Maar Marokko's sultan staat voor zware taak k In Delhi is het goed toeven voor opium-smokkelaars.... Corsikaanse vendetta in Parijs HET AFGESTANE GEBIED i ant Ifni is oen ware heksenketel W- Maar in het laatste jaar konden er toch ruim 200 worden gearresteerd! Zijn vrijspraak werd hem noodlottig Veronica en Simon van Cyrene V B Zware last voor Sultan Mohammed De Enclave Ifni De Aït-Ba-Amrane Grote hoeveelheden vis Observator I méér kracht véérkracht Y.S. beginnen nieuwe kernproevenserie ZATERDAG 12 APRIL 1958 PAGINA 3 ulO' v'1 Panje heeft een gedeelte van zijn bezit langs de ^arokkaanse kust aan Marokko afgestaan.... et gaat hier om een landstrook in het noorden ^an het zg. protectoraat Laguia el Hamra, dat eitelijk niet veel meer dan een woestijn is, maar recht tegenover de Canarische eilanden ligt, ^elke archipel sinds mensenheugenis Spaans be- is en ook door Spanjaarden wordt bewoond, e oorspronkelijke bewoners van dit kleine para- jH)s m de zee zijn reeds lang uitgestorven. Het eTcht van de afstand, na de schermutselingen rifni' een stuk van de kust, dat geheel door arokkaans gebied omringd is, doet enigszins lllerkwaardig aan en het vestigt tegelijkertijd de aandacht op de eigenaardige situatie in die con treien, waarvan wel eens gezegd wordt, dat ge heimzinnige krachten er bezig zijn, een nieuwe haard van onrust te stichten, een tweede Algerije. Laguia el Hamra en het aangrenzende Rio de Oro grenzen beide in het binnenland aan de enorme, Westafrikaanse woestijnkolonie Maure- tanië, welke inmiddels in verband met de steeds toenemende olievondsten in de Sahara langzaam maar zeker in belangrijkheid toeneemt. Dit Mau- retanië heeft een schier legendarische naam, maar we zullen over dit merkwaardige land hier niet uitweiden, aangezien dit moeilijk in het be stek van dit artikel te vervatten zou zijn. 500 Km JoSaFi MarnaKech °(j Agadirr O tliennt Na vier jaar werd Robert Juan in de Rue Lepic (Pigaile) neergeschoten „Cucu", de bemiddelaar Ze vonden hem tóch DE MOOIE MAGDA Elke f morgen door de ROBERT JUAN Vanuit de provincie Tegen de bierkaai ste>' PPeft' 6776°' t wf' lATTl^ FRANCO schonk een kuststrook °lgens het officiële communiqué wordt het afgestane ge-bied begrensd °°r dv. rivier Dra in het noorden, in het oosten door de elfde meridiaan lrt het zuiden door de parallel 27.40De Spanjaarden zullen er inmiddels al'hans voorlopig hun troepen gestationeerd houden. Bij Kaap Juby is een Puanse nederzetting, die o.a. een garzizoen van 1500 man herbergt Hier- '''genover heeft de sultan van Marokko de taak op zich genomen, de orde het afgestane gedeelte met eigen troepen te handhaven. Dit betekent v°tgens kenners van de plaatselijke toestanden, dat hiermede een eind zal y>rnen aan de raids in dit gebied van de benden van het z.g. Marokkaanse r,jheidsleger, hetwelk er ook verschillende schuilplaatsen heeft. Daarom 's het bericht omtrent deze overeenkomst ook in Frankrijk met een zekere 1 "Idoening ontvangen. Het aantal uitwijkplaatsen voor de zwervende contin. ^nten opstandigen i de Sahara is nu weer minder geworden. Ven met de nieuwe overeenkomst te- dere Werc* vastgesteld, dat Marokko ver- pa asPiraties ten aanzien van een ex- tensie naar het Zuiden zal moeten la- jVia Varen, is nog niet bekend gemaakt. Pog er blijven de sultan van Marokko kon1 Y°?.rwendsels genoeg over om zijn hetp Mijke troepen, zoals ze officieel en eventueel in beweging te zetten aan'°aarbij de hulp van de vrijscharen te aPvaarden. 