Maar Marokko's sultan
staat voor zware taak
k
In Delhi is het goed toeven
voor opium-smokkelaars....
Corsikaanse vendetta in Parijs
HET AFGESTANE GEBIED
i
ant Ifni is oen ware heksenketel
W-
Maar in het laatste jaar
konden er toch ruim 200
worden gearresteerd!
Zijn vrijspraak werd
hem noodlottig
Veronica en Simon van Cyrene
V B
Zware last voor
Sultan Mohammed
De Enclave Ifni
De Aït-Ba-Amrane
Grote hoeveelheden vis
Observator
I
méér kracht
véérkracht
Y.S. beginnen nieuwe
kernproevenserie
ZATERDAG 12 APRIL 1958
PAGINA 3
ulO'
v'1
Panje heeft een gedeelte van zijn bezit langs de
^arokkaanse kust aan Marokko afgestaan....
et gaat hier om een landstrook in het noorden
^an het zg. protectoraat Laguia el Hamra, dat
eitelijk niet veel meer dan een woestijn is, maar
recht tegenover de Canarische eilanden ligt,
^elke archipel sinds mensenheugenis Spaans be-
is en ook door Spanjaarden wordt bewoond,
e oorspronkelijke bewoners van dit kleine para-
jH)s m de zee zijn reeds lang uitgestorven. Het
eTcht van de afstand, na de schermutselingen
rifni' een stuk van de kust, dat geheel door
arokkaans gebied omringd is, doet enigszins
lllerkwaardig aan en het vestigt tegelijkertijd de
aandacht op de eigenaardige situatie in die con
treien, waarvan wel eens gezegd wordt, dat ge
heimzinnige krachten er bezig zijn, een nieuwe
haard van onrust te stichten, een tweede Algerije.
Laguia el Hamra en het aangrenzende Rio de
Oro grenzen beide in het binnenland aan de
enorme, Westafrikaanse woestijnkolonie Maure-
tanië, welke inmiddels in verband met de steeds
toenemende olievondsten in de Sahara langzaam
maar zeker in belangrijkheid toeneemt. Dit Mau-
retanië heeft een schier legendarische naam,
maar we zullen over dit merkwaardige land hier
niet uitweiden, aangezien dit moeilijk in het be
stek van dit artikel te vervatten zou zijn.
500 Km
JoSaFi
MarnaKech °(j
Agadirr O
tliennt
Na vier jaar werd Robert Juan in de
Rue Lepic (Pigaile) neergeschoten
„Cucu",
de bemiddelaar
Ze vonden hem tóch
DE MOOIE MAGDA
Elke f morgen
door de
ROBERT JUAN
Vanuit de provincie
Tegen de bierkaai
ste>'
PPeft'
6776°'
t wf'
lATTl^
FRANCO schonk een kuststrook
°lgens het officiële communiqué wordt het afgestane ge-bied begrensd
°°r dv. rivier Dra in het noorden, in het oosten door de elfde meridiaan
lrt het zuiden door de parallel 27.40De Spanjaarden zullen er inmiddels
al'hans voorlopig hun troepen gestationeerd houden. Bij Kaap Juby is een
Puanse nederzetting, die o.a. een garzizoen van 1500 man herbergt Hier-
'''genover heeft de sultan van Marokko de taak op zich genomen, de orde
het afgestane gedeelte met eigen troepen te handhaven. Dit betekent
v°tgens kenners van de plaatselijke toestanden, dat hiermede een eind zal
y>rnen aan de raids in dit gebied van de benden van het z.g. Marokkaanse
r,jheidsleger, hetwelk er ook verschillende schuilplaatsen heeft. Daarom
's het bericht omtrent deze overeenkomst ook in Frankrijk met een zekere
1 "Idoening ontvangen. Het aantal uitwijkplaatsen voor de zwervende contin.
^nten opstandigen i de Sahara is nu weer minder geworden.
