8, nu een achtmin. Dat gaat verkeerd met jou, meisje, hebben we gezegd. Jij gaat de slechte kant op en groeit op voor galg en rad. Jij zal later nooit een licht worden, hoogstens een pitje. Wel zouden wij de onderwijzeres van dit kind eens willen zien. Het lijkt ons een heel degelijke dame. Iemand ook met een heldere kijk op het leven. Ie mand, die precies kan zien, dat Ma- rietje in dit trimester een fractie van een punt minder geschreven heeft dan het vorige en dat de tek-enaanleg van Anneke beduidend minder is, dan aan vankelijk werd gedacht. De juffrouw zelf lijkt ons een tamelijk grote min, die waar schijnlijk in het Lazarushuis thuishoort. Dat moet er nu maar eens uit. Het kan ons niets niemendal schelen, als wij door deze uitlating een drie-plus voor wellevendheid krijgen. Ondanks de ach teruitgang hebben wij het kind een dub beltje gegeven om een luchtballon te kopen en daar is zij de gehele zoet mee geweest, in afwachting van de galg en het rad. Avonds sprong de bal lon kapot en lag lellerig en slap in een hoekje als een 1-april-mop, waarvan de clou onthuld is. Die middeleeuwse gang was ook een mopje; nou ja, we hebben ons er even mee vermaakt. Ja, aan de behandeling van kinderen en ouden van dagen wil nog al eens iets ontbreken. De kinderen wil men vroeg volwassen zien en de ouden van dagen vroeg kinds en de eerlijkheid gebiedt te zeggen, dat vooral in dit laatste, de journalisten niet helemaal vrijuit gaan. „Omaatje leest nog dagelijks de krant en is nog ge zond van geest." Tussen is en nog zou den wij soms „desondanks" willen voe gen als wij zo eens nagaan wat er bij voorbeeld vandaag in de krant stond. Allemaal nieuws, natuurlijk, maar of je er gezond bij kunt blijven??? Bom ont ploft op vliegbasis Deelen (één dode). Ondanks knipperbollen eist hgt verkeer nog 1500 doden per jaar. Is het won der, dat de man in onze omgeving, van huis uit een vrolijke broek, grijze ha ren krijgt? Is het wonder, dat wij da luchtballon verkiezen boven de knipper- bol? Laten we vlug overgaan tot wat lichtvoetiger berichten. Waarschijnlijk krijgen wij nog voor Pasen goedkope koelhuisboter. Zelfs ziet het er naar uit dat we er na Pasen alweer genoeg van hebben. De Linnaeushof in Bloemendaal is de moeilijkheden te boven en een Brit won twee miljoen in de voetbalpool. Die man zal de Paasdagen wel rondkomen, denken wij zo en bij wijze van voorproef je zal hij ook de niet ongemerkt voorbij laten gaan. Met de paasdagen gaan we eieren eten, alleen al, omdat wij het zo heerlijk vin den, dat die nu eens niet bol zijn. Heer- lijik vrij zullen wij die dagen zijn, kind met de kinderen, genietend van alles, wat niet ból is en van onze eigen privé luchtballon-dagdroom. De eerste tomaten, ook al bol, zijn van de week geveild en hebben 68 cent per stuk opgebracht. En ineens vragen wij ons af, wat we tot nu toe helemaal ver geten zijn, hoe „De Zonnebloem" er voor zal staan. Zouden die al 68 cent ontvan gen hebben als eerste bijdrage van onze lezers voor een televisietoestel. We heb ben u beloofd deze week niet meer te vragen en dat doen we ook niet. We hel pen u wel even aan ons actietje herin neren, want met twee vrije paasdagen in het verschiet, zou- het kunnen, dat u op een. gegeven, moment, piet weet,, wat u doen moet en-dan zoudt u even een giro- boek kunnen pakken, om eenbedrag over fce maken op no. 319082 tn.v. de Kath. Nationale Stichting-, D,e Zonne bloem te Breda; ondephet motto; „Steunzender Zonzij". Veel-overeenkomst met een luchtbal lon vertoont een versierde palmpaas, die afgelopen zondag weer door tientallen welpjes en kabouters aan de zieken zijn aangeboden. Laten wij met de paas dagen .nu eens kind. met de kinderen worden en ook'tets doen vo-or de 'zieken. Dat televisietoestel moet er komen. En laten wij dan hopen, dat die enige andere bol, die de moeite van het be kijken waard is; de- Zon, met de pasen volopschijnt. ïïelemaal onvergankelijk is die .bol natuurlijk niet, maar het kan toch een symbool zijn van onverganke lijkheid. Het feest van de vernieuwing dienen wij gepast en in vreugde te vie ren én de vreugde kan niet volmaakt zijn, als we daarvan niet weten mee te delen. Laat U op deze feestelijke dagen niet beïnvloeden door de bolden. Wees vrij van alles, en begin opnieuw. Onze „Weekhartigheden", die ditmaal pok „Oubolligheden" genoemd zouden kunnen worden willen wij niet besluiten, zonder al onze lezers een „Zalig Pasen" te wensen. Wij doen dit alvast maar van daag, op vrijdag. Feitelijk zouden we het pas op moeten doen, maar natuurlijk- besteden wij die ook deze week aan de weke lijkse uitsmijter, die ditmaal komt op draven in dé vorm van een molenpaard onder het motto: „Nooit te,oud, pm men selijk, te zijn (en behandeld te worden)" Een molenpaard uit Heerjansdam Zó oud dat hij de paardentram Destijds nog heeft getrokken, Loopt nu nog zonder stokken En leest nog kranten zonder bril Slaat men het schertsend op de bil, Dan lacht hij kwasi joviaal, Maar slaakt daarna in paardentaal Een reeks onmenselijke vloeken.. En wanneer men dan gaat zoeken De oorzaak van dit vloekmalheur. Belandt men bfj de conducteur, Die het beest in vroeger kwade tijden, Over de hoge brug moest leiden.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1958 | | pagina 11