'uek'ï vanwege de nieuwe overeenkomst der "et ons interessant, het een en an- ver. Pver het vrijwel onbekende Ifni te VastK Wat Spanje's, lees Franco's Pion udepdheid betreffende Ifni aangaat, v6ip p we wel even aanstippen, dat ze het Fransen verbaast, vooral vanwege Ter sacc®s, dat het (of hij) er mede heeft. Wo* Frankrijk Tunesië vrijwel geheel Pist moeten prijsgeven, blijft Spanje als het ware tegen het hart van ka P^ko aan zitten een blik op de °Pg t zal deze beeldspraak voor de lezer js setWijfeld duidelijker maken en er v°°ralsnog geen sprake van Marok- Sa_n?e eisen ten aanzien van de rest van eet ®a el Hamra en Rio de Oro. Het genoemde gebied behoort overigens bh Pik tot Rio de Oro. In het ene zijn v0n5 Alum belangrijke fosfaatlagen ge- viMQen. in het andere hoopt men olie te slQ. en- Allebei factoren, die de vastbe- öe7ePheid der Spanjaarden beïnvloeden. Knj'e. Sebieden kunnen veel opleveren. Zo pre 'P belangrijke mate een kwestie van Weij. is, de grote woestijngebieden zijn Pcht ware schatkamers.. het schijnt is Spanje in zijn on- r'jk gen doelmatiger dan Frank- vól' Waar de ene regering de ander op- leu ,en er geen continuïteit in het he- Fran estaat- De Marokkanen weten bij rpagk wat ze aan hem hebben en dat Prik 4 iPdruk. Door een stuk woestijn hamm Seven, heeft Franco sultan Mo- Selart een zware last op de schouders thoe?eP- Want hij zal nu de vrijscharen te b en opruimen, die daar in de woes- Zen orgep zwerven. Het zijn enkele dui- g6gj P goed bewapende, van Algerije uit is neuPde desperado's. Intussen, Franco een niet klaar. Want in november is b0j.p a[P?ldeel Sovjet-Russische „vissers- sChp ..in de wateren tussen de Canari- sterkeilanden en Ifni gesignaleerd die o.a. en aezendapparaten aan boord hadden bisAi. .^Vesterse propaganda in het Ara- ch uitzonden.. zelf.is een kleine, z.g. enclave van kpp Ye" vierkante kilometer, gele- kn,4 ,n z,u}den van de Marokkaanse derJi rY n!et ver van Agadir verwij- «U 'herhaaldehilc een in de geschiede." dnn» PfrnaaiaeiijK een naam verwierf, den de vlootdemonstraties, die er wer- gehouden. Nog kort geleden voeren Paanse oorlogsschepen met gerichte ka- om U n langs deze Mar°kkaanse havenstad JP het misnoegen van Franco ten aan- van de aanvallen der Marokkaanse tnéri regelde troepen aan sultan Moham- tp d op ondubbelzinnige wijze te kennen de geven- Spanje verwierf zich reeds in achttiende eeuw en daarna nog eens Noorse soldaten in Spaanse dienst in een straat van Sidi.Ifni. J CANARIES 9^3 /s» *".ca SAGU«A Smara 0 F Trinquet Guelba FlGnoraud in de negentiende eeuw het recht, in de wateren van Ifni te vissen en het oefen de over de kuststrook nominaal het ge zag uit. Er viel niet veel te halen, wes halve de Spanjaarden zich bepaalden tot het bezetten van enkele kustplaatsen. Pas in 1934 nam Spanje officieel bezit van Ifni, na de Franse overwinning op de Ma rokkaanse opstandelingen. De Marokka nen konden toen geen tegenstand bieden en de Fransen bekommerden zich niet om hetgeen langs die verlaten en dood arme kust gebeurde. De wijze waarop Spanje visrechten in de wateren van Ifni verkreeg met daar aan verbonden het recht, nederzettingen langs de kust te vestigen, werd in 1860 nog eens duidelijk omschreven. De toen malige sultan van Marokko stemde toen toe, voor altijd af te staan aan zijn ka tholieke Majesteit de koning van Spanje, een gebied langs de kust van de Atlan tische Oceaan, bij Santa Cruz de la Pe- quena (het tegenwoordige Ifni-stad ofwel Sidi Ifni) groot genoeg, om er het vis- sersbedrijf uit te oefenen, zoals dit door Spanje reeds van oudsher was gedaan. Bij dit verdrag sloot zich een overeen komst aan, gesloten tussen Spanje en Frankrijk in 1912, waar het indertijd toe gewezen territoir aanzienlijk werd inge krompen en tot de huidige grootte terug gebracht. Geografisch gezien is