Ven met de nieuwe overeenkomst te-
dere Werc* vastgesteld, dat Marokko ver-
pa asPiraties ten aanzien van een ex-
tensie naar het Zuiden zal moeten la-
jVia Varen, is nog niet bekend gemaakt.
Pog er blijven de sultan van Marokko
kon1 Y°?.rwendsels genoeg over om zijn
hetp Mijke troepen, zoals ze officieel
en eventueel in beweging te zetten
aan'°aarbij de hulp van de vrijscharen te
aPvaarden.
'uek'ï vanwege de nieuwe overeenkomst
der "et ons interessant, het een en an-
ver. Pver het vrijwel onbekende Ifni te
VastK Wat Spanje's, lees Franco's
Pion udepdheid betreffende Ifni aangaat,
v6ip p we wel even aanstippen, dat ze
het Fransen verbaast, vooral vanwege
Ter sacc®s, dat het (of hij) er mede heeft.
Wo* Frankrijk Tunesië vrijwel geheel
Pist moeten prijsgeven, blijft Spanje
als het ware tegen het hart van
ka P^ko aan zitten een blik op de
°Pg t zal deze beeldspraak voor de lezer
js setWijfeld duidelijker maken en er
v°°ralsnog geen sprake van Marok-
Sa_n?e eisen ten aanzien van de rest van
eet ®a el Hamra en Rio de Oro. Het
genoemde gebied behoort overigens
bh Pik tot Rio de Oro. In het ene zijn
v0n5 Alum belangrijke fosfaatlagen ge-
viMQen. in het andere hoopt men olie te
slQ. en- Allebei factoren, die de vastbe-
öe7ePheid der Spanjaarden beïnvloeden.
Knj'e. Sebieden kunnen veel opleveren. Zo
pre 'P belangrijke mate een kwestie van
Weij. is, de grote woestijngebieden zijn
Pcht ware schatkamers..
het schijnt is Spanje in zijn on-
r'jk gen doelmatiger dan Frank-
vól' Waar de ene regering de ander op-
leu ,en er geen continuïteit in het he-
Fran estaat- De Marokkanen weten bij
rpagk wat ze aan hem hebben en dat
Prik 4 iPdruk. Door een stuk woestijn
hamm Seven, heeft Franco sultan Mo-
Selart een zware last op de schouders
thoe?eP- Want hij zal nu de vrijscharen
te b en opruimen, die daar in de woes-
Zen orgep zwerven. Het zijn enkele dui-
g6gj P goed bewapende, van Algerije uit
is neuPde desperado's. Intussen, Franco
een niet klaar. Want in november is
b0j.p a[P?ldeel Sovjet-Russische „vissers-
sChp ..in de wateren tussen de Canari-
sterkeilanden en Ifni gesignaleerd die o.a.
en aezendapparaten aan boord hadden
bisAi. .^Vesterse propaganda in het Ara-
ch uitzonden..
zelf.is een kleine, z.g. enclave van
kpp Ye" vierkante kilometer, gele-
kn,4 ,n z,u}den van de Marokkaanse
derJi rY n!et ver van Agadir verwij-
«U 'herhaaldehilc een in de geschiede."
dnn» PfrnaaiaeiijK een naam verwierf,
den de vlootdemonstraties, die er wer-
gehouden. Nog kort geleden voeren
Paanse oorlogsschepen met gerichte ka-
om U n langs deze Mar°kkaanse havenstad
JP het misnoegen van Franco ten aan-
van de aanvallen der Marokkaanse
tnéri regelde troepen aan sultan Moham-
tp d op ondubbelzinnige wijze te kennen
de geven- Spanje verwierf zich reeds in
achttiende eeuw en daarna nog eens
Noorse soldaten in Spaanse dienst
in een straat van Sidi.Ifni.
J
CANARIES
9^3 /s» *".ca
SAGU«A
Smara
0 F Trinquet
Guelba
FlGnoraud
in de negentiende eeuw het recht, in de
wateren van Ifni te vissen en het oefen
de over de kuststrook nominaal het ge
zag uit. Er viel niet veel te halen, wes
halve de Spanjaarden zich bepaalden tot
het bezetten van enkele kustplaatsen. Pas
in 1934 nam Spanje officieel bezit van
Ifni, na de Franse overwinning op de Ma
rokkaanse opstandelingen. De Marokka
nen konden toen geen tegenstand bieden
en de Fransen bekommerden zich niet
om hetgeen langs die verlaten en dood
arme kust gebeurde.
De wijze waarop Spanje visrechten in
de wateren van Ifni verkreeg met daar
aan verbonden het recht, nederzettingen
langs de kust te vestigen, werd in 1860
nog eens duidelijk omschreven. De toen
malige sultan van Marokko stemde toen
toe, voor altijd af te staan aan zijn ka
tholieke Majesteit de koning van Spanje,
een gebied langs de kust van de Atlan
tische Oceaan, bij Santa Cruz de la Pe-
quena (het tegenwoordige Ifni-stad ofwel
Sidi Ifni) groot genoeg, om er het vis-
sersbedrijf uit te oefenen, zoals dit door
Spanje reeds van oudsher was gedaan.
Bij dit verdrag sloot zich een overeen
komst aan, gesloten tussen Spanje en
Frankrijk in 1912, waar het indertijd toe
gewezen territoir aanzienlijk werd inge
krompen en tot de huidige grootte terug
gebracht.
Geografisch gezien is het gebied van
Ifni een uitloper van de bergketenen die
gezamenlijk de z.g. Anti-Atlas vormen.
De ongeveer 24.000 inwoners zijn Ber
bers, dus geen Arabieren en behoren tot
de oorspronkelijke bewoners van Marok
ko, die indertijd door de Arabieren on
derworpen werden. Ze zijn in een groep
stammen verdeeld, de Aït-Ba-Amrane ge
naamd, wier hoofdmiddel van bestaan de
veeteelt is, het kweken van dadelpal
men, de landbouw en de visvangst. Een
groot gedeelte der Aït-Ba-Amrane zijn
nog nomaden, hebben dus geen vaste
woonplaats en zwerven door het Arabisch
gebied rond, waarbij ze niet schromen,
de Marokkaanse grens te overschrijden
hetgeen overigens in deze contreien de
gewoonste zaak van de wereld is, maar
nu door Marokko's sultan wordt aange
grepen. Ze hebben zijn gezag overigens
nooit erkend en nimmer belasting betaald
of enig tribuut, ook al heet een gedeelte
van Marokko Aït-Ba-Amrane.
Het gebied van Ifni is heel dor en leent
zich nauwelijks voor de landbouw. De wei
nige Berbers, die er zich aan landbouw
wijden, leiden er een armzalig bestaan
en de enkele, kleine rivieren verzinken
hier en daar in ravijnen en spleten en
hun water komt daardoor de bodem nau
welijks ten goede. Intussen, nadat de
Spanjaarden er officieel het gezag had
den aanvaard, hebben ze veel moeite ge
daan, om hier en daar vruchtbare regi
onen te scheppen, door een beter bevloei-
ingssysteem aan te leggen. Evenals in
Marokko hebben de inwoners hiervan, of
schoon ze er zelf niet de minste moeite
voor hebben gedaan, hoogst dankbaar ge
bruik van gemaakt. Eigenlijk niet hoogst
dankbaar.Ze aanvaarden het als Allah's
wil.. Dank zij de Spanjaarden begon Ifni
katoen, tabak graan maïs en gerst in niet
onaanzienlijke hoeveelheden te leveren.