het gebied van Ifni een uitloper van de bergketenen die gezamenlijk de z.g. Anti-Atlas vormen. De ongeveer 24.000 inwoners zijn Ber bers, dus geen Arabieren en behoren tot de oorspronkelijke bewoners van Marok ko, die indertijd door de Arabieren on derworpen werden. Ze zijn in een groep stammen verdeeld, de Aït-Ba-Amrane ge naamd, wier hoofdmiddel van bestaan de veeteelt is, het kweken van dadelpal men, de landbouw en de visvangst. Een groot gedeelte der Aït-Ba-Amrane zijn nog nomaden, hebben dus geen vaste woonplaats en zwerven door het Arabisch gebied rond, waarbij ze niet schromen, de Marokkaanse grens te overschrijden hetgeen overigens in deze contreien de gewoonste zaak van de wereld is, maar nu door Marokko's sultan wordt aange grepen. Ze hebben zijn gezag overigens nooit erkend en nimmer belasting betaald of enig tribuut, ook al heet een gedeelte van Marokko Aït-Ba-Amrane. Het gebied van Ifni is heel dor en leent zich nauwelijks voor de landbouw. De wei nige Berbers, die er zich aan landbouw wijden, leiden er een armzalig bestaan en de enkele, kleine rivieren verzinken hier en daar in ravijnen en spleten en hun water komt daardoor de bodem nau welijks ten goede. Intussen, nadat de Spanjaarden er officieel het gezag had den aanvaard, hebben ze veel moeite ge daan, om hier en daar vruchtbare regi onen te scheppen, door een beter bevloei- ingssysteem aan te leggen. Evenals in Marokko hebben de inwoners hiervan, of schoon ze er zelf niet de minste moeite voor hebben gedaan, hoogst dankbaar ge bruik van gemaakt. Eigenlijk niet hoogst dankbaar.Ze aanvaarden het als Allah's wil.. Dank zij de Spanjaarden begon Ifni katoen, tabak graan maïs en gerst in niet onaanzienlijke hoeveelheden te leveren. Cypressen, pijnbomen en andere bomeri gingen zich verheffen tegen de hemel en op een grond, welke tot dusver slechts wat zielig struikgewas had gedragen. Vij gebomen begonnen er te bloeien en ér werd zelfs peper verbouwd, terwijl tevens de cultuur van bananen ter hand werd genomen. Ifni ging zowaar wonderolie uit voeren. De visvangst had heel wat meer kun nen inbrengen, indien er behoorlijke ha vens waren aangelegd. In de zee komt vis in grote hoeveelheden voor, van al lerlei soort en bijzonder smakelijk. Maar de kuststrook van Ifni is bijzonder rots achtig. Op de meeste plaatsen trekken harde, rotsachtige banken zich vijftig me ter van de zee tot de eigenlijke kust uit, zodat deze moeilijk te benaderen is. De Spanjaarden hebben een kleine aanleg plaats gebouwd, die evenwel aan sche pen van geringe tonnage gelegenheid biedt aan te leggen. Ze hebben voorts een plan uitgewerkt om in een kunstmatig aange legd eiland een haven te maken, op 1500 meter van de kust. Van het eiland zou dan een grote transportband naar het vasteland lopen. Het is echter nog slechts een plan en het verkeer van passagiers en goederen met Ifni wordt vrijwel uit sluitend van de Canarische eilanden af met vliegtuigen onderhouden. Dit heeft in tussen weer het nadeel, dat na zware re genval het vliegveld van Ifni onbruikbaar is. Wanneer de sultan van Marokko de stel ling poneert, dat de bewoners van Ifni eigenlijk zijn onderdanen zijn, houdt hij geen rekening met het grote verschil in geaardheid en traditie, hetwelk geduren de een afzondering van eeuwen is ont staan. De Berbers van Ifni zijn niet de zelfde Berbers als die van Marokko of Algerije en Tunesië. Ze hebben daarom steeds, evenals de Berbers van het Zui delijk gedeelte van Marokko, hardnekkig geweigerd, de sultan van Marokko als hun heer en gebieder te erkennen. Ze kennen het instituut der Kaïds niet. De Kaïd treedt in Marokko op als de rechtstreekse