Cypressen, pijnbomen en andere bomeri
gingen zich verheffen tegen de hemel
en op een grond, welke tot dusver slechts
wat zielig struikgewas had gedragen. Vij
gebomen begonnen er te bloeien en ér
werd zelfs peper verbouwd, terwijl tevens
de cultuur van bananen ter hand werd
genomen. Ifni ging zowaar wonderolie uit
voeren.
De visvangst had heel wat meer kun
nen inbrengen, indien er behoorlijke ha
vens waren aangelegd. In de zee komt
vis in grote hoeveelheden voor, van al
lerlei soort en bijzonder smakelijk. Maar
de kuststrook van Ifni is bijzonder rots
achtig. Op de meeste plaatsen trekken
harde, rotsachtige banken zich vijftig me
ter van de zee tot de eigenlijke kust uit,
zodat deze moeilijk te benaderen is. De
Spanjaarden hebben een kleine aanleg
plaats gebouwd, die evenwel aan sche
pen van geringe tonnage gelegenheid biedt
aan te leggen. Ze hebben voorts een plan
uitgewerkt om in een kunstmatig aange
legd eiland een haven te maken, op 1500
meter van de kust. Van het eiland zou
dan een grote transportband naar het
vasteland lopen. Het is echter nog slechts
een plan en het verkeer van passagiers
en goederen met Ifni wordt vrijwel uit
sluitend van de Canarische eilanden af
met vliegtuigen onderhouden. Dit heeft in
tussen weer het nadeel, dat na zware re
genval het vliegveld van Ifni onbruikbaar
is.
Wanneer de sultan van Marokko de stel
ling poneert, dat de bewoners van Ifni
eigenlijk zijn onderdanen zijn, houdt hij
geen rekening met het grote verschil in
geaardheid en traditie, hetwelk geduren
de een afzondering van eeuwen is ont
staan. De Berbers van Ifni zijn niet de
zelfde Berbers als die van Marokko of
Algerije en Tunesië. Ze hebben daarom
steeds, evenals de Berbers van het Zui
delijk gedeelte van Marokko, hardnekkig
geweigerd, de sultan van Marokko als hun
heer en gebieder te erkennen. Ze kennen
het instituut der Kaïds niet. De Kaïd
treedt in Marokko op als de rechtstreekse
vertegenwoordiger van het gezag van de
sultan. Ze kiezen zelf hun „amegar",
en wel via de „yema's" ofwel raden, wel
ke door een aantal families samengesteld
worden. De „amegar" spreekt recht,
niet in naam van de sultan, maar uit
sluitend op grond van de Korean en het
gewoonterecht der verschillende stammen
De Aït-Ba-Amrane leven of zwerven ge
woonlijk in groepen van vier tot tien, min
of meer aan elkander geparenteerde ge
zinnen. De nmaoden wonen in tenten, ter
wijl de anderen in huizen bivakkeren, die
meer op vestingen lijken en van uitkijk
torens zijn voorzien. Aan de buitenkant
hebben de muren, behalve dan in de uit
kijktorens, geen enkel venster. Een dub
bele poort geeft toegang tot een binnen
plaats, waar zich de huisdeuren bevinden.
Zowel de gewoonte als de taal der Ber
bers van Ifni zijn bijzonder ongerept en
zuiver bewaard gebleven en ze vormen
daarom voor volkenkundigen en taalge
leerden een bijzonder interessant volk.
Voor het overige zijn tengevolge van
het stichten van verschillende stadjes
door de Spanjaarden, met name Sidi-If-
ni, de hoofdstad, talrijke Berbers uit hun
oude omgeving dn een heel nieuw mi
lieu van mensen van allerlei soort terecht
gekomen. Sidi-Ifni telt ongeveer 10.000
inwoners en is een ware heksenketel van
alle volken van Afrika. Sidi-Ifni is een
belangrijk centrum, want het is niet al
leen de administratieve hoofdstad van If
ni, maar ook van de andere Spaanse be
zittingen in West-Afrika, met name Rio
de Oro, Saquia el Hamra etc. In Sidi-
Ofni bevindt zich ook het Spaanse hoofd
kwartier. De Spanjaarden hebben er een
ziekenhuis ingericht, waarheen de Ber
bers van Ifni tot uit de uiterste hoeken
van het gebied komen. Verleden jaar wer
den er ongeveer 50.000 gevallen behan
deld. In het binnenland zijn nog enkele
veldhospitalen, waarheen de Berbers even
eens komen. De cijfers wijzen er op, dat
de gezondheidstoestand der Berbers niet
bepaald goed is. De totale bevolking van
Ifni bedraagt immers ongeveer 24.000 zie
len. Velen moeten zich herhaaldelijk of
telkens weer voor een lelijke ziekte la
ten behandelen. Oogziekten komen even
als in alle Arabische landen ook in Ifni
veel voor. Hygiëne is iets, wat de Ber
bers nog moeten leren.
Al met al vormt Ifni met de omringen
de gebieden een woest en romantisch
land, waar de vlag van La Bandera, het
Spaanse Vreemdelingenlegioen wappert en
elke dag toch nog «onderlinge dingen
kunnen gebeuren. Want de ondergrondse
beweging van Noord Afrika zit niet stil
en dringt zelfs tot in deze uithoeken door.
Spaanse parachutisten op het vlieg
veld van Ifni.
Een straattoneeltje in Sidi-Ifni.
m*.
Delhi is een centrum geworden voor in
ternationale opium-smokkelaars. Geduren
de de laatste twaalf maanden hebben spe
ciale agenten van India's Veiligheidsdienst
meer dan 200 smokkelaars gearresteerd
en twee internationale benden, met ver
takkingen in Hong Kong en Singapore, op
gerold. Op de gearresteerde smokkelaars
werd in totaal voor meer dan een half
miljoen gulden aan opium aangetroffen..
De eerste melding, dat Delhi het cen
trum voor internationale smokkelbenden
was geworden, kregen de autoriteiten van
India van de politie uit Singapore. Toen
werd namelijk medegedeeld, dat men er
in was geslaagd, een vracht van 40 pond
opium te onderscheppen, tijdens het „ver
voer" van Delhi via Calcutta naar Singa
pore.
Deze boodschap zette de autoriteiten
van Delhi in lichterlaaie. Onmiddellijk
werden de bekwaamste speurders aan het
werk gezet om na te gaan, waar de opium
vandaan kwam. Het werk van de detec
tives bleek niet zonder resultaat. Binnen
de kortste keren konden reeds 40 inwoners
van India, uit alle delen van het land af
komstig, in de kraag worden gevat en
veilig achter dikke deuren, compleet met
sloten en grendels, worden opgeborgen.
Aangespoord door dit succes, werkte men
hard en energiek verder, om de smokkel-
„gang" op te rollen.
Maar toen bleek, dat men te maken
Een viertal jaren geleden werd In een bar in de Rue Godot de Moroy een
Corsikaan vermoord. Het was in de bar Charivari", eigendom van een in Algerije
geboren Epanjaard, Robert Juan. Hoe het precies gebeurde, kon later door de
politie aanvankelijk niet worden vastgesteld. Omwonenden die door revolver
schoten gealarmeerd waren, konden slechts getuigen, dat ze een man hadden
zien weglopen, die kennelijk aan een arm gewond was. Men nam de eigenaar
van de bar een langdurig verhoor af. Deze en zijn vriendin, bijgenaamd de mooie
Magda, beweerden om strijd, dat de Corsikaan, een zekere Pierre Cuccuri, bijge
naamd „Cucu", samen met zijn bodyguard, een zekere Thomas Luciana, de
boel op stelten had gezet. Toen Robert Juan hem had verzocht, zijn etablissement
te verlaten, waar hij de aanwezigen beledigde, had ,,Cucu" een dreigende houding
aangenomen en zelfs een revolver getrokken. Hierop had Robert Juan met zijn
eigen vuurwapen eerst in de lucht geschoten, daarna het wapen op „Cucu" rich
tend, die hem reeds in het vizier had. „Cucu" viel dodelijk getroffen ter aarde.