vertegenwoordiger van het gezag van de sultan. Ze kiezen zelf hun „amegar", en wel via de „yema's" ofwel raden, wel ke door een aantal families samengesteld worden. De „amegar" spreekt recht, niet in naam van de sultan, maar uit sluitend op grond van de Korean en het gewoonterecht der verschillende stammen De Aït-Ba-Amrane leven of zwerven ge woonlijk in groepen van vier tot tien, min of meer aan elkander geparenteerde ge zinnen. De nmaoden wonen in tenten, ter wijl de anderen in huizen bivakkeren, die meer op vestingen lijken en van uitkijk torens zijn voorzien. Aan de buitenkant hebben de muren, behalve dan in de uit kijktorens, geen enkel venster. Een dub bele poort geeft toegang tot een binnen plaats, waar zich de huisdeuren bevinden. Zowel de gewoonte als de taal der Ber bers van Ifni zijn bijzonder ongerept en zuiver bewaard gebleven en ze vormen daarom voor volkenkundigen en taalge leerden een bijzonder interessant volk. Voor het overige zijn tengevolge van het stichten van verschillende stadjes door de Spanjaarden, met name Sidi-If- ni, de hoofdstad, talrijke Berbers uit hun oude omgeving dn een heel nieuw mi lieu van mensen van allerlei soort terecht gekomen. Sidi-Ifni telt ongeveer 10.000 inwoners en is een ware heksenketel van alle volken van Afrika. Sidi-Ifni is een belangrijk centrum, want het is niet al leen de administratieve hoofdstad van If ni, maar ook van de andere Spaanse be zittingen in West-Afrika, met name Rio de Oro, Saquia el Hamra etc. In Sidi- Ofni bevindt zich ook het Spaanse hoofd kwartier. De Spanjaarden hebben er een ziekenhuis ingericht, waarheen de Ber bers van Ifni tot uit de uiterste hoeken van het gebied komen. Verleden jaar wer den er ongeveer 50.000 gevallen behan deld. In het binnenland zijn nog enkele veldhospitalen, waarheen de Berbers even eens komen. De cijfers wijzen er op, dat de gezondheidstoestand der Berbers niet bepaald goed is. De totale bevolking van Ifni bedraagt immers ongeveer 24.000 zie len. Velen moeten zich herhaaldelijk of telkens weer voor een lelijke ziekte la ten behandelen. Oogziekten komen even als in alle Arabische landen ook in Ifni veel voor. Hygiëne is iets, wat de Ber bers nog moeten leren. Al met al vormt Ifni met de omringen de gebieden een woest en romantisch land, waar de vlag van La Bandera, het Spaanse Vreemdelingenlegioen wappert en elke dag toch nog «onderlinge dingen kunnen gebeuren. Want de ondergrondse beweging van Noord Afrika zit niet stil en dringt zelfs tot in deze uithoeken door. Spaanse parachutisten op het vlieg veld van Ifni. Een straattoneeltje in Sidi-Ifni. m*. Delhi is een centrum geworden voor in ternationale opium-smokkelaars. Geduren de de laatste twaalf maanden hebben spe ciale agenten van India's Veiligheidsdienst meer dan 200 smokkelaars gearresteerd en twee internationale benden, met ver takkingen in Hong Kong en Singapore, op gerold. Op de gearresteerde smokkelaars werd in totaal voor meer dan een half miljoen gulden aan opium aangetroffen.. De eerste melding, dat Delhi het cen trum voor internationale smokkelbenden was geworden, kregen de autoriteiten van India van de politie uit Singapore. Toen werd namelijk medegedeeld, dat men er in was geslaagd, een vracht van 40 pond opium te onderscheppen, tijdens het „ver voer" van Delhi via Calcutta naar Singa pore. Deze boodschap zette de autoriteiten van Delhi in lichterlaaie. Onmiddellijk werden de bekwaamste speurders aan het werk gezet om na te gaan, waar de opium vandaan kwam. Het werk van de detec tives bleek niet zonder resultaat. Binnen de kortste keren konden reeds 40 inwoners van India, uit alle delen van het land af komstig, in de kraag worden gevat en veilig achter dikke deuren, compleet met sloten en grendels, worden opgeborgen. Aangespoord door dit succes, werkte men hard en energiek verder, om de smokkel- „gang" op te rollen. Maar toen bleek, dat men te maken Een viertal jaren geleden werd In een bar in de Rue Godot de Moroy een Corsikaan vermoord. Het was in de bar Charivari", eigendom van een in Algerije geboren Epanjaard, Robert Juan. Hoe het precies gebeurde, kon later door de politie aanvankelijk niet worden vastgesteld. Omwonenden die door revolver schoten gealarmeerd waren, konden slechts getuigen, dat ze een man hadden zien weglopen, die kennelijk aan een arm gewond was. Men nam de eigenaar van de bar een langdurig verhoor af. Deze en zijn vriendin, bijgenaamd de mooie Magda, beweerden om strijd, dat de Corsikaan, een zekere Pierre Cuccuri, bijge naamd „Cucu", samen met zijn bodyguard, een zekere Thomas Luciana, de boel op stelten had gezet. Toen Robert Juan hem had verzocht, zijn etablissement te verlaten, waar hij de aanwezigen beledigde, had ,,Cucu" een dreigende houding aangenomen en zelfs een revolver getrokken. Hierop had Robert Juan met zijn eigen vuurwapen eerst in de lucht geschoten, daarna het wapen op „Cucu" rich tend, die hem reeds in het vizier had. „Cucu" viel dodelijk getroffen ter aarde. Robert Juan bleef doorschieten en trof de bodyguard in een arm. De man vluchtte hierna hals over kop de bar uit. Er werd een strafvervolging tegen Ro- bert Juan ingesteld. Want bij het onder zoek kwam vast te staan, dat „Cucu" on der de Corsikanen van Parijs, de lieden van het genre, dat zich bezighoudt met de handel in gesmokkelde sigaretten, ver dovende middelen envrouwen, aller minst bekend stond als een schietlustige personage. De Corsikanen, ofschoon vechtlustig, grijpen niet gauw naar een revolver. Hun voornaamste middel is intimidatie. Ze treden ook als afpersers op. De eigenaars van min of meer obscu re gelegenheden als de bar „Charivari", waar allerlei personen van verdacht allooi samenkomen, worden verplicht, een be paalde schatting te betalen, geheel vol gens het voorbeeld, door de New Yorkse „gangster" indertijd gegeven. Geduren de enkele jaren waren het de „gangs" der Marseillanen, die zich hierin specialiseer den. Ze werden echter door de Corsika nen verdrongen. Onder elkaar hadden die echter nogal eens verschil van meniyg en vaak weigerde een slachtoffer, aan een „gang" schatting te betalen zelfs indien hij met het overeind zetten van zijn éta blissement bedreigd werd. Robert Juan had een ultimatum gekre gen en weigerde, te betalen. Nu was „Cu cu" de man, die vaak bemiddelend op trad. Hij was iemand met innemende ma nieren en een grote overredingskracht, een uitstekend handelsreiziger in „gangsters", daardoor geweld voorko mend. Natuurlijk inde hij een flinke pro visie. Maar de Corsikanen beschouw den „Cucu" als een der hunnen. Dat hij hen, met heel zijn innemendheid, even eens flinke bedragen afperste want daar kwam het toch op neer namen ze niet zo hoog op. Hij was aan de meester Corsikanen geparenteerd en het familie gevoel is onder de inboorlingen van het eiland, dat Frankrijk de IJzeren Corsi kaan leverde, sterk ontwikkeld. Ook bij Robert Juan is „Cucu" zijn dien sten komen aanbieden. De vurige Span jaard moet toen echter dermate in woe de ontstoken zijn, dat hij de afgezant der afpersers tijdens een twist, doo-r hem zelf begonnen, neerschoot Bij de begrafenis van „Cucu" zwoer een drietal „gangsters" openlijk vendetta, reden temeer yooc Robert Juan, om zich waar hij geld kon verdienen, bleef hem evenwel trekken en kort geleden kocht hij een bistro in de