Robert Juan bleef doorschieten en trof de bodyguard in een arm. De man vluchtte
hierna hals over kop de bar uit.
Er werd een strafvervolging tegen Ro-
bert Juan ingesteld. Want bij het onder
zoek kwam vast te staan, dat „Cucu" on
der de Corsikanen van Parijs, de lieden
van het genre, dat zich bezighoudt met
de handel in gesmokkelde sigaretten, ver
dovende middelen envrouwen, aller
minst bekend stond als een schietlustige
personage. De Corsikanen, ofschoon
vechtlustig, grijpen niet gauw naar een
revolver. Hun voornaamste middel is
intimidatie. Ze treden ook als afpersers
op. De eigenaars van min of meer obscu
re gelegenheden als de bar „Charivari",
waar allerlei personen van verdacht allooi
samenkomen, worden verplicht, een be
paalde schatting te betalen, geheel vol
gens het voorbeeld, door de New Yorkse
„gangster" indertijd gegeven. Geduren
de enkele jaren waren het de „gangs" der
Marseillanen, die zich hierin specialiseer
den. Ze werden echter door de Corsika
nen verdrongen. Onder elkaar hadden die
echter nogal eens verschil van meniyg en
vaak weigerde een slachtoffer, aan een
„gang" schatting te betalen zelfs indien
hij met het overeind zetten van zijn éta
blissement bedreigd werd.
Robert Juan had een ultimatum gekre
gen en weigerde, te betalen. Nu was „Cu
cu" de man, die vaak bemiddelend op
trad. Hij was iemand met innemende ma
nieren en een grote overredingskracht,
een uitstekend handelsreiziger in
„gangsters", daardoor geweld voorko
mend. Natuurlijk inde hij een flinke pro
visie. Maar de Corsikanen beschouw
den „Cucu" als een der hunnen. Dat hij
hen, met heel zijn innemendheid, even
eens flinke bedragen afperste want
daar kwam het toch op neer namen ze
niet zo hoog op. Hij was aan de meester
Corsikanen geparenteerd en het familie
gevoel is onder de inboorlingen van het
eiland, dat Frankrijk de IJzeren Corsi
kaan leverde, sterk ontwikkeld.
Ook bij Robert Juan is „Cucu" zijn dien
sten komen aanbieden. De vurige Span
jaard moet toen echter dermate in woe
de ontstoken zijn, dat hij de afgezant der
afpersers tijdens een twist, doo-r hem zelf
begonnen, neerschoot
Bij de begrafenis van „Cucu" zwoer
een drietal „gangsters" openlijk vendetta,
reden temeer yooc Robert Juan, om zich
waar hij geld kon verdienen, bleef hem
evenwel trekken en kort geleden kocht hij
een bistro in de nabijheid van de Place de
L'Etoile, zette er evenwel een vriend in,
om de aandacht niet op zich te vestigen.
Maar de gezworenen hebben hem tóch
gevonden. Op een avond, toen hij in de
omgeving van de Place Pigaile, in de
Rue Lepic met zijn vriendin naar de Pla
ce Blanche wandelde, kwamen vier per
sonen hem tegemoet. Elk hunner verborg
iets onder zijn regenjas. Ze beten de mooie
Magda toe, zich snel uit de voeten te
maken, hetgeen deze prompt deed. Robert
Juan had reeds zijn Colt getrokken, maar
nog voordat hij kon aanleggen, werd hij
met kogels doorzeefdTwee voorbij
gangers werden zwaar gewond en over
leden later in het ziekenhuis
De politie neemt aan, dat de gezwore
nen hun taak vervuld hebben. Maar ze
twijfelt nog enigszins, aangezien de aan
slag met stenguns gepleegd werd, terwijl
de Corsikanen slechts revolvers gebrui
ken. Daarom werd eerst aan een aanslag
door Noordafrikanen gedacht, omdat Ro
bert Juan zoals gezegd uit Algerije afkom
stig was. Maar men helt steeds meer
over tot de overtuiging, dat Robert Juan
zijn tol aan de Corsikanen heeft moeten
betalen. Vopr hem luidde de klok
En op de avond, dat hij werd neergescho
ten, was het feest in alle bars rond de
Place Pigaile, waar Corsikanen komen
De toeristen hebben er inmiddels niets
van gemerkt. Dat is maar goed ook doch.
Parijs begint zo langzamerhand een slech
te naam te krijgen, vanwege al die aan
slagen....
K.H.
niet door de vlucht aan de wrekende ge
rechtigheid te onttrekken en zich te laten
arresteren. Er werd een proces tegen
hem begonnen, waarbij Floriot, een be
kende Parijse advocaat voor kwade zaken,
als pleitbezorger voor de rechten van de
familie van „Cucu" optrad. Tot diens
verbazing trokken de vertegenwoordigers
van „Cucu" 's nabestaanden hun eis tot
schadevergoeding echter in. Geen enkele
getuige verklaarde iets ten nadele van
Robert Juan. Het bleek achteraf, dat de
ze heimelijk onderhandelingen had ge
voerd, om de wraak der familie af te ko
pen. Robert Juan werd door de rechter
wegens gebrek aan' bewijs vrijgesproken
en vrijgelaten.
Maar de vrienden van „Cucu", de ge
zworenen van de vendetta, lieten hem al
gauw weten, dat er voor hen geen vrij
spraak bestond. Robert Juan trok toen
uit Parijs weg, naar Spanje, waar hij
énkele jaren verbleef, JLarijs, .de stad»
had. met bijzonder goed georganiseerde,
internationale benden, die zich niet zo
eenvoudig lieten pakken. De autoriteiten
moesten zelf toegeven, dat de smokke
laars geen hindernissen kenden, om hun
waren aan de man te brengen. Het is
dan ook een bijzonder lucratieve bezigheid
met winsten, variërend van 400 tot 1000
pet.
Een van de grootste moeilijkheden,
waartegen de politie moet vechten, is wel
het feit, dat de „grote bonzen" achter de
schermen blijven. Ver weg, in de provin
cie, leiden zij hun bedrijf. De mensen, die
de kastanjes uit het vuur moeten halen,
krijgen een speciale training en worden
dan pas op de opium losgelaten. Worden
zij dan toch gegrepen, dan bekennen zij
onmiddellijk en ondergaan gelaten hun
straf. Maar nooit zullen zij de naam van
de grote baas aan de openbaarheid prijs
geven. Als tegenprestatie wordt hun gezin
dan onderhouden gedurende de tijd, dat de
smokkelaar zijn straf in de gevangenis
uitzit.
Ondanks al deze belemmeringen is men,
zoals gezegd, toch geslaagd meer dan
200 smokkelaars in het „schuurtje" te
krijgen en twee grote benden, compleet
met de leiders, op té rollen. Daarnaast
heeft de regering alle mogelijke maatre
gelen genomen, om de sluikhandel in
opium tegen te gaan. Zo worden de fa
brieken, waar opium wordt vervaardigd,
voortdurend streng bewaakt Tijdens het
vervoer van de fabriek naar de plaats,
waar de opium gebruikt moe^ worden
wordt het vrachtje geen seconde uit het
oog verloren. Desondanks verdwijnen toch
nog regelmatig fikse partijen, naar een
onbekende bestemming..
De laatste maand is nu bovendien nog
een strak distributie-schema voor de ver
koop op de open markt van opium
ingevoerd. Sindsdien kan men alleen nog
opium krijgen op doktersrecept en dan
nog in bijzonder kleine hoeveelheden. De
prijs heeft men ook reeds verlaagd, maar
desondanks gaat de smokkel rustig door.