nabijheid van de Place de L'Etoile, zette er evenwel een vriend in, om de aandacht niet op zich te vestigen. Maar de gezworenen hebben hem tóch gevonden. Op een avond, toen hij in de omgeving van de Place Pigaile, in de Rue Lepic met zijn vriendin naar de Pla ce Blanche wandelde, kwamen vier per sonen hem tegemoet. Elk hunner verborg iets onder zijn regenjas. Ze beten de mooie Magda toe, zich snel uit de voeten te maken, hetgeen deze prompt deed. Robert Juan had reeds zijn Colt getrokken, maar nog voordat hij kon aanleggen, werd hij met kogels doorzeefdTwee voorbij gangers werden zwaar gewond en over leden later in het ziekenhuis De politie neemt aan, dat de gezwore nen hun taak vervuld hebben. Maar ze twijfelt nog enigszins, aangezien de aan slag met stenguns gepleegd werd, terwijl de Corsikanen slechts revolvers gebrui ken. Daarom werd eerst aan een aanslag door Noordafrikanen gedacht, omdat Ro bert Juan zoals gezegd uit Algerije afkom stig was. Maar men helt steeds meer over tot de overtuiging, dat Robert Juan zijn tol aan de Corsikanen heeft moeten betalen. Vopr hem luidde de klok En op de avond, dat hij werd neergescho ten, was het feest in alle bars rond de Place Pigaile, waar Corsikanen komen De toeristen hebben er inmiddels niets van gemerkt. Dat is maar goed ook doch. Parijs begint zo langzamerhand een slech te naam te krijgen, vanwege al die aan slagen.... K.H. niet door de vlucht aan de wrekende ge rechtigheid te onttrekken en zich te laten arresteren. Er werd een proces tegen hem begonnen, waarbij Floriot, een be kende Parijse advocaat voor kwade zaken, als pleitbezorger voor de rechten van de familie van „Cucu" optrad. Tot diens verbazing trokken de vertegenwoordigers van „Cucu" 's nabestaanden hun eis tot schadevergoeding echter in. Geen enkele getuige verklaarde iets ten nadele van Robert Juan. Het bleek achteraf, dat de ze heimelijk onderhandelingen had ge voerd, om de wraak der familie af te ko pen. Robert Juan werd door de rechter wegens gebrek aan' bewijs vrijgesproken en vrijgelaten. Maar de vrienden van „Cucu", de ge zworenen van de vendetta, lieten hem al gauw weten, dat er voor hen geen vrij spraak bestond. Robert Juan trok toen uit Parijs weg, naar Spanje, waar hij énkele jaren verbleef, JLarijs, .de stad» had. met bijzonder goed georganiseerde, internationale benden, die zich niet zo eenvoudig lieten pakken. De autoriteiten moesten zelf toegeven, dat de smokke laars geen hindernissen kenden, om hun waren aan de man te brengen. Het is dan ook een bijzonder lucratieve bezigheid met winsten, variërend van 400 tot 1000 pet. Een van de grootste moeilijkheden, waartegen de politie moet vechten, is wel het feit, dat de „grote bonzen" achter de schermen blijven. Ver weg, in de provin cie, leiden zij hun bedrijf. De mensen, die de kastanjes uit het vuur moeten halen, krijgen een speciale training en worden dan pas op de opium losgelaten. Worden zij dan toch gegrepen, dan bekennen zij onmiddellijk en ondergaan gelaten hun straf. Maar nooit zullen zij de naam van de grote baas aan de openbaarheid prijs geven. Als tegenprestatie wordt hun gezin dan onderhouden gedurende de tijd, dat de smokkelaar zijn straf in de gevangenis uitzit. Ondanks al deze belemmeringen is men, zoals gezegd, toch geslaagd meer dan 200 smokkelaars in het „schuurtje" te krijgen en twee grote benden, compleet met de leiders, op té rollen. Daarnaast heeft de regering alle mogelijke maatre gelen genomen, om de sluikhandel in opium tegen te gaan. Zo worden de fa brieken, waar opium wordt vervaardigd, voortdurend streng bewaakt Tijdens het vervoer van de fabriek naar de plaats, waar de