„Het is praktisch vechten tegen de bier
kaai", zuchten de autoriteiten..
De Verenigde Staten hebben gisteren
bekend gemaakt, dat de „Operatie Scheeps
beschuit" de reeks proeven met kern
wapens in het gebied van de Stille
Oceaan, die in de lente en zomer worden
genomen, op het punt staat te beginnen.
De Amerikaanse commissie voor kern
energie heeft instructies uitgevaardigd, die
gisteren van kracht zijn geworden. Vol
gens deze instructies mogen Amerikanci
de „gevarenzone" bij Eniwetok tot he
einde van de proeven niet betreden. Hc
gevaarlijke gebied beslaat een oppervlak; c
van bijna een miljoen vierkante km rond
om Bikini en Eniwetok.
Wat een indringende officies in de af- gen om steun, teneinde te kunnen voi
gelopen eerste Paasweek. Telkens nieu- harden,
we blijdschap over het heilsfeit der ver- Heer, geef aan uw dienaren, dat zi
lossing en de weer geopende weg naar het sacrament, dat ze met het geloo
ontvingen, in hun levenswandel moge
bewaren. Mogen wij tot de hemels
heerlijkheid geraken. Komt tot inkeer
de zaligheid.
Met het water der kennis heeft Hij
ze gedrenkt, alleluja. Dit is de dag
door de Heer gemaakt. Zo mogen zij
spreken, die door de Heer zijn verlost.
Komt, gezegenden van Mijn Vader,
neemt bezit van het rijk. Zingt de Heer
een nieuw lied. De rechterhand des
Heren heeft kracht geoefend. De Heer
opende de hemelpoorten, alleluja. Ver-
opdat uw zonden worden uitgewist
Mogen we in een nieuw schepsel wor
den veranderd. Om blijde onze weg t
kunnen gaan als de hofbeambte va
Candace, koningin van Ethiopië. O
wat we in belijdenis vieren in dade
na te volgen.
Gij zijt een uitverkoren geslacht, ee
rezen is Christus, Die Zich over het koninklijk priesterdom. Voorwaar ee
mensdom ontfermde. Volk, dat Gods ei
gendom is geworden, verkondig de
deugden van Hem, Die u uit de duister
nis geroepen heeft tot Zijn wonder
baar licht. Zegt het onder de volken,
dat de Heer regeert van het kruis af.
Hij vernietigde onze dood door te ster
ven. Hij herstelde het leven door te
verrijzen. Aldus roept en juicht de
Kerk elke dag haar intense vreugde
uit.
prachtige onderscheiding, die St.-Pe
trus ons geeft.
Maar St.-Petrus zegt meer:
Legt af alle boosheid en alle be
drog, alle geveinsdheid, nijd e
kwaadsprekerij. En weest dan al
pasgeboren kinderen, begerig naa
de geestelijke onvervalste melk. Op
dat ge door haar moogt groeien to
zaligheid.
Die zaligheid blijft doel. Maar het i
Anderzijds ként zij ook de zwakheid vaak een lange en moeilijke weg ee
van de mens. Bij elke biecht, bij elke we aan de „vrucht der eeuwige vreug
missie of retraite worden reeksen goe- de" toe zijn, waarvan de „Secreta
de, moedige en zelfs grootmoedige morgen spreekt,
voornemens gemaakt. Moed en groot- Vergeet echter ook niet, dat zovel
moedigheid vertonen echter dikwijls naasten een zware kruisweg gaa
en soms spoedig reeds beschamende Wees voor hen ook eens een troosten
inzinkingen. Vandaar ook haar waar- de Veronica of een helpende Simon va
schuwingen via Apostelen en Evange- Cyrene. Er zijn meer eenzamen op d
listen. Vandaar ook de talrijke smekü>> weg dan u zou vermoed^nl