opium gebruikt moe^ worden wordt het vrachtje geen seconde uit het oog verloren. Desondanks verdwijnen toch nog regelmatig fikse partijen, naar een onbekende bestemming.. De laatste maand is nu bovendien nog een strak distributie-schema voor de ver koop op de open markt van opium ingevoerd. Sindsdien kan men alleen nog opium krijgen op doktersrecept en dan nog in bijzonder kleine hoeveelheden. De prijs heeft men ook reeds verlaagd, maar desondanks gaat de smokkel rustig door. „Het is praktisch vechten tegen de bier kaai", zuchten de autoriteiten.. De Verenigde Staten hebben gisteren bekend gemaakt, dat de „Operatie Scheeps beschuit" de reeks proeven met kern wapens in het gebied van de Stille Oceaan, die in de lente en zomer worden genomen, op het punt staat te beginnen. De Amerikaanse commissie voor kern energie heeft instructies uitgevaardigd, die gisteren van kracht zijn geworden. Vol gens deze instructies mogen Amerikanci de „gevarenzone" bij Eniwetok tot he einde van de proeven niet betreden. Hc gevaarlijke gebied beslaat een oppervlak; c van bijna een miljoen vierkante km rond om Bikini en Eniwetok. Wat een indringende officies in de af- gen om steun, teneinde te kunnen voi gelopen eerste Paasweek. Telkens nieu- harden, we blijdschap over het heilsfeit der ver- Heer, geef aan uw dienaren, dat zi lossing en de weer geopende weg naar het sacrament, dat ze met het geloo ontvingen, in hun levenswandel moge bewaren. Mogen wij tot de hemels heerlijkheid geraken. Komt tot inkeer de zaligheid. Met het water der kennis heeft Hij ze gedrenkt, alleluja. Dit is de dag door de Heer gemaakt. Zo mogen zij spreken, die door de Heer zijn verlost. Komt, gezegenden van Mijn Vader, neemt bezit van het rijk. Zingt de Heer een nieuw lied. De rechterhand des Heren heeft kracht geoefend. De Heer opende de hemelpoorten, alleluja. Ver- opdat uw zonden worden uitgewist Mogen we in een nieuw schepsel wor den veranderd. Om blijde onze weg t kunnen gaan als de hofbeambte va Candace, koningin van Ethiopië. O wat we in belijdenis vieren in dade na te volgen. Gij zijt een uitverkoren geslacht, ee rezen is Christus, Die Zich over het koninklijk priesterdom. Voorwaar ee mensdom ontfermde. Volk, dat Gods ei gendom is geworden, verkondig de deugden van Hem, Die u uit de duister nis geroepen heeft tot Zijn wonder baar licht. Zegt het onder de volken, dat de Heer regeert van het kruis af. Hij vernietigde onze dood door te ster ven. Hij herstelde het leven door te verrijzen. Aldus roept en juicht de Kerk elke dag haar intense vreugde uit. prachtige onderscheiding, die St.-Pe trus ons geeft. Maar St.-Petrus zegt meer: Legt af alle boosheid en alle be drog, alle geveinsdheid, nijd e kwaadsprekerij. En weest dan al pasgeboren kinderen, begerig naa de geestelijke onvervalste melk. Op dat ge door haar moogt groeien to zaligheid. Die zaligheid blijft doel. Maar het i Anderzijds ként zij ook de zwakheid vaak een lange en moeilijke weg ee van de mens. Bij elke biecht, bij elke we aan de „vrucht der eeuwige vreug missie of retraite worden reeksen goe- de" toe zijn, waarvan de „Secreta de, moedige en zelfs grootmoedige morgen spreekt, voornemens gemaakt. Moed en groot- Vergeet echter ook niet, dat zovel moedigheid vertonen echter dikwijls naasten een zware kruisweg gaa en soms spoedig reeds beschamende Wees voor hen ook eens een troosten inzinkingen. Vandaar ook haar waar- de Veronica of een helpende Simon va schuwingen via Apostelen en Evange- Cyrene. Er zijn meer eenzamen op d listen. Vandaar ook de talrijke smekü>> weg dan u zou vermoed^nl

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1958 | | pagina 3